VOOR Pi ¥POUW
ASM MA
ABR. MEIJER
ICeukenflelieTmen
DE VROUW EN DE BROEK.
HAAR'LEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 8 JUNI 1933
HOE DRAGEN WE HET HAAR
DEZEN ZOMER?
Als we de verschillende haardrachten be
kijken, die we zoo langs de straat zien dragen,
dan valt het ons op, dat in het algemeen het
lange haar geïmiteerd wordt.
Men is teruggekomen van de diep in het
gezicht vallende lokken. Glad of slechts een
weinig gekruld, valt het haar langs de slapen.
Óok het voorhoofd is vrij gehouden.
Het langere haar wordt van achter een
weinig naar boven omgekruld, zoodat het ge
heel lijkt op een „langhaar-kapsel".
Het haar, dat van den winter onder de
ooren omgekruld werd, wordt nu hooger in
gerold, zoodat de wang, een deel van het oor
en de neklijn vrij komen.
Deze dracht is veel jeugdiger en aardiger
en voorkomt bovendien, dat de hals gedron
gen schijnt.
Krullekopjes en wild uitstaande haren zijn
verdwenen. Nette, glad gelegde golven triom-
pheeren.
MODE VOOR KINDEREN.
Het voorjaar is het juiste seizoen voor de
vernieuwing van de kinderkleertjes. In den
herfst en den winter dienen ze alleen om te
beschutten voor koude en regen; verder de
doelmatige schoolkleeding en iets voor een
feestelijke gelegenheid.
Heel anders wordt- dit, wanneer het mooie
weer een verblijf in de open lucht mogelijk
en zelfs noodzakelijk maakt. Wat heerlijk is
het niet, de kinderen zoo aardig mogelijk te
kleeden, dat hun. kleertjes, die uit paedago-
gisch oogpunt en we kunnen in deze tijden
wel zeggen uit zuinigheid, heel eenvoudig
zijn onder een vroolijk-lachende zon op hun
best uitkomen. Mei is de seizoensheropening
nog meer voor de kleinen, dan voor de groo-
ten. Mei staat vast; maar het weer van deze
voorjaarsdagen allesbehalve. Het wisselt van
temperaturen, die het jurkje zonder mouwen
in het gelijk stellen of een flinke regenjas
noodzakelijk maken. Voor beide gevallen
moet men voorzorgen nemen.
Laten we eerst het onaangenaamste geval
nemen: regen.
Tegenwoordig is men niet meer alleen aan
gewezen op het leelijke gummi. Een heele
serie andere stoffen, zooals crêpe de Chine,
satijn en fluweel zijn waterdicht gemaakt.
Hoe trots stapt het kleine zesjarige meisje
niet in haar waterdicht gemaakt manteltje
naai- school. De coupe is zeer eenvoudig,
raglanmodel, knoopsluiting in het midden,
schuin ingeknipte zakjes en een smal kraag
je. Hierbij hoort de van voren omgeslagen
Zuidwester. Een iets ouder meisje draagt een
mantel van zandkleurig kasha met een pele-
rinetje over de schouders. „Groote" zus komt
voor den dag in een kersrooden mantel van
geprepareerde crêpe de Chine; om haar hals
heeft zij een shawl van bedrukte crêpe de
Chine; zwart op rood. Voor de komende
warme dagen is een gebloemd crêpe-jurkje,
met bijbehoorend jasje zeer aan te bevelen;
het jasje heeft dan kleine epauletten. Het
effen voile jurkje heeft 'n pelerine, die op den
linkerschouder geknoopt wordt. Is het jonge
meisje sportlievend, dan krijgt het een ten-
nisjurk van wit piqué; de diepe stolpplooien
in den rok zorgen voor de noodige wijdte.
Is het spel uit. dan wordt een driekwart
jas van rooden wollen stof aangetrokken.
Bij lederen leeftijd passend, zijn de over-
gooiers, waaronder de zoo moderne blouses
gedragen woi'den.
Voor meisjesjurken zijn kraagjes van wit
glasbatist en nikkelen lcnoopen de aange
wezen garneering.
Heel kleine meisjes zien er schattig uit in
matrozenjurkjes: een aardig geheel maakt
ook een rokje van Schotsche ruit met een wit
blousje, een effen jasje en een alpino muts.
