LETTEREN EN KUNST
Nieuwe Uitgaven.
MET TENT EN CAMERA OP
DE SHETLANDS
Examen gedaan
en niet geslaagd
DINSDAG 4 JULI 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
5
K
HET TOONEEL
CIRCUS RAUSCH
door de
DELFTSCHE STUDENTEN.
Wanneer de heer Mannus Franken ons niet
bij de voorbesprekingen uitdrukkelijk had
verzekerd, dat directeur Rausch aan den
grond zat. dan zou zeker wel niemand van de
1200 bezoekers Zondagavond geloofd hebben,
dat het met zijn circus op 'n eind liep. Want
deze circus-voorstelling was zoo tip-top ver
zorgd en zoo in alle opzichten „af", dat wij
het Circus Rausch nog wel tientallen jaren
zouden hebben gegeven.
Dat was wel de voornaamste indruk van
deze circus-voorstelling der Delftsche Stu
denten ter gelegenheid van het 17de lustrum
van hun corps. Men dacht hierbij niet meer
aan „amateurisme". Het leek alles „volkomen
echt", ja, het was zelfs zoo goed. dat wij ge
heel vergaten met liefhebbers te doen te heb
ben. En toch waren zij allen amateurs tot de
stalknechts, de grooms, de programma-ver-
koopers en de verhuurder van de „kussens
voor de harde banken' toe. Als het gat in het
zeil er niet geweest was, zou je moeite heb
ben gehad te realiseeren, dat het hier geen
gewone circusvoorstelling was.
Wat de Delftsche studenten op dit gebied
hebben gepresteerd was werkelijk bewonde
renswaardig. Het liep alles om in de circus
taal te blijven, gesmeerd als op rolletjes, het
programma was rijk gevarieerd en er was in
de opvolging van de nummers het razend
vlugge tempo, dat wij in een circus nu een
maal gewoon zijn. De illusie van het circus
was volkomen reeds bij dat eerste nummer,
de 4 Borodini's, 2 heeren en 2 dames, die
voltigeer-staaltjes te paard lieten zien, welke
het publiek „paf" deden staan. En daarna
die alleraardigste entree der 3 „Augusten",
allen even voortreffelijk gegrimeerd en op
tredend met een Schwung en een brio. zooals
je het in een echt circus niet beter kunt ver
wachten. De circus-sfeer was er in die tent
bij deze nummers volkomen. Zij was er ook
bij den illusionist, professor Dr. Gorgonzola
Galestrao, bij het in vrijheid gedresseerde
edelpaard Othello, voorgesteld door directeur
Rausch, die in circus-deftigheid niet voor wij
len Oscar Carré behoefde onder te doen. in
het verrassend optreden der 2 gebroeders
Jackson in hun lucht-aorobatiek een num
mer van verbluffende lenigheid en vlugheid
in het hoogeschoolnummer van Fraulein
Rausch gereden op haar twee „volbloed-paar
den".
En het werd zoo mogelijk nog beter na
de pauze. Daar kregen wij bijvoorbeeld „Los
8 Hidalgos", quadrille-rijden van 4 dames en
4 heeren in Spaansch costuum. een nummer
zóó keurig van uitvoering en zóó aristocra
tisch van allure, als wij het in een gewoon
circus maar heel zelden zullen zien. Het was
waarlijk geen wonder, dat het publiek met
daverende bravo's hierop reageerde.
Maar het allerbeste circus-nummer was
misschien nog ,.De Mysteriën van de
Jungle", de grootsche Oostersche Pantomime,
waarin blank en bruin tegen elkaar streed en
de aan de martelpaal gebonden blanke vrouw
door het bleekgezicht gered werd en te paard
werd ontvoerd, achtervolgd door haar bruine
belagers in ruischende wit zijden kleeding op
hun brieschende rossen. Dat was gewoon
voortreffelijk van regie en hierin heeft Abra
ham van der Vies het hoogtepunt van de
voorstelling bereikt.
