Het Zweedsche houtvlot binnen. VICTO R I A - WATER van Oostveen Co. De Mysterieuse Apache. MAANDAG 10 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 9 UIT DE OMSTREKEN. IJMUIDEN. Ternauwernood aan den ondergang ontkomen. Vasfgeloopen op de Noorderpier. Maar vlot gekomen „op eigen kracht Bijna gestrand in de haven. Door den vloed- stroom iverd het vlot bij het binnenkomen tegen den pier gedrukt, ivaar het vastliep. Spoedig is het door den stroom echter weer losgeiverkt. Zondagavond kwam er bericht in IJmuiden van het vlot. ..Het is 's middags 4.20 uur het Haaks-vuurschip gepasseerd, gesleept dooi de Zweedsche sleepboot Prins Bernadette en de Duitsche sleepboot Heros Eindelijk dan toch! Nog een paar uur en de lanae. lange, tocht, is ten einde; voor de eerste maal zal een dergelijk transport zijn geslaagd. Maar de laatste loodjes hebben het zwaarst gewogen. Het heeft weinig ge scheeld, of het drijvende bosch van ruim 50Co boomen was gestrand, niet in het ge zicht van de haven, maar zoo goed als in de haven. Als gevolg van de roekeloosheid van den commandant van het convooi, de kapi tein van de sleepboot Prins Bernadotte. Even later nadat we het bericht, dat het vlot naderde hadden ontvangen, komt een telefoontje: „om twaalf uur gaat de Hector naar buiten, als u mee wilt En óf. En te middernacht zijn we bij het kantoor van Bureau Wijsmuller; even later stappen we aan boord van de Junior, die ons naar de Hector, die bij de semaphore ligt, brengt. De Hector wil zien. of assistentie bij het binnensleepen gewenscht wordt. Het is een mooie zomernacht. Er staat een stevige bries uit het Zuiden. Als we overstap pen op den Hector, met kapitein Moerman, die als vertegenwoordiger van de directie van Bureau Wijsmuller meegaat, schijnt de maan ciie juist kracht genoeg' bezit om de bedekte lucht te doorboren, op het licht bewogen wa ter: een zilveren streep teekent zich af op het deinende watervlak. Om één uur gaan we van den steiger. Ka pitein van der Graaf zet de telegraaf op „volk* kracht vooruit" en met een 9-mijls vaartje stevenen we naar buiten. De steven van de sleepboot splijt het water uiteen; op het witte schuim teekent zich een fraaie blauwe glans; de zee licht. Het is nu nog alles poëzie. Maar voor eenige reisgenooten is de poëzie er gauw af. Een kalm zeetje.... Een kalm zeetje, zeggen de menschen van de sleepboot. Dat was het inderdaad zoolang we nog in de buitenhaven zijn. Ook de zee lijkt kalm en inderdaad, vlak buiten de ha ven klieft de Hector in rustige ligging de ba ren. Maar dra zijn we niet uit het oppertje van den wal, of de aan bakboordzijde van de sleepboot oploopende golven brengen bewe ging in de boot. Meer dan sommigen ver dragen kunnen. Achter ons zien we de vuurtorens lang zaam van ons afglijden; de honderden licht je i van de sluizen en de havens worden steeds flauwer. Om de Noord flikkert het hel dere licht van Egmond en even later zien we, flauw in het verre verschiet, de bundels van den vuurtoren van Sluisduinen. Het is alles geweldig mooi. Maarhoud je goed vast, want de Hector is dartel als een veulen in de weide. Er komt koffie. Ze is zoo heet, dat we onze handen bijna branden aan de kwart liter kom. Maar het is een welkome tractatie. Er is eenige acrobatiek voor noodig om de kom zonder morsen leeg te drinken. Kapitein Moerman en kapitein v. d. Graaf balancee- ren op hun zeebeenen; wij landrotten heb ben onze beide handen noodig om niet te vallen. Steeds flauwer worden de lichtjes achter ons; maar steeds helderder die welke onge veer dwars van de haven tegen den donkeren hemel afsteken. Een