Zoi ABR. MEIJER 7 Hh POPPEN. WITTE PETTEN IN DEN BONGERD. ICeukeïigelieTmen DONDERDAG 6 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD =11= =11= Wat men draagt.... ja, nu komen we op het speciale ter rein van ons, vrouwen! En vooral, nu de laat ste jaren de „badmode" een uitgebreid on derdeel geworden is van iedere nieuwe zo- mermode. Laten we dan maar meteen vaststellen, dat badpak en strandpyjama de meest gedragen „costuums" zijn. En daar uit den aard dei- zaak het badpak alleen bij het zwemmen cn hoogstens nog even in het zonnebad gedra gen wordt, blijft feitelijk de pyjama over. Wel zelden heeft een kleedingstuk sneller en meer opgang gemaakt, dan juist de strandpyjama. Of ze nu gemaakt is van zware zijde of .wel van katoen, altijd staat ze charmant en fleurig en doet ze het figuurtje van de draag ster op het voordeeligst uitkomen. Daar zijn pyjama's van effen katoen, zijde, shantung. Genopte pyjama's, gestreepte pyjama's; pyjama's met het bekende en toch altijd weer aardige mille-fleurs patroon. Pyjama's die er alleen maar sportief, pyja ma's die er alleen maar sprookjesachtig uit zien: pyjama's die er sportief en sprookjes achtig tegelijkertijd uitzien; oh, scheidt uit met pyjama's!! 'Gelukkig ontdekken onze spiedende blik ken een paar afwisselingen. Daar is een grappige combinatie van badjas, japon en peignoir, die het „doet". Witte stof met groote roode en blauwe noppen is verwerkt tot een bijzonder charmant kleedingstuk, dat de draagster, een lange, slanke blondine alle eer aandoet. De jas, over het badpak gedragen, heeft een effen shawlkraag; wordt opzij met een groote effen strik gesloten; en dan tot even over de knie dichtgeknoopt. Een andere aardige vondst is het „strand- pakje". Eveneens over het badcostuum gedragen en gemaakc van genopte of gebloemde katoen, maakt het een zeer sportieven indruk met het korte broekje en het dicht geknoopte blousje. Het pakje is uit een stuk vervaar digd. Het kraagje met de breede revers is van effen stof gemaakt; met hetzelfde materiaal zijn de korte mouwtjes en de pijpjes afgezet. De ceintuur is in kleur gehouden. Zoo zijn er vele mogelijkheden en iedere echte vrouw zal intuïtief dat kiezen, wat 'het beste bij haar persoonlijkheid past. De avonden. Zilver schijnt de maan aan een dïep-blau- wen hemel en tevreden ruischend kabbelen de golfjes tegen het strand aan. Enkele eenzame figuren gaan als zwarte schaduwen over het glinsterende zand. Heel in de verte klinkt muziek. De dansmuziek van de hotels.... We gaan ergens binnen. En het eerste, wat ons opvalt, is het teere. het vrouwelijke, dat al deze meisjes, die heen en weer deinen op de maat der muziek, heb ben. Ondanks hun bruine gezichtjes en hun verbrande armen. Komt het misschien door de wazige japon nen van organdie en glasbatist? Heel dun. wijd en luchtig zijn deze, bij uitstek geschikte zomer-avondjurken. Ruches, volants, strookjes, strikken vormen de garneering. Kleuren? yooral wit, dat een goed effect maakt te gen een bruine huid. Verder lichtblauw, geel enz., allemaal kleuren, die sterk uitkomen tegen een achtergrond van donkere -heeren costuums. Men heeft niet het voorbeeld van het bui tenland gevolgd, waar men ook 's avonds danst in strandpyjama. Gelukkig is de sma keloosheid hiervan ingezien. Over het alge meen doet men er goed aan niet in de extra vaganties van het buitenland te willen tre den. Want eenvoud is toch altijd nog, ondanks de pogingen, om het te willen tegenspreken, het kenmerk van het- ware! Ook in onze badplaatsen. „Als jij vanmiddag op school zit, gaan tante Wies en ik je verrassen", had moeder gezegd. En Margreetje had geknikt. Ze vond het heerlijk, wat leuk ook om te denken dat moeder en tante Wie-s voor haar bezig wa ren als zij op school zat te leeren. Wat zou den ze voor haar gaan doen. Toen ze om twaalf uur thuis kwam deed tante al zoo ge heimzinnig en moeder die trok de deur van het speelkamertje zoo stevig dicht. Wat hadden