LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. KANTTEEKENINCEN. BIOSCOOP. Nieuwe Uitgaven. ZATERDAG 15 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 9 EEN VOORBESPREKING door KAREL DE JONG. In het Scheveningsche Kurhaus zal Zon dag o.a. een niet nader aangeduid) pianocon cert in Es van Mozart gespeeld worden. Met „niet nader aangeduid" bedoel ik, dat het nummer van het werk volgens Köchel's Ca talogus niet vermeld is en aangezien Mozart zoo iets van 27 pianoconcerten heeft nage laten zijn daaronder natuurlijk meerdere in Es gr. t., want de „buitenissige" van de 24 mogelijke toonsoorten, zooals gis kl. t, Ges gr. t. en allerlei andere met een boel kruizen of mollen, vielen geheel buiten Mozart's keu ze, en de kleine-terts-toonsoorten zijn boven dien sterk in de minderheid, zoodat als van zelf de groote-terts-toonsoorten van nul tot en met drie kruisen of mollen bijna uitslui tend vertegenwoordigd zijn en er dus meer dere in dezelfde toonsoort moeten voorkomen. We kunnen het echter wel voor waarschijn lijk houden dat in het Kurhaus het concert dat het nummer 482 draagt bedoeld zal zijn, daar dit 't meest gespeelde onder de concer ten in Es van Mozart is. In de hoop dat ik me in deze niet vergis, wil ik op een paar eigen aardigheden van dit werk de aandacht ves tigen. Vooreerst komt in het Andante (een reeks variaties of een thema in C. kl. t., waar voor één enkele, in C. gr. t. staande, door de solistisch behandelde blaasinstrumenten voorgedragen wordt) een moment voor, dat als prototype van het beroemde Andante uit Baathoven's Vierde Pianoconcert kan gelden. Het is onmiddellijk na het majeur-gedeelte, dat het strijkorkest het thema in strenge en harde rythmen doet hooren, waarop het kla vier als het ware smeekend antwoordt Een zelfde rolverdeeling vindt men in bovenge noemd werk van Beethoven en ook in de „Variations symphoniques" van Franck komt dezelfde idee tot uiting, n.l. kort vóór de in trede van het thema dat tot grondslag der eigenlijke variaties dient. De tweede merk waardigheid in Mozart's concert is, dat de lustig voorthuppeler.de gang van het Rondo onderbroken wordt door een kort en zeer mooi Andante in As. Dit geval is daarom zoo merkwaardig omdat indertijd een van Mo zart's biografen, de Rus Ulibischeff, die van Mozarts niets kwaads en van Beethoven niets goeds kon zien en telkens den een tegen den ander uitspeelde om de superioriteit van zijn afgod Mozart aan te toonen; omdat, zeg ik, Ulibischeff Beethoven heftig verweten heeft dat hij in de finale van zijn strijkkwartet op. 29 een Andante heeft, ingelascht. Zoo iets was volgens den heer U. smakeloos en kwam niet te pas. Maar hij vergat daarbij dat Mo zart in de finale van zijn concert in Es het zelfde gedaan had. Waarschijnlijk zou hij, als men hem er op attent gemaakt had <de goe de man is al lang dood!) gezegd nebben dat als twee hetzelfde doen, het toch nog niet hetzelfde is: een meten-met-twee-maten, waaraan iemand, die tot oordeelen geroepen is, zich niet schuldig mag maken. We zullen in de komende week gelegenheid hebben onze beide meestertenoren voor de Nederlandsche microfoon te hooren, hoewel de ééne, Louis van Tulder, ditmaal niet als solist doch alleen als lid van het Hollandsch Vocaal kwartet optreedt. Jacques van Kem pen daarentegen, die vroeger herhaaldelijk voor de Berlijnsche Rundfunk zong, zal Zondagavond te Hilversum zingen, en ik kan den luisteraars verzekeren dat zij geen tekst boek zullen noodig hebben om den zang van Van Kempen te volgen: de schier