KERSENPLUK DRAG HARLAN ARIE KNOESTER, badman bij de Mij. Zeebad te Scheveningen, was Donder dag 50 jaar bij genoemde maatschappij in dienst, bij welke gelegenheid hij door de badgasten gehuldigd wercU DE KERSENTIJD is weer begonnen en in de boomgaarden beeft men de handen vol werk t ook de jongeren helpen mee. DE EERSTE DAG van den grooten ADAC-tocht door het Harz- gebergte. De deelnemers hebben onderweg met grootc moeilijkheden te kampen. DOLLFUSS, dc Oosten- rijksche bondskanselier, heeft, alvorens naar Oostenrijk terug te keeren, waar zijn tegen woordigheid vereischt wordt in verband met de ongeregeldheden der laatste dagen, in de Economische Wereld conferentie te Londen sijn aangekondigde rede gehouden. JeoI£EtiI8K^Ë!:, op de excursie 95n de Rotïèrda®sche graanstudiccIüS naar Wageningen. CORDELL HULL, dc Amerikaansche minister van Bultcnlandache Zaken spreekt op de Economische Wereldconferentie te Londen. HET GOUDEN JUBILEUM van den Rottcrdamschcn Lloyd Ia Donderdag gevierd, waarbij In loods „Java" te Rotterdam de huldiging en de overdracht van een cadeau namens het personeel plaats vond. De aankomst van de directie aan de Lloydkade. FEUILLETON door CHARLES ALDEN SELTZER Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG. 31) Later op den dag, toen Haydon kwam en verbaasd keek naar de verlaten weide, wist hij, dat het oogenblik, waarop hij zoo lang had gehoopt, eindelijk kwam. Doodward was nergens te zien; Harlan, die in de smederij was, kwam naar buiten, zoo dra Haydon afsteeg. Haydon riep hem op scherpen toon en Harlan slenterde rustig naar den bandieten leider, die uitdrukking van spot en verachting opc het gezicht, welke altijd uitwees dat hij herrie verwachtte. Haydon kookte van woede, al probeerde hij 2ichzelf te bedwingen. „Waar is het vee?" schreeuwde hij heesch. „Op weg naar Willows Wells, waar jij het altijd hebt verkocht". „Op wiens orders?" Haydon's stem sloeg over van drift. „Van mij", klonk het antwoord. Harlan had kunnen uiteenzetten, dat de weide te klein was geworden voor het groote aantal dieren en zoodoende Haydon geruststellen. Doch hij sprak geen woord om de verdenking, die bij Haydon was opgekomen van zich af te wentelen. Integendeel, hij keek Haydon uitdagend aan. Hij zag, hoe de man niet in staat was, zichzelf te beheerschen en zijn blik werd bitter en onbeschaamd. „Wat scheelt jou?" vroeg hij. „Wat bezielt je? Om het vee weg te zenden, zonder dat ik er bevel toe geef", schreeuwde Haydon. „Ik heb toch zeker ook wat te zeggen? Alles zou in drieën worden gedeeld en dan ligt het voor de hand, dat ik evenveel recht heb om bevelen te geven'als jij en Deveny. Dat was de afspraak. Je bent baas of je bent het. niet. En ik laat me door niemand commandeeren. Je denkt toch niet, dat ik bij jou kom om het vak te leeren?" „Wel vervloekt", schreeuwde Haydon. Zijn oogen fonkelden, toen hij een stap achteruit deed en den rechterarm eenigszins boog. Harlan maakte geen enkele bewegingen tot tegenweer, doch zijn houding sprak alge- heele bereidheid om het tegen Haydon op te nemen. „Och ja", zeide hij langzaam, met opzet onverschillig sprekend. „Het moest er wel van komen. Nu zul je moeten schieten of je woorden intrekken. Ik laat me niet onge straft zoo afblaffen. Ga je gang maar!" Haydon bleef besluiteloos staan. De vingers van zijn rechterhand spreidden zich; de hand zakte iets dichter naar den holster van zijn revolver. Toen aarzelde hij, de hand gebogen als de klauw van een roofvogel, die op het punt staat, zijn prooi te grijpen. Als Haydon gestaan had tegenover een man met minder durf als ditmaal Harlan's ijzeren zelfbeheersching, welke hem in staat stelde, eiken tegenstander een kans te geven, voor hij hem het leven benam, iets zwakker was geweest, zou opnieuw de Star het tooneel zijn geworden van een schietpartij. Haydon dankte zijn leven aan de aarzeling, welke Harlan beroemd had gemaakt. Terwijl zij zoo tegenover elkaar stonden, begon Haydon zich langzaam rekenschap te geven van het feit, dat Harlan hem opzette lijk een kans gaf. Dit bracht een verandering over hem. De klauwachtige greep van zijn hand verslapte, onmerkbaar eerst, toen gestadig weg. De hand, die gereed was om toe te grijpen, zakte tot beneden den holster. Even later streek de man over zijn voorhoofd, als wilde hij een visioen, dat hem angst aanjoeg, ver drijven. Zijn gelaat werd bleek. Hij huiverde. Eens klaps begreep hij het groote wonder, dat zich hier had afgespeeld. Harlan's stem, koud. bijna zonder uitdruk king, deed hem opschrikken. ,„Dus je meende het niet?" „Nee!" De ontkenning volgde onmiddellijk. Haydon lachte zenuwachtig. Hij voelde, dat hij zich gewonnen gaf en zijn leven dankte aan Harlan. „Ik was een beetje voorbarig, Harlan. Het is ook zoo ongewoon, dat