Opgravingen te Utrecht. - De rennen om de „Grand Prix de Paris". DRAG HARLAN OP DE HAAGSCHE GROENTEN VEILING is momenteel een groote omzet in ièslta aardappelen, daar de onde aardappelen ten einde Ioopen. Het verwerken van vaten malta's. OP DEN „DlIITSCHEN LIEDERDAG" namen ongeveer tienduizend zanger» deel aan een massaconcert, dat door den Berlijnschcn Zangcrsbond voor het Rijksdaggebouw in de Duitsche hoofdstad werd gegeven. HET EMPIRE STATE BUILDING TE NEW YORK ALS BLIKSEMAFLEI DER. Het gelukte een jeugdige bewo ner van New York tijdens een onweer het oogcnblïk te fotografccrcn, waar op de bliksem insloeg in het Empire State Building. - De bliksemafleiders zorgden er echter voor, dat het hemel vuur geen schade aanrichtte. BIJ DE GROOTE RENNEN TE LONGCHAMP om de „Grand Prix de Paris" heeft „Cappiello", eigenaresse Lady Granard, de eerste prijs gewonnen. EEN VROOL1JK LIED van de leden van het Amerikaansche Congres aan het einde der jongste gewichtige zittingsperiode. DETSJECHO-SLOWAAKSCHEMINISTERVANBUITENLANDSCHE ZAKEN, Bencsj, heeft een conferentie gehouden met Paul Boncour. De beide diplomaten worden door journalisten ondervraagd naar den aard der besprekingen. ONDER LEIDING VAN PROF. VOLLGRAF fs men op het oogenblik bezig met opgravingen op het Domplein te Utrecht. Zorgvuldig wordt alles ter zijde gelegd om later uitgezocht te worden. FEUILLETON door CHARLES ALDEN SELTZER Naar het Amerikaansch door HENRI VAN DE WEG. HOOFDSTUK XXXI. ZONSONDERGANG Red Linton was hersteld er behoefde niet meer aan te worden getwijfeld. Want al zag Linton nog bleek, hij voelde zich weer sterk. Zijn oogopslag was als vroeger nu hij glimlachend naast Barbara Morgan stond, bij den ingang van de patio op de Rancho Seco. Barbara zat op een bank, leunend tegen den muur van het woonhuis. In haar kleu rige japon leek zij voor Linton de verwerke lijking van een heerlijken droom van een droom die hem zich wonderlijk te moede deed voelen. Barbara keek hem peinzend aan, zoo ver langend ook, dat Linton beslopen werd door jaloersche gedachten. „Hij verdient het niet, zoo'n beest van een kerel!" „Wat verdient hij niet?" vroeg Barbara. ','U", mompelde Linton verlegen. „Drom mels ik wist heusch niet, dat ik hardop stond te denken. Ik zit leelijk in den val". „Wie verdient mij niet?" vroeg Barbara weer. „Harlan natuurlijk!" verzekerde Lmton. het meisje wonderlijk aankijkend. „Hij is immers niet in staat ernstig te denken over een meisje als u". „Heeft, hij dan wel gedacht?" Zij sloeg haar oogen neer voor Linton, die spottend lachte. „Gedacht! Hij praatte er voortdurend over. Zoolang we bij elkaar lagen in die groote kamer om een beetje te bekomen van den schrik. De man deed niet anders meer. Hij wou over niets anders hooren. Toen ik hem vertelde, dat de gouverneur hem liet ge- lukwenschen. zei hij: Red. je denkt toch niet. dat zij het met mij zou durven wagen met een kerel die zoo'n reputatie heeft?" Linton keek haar tersluiks aan en zag, dat zij bloosde. Hij hield de hand voor den mond om niet te laten merken, dat hij zich bijna niet langer kon inhouden en ging voort: „Ik zei direct, dat die vraag veel te onbe schaamd was om er op te antwoorden. Har lan, je bent een vervloekte gek. zeg ik Neem me niet kwalijk, juffrouw Barbara. Een meisje als juffrouw Barbara gooit zich niet weg aan den eersten den besten bandiet, zeg ik. Denk dat maar niet. Hij is immers een bandiet in hart en nieren, juffrouw. Hoe komt hij anders aan die reputatie. Door en door slecht is hij. Geen greintje goeds zit er in hem Waarom kon hij het zoo goed vinden met Haydon? En waarom liet hij u overal buiten, hoewel het zijn plicht was geweest er met u over te praten? Ba!" „Dat was toch niet zoo onbegrijpelijk, Lin ton", meende Barbara. ..Hij vertelde mij bang te zijn geweest, dat ik hem onwille keurig zou verraden en dan had hij niet kunnen doen, wat hij gedaan heeft". Linton wendde zijn gezicht af om vroolijk- heid te verbergen. „U wilt toch niet beweren, dat hij gedaan heeft, wat hij kon?" „Toch wel, Linton". „Drommels! Wat zijn vrouwen toch won derlijk. U wilt toch niet beweren, dat hij beter is. dan de menschen van hem zeggen, dat zijn reputatie niet verdiend is? Dat het een eerlijke kerel is?" „Dat geloof ik juist wel", antwoordde het meisje met nadruk. Linton bleef een oogenblik zwijgend voor zich uitstaren naar de zon. die laag dreef boven den westelijken horizon. „Het is heel gek, juffrouw", verbrak hij tenslotte de stilte. „Maar ik begin het zelf ook te gelooven. Kleine dingen wijzen er op. Allereerst de manier, waarop hij in Lamo uw partij koos. Dan zijn gedrag, toen