ongeëven aarde duidelijkheid van zijn uitspraak maakt dat geen woord voor den hoorder verloren gaat. De radio te Weenen zal Zondagavond het laatste van „Die vier Monumentalwerken der Variationskunst in der deutschen klavierlit teratuur" uitzenden Het woord „deutschen" hadden ze ook wel kunnen weg laten en „Weltlitteratur" schrijven. Ik heb de aankon diging van het eerste en tweede ..Monumen- talwerk" niet opgemerkt, maar kan ook zon der meer wel zéggen welke dat geweest moe ten zijn, n.l. de „Aria mit 30 Veranderungen" (de z.g. „Goldberg-Variaties") var> Bach, en de ..33 Varanderungen über ein Thema von Diabelli" van Beethoven. In de derde plaats kwamen dan de „Handel-Variaties" van Brahms en als vierde in de rij prijken de „Bach-Variaties" van Reger. Het- is een ge weldige arbeid dien de pianist Paul Emerich met het spelen dezer serie op zich genomen heeft, want die vier reuzenwerken eischen in technisch en intellectueel opzicht het uiterste van den speler, al zijn Brahm's va riaties relatief de minst moeilijke. Elk dier vier variatie-werken heeft zijn eigen karak ter. Bij die van Bach valt in de eerste plaats de onevenaarbare contrapuntische kunst te bewonderen. Tien canons in verschillende intervallen enkele daarvan in de omgekeerde beweging zijn tusschen de meer figuratieve gestrooid en alle zijn op dezelfde bas ge bouwd! Ook Beethoven's Diabelli-variaties bevatten een paar voorbeelden van meester lijke contrapuntiek. maar het is vooral de enorme vlucht der fantasie, die ons bij het hooren van dit werk imponeert, een fanta sie, die het onschuldige walsje van den uit gever Diabelli omgetooverd heeft 4ot klank beelden, welke het geheele gebied der dich terlijke voorstelling omvatten. Brahms neemt in zijn op. 24 niet zóó'n hooge vlucht maar daarentegen blijft hij verstaanbaarder en ook pianistischer zoodat zijn Handel-Variaties een geliefd stuk van alle goede klavierspelers zijn en vaak op de programma's voorkomen. De Goldberg- en Diabelli-variaties zijn zeld zame verschijningen, ook al wegens hun on behoorlijke lengte, want ieder dezer werken vergt bijna een uur speeltijd. De „Variationen und Fuge über ein Thema van Bach" van Max Reger zijn het belangrijkste klavier werk van dezen componist Ook deze Variaties zijn rijk aan fantasie, maar in tegenstelling- met de vorige genoemde werken houden zij zich, grootendcels tenminste, niet streng aan het thema; de meeste schijnen eerder een soort van improvisaties, waarin terloops the mafragmenten. soms zeer verrassend optreden De fuga is van het gewone Regertypedub- belfuga, aan het slot gecombineerd met het oorspronkelijke thema, verbreeding van het iempo bij steeds toenemende klanksterkte. Het werk is moeilijk te verstaan en nog veel moeilijker te spelen: men verzuime dus de gelegenheid, die a.s Zondagavond geboden wordt niet. als men tenminste wil trachten in een moeilijk te volgen doch grootsche compositie eenig inzicht te krijgen. Nauw lettend en onafgebroken luisteren is echter een vereischte, zoo men den draad niet wil verliezen. IN MEMORUM FEKKES. De schilder Johannes Hendricus Fekkes, die in het laatst van Mei op nog geen vijftig jarigen leeftijd in Blaricum overleed, zal misschien bekend zijn door zijn prachtige lithographie naar den Beethovenkop, waar door hij indertijd vaak genoemd werd, doch van zijn schilderwerk heeft men zeer zelden iets te zien gekregen. Bij Buffa in de Kalver- straat is nu gedurende Juli een belangrijk ge deelte van dat werk ten toon gesteld, door particulieren uit den