INCASSO-BANK FINANCIEELE KRONIEK. BIOSCOOP. HANDELS- CREDIETEN haarlem's dagblad zaterdag 20 mei 1933 Nieuwe lijnen in de groote politiek. Hoopvolle verwachtingen. Opleving in de Amerikaansclic bedrijven. De teleurstellingen over de Goudclau sule. Ook de Koninklijke zal in papier betalen. Een „regeling"' voor de Duitsche obligaties in zicht. De achteruitgang van Nederland's financieelen toestand. De Aandee- lenmarkt doorgaans beter gedispo neerd. De lichtpuntjes, waarop we aan het eind van ons vorig artikel wezen, zijn ook dit maal aan den beurshemel blijven flikkeren en in hun schijnsel zoekt men op de aan- deelenmarkt een hooger niveau te berei ken. Op alle beurzen was deze week de stemming min of meer hoopvol, niet alleen doordien uit Amerika, Duitschland en En geland over den economischen toestand de berichten wat gunstiger luiden, maar mede als gevolg van de nieuwe lijnen, welke in de „groote politiek" worden getrokken. Er worden krachtige pogingen gedaan om de volkeren op een basis van vredelievendheid en rechtsgelijkheid tot elkaar te brengen en de wereld ziet met nieuwe verwachting uit naar de ontwapenings- en de economische conferentie. Daar kwam deze week dan nog bij, dat de berichten uit de Unie de haussiers op nieuw in het gevlei kwamen. Vooral de staalnijverheid met een productie van 35 procent der capaciteit is voor de beurs een sterke stimulans, omdat met een ver levendiging der staalnijverheid doorgaans een algemeene uitbreiding van de industrie gepaard gaat. 't Is moeilijk te zeggen, waar het begin lig.t maar de sterke samenhang tusschen landbouw, handel en industrie blijkt zoowel in tijden van depressie als van opleving. Gelijk we vroeger hebben opgemerkt, is vooral de landbouw In de Unie door de sterke stijging der graanprij zen in een betere conditie gekomen, het geen onmiddellijk op handel en industrie terugslaat. De prijzen in den Amerikaan* schen groothandel stijgen niet meer noe menswaard, hetgeen trouwens ook niet wenschelijk is, omdat het op een verdere inflatie zou wijzen. De prijsstijging van landbouwproducten en grondstoffen in de Vereenig'de Staten bedraagt sinds enkele maanden weinig minder dan 50 pCt. en is dus belangrijk grooter dan de daling van de waarde van den Dollar op de buiten- landsche beurzen. Voorloopig hebben de boeren en de grondstofproducenten dus een voordeel te boeken. Er gaan dan ook reeds stemmen op, die de uitvoering der ontworpen inflatieplannen achterwege wil len laten. Reeds de aankondiging daarvan heeft gebracht wat men wenschte. n.l. een stijging van de prijzen der grondstoffen en meer behoeft er voorloopig niet te gebeu ren. Hierin ligt veel waars. En het is op merkelijk dat. inderdaad de uitvoering der Amerikaansche inflatieplanncn op zich laat wachten. De Amerikaansche Dollar komt langzamer hand tot rust op een niveau, dat ca. 15 pCt. beneden zijn goudwaarde ligt. Er is echter door een bekend Londensch bankiershuis dezer dagen nog eens weer op gewezen, dat aan den concurrentiestrijd tusschen Amerika en Engeland met behulp van den bewege- lijken wisselkoers, zoo spoedig mogelijk een einde moet worden gemaakt: op de econo mische conferentie zal daarom ongetwijfeld het vraagstuk van een nieuwe vaste verhou ding tusschen Pond en Dollar aan de orde worden gesteld. Teleurstellend was deze week wat bekend werd over het al of niet naleven der „Goudclausule" door de debitrices, die toen geld moeilijk te krijgen was. den belegger met die clausule hebben gevan gen. Die goudclausule is in verschillende