LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
KANTTEEKENINCEN.
BIOSCOOP.
Nieuwe Uitgaven.
ZATERDAG 15 JULI 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
9
EEN VOORBESPREKING
door KAREL DE JONG.
In het Scheveningsche Kurhaus zal Zon
dag o.a. een niet nader aangeduid) pianocon
cert in Es van Mozart gespeeld worden. Met
„niet nader aangeduid" bedoel ik, dat het
nummer van het werk volgens Köchel's Ca
talogus niet vermeld is en aangezien Mozart
zoo iets van 27 pianoconcerten heeft nage
laten zijn daaronder natuurlijk meerdere in
Es gr. t., want de „buitenissige" van de 24
mogelijke toonsoorten, zooals gis kl. t, Ges
gr. t. en allerlei andere met een boel kruizen
of mollen, vielen geheel buiten Mozart's keu
ze, en de kleine-terts-toonsoorten zijn boven
dien sterk in de minderheid, zoodat als van
zelf de groote-terts-toonsoorten van nul tot
en met drie kruisen of mollen bijna uitslui
tend vertegenwoordigd zijn en er dus meer
dere in dezelfde toonsoort moeten voorkomen.
We kunnen het echter wel voor waarschijn
lijk houden dat in het Kurhaus het concert
dat het nummer 482 draagt bedoeld zal zijn,
daar dit 't meest gespeelde onder de concer
ten in Es van Mozart is. In de hoop dat ik me
in deze niet vergis, wil ik op een paar eigen
aardigheden van dit werk de aandacht ves
tigen. Vooreerst komt in het Andante (een
reeks variaties of een thema in C. kl. t., waar
voor één enkele, in C. gr. t. staande, door de
solistisch behandelde blaasinstrumenten
voorgedragen wordt) een moment voor, dat
als prototype van het beroemde Andante uit
Baathoven's Vierde Pianoconcert kan gelden.
Het is onmiddellijk na het majeur-gedeelte,
dat het strijkorkest het thema in strenge en
harde rythmen doet hooren, waarop het kla
vier als het ware smeekend antwoordt Een
zelfde rolverdeeling vindt men in bovenge
noemd werk van Beethoven en ook in de
„Variations symphoniques" van Franck komt
dezelfde idee tot uiting, n.l. kort vóór de in
trede van het thema dat tot grondslag der
eigenlijke variaties dient. De tweede merk
waardigheid in Mozart's concert is, dat de
lustig voorthuppeler.de gang van het Rondo
onderbroken wordt door een kort en zeer
mooi Andante in As. Dit geval is daarom zoo
merkwaardig omdat indertijd een van Mo
zart's biografen, de Rus Ulibischeff, die van
Mozarts niets kwaads en van Beethoven niets
goeds kon zien en telkens den een tegen den
ander uitspeelde om de superioriteit van zijn
afgod Mozart aan te toonen; omdat, zeg ik,
Ulibischeff Beethoven heftig verweten heeft
dat hij in de finale van zijn strijkkwartet op.
29 een Andante heeft, ingelascht. Zoo iets
was volgens den heer U. smakeloos en kwam
niet te pas. Maar hij vergat daarbij dat Mo
zart in de finale van zijn concert in Es het
zelfde gedaan had. Waarschijnlijk zou hij, als
men hem er op attent gemaakt had <de goe
de man is al lang dood!) gezegd nebben dat
als twee hetzelfde doen, het toch nog niet
hetzelfde is: een meten-met-twee-maten,
waaraan iemand, die tot oordeelen geroepen
is, zich niet schuldig mag maken.
We zullen in de komende week gelegenheid
hebben onze beide meestertenoren voor de
Nederlandsche microfoon te hooren, hoewel
de ééne, Louis van Tulder, ditmaal niet als
solist doch alleen als lid van het Hollandsch
Vocaal kwartet optreedt. Jacques van Kem
pen daarentegen, die vroeger herhaaldelijk
voor de Berlijnsche Rundfunk zong, zal
Zondagavond te Hilversum zingen, en ik kan
den luisteraars verzekeren dat zij geen tekst
boek zullen noodig hebben om den zang van
Van Kempen te volgen: de schier ongeëven
aarde duidelijkheid van zijn uitspraak maakt
dat geen woord voor den hoorder verloren
gaat.