ze vanmiddag op schooi! O, ja, eerst lezen, had de juffrouw gezegd. Verder wist ze het niet, maar alles was prettig, be halve de sommetjes. Die gingen nooit zooals de juffrouw het wilde. Als ze sommetjes moest maken dacht ze altijd aan andere dingen, hoe kwam dat toch? Ze wilde nog even in de wieg kijken, zooals ze altijd deed voor- ze naai school ging, maar moeder zei: ,Nee Schatte- poes, vandaag niet in het speelkamertje gaan!" Margreetje lachte, ze begreep nu toch echt- wei, dat daar de verrassing was. „Dag Mams, dag tante, tot vanmiddag, fijn hoor!" Toen Margreetje thuiskwam deed moeder de kamerdeur al open toen haar kleine meisje nog in de gang haar voetjes veegde. Moeder was zelfs zoo opgetogen over het resultaat. En werkelijk, alle twaalf poppen zaten en stonden keurig op de divan- Lotje en Leentje hadden een nieuw jurkje aan en Annemarietje zag er snoezig uit in een kruippakje. Moeder en tante hadden alle andere poppen ook onder handen gehad, dat kon je duidelijk zien. Ze zagen er zoo frisch uit, de haren waren geborsteld, de wangetjes waren gewasschen en ze hadden keurige beentjes, geen sokje of schoentje ontbrak. Kees en Maartje het Marker paartje stond hand aan hand en de Allerkleinste zat glimlachend in z'n boxje. Margreetje glimlachte ook, maar een beetje verlegen. „Wat zeg je nu? vroeg moeder. .Dank u wel en mag ik ze nu weer uit- kleeden?" „Hè, kind!' riepen moeder en tante als uit één mond, hebben we daar nu zoo bloedig voor gewerkt den heelen dag. Margreetje keek bedrukt. Na tafel, toen de dames niet op haar let ten. kleedde Margreetje de poppen uit, deed ze aan wat ze zelf het beste vond. Zes moes ten onverwijld naar het ziekenhuis: daar theb je geen jurken noodig. En nu waren het alle twaalf weer haar eigen lievelingen, waarmee ze kon doen wat ze wilde. ELISABETH M. PALIES. „Kersen eten en verzenden." Een vlag, een tentje met aanlokkelijke manden vol kersen, een paar banken en stoelen cn omgekeerde kersenmanden om op te zitten. In deze omgeving is het aantrekkelijk ge noeg, om zich te goed te doen aan de frissche vruchten, zoo van den boom, met dat eigen aardig verleidelijke van een vrucht direct uit de natuur. De bongerd is diep, de tientallen boomen staan er in rijen in het hooge gras, en onder de sappige vruchten grazen vredig de koeien, die zich niets aantrekken van het misbaar dat een stelletje jongens met zichtbaar ge noegen maakt stel je voor, dat je net zoo veel herrie kunt maken als je wilt, zonder dat zoo'n vervelende oudere je erover be straft, nee, mooier nog, die je er zelfs nog toe aanzet. De jongens schreeuwen dan ook, hoe hooger hoe liever, uit alle macht; ze meppen twee pannedeksels tegen elkaar; een kapotte bel zonder klepel wordt met een stuk ijzer bewerkt; een ratel doet ook uitsteken de diensten, en zelfs een leeg en gedeukt bcn- zineblik blijkt nog zeer deugdelijk te zijn, als het op het verjagen van spreeuwen aan komt. Daar stopt een groote toerauto voor den ingang van dit luidruchtige luilekkerland, en een gezelschap van zeker veertig menschen stapt uit hè, hè, ze zijn stijf van het lange zitten, ze moeten eerst nog een beetje los komen. En blijkbaar als bewijs van hun waardig heid van allemaal tot één club te behooren, dragen ze zonder uitzondering witte linnen petten, zoo'n groote zeilpet, het meest on flatteuze hoofddeksel voor een vrouw, dat ei- bestaat, maar blijkbaar is het voorschrift. Ze gaan zich eerst heerlijk tegoed doen aan de kersen, en hebben het zoo druk met eten, dat er voor praten geen tijd overschiet. Maar daarna komen ze los, en ze trekken den boomgaard in, omdat die er zoo aanlok kelijk uitziet. Een van de dames, een jolige dikke tante ontdekt een kennis op den weg „kijk es, daar gaat Jan Pieters met zijn vrouw, da's waar ook, die woont hier. „Nee maar zeg, die menschen hebben ne gen kinderen." „Niewaar mensch, Je telt verkeerd, 't benne der maar acht." „Nog es tellen, nee 'k vergis me, 't zijn der