VAN VEER TOT VASTE BRUG.
1
Telefunken en Philips' Radio
De Reorganisatie der
H. O. V.
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 18 MEI 1933
Waar de nieuwe bruggen komen.
nieuwe bruq qereed Nieuwe bruq in aanbouw. Ontworpen brucj.
Over betaling en bouwplan.
(De A.N.W.B., Toeristenbond voor Neder
land, verzoekt ons opneming van het vol
gende artikel).
Er was eensRustig doen die woorden
aan! Ze verplaatsen ons in den ouden tijd,
die spreekwoordelijk goed en rustig geweest
moet zijn. Een tijd, waarin niemand haast
had, om de eenvoudige reden, dat haast
toch haast niets hielp. Van Amsterdam naar
Rotterdam voeren we rustig met een trek
schuit, of hobbelden we in de diligence
over ongelijke keien. In later eeuwen za
ten de reizigers niet meer in de rook van
het potkacheltje in de trekschuitroef doch
in dien van de treinlocomotief. De triomf
der techniek veranderde het aangezicht dei-
aardeniet langer waren de rivieren en
kanalen uitsluitend bevorderlijk voor het
verkeer. Het ontbreken van oeververbin
dingen belemmerde de ontwikkeling van
den ijzeren weg en omstreeks 1850 werd een
analoge strijd als thans gestreden.
In het begin van onze eeuw was de ont
wikkeling van den spoorweg zoo ongeveer
geëindigd. Hier en daar werd nog wel een
enkel kilometertje aan het net geknoopt,
maar wereldschokkende gebeurtenissen wa
ren op verkeersgebied practiech uitgesloten.
Althans zoo was de meening. Dat het stun
telige. vaak stakende en steeds stofprodu-
ceerende benzinevoertuig slechts enkele de
cennia later een plaats van beteekenis in de
maatschappij zou innemen, werd slechts door
een enkeling schuchter geuit.
Wij gelooven niet dat men het aan het
toenmalige geslacht zou mogen verwijten, dat
het deze snelle ontwikkeling volkomen mis
kend heeft. Zelfs toen de overwinning van
de auto in vollen gang was, dus zoo omstreeks
1920, kon nog weinig vermoed worden, hoe
ingrijpend het verkeersbeeld in luttele jaren
veranderen zou. Dat de autoinvasie van na
den oorlog het op de veel te smalle en boch
tige wegen niet bolwerken kon, kwam echter
al heel gauw aan het- licht. En met een
altruïsme, dat alleen uit eigenbelang ver
klaard kan worden gingen de weggebruikers
zelf aan het werk, om de hoognoodige wegen-
verbetering financieel mogelijk te maken.
Reeds in 1921 werd door hen de vraag ge
steld of het niet billijk zou wezen, wanneer
de weggebruikers zelf de wegenverbetering
en alles was daarmede annex is, zouden
betalen. Deze gedachte won veld en in 1926
kwam het ontwerp-Wegenbelasting wet in
de Tweede Kamer. Voor 192? werd de auto
wegenbelasting op 10 millioen gulden ge
raamd, over 1932 werd bijna 20 millioen
ontvangen! Aanstonds kwam vast te staan,
dat de geheele opbrengst van de wegen
belasting aan de wegenverbetering ten goede
zou komen. Hiervoor werd een afzonder
lijke „boekhouding", het ..Wegenfonds"
gesticht, waarin later ook de rijwiëlbelasting
gestort werd alsmede de jaarlijksche bijdrage
van de gewone begrooting,, overeenkomende
met het bedrag, dat zonder Wegenfonds
toch voor deze werken zou moeten zijn uit
gegeven.
Het Rijkswegenplan.
In 1927 kwam ook het eerste Rijkswegen
plan tot stand, waarop in groote lijnen
aangegeven was, welke Rijkswegen ten be
hoeve van het doorgaand verkeer een
grondige verbetering zouden ondergaan,
en waarop tevens de nieuwe verbindingen
voorkwamen.
