LETTEREN EN KUNST Nieuwe Uitgaven. MET TENT EN CAMERA OP DE SHETLANDS Examen gedaan en niet geslaagd DINSDAG 4 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 5 K HET TOONEEL CIRCUS RAUSCH door de DELFTSCHE STUDENTEN. Wanneer de heer Mannus Franken ons niet bij de voorbesprekingen uitdrukkelijk had verzekerd, dat directeur Rausch aan den grond zat. dan zou zeker wel niemand van de 1200 bezoekers Zondagavond geloofd hebben, dat het met zijn circus op 'n eind liep. Want deze circus-voorstelling was zoo tip-top ver zorgd en zoo in alle opzichten „af", dat wij het Circus Rausch nog wel tientallen jaren zouden hebben gegeven. Dat was wel de voornaamste indruk van deze circus-voorstelling der Delftsche Stu denten ter gelegenheid van het 17de lustrum van hun corps. Men dacht hierbij niet meer aan „amateurisme". Het leek alles „volkomen echt", ja, het was zelfs zoo goed. dat wij ge heel vergaten met liefhebbers te doen te heb ben. En toch waren zij allen amateurs tot de stalknechts, de grooms, de programma-ver- koopers en de verhuurder van de „kussens voor de harde banken' toe. Als het gat in het zeil er niet geweest was, zou je moeite heb ben gehad te realiseeren, dat het hier geen gewone circusvoorstelling was. Wat de Delftsche studenten op dit gebied hebben gepresteerd was werkelijk bewonde renswaardig. Het liep alles om in de circus taal te blijven, gesmeerd als op rolletjes, het programma was rijk gevarieerd en er was in de opvolging van de nummers het razend vlugge tempo, dat wij in een circus nu een maal gewoon zijn. De illusie van het circus was volkomen reeds bij dat eerste nummer, de 4 Borodini's, 2 heeren en 2 dames, die voltigeer-staaltjes te paard lieten zien, welke het publiek „paf" deden staan. En daarna die alleraardigste entree der 3 „Augusten", allen even voortreffelijk gegrimeerd en op tredend met een Schwung en een brio. zooals je het in een echt circus niet beter kunt ver wachten. De circus-sfeer was er in die tent bij deze nummers volkomen. Zij was er ook bij den illusionist, professor Dr. Gorgonzola Galestrao, bij het in vrijheid gedresseerde edelpaard Othello, voorgesteld door directeur Rausch, die in circus-deftigheid niet voor wij len Oscar Carré behoefde onder te doen. in het verrassend optreden der 2 gebroeders Jackson in hun lucht-aorobatiek een num mer van verbluffende lenigheid en vlugheid in het hoogeschoolnummer van Fraulein Rausch gereden op haar twee „volbloed-paar den". En het werd zoo mogelijk nog beter na de pauze. Daar kregen wij bijvoorbeeld „Los 8 Hidalgos", quadrille-rijden van 4 dames en 4 heeren in Spaansch costuum. een nummer zóó keurig van uitvoering en zóó aristocra tisch van allure, als wij het in een gewoon circus maar heel zelden zullen zien. Het was waarlijk geen wonder, dat het publiek met daverende bravo's hierop reageerde. Maar het allerbeste circus-nummer was misschien nog ,.De Mysteriën van de Jungle", de grootsche Oostersche Pantomime, waarin blank en bruin tegen elkaar streed en de aan de martelpaal gebonden blanke vrouw door het bleekgezicht gered werd en te paard werd ontvoerd, achtervolgd door haar bruine belagers in ruischende wit zijden kleeding op hun brieschende rossen. Dat was gewoon voortreffelijk van regie en hierin heeft Abra ham van der Vies het hoogtepunt van de voorstelling bereikt. Het was hoogst komisch in zijn parodiee- ring, die toch geen oogenblik over de grens ging. Want hier was steeds volkomen de circus-romantiek in de uitvoering met haar licht-effecten, de Oostersche balletten, de op windende tam-tam-muziek, precies echt in zijn ernst en in wezen toch zoo heerlijk ridi cuul. Een verrassend goed nummer, dat tot kunst werd dank zij den regisseur. Want Van der Vies gaf hier in dit nummer de essence van de zoogenaamde „circus-kunst", uiterst- fijne parodie, zoo prachtig geslaagd, omdat