De mode schudt haar heele zak bonte en
bekoorlijke kleederpracht voor ons uit en het
is de taak van ons, moeders, om datgene uit
te kiezen, wat het beste geschikt is voor onze
kleinen.
HET WEEKBERICHT VAN
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
HAARLEM ZWEMT!
Zuiver to oil en hadcostuums voor
heerenvanaf f 1.70met 20 cent stij
ging per maat.
Zuiver wollen hadcostuums voor
kinderen vanaf f 1.30, met 10 cent stij
ging per maat.
Zeer goede kwaliteit tooi zeer
goede fagons, aangename kleurên.
In alle opzichten een bijzondere
aanbieding.
ZOMERSCHE WARMTE.
Nu is het dan toch zoover, het is volop
zomer. Sommige ondankbaren klagen zelfs
alweer over teveel warmte, ze hebben het al
weer druk over een hittegolf, maar dat zijn
de menschen die ook het meest mopperen,
wanneer het weer straks omslaat, er. een
regen- en kouperiode inzet. Dus laten we ze
maar bedenklijk kijken, en verheugen ons
over het heerlijke weer dat we dubbel waar-
deeren, nu de Meimaand ons nog zoo heeft
laten bibberen.
Maar eenig overleg betrachten we toch wel
ten opzichte van onszelf en ons huis. want de
warmte kan kleine ongemakken met zich
meebrengen die we op eenvoudige wijze wel
kunnen verhelpen.
Allereerst dan de zonnebrand, die absoluut
ongevaarlijk is, mits men zonder overdrij
ving te werk gaat. Menig arts waarschuwt op
het oogenblik tegen het te sterk laten ver
branden ineens, waardoor brandblaren ont
staan, die een heele vacantie kunnen be
derven.
Wil het verbranden daarom niet al te radi
caal doen, maar doe het met mate en ge
bruik ook een of ander middeltje waardoor
de huid soepel en vet blijft.
Natuurlijk is dit verbranden ook nog per
soonlijk erg verschillend, omdat de eene huis
veel teerder is dan de andere: wie echter nog
niet bruin verbrand is, moet met zonnebaden
zeer voorzichtig te werk gaan.
Dat men zich dun moet kleeden, behoeft
niet meer gezegd te worden; onze kleeding,
tegenwoordig gelukkig ook voor een deel die
van de andere sekse, is dun genoeg. Maar
ook baby in de wieg heeft last van de warm
te, wanneer hij al te stevig is ingestopt: kleed
hem daarom luchtig aan, bedek hem enkel
met een lakentje tegen insecten, en die de
kap van wieg of wagen neer, want onder dié
kap kan het ook nog broeierig warm zijn.
Sluit de zon buiten als ze al te heet is, maar
bederf uw genoegen in den zomer niet door
achter dichte ramen en dichte gordijnen in
het donker te gaan zitten: duisternis kent
ons klimaat in overvloed en bovendien geeft U
bij al dat donker de motten een prachtkans.
Houdt daarom de ramen en de gordijnen van
de zon af open, en sluit de rest. Dat kost
natuurlijk even wat overleg, maar het is een
voudig genoeg, dat het oosten 's morgens de
warme kant is, het westen in den namiddag.
Zijn uw kamers op het zuiden zoodat zij den
geheelen dag in de zon bakken, zet dan de
gangdeur open in de warmste uren. en laat
in de avonduren alles eens flink door
waaien, deuren en ramen open. zoodat zij
niet kunnen dichtslaan door tocht, dat geeft
zeker verkoeling.
Reken met het eten ook op de warmte; vet
vleesch en andere vette kost is uit den booze,
maar ook groote hoeveelheden sla bijvoor
beeld kunnen nadeelig werken. Bedenk daar
om tamelijk lichte maaltijden, die er graag in
gaan, en moedig de kinderen ook aan met
drinken, echter in niet te groote plassen in
eens. dat werkt weer veel te verkoelend.
Al zijn we nog lang niet in de hondsdagen,
toch bederft bij warm weer elke spijs eerder
dan bij koude Controleer daarom zelf steeds
de restjes, of ze nog frisch genoeg zijn, vooral
ook omdat men moet bedenken, dat er men
schen en kinderen zijn, die spoedig maag
stoornissen hebben bij warm weer. En twij
felt ge soms aan de verschheid van een of
ander gerecht, doe het dan liever weg. dat is
veel beter dan te riskeeren dat het een van
de huisgenooten minder goed bekomt.