Toen werd ook in principe vastgesteld,
waar de groote bruggen zouden komen.
Destijds werd reeds gewerkt aan een brug
voor gewoon verkeer bij Zwolle, terwijl
de werken tot normalisatie van de Maas
een stuwdam bij Grave, noodig maakten,
waarop tevens een verkeersbrug gebouwd
werd. Later is dit Rijkswegenplan ietwat
gewijzigd (in 1932), de huidige opzet
blijkt uit bijgaand schetskaartje, waarop
hoofdzakelijk de noord-zuid verbindingen
over de groote rivieren zijn aangegeven. De
eerste brug, die volgens het Rijkswegenplan
tot stand kwam ligt bij het vroegere Keizers-
veer over de Bergsche Maas in de verbin
ding UtrechtBreda. Omstreeks 19301931
werd een begin gemaakt met de bruggen
bij Zalt-Bommel, Arnhem en Nijmegen,
waarover wij dezer dagen uitvoerig bericht
hebben. En in 1932 kwam er een zeer be
langrijke toezegging van den Minister van
Waterstaat, waaruit bleek, dat in 1942 alle
bruggen over de groote rivieren voltooid
zouden zijn. De spanne tijds moge velen
nog wat ruim toeschijnen, hoofdzaak was,
dat men eenig houvast had gekregen. In
middels had het autoverkeer zich belang
rijk uitgebreid en wanneer men in 1927
reeds van een nijpenden toestand kon spre
ken, daar waren ae belemmeringen allengs
van zoo groote beteekenis geworden, dat het.
er in 1931, al zéér bedenkelijk begon uit te
zien. Weliswaar werden sommige veerdien
sten belangrijk verbeterd, maar daardoor
nam ook het verkeer weer enorm toe, zoo
dat we in een vicieuzen cirkel begonnen
rond te draaien. ^leer dan drie booten kan
men bijv. aan het Moer dij ksche veer niet ge
bruiken, wanneer niet aan beide oevers
nieuwe aanlegsteigers worden gemaakt. En
drie booten zijn voor het huidige verkeer
nog veel te weinig. Met Paschen zijn wij
er nog weer eens aan herinnerd, hoe gebrek
kig het Moerdijksclïe veer nog is, ondanks
alle aangebrachte verbeteringen. Ook elders
in den lande is de toestand nijpend, in
Nijmegen bijv. moet men op drukke dagen
vaak urenlang wachten. Daarbij komt nog,
dat tijdens ijsgang of hoogwater vele veer
diensten volkomen in de war zijn. En zelfs
is het geenszins uitgesloten, dat de noord
zuid-verbinding door ijsgang totaal ge
stremd wordt. In den afgeloopen winter,
die toch waarlijk niet streng was, heeft het
„een haar" gescheeld of we hadden weer
evenals in 1930 via WeselVenlo moeten
rijden om van Rotterdam naar Breda te
komen.
Het gevaar niet afgewend!
Ofschoon er op het oogenblik zeker aan
leiding is, om den Rijkswaterstaat een com
pliment te maken over de voortvarendheid,
waarmede de bruggenbouw behandeld wordt,
toch is de naaste toekomst nog heelemaal
niet geruststellend. Reeds thans zijn de
veerdiensten absoluut onvoldoende, en het
zal nog vele jaren duren, voor wij bij Moer
dijk, Arnhem, Nijmegen, Gorinchem en zoo
vele andere plaatsen een brug hebben. Hoe
het verkeer zich omstreeks 19341935 red
den moet, is een open vraag. Dat inmiddels
allerwegen tot nachtdiensten overgegaan zal
moeten worden, staat vast. Aan het Moer-
dijksche veer, zal zooals men weet met in
gang van 1 Juli a.s. een proef worden ge
nomen, waarbij de A. N. W. B. en K. N. A. C.
zich garant hebben gesteld voor een even
tueel verlies. Bet is dus zeker in het belang
van alle weggebruikers, dat men van dien
datum af zooveel als mogelijk is, van de
nachtverbindingen gebruik maakt, opdat deze
ook na den proeftijd gehandhaafd zullen
kunnen blijven.
