VAN VEER TOT VASTE BRUG. 1 Telefunken en Philips' Radio De Reorganisatie der H. O. V. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 18 MEI 1933 Waar de nieuwe bruggen komen. nieuwe bruq qereed Nieuwe bruq in aanbouw. Ontworpen brucj. Over betaling en bouwplan. (De A.N.W.B., Toeristenbond voor Neder land, verzoekt ons opneming van het vol gende artikel). Er was eensRustig doen die woorden aan! Ze verplaatsen ons in den ouden tijd, die spreekwoordelijk goed en rustig geweest moet zijn. Een tijd, waarin niemand haast had, om de eenvoudige reden, dat haast toch haast niets hielp. Van Amsterdam naar Rotterdam voeren we rustig met een trek schuit, of hobbelden we in de diligence over ongelijke keien. In later eeuwen za ten de reizigers niet meer in de rook van het potkacheltje in de trekschuitroef doch in dien van de treinlocomotief. De triomf der techniek veranderde het aangezicht dei- aardeniet langer waren de rivieren en kanalen uitsluitend bevorderlijk voor het verkeer. Het ontbreken van oeververbin dingen belemmerde de ontwikkeling van den ijzeren weg en omstreeks 1850 werd een analoge strijd als thans gestreden. In het begin van onze eeuw was de ont wikkeling van den spoorweg zoo ongeveer geëindigd. Hier en daar werd nog wel een enkel kilometertje aan het net geknoopt, maar wereldschokkende gebeurtenissen wa ren op verkeersgebied practiech uitgesloten. Althans zoo was de meening. Dat het stun telige. vaak stakende en steeds stofprodu- ceerende benzinevoertuig slechts enkele de cennia later een plaats van beteekenis in de maatschappij zou innemen, werd slechts door een enkeling schuchter geuit. Wij gelooven niet dat men het aan het toenmalige geslacht zou mogen verwijten, dat het deze snelle ontwikkeling volkomen mis kend heeft. Zelfs toen de overwinning van de auto in vollen gang was, dus zoo omstreeks 1920, kon nog weinig vermoed worden, hoe ingrijpend het verkeersbeeld in luttele jaren veranderen zou. Dat de autoinvasie van na den oorlog het op de veel te smalle en boch tige wegen niet bolwerken kon, kwam echter al heel gauw aan het- licht. En met een altruïsme, dat alleen uit eigenbelang ver klaard kan worden gingen de weggebruikers zelf aan het werk, om de hoognoodige wegen- verbetering financieel mogelijk te maken. Reeds in 1921 werd door hen de vraag ge steld of het niet billijk zou wezen, wanneer de weggebruikers zelf de wegenverbetering en alles was daarmede annex is, zouden betalen. Deze gedachte won veld en in 1926 kwam het ontwerp-Wegenbelasting wet in de Tweede Kamer. Voor 192? werd de auto wegenbelasting op 10 millioen gulden ge raamd, over 1932 werd bijna 20 millioen ontvangen! Aanstonds kwam vast te staan, dat de geheele opbrengst van de wegen belasting aan de wegenverbetering ten goede zou komen. Hiervoor werd een afzonder lijke „boekhouding", het ..Wegenfonds" gesticht, waarin later ook de rijwiëlbelasting gestort werd alsmede de jaarlijksche bijdrage van de gewone begrooting,, overeenkomende met het bedrag, dat zonder Wegenfonds toch voor deze werken zou moeten zijn uit gegeven. Het Rijkswegenplan. In 1927 kwam ook het eerste Rijkswegen plan tot stand, waarop in groote lijnen aangegeven was, welke Rijkswegen ten be hoeve van het doorgaand verkeer een grondige verbetering zouden ondergaan, en waarop tevens de nieuwe verbindingen voorkwamen. Toen werd ook in principe vastgesteld, waar de groote bruggen zouden komen. Destijds werd reeds gewerkt aan een brug voor gewoon verkeer bij Zwolle, terwijl de werken tot normalisatie van de Maas een stuwdam bij Grave, noodig maakten, waarop tevens een verkeersbrug gebouwd werd. Later is dit Rijkswegenplan ietwat gewijzigd (in 1932), de huidige opzet blijkt uit bijgaand schetskaartje, waarop