Het was hoogst komisch in zijn parodiee-
ring, die toch geen oogenblik over de grens
ging. Want hier was steeds volkomen de
circus-romantiek in de uitvoering met haar
licht-effecten, de Oostersche balletten, de op
windende tam-tam-muziek, precies echt in
zijn ernst en in wezen toch zoo heerlijk ridi
cuul. Een verrassend goed nummer, dat tot
kunst werd dank zij den regisseur. Want Van
der Vies gaf hier in dit nummer de essence
van de zoogenaamde „circus-kunst", uiterst-
fijne parodie, zoo prachtig geslaagd, omdat
zij al weer ook in haar dwaasheid als
precies echt aandeed.
Dit circus Rausch nu. dat in niets onder
deed voor een professional-circus, was zoo
goed, dat het eigenlijk schade deed aan het
spel, waarin het door den ontwerper, den
heer Franken, geplaatst was. Want dit cir
cus trok zoo geheel de aandacht, dat men dit
spel er bijna geheel door vergat. Wat
waarschijnlijk in de gedachten van Franken
hoofdzaak is geweest de 'geschiedenis
van den kleinen man werd bijzaak'. De fout
in dit spel was, dat dit circus eigenlijk te
goed. te welvarend, te rijk was- Het circus
was hier in vollen bloei, in plaats van in dé
confiture. O, het publiek zou het zeker niet
anders gewensch.t hebben en wij ook niet
want het heeft zicht- en hoorbaar genoten
van dit ouderwetsche ..paardenspel". Maar
dit circus drong het spel van Franken geheel
op den achtergrond. De historie van den
„kleinen man" kreeg niet voldoende relief
in deze voorstelling. Hij stond niet in het
midden van de schijnwerpers. Men geloofde
nauwelijks aan het „gat in de tent"; dat
bleef enkel decor. En laten wij het maar eer
lijk bekennen: de tekst van Franken was ook
niet belangrijk genoeg. Hierdoor slaagden
de nummers van de clowns, die dezen tekst
te zeggen hadden, ook het minst. Zij hadden
er geen houvast aan, zij misten de stof om
op voort te borduren. In deze nummers, die
de gedachte van Franken tot leven hadden
moeten brengen, voelden wij. dat wij met
amateurs te doen hadden. Hier traineerde
de handeling soms juist erg gevaarlijk, en
er werd als het ware door gemanifesteerd,
waar de zwakke plekken van Franken's spel
lagen. Nu werd hier ook iet-s anders van de
spelers de clowns verlangd en wel meer
dan imitatie alleen, maar zuivere fantasie
en daarin schoten zij te kort, omdat zij
geen kunstenaars zijn. Want tenslotte zijn
acrobaten en paardrijders kunstemakers en
de goede— clowns kunstenaars.
Daar ligt het verschil. Een Buziau of de
Fratellini bijv. hadden door hun brio, hun
fantasie en vooral hun tempo over deze
zwakke plekken heengespeeld. Het tragische
slot van Franken's spel maakte nu een wat
vreemden indruk, omdat de voorstelling met
zijn licht en fleur en klatergoud er te weinig op
had voorbereid. Dit lag niet aan den „kleinen
man", die zijn rol zeer goed speelde hij had
in heel zijn houding en doen het onhandige
en stuntelige dat van hem verwacht werd
maar de paarden en de circusartiesten liepen
hem ook figuurlijk onder den voet.
Zoo kwam de diepere gedachte, het pro
bleem, dat Franken in zijn Circus Rausch
heeft willen stellen, nauwelijks of niet tot
zijn recht. Maar het is zijn groote verdienste
geweest, dat hij den studenten gelegenheid
heeft geboden deze circus-voorstelling in zijn
spel te kunnen geven. Want deze is voortref
felijk geslaagd, beter dan men het had kun
nen verwachten. Zij was zooals ik schreef
prima, ver uitgaande boven gewoon ama
teurisme. Voor een groot deel is dit te danken
aan de regie van Abraham van der Vies, die
in dat circus het tempo heeft weten te bren
gen en de volkomen illusie. Jammer, dat hij
in het ..spel' van Franken ook niet dat tempo
wist te houden en hij met zijn fantasie niet
wist aan te vullen, waar de tekst hem te wei
nig gaf. En ook komt een groot deel van het
welslagen toe aan de paardendressuur van
den heer Harry Lysen.