hij u naar de ranch bracht. U waart alleen, maar hij viel u niet lastig. Toen bleef hij wacht houden om te zorgen, dat Haydon of Deveny niets konden beginnen. Vervolgens maakte hij mij voorman, wat er op wijst, dat hij nog zoo dom niet is. Tenslotte trekt hij het dal in om uw broer te helpen bij de groote afreke ning met de bende, waarbij hij toch maar zijn leven heeft gewaagd. En al dien tijd wist hij. waar uw vader het goud geborgen had. Maar hij raakte niets aan. voor de zaak met Deveny uit de voeten was en hij u zonder gevaar kon laten zien. dat alles er nog was. Werkelijk juf frouw", voegde hij er aan toe, raadselachtig lachend wat het meisje evenwel ontgin:t, „je zou heusch gaan gelooven, dat hij to vertrouwen is". ..Maar natuurlijk Linton!" verdedigde zij Harlan met vuur. „Maar dat is hij natuurlijk, Linton!" ver dedigde zij Harlan met vuur. Weer ontstond een diepe stilte. Toen „Vindt u niet, dat hij er altijd even aardig uitziet?" „Hij is echt knap!" Het meisje bloosde weer. En Linton lachte. Hij kuchte voor hij her nam: „Och. dat is misschien wat veel gezegd. Maar ik het zoo niet, als een man een knap gezicht heeft. Hij is niet leelijk, maar ik zou niet graag beweren, dat hij knap is. Het zal er zoo'n beetje tusschen in zijn. Hij ziet er niet slecht uit in elk geval". „Hij is heusch knap. Linton!" „Voor een vrouw misschien. Er zijn heel wat vrouwen, die hem maar al te graag zien verschijnen". „Waar. Linton?" vroeg zij snel. „Daar in Pardo, juffrouwa Er is daar in zoon eethuis een buffetjuffrouw, die hem den heelen dag naliep. „Er is toch niets tusschen hen geweest?" vroeg zij moeilijk. „Welnee! Hij was wel wijzer. Hij heeft nooit met vrouwen kunnen opschieten. Vroeger was hij zelfs bang voor ze. Wat dat betreft is hij wel veranderd Tegenwoordig loopt hij zelfs buiten als de maan schijnt. Ik werd er naar van, als ik het moest aanzien. U niet?" „Nee". „Vreemd is dat. Ik dacht, dat u hem niet erg graag mocht. Al kan ik begrijpen, dat u blij zult zijn. wanneer hij weer terug is uit' Pardo. waar dat goud moet worden gekeurd". „Hij kan voor donker hier zijn, Linton. Ik zal blij zijn, als hij er is". „U hoopt zeker, dat het goud van een be hoorlijk gehalte blijkt?" .Ik hoop. dat hij veilig thuis komt". „Kan dat goud u dan niets schelen?" „Nee". „U geeft dus alleen maar om hem?" „Je raadt het. Linton". „Wat is dat vreemd, juffrouw", klonk aar zelend het antwoord. „Wat?" „Dat ik precies zoo over dien kerel denk". Zij keek hem plotseling scherp aan en merkte de vroolijke uitdrukking van zijn oogen. Verwijtend riep zij uit; „Je hebt me staan uithooren. Linton". .Neem me niet kwalijk, juffrouw Barbara. Maar hij is mijn vriend en ik was een beetje bang dat u hem zoudt afwijzen, als hij de stoute schoenen aantrekt". Zij lachte vroorlijk. „Dat heeft hij al lang geleden gedaan. Lin ton. Onmiddellijk, nadat de dokter hem ver lof had gegeven om na zijn genezing op te staan?" Linton nam haar bij den arm, trok haar overeind en deed haar kijken naar het westen, waar een ruiter naderde, hoogstens drie mijl van hen verwijderd. Linton liet haar alleen en liep, nog niet' volkomen gerustgesteld, naar een van de schuren, waar hij de komst van den ruiter kon gadeslaan. Toen hij zag, hoe deze zijn paard eerst inhield vlak voor de deur van de patio, lachte hij tevreden en zocht htf de anderen op. die in de keuken waren. De zon dreef tusschen de hooge bergen in het westen, toen Harlan vermoeid en be stoven bij de bank, waar Barbara zat, uifc het zadel sprong. Als Linton had gezien, hoe deze menschen elkander begroetten, zou htf niet langer hebben gepiekerd over de toe komst. Barbara had geen ook voor het stof op Harlan's mouwen, zoomin als zij het merkte op zijn schouder, toen zij haar hoofd tegen hem aanvleide. Want beiden staarden over het dal. naar de ondergaande zon, die een kleurenpracht tooverde op de wolken, als eens een avond, maanden geleden. „Het goud is niet de moeite waard om er over te praten", vertelde hij haar. „Ze ver telden me in Pardo nog hoe dat soort eigen lijk heet. maar het drong niet goed tot me door. Ik begreep alleen maar. dat je vader er verloren moeite aan heeft besteed". „Het geeft immers niets! Ik 'oen tevreden", zelde het meisje. „Ik ook", glimlachte Harlan. „Sommige dingen zijn meer waard dan goud". „Geluk", antwoordde Barbara peinzend. „En een meisje", verzekerde Harlan. „En een man", voegde Barbara er stralend aan toe. Zij bleven bij elkander zitten, totdat de kleuren doofden boven het dal en de verre bergen verschemerden in den vredigen nacht. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9