hoofdzakelijk de noord-zuid verbindingen over de groote rivieren zijn aangegeven. De eerste brug, die volgens het Rijkswegenplan tot stand kwam ligt bij het vroegere Keizers- veer over de Bergsche Maas in de verbin ding UtrechtBreda. Omstreeks 19301931 werd een begin gemaakt met de bruggen bij Zalt-Bommel, Arnhem en Nijmegen, waarover wij dezer dagen uitvoerig bericht hebben. En in 1932 kwam er een zeer be langrijke toezegging van den Minister van Waterstaat, waaruit bleek, dat in 1942 alle bruggen over de groote rivieren voltooid zouden zijn. De spanne tijds moge velen nog wat ruim toeschijnen, hoofdzaak was, dat men eenig houvast had gekregen. In middels had het autoverkeer zich belang rijk uitgebreid en wanneer men in 1927 reeds van een nijpenden toestand kon spre ken, daar waren ae belemmeringen allengs van zoo groote beteekenis geworden, dat het. er in 1931, al zéér bedenkelijk begon uit te zien. Weliswaar werden sommige veerdien sten belangrijk verbeterd, maar daardoor nam ook het verkeer weer enorm toe, zoo dat we in een vicieuzen cirkel begonnen rond te draaien. ^leer dan drie booten kan men bijv. aan het Moer dij ksche veer niet ge bruiken, wanneer niet aan beide oevers nieuwe aanlegsteigers worden gemaakt. En drie booten zijn voor het huidige verkeer nog veel te weinig. Met Paschen zijn wij er nog weer eens aan herinnerd, hoe gebrek kig het Moerdijksclïe veer nog is, ondanks alle aangebrachte verbeteringen. Ook elders in den lande is de toestand nijpend, in Nijmegen bijv. moet men op drukke dagen vaak urenlang wachten. Daarbij komt nog, dat tijdens ijsgang of hoogwater vele veer diensten volkomen in de war zijn. En zelfs is het geenszins uitgesloten, dat de noord zuid-verbinding door ijsgang totaal ge stremd wordt. In den afgeloopen winter, die toch waarlijk niet streng was, heeft het „een haar" gescheeld of we hadden weer evenals in 1930 via WeselVenlo moeten rijden om van Rotterdam naar Breda te komen. Het gevaar niet afgewend! Ofschoon er op het oogenblik zeker aan leiding is, om den Rijkswaterstaat een com pliment te maken over de voortvarendheid, waarmede de bruggenbouw behandeld wordt, toch is de naaste toekomst nog heelemaal niet geruststellend. Reeds thans zijn de veerdiensten absoluut onvoldoende, en het zal nog vele jaren duren, voor wij bij Moer dijk, Arnhem, Nijmegen, Gorinchem en zoo vele andere plaatsen een brug hebben. Hoe het verkeer zich omstreeks 19341935 red den moet, is een open vraag. Dat inmiddels allerwegen tot nachtdiensten overgegaan zal moeten worden, staat vast. Aan het Moer- dijksche veer, zal zooals men weet met in gang van 1 Juli a.s. een proef worden ge nomen, waarbij de A. N. W. B. en K. N. A. C. zich garant hebben gesteld voor een even tueel verlies. Bet is dus zeker in het belang van alle weggebruikers, dat men van dien datum af zooveel als mogelijk is, van de nachtverbindingen gebruik maakt, opdat deze ook na den proeftijd gehandhaafd zullen kunnen blijven. Betreurenswaardig is het evenwel, dat men niet vóór alles gezoi-gd heeft voor ten minste één steeds bruikbare vaste noord zuid verbinding. Aan het einde van dit jaar is de brug bij Zalt-Bommel gereed, maar... in Vianen en Hedel liggen schipbruggen, die bij hoogwater en ijsgang onbruikbaar zijn. In Keïzersveer is een vaste brug. die echter maar één schakel vormt in den keten UtrechtBreda. Andere schakels zijn: het veer bij Gorinchem en de genoemde Vianen- sche schipbrug. De moderne Keizersveerbrug baat ons niet, wanneer de overtocht ten noorden daarvan gestremd wordt. Pas wan neer in 1936 bij Arnhem en Nijmegen de bruggen gereed zijn, heeft althans het oosten des lands steeds bruikbare verbinding. Tot zoolang kan een strenge winter het zuiden volkomen