Betreurenswaardig is het evenwel, dat
men niet vóór alles gezoi-gd heeft voor ten
minste één steeds bruikbare vaste noord
zuid verbinding. Aan het einde van dit jaar
is de brug bij Zalt-Bommel gereed, maar...
in Vianen en Hedel liggen schipbruggen,
die bij hoogwater en ijsgang onbruikbaar
zijn. In Keïzersveer is een vaste brug. die
echter maar één schakel vormt in den keten
UtrechtBreda. Andere schakels zijn: het
veer bij Gorinchem en de genoemde Vianen-
sche schipbrug. De moderne Keizersveerbrug
baat ons niet, wanneer de overtocht ten
noorden daarvan gestremd wordt. Pas wan
neer in 1936 bij Arnhem en Nijmegen de
bruggen gereed zijn, heeft althans het oosten
des lands steeds bruikbare verbinding. Tot
zoolang kan een strenge winter het zuiden
volkomen isoleeren van het centrum en de
overige provincies.
Het getij is veranderd, de bakens moe
ten verzet: het moderne verkeer eischt „om
gaand" vaste oeververbindingen, (die het
gaarne door zijn wegenbelasting zelf bekos
tigen wil). De ongunstige tijdsomstandighe
den hebben haast zooveel ellende tenminste
dit ééne voordeel gebracht, dat uit een oog
punt van werkverruiming ook de overheid
het belang is gaan inzien van „versnelden
bruggenbouw". Er zullen echter nog heel
wat ernstige verkeersopstoppingen bij de
pontveeren voorkomen, alvorens de bruggen
van het Rijkswegenplan tot stand zijn ge
komen. Tegen het einde van dit decennium
zal alles wel in orde zijn. maar voordien
Het is wel een heel moeilijke en lange weg:
„van veer tot vaste brug!"
C. C KROUWELS
TEL. 14024
KONINGINNEWEG 6
(Adv. Ingez. Med.)
ONGELUKKEN OP DE MIJNEN.
Dinsdagmiddag is de houwer A. J. Marx
op staatsmijn „Emma" te Heerlen in een
kolenpijler onder plotseling neervallend ge
steente bedolven geraakt en kort daarop
overleden.
De getroffene was 27 jaar. gehuwd en vader
van drie kinderen. De man was van Duitsche
nationaliteit
Maandag is de 44-jarige arbeider Tenny
bij het rangeeren van wagons op staatsmijn
„Maurits" onwel geworden en op weg naar
het ziekenhuis overleden.
Het onderzoek heeft uitgewezen dat liet
overlijden het gevolg is van het bekomen van
inwendige kneuzingen. De getroffene is waar
schijnlijk bij het rangeeren tusschen de buf
fers van den wagon geraakt.
Bij Uw schoenmaker
opletten:
Hij moet U Bulldoghakken
zetten
(Adv. Ingez. Med.)
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
Arb. Tooneelvereeniging „Vooruitgang
HANS HOPPER MAAKT CARRIèRE.
De carrière van Hans Hopper, klerk aan
het Ministerie van Oorlog, is wel buitenge
woon. In een minimum van tijd doorloopt
hij een maximum van rangen: van klerk
wordt hij, met voorbijgang van den rang van
adjunct-commies, commies, daarna hoofd
commies en vervolgens referendaris. ..En wij
zijn er nog niet!" zegt hij aan het eind van
het stuk. Er mag dus nog veel. nog alles van
hem verwacht worden, maar enfin, de schrij
ver van het blijspel „Hans Hopper maakt car
rière". Jan Fabricius, heeft het voorloopig
zóó gelaten. Het was tóch al meer dan vol
doende om aan de Arbeiderstooneelvereeni-
ging „Vooruitgang" gelegenheid te geven, het
seizoen te sluiten met een aardig stuk en den
dilettant, die de hoofdrol van Hans Hopper
vervulde (het programma vermeldde geen
namen) tot geestig, los spel.