zij al weer ook in haar dwaasheid als precies echt aandeed. Dit circus Rausch nu. dat in niets onder deed voor een professional-circus, was zoo goed, dat het eigenlijk schade deed aan het spel, waarin het door den ontwerper, den heer Franken, geplaatst was. Want dit cir cus trok zoo geheel de aandacht, dat men dit spel er bijna geheel door vergat. Wat waarschijnlijk in de gedachten van Franken hoofdzaak is geweest de 'geschiedenis van den kleinen man werd bijzaak'. De fout in dit spel was, dat dit circus eigenlijk te goed. te welvarend, te rijk was- Het circus was hier in vollen bloei, in plaats van in dé confiture. O, het publiek zou het zeker niet anders gewensch.t hebben en wij ook niet want het heeft zicht- en hoorbaar genoten van dit ouderwetsche ..paardenspel". Maar dit circus drong het spel van Franken geheel op den achtergrond. De historie van den „kleinen man" kreeg niet voldoende relief in deze voorstelling. Hij stond niet in het midden van de schijnwerpers. Men geloofde nauwelijks aan het „gat in de tent"; dat bleef enkel decor. En laten wij het maar eer lijk bekennen: de tekst van Franken was ook niet belangrijk genoeg. Hierdoor slaagden de nummers van de clowns, die dezen tekst te zeggen hadden, ook het minst. Zij hadden er geen houvast aan, zij misten de stof om op voort te borduren. In deze nummers, die de gedachte van Franken tot leven hadden moeten brengen, voelden wij. dat wij met amateurs te doen hadden. Hier traineerde de handeling soms juist erg gevaarlijk, en er werd als het ware door gemanifesteerd, waar de zwakke plekken van Franken's spel lagen. Nu werd hier ook iet-s anders van de spelers de clowns verlangd en wel meer dan imitatie alleen, maar zuivere fantasie en daarin schoten zij te kort, omdat zij geen kunstenaars zijn. Want tenslotte zijn acrobaten en paardrijders kunstemakers en de goede— clowns kunstenaars. Daar ligt het verschil. Een Buziau of de Fratellini bijv. hadden door hun brio, hun fantasie en vooral hun tempo over deze zwakke plekken heengespeeld. Het tragische slot van Franken's spel maakte nu een wat vreemden indruk, omdat de voorstelling met zijn licht en fleur en klatergoud er te weinig op had voorbereid. Dit lag niet aan den „kleinen man", die zijn rol zeer goed speelde hij had in heel zijn houding en doen het onhandige en stuntelige dat van hem verwacht werd maar de paarden en de circusartiesten liepen hem ook figuurlijk onder den voet. Zoo kwam de diepere gedachte, het pro bleem, dat Franken in zijn Circus Rausch heeft willen stellen, nauwelijks of niet tot zijn recht. Maar het is zijn groote verdienste geweest, dat hij den studenten gelegenheid heeft geboden deze circus-voorstelling in zijn spel te kunnen geven. Want deze is voortref felijk geslaagd, beter dan men het had kun nen verwachten. Zij was zooals ik schreef prima, ver uitgaande boven gewoon ama teurisme. Voor een groot deel is dit te danken aan de regie van Abraham van der Vies, die in dat circus het tempo heeft weten te bren gen en de volkomen illusie. Jammer, dat hij in het ..spel' van Franken ook niet dat tempo wist te houden en hij met zijn fantasie niet wist aan te vullen, waar de tekst hem te wei nig gaf. En ook komt een groot deel van het welslagen toe aan de paardendressuur van den heer Harry Lysen. Als geheel was het een voorstelling, die het publiek te recht in een uitbundig fees telijke stemming bracht. Wij hebben na jaren eindelijk weer eens een circus gezien, een echt „paardenspel" en wij hebben ons dank zij de studenten 'n veertig jaar jon ger gevoeld. Daarvoor kunnen wij hun niet dankbaar genoeg zijn. J. B. SCHUIL. MUZIEK. ORGELCONCERT. Ir. de Kapel „Nieuw Vredenhof' heeft de organist Egbert Vos Maandagavond een rijk gevarieerd programma ten gehoore gebracht, een programma, welks uitvoering een vrij duidelijk beeld kon geven van de