kennissenkring van den schilder daartoe tijdelijk afgestaan, om een posthume hulde te brengen aan den zeer fijngevoeligen artist, die Fekkes zonder twij fel geweest is, Hij moet een moeilijke, in zich zelf gekeer de natuur geweest zijn, die weinig van zijn werk liet zien, behalve dan aan een aantal bekenden, die hem sympathiek waren. Daar aan is het dan ook wel toe te schrijven dat hij in de litteratuur noch bij Plasschaert, noch bij Hiibner genoemd wordt, en dat voor zeer velen deze tentoonstelling een verrassing moet zijn. Fekkes heeft in zijn korte leven ook eenigen tijd in de buurt van Bergen ge werkt en de firma Buffa. die zich voor zijn arbeid Interesseert en er een complete lijst van zou willen aanleggen, vermoedt dat er in de buurt van Haarlem nog proeven van zijn kunst verscholen zijn. Mocht dat zoo wezen, dan zal men haar met een mededeeling daar van, verplichten. Van den even twintigjarigen Fekkes, die in Amsterdam de akademie bezocht, herinnert Professor Van der Waay zich nog dat hij een der begaafdste leerlingen was, tevens een stille, zwijgzame jongen, waaraan men niet veel houvast had. Doch het Zelfportret, dat hij al in 1908 schildert, moet wel buiten gewone instemming bij Allebé gevonden heb ben. De romantiek zit er diep in verankerd en als het technisch al eenigszins aan het be kende hautaine zelfportret van Matthijs Ma- ris mag doen denken, naar den geest is het nog eerder in de sfeer van een Ary Scheffer te plaatsen. Droom- en dweepziek moet de jonge Fekkes geweest zijn en zijn romantiek is nog geheel op den vóór-Allebé-schen üid ingeschakeld. Een romanticus zal hij blij ven. doch zijn,neiging zal anders worden en zijn werk zal, van den gloedvollen toon en de van verf verzadigde peinture der Fran- sche romantici, veel eer naar de beate rust en zielevrede der Duitsche romantiek van een Casper David Friedrich zich neigen. Inder daad komt in het latere werk een Duitsche inslag te voorschiin dien men niet in den ge- bruikelijken afwijzenden zin moet begrijpen, doch waarb'i men aan de oua'iteiten van een Böcklin of Thoma moet denken. Ten over vloede zij hier gezegd dat met het noemen van al die groote namen niet bedoeld wordt, Fekkes's werk tot op hun hoogte op te vijze len: het geschiedt slechts om de sfeer aan te duiden, waarin men zijn werk kan plaatsen, om er de eigenaardige verdienste van in te zien. Een ander zelfportret, uit 1918, behoeft men slechts met dat van tien jaar vroeger te ver gelijken, om de bedoelde ontwikkeling te kunnen volgen. Men zal dan vanzelf opmer ken, dat het niet in het lichter worden van de kleur alleen zit. doch dat ook de hierin aanwezige romantische geaardheid een gansch ander aspect verkregen heeft. Overigens zal Fekkes zich hoofdzakelijk verder in het landschap uitspreken. Ook daarin is eenzelfde evolutie gade te slaan. Een paar kleine werkjes uit 1910 en 1911. een strandje en een zeegezicht geven reeds een hoogen dunk van Fekkes' zuiverheid van be doeling en een vroeg, donker landschapje aan dien zelfden wand doet in sobere klaar heid niet voor Gabriel's werk onder. Het latere werk is. in aantal, hier natuur lijk overheerschend. Het is niet alles van een hooge artistieke waarde, maar wel kan men zeggen dat er eigenlijk niét» bij is. waaraan het cachet voor voornaamheid ontbreekt. Zelfs de onvoltooid gebleven dingen hebben een waardigheid, verkregen door den diepen ernst dien men onder dit alles voelt. Het is inderdaad een goede gedachte geweest het werk van dezen, buiten alle publiciteit ge leefd hebbenden