„Vooruitgang" behoeft het niet te spijten,
op deze uitmuntend geslaagde wijze eens
een vroolijk einde aan het seizoen gemaakt
te hebben, onder de goede regie van den heer
H. van Dokkum, die zijn oude vereeniging, al
woont hij thans te IJmuiden, toch trouw is
gebleven en na afloop van de voorstelling een
welverdiende bloemenhulde in ontvangst had
te nemen.
Hans Hopper stond bovenaan op het pro
gramma en hij staat ook bovenaan in onze
waardeering van de spelqualiteiten, die de
zen avond gedemonstreerd werden. Zijn spel
was van een buitengewone levendigheid, die
haar culminatiepunt bereikte in zijn speech,
op het eind van het derde bedrijf, als hij,
boven op een tafel staande, de gasten van
het souper in het Savoy-Hotel toespreekt en
op gelukkige wijze de levenswijsheid, die de
eenigszins „ongeheiterte" minister van oor
log hem zoo juist ingeblazen heeft, onder het
genot van eenige glazen champagne.
Hans Hopper is waard, dat hij Guusje
Funk, de ambtenaresse aan het ministerie,
secretaresse van den minister, tot vrouw
krijgt, al gaat het langs een omweg en al
hadden wij ons Guusje wel wat losser gc-
wenscht.
Het was inderdaad een verrassing, toen wij
deze bezadigde Guusje in III Hans plotse
ling om den hals zagen vallen. Zóóveel spon
taanheid hadden wij heusch niet van haar
verwacht, eerder nog van Mona Lisa, de
dochter van de kolonels-weduwe, bij wie Hans
Hopper kamers heeft. Mona Lisa was wer
kelijk aardig in haar „flirtpartij" met Hans,
op diens kamer.
Petit, de referendaris, had wel goede oogen
blikken, maar was toch in zijn spreken en
optreden niet de heftige hoofdambtenaar aan
een regeeringsdepartement.
De figuur van den minister werd goed uit
gebeeld; hij voldeed aan het eind beter dan
aan het begin, maar moet zich hoeden voor
het „vallen" over zijn woorden.
Een goede noot voor den directeur der firma
Tichelaar en voor den portier, die beiden
hun rollen ten zeerste recht deden weder
varen.
Een goed slot van het seizoen was deze
voorstelling voor „Vooruitgang".
Dit was blijkbaar ook de meening van het
publiek, dat den schouwburg geheel vulde en
niet karig was met applaus.
E.
ROTTERDAMSCH-HOFSTAD TOONEEL.
Jaloezie.
Jalousie-Internationale.
Sacha Guitry's Jalouzie was de springplank
voor Louis Gimberg's Jalousie Internationale.
Deze jaloerschheid in vier talen en vier soor
ten, welke wij na de pauze van Gïmberg kre
gen, was verreweg het amusantste deel van
den avond.
Wij zagen Gimberg eerst als het type van
den stijven Hollander, die ,,op moreele gron
den" het geval met zijn Betsy bespreekt. In
een oud-modisch jacquet, zijn handen met de
vingers stijf uitgestrekt op de knieën, zijn
haren a la brosse, leek hij zoo een van zijn
lessenaar weggeloopen klerk van de secreta
rie hij had ook een leeraar in het boekhou
den kunnen zijn voor wien de liefde een
soort zakelijkheid is. Deze Hollander is in
alles „principieel", tot in zijn liefde toe. Gim
berg was kostelijk als deze geincarneerd de
gelijke Hollander, 'n tikje parodie maar toch
niet te veel. zoodat wij een heele soort van het
boven-Moerdijksche snit er in konden her
kennen.