Zet de melk en de boter op koele plaatsen
zoodat ze niet spoedig bederven kunnen, of
de boter zoo allerakeligst, week wordt.
Wilt ge bovendien heerlijk koud water heb
ben, zet dan een kan van ongeglazuurd aar
dewerk met water op een koele plaats, daar
in blijft het water heerlijk koel.
Tenslotte nog een raad die misschien over
bodig schijnt: zwem niet in open water. Dat
lijkt onnoodig om te zeggen, want er is im
mers een nolitieverbod daaromtrent. Doch
het water ziet er in deze dagen aanlokkelijk
uit. en de politte kan niet overal tegelijk zijn.
Daarom, moeders, druk het uw kinderen nog
eens extra op het hart; dat verbod is werke
lijk niet gedaan om anderen onaangenaam
te zijn, of om het de politie gemakkelijk te
maken, het is wel degelijk om het welzijn
van de inwoners van de stad begonnen.
E. E. J.—P.
LINNEN, DE GROOTE MODE. SCHOONHEID DIE NIETS KOST
Het grove, handgeweven linnen is dit sei
zoen zeer geliefd. Het vertoont zich in alle
etalages.
Het liefste draagt men dit mooie weefsel
naturelkleurig. En vooral mantelpakjes er
van.
Men ziet ook wel mantels van dit materiaal
in pastelkleuren; de linnen hoed heeft dan
dezelfde tint. Roestrood met zwarte knoopen
en een zwarte hoed staat vooral blondines
heel goed. Met een naturelkleurige mantel
moet een blonde vrouw oppassen; haar ge-
heeie verschijning wordt anders een beetje
vaal. Bij licht haar doet men dan ook beter
sprekende kleuren te kiezen.
De vormen zijn sportief en vlot. De mantel
wordt liefst los gedragen en heeft korte
vleugelmouwtjes.
De meer gezette dame doet beter geen ja
ponnen of mantels van linnen te dragen. Het
recht hiervoor blijft gereserveerd voor jeug
dige slanke figuurtjes. Evenzoo het lichte
linnen mantelpakje. Heel aardig staat'hierbij
een kleurige, bonte shawl.
Het linnencomplèt in donkere kleuren is ge
schikt voor iederen leeftijd en voor ieder
figuur; en vooral als reiscostuum zeer aan
te bevelen.
v v si
Magere zuringsoep (4 personen): 1,2 pond
zuring. 1 1/2 L. water, 60 gr. bloem, 80 gr.
boter, 1 eidooier, 1 d.L. melk.
Stroop de zuring, d.w.z. verwijder de mid
dennerven van de bladeren, wasch ze en laat
ze met een lepel boter en wat zout smoren
totdat ze geslonken is (ongeveer 20 minuten).
Wrijf de groente door een paardeharen zeef.
Verwarm roerende de bloem met de rest van
de boter, voeg langzamerhand, onder voort
durend roeren, de groentepuree en het water
toe en laat de soep nóg enkele minuten door
koken. Klop in de soepterrine de eidooier met
de melk en giet. steeds roerende, de soep er
bij. Voor een fijne zuringsoep kan het water
vervangen worden door bouillon en de melk
door room.
Spinazie met broodsneden (4 personen):
een Zuid-Duitsche groenteschotel: 3 pond
spinazie, 40 gr. boter, zout, 12 oud brood, 125
gr. bloem. 1 theelepel zout, 2 eieren, 1 12 a 2
dX. melk, een ijzeren potje met frituurvet
ib.v. slaolie of Delfrite).
Zoek de zaden en onkruid uit de spinazie,
wasch de groente, zet ze op met het aanhan
gende water en wat zout en laat ze in een
pan zonder deksel (om de mooie groene
kleur) gaarkoken. Laat ze uitlekken op een
vergiet, hak ze .of maal ze fijn en stoof de
spinazie een minuut of tien met 40 gr. boter.
Stoof de groente, terwijl de broodsneden ge
bakken worden. Snijd hiervoor het brood in
dunne sneetjes en verwijder de korstjes, doop
de sneetjes even in kokend water en laat ze
dan op een vergiet uitlekken. Maak een glad
beslag door de eidooiers met het zout. de
bloem en 1 d.L. melk te roeren tot alle klont
jes verdwenen zijn, en dit mengsel te verdun
nen met zooveel melk, dat het dik vloeibaar
blijft: meng er luchtig het stijf geklopte ei
wit door. Dompel de geweekte sneetjes in het
deeg en bak ze in heet frituurvet goudbruin.