bewoordingen opgesteld, maar zelfs in ge vallen. waarin de tekst naar het oordeel van elk gezond verstand geen tweeërlei uitleg toelaat, betaalt men de dollarcou pons eenvoudig in papier uit, niet alleen aan de houders in Amerika, maar ook aan die in andere landen. Een uitzondering maakt als bekend Nederlandsch-Indië, daarin door Frankrijk en enkele Fransche ondernemingen en door België gevolgd. Maar overigens wordt het recht van den obligatiehouder met voeten getreden. De regeering van Duitschland stelt zich op het gelegenheidsstandpunt, dat, nu Amerika is voorgegaan met de uitbetaling in papier, waar goud was bedongen en niet toelaat, dat goud wordt geremitteerd voor de be taling in het buitenland, ook Duitschland zijn betaling in gouden dollars niet behoeft voort te zetten, zoodat de coupons der Dawesleening en der Youngleening, voor zoover zü in dollars luiden, voortaan in papier worden voldaan. De Bank voor In tern. Betalingen heeft daartegen geprotes teerd. maar de Duitsche regeering beroept zich op een „wijziging in het internatio naal recht". Dat een corncern als Konink lijke Petroleu mMpij zich blijkens de gedane mededeelingen ook op dit bedenkelijke standpunt stelt, is wel een groote tegen valler. Zij had althans maatregelen kunnen treffen de Hollandsche houders harer dollar- obligaties tegen de waardevermindering der Amerikaansche valuta te vrijwaren, hoewel zij naar onze meening ook verplicht is de Amerikaansche houders het volle pond te betalen. De Koninklijke profiteert dus ten koste van haar obligatiehouders van de Dol lar-depreciatie en brengt daarmede aan haar goeden naam een geduchte slag toe. Het schijnt dat Rotterdam, die een valuta-voor deeltje thans opperbest gebruiken kan, ook naar een formeele verklaring zoekt om be taling in papier van haar dollarcoupons te verdedigen. Inderdaad de positie van obligatiehouder is in dezen tijd niet be nijdenswaard. Men kan zijn débitrice wel voor den rechter dagen, maar deze zal, als de coupons in New-York betaalbaar zijn, ver moedelijk in de Unie gezocht moeten worden en of de rechter zich daar tegenover den Wetgever zal plaatsen, is zeer twijfelachtig. Geen wonder dus, dat Dollarobligaties doorgaans flauw waren, spelciaal Duitsche obligaties waarvoor, naar dezer dagen is medegedeeld, een „regeling" zal worden ge troffen. Al te zeer behoeft dit niet te ver donderen. Men zoekt in Duitschland zijn verplichtingen aan het buitenland zooveel mogelijk te verminderen en reeds lang stond het vast. dat de hooge rentepercentages niet konden worden gehandhaafd. Te accepteeren ware dan ook een billijke renteverlaging, welke voor de koersen der obligaties geen nieuwe daling behoefde te beteekenen. Maar het vermoeden bestaat, dat wel de rente misschien zal worden verlaagd, doch boven dien in „Sperr-marken" zal worden voldaan, zoodat de Nederlandsche obligatiehouder over zijn rente niet de vrije beschikking krijgt. Ze wordt te zijnen name op een bank rekening gestort en hij kan een dergelijke vordering alleen met een groote disagio op den koers quiteeren Op de Amsterdamsche Beurs was de ten- denz niet ongunstig, hoewel de Obligatiemarkt haar oude fleur nog lang niet heeft terug gewonnen. Hoezeer men aan de beurs den ernst beseft van den financieelen toestand van ons land, blijkt wel uit de gevoeligheid voor de pogingen van Dr. Colijn om een kabinet te formeeren. Zijn welslagen wordt als de laatste hoop op het voorkomen van een in eenstorting beschouwd. De staat der Rijks middelen over de maand April heeft de verdere