mogelijkhe den, die het orgel der Kapel biedt, maar ook van de grenzen dier mogelijkheden. Het scheen me toe dat de eischen, welke Bach's Toccata in c stelt, die grenzen overschrijden. Een tekort aan kracht en kleur deed zich gevoelen. De motief-herhalingen vragen ver scheidenheid van registratie, ook in het pedaal en voor een krachtigen klank in het hoofd werk is een rijkdom van labiaalstemmen noo- dig. Zoo kon de auditie van de Toccata mij niet geheel bevredigen, ook doordien de or ganist hierbij nog niet voldoende ingespeeld bleek. Met Couperin's „Soeur Monique' verander de de situatie. Hoewel dit karakteristieke toon gedichtje in rondo-vorm eigenlijk voor clave cin geschreven is, vermocht Egbert Vos ons door middel van het orgel het beeld van het vrome kwezeltje, dat ook een oogenblik drif tig uitvaart, duidelijk voor oogen te stellen, Van de orgelsonate in c kl. t. van Mendels sohn bevielen mij het Adagio en de Fuga het best. Het Inleidende Grave doet meer gewich tig dan het is en het Allegro maestoso blijft erg aan de oppervlakte, maar het Adagio beeft een intimiteit die den weg voor Franck schijnt te effenen en de Fuga is een knap stuk contrapuntiek met een mooie stijging. Grootmeester Franck herkenden we ook in het „Prière du Matin' van Jos. Jongen, doch in dit geval was Franck de wegbereider. De seveene stemming en de fijne polyphonie van dit „Prière" zijn zonder Franck nauwelijks denkbaar. Jongen's ..Angelus" 'sluit zich meer bij den stijl van den vroegen Debussy aan en schijnt me toe minder hoog te staan. Zijn .Prière du Soir" is somber van toon; het f kl. t. klinkt na het E gr. t. en G gr. t. van de voorafgegane werkjes als een verduistering der gemoedsstemming. Ik heb Vos' vertolking dezer werkjes met groot genoegen gehoord, ik hoorde ook met instemming zijn voordracht van het 1ste deel ran Rheinberger's Sonate in a kl. t.: dege lijke muziek met een interessante koraalbe werking als tweede themagroep Min of meer pastorale indrukken wekte het Intermezzo van .'enzelfden componist en de Koraalfinale „Halleluja lofgezongen" van den organist zei- ven bracht ons even een fragment uit het eerste hoofddeel van Schubert's groote C-dur- Symphonie in herinnering, maar de afwisse ling en de glans van Schubert's geniaal werk bleven verre. Er was wat te weinig verschei denheid. er waren te veel sequensen in deze compositie, en de stijging scheen me meer door uiterlijke dan door innerlijke factoren verkregen. Het schitterende zomerweder heeft onge twijfeld belemmerend op het bezoek aan dit orgelconcert gewerkt. De weinigen die opge komen waren zullen waarschijnlijk evenals ik met belangstelling en voldoening het orgel spel van Egbert Vos hebben beluisterd. K. DE JONG. Hoe het groeide, door Knut Hamsun. Bij van Loghum Slaterus' Uitgeversmij te Arnhem kwam in volksuitgave uit Hoe het groeide, den bekenden roman in twee dee- len van Knut Hamsun, bekroond met den Nobelprijs. Margaretha Meyboom vertaalde het werk uit het Noorsch. Moderne bouwkunst in Nederland Ir de serie .Moderne bouwkunst in Ne derland", uitgegeven bij W. L. en J. Brusse N.V. te Rotterdam, is als no. 7 verschenen: „Het Landhuisje en de boerderij". Het werkje bevat tal van fraai uitgevoerde afbeeldingen van moderne landhuizen en boerderijen en ook zeer vele plattegronden. Van de straat tot de macht. De Uitgeversmaatschappij „De Amsterdam- sche Keurkamer" te Amsterdam geeft uit: .Benito Mussolini, van de straat tot de macht", door Giorgio Pini in de geautori seerde vertaling van Ellen Forest. Het boekje geeft een duidelijk beeld van de belangwekkende persoonlijkheid van den be- heerscher van Italië. Nederland en het anti-semitisme Bij H. D. Tjeenk Willink en Zoon. N.V. te Haarlem, heeft het. licht gezien: „Wij Ne derlanders en het Anti-semitisme" door Mr. N. de Beneditty. Het is een open brief aan