Laat ze even op grauw papier uitlekken en
stapel ze op een verwarmde schotel rondom
de spinazie.
Room struif (4 personen): 4 eieren, 1 ons
bloem, 2 lepels boter, 3 lepels suiker, 4 d.L.
melk. zout. boter.
Roer de eierdooiers met de suiker en wat
zout. roer er de gesmolten boter en daarna de
bloem door. verdun het deeg langzamerhand
met de melk. Klop het eiwit stijf en roer
hierdoor het beslag. Bak hiervan in de koeke-
pan met boter na elkaar vier koeken zacht
jes gaar zonder ze te keeren. Stapel ze op oen
verwarmden schotel en houd deze tijdens het
bakken van de volgende koeken warm en leg
de laatste koek met de bruine kant omhoog.
Bestrooi de koek met gestampte of poeder
suiker en dien de roomstruif warm, In punten
gesneden, voor.
C. F.
Toen ik nog een heel jong meisje was.
hoorde ik voor de eerste maal in Strindberg's
Droomspel van deze schoonheid, die niets
kost. Wij kennen Strindberg allemaal als de
onbeminnelijke teekenaar van de beminlijk-
ste instelling dezer wereld: het huwelijk.
Er zijn menschen. wier innerlijke gesteld
heid men kort er. bondig met een „Strind-
bergstemming" teekenen en veroordeelen
kan. Men vindt deze stemming vooral bij
twee menschen, wier zielsgesteldheid abso
luut botsen. In het Droomspel verlangt de
vrouw ook naar warmte, licht en schoon
heidDe man valt haar woedend in de
rede: „Zet de stoelen maar liever recht; dat is
schoonheid, die niets kost
Ik heb de gedachte nooit meer kwijt kun
nen raken. In de grofheid van dit antwoord
ligt een groote wijsheid besloten dat men er
niet zonder meer aan voorbij kan gaan. Ver
langen wij niet allemaal naar schoonheid,
die ergens moet zijn en die onbereikbaar is?
Hoe vaak vergeten wij daarbij niet juist dat,
wat fout bij ons is en zoodoende niet in staat
de schoonheid te ontvangen, te verbeteren.
Schoonheid die niets kost
Laten we een voorbeeld uit 't dagelijksch
leven nemen. Het is helaas maar al te waar,
dat bijna alle vrouwen de neiging hebben
zich in hun huwelijk te laten gaan. Dit is de
gevaarlijke toestand waarin vrouwen zich
kunnen bevinden. Ze maken zich niet meer
mooi; want ze hebben immers een man; ze
geven zich geen moeite meer het huis voor
hem met duizenden kleine attenties gezellig
te maken, maar ze laten hun gemakzucht
over de heele linie zegevieren. Waarom zul
len ze eigenlijk zooveel drukte maken en in
de huiskamer eten? Onzin! In de keuken is
alles dichterbij, gemakkelijker, dekken en af
ruimen vervalt, dus wij eten in de keuken.
Etenslucht is een bijzonder parfum, dat
mannen zoowel in vertrekken als in het haar
van een vrouw buitengewoon kunnen appre-
cieeren en dat zij meer dan aantrekkelijk
vinden
Het is toch eigenlijk geen moeite een aardig
huisjaponnetje aan te trekken, de laatste
sporen van het huishoudelijk werk te ver
wijderen met water en zeep en een frisch
ruikend parfum; even flink kam en borstel te
gebruiken. Dat is werkelijk schoonheid die
niets kost; die echter in dubbele mate geluk
en vroolijkheid in het huis terugbrengt.
Weet U ook. wat hier nog bij hoort? Orde,
reinheid in huis enpersoonlijk gedrag.
Het kost n.l. absoluut niets meer. als U de
regels der schoonheid volgt...., hoogstens
een beetje opmerkzaamheid en veel goeden
wilDenk toch eens aan Uw houding: hoe
vaak zien wij niet dingen, die wij het liefste
zoo gauw mogelijk weer vergeten! Daar zit
ten knappe vrouwen en slaan hun been en zoo
ver over elkaar, dat het een onverkwikkelijk
schouwspel wordt. Anderen zitten met een
krommen rug en laten de schouders naar
voren zakken. Nog anderen vinden het
schijnbaar mooi. zich met overelkaar gesla
gen armen aan het publiek voor te stellen,
zooals de beroemde Romeinsche worstelaars
dat gedaan zouden hebben.
