Met den
mmmmmwm
wmmmwfÉ
mm
mmmmsm
m
m
i
m
m
tm
m
m
MpÉ
m
m
m&
m
m
m
m
HENCELEN
WIELRIJDEN.
POSTDUIVEN
DAMRUBRIEK
■3
iiiii
m
n
e» e
P ÉR ra
m
üf
li
s
SI 11 Wt s
9
iU 18 fil
11
Hf Bi Hl IS!
B
H
11 SS m
ÏH i
Hf T§ 9
m
Hf Si Hf
gg
8
IS Si BB
iHl Hi iSi
SCHAAKRUBRIEK
Li
i
II!
I
mr
SU
tt
m
H
n
H
SS A Hf
ft
i
i
O
Tegenwoordige en toekomstige records.
In dezen tijd van hartstochtelijke record-
jager ij zal het velen interesseeren mijn mee
ning over de records op lange en middelaf
standen te vernemen. Als men een blik
werpt op de resultaten in den 1500 M. loop,
ziet men, hoe de tijd, in tegenstelling met
dien op de Eng. mijl, gestadig verbeterd is.
Natuurlijk hangt die samen met de omstan
digheid, dat de 1500 M. niet in Engeland
werd geloopen, toen George op het toppunt
van zijn kunnen stond en dat de 1500 M. latei-
werd geloopen door sportsmen, die op verre
na niet George's evenknie waren. George's
prestatie op de Eng. mijl in 1886 van 4 min.
12,8 sec. komt overeen met 3 min. 53,5 tot 0.54
sec. over 1500 M.
Wanneer wij de Olympische Spelen te Stock
holm in 1912 beschouwen, zien wij, dat er niet
van groote prestaties op de mijl sprake was,
tot Zander kwam, maar hoezeer de Zweed
nog bij den Grooten George ten achter staat,
bewijst het feit, dat hij de Eng. mijl nooit
beneden de 4 minuten 26 sec. heeft kunnen
loopen. Het verschil tusschen 1500 M. en de
Eng. mijl is natuurlijk slechts 109 M. maar dit
is toch voor een 1500 M. looper van veel be
lang. Ik betwijfel het, of Ladoumègue, toen
hij in 1928 de i500 M. in 3 min. 53 tot 54 sec.
liep, dc Eng. mijl zonder bijzondere voorbe
reiding. binnen 4 min. 14 sec, had kunnen af
leggen, hoewel zijn tijd op de 1500 M. theo
retisch beantwoordt aan een tijd van 4 min.
11 sec. op de Eng. mijl. Eerst na speciale
training is hij er in geslaagd het record rnet
een schitterenden tijd van 4 min. 9 1/5 sec. op
zijn naam te brengen.
Ladoumègue.
Over Ladoumègue's prestatie' van de 1500
M. in 3 min. 49,2 sec. is heel wat gepraat. Zon
der twijfel was liet een uitstekende verrich
ting. Toen hij deze prestatie leverde, was zijn
tijd op de eerste 1000 M. 2 min. 33.3 sec. Mijn
tijid tijdens de Olympische Spelen te Parijs
was over de eerste 1000 M. 2 min. 21 sec. Op
de eerste 1200 M. was Ladoumègne's tijd 3
min. 5 sec. Ik weet niet, hoe mijn tijd op dien
afstand in Parijs was, daar ok mijn chrono
meter had weggeworpen, maar hij moet on
geveer 3 min. 3 sec. zijn geweest. Als ik mij
speciaal getraind en mij te Parijs slechts tot
het loopen over 1500 M. had bepaald, geloof
ik, dat een tijd van 3 min. 46 sec., mogelijk
zou zijn geweest. Daar ik mij nooit op dezen
afstand gespecialiseerd heb en toch nog top
prestaties heb geleverd, geloof ik. dat toe
komstige op dezen afstand gespecialiseerden
tijden zullen maken, waarvan men thans nog
niet droomt, zooals 3 min. 45 sec., wellicht
zelfs van 3 min. 44 sec.
„Morgenstond", Heemstede.