De radio te Weenen zal Zondagavond het
laatste van „Die vier Monumentalwerken der
Variationskunst in der deutschen klavierlit
teratuur" uitzenden Het woord „deutschen"
hadden ze ook wel kunnen weg laten en
„Weltlitteratur" schrijven. Ik heb de aankon
diging van het eerste en tweede ..Monumen-
talwerk" niet opgemerkt, maar kan ook zon
der meer wel zéggen welke dat geweest moe
ten zijn, n.l. de „Aria mit 30 Veranderungen"
(de z.g. „Goldberg-Variaties") var> Bach, en
de ..33 Varanderungen über ein Thema von
Diabelli" van Beethoven. In de derde plaats
kwamen dan de „Handel-Variaties" van
Brahms en als vierde in de rij prijken de
„Bach-Variaties" van Reger. Het- is een ge
weldige arbeid dien de pianist Paul Emerich
met het spelen dezer serie op zich genomen
heeft, want die vier reuzenwerken eischen
in technisch en intellectueel opzicht het
uiterste van den speler, al zijn Brahm's va
riaties relatief de minst moeilijke. Elk dier
vier variatie-werken heeft zijn eigen karak
ter. Bij die van Bach valt in de eerste plaats
de onevenaarbare contrapuntische kunst te
bewonderen. Tien canons in verschillende
intervallen enkele daarvan in de omgekeerde
beweging zijn tusschen de meer figuratieve
gestrooid en alle zijn op dezelfde bas ge
bouwd! Ook Beethoven's Diabelli-variaties
bevatten een paar voorbeelden van meester
lijke contrapuntiek. maar het is vooral de
enorme vlucht der fantasie, die ons bij het
hooren van dit werk imponeert, een fanta
sie, die het onschuldige walsje van den uit
gever Diabelli omgetooverd heeft 4ot klank
beelden, welke het geheele gebied der dich
terlijke voorstelling omvatten. Brahms neemt
in zijn op. 24 niet zóó'n hooge vlucht maar
daarentegen blijft hij verstaanbaarder en ook
pianistischer zoodat zijn Handel-Variaties
een geliefd stuk van alle goede klavierspelers
zijn en vaak op de programma's voorkomen.
De Goldberg- en Diabelli-variaties zijn zeld
zame verschijningen, ook al wegens hun on
behoorlijke lengte, want ieder dezer werken
vergt bijna een uur speeltijd. De „Variationen
und Fuge über ein Thema van Bach" van
Max Reger zijn het belangrijkste klavier
werk van dezen componist Ook deze Variaties
zijn rijk aan fantasie, maar in tegenstelling-
met de vorige genoemde werken houden zij
zich, grootendcels tenminste, niet streng aan
het thema; de meeste schijnen eerder een
soort van improvisaties, waarin terloops the
mafragmenten. soms zeer verrassend optreden
De fuga is van het gewone Regertypedub-
belfuga, aan het slot gecombineerd met het
oorspronkelijke thema, verbreeding van het
iempo bij steeds toenemende klanksterkte.
Het werk is moeilijk te verstaan en nog veel
moeilijker te spelen: men verzuime dus de
gelegenheid, die a.s Zondagavond geboden
wordt niet. als men tenminste wil trachten
in een moeilijk te volgen doch grootsche
compositie eenig inzicht te krijgen. Nauw
lettend en onafgebroken luisteren is echter
een vereischte, zoo men den draad niet wil
verliezen.
IN MEMORUM FEKKES.
