VOOR Pi ¥POUW ASM MA ABR. MEIJER ICeukenflelieTmen DE VROUW EN DE BROEK. HAAR'LEM'S DAGBLAD DONDERDAG 8 JUNI 1933 HOE DRAGEN WE HET HAAR DEZEN ZOMER? Als we de verschillende haardrachten be kijken, die we zoo langs de straat zien dragen, dan valt het ons op, dat in het algemeen het lange haar geïmiteerd wordt. Men is teruggekomen van de diep in het gezicht vallende lokken. Glad of slechts een weinig gekruld, valt het haar langs de slapen. Óok het voorhoofd is vrij gehouden. Het langere haar wordt van achter een weinig naar boven omgekruld, zoodat het ge heel lijkt op een „langhaar-kapsel". Het haar, dat van den winter onder de ooren omgekruld werd, wordt nu hooger in gerold, zoodat de wang, een deel van het oor en de neklijn vrij komen. Deze dracht is veel jeugdiger en aardiger en voorkomt bovendien, dat de hals gedron gen schijnt. Krullekopjes en wild uitstaande haren zijn verdwenen. Nette, glad gelegde golven triom- pheeren. MODE VOOR KINDEREN. Het voorjaar is het juiste seizoen voor de vernieuwing van de kinderkleertjes. In den herfst en den winter dienen ze alleen om te beschutten voor koude en regen; verder de doelmatige schoolkleeding en iets voor een feestelijke gelegenheid. Heel anders wordt- dit, wanneer het mooie weer een verblijf in de open lucht mogelijk en zelfs noodzakelijk maakt. Wat heerlijk is het niet, de kinderen zoo aardig mogelijk te kleeden, dat hun. kleertjes, die uit paedago- gisch oogpunt en we kunnen in deze tijden wel zeggen uit zuinigheid, heel eenvoudig zijn onder een vroolijk-lachende zon op hun best uitkomen. Mei is de seizoensheropening nog meer voor de kleinen, dan voor de groo- ten. Mei staat vast; maar het weer van deze voorjaarsdagen allesbehalve. Het wisselt van temperaturen, die het jurkje zonder mouwen in het gelijk stellen of een flinke regenjas noodzakelijk maken. Voor beide gevallen moet men voorzorgen nemen. Laten we eerst het onaangenaamste geval nemen: regen. Tegenwoordig is men niet meer alleen aan gewezen op het leelijke gummi. Een heele serie andere stoffen, zooals crêpe de Chine, satijn en fluweel zijn waterdicht gemaakt. Hoe trots stapt het kleine zesjarige meisje niet in haar waterdicht gemaakt manteltje naai- school. De coupe is zeer eenvoudig, raglanmodel, knoopsluiting in het midden, schuin ingeknipte zakjes en een smal kraag je. Hierbij hoort de van voren omgeslagen Zuidwester. Een iets ouder meisje draagt een mantel van zandkleurig kasha met een pele- rinetje over de schouders. „Groote" zus komt voor den dag in een kersrooden mantel van geprepareerde crêpe de Chine; om haar hals heeft zij een shawl van bedrukte crêpe de Chine; zwart op rood. Voor de komende warme dagen is een gebloemd crêpe-jurkje, met bijbehoorend jasje zeer aan te bevelen; het jasje heeft dan kleine epauletten. Het effen voile jurkje heeft 'n pelerine, die op den linkerschouder geknoopt wordt. Is het jonge meisje sportlievend, dan krijgt het een ten- nisjurk van wit piqué; de diepe stolpplooien in den rok zorgen voor de noodige wijdte. Is het spel uit. dan wordt een driekwart jas van rooden wollen stof aangetrokken. Bij lederen leeftijd passend, zijn de over- gooiers, waaronder de zoo moderne blouses gedragen woi'den. Voor meisjesjurken zijn kraagjes van wit glasbatist en nikkelen lcnoopen de aange wezen garneering. Heel kleine meisjes zien er schattig uit in matrozenjurkjes: een aardig geheel maakt ook een rokje van Schotsche ruit met een wit blousje, een effen jasje en een alpino muts. De mode schudt haar heele zak bonte en bekoorlijke kleederpracht voor ons uit en het is de taak van ons, moeders, om datgene uit te kiezen, wat het beste geschikt is voor onze