isoleeren van het centrum en de overige provincies. Het getij is veranderd, de bakens moe ten verzet: het moderne verkeer eischt „om gaand" vaste oeververbindingen, (die het gaarne door zijn wegenbelasting zelf bekos tigen wil). De ongunstige tijdsomstandighe den hebben haast zooveel ellende tenminste dit ééne voordeel gebracht, dat uit een oog punt van werkverruiming ook de overheid het belang is gaan inzien van „versnelden bruggenbouw". Er zullen echter nog heel wat ernstige verkeersopstoppingen bij de pontveeren voorkomen, alvorens de bruggen van het Rijkswegenplan tot stand zijn ge komen. Tegen het einde van dit decennium zal alles wel in orde zijn. maar voordien Het is wel een heel moeilijke en lange weg: „van veer tot vaste brug!" C. C KROUWELS TEL. 14024 KONINGINNEWEG 6 (Adv. Ingez. Med.) ONGELUKKEN OP DE MIJNEN. Dinsdagmiddag is de houwer A. J. Marx op staatsmijn „Emma" te Heerlen in een kolenpijler onder plotseling neervallend ge steente bedolven geraakt en kort daarop overleden. De getroffene was 27 jaar. gehuwd en vader van drie kinderen. De man was van Duitsche nationaliteit Maandag is de 44-jarige arbeider Tenny bij het rangeeren van wagons op staatsmijn „Maurits" onwel geworden en op weg naar het ziekenhuis overleden. Het onderzoek heeft uitgewezen dat liet overlijden het gevolg is van het bekomen van inwendige kneuzingen. De getroffene is waar schijnlijk bij het rangeeren tusschen de buf fers van den wagon geraakt. Bij Uw schoenmaker opletten: Hij moet U Bulldoghakken zetten (Adv. Ingez. Med.) LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. Arb. Tooneelvereeniging „Vooruitgang HANS HOPPER MAAKT CARRIèRE. De carrière van Hans Hopper, klerk aan het Ministerie van Oorlog, is wel buitenge woon. In een minimum van tijd doorloopt hij een maximum van rangen: van klerk wordt hij, met voorbijgang van den rang van adjunct-commies, commies, daarna hoofd commies en vervolgens referendaris. ..En wij zijn er nog niet!" zegt hij aan het eind van het stuk. Er mag dus nog veel. nog alles van hem verwacht worden, maar enfin, de schrij ver van het blijspel „Hans Hopper maakt car rière". Jan Fabricius, heeft het voorloopig zóó gelaten. Het was tóch al meer dan vol doende om aan de Arbeiderstooneelvereeni- ging „Vooruitgang" gelegenheid te geven, het seizoen te sluiten met een aardig stuk en den dilettant, die de hoofdrol van Hans Hopper vervulde (het programma vermeldde geen namen) tot geestig, los spel. „Vooruitgang" behoeft het niet te spijten, op deze uitmuntend geslaagde wijze eens een vroolijk einde aan het seizoen gemaakt te hebben, onder de goede regie van den heer H. van Dokkum, die zijn oude vereeniging, al woont hij thans te IJmuiden, toch trouw is gebleven en na afloop van de voorstelling een welverdiende bloemenhulde in ontvangst had te nemen. Hans Hopper stond bovenaan op het pro gramma en hij staat ook bovenaan in onze waardeering van de spelqualiteiten, die de zen avond gedemonstreerd werden. Zijn spel was van een buitengewone levendigheid, die haar culminatiepunt bereikte in zijn speech, op het eind van het derde bedrijf, als hij, boven op een tafel staande, de gasten van het souper in het Savoy-Hotel toespreekt en op gelukkige wijze de levenswijsheid, die de eenigszins „ongeheiterte" minister van oor log hem zoo juist ingeblazen heeft, onder het genot van eenige glazen champagne. Hans Hopper is waard, dat hij Guusje Funk, de ambtenaresse aan het ministerie, secretaresse van den minister, tot vrouw krijgt, al gaat het langs een omweg en al hadden wij ons Guusje wel wat losser gc- wenscht. Het was inderdaad een verrassing, toen wij deze bezadigde Guusje in III Hans plotse ling om den hals zagen vallen. Zóóveel spon taanheid hadden