binnenvarend stoom schip passeert ons op grooten afstand. Ka pitein Moerman vraagt met de morselamp. wat die andere lichten zijn. Hij wil zekerheid maar de onbekende antwoordt niet. Spoedig is er geen twijfel meer. We zien toplichten, we zien twee bakboordslichten. En op grooten afstand nog een flauw lichtje, het lieklicht van het vlot. Als we een uur hebben gestoomd, kunnen we het convooi duidelijk onderscheiden. De sleepbooten Heros en Prins Bernadotte lig gen aan den sleeptros, naast elkaar. Dan een heel eind niets en geheel achteraan, zeker een paar honderd Meter van de sleepbooten verwijderd teekent zich een donkere streep op het water met aan het achtereind een lichtje we zien den breeden kop van het vlot, aangeduid door de schuimspattende golven. Het valt tegen; we hadden het groo- ter verwacht. Geen hulp noodig. We praaien de Prins Bernadotte, een akelig klein sleepbootje, dat vreeselijk aan den tros ligt de slingeren. „Do you require assistance?" (verlang je assistentie) informeert kapitein v. d. Graaff. De Zweed schreeuwt wat terug in het Zweedsch. Verstaan doen we het niet, maar we begrijpen het. Hij heeft de Hector niet noodig! Ook de Duitsche kapitein „kann kein Sehleppboot brueken." Deze weigering was den vreemden kapi teins bijna noodlottig geworden. Slechts weinig 'had het gescheeld, of zij hadden voor niets hun hout en kolen verstookt. Weken lang. Terug. Nog even varen we mee. Het vlot gaat dan Zuidelijk van ons af. Het is dan twee uur en we verlaten het op een mijl of acht uit de haven. De Hector stevent full speed op de hs.ven af en tegen drie uur zijn we binnen We blijven aan boord, want kapitein Moer man wil het nog eens probeeren. De kapiteins van Bureau Wijsmuller zijn gastvrije man nen. In de kajuit praten we wat, probeeren wat te slapen. De Ilector weer naar buiten. Om half vijf gaan we weer naar buiten. He: wordt reeds dag. Duidelijk zien recht voor de haven de sleepbooten, die echter nog met lichten varen. Maar waar is het vlot? Kapitein Moerman hoopt natuurlijk altijd nog. dat er ook voor Bureau Wijsmuller wat te verdienen valt, Dc sleepbooten varen dwars de haven in, met den kop op de Zuiderpier gericht. Gaat dat wel goed? Neen, het ging niet goed! Daar zien we plotseling het vlot. dat nu in de ochtend schemering duidelijk zichtbaar is, vlak ach ter de Noorderpier vandaan komen. Het schuurt langs de blokken. De sleepbooten trekken wat ze trekken kunnen. De tros van de Prins Bernadotte breekt. En even later ook die van de krachtige Heros. Het vlot zit vast. Het vlot zit vast op de blokken. Het is ten prooi aan de golven, die gesteund door den sterken vloed, de houtmassa tegen de Zui derpier en wellicht op de blokken duwen. Zal het breken? Maar de Zweedsche houtvlotters hebben geen half werk verricht. We zien een heele serie kettingen stijf den 30-Meter omtrek omspannen. Er komt een geluk bij een ongeluk. En dat geluk is, dat het zwaartepunt van den druk binnen de haven ligt. De vloed drukt het sterkst tegen het binnen de pier uitstekende gedeelte. Het beweegt weer. De voorkant (de steven) zwenkt naar het Noorden. Het werkt zich los en achterste voren komt het de ha- De Prins Bernadotte steigert er om heen en haast er boven op. Het kost veel moeite, weer verbinding te krijgen en eerst nadat de tros eenige malen gebroken is weet een der opvarenden van de Zweedsche sleepboot de verbinding te herstellen. Later gaat ook een Duitscher over en ten slotte zijn beide booten weer in actie om het vlot verder naar binnen te sleepen. Overal zien we menschen langs den haven kant om het merkwaardige