Als geheel was het een voorstelling, die het
publiek te recht in een uitbundig fees
telijke stemming bracht. Wij hebben na jaren
eindelijk weer eens een circus gezien, een
echt „paardenspel" en wij hebben ons
dank zij de studenten 'n veertig jaar jon
ger gevoeld. Daarvoor kunnen wij hun niet
dankbaar genoeg zijn.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
ORGELCONCERT.
Ir. de Kapel „Nieuw Vredenhof' heeft de
organist Egbert Vos Maandagavond een rijk
gevarieerd programma ten gehoore gebracht,
een programma, welks uitvoering een vrij
duidelijk beeld kon geven van de mogelijkhe
den, die het orgel der Kapel biedt, maar ook
van de grenzen dier mogelijkheden. Het
scheen me toe dat de eischen, welke Bach's
Toccata in c stelt, die grenzen overschrijden.
Een tekort aan kracht en kleur deed zich
gevoelen. De motief-herhalingen vragen ver
scheidenheid van registratie, ook in het pedaal
en voor een krachtigen klank in het hoofd
werk is een rijkdom van labiaalstemmen noo-
dig. Zoo kon de auditie van de Toccata mij
niet geheel bevredigen, ook doordien de or
ganist hierbij nog niet voldoende ingespeeld
bleek.
Met Couperin's „Soeur Monique' verander
de de situatie. Hoewel dit karakteristieke toon
gedichtje in rondo-vorm eigenlijk voor clave
cin geschreven is, vermocht Egbert Vos ons
door middel van het orgel het beeld van het
vrome kwezeltje, dat ook een oogenblik drif
tig uitvaart, duidelijk voor oogen te stellen,
Van de orgelsonate in c kl. t. van Mendels
sohn bevielen mij het Adagio en de Fuga het
best. Het Inleidende Grave doet meer gewich
tig dan het is en het Allegro maestoso blijft
erg aan de oppervlakte, maar het Adagio
beeft een intimiteit die den weg voor Franck
schijnt te effenen en de Fuga is een knap
stuk contrapuntiek met een mooie stijging.
Grootmeester Franck herkenden we ook in
het „Prière du Matin' van Jos. Jongen, doch
in dit geval was Franck de wegbereider. De
seveene stemming en de fijne polyphonie van
dit „Prière" zijn zonder Franck nauwelijks
denkbaar. Jongen's ..Angelus" 'sluit zich meer
bij den stijl van den vroegen Debussy aan en
schijnt me toe minder hoog te staan. Zijn
.Prière du Soir" is somber van toon; het f kl.
t. klinkt na het E gr. t. en G gr. t. van de
voorafgegane werkjes als een verduistering
der gemoedsstemming.
Ik heb Vos' vertolking dezer werkjes met
groot genoegen gehoord, ik hoorde ook met
instemming zijn voordracht van het 1ste deel
ran Rheinberger's Sonate in a kl. t.: dege
lijke muziek met een interessante koraalbe
werking als tweede themagroep Min of meer
pastorale indrukken wekte het Intermezzo van
.'enzelfden componist en de Koraalfinale
„Halleluja lofgezongen" van den organist zei-
ven bracht ons even een fragment uit het
eerste hoofddeel van Schubert's groote C-dur-
Symphonie in herinnering, maar de afwisse
ling en de glans van Schubert's geniaal werk
bleven verre. Er was wat te weinig verschei
denheid. er waren te veel sequensen in deze
compositie, en de stijging scheen me meer
door uiterlijke dan door innerlijke factoren
verkregen.
Het schitterende zomerweder heeft onge
twijfeld belemmerend op het bezoek aan dit
orgelconcert gewerkt. De weinigen die opge
komen waren zullen waarschijnlijk evenals ik
met belangstelling en voldoening het orgel
spel van Egbert Vos hebben beluisterd.
K. DE JONG.
Hoe het groeide, door Knut Hamsun.