kleinen. HET WEEKBERICHT VAN CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM HAARLEM ZWEMT! Zuiver to oil en hadcostuums voor heerenvanaf f 1.70met 20 cent stij ging per maat. Zuiver wollen hadcostuums voor kinderen vanaf f 1.30, met 10 cent stij ging per maat. Zeer goede kwaliteit tooi zeer goede fagons, aangename kleurên. In alle opzichten een bijzondere aanbieding. ZOMERSCHE WARMTE. Nu is het dan toch zoover, het is volop zomer. Sommige ondankbaren klagen zelfs alweer over teveel warmte, ze hebben het al weer druk over een hittegolf, maar dat zijn de menschen die ook het meest mopperen, wanneer het weer straks omslaat, er. een regen- en kouperiode inzet. Dus laten we ze maar bedenklijk kijken, en verheugen ons over het heerlijke weer dat we dubbel waar- deeren, nu de Meimaand ons nog zoo heeft laten bibberen. Maar eenig overleg betrachten we toch wel ten opzichte van onszelf en ons huis. want de warmte kan kleine ongemakken met zich meebrengen die we op eenvoudige wijze wel kunnen verhelpen. Allereerst dan de zonnebrand, die absoluut ongevaarlijk is, mits men zonder overdrij ving te werk gaat. Menig arts waarschuwt op het oogenblik tegen het te sterk laten ver branden ineens, waardoor brandblaren ont staan, die een heele vacantie kunnen be derven. Wil het verbranden daarom niet al te radi caal doen, maar doe het met mate en ge bruik ook een of ander middeltje waardoor de huid soepel en vet blijft. Natuurlijk is dit verbranden ook nog per soonlijk erg verschillend, omdat de eene huis veel teerder is dan de andere: wie echter nog niet bruin verbrand is, moet met zonnebaden zeer voorzichtig te werk gaan. Dat men zich dun moet kleeden, behoeft niet meer gezegd te worden; onze kleeding, tegenwoordig gelukkig ook voor een deel die van de andere sekse, is dun genoeg. Maar ook baby in de wieg heeft last van de warm te, wanneer hij al te stevig is ingestopt: kleed hem daarom luchtig aan, bedek hem enkel met een lakentje tegen insecten, en die de kap van wieg of wagen neer, want onder dié kap kan het ook nog broeierig warm zijn. Sluit de zon buiten als ze al te heet is, maar bederf uw genoegen in den zomer niet door achter dichte ramen en dichte gordijnen in het donker te gaan zitten: duisternis kent ons klimaat in overvloed en bovendien geeft U bij al dat donker de motten een prachtkans. Houdt daarom de ramen en de gordijnen van de zon af open, en sluit de rest. Dat kost natuurlijk even wat overleg, maar het is een voudig genoeg, dat het oosten 's morgens de warme kant is, het westen in den namiddag. Zijn uw kamers op het zuiden zoodat zij den geheelen dag in de zon bakken, zet dan de gangdeur open in de warmste uren. en laat in de avonduren alles eens flink door waaien, deuren en ramen open. zoodat zij niet kunnen dichtslaan door tocht, dat geeft zeker verkoeling. Reken met het eten ook op de warmte; vet vleesch en andere vette kost is uit den booze, maar ook groote hoeveelheden sla bijvoor beeld kunnen nadeelig werken. Bedenk daar om tamelijk lichte maaltijden, die er graag in gaan, en moedig de kinderen ook aan met drinken, echter in niet te groote plassen in eens. dat werkt weer veel te verkoelend. Al zijn we nog lang niet in de hondsdagen, toch bederft bij warm weer elke spijs eerder dan bij koude Controleer daarom zelf steeds de restjes, of ze nog frisch genoeg zijn, vooral ook omdat men moet bedenken, dat er men schen en kinderen zijn, die spoedig maag stoornissen hebben bij warm weer. En twij felt ge soms aan de verschheid van een of ander gerecht, doe het dan liever weg. dat is veel beter dan te riskeeren dat het een van de huisgenooten minder goed bekomt. Zet de melk en de