man. eens te vertoonen. Het heeft zeker zijn beteekenis. als men het in zijn juiste verhoudingen ziet tusschen het werk van wie zïin vrienden en tijdgenooten waren: Jaap Weijnand. Kasper Niehaus. Ten Holt. Beraan en anderen. Fekkes' gezondheid was nimmer robuust. Ook dat kan hem weerhouden hebben voor het eigen werk waardeering af te dwingen bij het publiek, dat nu eenmaal van tijd tot tijd op de hoogte wenscht gebracht te wor den, en waartegenover Fekkes zelf niet altijd even tegemoetkomend zich plaatste Bij Van Wisselingh troffen wij ditmaal weer een interessante verzameling Fransche en Hollandsche kunst aan, van meesters, wier namen al lang in de litteratuur over kunst hun plaats verworven hebben. Doch ook onder de vroegere meesters vindt men vaak figuren van een tweede plan die toch een belang hebben, dat vaak alleen door de omstandigheden jaren lang overzien wordt. Neem een schilder als Hervier bijvoorbeeld, van wien ik bij Van Wisselingh een prachtig schilderij vond geëxposeerd, dat mij nog meer interesseerde, doordat ik zelf toevallig de laatste weken met het bestudeeren van Hervier's prenten was bezig geweest. Dat is ook weer zoo'n figuur van het tweede plan, doch met welk een eigen persoonlijkheid! En zoo zijn er zoo velen. Nadat ik onder al het moois op het Rokin nog in het bijzonder van een Monticelli en een prachtigen Daubigny genoten had. dreef nieuwsgierigheid mij naar Frederik Muller, waar voor een tjokvolle zaal de collectie Onnes van Nijenrode geveild werd. Men scheen nog al tevreden over den animo der bieders. Doch de groote attractie zal wel elders gescholen hebben. J. H. DE BOIS. BIJ DARMTRAAGHEID, lever- en galziekten, vetzucht en jicht, maag- en darmcatarrh. ge zwellen aan den dikkedarmwand, ziekte verschijnselen aan den endeldarm, verwijdert het natuurlijke „Franz-Josef"-bitterwater op stoppingen in de organen van den onderbuik vlug en pijnloos. Door Med. t. zeerste aanbev. (Adv. Ingez. Med.) LUXOR Ramon Novarro. Gelijk de overige filmhelden is ook Ramon Navarro meer een type dan een persoonlijk heid. Gesteld, dat zoo'n acteur eens een rol speelde, d.w.z. eens een ander werd dan zich zelf, dan zou hij zich de verontwaardiging van het publiek op den hals halen. Een too- neelspeler moet plastisch zijn. zoodat men hem in zijn verschillende creaties niet her kent. Maar een filmheld is een vaste, onver anderlijke verschijning en ontleent zijn suc ces aan de stereotiepe houding, waarin hij tegenover de afwisselende situaties staat. Filmhelden plegen zich op gezette tijden in levenden lijve den volke te vertoonen en dan mogen zij bij persoonlijke ontmoeting hun bewonderaars niet ontgoochelen. Als privé- persoon moet hun uiterlijk en optreden con form zijn aan hun verschijning op het doek. Volgens hen, die Ramon Novarro in dit voor-* jaar te Parijs hebben aanschouwd,moet hij op zijn filmbeeld als twee druppels water gelijken; zoodra hij, naar hij van plan is, ook in Nederland komt, vertrouwen wij dat ook onze indruk dezelfde zal zijn. Het blijft moeilijk te zeggen, in hoever de stereotype ver schijning van den filmheld het natuur lijk uitvloeisel van zijn persoonlijkheid is en in hoever hij door toevallige om standigheden deze fixatie opzettelijk heeft geschapen. Is Ramon Novarro waarlijk het vrij levenlooze, in zichzelf gekeerde en met een zeker minderwaardigheidsgevoel een beroep op het moederlijke medelijden doende jongetje, dat hij in de studio voorstelt, of houdt hij zich aan die rol, omdat deze, toen hij haar toevallig eens speelde, hem