wij heusch niet van haar verwacht, eerder nog van Mona Lisa, de dochter van de kolonels-weduwe, bij wie Hans Hopper kamers heeft. Mona Lisa was wer kelijk aardig in haar „flirtpartij" met Hans, op diens kamer. Petit, de referendaris, had wel goede oogen blikken, maar was toch in zijn spreken en optreden niet de heftige hoofdambtenaar aan een regeeringsdepartement. De figuur van den minister werd goed uit gebeeld; hij voldeed aan het eind beter dan aan het begin, maar moet zich hoeden voor het „vallen" over zijn woorden. Een goede noot voor den directeur der firma Tichelaar en voor den portier, die beiden hun rollen ten zeerste recht deden weder varen. Een goed slot van het seizoen was deze voorstelling voor „Vooruitgang". Dit was blijkbaar ook de meening van het publiek, dat den schouwburg geheel vulde en niet karig was met applaus. E. ROTTERDAMSCH-HOFSTAD TOONEEL. Jaloezie. Jalousie-Internationale. Sacha Guitry's Jalouzie was de springplank voor Louis Gimberg's Jalousie Internationale. Deze jaloerschheid in vier talen en vier soor ten, welke wij na de pauze van Gïmberg kre gen, was verreweg het amusantste deel van den avond. Wij zagen Gimberg eerst als het type van den stijven Hollander, die ,,op moreele gron den" het geval met zijn Betsy bespreekt. In een oud-modisch jacquet, zijn handen met de vingers stijf uitgestrekt op de knieën, zijn haren a la brosse, leek hij zoo een van zijn lessenaar weggeloopen klerk van de secreta rie hij had ook een leeraar in het boekhou den kunnen zijn voor wien de liefde een soort zakelijkheid is. Deze Hollander is in alles „principieel", tot in zijn liefde toe. Gim berg was kostelijk als deze geincarneerd de gelijke Hollander, 'n tikje parodie maar toch niet te veel. zoodat wij een heele soort van het boven-Moerdijksche snit er in konden her kennen. Daarna kregen wij den Franschman, „ko mediant" tot in de toppen van zijn vingers, onmiddellijk gereed met zijn vrouw een „scène" te spelen, vol pathos en bravour. Hier zat de charge zoowei van het tegenspelen de vrouwtje als van Gimberg er wat dikker op. en het bleef ook in de opvoering wat te veel tooneel. Maar voortreffelijk was weer de flegmatieke Engelschman in zijn onderzoek naar den medeminnaar met het „Italian ac cent" al was het slot van de scène met hst geweer wel wat te veel klucht. Tot slot kwam de Duitscher, die de liefdezaken af handelt tusschen Suppe en Schweinebraten en met een glas Mosel al zijn verdenkingen weg spoelt. Hierin vooral was Gimberg var.-sterk- komische kracht. Hij wist het Duitsche type prachtig te treffen ook zijn grime was hier zeer gelukkig en hij behaalde nog 'n extra succes met zijn fijn-ironische politieke toe spelingen. die geen moment grof en toch al tijd raak waren. Het is een ..sketch", die in een revue of in een internationaal cabaret Gimberg speelt de 4 scènes achtereenvolgens in het Hol landsch. Fransch. Engelsch en Duitsch een glans-nummer zou vormen. Eigenlijk behoort 't daar ook door de wijze, waarop Gimberg die ook een uitstekend conferencier blijk: te zijn zich op open tooneel verkleedt en schminkt zelfs meer thuis dan op een ge wonen tooneelavond in een deftigen schouw burg. al zal dan ook zeker niemand zich gis teren over dit- extra nummer hebben be klaagd. Gimberg werd in deze jalousie-scènes uitstekend gesteund door een Haagscbe dilet tante. die zich verschuilt achter den roman tischen naam van Maria Marletto. Als Ho! landsche verried zij door wat te drukke actie en onnoodige armbewegingen nog te veel het liefhebberij-milieu, maar als de levendigi hartstochtelijke Francaise en vooral als de flegmatieke Engelsóhe gaf zü Gimberg vol komen het tegenspel, dat hij daar noodig had. Jalousie Internationale had een uitbundig