achteruitgang van het volksinkomen opnieuw en duidelijk gedemonstreerd. De eerste vier maanden van 1933 blijven reeds 4 millioen bij de raming en 16 millioen bij de opbrengst in 1932 ten achter, ondanks tal van nieuwe heffingen. En nog altijd zijn er velen, die meenen, dat de publieke licha men maar kunnen blijven uitgeven. Ook in ons land dient op dit punt krachtig te worden gegrepen, wil men een ontreddering der financiën voorkomen. Op de aandeelen- markt hadden de meeste koersen een neiging tot stijgen, omdat men vooral ten opzichte van de Indische cultures den zwaarsten tijd achter den rug heeft, niet in de laatste plaats door de scherpe kostprijsverlaging. Geld op prolongatie, wegens minder aan bod. iets hooger genoteerd, 2 a 2 12 pC. REMBRANDT THEATER Het Teckcn des Kruises. Cecil B. de Mille is de schepper van grootsch-opgezette films op religieuien grondslag- Wij kennen van hem o.a. De Tien Geboden en Koning der Koningen. Ook het Teeken des Kruises is een religieus histori sche film spelende ten tijde van den wreeden Romeinschen keizer Nero en ook in deze film heeft hij gewerkt met honderden figuranten, machtige bouwwerken en massa-regie. Maar als wij de bioscoop verlaten, dan ligt ons het indrukwekkende, dat van sommige gedeel ten toch ongetwijfeld uitgaat, minder bij, dan de wreedheden, die er is geen ander woord voor op sadistische wijze zijn uit gesponnen. Als men ziet, hoe een Pygmee wordt afgemaakt, hoe de gedoode gladiatoren worden weggesleept, enz., dan vraagt men zich af, of dat niet „iets minder" had gekund. De film behandelt de Christenvervolgingen in het jaar 64 na den grooten brand van Rome. welken brand Nero als voorwendsel gebruikte om de Christenen te vervolgen. Aan afschuwelijke wreedheden prijsgegeven gin gen de slachtoffers zingend den dood tege moet, gesterkt door een krachtig geloof. De Romeinsche prefect Marcus Superbus, die een Christenmeisje. Mercia, liefheeft, wil haar redden, doch zij weigert en verkiest het lot te deelen harer geloofsgenooten. En Marcus, hoewel hij niet kan gelooven in Mercia's God. gelooft in haar en samen betreden zij de arena om aan de verscheurende dieren te worden prijsgegeven. De Mille heeft dit gegeven naar het stuk van Wilson Barrett aangegrepen om eenige groote en geslaagde scènes op te nemen. Al lereerst is het begin van de film machtig en suggestief. Terwijl de geweldige brand het grootste deel van Rome verwoest, heeft Nero slechts aandacht voor zijn stem en zijn mu ziekinstrument met een gesprongen snaar. Uitstekend van sfeer is ook de geheime bij eenkomst der Christenen, die een bloedig einde neemt door den overval der boogschut ters van den praefectus praetorio Tigellinus, den man, die Nero tot zijn gruwelijke daden Volgestort Kapitaal Reserve I 3 O.O O O. O O O.— I 9.300.000.— kantoor: HAARLEM KRUISWEG 59 TEL. 13843 lil* (Adv. Ingez. Med.) verslag van den filmdeskundige A. J. C. V! in hei nummer van Vrijdag. Het voorprogramma heeft als bijzondere attractie een film over Ceylon, die hot na- tuurschoon en de gebruiken der Sir.galeezei toont. Er gaat van deze film een bijzonder bekoring uit. aanspoorde. En dan is er een v&n de spelen, waar Nero om beroemd was en die de Mille ons laat zien in allen omvang en wreedheid, met gladiatorengevechten van man tegen man en man tegen stier en tenslotte met de martelingen der Christenen. Vooral daarin is de Mille n zijn element. Zijn toestellen leg gen het gewoel van vele zijden vast en schep pen een uitmuntenden indruk van het geheel. De dankbare rol van