isiji"
4J
ff
ZATERDAG 8 JULI 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
3Ï
Ingang van de Groote Houtstraat op de Groote Markt voor een halve
eeuw.
kleine 30 jaar geleden begonnen werd met
den bouw van de gemeentelichtfabrieken aan
den Harmenjansweg.
V ereenigingsleven.
Het vèreenigingsleven is in deze halve eeuw
ook zeer sterk gewijzigd. In 1883 stond men
nog vrijwel aan het begin van den politieleen
strijd waaraan in latere jaren de S. D. A.P.
een belangrijke rol zou vervullen. De af-
deeling Haarlem van de S.D.A.P. werd in
1882 opgericht met 200 leden. Ook de groo-
tere vakvereenigingsstrijd werd in dien tijd
pas ingeluid. De afdeeling Haarlem van den
B-K. Volksbond werd in 1888 opgericht,
patrimonium" in 1886. Daarentegen was de
afd. Haarlem van het Alg. Ned. Werklieden
verbond al in 1876 gesticht en de afd. Haar
lem van den Alg. Ned. Typografenbond in
1886. Juist in de jaren na 1885 werden veel
vakvereenigingen te Haarlem gevormd, maar
het duurde nog vele jaren voor zij voldoende
leden hadden om met kracht hun eischen te
kunnen stellen.
Onder de vereenigingen die in 1883 veel in
vloed hadden noemen wij de Maatschappij
„Tot Nut van 't Algemeen" en „Weten en
Werken". liefdadigheid naar Vermogen"
werd eenige jaren later opgericht.
Deze vereeniging, die nu nog veel goed doet,
nam in dien tijd een belangrijk deel der
armenzorg op zich. Het Burgerlijk Armbe
stuur had in. dien tijd een begrooting van
evenzooveel duizenden guldens als nu door
Maatschappelijk Hulpbetoorx tonnen uitge
geven worden.
Verder waren er in dien tijd al veel ver
eenigingen voor de beoefening van zang. mu
ziek en tooneel. Ook gymnastiek-, kegel-,
kolf- en schietvereenigingen. Voetbal en
cricket vonden nog niet veel belangstelling.
De voetbalclub H.F.C. werd opgericht in 1879
de cricketclub Rood en Wit in 1881.
Het verkeer
Een halve eeuw geleden was er in onze
stad nog weinig verkeer. Het paard was nog
in- zijn volle glorie, al het gerij werd door
hem voortgetrokken Enkele gefortuneerden
hielden eigen equipage. Het was een mooi
gezicht de glimmend zwarte koets, met
koetsier en palfenier in livrei op den bok.
voortgetrokken door twee schuimbekkende
volbloeds. Iets minder welgestelden hadden
een contract met den stalhouder, als de fa
milie wilde toeren of visites maken kwam het
rijtuig voor als het zomer was de open
landouwen, bij regen of 's winters de geslo
ten equipage. De dokter reed zijn visites in
een coupétje. Als de patiënten een zilveren
dokter wilden eeren, was het meest-pas-
sende geschenk een eigen koetsje. De stal
houder zorgde dan alleen voor den koetsier
en het paard.
Aan het station troonden de „aapjes", de
voorloopers van onze taxis. Het stalhouders-
bedrijf was toen bloeiend. Nu de auto, de
eJect-rische tram en de fiets gekomen zijn,
worden de menschen er alleen nog door
naar het Stadhuis gereden als zij trouwen,
of naar hun laatste rustplaats.
Die traditie blijft nog in eere. hoewel
ook daarvoor al de auto als concurrent van
het paard gaat optreden.
Ook het vrachtvervoer steunde op het
paard. Voor sleeperswerk is het paard nog
wel niet geheel afgedankt, maar zijn vroe-
gere alleen-heerschappij is toch verdwenen.
Geen wonder dat de hoefsmid in de vorige
eeuw ook goede zaken deed. Zelfs in hoofd
straten wij herinneren ons dat het 35 jaar
geleden nog zoo was waren er hoefsmede
rijen met stoelen voor het beslaan der paar
den. O.a. in de Groot Houtstraat naast de
toenmalige Manege tegenover de korte
Houtstraat), in de Zijlstraat bij de Korte
Zijlstraat (de firma Hoogenbirk beslaat, nu
de smederij verbouwd is, de paarden binnen)
en in de Spaarnwouderstraat. Verder was er
ook nog een hoefsmederij aan den Wagen
weg nabij de Hazepaterslaan.