schouwspel gade te slaan. Langzaam nadert het convooi de Midden- sluis. De Hector was inmiddels weggestoomd. Maar ze kwam toch niet met leege handen thuis. De Fransche ertsboot ..Enseigne Marie Saint Germain", heeft haar hulp noodig. De Junior brengt het stoomschip naar zijn lig plaats. de haven van het hoogovenbedrijf. Om zes uur stappen we bij de Semaphore aan wal. Het vlot is binnen. We kunnen naar huis gaan. Het houtvlot is om 8 uur door de midden- sluis geschut. Het schutten had een vlot verloop. Het vlot werd door de sleepboot „Prins Bernadotte" en drie sleepbooten van Gebr. Goedkoop naar Zaandam gesleept en niet naar Amsterdam zooals oorspronkelijk de bedoeling was. j. j. allan sr. f Te zijnen huize Spiegellaan 9 te Driehuis is j.l. Vrijdag op ruim 70-jarigen leeftijd over leden de heer J. J. Allan Sr., commissaris der N.V. Drukkerij Sinjewel en lid van den Raad BEVORDERT DE SPI JSVERTERING NEDERLANDSCHE M2J. OBERIAHNSTEIN Het geweldige vlot passeert de sluizen te IJmuiden. NATUURLIJK BRONWATER Opgericht 1SS7 (Adv. Ingez. Med.) P.H.Kade 169, Tel. 41070, Amsterdam (Adv. Ingez. Med.) van Beheer der IJmuider Courant, voorda: deze door ons werd uitgegeven. Wij bewaren aan den overledene de herin nering van een serieus zakenman, met wien wij op de meest aangename wijze de onder handelingen over de overneming van de IJmuider Courant hebben mogen voeren. De heer Allan vestigde zich ruim een jaar geleden, na een arbeidzaam leven-in West- zaan, te Driehuis. Helaas heeft hij niet lang van zijn welverdiende rust mogen genieten. In zijn nieuwe woonplaats was hij o.a. '2de voorzitter van de Buurtvereeniging Driehuis. In Westzaam was de heer Allan een zeer ge ziene persoonlijkheid, o.a. was hij gedurende geruimen tijd wethouder dier gemeente en tot zijn vertrek naar Driehuis commissaris van de Stroomverkoop Maatschappij Zaan land. De crematie zal plaats vinden Dinsdag na aankomst van trein 16.26 uur. EEN FEDERATIE VAN ORANJE- VEREENIGINGEN. onder leiding van burgemeester rambonnet. Te Alkmaar is onder leiding van Mr. l. F. J. Rambonnet. burgemeester van Velsen, een oprichtingsvergadering gehouden van de Oranje federatie Boven Het IJ. Aanwezig waren behalve de voorzitter, de heer W. R. Drost, burgemeester van Kwadijk, II. Oostveen, burgemeester van Blokker. J. M. Stempel, wethouder van Hoorn, ds. P. E. J, Bik uit Enkhuizen. J. de Jong, voorzitter van de Chr. Oranje Vereenigïng uit Den Helder, en M. J. Leendertse, hoofd eener school te Oosthuizen. Instemming was be tuigd door ar. Westerouen van Meeteren. inspecteur van het l. O., deken Huibers uit Hoorn en den heer J. Steert, burgemeester van Oosthuizen. De federatie stelt zich ten doel, in zoo veel mogelijk plaatsen Oranjevereenigingen op te 'richten. Bestaande vereenigingen wor den dringend uitgenoodigd zich aan te sluiten. Personen, welke in een bepaalde plaats het initiatief willen nemen om een ver eeniging op te richten, gelieven zich te wen den tot den secretaris, den heer M. J. Leen dertse te Oosthuizen. VACANTIE. De vacantie voor de arbeiders, in dienst der patroons, georganiseerd in den Nederl. Aannemersbond alhier, zal gegeven worden in de week van 31 Juli4 Augustus. sleutelbeen gebroken. Zaterdagmiddag had een 17-jarige jongen genaamd V., en wonende te Amsterdam, het ongeluk in het kampeerterrein te vallen, waardoor hij zijn linker sleutelbeen brak. Per ziekenauto werd de jongen naar het Roode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk ver voerd. wederom letlandsche stakers. Zaterdagmiddag is wederom een viertal leden van de bemanning van het Letlandsche stoomschip Everita, dat voor de Papierfabriek in lossing ligt, in staking gegaan. Zij werden door den kapitein van boord verwijderd, waarna zij door de politie, in afwachting hunner uitleiding, naar het Huies van Be waring te Haarlem werden overgebracht. FEUILLETON ROMAN UIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD DOOR H. LUCAS. (Geautoriseerde vertaling van H. Houben.) 