Bovengenoemde club hield Zondagmorgen
haar eersten onderlingen wedstrijd op wit-
visch in de Ringvaart tusschen Bennebroek
en Hillegom.
Om half 5 vertrokken de deelnemers. Al
spoedig bleek dat de strijd om den eeretitel
zou gaan tusschen de gebr. P. en M. Spek. In
het zesde half uur was de stand nog in het
voordeel van M. Spek, doch het laatste half
uur was de heer P. Spek zeer fortuinlijk en
wist met 53 stuks als no. 1 uit den strijd te
komen.
In een feestelijke bijeenkomst had des
avonds de uitreiking der prijzen plaats.
Bond van Hengelliefhebbers.
Zondagmorgen hield de bond zijn eersten
wedstrijd in dit seizoen om den Moserman-
beker. welke in het bezit was van het college
„De Grander. Er werd gevischt op baars in
dc Ringvaart onder de gemeente I-lillegom.
De eerste prijs, de Moserman-bcker werd
gewonnen door De Grundel met 90 stuks.
De bondsvoorzitter, de heer B. Larsson
reikte de prijzen uit.
Arbeiders Viscb College,
Bovengenoemd college hield Zaterdagmid
dag haar eersten onderlingen wedstrijd op
witvisch in de Ringvaart. De vangst was
matig. De eerste prijs werd behaald dooi
den heer B. Kooijmans.
De waarnemende voorzitter de heer P. v.
d. Smissen, reikte de prijzen uit.
DOOR PAAVO NURMI
(TinsiUe. we^dzettediAapzt
De kwaliteit van een record.
Het record over 3000 M. staat zoo goed,
dat ik op dit oogenblik geen looper zou kun
nen noemen, dit dit zou kunnen benaderen-
Het is van dezelfde klasse als dat van 3 min.
49.2 sec., over 1500 M. De kwaliteit van een
record blijkt daaruit, of en hoe dikwijls de
loopers dit benaderen. Het tegenwoordige
record op 3000 M. werd in 1926 te Stockholm
gevestigd, toen Wide mij als 't ware over de
finish drukte. In dezen strijd heb ik verschei
den seconden aan Wide te danken. Toen ik
aan den start verscheen, was het mijn bedoe
ling om een tijd van 8 min. 20 sec., te ma
ken. Ik geloof werkelijk, dat Wide beter was,
maar hij laad geen zelfvertrouwen.
In tegenstelling met de algemeene opinie
heb ik altijd beweerd, dat het oude record
van Ritola over 5000 M. niet tot een extra
klasse behoorde. Het record van Lethinen,
die het van 14 min. 30 sec. op 14 min. 17
sec. bracht, is van heel wat beter kwaliteit.
Tijdens mijn training heb ik dezen afstand
nooit zoo goed geloopen als de 10.000 M.. die
ik een paar dagen vóór de Olympische Spe
len te Parijs in minder dan een half uur liep.
Destijds werd van mij verwacht, dat ik mij
tegen „den wolf" verdedigen zou. Dat is de
Fin Ritola, den sterksten looper, dien ik ooit
op de baan heb ontmoet. Er is nauwelijks
een goudgraver of een jager, die zooveel ont
beringen heeft doorgemaakt als Ritola zich
tijdens zijn training voor de Olympische Spe
len te Parijs en Amsterdam heeft getroost.
Ik herinner mij nog eenige stratenmakers,
die iets van die training hadden gezien. „De
jongen zal nog vóór Juni totaal op zijn", zei
een van hen, in vollen ernst.
Het tegenwoordige record op de 10.000 M.
130 min. 6.4 sec.) heeft groote kans zich lan
gen tijd te handhaven, daar het het resul
taat is van speciale training en berekening.
Hoewel ik geloof, dat ik in het najaar van
1928 kans had het te verbeteren, vinden Ri
tola en Wide beiden, dat het resultaat- van
mijn uurloop een der beste looprecords is.
Het is een feit, dat ik een onnatuurlijke hoe
veelheid uithoudingsvermogen bezat, toen ik
het record in 1924 vestigde.
Een van mijn beste
prestaties.