Ir. E. Engberts, den schrijver van „Het antise mitisme critisch bezien." Serie „Weten en Kunnen". In de Serie „Weten en Kunnen" (N.V. Uit gevers Mij. Kosmos, te Amsterdam) zijn weer 3 nieuwe nummers verschenen: Het Pentee- kenen door J. Gódefroy; Hoe leer ik zwem men? door H. H. van Schagen en: Hoe leer ik schaken? door B. J. van Trotsenburg (alle derde drukken). Op het vogeleiland Noss. Sinas drie weken kampeeren we nu in het Noorden, op het kleine vogeleilandje Noss, een der westelijke eilandjes van de Shetland-archipel. We kwamen hier na een zeer genoegelïjke en boeiende reis met een Katwijksche logger die ons meer dan 500 mijlen naar het Noorden voerde om ons ten slotte in Lerwick, de hoofdplaats van de uit gestrekte eilandenreeks en de Noordelijkste haven van het Britsche rijk aan wal te zet ten. De stad ligt zeer gunstig tegen de rotsen kust van het heuvelachtige Mainland, heeft een prachtige ruime haven met een goed beschutte, diepe baai, die gevormd wordt door de Bressay-sound. Hier ankeren de buitenlandsche drifters, trawlers en loggers, allemaal visschers- schepen, want Lerwick is in dezen tijd van het jaar het centrum van de haringvïsscherij De haven zelf ligt vol met Engelsche. Schot- sche en Shetlandsche drifters, die eiken dag uitvaren om tegen den avond de vleet, het groote haringnet te schieten, 's Nachts wordt er gehaald en tegen den morgen ver schijnen ze weer in den haven om de ge vangen buit visch aan den markt te kun nen brengen. Ten Noorden van den haven strekken zich de onafzienbare etablissemen ten uit van de haringpakkers en ook aan den overkant van de Sound op het eiland Bressay rijen zich de onsmakelijke loodsen waar de haring gekaakt wordt en ingezou ten. Dat haringkaken geschiedt door Schot- sche meisjes, die de teelt, het geheele haringseizoen meemaken. In den beginne van de teelt is de haringvangst voorname lijk op deze breedte van belang; hoe verder in het seizoen, hoe meer de haring naar het zuiden trekt. De geheele visschersvloot trekt met de haring mee naar het zuiden en zoo reizen ook de Schotsche meisjes, de „herringcutters" mee met de haring, al maar zuidelijker, tot dat ze weer in de Schotsche regionen terecht komen, 's Winters zijn ze weer thuis, brengen deze in eigen familie kring' door en dit is misschien wel de reden dat ze door hun zomerwerk niet geheel ver ruwen, zooals dat toch zoo vaak het. geval is met girls die dag in, dag uit, winter en zomer verruwend en afstompend werk ver richten in fabriek of grootbedrijf. Reeds bij de eerste kennismaking gaat men beseffen dat het hier voornamelijk de vischvangst is, waarvan men leeft, en dat de rijkdommen hier in de onuitputtelijke zee schuilen en niet in den bodem. Het geheele land is zonder boomen of struiken, alleen achter uit breuksteen opgestapelde muur tjes, die men hier „dyke" noemt, zagen we hier en daar wat armetierige wilgen of vlierstruiken, voor de rest bestaat de bodem uit rotsen: zandsteenformaties en leisteen- lagen en daarop heeft zich in den loop der evolutie een humuslaag gevormd die het water kan opnemen en op deze sponsachtige veenlaag kan 'de lage vegetatie zich ont wikkelen. die zooals het een Noordelijk ge west betaamt zeer soortenarm is en waar door het land een aspect krijgt met arcti sche allures. Dit is het kenmerk van het Noorden: arm aan soorten, maar rijk aan individuen en dat zouden we ook in de vogelwereld bemerken. Zoo zouden we Lerwick behalve een vis- schersplaats ook een meeuwejistad kun nen noemen. Nog nimmer zagen we zulke aantallen meeuwen als hier, vooral het aan tal zilvermeeuwen, die de Er.gelschen „her- ringguli" noemen, is onrustbarend. Overal klinkt hun klagend geschreeuw, alle stan gen, masten, meerpalen, kademuren, daken en wallen dragen blanke zilvermeeuwen en boven de binnenkomende drifters wolken ze in dichte drommen, elkaar