boter op koele plaatsen zoodat ze niet spoedig bederven kunnen, of de boter zoo allerakeligst, week wordt. Wilt ge bovendien heerlijk koud water heb ben, zet dan een kan van ongeglazuurd aar dewerk met water op een koele plaats, daar in blijft het water heerlijk koel. Tenslotte nog een raad die misschien over bodig schijnt: zwem niet in open water. Dat lijkt onnoodig om te zeggen, want er is im mers een nolitieverbod daaromtrent. Doch het water ziet er in deze dagen aanlokkelijk uit. en de politte kan niet overal tegelijk zijn. Daarom, moeders, druk het uw kinderen nog eens extra op het hart; dat verbod is werke lijk niet gedaan om anderen onaangenaam te zijn, of om het de politie gemakkelijk te maken, het is wel degelijk om het welzijn van de inwoners van de stad begonnen. E. E. J.—P. LINNEN, DE GROOTE MODE. SCHOONHEID DIE NIETS KOST Het grove, handgeweven linnen is dit sei zoen zeer geliefd. Het vertoont zich in alle etalages. Het liefste draagt men dit mooie weefsel naturelkleurig. En vooral mantelpakjes er van. Men ziet ook wel mantels van dit materiaal in pastelkleuren; de linnen hoed heeft dan dezelfde tint. Roestrood met zwarte knoopen en een zwarte hoed staat vooral blondines heel goed. Met een naturelkleurige mantel moet een blonde vrouw oppassen; haar ge- heeie verschijning wordt anders een beetje vaal. Bij licht haar doet men dan ook beter sprekende kleuren te kiezen. De vormen zijn sportief en vlot. De mantel wordt liefst los gedragen en heeft korte vleugelmouwtjes. De meer gezette dame doet beter geen ja ponnen of mantels van linnen te dragen. Het recht hiervoor blijft gereserveerd voor jeug dige slanke figuurtjes. Evenzoo het lichte linnen mantelpakje. Heel aardig staat'hierbij een kleurige, bonte shawl. Het linnencomplèt in donkere kleuren is ge schikt voor iederen leeftijd en voor ieder figuur; en vooral als reiscostuum zeer aan te bevelen. v v si Magere zuringsoep (4 personen): 1,2 pond zuring. 1 1/2 L. water, 60 gr. bloem, 80 gr. boter, 1 eidooier, 1 d.L. melk. Stroop de zuring, d.w.z. verwijder de mid dennerven van de bladeren, wasch ze en laat ze met een lepel boter en wat zout smoren totdat ze geslonken is (ongeveer 20 minuten). Wrijf de groente door een paardeharen zeef. Verwarm roerende de bloem met de rest van de boter, voeg langzamerhand, onder voort durend roeren, de groentepuree en het water toe en laat de soep nóg enkele minuten door koken. Klop in de soepterrine de eidooier met de melk en giet. steeds roerende, de soep er bij. Voor een fijne zuringsoep kan het water vervangen worden door bouillon en de melk door room. Spinazie met broodsneden (4 personen): een Zuid-Duitsche groenteschotel: 3 pond spinazie, 40 gr. boter, zout, 12 oud brood, 125 gr. bloem. 1 theelepel zout, 2 eieren, 1 12 a 2 dX. melk, een ijzeren potje met frituurvet ib.v. slaolie of Delfrite). Zoek de zaden en onkruid uit de spinazie, wasch de groente, zet ze op met het aanhan gende water en wat zout en laat ze in een pan zonder deksel (om de mooie groene kleur) gaarkoken. Laat ze uitlekken op een vergiet, hak ze .of maal ze fijn en stoof de spinazie een minuut of tien met 40 gr. boter. Stoof de groente, terwijl de broodsneden ge bakken worden. Snijd hiervoor het brood in dunne sneetjes en verwijder de korstjes, doop de sneetjes even in kokend water en laat ze dan op een vergiet uitlekken. Maak een glad beslag door de eidooiers met het zout. de bloem en 1 d.L. melk te roeren tot alle klont jes verdwenen zijn, en dit mengsel te verdun nen met zooveel melk, dat het dik vloeibaar blijft: meng er luchtig het stijf geklopte ei wit door. Dompel de geweekte sneetjes in het deeg en bak ze in heet