zes. „Hoe kan dat nou ik zie er acht." „Nee kijk dan, achter die wagen daar, die hoort er ook bij 't benne der negen." „Ja warempel, nou. zij liever dan ik." „Maar wat moet die man een geld verdie nen. negen kinderen!" Nadat ieder hierover zijn verbazing heeft geuit, nu het getal na al dat geharrewar stevig is komen vast te staan, gaan ze verder, ook al luid joelende en schreeuwende om te helpen de spreeuwen te verjagen. En natuurlijk duurt het niet lang. of er komt een harmonica voor den dag, en het dansen kan beginnen. Op een potpourri van onze meest verheven volks liederen zooals ..Overal, overal", en ..En laat de klok maar luiden", en natuur lijk ..Houd er de moed maar in" beginnen ze aan de polonaise, die dank zij de vinding rijkheid van den wit-pet-leider eindeloos lang is. en iederen keer als je denkt: nu is 't toch zeker uit. in een nieuwe figuur over gaat. Ze hebben dolle plezier, en het is meer dan vermakelijk om de mannen hun figuren wat houterig te zien uitvoeren, en de vrouwen, die bijna zonder uitzondering dikke moeten zijn. met een zekere elegance te zien dansen in het lange gras. Oer-gemoedelijk zijn ze. en ze vertrekken tenslotte juichend en wel, de serpentines en confetti, die uit de zakken van een der man nen puilde, weer net zoo meenemend, ten ple ziere van'den boer vermoedelijk. Maar voor dat het avond is zal menig onschuldige voor bijganger daarmee vermoedelijk wel versierd zijn. Heeft u intusschen het dansen in den bon gerd door lieve kleine meisjes met kransjes in hun haar. wel eens anders gezien dan op een plaatje? Ik niet. maar dit was werkelijk heid en het mag dan minder lieftallig en snoezig zijn. écht is het daarom evengoed, en het is geen wonder dat zoo'n ondubbelzinnig plezier aanstekelijk werkt, zoodat de boom gaard druk bezoek had. ook nog toen de oretmakers weggingen. E. E. J.—P. KINDEREN IN DE CRISIS. Jeugd zonder toekomst. De vernielende en troostelooze werking van de depressie en crisis is nu langzamerhand niet alleen meer zichtbaar in de lange rijen van werkloozen. die dagehjksch aan de stem pellokalen hun beurt afwachten, maar dringt door in de statistieken van ecocnomen en medici, in rechtbankverslagen en kraam inrichtingen. eZ dringen door tot aan de wortel der samenleving en verrichten daar onder een nieuwe generatie die zich voor het leven gereed zou willen maken, hun af schuwelijke. vernielende werk. De „Manchester Guardian" van 28 April vestigt in dit verband de aandacht op een belangrijke uitgave van de „Save the Children International Union" getiteld: ..Children. Young Persons $nd Unemployment", dat een overzicht geeft van toestanden onder de jeugd in Duitschland, Amerika. België en Zwitserland, terwijl een dergelijk rapport over Engeland, Hongarije en Polen in voorbe reiding is. Het rapport dat is gebaseerd op medisch onderzoek niet alleen, maar ook op dat van onderwijzers en maatschappelijk werkenden, komt tot de conclusie, dat in districten waar langdurige werkloosheid heerscht, een alge- meene achteruitgang te zien is van de ge zondheid van de kinderen der werkloozen. die te constateeren valt o.a. ..in spoedige ver moeidheid na eenige geestelijke of lichame lijke inspanning; verminderden weerstand tegen allerlei besmettelijke ziekten, zeer langzaam herstel na ernstige ziekte, toe neming van Engelsche ziekte, aanleg voor tuberculose etc." Toestanden, die te wijten zijn naar het rapport meedeelt aan: „slechte kwaliteit van het onvoldoende kleeding en schoeisel: slechte behuizing, ge brek aan slaap; vervuiling". Uit een groote hoeveelheid ,van droevige, teekende Engelsche details volgen hier enkele: „Opvallend is de buitengewoon slechte kleeding van de kinderen. Versleten boven- kleeding wordt als onderkleeding gedragen als dat maar eenigszins kan. De schoenen zijn in een miserabelen toestand. Afwezig zijn van school wegens gebrek aan schoenen is een veel voorkomend verschijnsel. Kinde ren dragen vaak alleen een jasje