De hoefsmeden zochten bij voorkeur de
toegangswegen naar buiten om daardoor te
profiteeren van den buitenman die met zijn
wagen naar de stad kwam, maar onderweg
ontdekte dat zijn paard een hoef verloren
had.
Het open zwembad voor de paarden was
in den Gasthuissingel Het paardenwed is
daar in stand gebleven tot de reorganisatie
van het verkeer bij de Houtbrug nu enkele
jaren geleden, maar alleen Haarlemmers
die de 40 passeerden herinneren zich nog,
dat daar eiken morgen de paarden hun bad
kregen.
In 1883 was ook de paardentram nog een
betrekkelijke nieuwigheid, want de maat
schappij die deze exploiteerde werd eerst
on 1878 opgericht, onder voorzitterschap
van Mr. W. Jager Gerlings. De tram reed van
het Stationsplein naar den Hout, een afstand
van 2305 Meter*. Er waren toen twee secties,
StationspleinGroote Markt kostte 5 cent en
Groote Marktden Hout evenzoo. Wie zich
de weelde veroorloofde het geheele traject te
rijden moest 7 1/2 cent betalen. Later kostte
de geheele rit slechts 5 cent.
Goedig sukkelde (naar ons modern be
grip) het kleine trammetje door onze hoofd
straten. Maar als de koetsier klappend met
de zweep zijn rossinant tot spoed aanzette
als een passagier hem een sigaar beloofde
als hij zijnl trein nog kon halen dan
schudden vele onzer voorouders het hoofd
over die gevaarlijke snelheïdsontplooiïng
Met de bel werd geducht geklingeld om de
baan voor onze „stads-expres" vrij te ma
ken.
Type van een vroeger
winkelhuis. Dit perceel
vindt men nu nog in
de Berkerodesteeg.
Op een anderen keer zag de conducteur er
geen bezwaar in om even te laten stoppen
om van den wagen te springen en ergens een
briefje of een pakje af te geven. Hij hield
immers ook van rooken! Het moet zelfs wel
gebeurd zijn, dat de dienstbode van me
vrouw Zus-en-zoo op het Plein de tram liet
stoppen om den conducteur een briefje met
een bestelling voor een winkelier in de Kruis
straat te geven. Het mocht wel niet, maar
de tramdirecteur (de heer H. van West)
behoefde niet alles te weten en wie anders
nam het den conducteur kwalijk, dat hij zich
liet verminwen door de goedlachsche gedien
stige in haar blauw katoentje met het witte
mutsje coquet op de zwarte lokken
Nu heeft de telefoon die galanterie voor
de tramconducteurs overbodig gemaakt!
Als er „sneF'diensten door de tram gere
den werden, werden er twee paarden voor
de tram gezet. Dat gebeurde ook wel eens als
een paard in de stal aan de Baljuslaan een
veulen lxad groot gebracht en als de moe
der het kind moest leeren trekken. Die 1 1/2
paardekracht was niet steeds bevorderlijk
aan een regelmatige dienst! Het was in die
dagen voor velen nog een gebeurtenis om
met de tram te rijden. Het tegenwoordige
geslacht is met de auto en de tram opge
groeid. heeft die verkeersmiddelen leeren
gebruiken, maar onze voorouders hadden
meer eerbied voor het loopen, zij maakten
alleen van de tram gebruik als het beslist
noodig was. Ook wel een enkelen keer als zij
voor plezier een tochtje maakten. Bij voor
beeld op Zondagmiddag als er in de buiten-
societeit in den Hout een concert gegeven
werd.
Als de moeders hun kinderen een vroolij-
ken dag wilden bezorgen was een nummer
van het programma een ritje met de tram.
Gemoedelijke oude tijd!
De koetsier en conducteur waren van de
De oude gasfabriek aan de Zijlvest.
vaste passagiers goede bekenden. Velen had
den, evenals de paaiden, slechts voornamen.