succes, dat de bijval van Guitry's Jaloezie ver overtrof. Zes maal moest het doek omhoog en het publiek juichte geestdriftig den knappen acteur toe. die Maria Marletto terecht in de huldiging liet deelen. Het voorstukie was een schuimtaartje uit de bakkerij Guitry, smakelijk, luchtig en heel gemakkelijk te verteren. Als je het op hebt. merk je. dat het feitelijk heel weinig sub stantie heeft, dat het meer schuim is dan taart, maar de ingrediënten zijn goed en de bakker kent zijn vak. Blondel, die pas van een slippertje terug komt. krijgt een hevigen argwaan tegen ziin vrouw, als zij haar te laat thuis komen tracht te rechtvaardigen met hezelfde leugentje, dat hii voor haar had bedacht. De jaloezie krijgt, hem te pakken en hij jaagt zijn vrouw zoo lang oo. tot zij van onschuldig schuldig wordt. Tot heftige scènes zooa)c in -Talou-ie internationale komt het in dit Fransehe eezin niet. Guitrv weet met een ..Untie" hoe dikwiils heeft dat in Fransehe stukken al niet ziin diensten gedaan de Blondei's te verzoenen en een hoewel wat te gefor ceerd eind aan zijn stuk te maken. Een aardig niemandalletie. amusant vooral door den dialoog en dat je met genoegen ziet. al doet het wel wat erg verouderd aan. ook door de monologen en de terziide's. die Sacha Guitry zoo waar weer in de mode schijnt te willen brengen. Heel dit stukie deed denken aan Fransehe blijsnelMies van 'n veertig ia ar geleden, even onschuldig, onpretentieus, vluchtig en luchtig. Louis van Gasteren en Helëne Sisterman s - Vink waren de Blondei's, beiden meer Hol- landsch dan Fransch. Marthe Blondel was zelfs een zoo decent, ingetogen vrouwtje, dat zij meer de sfeer van Alkmaar dan die van Parijs op het tooneel bracht, al ontbrak er dan ook niets aan haar elegance en distinetic Van Gasteren speelde zeer beschaafd maar met groote reserve den jaloerschen man. zoodat. het stukje ook hierdoor een nog al tammen indruk maakte. Met deze Blondel's was het te aanvaarden, dat een enkel lintje alles tot oplossing zou brengen. Een afzon derlijk compliment voor de knappe wijze, waarop Van Gasteren de monologen speelde en zei. Louis Gimberg gaf het meest leven aan het geval door zijn fleurig, opgewekt spel als Lezignan, den gevaarlijken vriend en het tweede bedrijf was dan ook verreweg bet amusantste deel van het blij spelletje. Corry Korevaar maakte iets heel aardigs van een verliefde, lispelende typiste en me vrouw Schwab speelde met de haar eigen routine en distinctie de onbeduidende rol van mevrouw Gandibleu. Schwab verving Willem Huysman als detective Framol en hij gaf aan het rolletje alle kleur en relief. Als geheel een genoegelijke avond, een ge zellige uitgang, dien je in de maand Mei als extratje gaarne aanvaardt. J. B. SCHUIL. VADER DES VADERLANDS. Naar wij vernemen zal het Rotterdamsch Hofstad-Tooneel te Haarlem op Zaterdag 27 Mei een tweede voorstelling geven van Veter- man's Vader des Vaderlands met Cor van der Lugt Melsert in de hoofdrol. Lidmaatschap voor alle beurzen bereikbaar Wij ontvangen het volgende communiqué van het bestuur der Haarlemsche Orkest Ver eeniging: Nu een welgeslaagde steunactie de likwi- datie der H.O.V. heeft voorkomen, heeft het 'bestuur zich ernstig beraden over de vraag of en op welke wijze het voortbestaan van het Haarlemsch orkest kan worden verzekerd, zonder dat telken jare een tekort op het budget het inroepen van geldelijken bijstand bij de vrienden der Vereeniging noodzakelijk maakt. Daarbij is het van de overtuiging uitgegaan dat vele ingezetenen van Haarlem en om liggende gemednten prijs stellen op het be houd der vereeniging en dat het. noodzake lijk is haar dusdanig te rcorganiseeren. dat een belangrijk grooter deel van de burgerij daarin aandeel neemt. Om dit te