11) „Daar Royle u opgestookt heeft om me na te gaan, zal hij u wel allen noodigen uitleg gegeven hebben, zou ik denken", zei zij koud. „Frank vroeg me met hem mee te gaan om jou te zoeken en vertelde me, wat hij dadelijk had moeten doen, je schandelijk gedrag in dat café van den minsten rang; de rest zou ik graag van jou hooren". Cornelia haalde haar schouders op met een onverschilligheid, die zij heelemaal niet voelde. In eens voelde zij het verschil tus- schen een avontuur en een behoorlijken uit leg er van eenige uren later. „Monsieur", begon zij en werd toen vuur rood. Het was heel moeilijk over een man te spreken, met wien zij verschillende uren had doorgebracht en van wien zij geen an deren naam kende dan dien van l'Etranger Rouge, wat haar nu in eens een belachelijke onmogelijke schuilnaam leek. Zij deed een poging om haar waardigheid te herwinnen „De heer, die mij liet zien, wat ik fgraag zien wilde, bood mij aan mij naar plaatsen te vergezellen, die ik anders niet kon be zoeken en ik ging dat is alles". Wild voelde, dat zijn zelfbeheersching hem ging verlaten Hierop had hij niet gerekend Tot nu toe waren de streken van zijn doch ter enkel en alleen het gevolg geweest van •overvloed van jeugd, en opstandigheid tegen de enge conventie, die haar werd opgelegd. Hierin had zij helpers en handlangers van haar eigen soort, dikwijls van haar eigen sexe gehad. Nooit eerder had zij in het ge heim samengezworen of haar eigen eer op het spel gezet. „Het komt dus hierop neer", zei hij. „je hebt dien man, dien apache, in het geheim ontmoet, bent uren met hem alleen ge weest en hebt gelogen om deze schandelijke samenkomsten te kunnen hebben". Ze kromp ineen. Van natuur oprecht en eerlijk, had haar de misleiding meer be zwaard dan de avonturen zelf. De woorden van haar vader deden haar pijn, vroeger had er in al zijn berispingen toch nog tee- derheid gelegen, die nu vanavond geheel ontbrak. „Ik ben nooit met hem alleen geweest", antwoordde zij. „en al ware dit ook gebeurd hij heeft mij behandeld als ieder ander; begeleider het zou gedaan hebben". „Een ridder zonder vrees of blaam", smaalde Wild. Vader en dochter keken elkaar aan en Wild wist, dat hij voor 't eerst met een toe stand te doen had, dien hij niet kon na gaan. Cornelia was zijn oogappel, dcch er was iets in haar gezicht „Je moet mij je eerewoord geven, dat je dien man niet meer zult zien of spreken" zei hij. Cornelia glimlachte plotseline. Gelooft u niet. dat ik op me zelf kan passen, Vader tje", vroeg ze, „en wordt het zachtjes aan niet te laat om dit te bespreken?" „Dit is de eerste keer. dat je het aangelegd hebt .net boosdoeners", antwoordde hij om zichtig, „misschien ken je hun gehalte niet". Er volgde een lange stilte, die einde?:jk door Wild werd verbroken. „Ik wacht op je woord", zeide hij. Cornelia zuchtte diep, zij klemde haar lippen opeen en wendde zich af. Weer viel er een stilte. „Nu", zei Wild scherp. „Ik kan niet" stamelde zij. Wild werd bleek. Hij keek naar zijn doch ter met een blik, dien zij nooit te voren van hem gezien had. „Heel goed", zei hij, zijn best doende zijn stem rustig te houden. „Je bent mijn doch ter, ik zal doen wat ik noodig acht, om je tegen je