Nero is in de goede handen van Charles Laughton, die den wree den, slappen en hoogmoedigen keizer volko men aannemelijk uitbeeldt, van Nero, die zich door zijn grillen en zijn zedelooze gemalin Poppaea (Claudette Colbert) laat leiden en die zich, volslagen onbewogen tijdens de door hem ontketende gruwelen, de uitgezochtste spijzen voor laat zetten. Elissa Landi is het Christenmeisje Mercia met haar sterk geloof. Minder overtuigend is Marcus Superbus (Frederic March) in zijn ommekeer van hei- densch Romein tot martelaar. Opmerkelijk goed vertolkt Tommy Conlon de rol van den jongen Stephanus. die voor de folteringen bezwijkt, de plaats van samenkomst dei- Christenen verraadt en zoodoende den dood van velen op zijn geweten heeft. Over het geheel is het een film, die be houdens enkele zwakke punten 'de wat lange bespreking tusschen de twee philosofen ten huize van Mercia o.a.) het publiek boeit. Het doet echter even vreemd aan deze Ro meinen.... Amerikaansch te hooren spre ken! Het Ave. Imperator, morituri te salu- tant op zijn Amerikaansch maakt een eenigs- zins komisch effect. CINEMA PALACE Een droom van Liefde. Martha Eggerth en Hermann Thimig. Deze week gaat in Cinema Palace een programma, waar vrij wel iedereen van zal genieten. Een film met Martha Eggerth is al voor 98 pet- ge wonnen spel. Met haar mooie spreken de gezichtje, haar be nijdenswaardige fi guurtje en last not '.east haar stem en haar maniertjes "neemt ze den groot sten Nurks op filmgebied voor zich in. Her mann Thimi is een waardige tegenspeler voor Martha. Hij mag dan, voor iemand die hem veel ziet, wat vervelend worden dooi de in iedere film van hem telkens weer zelfde kleine hebbelijkheidjes, zooals bijvoor beeld de bijzondere, opvallende manier, waarop hij steeds met de mond trekt, het is en blijft een feit, dat er een groote charme van hem uitgaat, vooral voor jonge meisjes. En dan brengt zijn rol ook altijd mee, dat hij, door zijn beheerschte en zekere optreden, de vrouwtjes precies krijgt, waar hij ze hebben wil. niet alleen, maar dat hij het altijd zoo weet te arrangeeren, dat het voor de arme dingen lijkt of het van hem een gunst is, dat hij ze in genade aanneemt. Bovendien is hij de tip-top gentleman. Hans Junkermann als oppereeremoniemees ter is onvergelijkelijk goed. Hij doet het pu bliek herhaaldelijk schateren door een even aangegeven emotie op zijn gezicht, een en kele kleine, maar desalniettemin veelzeggen de en door 't publiek begrepen wordende be weging. In het kort is de geschiedenis de volgende: Prinses Christine (Martha Eggerth) wordt uitgehuwelijkt aan Prins von Lüneburg (Her mann Thimig) Christine wil er niets van weten, ze wenscht niet te trouwen met een man. diei* ze niet kent en van wien ze niet houdt, Baloorig loopt ze het paleis uit en wandelt wat door Weenen. Plots ziet ze een hof rij tuig aankomen. Ze begrijpt, dat men haar zoekt. Ze vlucht haastig in een rijtuigje, dat vlak bij toevallig staat. Angstig kijkt ze naar het voorbijrijden van het hofrijtuig en zoo ingespannen, dat ze niet direct merkt, dat er aan den anderen kant iemand in het rijtuig stapt- Wederzijdsche groote verbazing Ze maken zich niet aan elkaar bekend, maar rijden toch heel genoegelijk een poosje met elkaar door Weenen. Hij weet niet. dat zij prinses Christine; de voor hem bestemde bruid is, en zij weet niet, dat hij Prins von Lüneburg de voor haar bestemde bruide gom is. Natuurlijk komen daar prachtige ver wikkelingen van, en moet er nog heel wat ge beuren voor alles zich oplost en een