Daarna kregen wij den Franschman, „ko
mediant" tot in de toppen van zijn vingers,
onmiddellijk gereed met zijn vrouw een
„scène" te spelen, vol pathos en bravour. Hier
zat de charge zoowei van het tegenspelen
de vrouwtje als van Gimberg er wat dikker
op. en het bleef ook in de opvoering wat te
veel tooneel. Maar voortreffelijk was weer de
flegmatieke Engelschman in zijn onderzoek
naar den medeminnaar met het „Italian ac
cent" al was het slot van de scène met hst
geweer wel wat te veel klucht. Tot slot
kwam de Duitscher, die de liefdezaken af
handelt tusschen Suppe en Schweinebraten en
met een glas Mosel al zijn verdenkingen weg
spoelt. Hierin vooral was Gimberg var.-sterk-
komische kracht. Hij wist het Duitsche type
prachtig te treffen ook zijn grime was hier
zeer gelukkig en hij behaalde nog 'n extra
succes met zijn fijn-ironische politieke toe
spelingen. die geen moment grof en toch al
tijd raak waren.
Het is een ..sketch", die in een revue of in
een internationaal cabaret Gimberg speelt
de 4 scènes achtereenvolgens in het Hol
landsch. Fransch. Engelsch en Duitsch een
glans-nummer zou vormen. Eigenlijk behoort
't daar ook door de wijze, waarop Gimberg
die ook een uitstekend conferencier blijk:
te zijn zich op open tooneel verkleedt en
schminkt zelfs meer thuis dan op een ge
wonen tooneelavond in een deftigen schouw
burg. al zal dan ook zeker niemand zich gis
teren over dit- extra nummer hebben be
klaagd. Gimberg werd in deze jalousie-scènes
uitstekend gesteund door een Haagscbe dilet
tante. die zich verschuilt achter den roman
tischen naam van Maria Marletto. Als Ho!
landsche verried zij door wat te drukke actie
en onnoodige armbewegingen nog te veel het
liefhebberij-milieu, maar als de levendigi
hartstochtelijke Francaise en vooral als de
flegmatieke Engelsóhe gaf zü Gimberg vol
komen het tegenspel, dat hij daar noodig had.
Jalousie Internationale had een uitbundig
succes, dat de bijval van Guitry's Jaloezie ver
overtrof. Zes maal moest het doek omhoog en
het publiek juichte geestdriftig den knappen
acteur toe. die Maria Marletto terecht in de
huldiging liet deelen.
Het voorstukie was een schuimtaartje uit
de bakkerij Guitry, smakelijk, luchtig en heel
gemakkelijk te verteren. Als je het op hebt.
merk je. dat het feitelijk heel weinig sub
stantie heeft, dat het meer schuim is dan
taart, maar de ingrediënten zijn goed en de
bakker kent zijn vak.
Blondel, die pas van een slippertje terug
komt. krijgt een hevigen argwaan tegen ziin
vrouw, als zij haar te laat thuis komen tracht
te rechtvaardigen met hezelfde leugentje,
dat hii voor haar had bedacht. De jaloezie
krijgt, hem te pakken en hij jaagt zijn vrouw
zoo lang oo. tot zij van onschuldig schuldig
wordt. Tot heftige scènes zooa)c in -Talou-ie
internationale komt het in dit Fransehe
eezin niet. Guitrv weet met een ..Untie"
hoe dikwiils heeft dat in Fransehe stukken
al niet ziin diensten gedaan de Blondei's
te verzoenen en een hoewel wat te gefor
ceerd eind aan zijn stuk te maken.
Een aardig niemandalletie. amusant vooral
door den dialoog en dat je met genoegen ziet.
al doet het wel wat erg verouderd aan. ook
door de monologen en de terziide's. die Sacha
Guitry zoo waar weer in de mode schijnt te
willen brengen. Heel dit stukie deed denken
aan Fransehe blijsnelMies van 'n veertig ia ar
geleden, even onschuldig, onpretentieus,
vluchtig en luchtig.