Wat den uurloop betreft, toen ik in het
voorjaar van 1930 in Londen was, ontmoette
ik den „ouden George" en den eveneens zeer
bekenden Eng. mijllooper Joe Brinks. Beiden
waren van meening, dat mijn uurprestatie'
een van de beste records was, die er zijn.
Maar zij voegden'er aan toe: „als het op 12
Eng. mijl, dat zijn ongeveer 100 M. meer, ge
bracht wordt, zouden alle andere records in
het niet verzinken". Ik ben nog verrast over
de bewering dezer veteranen: „Alle andere
records beteekenen niets als 12 mijlen in een
uur zijn geloopen". Iets vroeger zou ik dit
hebben kunnen doen. In elk geval is het ze
ker, dat 12 mijlen en een paar meter meer
binnen een uur kunnen worden geloopen.
Natuurlijk geloof ik, dat zeker 10 menschen
op de 1500 M. onder de 3 min. 52 sec. zullen
blijven eer een enkeling 12 mijlen in het uur
loopt.
20, 25 en 30 K.M. worden buiten Finland
zelden geloopen, zoodat ik daarbij niet be
hoef stil te staan. Wanneer ik nu nog iets
van den Marathon-loop ga zeggen, dan mo
gen wellicht eenige menschen opmerken, dat
ik hierin niet competent ben, maar het is een
feit. dat de records over dezen afstand veel
meer van het geluk afhankelijk zijn dan van
grondigen arbeid. Hij is een goed Marathon-
looper, die zijn snelheid regelen kan. De pas
moet zoo gelijkmatig mogelijk zijn, den ge-
heelen loop door.
Wanneer ik zou besluiten dezen afstand te
loopen, zou ik mijn gebeele opmerkzaamheid
wijden aan de regeling der snelheid en mijn
concurrenten aan zichzelf overlaten. In dit
geval zou het Marathon-record met eenige
minuten worden verbeterd.
Zondag hield de A. S. C. „Germania" een
open peletonrit voor nieuwelingen over 74
K.M. welke verreden werd in de Midden
Beemster.
Deelgenomen werd door Ulysses. Germania,
Olympia, Germaan, Excelsior, Le Cham
pion, allen te Amsterdam; D. T. S. te Zaan
dam. R. R. C. „Feijenoord" te Rotterdam en
H. S. V. „de Kampioen" te Haarlem.
Het peleton der „Kampioen" dat schitte
rend reed, bezette in dezen wedstrijd de
eerste plaats waarmee zij het zilveren wiel
veroverde. Tijd: 1 uur 48 m. 29 s.
Dinsdagavond wordt de federatiewedstrijd
in het Stadion gehouden.
H. S. V. „De Kampioen".
Zondag hield bovengenoemde vereeniging
een trainingswedstrijd over 1. KM., waarvan
de uitslag was:
Klasse A 1. B. van Dijk, A. Molendijk 3. D.
Fabel, 4. Th. van Baak.
Klasse B: 1. Wester; 2. Huyboom. 3. Ko
ning.
Klasse C: 7. J. Jordaan; 2. Sjaaks; 3. Bal-
kenender; 4. v. Egmond Jr.
De Bonte Duif.
Zondag hield bovengenoemde vereeniging
een wedvlucht van Orleans. Afstand 530 K.M.
Los om 5.30 met Noord-Westenwind.
De prijzen werden als volgt behaald: F. M
J. Kuijken 1 3 4 9: Joh. L. Heemskerk 2; W.
J. der Kinderen 5 10: J. Doornbosch 6 en 7.
P. Brakel 8 en 11. Eerste overduif J. Doorn
bosch.
Damredacteur: J. W. VAN DARTELEN
Koediefslaan 42, hoek Van de Spiegellaan
Heemstede.
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende, gelieve men te zenden naar
bovenstaand adres.
Voor onzen ladderwedstrijd geven wij hier
onder ter oplossing de inzending onder het
motto: „Pion" Nr. v van onzen Internatio
nalen Problemisten Wedstrijd.
WEDSTRIJDPROBLEEM Nr. 1930.