De schilder Johannes Hendricus Fekkes,
die in het laatst van Mei op nog geen vijftig
jarigen leeftijd in Blaricum overleed, zal
misschien bekend zijn door zijn prachtige
lithographie naar den Beethovenkop, waar
door hij indertijd vaak genoemd werd, doch
van zijn schilderwerk heeft men zeer zelden
iets te zien gekregen. Bij Buffa in de Kalver-
straat is nu gedurende Juli een belangrijk ge
deelte van dat werk ten toon gesteld, door
particulieren uit den kennissenkring van den
schilder daartoe tijdelijk afgestaan, om een
posthume hulde te brengen aan den zeer
fijngevoeligen artist, die Fekkes zonder twij
fel geweest is,
Hij moet een moeilijke, in zich zelf gekeer
de natuur geweest zijn, die weinig van zijn
werk liet zien, behalve dan aan een aantal
bekenden, die hem sympathiek waren. Daar
aan is het dan ook wel toe te schrijven dat hij
in de litteratuur noch bij Plasschaert, noch
bij Hiibner genoemd wordt, en dat voor zeer
velen deze tentoonstelling een verrassing
moet zijn. Fekkes heeft in zijn korte leven
ook eenigen tijd in de buurt van Bergen ge
werkt en de firma Buffa. die zich voor zijn
arbeid Interesseert en er een complete lijst
van zou willen aanleggen, vermoedt dat er in
de buurt van Haarlem nog proeven van zijn
kunst verscholen zijn. Mocht dat zoo wezen,
dan zal men haar met een mededeeling daar
van, verplichten.
Van den even twintigjarigen Fekkes, die in
Amsterdam de akademie bezocht, herinnert
Professor Van der Waay zich nog dat hij een
der begaafdste leerlingen was, tevens een
stille, zwijgzame jongen, waaraan men niet
veel houvast had. Doch het Zelfportret, dat
hij al in 1908 schildert, moet wel buiten
gewone instemming bij Allebé gevonden heb
ben. De romantiek zit er diep in verankerd en
als het technisch al eenigszins aan het be
kende hautaine zelfportret van Matthijs Ma-
ris mag doen denken, naar den geest is het
nog eerder in de sfeer van een Ary Scheffer
te plaatsen. Droom- en dweepziek moet de
jonge Fekkes geweest zijn en zijn romantiek
is nog geheel op den vóór-Allebé-schen üid
ingeschakeld. Een romanticus zal hij blij
ven. doch zijn,neiging zal anders worden en
zijn werk zal, van den gloedvollen toon en
de van verf verzadigde peinture der Fran-
sche romantici, veel eer naar de beate rust
en zielevrede der Duitsche romantiek van een
Casper David Friedrich zich neigen. Inder
daad komt in het latere werk een Duitsche
inslag te voorschiin dien men niet in den ge-
bruikelijken afwijzenden zin moet begrijpen,
doch waarb'i men aan de oua'iteiten van een
Böcklin of Thoma moet denken. Ten over
vloede zij hier gezegd dat met het noemen
van al die groote namen niet bedoeld wordt,
Fekkes's werk tot op hun hoogte op te vijze
len: het geschiedt slechts om de sfeer aan te
duiden, waarin men zijn werk kan plaatsen,
om er de eigenaardige verdienste van in te
zien.
Een ander zelfportret, uit 1918, behoeft men
slechts met dat van tien jaar vroeger te ver
gelijken, om de bedoelde ontwikkeling te
kunnen volgen. Men zal dan vanzelf opmer
ken, dat het niet in het lichter worden van
de kleur alleen zit. doch dat ook de hierin
aanwezige romantische geaardheid een
gansch ander aspect verkregen heeft.
Overigens zal Fekkes zich hoofdzakelijk
verder in het landschap uitspreken. Ook
daarin is eenzelfde evolutie gade te slaan.
Een paar kleine werkjes uit 1910 en 1911. een
strandje en een zeegezicht geven reeds een
hoogen dunk van Fekkes' zuiverheid van be
doeling en een vroeg, donker landschapje
aan dien zelfden wand doet in sobere klaar
heid niet voor Gabriel's werk onder.
Het latere werk is. in aantal, hier natuur
lijk overheerschend. Het is niet alles van een
hooge artistieke waarde, maar wel kan men
zeggen dat er eigenlijk niét» bij is. waaraan
het cachet voor voornaamheid ontbreekt.
Zelfs de onvoltooid gebleven dingen hebben
een waardigheid, verkregen door den diepen
ernst dien men onder dit alles voelt. Het is
inderdaad een goede gedachte geweest het
werk van dezen, buiten alle publiciteit ge
leefd hebbenden man. eens te vertoonen.
Het heeft zeker zijn beteekenis. als men het
in zijn juiste verhoudingen ziet tusschen het
werk van wie zïin vrienden en tijdgenooten
waren: Jaap Weijnand. Kasper Niehaus. Ten
Holt. Beraan en anderen.
Fekkes' gezondheid was nimmer robuust.