Er was met enkele zelfs een vriendschaps
band ontstaan. Geen wonder, dat toen ruim
25 jaar geleden de paardentram door de
electrïsche vervangen werd en er geen geld
was om voor den ouden dag van enkele
tram-veteranen, die niet door het nieuwe be
drijf overgenomen konden worden, te zorgen,
een actie om een steunfonds te vormen, bij
velen der burgerij steun werd gevonden!
Toen een jaar geleden bij het jubilé van de
N.ZJELT.M. de paardentram weer een dag in
dienst gesteld wend, was dit een geslaagd
feestnummer. Wel een bewijs hoe populair
dit vei-voex-middel bij de oude Haarlemmers
was! Wij geven een teekening van de oude
Houtbrug met de paardentram.
De stoomtram Haarlem-Lelden hebben
wij allen nog gekend. Tot verleden jaar heeft
het puffende koffie-molentje den strijd om
het bestaan volgehouden. Nu rijdt er de elec-
trische tram. De stoomtram is in 1881 in
exploitatie gekomen. Den eersten tijd was
het tarief voor de le klasse 50 en voor de
2de klasse 40 cent. Later zijn die prijzen ge
daald tot 30 en 25 cent. In de oorlogsjaren
werd evenwel een verhooging ingevoerd.
De stoomtramlijn HaarlemVelsen—Alk
maar is van lateren datum, wij vinden die
zelfs nog niet vermeld in het Haarlem's jaar
boekje van 1891.
Bejaarden herinneren zich natuurlijk wel
de omnibus HaarlemOverveenBloemen-
daal die van café Brlnkmann op de Groote
Markt vertrok.
Het was een pretje om op mooie dagen dit
tochtje te maken, vooral als men boven op
de bus in de open lucht kon zitten om van
het mooie uitzicht van den toen nog lande-
lijiken Zijlweg en Bloemendaalschen weg te
genieten.
Deze omnibus is evenwel pas in 1886 gaan
rijden. Te voren moesten de Overveners en
Bloemendalers als zij naar de stad moesten
loopen.
De spoorlijn Haarlem—Zandvoort is in 188®
geopend.
De stoombooten van Bus naar Amsterdam
en Rotterdam namen ook passagiers mee
voor Spaarndam, Heemstede, Vijfhuizen,
Bennebroek, Hillegom, Lisse, enz. Later be
hielden de booten alleen beteekenis voor het
vervoer van goederen. De stoom-trekschuit
behoorde al weer lang tot het verleden, ook
al worden nu nog wel eens enkele passagiers
meegenomen.
Verkeer met de buitengemeenten was ook
nog gering. De dorpen rond Haarlem waren
toen niet veel meer dan gehuchten die een
zelfstandig leven leidden. Alleen op de markt
dagen trokken de dorpelingen naar de stad
om handel te drijven of inkoopen te doen.
Haarlem was door een kring van tollen om
geven. Oude Haarlemmers herinneren zich
de voornaamste nog. Aan den Zijlweg bij het
raadhuis te Overveen, aan den Bronsteeweg
bij de Koediefslaan te Heemstede, aan de Jan
Gijzenvaart en den Vergierdeweg onder
Schoten, aan den Zandvoortschelaan te Bloe-
mendaal, aan den Zandvoorterweg bij Zand
voort. Pas een kwarteeuw geleden werden
die verkeersbelemmeringen opgeheven.
Vooral in de laatste 25 jaar is het rijwiel
algemeen bezit geworden. Dit heeft de ver
keersdrukte sterk doen toenemen. Nog meer
invloed op het verkeer heeft de auto gehad.
De uitbreiding der stad.
Van de groote kwartieren die wij nu rond
om de vroegere vesting vinden stond in 1883
bijna nog geen huis. Wat het Leidsche
kwartier betreft waren er slechts eenige
huizen in de Oranjestraat en Leidschestraat
gezet.