zielsge lukkig jong paar zich bij den keizer aandient. Maar alles wat gebeurt is voor ons toeschou wers uiterst amusant. Heel opgewekt en te vreden stappen we dan ook na afloop in den heerlijken lenteavond naar buiten. In een comedie in twee acten „Ik wil niets" heeft Szoke Szakall de hoofdrol. Een grap pig zot ding. dat natuurlijk veel succes heeft. Tot slot vermelden we van het programma nog het tooneelnummer dat ongetwijfeld tot het beste behoort, dat we den laatsten tijd op dit gebied gezien hebben, Deze muzi kale imitator die zijn sax en zijn harmonica met veel talent bespeelt, is buitengewoon goed in zijn imitaties van Maurice Chevalier en van Charlie Chaplin: de gelijkenis met Chaplin is frappant en van Chevalier weet hij eenige karakteristieke manieren in zang en voordracht schitterend naar voren te brengen. r Het langdurige spontane applaus voor hem en zijn partnerin was dan ook ten volle ver diend. LUXOR THEATER Titanen der lucht- Het Luxor theater heeft deze week als hoofdfilm "Titanen der Lucht in het pro gramma opgenomen. Voor de uitvoerige be spreking van dit werk verwijzen wij naar het Wallace Beery in Titanen der Lucht. Een sport filmpje en een teekenfilm gaan vooraf. Het Luxor nieuws brengt als bijzon derheid de opening der Nederlandsche Ford fabriek. de Amsterdamsche week. met Am- sterdamsch stedenschoon, de ontploffing en en brand te Rotterdam, en een estafette wedstrijd in den Haag. Tezamen weer een aantrekkelijk program ma. dat men niet mag verzuimen te gaan zien. MUZIEK. BLOEMENDAALSCH GEMENGD KOOR. In het vorig muziekseizoen heeft dit koor een uitvoering gegeven, die mooie beloften inhield. Het was de tweede sinds de oprich ting. Thans hebben w- de derde gehoord, niet zooals de twee vorige in het Jeugdge- bouw te Bloemendaal, maar in de Ned. Herv. Kerk aan de Ramplaan. Ik wijs met na druk op die plaats van uitvoering, omdat zij voor dit jonge koor. dat zich op een vreemd podium onwennig moet voelen, in zekeren zin noodlottig werd. En wel door twee oorzaken. Ten eerste heeft- het koor de keuze der mu ziek opgevoerd op een wijze die geen tred houdt met zijn ervaring. Want Psalm 95 van Mendelssohn en Psalm 150 van César Franck stellen aan de zangtechniek geen geringe eischen. Ten tweede is de plaats van uitvoe ring. boven naast het orgel, voor het koor niet gunstig geweest. Het moet daar in die te eng begrensde ruimte zeer luid hebben ge klonken voor de dames en heeren van het koor. Hoe kon anders het contact met het orgel zoo bij voortduring zoek zijn? Ryth- misch ging het natuurlijk goed. daarvoor zorgde de leider, de heer Piet Halsema. Maar als het toonpeil eenmaal op weg was naar de diepte, bleek geen dirigentenbekwaamheid In staat, dit weer op te voeren, en brachten al leen eenige maten rust hier uitkomst. Nu is deze omstandigheid (de voor koor zang ongunstige ruimte) wel in hoofdzaak de reden, dat- wij in het luisteren naar de twee groote werken niet meer bevrediging vonden Maar de eenige reden is zij niet. Het koor, afgezien van de kwaliteit van het mate riaal. is nog niet in staat om reeds nu zulke veelomvattende werken te zingen. Mendels sohn lec donder deze minder volmaakte uit voering nog het meest: wanneer ouderwet- sche klcedij niet met eenige oplettendheid wordt gedragen .werkt zij potsierlijk. Veel beter ging het met César Franck (de zetting voor orgel is niet van Franck; 't is een nage laten werk. dat door Jadassohn is ingericht voor Breitkopf). Het stamt uit Franck's besten tijd en verraadt overal den schepper der vioolsonate