onder aan houdend gekrijsch het afval betwistend, dat over boord geworpen word. Noss bevalt ons perfect en overtreft onze stoutste verwachtingen. Het. is net. groot ge noeg om er flink op rond te sjouwen er. de eiken dag herhaalde klauterpartijen langs het rotsenstrand en de grillige klip kust met zijn ontelbare vogels blijven een attractie van den eersten rang. Het wordt, afgezien dan van de vele vogels, konijnen en wat schapen, alleen bewoond door den schaapherder met zijn gezin, bestaande uit z'n vrouw en drie dochters. Onze öubbeldaks tent staat achter het muurtje van den moestuin, vlak bij de res ten van een oude steenen molen- en wij zijn dag en nacht omringd door de vogels. Boven op^den molen zitten in den regel een stuk of wat maliemokken. Noorsche Storm vogels. een albatrosachtige vogel, die je in Holland alleen dood of stervend aan het strand vindt. Af en toe komt- een raaf over zetten, met zwaar en sonoor stemgeluid en de bonte kraaien, die hier telkens In de buurt van de tent scharrelen, brengen een Hollandsche Novemberstemming. Ongeloof lijk mooi zijn de troepen drieteen meeuwen die gestaag langs de kust trekken. Prach tige, blonde meeuwtjes, hagelwit aan de onderzijde, licht meeuweublauw van boven en met zwarte vleugelspitsen. Soms trekt zoo'n schare telkens zwijgend voorbij, hon derden en honderden. Maar plotseling be gint er een in de voorste linie te roepen en dat werkt aanstekelijk. Dan is het net een lange collonne soldaten, met muziek voor op. Weldra zingen ze allen mee „Kitty- wake, Kitty-wake" en als de achterblijvers passeeren, verstomt reeds het. geluid der voorsten. Roepend gaan ze verder langs de kust. Maar plotseling is het „baden" gebla zen. Zwenkend en zeilend, zwaaiend en keerend valt de bende omlaag en strijkt op het blauwe, groen doorstreepte water voor de kust. Het zijn echte) koionie-öieren met een kudde geest en als we ze met den kijker volgen en gadeslaan, blijkt de geheele troep zich te poedelen in het zilte nat. Alles schijnt op commando van een onzichtbare leider te geschieden, want nauwelijks is de laatste aankomende gereed met zijn bad, of de troep staat weer op en gaat zingende en joelende verder. Aanstonds komen ze weer terug in gesloten formatie, zwijgend zoodat we hun zwiepende vleugelslagen kun nen hooren, als ze over de tent scheren. En dat gaat zoo dag en nacht door. Van „nacht" mag je eigenlijk niet spreken, want geheel, donker wordt het nu nimmer. Om 12 uur 's nachts lezen wij in de gesloten tent nog zeer genoegelijk de krant en de brie ven uit Holland. Dan is de zon net onder, in het Noord-Westen ziet de lucht nog rood. En om half twee komt de zonneschrijf al weer boven de horizon en verlicht met gouden stralen de hooge Noup of Noss, de meer dan 200 M. steil uit zee op rijzende klipkust aan de Noord-Oostzijde van ons domein. JAN P. STRIJBOS. NUTS-SPAARBANK TE HAARLEM Vergelijkend overzicht over Juni 19331932 Aantal behandelde posten 12310 v. j. 11371. Aantal inlagen 7748 v. j. 7103. Aantal terugbetalingen 4562 v.j. 4268. Ingelegd f 459.448.05 v. j. f 414 652.39. Terugbetaald f 412,25709 v.j. 510.707.79. Meer ingelegd f 47.190.96 minder v.j. 96.055.40. Aantal nieuwe boekjes 229 v.j. 183. Aantal afbetaalde boekjes 115 v. j. 137. Spaarbusjes op 30 Juni 1933 in omloop 3402. Geledigd in Juni 1933: 280 busjes met totaal inhoud f 5211.87. Aantal verhuurde kluisloketten op 30 Juni 1933: 411. EXAMENS. STEDELIJK GYMNASIUM HAARLEM Geslaagd voor diploma A: de dames Chr. Bartstra, Chr. L. H. J. E. A. Koenigs, E. M. Fonkert, de heeren S. Simons, H. Ittmann, S. Kooi, J. E. Wagenaar, C. M. Briët, J. Vare kamp. Met 4 candidaten wordt het examen voortgezet. Na verlengd examen alsnog ge slaagd voor diploma B: mej. J- Josso. de hee ren C. Maschhaupt en G. van den Wall Bake. TOELATINGSEXAMEN CHR. LYCEUM- TE HAARLEM. (Reeds in