In 1884 werd pas de brug over de Leidsche
Vaart tegenover de Prins Hendrikstraat ge
bouwd. De Remonstrantsche ekrk in de Prins
Hendrikstraat is van 1886. Juist in 1883 was
begonnen met den bouw van de opleidings
school voor jongens in de Wilhelminastraat.
ontbonden, omdat de zaken afgewikkeld wer-
In dien tijd begon de coöperatieve wo
ningbouw. Die was anders opgezet dan de
woningbouw die wij nu kennen. Nu bouwen
de vereenigingen en stichtingen met rijks-
en gemeentegeld, terwijl de bewoners feitelijk
niet veel meer dan gewone huurders zijn.
Oudstijds kwamen evenwel arbeiders die
graag een eigen huisje wilden hebben bijeen
om voor dit doel een vereeniging te vormen.
Eerst werd wat gespaard, daarna werd van
een instelling of notaris geld geleend om
grond te koopen en de bouwkosten te beta
len. De leden-bewoners betaalden elke week
in plaats van huur een vast bedrag voor ren
te en aflossing. De stand van hun rekening
werd op een boekje aangeteekend. Zoo kon
den de bewoners na 25 of 30 jaar eigenaar
van hun huis worden. Als een lot uit de lote
rij. een erfenis of een ander buitenkansje
hun deel werd. kon extra afgelost worden.
Daardoor sleeg de waarde van het boekle,
zoodat uitkoopen gemakkelijker werd. Het
was meteen een spaarboekje.
Er zijn in de arbeiderswijken in de jaren
van 1885 tot 1910 op deze wijze groote com
plexen woningen gebouwd. De wekelijksche
lasten varieerden van 2 tot 3 gulden. De
meeste dezer coöperaties zijn thans al lang
ontbonden, omdat, de zaken afgewikkeld wer
den. Heel wat bewoners zijn op die wijze
huiseigenaar geworden. Al was het natuurlijk
noodig dat die huizen in den loop der jaren
wat gemoderniseerd werden om te kunnen
wedijveren met de later gebouwde huizen, die
niet alleen geriefelijker, maar ook duurder
waren, zij worden al is het dan ook niet
meer door alle oorspronkelijke leden-eige
naars nog steeds bewoond.
Het Leidsche kwartier is nu geheel vol ge
bouwd. Er is tusschen de Brouwersvaart en
de Westergracht geen vierkanten meter on
behouwen grond te koop. In de toekomst is
aan dat Westelijk deel der stad evenwel nog
veel uitbreiding te verbrachten. Over den
spoorweg wordt thans evenwel nog niet ge
bouwd. Het wachten is op het verder verhoo-
gen van de spoorbaan. Dan toch worden de
overwegen door breede viaducten vervangen.
Daarop zal wel gewacht worden met het als
bouwterrein in exploitatie brengen van de
gronden aan de Houtvaart.
Het is evenwel nog niet te voorspellen wan
neer de Spoorwegen dat belangrijke werk tot
stand zullen brengen, vooral omdat de Spoor
wegen nu met tekorten te worstelen hebben.
Het zou als het in dezen tijd werd uitgevoerd
een uitstekend object zijn voor uitbreiding
der werkgelegenheid. Misschien zou door sa
menwerking der Spoorwegen. Rijk en Ge
meente een oplossing verkregen kunnen wor
den die alle belanghebbenden niet het
minst de werkloozen bevredigt!
Het P ij 1 s 1 a a n-k w a r t i e r is geheel van
den laatsten tijd. 40 jaar geleden stonden er
aan het Schouwtje alleen maar enkele hui
zen, Toen werd het complex vereenigings-
huizen aan de Leidschevaart en Lourens
Costerstraat gebouwd. Nadat het goederen
station aan de Westergracht, de Kathedraal,
de remise der electrische tram en de Rijks
kweekschool aan de Leidschevaart uit den
grond verrezen waren, nam ook in dat kwar
tier de bebouwing toe. N3 den oorlog bouwde
de gemeente op dit terrein ook eenige groote
blokken. Ook werden er in dit deel der stad
veel middenstandswoningen gebouwd. Zelfs
over de spoorbaan verrezen er vele. Die be
woners zien evenwel met smart uit naar de
viaduct, want het wachten aan den drukken
overweg aan de Pijlslaan is hinderlijk. Als
die viaduct er is, zal het open terrein tusschen
de Pijlslaan en de Munterslaan wel spoedig
volgebouwd zijn. Maar over de Houtvaart
liggen nog groote terreinen die nu voor
bloembollenteelt en tuinbouw gebruikt wor
den. die dan op den duur wel als bouwgrond
bestemd zullen worden.