Louis van Gasteren en Helëne Sisterman s -
Vink waren de Blondei's, beiden meer Hol-
landsch dan Fransch. Marthe Blondel was
zelfs een zoo decent, ingetogen vrouwtje, dat
zij meer de sfeer van Alkmaar dan die van
Parijs op het tooneel bracht, al ontbrak er
dan ook niets aan haar elegance en distinetic
Van Gasteren speelde zeer beschaafd maar
met groote reserve den jaloerschen man.
zoodat. het stukje ook hierdoor een nog al
tammen indruk maakte. Met deze Blondel's
was het te aanvaarden, dat een enkel lintje
alles tot oplossing zou brengen. Een afzon
derlijk compliment voor de knappe wijze,
waarop Van Gasteren de monologen speelde
en zei.
Louis Gimberg gaf het meest leven aan het
geval door zijn fleurig, opgewekt spel als
Lezignan, den gevaarlijken vriend en het
tweede bedrijf was dan ook verreweg bet
amusantste deel van het blij spelletje.
Corry Korevaar maakte iets heel aardigs
van een verliefde, lispelende typiste en me
vrouw Schwab speelde met de haar eigen
routine en distinctie de onbeduidende rol van
mevrouw Gandibleu. Schwab verving Willem
Huysman als detective Framol en hij gaf aan
het rolletje alle kleur en relief.
Als geheel een genoegelijke avond, een ge
zellige uitgang, dien je in de maand Mei als
extratje gaarne aanvaardt.
J. B. SCHUIL.
VADER DES VADERLANDS.
Naar wij vernemen zal het Rotterdamsch
Hofstad-Tooneel te Haarlem op Zaterdag 27
Mei een tweede voorstelling geven van Veter-
man's Vader des Vaderlands met Cor van
der Lugt Melsert in de hoofdrol.
Lidmaatschap voor alle beurzen
bereikbaar
Wij ontvangen het volgende communiqué
van het bestuur der Haarlemsche Orkest Ver
eeniging:
Nu een welgeslaagde steunactie de likwi-
datie der H.O.V. heeft voorkomen, heeft het
'bestuur zich ernstig beraden over de vraag of
en op welke wijze het voortbestaan van het
Haarlemsch orkest kan worden verzekerd,
zonder dat telken jare een tekort op het
budget het inroepen van geldelijken bijstand
bij de vrienden der Vereeniging noodzakelijk
maakt.
Daarbij is het van de overtuiging uitgegaan
dat vele ingezetenen van Haarlem en om
liggende gemednten prijs stellen op het be
houd der vereeniging en dat het. noodzake
lijk is haar dusdanig te rcorganiseeren. dat
een belangrijk grooter deel van de burgerij
daarin aandeel neemt.
Om dit te bereiken zullen de te geven con
certen in drie series A, B en C worden ver
deeld.
Werden tot dusver de Dinsdagavondconcer
ten vrijwel uitsluitend door leden der Ver
eeniging bezocht, die tegen een voor do
meesten, hooge contributie toegang tot alle
concerten hadden, terwijl de Zondagmiddag
concerten tegen een gering entreegeld en de
volksconcerten gratis (tegen de verplichting
om voor 0.15 een programma te nemen)
werden bezocht, voortaan zal het mogelijk
zijn lid van de Vereeniging te worden voor 'n
bepaald aantal van elke soort der concerten
volgens een voor alle beurzen bereikbaar plan.
De prijzen zijn zoo gesteld, dat deze per
concert dalen, naarmate het lidmaatschap
voor 5, 10 of 20 concerten geldt en zijn als
volgt:
i ii m
5 concerten 10 concerten 20 concerten
Serie A f 6.— f 10.—f 15.—.