bereiken zullen de te geven con certen in drie series A, B en C worden ver deeld. Werden tot dusver de Dinsdagavondconcer ten vrijwel uitsluitend door leden der Ver eeniging bezocht, die tegen een voor do meesten, hooge contributie toegang tot alle concerten hadden, terwijl de Zondagmiddag concerten tegen een gering entreegeld en de volksconcerten gratis (tegen de verplichting om voor 0.15 een programma te nemen) werden bezocht, voortaan zal het mogelijk zijn lid van de Vereeniging te worden voor 'n bepaald aantal van elke soort der concerten volgens een voor alle beurzen bereikbaar plan. De prijzen zijn zoo gesteld, dat deze per concert dalen, naarmate het lidmaatschap voor 5, 10 of 20 concerten geldt en zijn als volgt: i ii m 5 concerten 10 concerten 20 concerten Serie A f 6.— f 10.—f 15.—. Serie B f 3.— f 5.—. f 8.—. Serie C f 1.50 f 2.50. f 4.—. In zulk een systeem vervalt het bezwaar, dat men een voor zijn beurs te kostbaar abonnement moet nemen om lid te zijn, ter wijl men toch niet alle concerten wcnscht bij te wonen. Bovendien wordt de mogelijkheid geopend om door programmakcus voor be paalde concerten een differentiatie der leden tc verkrijgen. Niet iedereen immers gevoelt uitsluitend voor klassieke dan wel alleen voor meer populaire muziek. De programma's voor de concerten van serie A. behouden het karakter der tegen woordige Dinsdagavondconcert en. d.w.z. zij geven naast de belangrijke werken der klas sieke en romantische muzieklltteratuur werken van moderne componisten, waarbij aan de scheppingen van Nederlanders zoo veel mogelijk aandacht zal worden besteed. Die voor de concerten van serie B. zullen eenzelfde karakter hebben met dien ver stande, dat aan goede populaire muziek een nader te bepalen piaats zal worden inge ruimd. Wat de concerten van serie C. betreft, zij zullen zoovee! mogelijk een samenvatting brengen van de programma's» van dc series A en B. Uitdrukkelijk wordt geconstateerd, dat er naar gestreefd zal worden de concerten van elke categorie op een zoo hoog mogelijk artistiek peil tc houden. Het spreekt van zelf, dal waar de inkomsten uit dc volks- en zomerconcerten belangrijk minder zullen zijn dan die van dc symphonieconcerten, op de programma's voor de concerten der eerst genoemde categorieën niet die werken opgevoerd kunnen worden, aan welker uit voering bijzondere kosten zijn verbonden, ter wij! ten aanzien van de te engageeren solis ten evenzeer met die omstandigheid rekening gehouden moet worden. Voor de werkelijke muziekliefhebbers uit alle lagen der burgerij zal gelegenheid be staan ook de symphonieconcerten bij te wonen daar immers ook voor deze categorie zoo als later blijken zal een lidmaatschap voor slechts 5 concerten wordt beschikbaar ge steld, zoodat de kosten daarvan binnen vrij wel ieders bereik vallen. In den regel zullen de symphonie- en dc volksconcerten, die beide gedurende het win terseizoen worden gegeven onder leiding staan van den eersten dirigent, de zomer concerten onder die van den tweeden diri gent. Het bestuur hoopt aldus de vereeniging tc populariseercn en te socialiseeren en op die wijze te bereiken, dat inderdaad dc belang stelling en het lidmaatschap veel algemeener zullen worden. Een deel der inkomsten zal evenals vroeger uit bijdragen van donateurs worden ver kregen. Kon men tol dusverre donateur wor den voor een jaarlijksche bijdrage van ten minste 50. waarvoor men het recht verkreeg alle concerten te bezoeken, in de toekomst zal in ruimeren kring gelegenheid aan de burgerij worden gegeven het culturecle werk der H.O.V. financieel te steunen door als begunstiger toe te treden voor mindere en wel zelf te bepalen bedragen, waartegen over dan evenwel geen toegangsrecht tot con certen kan