Bij van Loghum Slaterus' Uitgeversmij te
Arnhem kwam in volksuitgave uit Hoe het
groeide, den bekenden roman in twee dee-
len van Knut Hamsun, bekroond met den
Nobelprijs. Margaretha Meyboom vertaalde
het werk uit het Noorsch.
Moderne bouwkunst in Nederland
Ir de serie .Moderne bouwkunst in Ne
derland", uitgegeven bij W. L. en J. Brusse
N.V. te Rotterdam, is als no. 7 verschenen:
„Het Landhuisje en de boerderij".
Het werkje bevat tal van fraai uitgevoerde
afbeeldingen van moderne landhuizen en
boerderijen en ook zeer vele plattegronden.
Van de straat tot de macht.
De Uitgeversmaatschappij „De Amsterdam-
sche Keurkamer" te Amsterdam geeft uit:
.Benito Mussolini, van de straat tot de
macht", door Giorgio Pini in de geautori
seerde vertaling van Ellen Forest.
Het boekje geeft een duidelijk beeld van de
belangwekkende persoonlijkheid van den be-
heerscher van Italië.
Nederland en het anti-semitisme
Bij H. D. Tjeenk Willink en Zoon. N.V. te
Haarlem, heeft het. licht gezien: „Wij Ne
derlanders en het Anti-semitisme" door Mr.
N. de Beneditty. Het is een open brief aan Ir.
E. Engberts, den schrijver van „Het antise
mitisme critisch bezien."
Serie „Weten en Kunnen".
In de Serie „Weten en Kunnen" (N.V. Uit
gevers Mij. Kosmos, te Amsterdam) zijn weer
3 nieuwe nummers verschenen: Het Pentee-
kenen door J. Gódefroy; Hoe leer ik zwem
men? door H. H. van Schagen en: Hoe leer
ik schaken? door B. J. van Trotsenburg (alle
derde drukken).
Op het vogeleiland Noss.
Sinas drie weken kampeeren we nu in
het Noorden, op het kleine vogeleilandje
Noss, een der westelijke eilandjes van de
Shetland-archipel. We kwamen hier na een
zeer genoegelïjke en boeiende reis met een
Katwijksche logger die ons meer dan 500
mijlen naar het Noorden voerde om ons ten
slotte in Lerwick, de hoofdplaats van de uit
gestrekte eilandenreeks en de Noordelijkste
haven van het Britsche rijk aan wal te zet
ten.
De stad ligt zeer gunstig tegen de rotsen
kust van het heuvelachtige Mainland, heeft
een prachtige ruime haven met een goed
beschutte, diepe baai, die gevormd wordt
door de Bressay-sound.
Hier ankeren de buitenlandsche drifters,
trawlers en loggers, allemaal visschers-
schepen, want Lerwick is in dezen tijd van
het jaar het centrum van de haringvïsscherij
De haven zelf ligt vol met Engelsche. Schot-
sche en Shetlandsche drifters, die eiken dag
uitvaren om tegen den avond de vleet, het
groote haringnet te schieten, 's Nachts
wordt er gehaald en tegen den morgen ver
schijnen ze weer in den haven om de ge
vangen buit visch aan den markt te kun
nen brengen. Ten Noorden van den haven
strekken zich de onafzienbare etablissemen
ten uit van de haringpakkers en ook aan
den overkant van de Sound op het eiland
Bressay rijen zich de onsmakelijke loodsen
waar de haring gekaakt wordt en ingezou
ten. Dat haringkaken geschiedt door Schot-
sche meisjes, die de teelt, het geheele
haringseizoen meemaken. In den beginne
van de teelt is de haringvangst voorname
lijk op deze breedte van belang; hoe verder
in het seizoen, hoe meer de haring naar het
zuiden trekt. De geheele visschersvloot trekt
met de haring mee naar het zuiden en zoo
reizen ook de Schotsche meisjes, de
„herringcutters" mee met de haring, al maar
zuidelijker, tot dat ze weer in de Schotsche
regionen terecht komen, 's Winters zijn ze
weer thuis, brengen deze in eigen familie
kring' door en dit is misschien wel de reden
dat ze door hun zomerwerk niet geheel ver
ruwen, zooals dat toch zoo vaak het. geval
is met girls die dag in, dag uit, winter en
zomer verruwend en afstompend werk ver
richten in fabriek of grootbedrijf.