en een broek, geen onderkleeren". Verscheidene Duilsche doctoren en onder wijzers beschrijven den invloed van het dicht opeenwonen der werkloozen op het lichame lijk weerstandsvermogen van de kinderen, de toenemende zenuwachtigheid en het afne mende concentratievermogen, terwijl gebrek aan slaap oorzaak van vermoeidheid is. „De werkloosheid van ongeveer 42 pCt. van de vaders en de voortdurende ondervoeding van het gezin hebben een duidelijke uitwer king op de leercapaciteit der kinderen. In den regel zijn ze moe en afwezig na het dér- de uur, en dit is zonder twijfel te wijten aan onvoldoende voeding (Breslau). Physiek is het gehalte van mijn leerlingen de laatste twee jaar sterk gedaald, ze zijn niet stevig, zooals gedurende den oorlog, zij dragen het merkteeken van onvoldoende voe ding bleeke, soms gezwollen gezichten, roode wangen zijn een uitzondering (Lieg- nitz). Verscheiden kinderen komen zonder ont bijt naar school (Ktistrin). Er zijn gezinnen waar alleen gekookt wordt op den dag dat de steun is betaald. De gulzigheid van de kinderen is schrik wekkend (Roer)". De feiten spreken voor zichzelf. Ze zijn sinds 1932 niet beter maar erger geworden, Duitschland behoort ongetwijfeld tot de ergst door de crisis getroffen landen en de toe standen in de Duitsche industriegebieden zijn erger dan waar ook. Maar ook in Holland weten de onderwijzers aan de volksscholen hoevelen er zonder ontbijt naar school ko men en ook Holland kent in de groote steden zijn overvulde arbeiderswijken, waar kinde ren geen ander heenKomen hebben dan de straat en het heeft zijn platteland, waar ze jong al in het armoedig gareel mee moeten. Dat is het beeld van de kinderen in de crisis: een ondervoed, weerstandsloos lichaam en werkloosheid als een soort vanzelfspre kende toekomst, als het perspectief voor een groot deel der arbeidersjeugd, voor een groot deel der jonge generatie. Dat is het beeld van de kinderen in de cri sis, een beeld waaraan zij zelf geen enkele schuld hebben. VR. S. V 'J* Dorpcrwtjcs a Ja Francaise (4 personen). 2 Kilo dorperwten, 60 gr. boter, 2 12 d.L. water, 1 jong uitje, 1 krop sla. een bosje peterselie, wat zout, 1 eidooier, bloem. Dop en wasch de erwten, doe ze in een pan met het kokende water, de helft van de boter, wat zout, de uitjes, ae tot een bosje gebonden peterselie en het schoonge maakte slakropje. Laat alles in de goed ge sloten pan zachtjes koken totdat ae erwten en de sla gaar zijn (ongeveer 1 '2 uur neem de uitjes en de peterselie eruit. Bind de in de pan aanwezige vloeistof met de met koud water aangemengde bloem, roer de rest van de boter erdoor en op het laatst de .los geklopte eidooier. Breng het gerecht over op een verwarmde schotel, de erwtjes in het mid den. en het in vieren gesieden slakropje op gelijke afstanden langs de rand. Presenteer dit gerecht als tusschenschotel. Kcrsenpannekoekjes <4 personen): 120 gr. bloem, 3 eieren, y. L. melk, wat zout, 80 gram boter, kersen, zonder steel of pit. Klop in een kom de eieren met wat zout, voeg de bloem toe en blijf kloppen, tot de klontjes geheel verdwenen zijn. Voeg dan. steeds roerende, langzamerhand de melk er bij. Smelt wat boter in de koekenpan, giet er een paar lepels beslag op. leg er eenige ker sen op en bak het pannekoekje aan beide kanten, lichtbruin en gaar. Bak op deze wijze alle pannekoekjes (ongeveer 12 stuks) en stapel ze op een schotel, die tijdens het bak ken. op een pan met kokend water warm ge houden wordt. Presenteer de kersenpanne- koekjes met basterdsuiker. Eddie voert me temidden van zijn speel goed en ik moet eerlijk bekennen, dat ik er mij eerst wat onwennig voel. Met is zulk ander speelgoed dan dat waar lk mij vroe ger mee bezig hield. Eddie's speelgoed is mo dern en het doet dan ook op het oog ietwat zakelijk aan. Er staat een tafeltje met beestjes. Maar de beestjes zijn niet wollig of halig. ze voelen dus heelemaal niet „echt" aan. Ze zijn van hout en ze liggen in stukken