het succes heeft bezorad? Anders gezegd: is Sa- maniego, die als filmacteur nu bijna twaalf en een half jaar Novarro gespeeld heeft, ook vóórdat hij Mexico voor Los Angelos verwis selde. reeds Novarro geweest of is die heele Novarro-houding half-artistieke en drie kwart-zakelijke aanstellerij? Wij weten het niet. maar allicht moet men een vrouw zijn, en dan nog een vrouw van een bepaalde soort en een bepaalde geestesgesteldheid, om dit in werkelijkheid verstijfde masker te waardeeren, ja er zelfs gecharmeerd van te zijn. In deze nieuwe creatie stelt onze jongeman, die bij zijn koperen feest inmiddels reeds tegen de 35 loopt en van wie het allerprilste dus al lengs wat af is. een aankomend studentje voor. dat als zoon uit een werkmansgezin in het hem ongewone milieu aanvankelijk een zuren strijd heeft te verduren, totdat hij door een heldendaad den eerbied van het corps en de hand van het rijke meisje verwerft. Een gegeven, dat den ietwat triesten, ietwat weer- loozen, maar in zijn droefgeestige teederheld de harten veroverenden knaap heel goed ligt. Ook bij deze gelegenheid weer heb ik op recht mijn best gedaan, om mij voor de be koring van Ramon Novarro ontvankelijk te stellen. Maar helaas is het mij ook thans niet gelukt. Ramon Novarro is geen Draufganger; alle bluf is hem vreemd. Maar men kan ook niet een beschroomdcn. vrouwelijken inslag sex appeal hebben. Doch een gigolo is Ramon Novarro ook al niet: hiervoor mist hij de gladde geraffineerdheid. Is hij een Narcissus. zooals sommigen hem noemen0 Men krijgt niet den indruk, dat hij zichzelf mooi vindt of interessant. Aan een dergelijke belangstel ling is hij niet toe. Hij denkt niet aan zich zelf noch aan de andere sexe. Met afwezige oogen en een strak vertrokken mond ver vult hij zijn opdrachten, en daar laat hij het bij. Noch de innerlijke stakkerigheld van een Charley, noch de komische onverstoor baarheid van een Buster Kaeton, noch de zoetelijkheid van de liefdeshelden der Duit sche operette-film vindt men bij hem. De schalken van de film hebben ieder iets. wat hen aantrekkelijk maakt, maar Ramon No varro verveelt mij. Op zijn hoogst kan men zeggen, dat hij een sympathieken indruk maakt, maar hoeveel H.B.S.-ers en M.T.S.-ers doen dit ook. al blijven ze geen „sympathieke jongen" tot hun 35ste jaar. Waarom vraagt men hen niet om handteekeningen en Ramon Novarro wel? O. ondoorgrondelijk geheim van de populariteit! Laurel en Hardy, die bij de vertooning in Luxor aan de nieuwe Novarro-film De held van de Universiteit voor af gaan. zijn andere knapen, al heeft ook hun vitaliteit in het smijten haar grenzen. In het film-nieuws ziet men Tilden tennis sen en de Bosschenaren een plechtigen om megang houden en krijgt men een indruk van het gedenkteeken voor generaal Van Heutz. H. G. CANNEGIETER. CINEMA THEATER Zijne Hoogheid amuseert zich. En of Zijne Hoogheid zich amuseert! In de gezamenlijke kleedkamer van de balletmeis jes van het theater is hy als kind in huis. Op zijn weelderige appartementen richt hij na afloop van de revue een groot feest aan, waarop alle meisjes van het theater ger.oo- digd zijn. Hij schenkt haar. onder het zin gen van een Doorluchtig lied. fraaie dingen, o.a. kousebanden. Hijkortom, hij amu seert zich best! Zeer tegen den zin van Hare Hoogheid echter, een Kenau-Hertogin, die in het begin van de film niets met meerge noemde Zijne Hoogheid uitstaande heeft, doch later wel. aangezien het Haar behaagd heeft. Hare schoonmoederlijke blikken op Zijne Hoogheid te slaan. M.a.w. zij wil