Serie B f 3.— f 5.—. f 8.—.
Serie C f 1.50 f 2.50. f 4.—.
In zulk een systeem vervalt het bezwaar,
dat men een voor zijn beurs te kostbaar
abonnement moet nemen om lid te zijn, ter
wijl men toch niet alle concerten wcnscht bij
te wonen. Bovendien wordt de mogelijkheid
geopend om door programmakcus voor be
paalde concerten een differentiatie der leden
tc verkrijgen. Niet iedereen immers gevoelt
uitsluitend voor klassieke dan wel alleen voor
meer populaire muziek.
De programma's voor de concerten van
serie A. behouden het karakter der tegen
woordige Dinsdagavondconcert en. d.w.z. zij
geven naast de belangrijke werken der klas
sieke en romantische muzieklltteratuur
werken van moderne componisten, waarbij
aan de scheppingen van Nederlanders zoo
veel mogelijk aandacht zal worden besteed.
Die voor de concerten van serie B. zullen
eenzelfde karakter hebben met dien ver
stande, dat aan goede populaire muziek een
nader te bepalen piaats zal worden inge
ruimd.
Wat de concerten van serie C. betreft, zij
zullen zoovee! mogelijk een samenvatting
brengen van de programma's» van dc series
A en B.
Uitdrukkelijk wordt geconstateerd, dat er
naar gestreefd zal worden de concerten van
elke categorie op een zoo hoog mogelijk
artistiek peil tc houden. Het spreekt van
zelf, dal waar de inkomsten uit dc volks-
en zomerconcerten belangrijk minder zullen
zijn dan die van dc symphonieconcerten,
op de programma's voor de concerten der
eerst genoemde categorieën niet die werken
opgevoerd kunnen worden, aan welker uit
voering bijzondere kosten zijn verbonden, ter
wij! ten aanzien van de te engageeren solis
ten evenzeer met die omstandigheid rekening
gehouden moet worden.
Voor de werkelijke muziekliefhebbers uit
alle lagen der burgerij zal gelegenheid be
staan ook de symphonieconcerten bij te wonen
daar immers ook voor deze categorie zoo
als later blijken zal een lidmaatschap voor
slechts 5 concerten wordt beschikbaar ge
steld, zoodat de kosten daarvan binnen vrij
wel ieders bereik vallen.
In den regel zullen de symphonie- en dc
volksconcerten, die beide gedurende het win
terseizoen worden gegeven onder leiding
staan van den eersten dirigent, de zomer
concerten onder die van den tweeden diri
gent.
Het bestuur hoopt aldus de vereeniging tc
populariseercn en te socialiseeren en op die
wijze te bereiken, dat inderdaad dc belang
stelling en het lidmaatschap veel algemeener
zullen worden.
Een deel der inkomsten zal evenals vroeger
uit bijdragen van donateurs worden ver
kregen. Kon men tol dusverre donateur wor
den voor een jaarlijksche bijdrage van ten
minste 50. waarvoor men het recht verkreeg
alle concerten te bezoeken, in de toekomst zal
in ruimeren kring gelegenheid aan de
burgerij worden gegeven het culturecle werk
der H.O.V. financieel te steunen door als
begunstiger toe te treden voor mindere
en wel zelf te bepalen bedragen, waartegen
over dan evenwel geen toegangsrecht tot con
certen kan worden verleend.
Om de inkomsten ook op andere wijze te
versterken zal 't noodige verricht moeten wor
den om engagementen voor andere concerten
(radio, begeleiding oratoria en opera, in pro
vinciesteden, pacdagogische concerten) te
verkrijgen.
Het. bestuur begrijpt, dat tegenover de be
langrijke verlaging van de lidmaat
schappen een zeer belangrijke toe
name van het aantal leden zal moe
ten staan en dat voor het verkrijgen van die
toename, zoowel als voor de algemecne pro
paganda een nimmer rustenden of ver
flauwende actie noodig zal zijn. om liet ge
stelde doel tc bereiken zoowel als in de
toekomst te behouden.