Reeds bij de eerste kennismaking gaat
men beseffen dat het hier voornamelijk de
vischvangst is, waarvan men leeft, en dat de
rijkdommen hier in de onuitputtelijke zee
schuilen en niet in den bodem. Het geheele
land is zonder boomen of struiken, alleen
achter uit breuksteen opgestapelde muur
tjes, die men hier „dyke" noemt, zagen we
hier en daar wat armetierige wilgen of
vlierstruiken, voor de rest bestaat de bodem
uit rotsen: zandsteenformaties en leisteen-
lagen en daarop heeft zich in den loop der
evolutie een humuslaag gevormd die het
water kan opnemen en op deze sponsachtige
veenlaag kan 'de lage vegetatie zich ont
wikkelen. die zooals het een Noordelijk ge
west betaamt zeer soortenarm is en waar
door het land een aspect krijgt met arcti
sche allures. Dit is het kenmerk van het
Noorden: arm aan soorten, maar rijk aan
individuen en dat zouden we ook in de
vogelwereld bemerken.
Zoo zouden we Lerwick behalve een vis-
schersplaats ook een meeuwejistad kun
nen noemen. Nog nimmer zagen we zulke
aantallen meeuwen als hier, vooral het aan
tal zilvermeeuwen, die de Er.gelschen „her-
ringguli" noemen, is onrustbarend. Overal
klinkt hun klagend geschreeuw, alle stan
gen, masten, meerpalen, kademuren, daken
en wallen dragen blanke zilvermeeuwen en
boven de binnenkomende drifters wolken ze
in dichte drommen, elkaar onder aan
houdend gekrijsch het afval betwistend, dat
over boord geworpen word.
Noss bevalt ons perfect en overtreft onze
stoutste verwachtingen. Het. is net. groot ge
noeg om er flink op rond te sjouwen er.
de eiken dag herhaalde klauterpartijen
langs het rotsenstrand en de grillige klip
kust met zijn ontelbare vogels blijven een
attractie van den eersten rang. Het wordt,
afgezien dan van de vele vogels, konijnen
en wat schapen, alleen bewoond door den
schaapherder met zijn gezin, bestaande uit
z'n vrouw en drie dochters.
Onze öubbeldaks tent staat achter het
muurtje van den moestuin, vlak bij de res
ten van een oude steenen molen- en wij zijn
dag en nacht omringd door de vogels. Boven
op^den molen zitten in den regel een stuk
of wat maliemokken. Noorsche Storm
vogels. een albatrosachtige vogel, die je in
Holland alleen dood of stervend aan het
strand vindt. Af en toe komt- een raaf over
zetten, met zwaar en sonoor stemgeluid en
de bonte kraaien, die hier telkens In de
buurt van de tent scharrelen, brengen een
Hollandsche Novemberstemming. Ongeloof
lijk mooi zijn de troepen drieteen meeuwen
die gestaag langs de kust trekken. Prach
tige, blonde meeuwtjes, hagelwit aan de
onderzijde, licht meeuweublauw van boven
en met zwarte vleugelspitsen. Soms trekt
zoo'n schare telkens zwijgend voorbij, hon
derden en honderden. Maar plotseling be
gint er een in de voorste linie te roepen en
dat werkt aanstekelijk. Dan is het net een
lange collonne soldaten, met muziek voor
op. Weldra zingen ze allen mee „Kitty-
wake, Kitty-wake" en als de achterblijvers
passeeren, verstomt reeds het. geluid der
voorsten. Roepend gaan ze verder langs de
kust. Maar plotseling is het „baden" gebla
zen. Zwenkend en zeilend, zwaaiend en
keerend valt de bende omlaag en strijkt op
het blauwe, groen doorstreepte water voor
de kust. Het zijn echte) koionie-öieren met
een kudde geest en als we ze met den kijker
volgen en gadeslaan, blijkt de geheele troep
zich te poedelen in het zilte nat. Alles
schijnt op commando van een onzichtbare
leider te geschieden, want nauwelijks is de
laatste aankomende gereed met zijn bad,
of de troep staat weer op en gaat zingende
en joelende verder. Aanstonds komen ze
weer terug in gesloten formatie, zwijgend
zoodat we hun zwiepende vleugelslagen kun
nen hooren, als ze over de tent scheren. En
dat gaat zoo dag en nacht door. Van
„nacht" mag je eigenlijk niet spreken, want
geheel, donker wordt het nu nimmer. Om 12
uur 's nachts lezen wij in de gesloten tent
nog zeer genoegelijk de krant en de brie
ven uit Holland. Dan is de zon net onder,
in het Noord-Westen ziet de lucht nog rood.