hem met haar dochter doen trouwen. Maar.... Zijne Hoogheid huldigt de opvatting van (te genwoordig) vele Hoogheden, n.l. die van een huwelijk uit liefde. En hij bedankt er clan ook feestelijk voor, om den wil van de Kenau-Hoogheid te doen. In het begin al thans. Want de gemaal van Hare Hoogheid, juister gezegd, de slaafsche uitvoerder van Zijns vrouws bevelen, weet hem te overre den, dat het voor beide partijen het beste is om toch te trouwen, zooals Hare Hoogheid dat heeft bepaald. Hij stemt dan toe. onder de prettige mededeeling. dat hij zonder lief de in het huwelijksbootje zal stappen. Want <zie boven» hij wil zijn liefde bewaren voor de vrouw die hem goeddunkt. En die hij al ontmoet heeft in de persoon van Mimi. naar hij denkt een balletmeisje, in werkelijk heid.... de voor hem bestemde dochter van Hare Hoogheid! En zoo komt alles terecht, zooals Hare Hoogheid het zich uitgedacht bad. ..Onze" Lien Deyers speelt de rol van Mimi, die uit de kostschool gehaald wordt om met Vorst Michael 'Georg Alexander) te hu wen. Zij heeft niet veel te zeggen, maar zij lacht aan genaam enkussen kann sie! Wanneer zij naar Fifi, een der door Zijne Hoog heid uitverkoren balletmeis- 'es. stapt, om van haar te leeren. hoe zij een man kan behagen, doet de film even aan Walzertraum denken. Het verschil echter is. dat Fifi niet weet, aan wie zij dat geheim mede deelt. Franzi in Walzertraum wel wist. en dat Fifi er niet te veel hartzeer over heeft als Michael haar verlaat. Hans Junkermann is een prachtige gemaal van Hare Hoogheid. Aardige gedeelten in de film zijn o.a. de scène met de auto. waarin Fifi zich verkleed heeft en waarin zij het militaire pak heeft achter gelaten, en de verwachte, doch uitgestelde komst van Michael in het schoonouderlijk paleis. Zijne Hoogheid amuseert zich. Het pu bliek ook. Uit het voorprogramma noemen wij een komische Amerikaansche tweeacter van het beproefde achtervolgingsrecept, met dwaze situaties, de journaals, waarin Polygoon weer goed voor den dag komt met de stafmuziek van Boer in Parijs, de wielerkampioenschap pen van Nederland: het groote houtvlot in IJmuiden en last not least Gitta Alpar. die met begeleiding van Pierre Palla een van haar succesnummers zingt. Op het tooneel zingt Kathe Schnitzer. bekend van de Wie ner Operette, guitig en in allerliefst Hol landsch eenige liedjes. VERKOOP VAN DEN HOLLANDSCHEN SCHOUWBURG. Naar de Ms'd. verneemt worden onderhan delingen gevoerd over verkoop van den Hol- landschen Schouwburg te Amsterdam. Ons Dagelijksch Brood, door Hya Ehrenburg. De wereldbibliotheek gaf dit boek van Ehrenburg uit. Ons Dagelijksch Brood, kro niek'van het Heden. De schrijver schetst in zijn werk de uit breiding van den graanverbouw, omdat men daar goud mee verdienen kon. Overal werden graanvelden aangelegd, er kwamen snelle machines overal stapelde zich het graan optot er teveel is en men zich nu pij nigt hoe het vernietigd kan worden. Hij wijst on de invoerrechten, om eigen bouw te steu nen, waardoor de prijzen hooger worden en.ondanks den overvloed, honger wordt geleden. Ehrenburg constateert. Else-Bukowska vertaalde het werk. R. Huys mansKooyman leverde het bandontwerp. Bloeiende Wildernis door John Galsworthy. Van den onlangs overleden Engelschen schrijver is het boek Flowering Wildenes. vertaald door J. C. de Cock, als Bloeiende Wildernis, door Em. Querido te Amsterdam uitgegeven. Deze liefdesroman met een dramatisch ge geven is door den schrijver uitgewerkt tot een bijzonder goed boek. waarin hij weer van zijn