zelve te beschermen". Cornelia aarzelde, toen liep zij met opge heven hoofd, ofschoon met bevende lippen, de kamer uit. Wild en Royle keken elkaar aan. „We moeten geen halve maatregelen ne men", zei de eerste. „Ik zal een detective huren een vriend hier van mij, kan mij met raad dienen en ik zal hem opdragen dat heerschap na te gaan. -'t Is een be schermingsmaatregel, maar ik krijg mis schien genoeg van dien schelm te hooren om hem de politie op zijn dak te sturen". Royle werd rood. De ontdekking van dezen avond was als een mes door zijn hart ge gaan, maar de gedachte, dat Cornelia zou worden nagegaan, bespioneerd door een be taald iemand stuitte hem zeer tegen de borst. In sommige opzichten kende hïi C~~- nelia beter dan haar eigen vader en hij zag in. dat, wanneer ze het bestaan van zoon detective zou ontdekken, er heel wat ergers zou gebeuren. „U moest dat maar aan mij overlaten, mynheer", zei hij plotseling als bij ingeving. „Ik zal de verantwoording voor haar op mij nemen en en ik ken Cornelia". De oudere man keek hem vriendelijk aan. ..Goed, als dat je beter lijkt", zei hij. „Ik weet. dat ik op je vertrouwen kan! Wat deksel! Waarom kan zij niet besluiten met jou te trouwen en met al die dwaasheden :e eindigen". Royle kromp ineen, toen zijn wonde werd aangeraakt. „Ik vrees, dat ik haar als zoodanig niet aantrek', zei hij. Wild snoof. „Zij heeft een krachtigen man noodig", hernam hij boos, „één, die haar aan kan en haar zoo weinig ontziet, als in onzen venveekelijkten tijd nog mogelijk is. We zullen het hierbij moeten laten, vrees ik", voegde hij er nog bij. „Ik zal ook met me vrouw Lawson spreken, zoodat ook zij haal bede oogen open houdt voor iedere poging, die door vreemden wordt gedaan om met Cornelia te spreken". „U zult haar toch niet alles vertellen?" zeide Royle haastig. „Lieve hemel, neen, ze zou doodsbang zijn en in ieder mensch een apache zien, maar ze is dol op Cornelia, een wenk is al voldoende". De beide mannen gingen uit elkaar. Royle om naar zijn kamer te gaan en Wild om mevrouw Lawson op te zoeken. Hij vond haar in de hall, op het punt naar boven te gaan. „Een oogenblikje, Julia", zei hij. terwijl hij zich in een stoel naast haar liet val len. Mevrouw Lawson bereidde zich voor tot luisteren met die aandacht, die zij aan de geringste zijner woorden gaf. Wild kauwde op een onaangestoken sigaar Hst was moeilijk om te beginnen. ,,'t Is over Cornelia", zei hij langzaam. ..ik ik maak me ongerust over haar. Julia". Mevrouw Lawson glimlachte aanmoedi gend. Zij had die klacht al zoo vaak van hem gehoord. „Ach', zei ze vriendelijk. „Zij is jong en en overmoedig, en en ze wordt niet graag nagegaan. Julia". „Daar houdt de jeugd nooit van", herin nerde zij hem. „Dat is waar, maar wat ik zeggen wou, ik zou het toch prettig vinden, als je eens extra op Cornelia iet, Julia; ik weet. dat je voor haar zorgt als een moeder" hij. zag het vlugge blosje niet. dat niet lee'.ijk stond, op de wangen van zijn toehoorster, verschij nen. „maar, zie je, Parijs is nu eenmaal Parijs", VELSEN Rijwiel ontvreemd. Zondagavond is ten nadeele van O., te IJmuiden een rijwiel ontvreemd, hetgeen hij eenigen tijd onbeheerd bad laten staan voor het café van F. aan den Zeeweg. lage kolenvrachten Van Llanelly is een stoomschip met kolen bevracht naaf Amsterdam tegen een vracht van 4 sh. 9 d. «nog geen twee gulden) per ton. Deze prijs Illustreert wel de depressie op de vrachtenmarkt. overplaatsing van een onderwijzeres. De openbare lagere school c te IJmuiden aelde over het jaar 1932 gemiddeld 210 l 2 leerling. Zoowel volgens de oorspronkelijks