Ook dat kan hem weerhouden hebben voor
het eigen werk waardeering af te dwingen
bij het publiek, dat nu eenmaal van tijd tot
tijd op de hoogte wenscht gebracht te wor
den, en waartegenover Fekkes zelf niet altijd
even tegemoetkomend zich plaatste
Bij Van Wisselingh troffen wij ditmaal
weer een interessante verzameling Fransche
en Hollandsche kunst aan, van meesters,
wier namen al lang in de litteratuur over
kunst hun plaats verworven hebben. Doch
ook onder de vroegere meesters vindt men
vaak figuren van een tweede plan die toch
een belang hebben, dat vaak alleen door de
omstandigheden jaren lang overzien wordt.
Neem een schilder als Hervier bijvoorbeeld,
van wien ik bij Van Wisselingh een prachtig
schilderij vond geëxposeerd, dat mij nog
meer interesseerde, doordat ik zelf toevallig
de laatste weken met het bestudeeren van
Hervier's prenten was bezig geweest. Dat is
ook weer zoo'n figuur van het tweede plan,
doch met welk een eigen persoonlijkheid! En
zoo zijn er zoo velen.
Nadat ik onder al het moois op het Rokin
nog in het bijzonder van een Monticelli en
een prachtigen Daubigny genoten had. dreef
nieuwsgierigheid mij naar Frederik Muller,
waar voor een tjokvolle zaal de collectie
Onnes van Nijenrode geveild werd. Men
scheen nog al tevreden over den animo der
bieders. Doch de groote attractie zal wel
elders gescholen hebben.
J. H. DE BOIS.
BIJ DARMTRAAGHEID, lever- en galziekten,
vetzucht en jicht, maag- en darmcatarrh. ge
zwellen aan den dikkedarmwand, ziekte
verschijnselen aan den endeldarm, verwijdert
het natuurlijke „Franz-Josef"-bitterwater op
stoppingen in de organen van den onderbuik
vlug en pijnloos. Door Med. t. zeerste aanbev.
(Adv. Ingez. Med.)
LUXOR
Ramon Novarro.
Gelijk de overige filmhelden is ook Ramon
Navarro meer een type dan een persoonlijk
heid. Gesteld, dat zoo'n acteur eens een rol
speelde, d.w.z. eens een ander werd dan zich
zelf, dan zou hij zich de verontwaardiging
van het publiek op den hals halen. Een too-
neelspeler moet plastisch zijn. zoodat men
hem in zijn verschillende creaties niet her
kent. Maar een filmheld is een vaste, onver
anderlijke verschijning en ontleent zijn suc
ces aan de stereotiepe houding, waarin hij
tegenover de afwisselende situaties staat.
Filmhelden plegen zich op gezette tijden in
levenden lijve den volke te vertoonen en dan
mogen zij bij persoonlijke ontmoeting hun
bewonderaars niet ontgoochelen. Als privé-
persoon moet hun uiterlijk en optreden con
form zijn aan hun verschijning op het doek.
Volgens hen, die Ramon Novarro in dit voor-*
jaar te Parijs hebben
aanschouwd,moet hij
op zijn filmbeeld als
twee druppels water
gelijken; zoodra hij,
naar hij van plan is,
ook in Nederland
komt, vertrouwen wij
dat ook onze indruk
dezelfde zal zijn.
Het blijft moeilijk
te zeggen, in hoever
de stereotype ver
schijning van den
filmheld het natuur
lijk uitvloeisel van
zijn persoonlijkheid
is en in hoever hij
door toevallige om
standigheden deze
fixatie opzettelijk
heeft geschapen. Is Ramon Novarro waarlijk
het vrij levenlooze, in zichzelf gekeerde en
met een zeker minderwaardigheidsgevoel een
beroep op het moederlijke medelijden doende
jongetje, dat hij in de studio voorstelt, of
houdt hij zich aan die rol, omdat deze, toen
hij haar toevallig eens speelde, hem het
succes heeft bezorad? Anders gezegd: is Sa-
maniego, die als filmacteur nu bijna twaalf
en een half jaar Novarro gespeeld heeft, ook
vóórdat hij Mexico voor Los Angelos verwis
selde. reeds Novarro geweest of is die heele
Novarro-houding half-artistieke en drie
kwart-zakelijke aanstellerij?