Motto: „Pion" Nr. V.
Auteur: Louis Coutelan, Aries. B. du Rhóne.
Eerste Publicatie.
WIT
Stand in cijfers:
Zwart 15 schijven op: 1, 7-10, 12-14, 16-18,
21. 23, 27 en 28.
Wit 13 schijven op: 24, 26, 29, 30. 32, 34-36,
38, 39, 46, 48 en 49.
Wit speelt en wint.
Voorts geven wij voor onzen ladderwed
strijd nog ter oplossing de inzending onder
het motto: ,Un vétéran francais" Nr. V.. van
onzen Internationalen Problemisten Wed
strijd.
WEDSTRIJDPROBLEEM Nr. 1931.
Motto: „Un vétéran francais" Nr. V.
Auteur: Wijlen Gaston Beudin,
Roquevaire. B. du Rhóne.
Eerste Publicatie.
ZWART
WIT
Stand in cijfers:
Zwart 9 schijven op: 3, 8-10, 12, 14, 19, 20
en 25 een een dam op 16.
Wit 10 schijven op: 17, 21, 22, 27, 28, 32, 38,
39, 44 en 48 en een dam op 11.
Wit speelt en wint.
De zwarte schijf op 12 stond op 7. Wit
speelde als laatsten zet 6—11.
Oplossingen dezer beide vraagstukken wor
den gaarne ingewacht tot uiterlijk Maandag
avond 19 Juni a.s. bij den redacteur dezer
rubriek
OPLOSSINGEN.
Nr. 1923.
„Le Profane" Nr. II.
J. Visser Jr., Apeldoorn.
Op Zwart 1116 wint Wit door 3429
(Zwart 16:38) 29:18 (Zwart 38:29) 18—13
(Zwart) 9:18 ad libitum) 30—24 (Zwart 29:20
ad libitum) 25:12.
Opmerkingen der jury:
Is geen motief, doch een slotstand die
zeer dikwijls i.ook in partij-eindspelen) voor
komt. Ontleding al te eenvoudig, constructie
eveneens. Het is daarom al geen goed motief
omdat Wit zonder zwarte schijf op 2 of zon
der schijf op 6 óók wint. De zwarte schijven
werken dus niet mede.
Nr. 1924.
„Le Profane" Nr. XXV.
J. Visser Jr., Apeldoorn.
Op Zwart 1319 wint Wit door 2721
(Zwart 19:48) 21:3 (Zwart 48:30 gedwongen)
3:29.
Opmerkingen der jury:
Geen motief; is half-bastaard-motief van
Meaudre.
Overigens een bladprobleem van overbe
kende constructie.
ONZE LADDERWEDSTRIJD.
Hieronder publiceeren wij den stand van
onzen ladderwedstrijd (bijgewerkt t.'m wed-
strijdprobleem Nr. 1924). Deze luidt momen
teel als volgt:
Nr.
Deelnemers
Punten.
1.
J. van Steenwijk. Sloterdijk
145
2.
J. v. d. Vlugt, Haarlem
143
3.
H- _F. Antonisse, Santpoort
135
4.
D. Kleen, Heemstede (1)
127
5.
Jos. Weber, Haarlem
123
6.
A. Smit. Haarlem
111
7.
H. Berghuis, Haarlem
110
8.
J. B. Sluiter Jr.. Aerdenhout
109
9.
J. H. Hilders. Lisse
107
10.
F. van Marrelo, Haarlem
106
11.
Nicolaas Knopper. Heemstede
96
12.
Chr. Gerritsen, Bennebroek (1)
94
13.
J. van Berkum, Haarlem (1)
89
14.
W. Stroo, Haarlem (1)
87
15.
H. Auvent. Haarlem
81
16.
Joh. Knopper. Heemstede
71
17.
S. van Duijn. Abbenes
70
18.
A. v. d. Wiel. Velsen
68
19.
J. P. Exel Sr.. Bloemendaal (1)
68
20.
J. Geijteman, Haarlem
67
21.
J P Exel Jr.. Haarlem (1)
60
22.