En om half twee komt de zonneschrijf al
weer boven de horizon en verlicht met
gouden stralen de hooge Noup of Noss, de
meer dan 200 M. steil uit zee op rijzende
klipkust aan de Noord-Oostzijde van ons
domein.
JAN P. STRIJBOS.
NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM
Vergelijkend overzicht over Juni 19331932
Aantal behandelde posten 12310 v. j. 11371.
Aantal inlagen 7748 v. j. 7103.
Aantal terugbetalingen 4562 v.j. 4268.
Ingelegd f 459.448.05 v. j. f 414 652.39.
Terugbetaald f 412,25709 v.j. 510.707.79.
Meer ingelegd f 47.190.96 minder v.j. 96.055.40.
Aantal nieuwe boekjes 229 v.j. 183.
Aantal afbetaalde boekjes 115 v. j. 137.
Spaarbusjes op 30 Juni 1933 in omloop 3402.
Geledigd in Juni 1933: 280 busjes met totaal
inhoud f 5211.87.
Aantal verhuurde kluisloketten op 30 Juni
1933: 411.
EXAMENS.
STEDELIJK GYMNASIUM HAARLEM
Geslaagd voor diploma A: de dames Chr.
Bartstra, Chr. L. H. J. E. A. Koenigs, E. M.
Fonkert, de heeren S. Simons, H. Ittmann, S.
Kooi, J. E. Wagenaar, C. M. Briët, J. Vare
kamp. Met 4 candidaten wordt het examen
voortgezet. Na verlengd examen alsnog ge
slaagd voor diploma B: mej. J- Josso. de hee
ren C. Maschhaupt en G. van den Wall Bake.
TOELATINGSEXAMEN CHR. LYCEUM-
TE HAARLEM.
(Reeds in een deel van een vorige
oplaag opgenomen.)
Toegelaten tot de eerste klasse: W. van
Akkeren, E. Baas, R. C. J. Bakhuizen van den
Brink, Titia Blankevoort, D. Blankevoort-, J.
Bauer. A. Blom, J. Boelstra, Elisabeth
Boet je. J. Boetje, D. Bonnes, M. Bonting, 'Nel
Boon. R. Bonkamp, J. van Breda, W. van
den Broek, Hillegonda Bruins, R. Bijker, G.
Clay, H. de Clercq. G. Dalhuisen. J. Dekker.
J. Dengerink, W. Dirksen, W. Dolleman, J.
Doornbosch, P. Duiker, A. van Dijk, A. van El
Annie Francken, Miek Gaasenbeek, W. de
Graaf. B. de Groot. G. ten Have D. van den
Hoom, Winy de Jongh. A. Karseboom, Tony
van Leer, A. H. Lenz, G. Meijer, F. Mooi, P.
Müller, J. H. Nagel, Lena Niebroek, C. J. Nu-
sink A. G. Nusink. D. Otten, G, Pardoen, Bet
sy Peper, H. A. Plessius, L. A. van de Poll.