Dit soort van dingen behoort werkelijk tot
die schoonheid, die niets kost, en iedere
vrouw moet leeren zich ervan te bedienen;
want deze schoonheid is veel wezenlijker,
dan de nieuwe hoed of het beeldige cosluum-
pje, die in de etalage lokken en die voor haar
onbereikbaar zijn.
En nu nog iets en zeker niet het minste:
een beetje vriendelijkheid en beminnelijk
heid.
(Adv. Ingez. Med.)
Bij de behandeling van welk onderwerp men
twee dingen in aanmerking dient te nemen.
Ten eerste, dat de titel eigenlijk verkeerd is,
en dat hij natuurlijk eigenlijk „de vrouw in
de broek" zou moeten zijn; evenwel klinkt mij
dat iet of wat cru in de teergevoelige ooren
en doet het mij onweerstaanbaar denken aan
de onvriendelijke bijbeteekenis, die men in
den loop der tijden is gaan hechten aan de
goed-Hollandsche uitdrukking: „Zij heeft de
broek aan". Dus blijve het bij de vrouw èn de
broek, en men houde alleen het feit in ge
dachten, dat dit artikel bedoelt te behandelen
de vrouw i n de broek, als een soort van on
verbrekelijk geheel. De broek niet zonder de
vrouw erin. De vrouw niet gekleed in rokken,
maar in een broek. Kortom, de vrouw èn de
broek.
Ten tweede, dat het een wonderlijk feit is,
dat het onderwerp de twee hoofdpersonen,
namelijk zoowel de vrouw als de broek, waar
schijnlijk volkomen koud zal laten. Zij hebben
het niet noodig besproken te worden, en bo
vendien zijn zij absoluut niet van plan om
zich van hun stuk te laten brengen door wat
er mogelijk van hen gezegd mocht worden.
Zij blijven zichzelf: de vrouw een wezen vol
grillen, dc broek een kleedingstuk met twee
pijpen. Het zijn in deze aangelegenheid vooral
de mannen, die er belang bij schijnen te heb
ben om hun mondje te roeren: ze hebben dat
a) sinds eenige jaren gedaan en hernieuwen
op het oogenblik. nu de zomer en het vrouwe
lijk broekenseizoen weer in aantocht is, den
aanval met frisschen moed. Ik citeer een aan
tal regelen uit de woorden, die baron André
de Fouquières, van beroep bestgekleede man
van Parijs en mode-expert sprak naar aanlei
ding van de broek en de vrouw:
„Afschuwelijk! Denk u zoo'n wezen dit
sloeg, tusschen twee haakjes op een foto van
de aangebeden Mariene Dietrich, wier groc-
stem tot nu toe alle mannen tranen in de
oogen deed krijgen, maar die het op het
oogenblik grondig verkorven heeft door zich
overal en nergens te laten fotografeeren in
een echte mannenbroek van flanel en met
nauwe pijpen!) op die manier eens de Champs
Elyseës af te zien trippelen. Stel u voor (hier
bij een gebaar van onzegbaren wrevel)een
feilloos gekleed boulevardier, die een vrouw
in mannekleeren de hand kust! Onmogelijk!
Ridicuul! Geen man zal dat ooit doen. Wee
als men probeert dien Hollywood-waanzin
naar den boulevard over te brengen. Er zijn
om kleiner dingen straatgevechten ontstaan
Dit stemt inderdaad tot denken, want mo
ge het in de eerste plaats al opvallen, dat
monsieur André de Fouquières vreest dat hij
zelf minder tot zijn recht zal komen als hij
als „feilloos boulevardier" op de Champs Ely-
sées de hand zal moeten kussen van in broe
ken gestoken. Parisiennes, in de tweede en
toch ook belangrijke plaats treft de harts
tochtelijke verontwaardiging, de eerlijke smart
van 's barons mannelijke uitlating ons toch
tot in de ziel. zoodat wij het welhaast tot on
ze vrouwelijke plicht rekenen eens de diver
se kanten van het veelzijdige vraagstuk de
vrouw en de broek hetwelk, zooals ik boven,
al zei. eigenlijk veel beter de vrouw in de
broek had kunnen heeten eens te bezien.