frituurvet goudbruin. Laat ze even op grauw papier uitlekken en stapel ze op een verwarmde schotel rondom de spinazie. Room struif (4 personen): 4 eieren, 1 ons bloem, 2 lepels boter, 3 lepels suiker, 4 d.L. melk. zout. boter. Roer de eierdooiers met de suiker en wat zout. roer er de gesmolten boter en daarna de bloem door. verdun het deeg langzamerhand met de melk. Klop het eiwit stijf en roer hierdoor het beslag. Bak hiervan in de koeke- pan met boter na elkaar vier koeken zacht jes gaar zonder ze te keeren. Stapel ze op oen verwarmden schotel en houd deze tijdens het bakken van de volgende koeken warm en leg de laatste koek met de bruine kant omhoog. Bestrooi de koek met gestampte of poeder suiker en dien de roomstruif warm, In punten gesneden, voor. C. F. Toen ik nog een heel jong meisje was. hoorde ik voor de eerste maal in Strindberg's Droomspel van deze schoonheid, die niets kost. Wij kennen Strindberg allemaal als de onbeminnelijke teekenaar van de beminlijk- ste instelling dezer wereld: het huwelijk. Er zijn menschen. wier innerlijke gesteld heid men kort er. bondig met een „Strind- bergstemming" teekenen en veroordeelen kan. Men vindt deze stemming vooral bij twee menschen, wier zielsgesteldheid abso luut botsen. In het Droomspel verlangt de vrouw ook naar warmte, licht en schoon heidDe man valt haar woedend in de rede: „Zet de stoelen maar liever recht; dat is schoonheid, die niets kost Ik heb de gedachte nooit meer kwijt kun nen raken. In de grofheid van dit antwoord ligt een groote wijsheid besloten dat men er niet zonder meer aan voorbij kan gaan. Ver langen wij niet allemaal naar schoonheid, die ergens moet zijn en die onbereikbaar is? Hoe vaak vergeten wij daarbij niet juist dat, wat fout bij ons is en zoodoende niet in staat de schoonheid te ontvangen, te verbeteren. Schoonheid die niets kost Laten we een voorbeeld uit 't dagelijksch leven nemen. Het is helaas maar al te waar, dat bijna alle vrouwen de neiging hebben zich in hun huwelijk te laten gaan. Dit is de gevaarlijke toestand waarin vrouwen zich kunnen bevinden. Ze maken zich niet meer mooi; want ze hebben immers een man; ze geven zich geen moeite meer het huis voor hem met duizenden kleine attenties gezellig te maken, maar ze laten hun gemakzucht over de heele linie zegevieren. Waarom zul len ze eigenlijk zooveel drukte maken en in de huiskamer eten? Onzin! In de keuken is alles dichterbij, gemakkelijker, dekken en af ruimen vervalt, dus wij eten in de keuken. Etenslucht is een bijzonder parfum, dat mannen zoowel in vertrekken als in het haar van een vrouw buitengewoon kunnen appre- cieeren en dat zij meer dan aantrekkelijk vinden Het is toch eigenlijk geen moeite een aardig huisjaponnetje aan te trekken, de laatste sporen van het huishoudelijk werk te ver wijderen met water en zeep en een frisch ruikend parfum; even flink kam en borstel te gebruiken. Dat is werkelijk schoonheid die niets kost; die echter in dubbele mate geluk en vroolijkheid in het huis terugbrengt. Weet U ook. wat hier nog bij hoort? Orde, reinheid in huis enpersoonlijk gedrag. Het kost n.l. absoluut niets meer. als U de regels der schoonheid volgt...., hoogstens een beetje opmerkzaamheid en veel goeden wilDenk toch eens aan Uw houding: hoe vaak zien wij niet dingen, die wij het liefste zoo gauw mogelijk weer vergeten! Daar zit ten knappe vrouwen en slaan hun been en zoo ver over elkaar, dat het een onverkwikkelijk schouwspel wordt. Anderen zitten met een krommen rug en laten de schouders naar voren zakken. Nog anderen vinden het schijnbaar mooi. zich met overelkaar gesla gen armen aan het publiek voor te stellen, zooals de beroemde Romeinsche