Willemine Pruyser, D. Rahusen.J. Reinders
Folmer. F. Roosjen. Jacoba H. de Ruiter, Ag-
da Schaap, J. C. Schuller, Reiniera Schuilei
F. Sillem. B. van Sitteren, Jacoba Steehou
wer, K. Tanis, Ruth van Til. Sophia van der
Toorren, Hetty van Ulzen, F. Veen, K. van
der Veen. Albertina Verhagen. P. van der
Waals, S. Wagter, H. van de Wateren, R. de
Wilde. R. Wijngaard. K. J. Zeilinga van der
Lee. Anetje Zonnevylle.
Toegelaten tot klasse 3: J. Biesheuvel, A.
Hollenberg, D. Hooghwinkei (voorw.), Jenny
Schiphorst.
Voor den Kantonrechter.
Tijdens een oploopje heeft een IJmuide-
naar zich in veiligheid gebracht in een tuin
tje. toen de politie een bevel tot doorloopen
had gegeven. In plaats van er uit te komen,
had hij geweigerd dat te doen, ondanks het
feit dat de eigenares van het tuintje op zijn
aanwezigheid daar niets gesteld bleek.
Verdachte beweerde echter, dat hij wel
degel'ijk iéts te maken had.
De Ambtenaar van het O.M. geloofde niet
te veel van de beweringen van verdachte, die
als lastig bekend staat bij de politie en vroeg
15 boete. Verdachte, die door den kanton
rechter tot kalmte aangemaand moest wor
den beloofde in hooger beroep te gaan.
De kantonrechter veroordeelde hem tot 10
boete.
PROF. DR. H. H. KUYPER.
De gezondheidstoestand van prof. dr. H.
II. Kuyper is thans zoover gevorderd, dat hij
Donderdag het Diaconessenhuis kan verlaten
en naar zijn woning in Bloemendaal kan te-
rugkceren. Prof. Kuyper zal zich echter nog
zeer in acht moeten nemen en zich van ver
moeiende werkzaamheden moeten onthou
den.
Volgens berichten uit Hollywood staat het
thans vast. dat de filmsterren Douglas Fair
banks en Mary Pickford, wier huwelijk jaren
lang als voorbeeldig werd geroemd, zich
zullen laten scheiden.
Kennis voldoende, maar te nerveus geweest.
Waarom niet tijdig Mijnhardt's Zenuw-
tabletten gebruikt? Hierdoor blijft men kalm
en helder van geest. Ze zijn verkrijgbaar bij
Apoth. en Drog. in kokers van 75 cent.
(Adv. Inqez. MedJ
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, icordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
GEEN POLITIEK BIJ HET
KAMPEEREN!
Geachte Redactie,
Naar aanleiding van het artikel in uw
blad van Woensdag 28 Juni betreffende het
besluit van den gemeenteraad van Bloe
mendaal verzoek ik u beleefd, ook onzer
zijds onze meening te dien opzichte kenbaar
te mogen maken, om een verkeerden indruk
dien men mogelijk door het raadsbesluit van
de kampeerders zou kunnen krijgen, weg
te nemen.
Doordat de leden der kampeer vereen! ging
zich reglementair verplichten zich op het
strand te onthouden van politiek, in welken
vorm ook, zoomede alleen de Vereen igings-
vlag van de tent te laten wapperen wordt
door de kampeerders nooit van eenige poli
tieke opvatting blijk gegeven.
Mocht zooiets al eens zijn voorgekomen
dan kwam dat steeds van buitenstaanders,
die na een zakelijke uiteenzetting onzerzijds
steeds bereid waren zich aan deze bepaling
te onderwerpen.
Dat door deze verordening de kampeer
ders van dergelijke propagandisten ver
schoond blijven wordt door geen onzer als
een gemis beschouwd, daar het verblijf aan
het strand dient voor gezondheid en ont
spanning en men althans voor deze korte
periode."de politiek moet laten rusten.
Typeerend is dan ook dat hier menschen
van zeer uiteenloopende gezindheid broeder
lijk elkanders lasten verlichten en in de
beste harmonie met elkaar omgaan.
Ik hoop hiermede den eventueelen indruk
als zou de politieke actie van de kampeer
ders uitgaan of wel hun sympathie hebben,
te hebben weggenomen.