Ten eerste: Is de broek een kleedingstuk.
dat absoluut onelegant en leelyk is. en dal
daarom uit den booze geacht moet worden?
Antwoord: Neen. De broek kan, mits op de
juiste wijze door de juiste persoon gedragen,
een zeer elegant kleedingstuk zijn; men den-
ke bijvoorbeeld aan de hartvervoerende
schoonheid van een plus fours aan de beener.
eens mageren mans. Bovendien, als dit de re1
den van de mannelijke sexe was. hoorden zij
zelf het voorbeeld te geven en zich in rokken
te hullen. Dc gemiddelde vrouw is eleganter
dan de gemiddelde man en kan beter een on
gracieus kleedingstuk tot zijn recht brengen
dan hij.
Ten tweede; Gaat het in deze kwestie om
een traditie, die de moeite van het handha
ven waard is? Antwoord: het tweede deel van
de vraag kan onbeantwoord blijven, want
het gaat. alleen maar om een gewoonte uit de
laatste tientallen eeuwen, hetgeen een peul
schil is gerekend op de eeuwigheid. Wij vrou
wen zouden evengoed den man kunnen aan
vallen. dat hij zich niet meer in Germaansche
beestenvellen hult. omdat we dat zooveel
mannelijker of in Grieksche draperieën,
omdat we dat zooveel sierlijker vinden.
Ten derde: Zou de reden soms te vinden
zyn op datzelfde terrein, waar de redenen
liggen van alle punten, waarop de man de
vrouw tegenwoordig aanvalt? Zou het het
zelfde excusez le mot! gezeur zijn van
altijd, het gepraat over de vrouw, die myste
rieus moet blijven, en de vrouw die vrouw
moet blijven? Antwoord: Natuurlijk is dat de
reden!
Ten vierde: Is dit een reden, die ons. vrou-
.ven, aanleiding geeft onze houding in het
vraagstuk de vrouw-en-de-broek te herzien?
Antwoord: Neen. want zij getuigt van groote
kortzichtigheid en oppervlakkige beoordceling.
Als wij vrouwen werkelijk zoo vrouwelijk en
zoo mysterieus en zoo charmant en zoo be
koorlijk zijn in rokken, dan zijn wij dat ook
in broeken, want de bekoring zit niet ln het
kleedingstuk. maar in ons zelf. Als vrouwen,
die niet elegant genoeg zijn om broeken te
dragen, toch broeken dragen, dan moeten ze
dat ten eerste zelf weten, en ten tweede
spruit dat voort uit een gebrek aan inzicht
en smaak, dat hen. vrees ik. ook parten zal
spelen bij hun andere kleedingstukken.
En voornaamste punt van alles wat
is altijd de allergrootste van onze vrouwelijke
charmes geweest? Onze grilligheid! Welnu
de broek is onze laatste gril laat ons dien!
Ge kent ons goed genoeg, of ge meent ons
goed genoeg te kennen om te weten, dat het
wel niet zoo lang zal duren. Al dat gepraat en
al die ruchtbaarheid maakt ons alleen maar
eigenwijzer en koppiger dan ooit ook al
weer één van onze charmes....
WILLY VAN DER TAK
Hoeveel vroolijker en prettiger wordt de
dag door een vriendelijk gezicht, een liefde
vol gebaar en een hartelijk woord. Vaak z^jn
we zelf voor de helft aansprakelijk voor den
levenslast, dien we moeten torsen, maar we
weten het niet. Dan geven we het noodlot de
schuld, van wat eigenlijk op onze eigen cre
ditzijde thuishoort; want met een beetje
meer beminnelijkheid zouden we onszelf en
anderen veel onaangename en pijnlijke din
gen besparen en op die manier bewust pro-
fitceren van de schoonheid, die niets kost.
Het laatste .boek van Top Naeff heet
„Offers". In het algemeen luidt het oordeel
er over „een mooi boek, maar uit den tijd".
En als we het boek nog niet gelezen hebben,
alleen maar naar den titel kijken, knikken
we begrijpend. „Offers ja, die zijn niet van
een tijd waarin iedereen grijpt wat hij grij
pen kan. waarin nog altijd het mode-woord
heerscht. dat je je „uitleven" moet.