worstelaars dat gedaan zouden hebben. Dit soort van dingen behoort werkelijk tot die schoonheid, die niets kost, en iedere vrouw moet leeren zich ervan te bedienen; want deze schoonheid is veel wezenlijker, dan de nieuwe hoed of het beeldige cosluum- pje, die in de etalage lokken en die voor haar onbereikbaar zijn. En nu nog iets en zeker niet het minste: een beetje vriendelijkheid en beminnelijk heid. (Adv. Ingez. Med.) Bij de behandeling van welk onderwerp men twee dingen in aanmerking dient te nemen. Ten eerste, dat de titel eigenlijk verkeerd is, en dat hij natuurlijk eigenlijk „de vrouw in de broek" zou moeten zijn; evenwel klinkt mij dat iet of wat cru in de teergevoelige ooren en doet het mij onweerstaanbaar denken aan de onvriendelijke bijbeteekenis, die men in den loop der tijden is gaan hechten aan de goed-Hollandsche uitdrukking: „Zij heeft de broek aan". Dus blijve het bij de vrouw èn de broek, en men houde alleen het feit in ge dachten, dat dit artikel bedoelt te behandelen de vrouw i n de broek, als een soort van on verbrekelijk geheel. De broek niet zonder de vrouw erin. De vrouw niet gekleed in rokken, maar in een broek. Kortom, de vrouw èn de broek. Ten tweede, dat het een wonderlijk feit is, dat het onderwerp de twee hoofdpersonen, namelijk zoowel de vrouw als de broek, waar schijnlijk volkomen koud zal laten. Zij hebben het niet noodig besproken te worden, en bo vendien zijn zij absoluut niet van plan om zich van hun stuk te laten brengen door wat er mogelijk van hen gezegd mocht worden. Zij blijven zichzelf: de vrouw een wezen vol grillen, dc broek een kleedingstuk met twee pijpen. Het zijn in deze aangelegenheid vooral de mannen, die er belang bij schijnen te heb ben om hun mondje te roeren: ze hebben dat a) sinds eenige jaren gedaan en hernieuwen op het oogenblik. nu de zomer en het vrouwe lijk broekenseizoen weer in aantocht is, den aanval met frisschen moed. Ik citeer een aan tal regelen uit de woorden, die baron André de Fouquières, van beroep bestgekleede man van Parijs en mode-expert sprak naar aanlei ding van de broek en de vrouw: „Afschuwelijk! Denk u zoo'n wezen dit sloeg, tusschen twee haakjes op een foto van de aangebeden Mariene Dietrich, wier groc- stem tot nu toe alle mannen tranen in de oogen deed krijgen, maar die het op het oogenblik grondig verkorven heeft door zich overal en nergens te laten fotografeeren in een echte mannenbroek van flanel en met nauwe pijpen!) op die manier eens de Champs Elyseës af te zien trippelen. Stel u voor (hier bij een gebaar van onzegbaren wrevel)een feilloos gekleed boulevardier, die een vrouw in mannekleeren de hand kust! Onmogelijk! Ridicuul! Geen man zal dat ooit doen. Wee als men probeert dien Hollywood-waanzin naar den boulevard over te brengen. Er zijn om kleiner dingen straatgevechten ontstaan Dit stemt inderdaad tot denken, want mo ge het in de eerste plaats al opvallen, dat monsieur André de Fouquières vreest dat hij zelf minder tot zijn recht zal komen als hij als „feilloos boulevardier" op de Champs Ely- sées de hand zal moeten kussen van in broe ken gestoken. Parisiennes, in de tweede en toch ook belangrijke plaats treft de harts tochtelijke verontwaardiging, de eerlijke smart van 's barons mannelijke uitlating ons toch tot in de ziel. zoodat wij het welhaast tot on ze vrouwelijke plicht rekenen eens de diver se kanten van het veelzijdige vraagstuk de vrouw en de broek hetwelk, zooals ik boven, al zei. eigenlijk veel beter de vrouw in de broek had kunnen heeten eens te bezien. Ten eerste: Is de broek een kleedingstuk. dat absoluut onelegant en leelyk is. en dal daarom uit den booze geacht moet