een deel van een vorige oplaag opgenomen.) Toegelaten tot de eerste klasse: W. van Akkeren, E. Baas, R. C. J. Bakhuizen van den Brink, Titia Blankevoort, D. Blankevoort-, J. Bauer. A. Blom, J. Boelstra, Elisabeth Boet je. J. Boetje, D. Bonnes, M. Bonting, 'Nel Boon. R. Bonkamp, J. van Breda, W. van den Broek, Hillegonda Bruins, R. Bijker, G. Clay, H. de Clercq. G. Dalhuisen. J. Dekker. J. Dengerink, W. Dirksen, W. Dolleman, J. Doornbosch, P. Duiker, A. van Dijk, A. van El Annie Francken, Miek Gaasenbeek, W. de Graaf. B. de Groot. G. ten Have D. van den Hoom, Winy de Jongh. A. Karseboom, Tony van Leer, A. H. Lenz, G. Meijer, F. Mooi, P. Müller, J. H. Nagel, Lena Niebroek, C. J. Nu- sink A. G. Nusink. D. Otten, G, Pardoen, Bet sy Peper, H. A. Plessius, L. A. van de Poll. Willemine Pruyser, D. Rahusen.J. Reinders Folmer. F. Roosjen. Jacoba H. de Ruiter, Ag- da Schaap, J. C. Schuller, Reiniera Schuilei F. Sillem. B. van Sitteren, Jacoba Steehou wer, K. Tanis, Ruth van Til. Sophia van der Toorren, Hetty van Ulzen, F. Veen, K. van der Veen. Albertina Verhagen. P. van der Waals, S. Wagter, H. van de Wateren, R. de Wilde. R. Wijngaard. K. J. Zeilinga van der Lee. Anetje Zonnevylle. Toegelaten tot klasse 3: J. Biesheuvel, A. Hollenberg, D. Hooghwinkei (voorw.), Jenny Schiphorst. Voor den Kantonrechter. Tijdens een oploopje heeft een IJmuide- naar zich in veiligheid gebracht in een tuin tje. toen de politie een bevel tot doorloopen had gegeven. In plaats van er uit te komen, had hij geweigerd dat te doen, ondanks het feit dat de eigenares van het tuintje op zijn aanwezigheid daar niets gesteld bleek. Verdachte beweerde echter, dat hij wel degel'ijk iéts te maken had. De Ambtenaar van het O.M. geloofde niet te veel van de beweringen van verdachte, die als lastig bekend staat bij de politie en vroeg 15 boete. Verdachte, die door den kanton rechter tot kalmte aangemaand moest wor den beloofde in hooger beroep te gaan. De kantonrechter veroordeelde hem tot 10 boete. PROF. DR. H. H. KUYPER. De gezondheidstoestand van prof. dr. H. II. Kuyper is thans zoover gevorderd, dat hij Donderdag het Diaconessenhuis kan verlaten en naar zijn woning in Bloemendaal kan te- rugkceren. Prof. Kuyper zal zich echter nog zeer in acht moeten nemen en zich van ver moeiende werkzaamheden moeten onthou den. Volgens berichten uit Hollywood staat het thans vast. dat de filmsterren Douglas Fair banks en Mary Pickford, wier huwelijk jaren lang als voorbeeldig werd geroemd, zich zullen laten scheiden. Kennis voldoende, maar te nerveus geweest. Waarom niet tijdig Mijnhardt's Zenuw- tabletten gebruikt? Hierdoor blijft men kalm en helder van geest. Ze zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drog. in kokers van 75 cent. (Adv. Inqez. MedJ INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, icordt de kopij den inzender niet teruggegeven. GEEN POLITIEK BIJ HET KAMPEEREN! Geachte Redactie, Naar aanleiding van het artikel in uw blad van Woensdag 28 Juni betreffende het besluit van den gemeenteraad van Bloe mendaal verzoek ik u beleefd, ook onzer zijds onze meening te dien opzichte kenbaar te mogen maken, om een verkeerden indruk dien men mogelijk door het raadsbesluit van de kampeerders zou kunnen krijgen, weg te nemen. Doordat de leden der kampeer vereen! ging zich reglementair verplichten zich op het strand te onthouden van politiek, in welken vorm ook, zoomede alleen de Vereen igings- vlag van de tent te laten wapperen wordt door de kampeerders nooit van eenige poli tieke opvatting blijk gegeven. Mocht zooiets al eens zijn voorgekomen dan kwam dat steeds van buitenstaanders, die na een zakelijke uiteenzetting onzerzijds steeds bereid waren zich aan deze bepaling te onderwerpen. Dat door deze verordening de kampeer ders van dergelijke propagandisten ver schoond blijven wordt door geen onzer