een ander hier op de Star zegt, wat er gedaan moet worden. Ik werd er een oogenblik nijdig om". „Dat is voldoende", antwoordde Harlan kortaf. Zijn stem was veranderd, niet meer dralend nu, maar hard en autoritair. Haydon staarde hem aan met nieuwe ver wondering. Hij voelde in Harlan's houding besef van macht en vasten wil om te heer- schen. Het scheen of Harlan met één slag hem het recht om te bevelen had ontnomen. Hij voelde zichzelf teruggesteld in 'n onderge schikte positie; hij kwam tot de erkenning, dat die voor hem stond, niet te weerstreven zou zijn. Machteloos en hulpeloos voelde hij zich en hij luisterde naar Harlan met vage ver bazing over zichzelf, omdat hij niet razend werd. ..Ik zal voortaan zeggen, wat er gebeuren moet, begon Harlan weer. „Met ae Star be moei ik me niet, maar ik neem de zorg op me voor de jongens. Ik heb Rogers opgedra gen het vee naar Willow's Wells te drijven en te verkoopen. De lui krijgen een grooter aandeel; dat verdienen ze. Ik heb gezegd, dat ze een dag vrijaf kunnen nemen in de stad als het vee verkocht is. Er moet een betere regeling getroffen worden. De jongens worden nijdig, als ze niet krijgen wat hun toekomt. Voor het vervolg za'. ik zorgen, dat zoo iets niet meer gebeurt. Je kunt onmogelijk baas blijven in een kamp als het onze. wanneer de menschen niet goed worden behandeld". Met toenemende verwondering luisterde Haydon naar hetgeen Harlan zeide. Hij meende iets te begrijpen van de motieven, welke zijn tegenstander tot handelen aan spoorde. Daarom was Harlan dus naar de Star ge- gekomen! Hij wilde leider zijn in het kamp, heerschën over de bandieten in het dal. Een man scheen het te zijn, die alleen haakte naar macht en autoriteit. Haydon begreep het. Hij zag. hoe Harlan alles wilde dwingen naar zijn wil. Hij wilde baas zijn in het kamp, wilde de Rancho Scco explolteeren, zich meester maken van Mor gan's goud en Barbara Morgan bezitten. De razernij welke Haydon bezielde, toen Harlan riep, overviel hem weer. Nog was zijn gelaat doodsbleek, maar de uitdrukking in zijn oogen kon niet worden misverstaan. Harlan zag het. Hij verwachtte, dat Haydon opnieuw zou uitbarsten over hetgeen hij hem nu had gezegd. Het was zijn bedoeling ge weest den man tot het uiterste te prikkelen. Zijn besluit den man neer te schieten stond vast en teleurstelling bekroop hem, toen Hay don op het laatste oogenblik den moed miste. Maar nu scheen zijn weloverwogen plan vrucht te zullen dragen. Er was voor Harlan geen andere uitweg. Haydon was een moordenaar. Hij had Lane Morgan neergeschoten en sedert maanden het da! geterroriseerd. Harlan zou elk plan hebben aanvaard, indien het mogelijk ware geweest, zijn doel te bereiken, zonder den tegenstander uit den weg te ruimen. Maar in dit land stond geweld tegenover geweld. Zijn eigen leven zou alleen veilig zijn. als hij voortdurend op zijn hoede was. Nooit mocht waakzaamheid verslappen Nimmer mocht genade gelden wilde hij slagen in zijn opzet, het meisje op de Rancho Seco te redden. En niet voor hij dezen man had on schadelijk gemaakt, zou het hem gelukken, de bende uiteen te drijven. Maar Haydon was zichzelf nu weer meester, al fonkelden nog zijn oogen. £ijn houding werd vastberaden zijn vrees voor Harlan scheen overwonnen. Heesch lachend begon hij; „Je had met met die praatjes goed op dreef. Drommels, ik was bijna overtuigd, dat jij voortaan hier de baas zou zijn. Ik werd er compleet zenuwachtig van. Maar kijk nou eens!" Hij stak zijn rechterhand uit naar Harlan strak, onbeweeglijk. „Jij bent vlug met schieten, maar dat zegt nog niet alles je kunt mij niet overdonderen. Omdat je Latimer hebt neergeschoten zijn de Jongens op jouw hand. maar dat maakt je niet tot den leider. Zijn ze allemaal weg?" „Woodward is nog hier". Harlan sprak langzaam. Zijn oogen waren voortdurend op den man gericht. Dit kalme optreden van Haydon was slechts een uiter ste poging om zich te handhaven. Haydon was niet van plan, zijn revolver te gebruiken, waarschijnlijk zou zijn bedoeling blijken, zich te beroepen op de bende, zoodra die terug keerde. ..Zoo! Is Woodward hier?" hernam Haydon lachend. Hij riep den man. Harlan zag Wood ward verschijnen achter een uitbouw van het ranch-huis en in hun richting komen. Woodward keek nieuwsgierig van den een naar den ander, niet wetend tot wien hij zich moest wenden. ..Woodward", beval Haydon. „rij als de bliksem do lui achterna en zeg hun, dat ze onmiddellijk terugkomen". Harlan begon te lachen. „Doe maar precies, wat hij je ver telt. Woodward!" zeide hij vriendelijk" Hay don weet. dat ik hem het licht uitblaas, zoodra <c vertrekt!" ..Wat bedoel je?" stoof Haydon op. „Als Woodward de lui achterna gaat, schiet (Wordt vervolgd);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 15