uit elkaar. Voor we er mee gaan spelen moeten we ze eerst opbouwen. Het worden grappige carlcaturcn van bees ten met lange halzen en stakerige pooten. Als voeten hebben ze ronde schijfjes waarop ze na veel vallen en wankelen wel willen blijven staan. Het geeft groote voldoening zoo'n eigen gebouwd beest dat nog werkelijk staat ook. Eddie juicht bij ieder nieuw product. Wc krij gen een heele menagerie, een Artls in het klein. We verwisselen nog wat hoofden, we draaien nog wat aan de lijven. En er staat een complete dierentuin. We voederen de die ren met gras en pinda's, het wordt een echt fijn spel. Al Eddie's speelgoed stelt hem in staat op- bouwenden arbeid te verrichten. Zeker geen geringe verdienste van dat speelgoed cn van Eddie's opvoeders. Bouwdoozen en meccano's, allerlei legplaten en ingewikkelde bouwwer ken naar voorbeeld sieren Eddie's speelka mer. Dat hij zich ook heel dikwijls bezondigt aan afbreken dat kan men hem niet kwa lijk nemen gezien de nieuwe mogelijkheden die het speelgoed In afgebroken toestand weer biedt. Eddie knutselt en speelt en verveelt zich geen oogenblik. Het is werkelijk een genot zelf zoo van alles in elkaar te zetten, heclc steden, die je dan verder bevolkt*met je ver beelding, menschen cn beesten die je fanta sie leven in blaast, De malle houten beesten die echt honger hebben en waarvan je er dus niet één met voederen mag overslaan.^wil je ze geen verdriet doen. Maar als het tijd van eten en langzamer hand ook van slapen wordt vergeet Eddio al z'n kunstig opgebouwde werelden. Met den avond komt de tijd van gezelligheid cn nee houten beesten en stalen hutzen zijn niet ge zellig. Hij heeft hard gewerkt nu komt er rust. En naast zich op zijn stoel hljscht hij een onoogelijken beer. dien hij met lieve woordjes en llefkoozlngcn overlaadt. De beer mag mee eten, meekijken ln een bock hij mag ook 's avonds mee naar bod. Vergeten staat het mooie, prettige speelgoed in de kin derkamer. Maar de oiule beer. eenarmig en met kale plekken, wordt vertroeteld onder clc dekens. Wij. in onze kinderjaren, speelden overdag ook met onze meest geliefde poppon en bees ten. Met de als baby's gekleede poppen, de wollige hondjes en beestjes. Dan speelden we „ziekenhuis" of „kostschool". Het Inrichten van slaapkamers en schoollokalen was het bouwen wat wij deden. Zoo'n heelen dag spe len met Je liefste speelgoed, dat is wel ideaal en gauw uitgespeeld raakte je ook niet. Maar ik moet toegeven dat Eddle meer voor het leven wordt opgevoed. Overdag „zakelijk" zijn cn je vrijen tijd gebruiken voor hen die je lief zijn. Ik voel er veel voor iemand van jongs af aan aan zoo'n dagverdeeling tc wen nen, een dagverdeeling die immers later nood zakelijk zal zijn. En houten beesten met wie je een dierentuin op kunt bouwen zijn geen onaardige attributen om aan zakelijkheid gewend te raken. Maar ik benijd niet de kinderen die enkel het zakelijke speelgoed hebben en niet iets als een pop of een beer. Iets om van te hou den. iets voor de gezelligheid van avonden of regendagen. Want daaraan heeft ieder kind behoefte, aan iets dat zoo heelemaal van hem is en dat hij vertroetelen en koesteren kan. Niet alleen kleine meisjes, maar kleine jongens net zoo goed. Een mensch heeft behoefte aan een tegen wicht tegenover al te veel zakelijkheid. Een kind heeft dat meestal in nog sterker mate. Leer hem al spelend werken en zakelijk zijn maar geef hem zijn beer om 's nachts mee in zijn armpjes te slapen. BEP OTTEN HET WEEKBERICHT VAN CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM Wij hebben ome opruiming van blouses, pull-overs, jurken, japonnen, blazers en costuumrokkcn nu nog uit gebreid met de opruiming van een be- beperkte hoeveelheid restanten dames- en heeren-oJidergoederen, dames-kou sen en heer en-sokken. Al deze artikelen zijn prachtig van kivaliteit en icorden tegen zeer lage prijzen verkocht. (Adv. Ingez. Med.\

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7