uitstekende kwaliteiten blijk geeft. Zijn scherpe kijk op het leven, op <ie karak ters der menschen, op de verschillende maat schappelijke lagen, verlenen aan zijn werk diepte en bekoring. En men zal den boeienden roman met groot genoegen lezen. Een muiterij in de achttiende eeuw door J C. Mollema. Het afioopen van het- Oost-Indische Com pagnieschip Nijenborg in 1763 heeft den heer Mollema in alleszins leesbaren vorm weerge geven in een boek. uitgegeven door H. D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem, onder den titel Een Muiterij in de Achttiende Eeuw. Het werkje is voorzien van de afbeel dingen van eenige aardige oude prenten. Proefondervindelijke Itadiovisic. Voor den meer deskundigen radioamateur, die zich voor televisie interesseert, is een be langrijk boekwerk bij P. N. van Kampen Zoon N.V. verschenen, van de hand van Ir. J. G. R. van Dijck genaamd Proefondervinde lijke Radiovisie. Uitvoerig wordt in verschil lende hoofdstukken uiteengezet wat televisie is, hoe een televisie uitzending geschiedt, wat er bij de ontvangst geschiedt cn wat men practisch noodig heeft om aan televisie te doen. Het derde hoofdstuk gaat op de verschil lende onderdeelen meer bijzonder In. Het is een alleszins wetenswaardig boek. Baha'U'LIah en het nieuwe tijdperk door J. E. Esslemont. De N.V. Nijgh van Ditmar geeft in op dracht van de Internationale BahaT Bewe ging een boek uit, dat o.m. ten doel heeft de bedoelingen van de beweging nader uiteen te zetten. Het is geschreven door J. E. Essle mont en vertaald door A. Mulder—Engelken. Tat Tvam Asi, door Nico van Suchtelcn. Bij de Wereldbibliotheek verscheen Tat Tvam Asi iDat zijt Gij), aanteekenlngen van een kristalkijker. door Nico van Suchtelen. Het is een interessant boek, dat geen oogen- blik verveelt. D. van Luyn maakte de toepasselijke band- teekening. Tohu Wabohu, door Sammy Groncmann. M. van Bueren vertaalde een roman van Sammy Gronemar.n, getiteld Tohu Wabohu. Het boek verschijnt bij de Nederlandsche Keurboekerij te Amsterdam. Prof. Einstein is vol lof over dit werk. en noemt den schrijver een kunstenaar bij de gratie Gods. Het is een zeer aan te bevelen werk. CHRISTELIJK-HISTORISCHEN TE LUNTEREN BIJEEN. HET BEGINSEL VOOROP GESTELD. Te Lunteren is de Christelijk-Historische zomerconferentie geopend. De partijvoorzit ter. de heer Snoeck Henkeraans heeft een rede gehouden, waarin hij in het algemeen weinig verlies voor de Christelijk Histori- schen bij de verkiezingen constateerde. In vele plaatsen gingen zij zelfs vooruit. In e!k geval beschouwen zij nog steeds hun kracht meer te liggen in het geestelijke, dan in het getal. Verder zette spr. uiteen, hoe het prin- cipicele voorop behoort te staan, wanneer men nieuwe vraagstukken onder de oogen ziet. Groote waarde zei spr te hechten aan de gemeentelijke zelfstandigheid, die van grooten invloed was op ons volksleven. Als les van de verkiezingen stelde spr. vast. dat de strijd moeilijker te voeren is dan ooit. maar bij een goede propaganda niet vruch teloos behoeft te zijn Een zekere matheid bij de verkiezingsactie kon spr. niet erkennen. Uit de vergadering bleek leedwezen over de verschillen tusschen de beide Kamerfrac ties. DR. F. SCHMIDT DEGENER 25 JAAR MUSEUMDIRECTEUR. ROYAAL GESCHENK VAN DEN HEER D. G. VAN BEUNINGEN. Heden is het 25 jaar geleden, dat dr. F. Schmidt Degener in het museumwezen zijn intrede deed als directeur van het Museum Boymans te Rotterdam. De heer Schmidt Degener is thans directeur-hoofddirecteur van het Rijks Museum te Amsterdam. Hij