worden? Antwoord: Neen. De broek kan, mits op de juiste wijze door de juiste persoon gedragen, een zeer elegant kleedingstuk zijn; men den- ke bijvoorbeeld aan de hartvervoerende schoonheid van een plus fours aan de beener. eens mageren mans. Bovendien, als dit de re1 den van de mannelijke sexe was. hoorden zij zelf het voorbeeld te geven en zich in rokken te hullen. Dc gemiddelde vrouw is eleganter dan de gemiddelde man en kan beter een on gracieus kleedingstuk tot zijn recht brengen dan hij. Ten tweede; Gaat het in deze kwestie om een traditie, die de moeite van het handha ven waard is? Antwoord: het tweede deel van de vraag kan onbeantwoord blijven, want het gaat. alleen maar om een gewoonte uit de laatste tientallen eeuwen, hetgeen een peul schil is gerekend op de eeuwigheid. Wij vrou wen zouden evengoed den man kunnen aan vallen. dat hij zich niet meer in Germaansche beestenvellen hult. omdat we dat zooveel mannelijker of in Grieksche draperieën, omdat we dat zooveel sierlijker vinden. Ten derde: Zou de reden soms te vinden zyn op datzelfde terrein, waar de redenen liggen van alle punten, waarop de man de vrouw tegenwoordig aanvalt? Zou het het zelfde excusez le mot! gezeur zijn van altijd, het gepraat over de vrouw, die myste rieus moet blijven, en de vrouw die vrouw moet blijven? Antwoord: Natuurlijk is dat de reden! Ten vierde: Is dit een reden, die ons. vrou- .ven, aanleiding geeft onze houding in het vraagstuk de vrouw-en-de-broek te herzien? Antwoord: Neen. want zij getuigt van groote kortzichtigheid en oppervlakkige beoordceling. Als wij vrouwen werkelijk zoo vrouwelijk en zoo mysterieus en zoo charmant en zoo be koorlijk zijn in rokken, dan zijn wij dat ook in broeken, want de bekoring zit niet ln het kleedingstuk. maar in ons zelf. Als vrouwen, die niet elegant genoeg zijn om broeken te dragen, toch broeken dragen, dan moeten ze dat ten eerste zelf weten, en ten tweede spruit dat voort uit een gebrek aan inzicht en smaak, dat hen. vrees ik. ook parten zal spelen bij hun andere kleedingstukken. En voornaamste punt van alles wat is altijd de allergrootste van onze vrouwelijke charmes geweest? Onze grilligheid! Welnu de broek is onze laatste gril laat ons dien! Ge kent ons goed genoeg, of ge meent ons goed genoeg te kennen om te weten, dat het wel niet zoo lang zal duren. Al dat gepraat en al die ruchtbaarheid maakt ons alleen maar eigenwijzer en koppiger dan ooit ook al weer één van onze charmes.... WILLY VAN DER TAK Hoeveel vroolijker en prettiger wordt de dag door een vriendelijk gezicht, een liefde vol gebaar en een hartelijk woord. Vaak z^jn we zelf voor de helft aansprakelijk voor den levenslast, dien we moeten torsen, maar we weten het niet. Dan geven we het noodlot de schuld, van wat eigenlijk op onze eigen cre ditzijde thuishoort; want met een beetje meer beminnelijkheid zouden we onszelf en anderen veel onaangename en pijnlijke din gen besparen en op die manier bewust pro- fitceren van de schoonheid, die niets kost. Het laatste .boek van Top Naeff heet „Offers". In het algemeen luidt het oordeel er over „een mooi boek, maar uit den tijd". En als we het boek nog niet gelezen hebben, alleen maar naar den titel kijken, knikken we begrijpend. „Offers ja, die zijn niet van een tijd waarin iedereen grijpt wat hij grij pen kan. waarin nog altijd het mode-woord heerscht. dat je je „uitleven" moet. Top Naeff uit den tijd.... We laten ons dat toch niet zoo zonder meer zeggen. We hebben te dierbare herinneringen. De mooiste boeken uit onze jeugd waren die van Top Naeff. Ze waren ook leuk. geestig, van den fijnen humor, die deze schrijfster zoo eigen is. Maar bovenal: er klopte een