en der symphonie. De Fran sche beknoptheid contrasteerde al heel sterk tegen Mendelssohns breedsprakigheid en de frissche harmonieën, zelfs al was de zuiver heid af en toe zoek (wat heel jammer was voor de mooie none-harmonieën), wekten toch een eigen atmosfeer. Dat onverwoestbare eigen-ik in de muziek was ook de reden, dat de tenor-solist Willem Schansman, wiens zangkunst in velerlei op zicht niet zonder bedenkingen is. een zoo goeden indruk maakte met twee zangen van Hendrik Andriessen. „Cantique spirituel" verklankt heel de mid- deleeuwsche soberheid in den tekst van St Jean de la Croix, en ..Magna res est amor" kent de lezer uit de stralende vertolking door Mia Pelten burg. Maar in beide zangen gaf de solist blijk, geen taalstudie te hebben ge maakt, Oud-Fransche schrijfwijze in „saincteV in „cstant". in „nostre" bleek hem vreemd. Uitspraak van het Latijn in ..Magna res" toonde onjuistheid in „fortius, altius latius". Voorts is ook het inlasschen der stomme e tusschen twee medeklinkers zeer te laken (und-e-niederfallen; an-c-betcn). Schansman toont overigens een prijzenS' waardigen zin voor mooien klank en zijn goed gehoor was voor het koor. waar dit faalde in de reine intonatie, menigmaal een goede steun. Met mej. Nel Hogenbirk (die voor Psalm 95 en ook voor de aria uit Elias „Höre Israël" jiog geen voldoende uithoudingsvermogen heeft) nam hij de soli bij Mendelssohn voor zijn rekening, terwijl mej. Riek v. d. Velden de orgelpartij speelde in beide groote koor werken. Halsema had als inleiding de zeer sober gehouden Choralvariazionen van Joh. Gotfr. Walther gegeven, en daarmee evenals met de zangen van Hendrik Andriessen het orgel van dit kerkgebouw getoond van zijn allerbesten kant. Dat hiervoor persoonlijke smaak en technische beheerschïng noodig zijn, spreekt van zelf. G. J. KALT. IIAARL. ORKESTVEREENIGING. Programma van het concert in den Hout op Zondag 21 Mei 1933 onder leiding va Marinus Adam. 1. Loyale Legion fmarsch), J. P. Sousa. 2. Ouverture „Nakiris Hochzeif. P. Lincke. 3. Fragmenten uit het Ballet „Coppelia", Delibes. 4. Fragmenten uit de Opera „La Bohème". Puccini. 5. Venus auf Erden P. Lincke. 6. Künstlerlcben (walzer). Joh. Strauss. 7. Fragmenten uit de Opera „Rigoletto". C Yerdi (Adv. Ingez. Med.) DE WAACSPELERS. SCHIMMENSPEL. Parthenopeus en Méliore. In het bovenzaaltje van het Waaggebouw hebben de Waagspelers gisteravond het- derde Schimmenspel van T, H. Smit, dat getiteld is Parthenopéus en Méliore vertoond. In dat knusse, intieme zaaltje is er on middellijk reeds dc ware stemming voor zoo'n schimmenspel en voor de rest- zorgt steeds weer op zulke avonden op onnavolg bare wijze de lieer Smit. Gisteren voerde hij ons met- Parthenopéus haar de Hellespont, waar deze Fransche kruisridder en volgeling van Godfried van Bouillon de schooiie Méliore ontmoette en om haar hand en hart te winnen den vreeselijke Soudan van Perzië versloeg. Men "zou dus op het eerste gezicht zoo zeggen: een Middeleeuwse!) ridderverhaal van klassieke allure, maar wij weten van te voren reeds, dat het met het klassieke bij den heer Smit zoo'n vaart niet loopt. Hij bezingt de heldendaden van den dapperen Parthenopéus niet in zware alexandrijnen, maar in een rijm, dat aan drastische uit drukkingen niets tie wenschen overlaat. Het knuppelrijm van F. Smit met zijn meest onverwachte, huiselijke ook wel eens wat goeakoope wendingen is zooals het- dat ook bij Ko Doncker was een der voor naamste factoren van zijn succes. Het. is den heer Smit voornamelijk ook in zijn