C. M. Beek, Haarlem (I)
58
KI. Munsterman, Santpoort 56
H. v. d. Werff Jr., Haarlem 54
P. A. Nooij, Haarlem 48
H. W. Germeraad, Haarlem 43
H. G. J. Andriessen, Haarlem 43
Rudolf Antonisse, Haarlem 39
H. Beek, Haarlem (1) 34
H. Knopper, Heemstede 34
B. Henneke, Haarlem 28
J. Claus, Haarlem (1) 27
A. J. Luske, Haarlem 24
J. L. Veen, Heemstede 24
W. C. Groenings. Haarlem (1) 24
H. Greeuw, Haarlem 23
D. J. Terink. Heemstede 23
„Figaro", Haarlem 21
J. W. Luiten Jr., Haarlem 20
A. de Zwart, Haarlem (12 jaar) 17
C, Smit, Vijfhuizen 16
W. de Jong, Haarlem (10 jaar) 15
H. van Lunenburg Jr.. Haarlem 13
L. P. Huges, Haarlem <1) 12
W. van Daalen, Haarlem 10
J. F. v. d. Woestijne. Heemstede 9
W. J. v. d. Voort. Nieuw-Vennep 8
W. Jonkhof, Haarlem (1) 8
C. Rietman, Haarlem (1) 6
Mej. A. Schreurs, Haarlem (1) 4
W. Biere Jr.. Haarlem 4
J. F. v. d. Mark Jr., Haarlem 4
M. van Leeuwen. Haarlem 4
D. Boterbloem, Haarlem 4
J. Paap. Zandvoort 3
J. Siegerist. Haarlem 2
F. A. Berkemeier, Haarlem (1) 0
(1) Deze wonnen allen reeds eenmaal een
prijs.
Oplossingen, bijdragen, vragen, enz. te
zenden aan den Schaakredacteur van Haar
lem's Dagblad, Groote Houtstraat 93, Haarlem
EINDSPELSTUDIE No. 157.
No. 8 van den wedstrijd., 22e ladder).
Wit aan zet remise.
Stand der stukken:
Wit: Ka2, Tb2, Lb5, Pe4.
Zwart: Kgó, Df5, LhS, f6, hó.
De volledige uitwerking van deze studie
wordt verwacht.
SCHERTSPROBLEEM No- 61.
(No. 9 van den wedstrijd, 22e ladder).
Zelfmat in drie zetten:
Stand der stukken:
Wit: Kgl, Tal, Le4, Pg6, a6, e3.
Zwart: Kg3, Dh3, Pe6, f3, g2, g4, h4.
„Wij meenen de stukken te verplaatsen en
de ideeën te leiden, worden echter meestal zelf
door de levenlooze stukken verplaatst, door
de verleidelijke ideeën misleid!"
Dr. S. TARTAKOWER.
PARTIJ No. 762.
Gespeeld in den winterwedstrijd (193233)
van het s-Gravenhaagsch Schaakgenootschap
„Discendo Discimus".
Wit:
A. W. Hamming
Zwart:
G. W. J. Zitterstey n
GEWEIGERD DAME-GAMBIET.
1. d2d4
2. c2c4
3. Pbl—c3
4. Lel—g5
5. e2—e3
d7d5
e7 eó
Pg8 f6
PbS—d7
c7c6
De Cambridge Springs variant, door Pills-
bury gevonden, is m.i. niet geheel correct. Wit
krijgt op verschillende manieren het beste
spel, b.v. 6. Pf3, Da5; 7. Lf6:, Pf6:. 8. Ld3, enz.
of volgens Teichmann als 7e zet voor Wie Pd2,
gevoigd door Del, welke zet op Dc2 vóór heeft
dat een eventueel op b4 komende Looper
met a2a3 is te verdrijven. Zelfs de hoofd
variant uit Tarrasch' leerboek en Bogolju-
bow's „1. d2d4!". een monographic over de
dame-pionopening, leidt, weliswaar met Loo
pers van gelijke kleur, door een kort geleden
gevonden verbetering tot pionachterstand voor
Zwart.