Een dergelijke intensieve en voortdurende
propaganda kan niet uitsluitend en blijvend
uitgaan van personen die uit belangstelling
voor de H.O.V. een bestuursfunctie willen
aanvaarden. Daarvoor moet een bedrijfsleider
worden aangewezen, die zich ten volle aan
deze taak zal kunnen wijden en die daarvoor
de noodige geschiktheid bezit.
Met de uitvoering van deze reorganisatie
plannen zal zoo spoedig mogelijk oen aan
vang worden gemaakt. Door circulaires en
eventueel door persoonlijk bezoek zal een be
roep worden gedaan op de geheolo burgerij
van Haarlem en omstreken opdat ern zoo
groot mogelijke medewerking in alle kringen
zal worden verkregen.
Moge blijken, dat de ernstige poging van
het bestuur der H.O.V. om deze zoo bij uit
stek culturecle vereeniging uit haar nood
lijdenden toestand op te heffen, door nage
noeg de geheele burgerij wordt gesteund!
Zou ook langs dezen weg, geen voldoende
belangstelling zijn te wekken on geen vol
doende grondslag voor het voortbestaan der
H.O.V. kunnen worden verkregen, dan heeft
het geen zin tc trachten het. bestaan van
deze nuttige en mooie instelling nog langer te
rekken en is de H.O.V. ten ondergang ge
doemd.
Laten de ingezetenen van Haarlem en om
streken tooncn, dat zij ook in crisistijden
de cultuur wenschen te behouden, die het
orkest op het gebied der muziek dient en
bevordert. Moge de ruim opgevatte reorgani
satie der H.O.V. die ieders waardeering en
belangstelling verdient, en die het een ieder
mogelijk maakt daaraan daadwerkelijk mede
te werken, ten volle slagen!
Een ieder heeft thans gelegenheid daartoe
het zijne bij tc dragen.
ALBERT VAN DOORN.
LEIDT OP 1 JUM DE H. O. V.
Albert van Doorn, die onlangs als gasldiri-
gent bij het Utrechtsch Stedelijk Orkest op
trad met medewerking van Ellv Nev als so
liste en in de Utreehtschc bladen groote
waardcering verwierf voor zijn gevoel voor
metriek en rhythmc. alsmede zijn gevoelige
vertolking van Mozart, zal op 1 Juni a.s. te
Haarlem de Haarlemsche Orkest Vereeniging
.eiden. Er zullen werken worden opgevoerd
van Beethoven. Mozart en Wagner.
De in ons land reeds zeer bekende voor
drachtskunstenaar Ru Mulder, die zooveel
succes oogstte met zijn vertolking van dc
Peer Gynt en Marike van Nimwegen etc. zal
zijn medewerking verleenen door het voor
dragen van het Hexenlied van Max Schil
lings met orkestbegeleiding.
DE BOUWLOTERIJ VAN DE „JOODSCHE
INVALIDE".
Gaarne vestigen wij de aandacht op de
bouwloterij van de „Joodsche Invalide" tc
Amsterdam, waarvoor te Haarlem ook loten
verkrijgbaar zijn aan eenige adressen.
Zooals bekend, worden op het oogenblik
in zes verschillende provinciën loterijen voor
de „J. I." gehouden. In elke provincie kan
men op zijn lot trekken een heerenhuis. een
luxe-Fordauto of een van de lOuo andere
mooie prijzen. De opbrengst der loterijen zal
aangewend worden voor uitbreiding van de
„J. I.". waarvoor reeds de Diamantclub „Con
cordia", naast het gebouw der „J. I." te Am
sterdam is aangekocht.
Wanneer deze uitbreiding tot stand zal
zijn gekomen zullen nog 150 patiënten meer
kunnen worden opgenomen.