als een gemis beschouwd, daar het verblijf aan het strand dient voor gezondheid en ont spanning en men althans voor deze korte periode."de politiek moet laten rusten. Typeerend is dan ook dat hier menschen van zeer uiteenloopende gezindheid broeder lijk elkanders lasten verlichten en in de beste harmonie met elkaar omgaan. Ik hoop hiermede den eventueelen indruk als zou de politieke actie van de kampeer ders uitgaan of wel hun sympathie hebben, te hebben weggenomen. Mét dank voor de plaatsing, namens ae Alg. Kampeerders Vereeniging „Licht en Vrijheid" S. STEVENHAGEN. secr. Haarlem, 2 Juli 1933. DE BERUCHTE LEIDSCHE- VAARTWEG. Zooeven brengt de bakker het bericht „er is er al weer een hier op dc Leidschevaart doodgereden" en een oogenblik later sta ik tusschen de groep menschen, zie dc vernielde fiets waar nog een pantoffel van het slacht offer tusschen steekt en zie de auto waar van de koplamp verbogen is en de motorkap een deuk heeft. eD aanrijding is dus wel weer hevig geweest. Ik kijk eens om me heen. Hier vlak bij werd onlangs een Duit ach meisje doodgereden, daar weer werd een agent het slachtoffer, overal zijn plaatsen aan te wijzen waar on gelukken hebben plaatsgevonden. Is het een wonder dat ik persoonlijk nooit meer dezen weg durf te fietsen en dc autobusroute door dc Karei van Manderstraat volg! Deze is geen verkeersbaan meer. het is een „menschenval". Waar deze ongelukken hun oorzaak in vin den? Wie van Noord naar Zuid fietst en door 'n tram met of zonder auto achterna gezeten wordt, kan het veege lijf redden door ijlings cén der wegverbreedingen in te vluchten, doch wie van Zuid naar Noord gaat heeft geen schijn van kans en doet maar liet beste niet zenuwachtig te worden en gelaten af te wachten of de tram hem niet raakt, doch hij moet ook weer niet te veel uitwijken want dan neemt de auto hem op de lan taarn. In het beste geval slipt hij juist tus schen beide door en kan zich daarna het angstzweet van het gelaat wisschen. Dc over heid heeft niets voor hem gedaan hem veilig te doen rijden en de toestand van den weg is voor hem nog precies ais 40 jaar geleden toen de tram werd aangelegd. Toch zijn er vele oplossingen voor dit pro bleem te vinden en zelf kom ik tot de vol gende: Ten eerste. De kostbaarste maar afdoende: leg de tram langs de vaart en een rijwielpad langs den huizenkant. Zooals na de ver betering van de Amstcrdamschevaart waar rijwielongelukken niet meer voorkomen. Ten tweede. Een rijwielpad aan de Oost zijde van de vaart. Alleen een perceel van de bloemisterij van Van Tubergen staat hier in den weg maar daar kan wel een houten bruggetje langs. Meer dan de helft van de Oostzijde is reeds openbare weg. Ten derde. De minst kostbare. Verbiedt het berijden van Zuid naar Noord voor do wiel rijders. Wie van de Zandvoortschelaan komt kan ook wel den Wagenweg nemen en vanaf de Schouwtjesbrug rij ik zelf al steeds de Karei van Manderstraat zoodat een ander dat ook kan. Ieder zal het wel met me eens zijn. dat deze toestand niet kan blijven en dat er verandering In moet komen Met dank voor de verleende plaatsruimte, EEN SCHOUWTJESPLEINBEWONER. GROENTE WASSCHEN IN SLOOTWATER. Geachte Redactie, Allerwege wordt gewaarschuwd tegen het baden in open water. Oo": B. en W. van Haarlem zijn in deze diligent. Dit zou men veronderstellen wanneer men de kranten berichten leest. Waar echter gécn aandacht aan wordt ge schonken is, dat groenteboeren, telende op de gronden tusschen de Ramplaan en de Lorentzkade (en vermoedelijk ook overal elders) zich bedienen van slootwater om hun groente te „reinigen", Is het niet meer dan schande dat er nog personen 2ijn die ons moedwillig het ge vaar van infectie doen loopen? Wordt het niet hoog tijd dat men voort duren- controleert, speciaal in de ochtend en avonduren?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5