Haarlem heeft na de annexatie van 1917
reeds het vroegere Overveensche tuindorp
aan de Ramplaan tot haar gebied gekregen.
Als die spoorwegplannen eenmaal zijn uitge
voerd, zal Rolland evenwel binnen afzien-
baren tijd bebouwd 2ijn, waardoor de bebou
wing der gemeenten Bloemendaal en Haar
lem elkaar genaderd zullen zijn.
De kwartieren aan beide kan
ten van den Zijlweg zijn ook in de
laatste halve eeuw ontstaan. In 1883 stonden
aan den Zijlweg nog slechts enkele heeren
huizen en villa's. Op den hoek van de Zijl-
singel. waar nu de gebouwen van „de Sier-
kan" zijn, stond een groote vierkante villa,
aan den anderen kant heeft een boerderij
lang den strijd tegen het stadsche karakter
volgehouden. Vele Haarlemmers zullen zich
nog het witgekalkte huis herinneren, dat pas
afgebroken is toen de Sociëteit Vereeniging
daar haar gebouwen liet verrijzen. De
Ruycha verst raat werd het eerst aangelegd,
daarna volgden de Hasselaerstraten en het
Hasselaerspleln en de Coornherstraat. Het
groote terrein van de villa van Jhr. Ch. F.
van de Poll strekte zich uit van de Coorn-
hertstraat naar de spoorlijn. Later zijn op die
terreinen groote complexen middenstands
woningen gebouwd. In het oude heerenhuis
vindt nu de Gemeentelijke Werkloosheids-
dienst een onderdak. In denzelfden tijd werd
ook het terrein ten Noorden van den Zijlweg
gebouwd. De Pieter Kiesstraat en de Duven-
voordestraat werden aangelegd, alsook de
vele straten die daartusschen gelegen zijn.
Ongeveer 15 jaar geleden sloot de Haar-
lemsche Katoenmaatschappij haar fabrieken.
Toen kwam ook het terrein aan de Kinder
huissingel voor bouwexploitatie vrij. Het is
nog wel niet geheel volgebouwd, maar veel
terrein is er toch niet meer beschikbaar.
Het Kleverpark is van de laatste 25
jaar. Doordat die uitgestrekte wellanden in
exploitatie kwamen, kon daar een wijk met
mooie middenstandshuizen verrijzen. Het
mooie park en de flink aangelegde straten
zijn als woonoord nog steeds zeer in trek.
Van H a a r 1 e m-N oord bestond in 1883
nog weinig. Langs den Schoterweg stonden
eenige huizen. Na dien tijd werd eerst het
Frans Halsplein en de Frans Halsstraat aan
gelegd.
In 1884 werd door de Kamers een wet aan-
genomen waardoor de grens van Haarlem wat I
verlegd werd. Het Frans Halsplein en de Frans
Hoefsmederij voor 50 jaar in het midden
der stad.
De R.K. kerk aan het- Spaarne werd gelijk
met de nieuwe Lange Brug gebouwd. Dit werk
kostte f 129.000.
Ha ar lemmer liede had daar ook een stads
kwartier, dat bij de annexatie aan Haarlem
gekomen is. Nu nadert de bebouwing al lang
zamerhand de nieuwe grens der gemeente. Er
mogen wel maatregelen genomen worden
anders ontstaat er binnen afzienbaren tijd
ook aan den Oostkant van de Haarlemmer
meerspoorlijn weer een nieuw stadskwartier
van Haarlemmerliede.
Het Slachthuiskwartier is in de
laatste 10 a 15 jaar ontstaan. Hier vindt men
vooral den woningbouw met overheidssteun.
Het Slachthuis werd ongeveer 25 jaar gele
den gezet. Ook aan dien kant van Haarlem is
nog bouwterrein beschikbaar, maar de exploi
tanten wachten blijkbaar op de nieuwe brug
die (als de gemeente weer eens gold beschik
baar heeft) over het Zuider Buiten Spaarne
tegenover de Rustenburgerlaan gebouwd zal
worden.