Ik had echter door studie van de match
AljechinCapablanca de kracht leeren ken
nen van de opstelling Dc2, Tdl voor Wit, als
Zwart vroegtijdig c7c6 speelde: ook als
Zwart- zijn plan Da5 uitvoert, worden aan
hem na 6. Dc2 zeer hooge eischen gesteld.
De zet gold na een matchpartij Marshall—
Tarrasch voor slecht: echter blijkt uit de
betreffende partij Capablanca-Aljechin. waar
de zet weer werd opgegraven, dat Zwart een
moeilijk spel krijgt.
6. Ddl c2 DdS - a5
7. c4Xd5 Pf6Xd5
S. e3-e4 Pd5b4
Zwart wijkt af, de zet schijnt echter zeer
goed speelbaar te zijn. Aljechin en ook Tar
rasch speelden Pc3:. waarop Wit met Ld2 zijn
stuk redt en een, zij het ook moeilijk te hand
haven, overwicht in het midden verkrijgt.
9. Dc2-d2 Pb4-c2+
10. Dd2Xc2 Da5Xg5
11. Pgl—f3 Dg5—a5
Zwart heeft twee Raadsheeren, is echter in
de ontwikkeling achter gebleven. Met zijn
volgenden zet laat Wit eenige vereenvoudi
ging toe, met de bedoeling een duidelijk voor
deel te verkrijgen n.l. de insluiting van den
Raadsheer c8 en de heerschappij over de cen-
trumlijnen, terwijl Zwart het voordeel der
twee Raadsheeren inboet.
Daartegenover scheen mij de verzwakking
van de pionnenstelling van weinig beteekenis.
omdat Zwart geen stukken disponibel heeft
om daarvan profijt te trekken en ik er op
vertrouwde de ontwikkeling van Zwart defi
nitief te kunnen belemmeren.
12. g2—g3
13. Lfl-g2
14. O—O
15. Pf3Xd4
16 b2Xc3
LfS-b4
eó—e5
e5Xd4
Lb4Xc3
Pd7—e5
Nu gaat het cr om of Zwart de zwakke vel
den van den Damevleugel kan bezetten voor
dat Wit, door druk op b7 en bezetting der d-
lijn. de zwarte stukken in het defensief kan
dringen en de overhand verkrijgt.
Zwart heeft volkomen gelijk: zou Wit zijn
Damevleugel gaan verdedigen, dan zou Zwart
zijn ontwikkeling beëindigen en beter staan.
Wit heeft echter een zet, die zoowel voor
den aanval (druk op b7) als voor de verdedi
ging (c4 en a3) bevorderlijk is.
17. Dc2-b3 Da5—c7
Dit eerst lijkt me onjuist. Nu Zwart het
Paard laat terugdringen en de Dame terug
trekt, kan Wit ongehinderd zijn strategisch
plan uitvoeren en wordt Zwart tot volledige
passiviteit veroordeeld.
Noodig was druk op c4 door Da6 of Dc5.
18. f2—f4
19. Tal - bl
20. h2 - h3
21. Tfl—dl
Pe5-g6
O—O
Pg6-e7
Wit verhindert de ontwikkeling van den
zwarten Raadsheer naar b7, omdat op b6 en
Lb7 zou volgen Pe6, b.v. 21b6;. 22.
Td2, Lb7; Pe6, fe6:; 24. De6 f gevolgd door
Td7, met winst van een pion en de partij.
Zwart geeft dan ook deze mogelijkheid op.
21 .TaS—b8
22. Tdl d2 LcS—d7
23. Db3-a3
Een zet, zooals ik die meer (ten onrechte)'
toepas. Zwart staat slecht, heeft zich echter
door conscientieuse verdediging een eenigszins
dragelijke figurenopstelling verschaft.
Door rustig spel zou Wit echter, in zijn
reusachtige overmacht aan terrein, voldoen
de overwicht hebben behouden.
Wit benut echter, goed of slecht, de laatste
mogelijkheid de partij een eombinatoir ka
rakter- te geven, een lxeele partij positioneel
te spelen houd ik niet vol. Desalniettemin
krijgt Zwart onnoodig kansen.