als volgens de op 1 Januari 1933 van kracht geworden yeerlingenschaal. mogen aan deze school dus 5 leerkrachten voor rijksrekening in aanmerking komen. De zesde leerkracht in dit geval mej. M. J. Wittevecn, is boven tallig. Door overplaatsing van eenige leer lingen en een nieuwe klassenformatie, kan worden bereikt, dat nu reeds deze leerkracht voor de gemeente wordt bespaard, terwijl in de naaste toekomst met vijf leerkrachten aan deze school kan worden volstaan, daar geen eerste en tweede klasse aanwezig zal zijn. Teneinde opwachtgeldstelling van mej. Witteveen te voorkomen is door B. en W. aan den Minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen machtiging verzocht de ge noemde onderwijzeres te doen overplaatsen naar de openbare lagere school K, aan welke school een vacature voor een verplichte 'eer kracht bestaat. Deze machtiging is bereids verkregen, terwijl ook de Inspecteur van het Lager onderwijs zich met de overplaatsing kan vereenigen. In verband met het bovenstaande stellen B. en W. voor, om mejuffrouw M. J. Witte veen, ingaande 24 Juli 1933. over te plaatsen van de openbare lagere scho.1 c te IJmuiden naar de openbare lagere school K te Vel sen. middelbaar technische school. Aan de Middelbaar Technische School te Haarlem werden bevorderd van het le naar het 2de studiejaar: Afdeeling weg- waterbouwkunde: J. Riet dijk. IJmuiden. Bevorderd van het 2e studie jaar naar het practisch leerjaar: K. Blok, IJmuiden. Afdeeling werktuigbouwkunde Bevorderd van het 2c naar het 4e studie jaar: K. W. F. Brouwer. IJmuiden. Afdeeling clectrotechniek: Bevorderd van het le naar het 2e studie jaar: W. M. Janssen en G. c. van Westen, bei den te IJmuiden. ST.-NICOLAAS VEREENIGÏNG „ONS BELANG Bovengenoemde vereenigïng heeft het plan opgevat, ofschoon het St.-Nicolaasfeest nog in het verre verschiet ligt. den kinderen der leden toch een feestdag te bereiden. Daar toe zal 9 Augustus met een 60-tal kinderen een uitstapje gemaakt worden naar Groc- nendaal om met de kleinen aldaar oen pret- tigen dag door te brengen. Mevrouw Lawson knikte. „Ik begrijp je, Norman", zeide zij en ze dacht ook, dat ze het begreep. „Cornelia is zoo knap en aardig, je bent natuurlijk bang, dat de een of ander haar zal aanspreken, als ik met mijn aandacht elders ben. We weten allemaal, dat zulke dingen gebeuren en ik zie het gevaar er duidelijk van In". Wild zuchtte van verlichting, Julia was een verstandige vrouw. „Dat is het", bekende hij vlug, „Franschen zijn impulsief en onconventioneel sommige ten minste en je weet. Cornelia ziet er geen kwaad in om een loopje te nemen, met wat wij, ouderen, noodzakelijke conventie noemen, dus. ais je ziet, cat een of andere kerel met haar tracht te te spreken, wimpel hem dan af en zeg het mij". Mevrouw Lawson knikte begrijpend en eenige minuten zaten zij stil bij elkaar. „Wij zullen hier spoedig opbreken" zei Wild plotseling. „Weg van Parijs" vroeg zij met eenige verwondering. Wild knikte. ..Mijn zaken zullen mij nog eenigen tijd hier houden", antwoordde hij. „Maar vandaag vroeg mijnheer Débu. d~ Parijsche bankier, met wien onze bank- vereenlglng hoopt samen te gaan, of ik. met mijn gezelschap, hem kwam bezoeken in zijn huis te St. Cloud en lk zal hem maar schrijven, dat we het aannemen. Je zult het er prettig vinden cn we zuilen er meer op ons gemak zijn". Doch het was niet het meerdere gemak, dat hem deed besluiten de uitnoodiging aan te nemen. Hij begreep, dat in een gesloten huis er minder gelegen heid zou zijn voor de uitstapjes van Cor nelia. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9