Wij weten het niet. maar allicht moet men
een vrouw zijn, en dan nog een vrouw van
een bepaalde soort en een bepaalde
geestesgesteldheid, om dit in werkelijkheid
verstijfde masker te waardeeren, ja er zelfs
gecharmeerd van te zijn. In deze
nieuwe creatie stelt onze jongeman, die bij
zijn koperen feest inmiddels reeds tegen de
35 loopt en van wie het allerprilste dus al
lengs wat af is. een aankomend studentje
voor. dat als zoon uit een werkmansgezin in
het hem ongewone milieu aanvankelijk een
zuren strijd heeft te verduren, totdat hij door
een heldendaad den eerbied van het corps en
de hand van het rijke meisje verwerft. Een
gegeven, dat den ietwat triesten, ietwat weer-
loozen, maar in zijn droefgeestige teederheld
de harten veroverenden knaap heel goed
ligt.
Ook bij deze gelegenheid weer heb ik op
recht mijn best gedaan, om mij voor de be
koring van Ramon Novarro ontvankelijk te
stellen. Maar helaas is het mij ook thans niet
gelukt.
Ramon Novarro is geen Draufganger; alle
bluf is hem vreemd. Maar men kan ook
niet een beschroomdcn. vrouwelijken inslag
sex appeal hebben. Doch een gigolo is Ramon
Novarro ook al niet: hiervoor mist hij de
gladde geraffineerdheid. Is hij een Narcissus.
zooals sommigen hem noemen0 Men krijgt
niet den indruk, dat hij zichzelf mooi vindt
of interessant. Aan een dergelijke belangstel
ling is hij niet toe. Hij denkt niet aan zich
zelf noch aan de andere sexe. Met afwezige
oogen en een strak vertrokken mond ver
vult hij zijn opdrachten, en daar laat hij het
bij. Noch de innerlijke stakkerigheld van
een Charley, noch de komische onverstoor
baarheid van een Buster Kaeton, noch de
zoetelijkheid van de liefdeshelden der Duit
sche operette-film vindt men bij hem. De
schalken van de film hebben ieder iets. wat
hen aantrekkelijk maakt, maar Ramon No
varro verveelt mij. Op zijn hoogst kan men
zeggen, dat hij een sympathieken indruk
maakt, maar hoeveel H.B.S.-ers en M.T.S.-ers
doen dit ook. al blijven ze geen „sympathieke
jongen" tot hun 35ste jaar. Waarom vraagt
men hen niet om handteekeningen en Ramon
Novarro wel? O. ondoorgrondelijk geheim van
de populariteit!
Laurel en Hardy, die bij de vertooning in
Luxor aan de nieuwe Novarro-film De held
van de Universiteit voor af gaan. zijn andere
knapen, al heeft ook hun vitaliteit in het
smijten haar grenzen.
In het film-nieuws ziet men Tilden tennis
sen en de Bosschenaren een plechtigen om
megang houden en krijgt men een indruk
van het gedenkteeken voor generaal Van
Heutz.
H. G. CANNEGIETER.
CINEMA THEATER
Zijne Hoogheid amuseert zich.
En of Zijne Hoogheid zich amuseert! In de
gezamenlijke kleedkamer van de balletmeis
jes van het theater is hy als kind in huis.
Op zijn weelderige appartementen richt hij
na afloop van de revue een groot feest aan,
waarop alle meisjes van het theater ger.oo-
digd zijn. Hij schenkt haar. onder het zin
gen van een Doorluchtig lied. fraaie dingen,
o.a. kousebanden. Hijkortom, hij amu
seert zich best! Zeer tegen den zin van Hare
Hoogheid echter, een Kenau-Hertogin, die in
het begin van de film niets met meerge
noemde Zijne Hoogheid uitstaande heeft,
doch later wel. aangezien het Haar behaagd
heeft. Hare schoonmoederlijke blikken op
Zijne Hoogheid te slaan. M.a.w. zij wil hem
met haar dochter doen trouwen. Maar....