Top Naeff uit den tijd.... We laten ons
dat toch niet zoo zonder meer zeggen. We
hebben te dierbare herinneringen. De mooiste
boeken uit onze jeugd waren die van Top
Naeff. Ze waren ook leuk. geestig, van den
fijnen humor, die deze schrijfster zoo eigen
is. Maar bovenal: er klopte een warm hart
in. We lazen in onze bakvlsch jaren alles wat
los en vast was. negen tiende van dit alles
zijn we al lang en totaal vergeten. Maar wie
van ons herinnert zich niet Jet uit „School
idyllen", de vroolijko. hartelijke Jet. die het
thuis lang niet prettig had en die zoo jong
al stierf? Een figuur dio je bijbleef; er kleef
de niets van sentimentaliteit aan haar, enkel
zuiver, warm sentiment, hart.
Top Naeff uit den tijd. Dus: voorbij de tijd
van zuiver, bovenal vrouwelijk sentiment?
Voorbij de tijd van hét hart?
Een vrouw die zich opoffert.... Al onze
nuchterheid komt er tegen open. Bah. Je
leven vergooien voor een ander, een ander die
het misschien niet eens waardeert. Nonsens!
Je moet van je leven het beste maken wat er
van te maken is; van Je eigen leven, dat je
zoo rijk en vol mogelijk moet maken. Als we
hooren van een die zich offert, irriteert ons
dat min of meer. we golooven er eigenlijk niet
erg in, we denken aan een „mooi gebaar" om
de aandacht te trekken, om als slachtoffer
te poseeren. Iemand die berust in zijn onge
luk staat ons tegen, prikkelt ons. De moderne
mensch is vóór alles actief.
Er zijn werkelijk menschen die graag over
hun opofferingen spreken, speciaal tegen hen
die het offer geldt. Maar een dergelijke ma
nier van offeren is je reinste egoïsme en
zelfverheerlijking.
Dat heeft met hot werkelijke offer niets te
maken.
En dat de vrouw uit „Offers van Top Naeff
vele lezers even prikkelt tot verzet komt
misschien daardoor, dat zij ten onder gaat
aan haar offer. Het offer blijkt haar te
zwaar, ze kan het leven zonder dat wat zij
opgegeven heeft, niet voortzetten. Ieder ge
zond mensch is wars van zelfmoord, liever
leven hoe dan ook, dan den dood zoeken.
We hebben het boek „Offers" te aanvaar
den als een roman; dat het zoo met de heldin
afloopt blijft vecn uitzonderingsgeval. Maar
dat zij het offer brengen kan. brengen moét
als het ware is dat ook een uitzondering,
een ziekelijke afwijking?
We zijn het direct eens met de opvatting,
dat je van je leven het beste moet maken
wat er van te maken is. Maar is het daartoe
noodzakelijk altijd maar te grijpen naar be
zit en zoogenaamde vreugde? Heeft iemand
ooit zijn verdriet werkelijk kunnen vergeten
door zich hals over kop in allerlei avonturen
te storten, door zich „uit te leven"?
In waarheid leef je je dan niet uit, je pro
beert alleen je ware. eigen leven dat je niet
durft aanvaarden, te vergeten.
Iemand die het leven aandurft, die durft
leven naar zijn beste gevoelens, zal offers
moeten brengen. Maar zich toch altijd veel
gelukkiger voelen dan hij die zich afkeert
van zich zelf en uiterlijk maar zoo'n beetje
voortbestaan, al lijkt dat bestaan dan ook ge
vuld met allerlei opwindende emoties.
Het ligt in de vrouwelijke natuur om offers
te brengen en er zich wel bij te vinden. Dat
vergeten vrouwen van tegenwoordig die zoo
veel hebben willen en zooveel eischen, maar
al te dikwijls. Vrouwen zijn meer ongelukkig
omdat ze niet weten te geven, dan uil gebrek
aan bezit.
Madeleine Twist in „Offers" offert den
man waar ze van houdt op aan den man van
wlen ze niet houdt, maar waarmee ze ge
trouwd is. Is dat goed? Voor wie het als goed
voelt; ja. Hier geldt geen kwestie van modern
of uit den tijd, hier geldt alleen een eigen
innerlijk oordeel. En als we aanvankelijk bij
het lezen van den titel wat onwillig het hoofd
schudden, dan geven wij vrouwen na lezing
van het boek de lievcllngsschrijfster uit onze
jeugd toch weer gelijk, omdat ze weer raakt
aan onze meest zuivere gevoelens, omdat ze
geen stellingen verdedigt, maar gebleven is:
de schijfster met het warme hart.
BEP OTTEN.