Juist een halve eeuw geleden werd begon
nen met den aanleg der straten in het
Rozenprieel. Ook daar werd veel coöpe
ratief gebouwd.
De school in de E/.kkerstraat viert ook een
gouden feest, want die bouw werd in 1883 be
gonnen. In dien tijd kostte zoo'n school
24.000.
De middenstandswijk ten Oosten van den
Kleinen Houtweg is van de laatste 25 jaar.
Daarom was het noodig dat de kweekerijen
der firma Krelage en Schertszer hun terrei-
r.v.^V
y--
Hoe vroeger een trein hij den Jansweg het stations-emplacement opreed.
Halsstraat kwamen toen binnen de gemeente
te liggen.
Daarna begon het Schoterkwartier uit
den grond te verrijzen. De uitbreiding aan
dien kant van de stad ging zeer snel. Het
Haarlemsche gebied was al zeer gauw volge
bouwd. Toen ontstond het stedelijke deel van
Schoten. Bij de annexatie in 1927 was Scho
ten van een klein dorpje met eenige honder
den inwoners in 1883 een gemeente van meer
dan 20.000 zielen geworden. Ook na de an
nexatie is de uitbreiding van Haarlem-Noord
snel voortgegaan. Oud-Schoten is nu al bijna
door de stadsbebouwing genaderd. Bovendien
zijn er reeds ten Noorden van de Jan Gijzen
vaart groote woonwijken ontstaan. In dit deel
van het vergroote Haarlem zijn nog veel
bouwterreinen beschikbaar, maar een deel
daarvan mag nog niet in exploitatie komen
in verband met de wet op de verboden krin
gen", die ver rondom de fortificaties van
Spaarndam van kracht is.
Ongeveer 15 jaar geleden werden de kwee
kerijen van de firma Zocher aan den Klop
persingel verkaveld. „Patrimonium" bouwde
er toen een complex van ongeveer 400 mid
denstands- en arbeiderswoningen.
In Haarlem-Oost werd eerst het Amster-
damsche kwartier gebouwd. De oud
ste huizen staan er nu al ongeveer 40 a 45
jaar. Daaronder zijn ook vele complexen van
coöperatieve woningbouwvereenigingen.
In 1883 moest de verbinding tusschen de
Spaarneoevers verbeterd worden. De Lange
Brug en Eendjespoortbrug (die nu ook pas
vernieuwd en verbreed zljm kostten toen
f 94.000. D Melkbrüg werd in 1886 vernieuwd.
Daarmee ging een uitgaaf van f 52.700 ge
paard.
nen afstonden en dat het buiten van me].
Koenen werd verkaveld.
In het Zuiden van de stad verrezen
eenige tientallen jaren geleden eenige groo
te villa-complexen. We bedoelen de Tempe
liersstraat, van Eedenstraat, Lakenkooper-
straat en andere straten op het zoogenaam
de Lakenkoopersveld. Verder den Koningin
neweg en het Wilhelminapark het Bosch en
Vaartkwartier (vroeger Heemstede) en het
Haarlemmerhoutpark. In het laatste park
zijn nog vele open terreinen. Vooral na de
annexatie worden die niet gemakkelijk meer
verkocht, wat wel jammer is, want het is
daar mooi wonen.
De forensen-gemeenten.
Ook de omliggende gemeenten wij wezen
er reeds in de inleiding van dit artikel op
zijn in deze halve eeuw sterk vooruitgegaan.
Veel daartoe heeft bijgedragen de verbete
ring van de verkeersmiddelen. Daardoor toch
was het mogelijk, dat er zich forensen ves
tigden. Heemstede en Bloemendaal zijn dan
ook bij uitstek forensengemeenten geworden.
Velen die te Haarlem en Amsterdam werken,
hebben in die buitengemeenten hun woning
gezocht.
Een blik in de toekomst
Ondanks de economische inzinking zijn
Haarlem en de buitengemeenten zelfs in dc
laatste Jaren in inwoneraantal vooruitge
gaan. Dit geeft de overtuiging dat als die
moeilijke jaren voorbij zullen zijn, onze stad
en omgeving nog meer in bloei zullen toe
nemen.
C. J. VAN T.
De Houtbrug met paardentram een halve eeuw geleden.