Zijne Hoogheid huldigt de opvatting van (te
genwoordig) vele Hoogheden, n.l. die van
een huwelijk uit liefde. En hij bedankt er
clan ook feestelijk voor, om den wil van de
Kenau-Hoogheid te doen. In het begin al
thans. Want de gemaal van Hare Hoogheid,
juister gezegd, de slaafsche uitvoerder van
Zijns vrouws bevelen, weet hem te overre
den, dat het voor beide partijen het beste is
om toch te trouwen, zooals Hare Hoogheid
dat heeft bepaald. Hij stemt dan toe. onder
de prettige mededeeling. dat hij zonder lief
de in het huwelijksbootje zal stappen. Want
<zie boven» hij wil zijn liefde bewaren voor
de vrouw die hem goeddunkt. En die hij al
ontmoet heeft in de persoon van Mimi. naar
hij denkt een balletmeisje, in werkelijk
heid.... de voor hem bestemde dochter van
Hare Hoogheid! En zoo komt alles terecht,
zooals Hare Hoogheid het zich uitgedacht
bad.
..Onze" Lien Deyers
speelt de rol van Mimi, die
uit de kostschool gehaald
wordt om met Vorst Michael
'Georg Alexander) te hu
wen. Zij heeft niet veel te
zeggen, maar zij lacht aan
genaam enkussen kann
sie! Wanneer zij naar Fifi,
een der door Zijne Hoog
heid uitverkoren balletmeis-
'es. stapt, om van haar te
leeren. hoe zij een man kan
behagen, doet de film even
aan Walzertraum denken.
Het verschil echter is. dat
Fifi niet weet, aan wie zij dat geheim mede
deelt. Franzi in Walzertraum wel wist. en
dat Fifi er niet te veel hartzeer over heeft
als Michael haar verlaat. Hans Junkermann
is een prachtige gemaal van Hare Hoogheid.
Aardige gedeelten in de film zijn o.a. de scène
met de auto. waarin Fifi zich verkleed heeft
en waarin zij het militaire pak heeft achter
gelaten, en de verwachte, doch uitgestelde
komst van Michael in het schoonouderlijk
paleis.
Zijne Hoogheid amuseert zich. Het pu
bliek ook.
Uit het voorprogramma noemen wij een
komische Amerikaansche tweeacter van het
beproefde achtervolgingsrecept, met dwaze
situaties, de journaals, waarin Polygoon weer
goed voor den dag komt met de stafmuziek
van Boer in Parijs, de wielerkampioenschap
pen van Nederland: het groote houtvlot in
IJmuiden en last not least Gitta Alpar. die
met begeleiding van Pierre Palla een van
haar succesnummers zingt. Op het tooneel
zingt Kathe Schnitzer. bekend van de Wie
ner Operette, guitig en in allerliefst Hol
landsch eenige liedjes.
VERKOOP VAN DEN HOLLANDSCHEN
SCHOUWBURG.
Naar de Ms'd. verneemt worden onderhan
delingen gevoerd over verkoop van den Hol-
landschen Schouwburg te Amsterdam.
Ons Dagelijksch Brood, door
Hya Ehrenburg.
De wereldbibliotheek gaf dit boek van
Ehrenburg uit. Ons Dagelijksch Brood, kro
niek'van het Heden.
De schrijver schetst in zijn werk de uit
breiding van den graanverbouw, omdat men
daar goud mee verdienen kon. Overal werden
graanvelden aangelegd, er kwamen snelle
machines overal stapelde zich het graan
optot er teveel is en men zich nu pij
nigt hoe het vernietigd kan worden. Hij wijst
on de invoerrechten, om eigen bouw te steu
nen, waardoor de prijzen hooger worden
en.ondanks den overvloed, honger wordt
geleden. Ehrenburg constateert.
Else-Bukowska vertaalde het werk. R. Huys
mansKooyman leverde het bandontwerp.
Bloeiende Wildernis
door John Galsworthy.
Van den onlangs overleden Engelschen
schrijver is het boek Flowering Wildenes.
vertaald door J. C. de Cock, als Bloeiende
Wildernis, door Em. Querido te Amsterdam
uitgegeven.
Deze liefdesroman met een dramatisch ge
geven is door den schrijver uitgewerkt tot
een bijzonder goed boek. waarin hij weer
van zijn uitstekende kwaliteiten blijk geeft.
Zijn scherpe kijk op het leven, op <ie karak
ters der menschen, op de verschillende maat
schappelijke lagen, verlenen aan zijn werk
diepte en bekoring. En men zal den boeienden
roman met groot genoegen lezen.