worden verleend. Om de inkomsten ook op andere wijze te versterken zal 't noodige verricht moeten wor den om engagementen voor andere concerten (radio, begeleiding oratoria en opera, in pro vinciesteden, pacdagogische concerten) te verkrijgen. Het. bestuur begrijpt, dat tegenover de be langrijke verlaging van de lidmaat schappen een zeer belangrijke toe name van het aantal leden zal moe ten staan en dat voor het verkrijgen van die toename, zoowel als voor de algemecne pro paganda een nimmer rustenden of ver flauwende actie noodig zal zijn. om liet ge stelde doel tc bereiken zoowel als in de toekomst te behouden. Een dergelijke intensieve en voortdurende propaganda kan niet uitsluitend en blijvend uitgaan van personen die uit belangstelling voor de H.O.V. een bestuursfunctie willen aanvaarden. Daarvoor moet een bedrijfsleider worden aangewezen, die zich ten volle aan deze taak zal kunnen wijden en die daarvoor de noodige geschiktheid bezit. Met de uitvoering van deze reorganisatie plannen zal zoo spoedig mogelijk oen aan vang worden gemaakt. Door circulaires en eventueel door persoonlijk bezoek zal een be roep worden gedaan op de geheolo burgerij van Haarlem en omstreken opdat ern zoo groot mogelijke medewerking in alle kringen zal worden verkregen. Moge blijken, dat de ernstige poging van het bestuur der H.O.V. om deze zoo bij uit stek culturecle vereeniging uit haar nood lijdenden toestand op te heffen, door nage noeg de geheele burgerij wordt gesteund! Zou ook langs dezen weg, geen voldoende belangstelling zijn te wekken on geen vol doende grondslag voor het voortbestaan der H.O.V. kunnen worden verkregen, dan heeft het geen zin tc trachten het. bestaan van deze nuttige en mooie instelling nog langer te rekken en is de H.O.V. ten ondergang ge doemd. Laten de ingezetenen van Haarlem en om streken tooncn, dat zij ook in crisistijden de cultuur wenschen te behouden, die het orkest op het gebied der muziek dient en bevordert. Moge de ruim opgevatte reorgani satie der H.O.V. die ieders waardeering en belangstelling verdient, en die het een ieder mogelijk maakt daaraan daadwerkelijk mede te werken, ten volle slagen! Een ieder heeft thans gelegenheid daartoe het zijne bij tc dragen. ALBERT VAN DOORN. LEIDT OP 1 JUM DE H. O. V. Albert van Doorn, die onlangs als gasldiri- gent bij het Utrechtsch Stedelijk Orkest op trad met medewerking van Ellv Nev als so liste en in de Utreehtschc bladen groote waardcering verwierf voor zijn gevoel voor metriek en rhythmc. alsmede zijn gevoelige vertolking van Mozart, zal op 1 Juni a.s. te Haarlem de Haarlemsche Orkest Vereeniging .eiden. Er zullen werken worden opgevoerd van Beethoven. Mozart en Wagner. De in ons land reeds zeer bekende voor drachtskunstenaar Ru Mulder, die zooveel succes oogstte met zijn vertolking van dc Peer Gynt en Marike van Nimwegen etc. zal zijn medewerking verleenen door het voor dragen van het Hexenlied van Max Schil lings met orkestbegeleiding. DE BOUWLOTERIJ VAN DE „JOODSCHE INVALIDE". Gaarne vestigen wij de aandacht op de bouwloterij van de „Joodsche Invalide" tc Amsterdam, waarvoor te Haarlem ook loten verkrijgbaar zijn aan eenige adressen. Zooals bekend, worden op het oogenblik in zes verschillende provinciën loterijen voor de „J. I." gehouden. In elke provincie kan men op zijn lot trekken een heerenhuis. een luxe-Fordauto of een van de lOuo andere mooie prijzen. De opbrengst der loterijen zal aangewend worden voor uitbreiding van de „J. I.". waarvoor reeds de Diamantclub „Con cordia", naast het gebouw der „J. I." te Am sterdam is aangekocht. Wanneer deze uitbreiding tot stand zal zijn gekomen zullen nog 150 patiënten meer kunnen worden opgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7