23 .Pe7—c8
24. Tbl-dl PcS-b6
Pareert de dreigingen Pb5 en Dc5 en neemt
onverwachts den aanval op de zwakke velden
van den witten Damevleugel weer op( nu Wit
zijn Dame van het positioneel juiste veld
heeft weggespeeld.
Da7: verliest door Ta8 de partij en Wit had
wellicht het beste gedaan met Db3 het on
juiste van zijn 23sten zet te erkennen, ech
ter met prijsgave van een groot gedeelte van
zijn stellingsvoordeel.. In plaats daarvan..be-
proeft hij een fijn valletje, kon echter niets
bereiken als Zwart niet de schijndre}girig ,Pft5
met tempowinst had gepareerd.
25. Da5 c5 Dc7-c8
Nu heeft Wit gelijk gekregen; met Pa4
had de witte Dame weer naar d3 terug moe
ten gaan, waarop Zwart met Pb6 dezelfde
stelling weer bereikt zou hebben. Wit zou
vermoedelijk Dc4 hebben beproefd, waarop
Zwart eveneens Pb6 zou hebben moeten
antwoorden.
26 .Kgl h2
Nu gaat n.l. Pa4 niet meer omdat a7 hangt
en het Paard dus niet meer naar b6 terug kan.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
Dc5-a3
Pd4—f5
Da3Xa4
Da4Xa7
f4—f5
Da7 - a5
e4- e5
Pb6-a4?
c6c5
Ld7Xf5
b7—b5
Lf5—c6
TbS—b7
Le6-d7
Tb7—C7
De laatste acht zetten van Zwart zijn alle
gedwongen. Er dreigde nu e5—e6 omdat op
een Looperzet Td8 de Dame wint.
34. g3 g4 h7—h6!
Ik had de volgende combinatie in petto:
34Te8; 35. Td6, Te5:; 36. Dc7: en wint
35. Da5-b6 TfS-e8
36. Tdl—el c5c4
37. Td2—dó
Verhindert Lc6 en bereidt de volgende com
binatie voor.
37 .DcS—b8
38. Td6Xh6 g7Xh6
39. Db6Xh6 TeSXe5
De dreiging f5f6 is niet te pareeren.
40. f5 f6 Db8-f8
41. DhóXfSf Opgegeven.
Zwart is twee pionnen achter en ook zij'n
stelling is hopeloos.
(Aanteekeningen van den wit-speler in het
orgaan van D. D., Mei 1933).
OPLOSSING PROBLEEM No. 684.
(No. 2 van den wedstrijd, 22e ladder).
Stand der stukken:
Wit: Kc8, Da6, Tg6, Lh7, Pe4, Pf3, d2, f6.
Zwart: Kd5, Tf5, Pf4, c6, d3.
(Robert Braune, Gottschee).
1. Tg6—g4, enz.
Goed opgelost door: H. J. S. Beck en H.
de Ruyter, beiden te Bloemenaaal; N. E. Rost,
te 's-Gravenhage. M. D. L. Artz, J. J. H.
Bauer, H. Beck, S. Boer. C. Bos. J. Derogee,
C. van Dort, H. W. van Dort, F. F. Groos, J.
Hillebrand, J. Hoeksema. F. W. Hoogerbeets. J.
Hoogeveen, J. ten Hove, J. Jongens. K. Koe-
dooder, H. Meijer. A. J. Mooy. W. Nijenhuis,
W. J. Saeijs. Mevrouw Spoor, P. Rotteveel, J.
Schippers, H. J. Steenbergen, G. B. van der
Velde. C. Warlé. C. F. Weber en G. R. Weij-
land. allen te Haarlem; J. E Baalbergen en
L. A. Patoir, beiden te Heemstede: H. F. An
tonisse, J. Germeraad en K. Siegerist, allen te
Santpooxt (allen twee punten).
CORRESPONDENTIE.
Haarlem. A. J. M. 1. Kc7, Ke7!. J. S. 1. Ta2,
f5!: 2. Ta6, f4!
Deze Ruimings-Romein is moeilijker dan
•wij hadden gedacht.