Een muiterij in de achttiende eeuw
door J C. Mollema.
Het afioopen van het- Oost-Indische Com
pagnieschip Nijenborg in 1763 heeft den heer
Mollema in alleszins leesbaren vorm weerge
geven in een boek. uitgegeven door H. D.
Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem, onder
den titel Een Muiterij in de Achttiende
Eeuw. Het werkje is voorzien van de afbeel
dingen van eenige aardige oude prenten.
Proefondervindelijke Itadiovisic.
Voor den meer deskundigen radioamateur,
die zich voor televisie interesseert, is een be
langrijk boekwerk bij P. N. van Kampen
Zoon N.V. verschenen, van de hand van Ir. J.
G. R. van Dijck genaamd Proefondervinde
lijke Radiovisie. Uitvoerig wordt in verschil
lende hoofdstukken uiteengezet wat televisie
is, hoe een televisie uitzending geschiedt, wat
er bij de ontvangst geschiedt cn wat men
practisch noodig heeft om aan televisie te
doen.
Het derde hoofdstuk gaat op de verschil
lende onderdeelen meer bijzonder In. Het is
een alleszins wetenswaardig boek.
Baha'U'LIah en het nieuwe tijdperk
door J. E. Esslemont.
De N.V. Nijgh van Ditmar geeft in op
dracht van de Internationale BahaT Bewe
ging een boek uit, dat o.m. ten doel heeft de
bedoelingen van de beweging nader uiteen
te zetten. Het is geschreven door J. E. Essle
mont en vertaald door A. Mulder—Engelken.
Tat Tvam Asi, door Nico van
Suchtelcn.
Bij de Wereldbibliotheek verscheen Tat
Tvam Asi iDat zijt Gij), aanteekenlngen van
een kristalkijker. door Nico van Suchtelen.
Het is een interessant boek, dat geen oogen-
blik verveelt.
D. van Luyn maakte de toepasselijke band-
teekening.
Tohu Wabohu, door Sammy
Groncmann.
M. van Bueren vertaalde een roman van
Sammy Gronemar.n, getiteld Tohu Wabohu.
Het boek verschijnt bij de Nederlandsche
Keurboekerij te Amsterdam.
Prof. Einstein is vol lof over dit werk. en
noemt den schrijver een kunstenaar bij de
gratie Gods. Het is een zeer aan te bevelen
werk.
CHRISTELIJK-HISTORISCHEN
TE LUNTEREN BIJEEN.
HET BEGINSEL VOOROP GESTELD.
Te Lunteren is de Christelijk-Historische
zomerconferentie geopend. De partijvoorzit
ter. de heer Snoeck Henkeraans heeft een
rede gehouden, waarin hij in het algemeen
weinig verlies voor de Christelijk Histori-
schen bij de verkiezingen constateerde. In
vele plaatsen gingen zij zelfs vooruit. In e!k
geval beschouwen zij nog steeds hun kracht
meer te liggen in het geestelijke, dan in het
getal. Verder zette spr. uiteen, hoe het prin-
cipicele voorop behoort te staan, wanneer
men nieuwe vraagstukken onder de oogen
ziet. Groote waarde zei spr te hechten aan
de gemeentelijke zelfstandigheid, die van
grooten invloed was op ons volksleven. Als
les van de verkiezingen stelde spr. vast. dat
de strijd moeilijker te voeren is dan ooit.
maar bij een goede propaganda niet vruch
teloos behoeft te zijn Een zekere matheid bij
de verkiezingsactie kon spr. niet erkennen.
Uit de vergadering bleek leedwezen over
de verschillen tusschen de beide Kamerfrac
ties.
DR. F. SCHMIDT DEGENER
25 JAAR MUSEUMDIRECTEUR.
ROYAAL GESCHENK VAN DEN HEER
D. G. VAN BEUNINGEN.
Heden is het 25 jaar geleden, dat dr. F.