Mét dank voor de plaatsing, namens ae
Alg. Kampeerders Vereeniging „Licht en
Vrijheid"
S. STEVENHAGEN.
secr.
Haarlem, 2 Juli 1933.
DE BERUCHTE LEIDSCHE-
VAARTWEG.
Zooeven brengt de bakker het bericht „er
is er al weer een hier op dc Leidschevaart
doodgereden" en een oogenblik later sta ik
tusschen de groep menschen, zie dc vernielde
fiets waar nog een pantoffel van het slacht
offer tusschen steekt en zie de auto waar
van de koplamp verbogen is en de motorkap
een deuk heeft. eD aanrijding is dus wel
weer hevig geweest.
Ik kijk eens om me heen. Hier vlak bij werd
onlangs een Duit ach meisje doodgereden,
daar weer werd een agent het slachtoffer,
overal zijn plaatsen aan te wijzen waar on
gelukken hebben plaatsgevonden. Is het een
wonder dat ik persoonlijk nooit meer dezen
weg durf te fietsen en dc autobusroute door
dc Karei van Manderstraat volg! Deze is geen
verkeersbaan meer. het is een „menschenval".
Waar deze ongelukken hun oorzaak in vin
den? Wie van Noord naar Zuid fietst en door
'n tram met of zonder auto achterna gezeten
wordt, kan het veege lijf redden door ijlings
cén der wegverbreedingen in te vluchten,
doch wie van Zuid naar Noord gaat heeft
geen schijn van kans en doet maar liet
beste niet zenuwachtig te worden en gelaten
af te wachten of de tram hem niet raakt,
doch hij moet ook weer niet te veel uitwijken
want dan neemt de auto hem op de lan
taarn. In het beste geval slipt hij juist tus
schen beide door en kan zich daarna het
angstzweet van het gelaat wisschen. Dc over
heid heeft niets voor hem gedaan hem veilig
te doen rijden en de toestand van den weg
is voor hem nog precies ais 40 jaar geleden
toen de tram werd aangelegd.
Toch zijn er vele oplossingen voor dit pro
bleem te vinden en zelf kom ik tot de vol
gende:
Ten eerste. De kostbaarste maar afdoende:
leg de tram langs de vaart en een rijwielpad
langs den huizenkant. Zooals na de ver
betering van de Amstcrdamschevaart waar
rijwielongelukken niet meer voorkomen.
Ten tweede. Een rijwielpad aan de Oost
zijde van de vaart. Alleen een perceel van de
bloemisterij van Van Tubergen staat hier
in den weg maar daar kan wel een houten
bruggetje langs. Meer dan de helft van de
Oostzijde is reeds openbare weg.
Ten derde. De minst kostbare. Verbiedt het
berijden van Zuid naar Noord voor do wiel
rijders. Wie van de Zandvoortschelaan komt
kan ook wel den Wagenweg nemen en vanaf
de Schouwtjesbrug rij ik zelf al steeds de
Karei van Manderstraat zoodat een ander
dat ook kan.
Ieder zal het wel met me eens zijn. dat
deze toestand niet kan blijven en dat er
verandering In moet komen
Met dank voor de verleende plaatsruimte,
EEN SCHOUWTJESPLEINBEWONER.
GROENTE WASSCHEN IN
SLOOTWATER.
Geachte Redactie,
Allerwege wordt gewaarschuwd tegen het
baden in open water. Oo": B. en W. van
Haarlem zijn in deze diligent. Dit zou men
veronderstellen wanneer men de kranten
berichten leest.
Waar echter gécn aandacht aan wordt ge
schonken is, dat groenteboeren, telende op
de gronden tusschen de Ramplaan en de
Lorentzkade (en vermoedelijk ook overal
elders) zich bedienen van slootwater om hun
groente te „reinigen",
Is het niet meer dan schande dat er nog
personen 2ijn die ons moedwillig het ge
vaar van infectie doen loopen?
Wordt het niet hoog tijd dat men voort
duren- controleert, speciaal in de ochtend
en avonduren?