warm hart in. We lazen in onze bakvlsch jaren alles wat los en vast was. negen tiende van dit alles zijn we al lang en totaal vergeten. Maar wie van ons herinnert zich niet Jet uit „School idyllen", de vroolijko. hartelijke Jet. die het thuis lang niet prettig had en die zoo jong al stierf? Een figuur dio je bijbleef; er kleef de niets van sentimentaliteit aan haar, enkel zuiver, warm sentiment, hart. Top Naeff uit den tijd. Dus: voorbij de tijd van zuiver, bovenal vrouwelijk sentiment? Voorbij de tijd van hét hart? Een vrouw die zich opoffert.... Al onze nuchterheid komt er tegen open. Bah. Je leven vergooien voor een ander, een ander die het misschien niet eens waardeert. Nonsens! Je moet van je leven het beste maken wat er van te maken is; van Je eigen leven, dat je zoo rijk en vol mogelijk moet maken. Als we hooren van een die zich offert, irriteert ons dat min of meer. we golooven er eigenlijk niet erg in, we denken aan een „mooi gebaar" om de aandacht te trekken, om als slachtoffer te poseeren. Iemand die berust in zijn onge luk staat ons tegen, prikkelt ons. De moderne mensch is vóór alles actief. Er zijn werkelijk menschen die graag over hun opofferingen spreken, speciaal tegen hen die het offer geldt. Maar een dergelijke ma nier van offeren is je reinste egoïsme en zelfverheerlijking. Dat heeft met hot werkelijke offer niets te maken. En dat de vrouw uit „Offers van Top Naeff vele lezers even prikkelt tot verzet komt misschien daardoor, dat zij ten onder gaat aan haar offer. Het offer blijkt haar te zwaar, ze kan het leven zonder dat wat zij opgegeven heeft, niet voortzetten. Ieder ge zond mensch is wars van zelfmoord, liever leven hoe dan ook, dan den dood zoeken. We hebben het boek „Offers" te aanvaar den als een roman; dat het zoo met de heldin afloopt blijft vecn uitzonderingsgeval. Maar dat zij het offer brengen kan. brengen moét als het ware is dat ook een uitzondering, een ziekelijke afwijking? We zijn het direct eens met de opvatting, dat je van je leven het beste moet maken wat er van te maken is. Maar is het daartoe noodzakelijk altijd maar te grijpen naar be zit en zoogenaamde vreugde? Heeft iemand ooit zijn verdriet werkelijk kunnen vergeten door zich hals over kop in allerlei avonturen te storten, door zich „uit te leven"? In waarheid leef je je dan niet uit, je pro beert alleen je ware. eigen leven dat je niet durft aanvaarden, te vergeten. Iemand die het leven aandurft, die durft leven naar zijn beste gevoelens, zal offers moeten brengen. Maar zich toch altijd veel gelukkiger voelen dan hij die zich afkeert van zich zelf en uiterlijk maar zoo'n beetje voortbestaan, al lijkt dat bestaan dan ook ge vuld met allerlei opwindende emoties. Het ligt in de vrouwelijke natuur om offers te brengen en er zich wel bij te vinden. Dat vergeten vrouwen van tegenwoordig die zoo veel hebben willen en zooveel eischen, maar al te dikwijls. Vrouwen zijn meer ongelukkig omdat ze niet weten te geven, dan uil gebrek aan bezit. Madeleine Twist in „Offers" offert den man waar ze van houdt op aan den man van wlen ze niet houdt, maar waarmee ze ge trouwd is. Is dat goed? Voor wie het als goed voelt; ja. Hier geldt geen kwestie van modern of uit den tijd, hier geldt alleen een eigen innerlijk oordeel. En als we aanvankelijk bij het lezen van den titel wat onwillig het hoofd schudden, dan geven wij vrouwen na lezing van het boek de lievcllngsschrijfster uit onze jeugd toch weer gelijk, omdat ze weer raakt aan onze meest zuivere gevoelens, omdat ze geen stellingen verdedigt, maar gebleven is: de schijfster met het warme hart. BEP OTTEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 11