heeft in het museumwezen een geheel an dere richting ingeslagen, dan tot zijn tijd gevolgd werd. n.l. door ook het artistieke ele ment een ruime plaats te verleenen en een museum niet slechts een verzameling te deen zijn met wetenschappelijke waarde. Volgens dit beginsel bracht hij groote reorganisaties tot stand in de aan zyn beheer toever trouwde musea. In 1923 werd hij benoemd tot zijn tegenwoordige functie. Bij het 300-jarig bestaan der Amsterdamsche Universiteit verkreeg de heer Schmidt Degener het doc toraat honoris causa. In de Tel. lezen wij. dat de heer D. G. van Beuningen te Rotterdam ter gelegenheid van het jubileum het Rijksmuseum een prachtige El Greco, De Kruisiging, geschon ken heeft. WIJDINGSSTONDE OP ARNHEMS FEEST Ter herdenking van het 7C0-jarig bestaan van Arnhem als stad is Vrijdag een wijdings- dienst gehouden in de Groote Kerk. waar dr. A. Drost, oudste predikant der Nederlandsch Hervormde Kerk te Arnhem een rede heeft uitgesproken. De Arnhemsche Orkestvereeniging en Meta Reidel hebben aan de herdenking meege werkt. NOG MEER NAZI'S UITGEWEZEN MEDEWERKERS VAN TYKFER. Behalve aan Tykfer heeft de commissaris van politie te Heerlen ook aan de Dultschers Stollenberg. Krame en Martin aangezegd, dat zij voor Zaterdagmorgen 9 uur het land moeten hebben verlaten. Laatstgenoemde personen waren medewerkers van Tykfer. meldt het Handelsblad. STEEDS LAGERE TEMPERATUREN. Nieuw record voor het Leidsche laboratorium ACIIT HONDERDSTE GRAAD BOVEN ABSOLUTE NULPUNT. Sedert de vorige bereikte lage tempera tuur zijn de proeven in het Kamerllngh-On- neslaboratorium te Leiden voortgezet, met het gevolg, dat men er thans in geslaagd ls een nog lagere te verkrijgen, n.l. van 8 100 graad boven het absolute nulpunt. Dit be- teckent een belangrijke voorsprong op de resultaten van de Amerikaansche hooge- scholen. In de eerstvolgende vier maanden zullen geen nieuwe proeven genomen worden De proeven zijn genomen met ceriume- thylsulfaat. De N. R. C. schetst de proef sche matisch als volgt: Mer. denke zich een magneetje in een magnetisch veld. Staat dit magneetje zoo dat het Juist de tegengestelde richting heeft als die welke het in het veld wil aannemen, dan heeft het groote energie, immers het wil zich draaien en kan daarbij arbeid verrichten. De deeltjes die in de veldinrichting staan, heb ben dus een kleine energie- Dit heeft tenge volge. dat zeer veel deeltjes gunstig staan ten opzichte van het veld en dus kleine ener gie hebben en nu wordt plotseling het veld verlaagd terwijl de stof geen energie van de omgeving kan opnemen. De magnetische energie neemt nu toe daar er veel meer deel tjes ongunstig ten opzichte van het veld staan. Deze meerdere energie kan alleen door een temperatuurbeweging geleverd worden. Deze moet dus afnemen cn dat is juist wat men onder afkoeling verstaat. PRINS HENDRIK OP REIS. Prins Hendrik is voor een vacantlereis naar Zwitserland en Duitschland vertrok ken. In Augustus wordt hij in Den Haag terug verwacht. ZAANDAM'S BEGROOTING NIET GOEDGEKEURD. B. EN W. NOCH RAAD WILLEN WIJKEN. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben besloten de begrootlng van Zaandam niet goed.te keuren, aangezien deze begroo ting slechts ten deele voldoet aan de door Gedeputeerde Staten uitgesproken verlan gens en het College van B. en W. niet voor nemens is een voorstel aan den Raad te doen tot intrekking van het Raadsbesluit, waarbij de begrooting gehandhaafd blijft. Ramon Novarro. Lien Deyers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9