schim men te deen om het komisch effect al sluit dat volstfekt niet altijd het artistieke element uit. Er zijn bij zijn schimmen uit stekend geslaagde, vooral wanneer hij mot groepen werkt. Zoo was de legerstoet van den soudan van Perzië met zijn kameelen. paar den en olifanten er een. waar werkelijk actie in zat en die ook trof door de zeer knappe details van verschillende figuren. Maar ook in zoo'n groep verloochent lilj zich niet als humorist .wanneer hij den stoet laat sluiten met een klein hondje, dat achter een reusachtige olifant aantippelt. In die legerstoet en zeer goed was ook de groep van Godfried van Bouillon is Smit op zijn best. toont hij vooral, wat hij artistiek op dit gebied kan prestecren. Dat hij ook met eenvoudige middelen aller aardigste. zelfs verrassende effecten weet te bereiken, zagen wij in de zeilende schepen der kruisvaarders en het gezicht op Constan- tinopel met hoog boven de minarets der kleine moskeeën de Aya Sofia. Maar toch is de heer Smit het meest in zijn element, als hij zijn komisch talent in zijn schimmen kan botvieren. Dan heeft hij kostelijke vondsten - zooals de knipoogende Meliore. de ondergaande zon. de vier hoofd schuddende Turken, dc op en neer wippende traan, de gesluierde maagd die telkens weer 't plubliek deden schateren van lachen. En zijn vis comica kwam ook sterk uit in die volksgroep .waarin Urker visschers. heeren met stroohoedjes en Turken met tulbanden gezamenlijk de schoonc Meliore achtervolg den. En telkens weer treffen in zijn schim men van die kostelijk details zooals de neerhangende slof van Z.M. den keizer, de roode vaan van don tot: de S.D.A.P. over- geloopen sultan en zoo vele andere welke hei komisch talent van den maker van het schimmenspel zoo duidelijk doen uitkomen. Het lijdt geen twijfel, of de heer Smit zal van zijn Parthenopeus en Meliore dat zon der eenige pretentie is - evenveel plezier be leven als van zijn „Strijd door alle tijden" en Dante en Beatrice. Het publiek, dat gisteren was opgekomen voor deze première heeft zich uitstekend vermaakt en de Waagspelers aan het slot met geestdriftig applaus hartelijk ge huldigd. J. B. SCHUIL. GOEBBELS OVER DE FILM. HIJ KOMT MET EEN „GROOTSCH IT N A N CIE RIN G S P L AN BERLIJN. 19 Mei i Wolffbureau)Minis ter Goebbels heeft op een vergadering van »n het filmbedrijf werkzame Nat. Socialisten over de Duitsche film gesproken. Ook dc film, zoo zeide hij kan zich niet aan de geestelijke en politieke omwenteling ont trekken. Wij willen de Duitsche kunst een nieuwe levensbasis geven. Wij willen niet in grijpen in de innerlijke wetten der kunst, maar de artisticiteit de mogelijkheid geven zich vrij te ontplooien, opdat zij de stimulans van het geestes- en gemoedsleven kan wor den. De film van tegenwoordig, aldus de minis ter. Ls voor het grootste deel geen kunst, maar domme society-kitsch". Goebbels verklaarde verder, dat hij binnenkort met een grootsch financieringsplan voor het filmbedrijf zal komen. De toekomstige film moet het typisch Duit sche leven weerspiegelen: zij moet haar eigen karakter krijgen en geen blindelingsche en van geest ontbloote na-aperij van buitfci- landsche voorbeelden zijn. SEVERING OVERSPANNEN. IN DEN TREIN ZENDVINSTORTING GEKREGEN BIELEFELD, 19 Mei (Wolff). De vroe gere minister van Blnnenlandsche Zaken Se vering heeft op zijn reis Bielefeld—Berlijn in den trein oer. zenuwinstorting gehad. HIJ ls in een sanatorium opgenomen, waar hij ver moedelijk langen tijd moet blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 15