Schmidt Degener in het museumwezen zijn
intrede deed als directeur van het Museum
Boymans te Rotterdam. De heer Schmidt
Degener is thans directeur-hoofddirecteur
van het Rijks Museum te Amsterdam. Hij
heeft in het museumwezen een geheel an
dere richting ingeslagen, dan tot zijn tijd
gevolgd werd. n.l. door ook het artistieke ele
ment een ruime plaats te verleenen en een
museum niet slechts een verzameling te deen
zijn met wetenschappelijke waarde. Volgens
dit beginsel bracht hij groote reorganisaties
tot stand in de aan zyn beheer toever
trouwde musea. In 1923 werd hij benoemd tot
zijn tegenwoordige functie. Bij het 300-jarig
bestaan der Amsterdamsche Universiteit
verkreeg de heer Schmidt Degener het doc
toraat honoris causa.
In de Tel. lezen wij. dat de heer D. G. van
Beuningen te Rotterdam ter gelegenheid
van het jubileum het Rijksmuseum een
prachtige El Greco, De Kruisiging, geschon
ken heeft.
WIJDINGSSTONDE OP ARNHEMS FEEST
Ter herdenking van het 7C0-jarig bestaan
van Arnhem als stad is Vrijdag een wijdings-
dienst gehouden in de Groote Kerk. waar dr.
A. Drost, oudste predikant der Nederlandsch
Hervormde Kerk te Arnhem een rede heeft
uitgesproken.
De Arnhemsche Orkestvereeniging en Meta
Reidel hebben aan de herdenking meege
werkt.
NOG MEER NAZI'S UITGEWEZEN
MEDEWERKERS VAN TYKFER.
Behalve aan Tykfer heeft de commissaris
van politie te Heerlen ook aan de Dultschers
Stollenberg. Krame en Martin aangezegd,
dat zij voor Zaterdagmorgen 9 uur het land
moeten hebben verlaten. Laatstgenoemde
personen waren medewerkers van Tykfer.
meldt het Handelsblad.
STEEDS LAGERE
TEMPERATUREN.
Nieuw record voor het
Leidsche laboratorium
ACIIT HONDERDSTE GRAAD BOVEN
ABSOLUTE NULPUNT.
Sedert de vorige bereikte lage tempera
tuur zijn de proeven in het Kamerllngh-On-
neslaboratorium te Leiden voortgezet, met
het gevolg, dat men er thans in geslaagd ls
een nog lagere te verkrijgen, n.l. van 8 100
graad boven het absolute nulpunt. Dit be-
teckent een belangrijke voorsprong op de
resultaten van de Amerikaansche hooge-
scholen. In de eerstvolgende vier maanden
zullen geen nieuwe proeven genomen worden
De proeven zijn genomen met ceriume-
thylsulfaat. De N. R. C. schetst de proef sche
matisch als volgt:
Mer. denke zich een magneetje in een
magnetisch veld. Staat dit magneetje zoo dat
het Juist de tegengestelde richting heeft als
die welke het in het veld wil aannemen, dan
heeft het groote energie, immers het wil zich
draaien en kan daarbij arbeid verrichten. De
deeltjes die in de veldinrichting staan, heb
ben dus een kleine energie- Dit heeft tenge
volge. dat zeer veel deeltjes gunstig staan
ten opzichte van het veld en dus kleine ener
gie hebben en nu wordt plotseling het veld
verlaagd terwijl de stof geen energie van de
omgeving kan opnemen. De magnetische
energie neemt nu toe daar er veel meer deel
tjes ongunstig ten opzichte van het veld
staan. Deze meerdere energie kan alleen door
een temperatuurbeweging geleverd worden.
Deze moet dus afnemen cn dat is juist wat
men onder afkoeling verstaat.
PRINS HENDRIK OP REIS.
Prins Hendrik is voor een vacantlereis
naar Zwitserland en Duitschland vertrok
ken. In Augustus wordt hij in Den Haag
terug verwacht.
ZAANDAM'S BEGROOTING NIET
GOEDGEKEURD.
B. EN W. NOCH RAAD WILLEN WIJKEN.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
hebben besloten de begrootlng van Zaandam
niet goed.te keuren, aangezien deze begroo
ting slechts ten deele voldoet aan de door
Gedeputeerde Staten uitgesproken verlan
gens en het College van B. en W. niet voor
nemens is een voorstel aan den Raad te doen
tot intrekking van het Raadsbesluit, waarbij
de begrooting gehandhaafd blijft.
Ramon Novarro.
Lien Deyers.