NCEZONDEN. PER K.LM. KIST NAAR INDIE. WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 5 Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender r.iet teruggegeven. SOCIAAL CREDIET Eenige mededeelingen over het Crediet der gemeenschap; de theorie van den ingenieur eco noom Majoor C. H. Douglas. Bij alle verdeeldheid, die nationaal en in ternationaal zoo duidelijk aan den dag treedt een verdeeldheid, die ook economische, fi- nancieeie en andere conferenties doet mis lukken. begint men het langzamerhand over één punt eens te worden: dat het zoo niet langer gaat. Uit deze overtuiging volgde tot dusverre niet, dat men ook naar dat inzicht ging handelen. Alle regeeringen spannen zich niettemin in om. ieder op zijn wijze, te trach ten verbetering in den toestand te brengen. Zooals over en weer gebleken is. houdt ook de vooruitstrevendste daarbij vast aan het bekende principe van „gezonde financiën", waaronder wel in de eerste plaats verstaan wordt, dat de uitvoer van een land grooter moet zijn dan de invoer. Onder dat motto zijn dan ook eenige gouden standaarden over boord gegooid. Ondanks die opheffing en de meestal subsequente opheffing van het na komen van verplichtingen, waarmee tevens de begrippen commercieele en financieele eer en fatsoen verdwijnen, wil het met die bevordering van den export niet erg vlotten. Men verliest uit het oog, dat wat voor den een een vreemde (of export) markt is, voor den ander een eigen markt is, en dat dus eigenlijk alle markten dezelfde zijn. Men wil iets dwingen, dat niet meer te dwingen is, en vergeet, dat alle landen met dezelfde moei lijkheid te kampen hebben. Géén land gaat gebukt onder een tekort aan goederen, alle landen lijden aan een tekort aan koopkracht Alle landen produceeren meer, of zijn in staat meer te produceeren, dan het publiek bij machte is te koopen. Er is dus gebrek aan koopkracht, een ont dekking die ook gedaan schijnt te zijn dooi de raadgevers van President Roosevelt. Uit een dagblad artikel van 11 Juli 1.1. blijkt, dat generaal Johnson zich ernstig ongerust maakt tenzij er spoedig vermeerdering van koopkracht intreedt „in overeenstemming- met de jongste toeneming der productie". Die ongerustheid was gebaseerd op het feit, dat tusschen Maart en Mei de productie in de V. S. met 35,6 pet. toenam en de koopkracht 6lechts met 7 pet. Volgelingen van Majoor Douglas, die be kend zijn met zijn AplusB theorie kunnen zich over dergelijke uitlatingen slechts verwon deren. Immers, voor hem staat vast, dat zoo wel met als zonder President Roosevelt's maatregelen, er een eeuwig durend en steeds toenemend gebrek aan koopkracht zal blijven bestaan en reeds langen tijd bestaan heeft. Deze A plus B theorie is van het hoogste be lang voor het begrijpen van den huidigen toestand, waarin de wereld en ook ons land verkeeren. In zijn eenvoudigsten vorm komt het op het volgende neer: Alle productiekosten van alle artikelen kunnen gesplitst worden in twee groepen: GToepA: Betalingen aan Salarissen personen Loonen, A (interne kosten) Dividenden Groep B: Betalingen aan andere organisaties (externe kosten) Grondstoffen depreciatie B reserves De koopkracht van het publiek bestaat uitdrukkelijk alléén uit de kosten (inkomens) van groep A. De prijs, die het publiek moet betalen, is echter de totale, dus A plus B. Wie alleen A ontvangt, kan niét A plus B betalen, (gebrek aan koopkracht). Anders gezegd: personen werkzaam in of betrokken bij elk willekeurig bedrijf van welken aard ook, kunnen nooit-in staat zijn alle door hen geproduceerde goe deren te koopen, gesteld dat zij dat zouden wcnschen te doen. Dit is waar voor elk bedrijf afzonderlijk, dus ook voor alle bedrijven collectief. Er valt hierover natuurlijk nog veel meer te zeggen; als een eerste indicatie is het voor gaande waarschijnlijk voldoende. Door een en ander wordt het mede duide lijk, hoe het mogelijk is, dat in onze wereld zooveel en zoo ontzettende armoede geleden kan worden, temidden van werkelijke of po- tent.ieele overvloed. Er zijn de laatste jaren moedwillig groote hoeveelheden grondstoffen, levens en voe dingsmiddelen vernietigd, niet omdat er te veel van was, maar omdat de volkeren een voudig niet de miitdelen bezaten om ze te koopen. Zoolang zulke dingen mogelijk zijn, is het duidelijk, dat er niet iets. maar véél hapert aan het financieele distributie systeem. Douglas is geenszins van meening. dat de economische en financieele machthebbers opzettelijk handelen. Eerder betreurt hij het, dat, door hun opleiding die men eenvoudig kan stellen als een doorborduren op voor gelegde exioma's en dogma's, hun gezicht- veld beperkt is. Hoe dit zij, zij zijn met hun grondbeginselen opgegroeid, ermede ver groeid en kunnen het djis waarschijnlijk niet helpen, dat de dingen zijn zooals ze zijn. Zij moeten echter langzamerhand wel tot het inzicht komen, dat hun financieele sys teem niet meer op gaat, niet meer werkt, zoo als het vroeger misschien gewerkt kan heb ben, omdat de koopkracht der gemeenschap, niet meer in juiste verhouding staat tot de productie, die de laatste eeuw steeds is toe genomen. Zij doen intusschen niets, behalve te trachten het oude, verouderde en ondeug delijk gebleken stelsei met kunst- en vlieg werk in stand te houden, waarschijnlijk be seffend, dat het niet kan en dat. zoo voort gaande, zeker geen blijvende verbetering zal kunnen intreden. Met open oogen gaan zij, en daarmee de gemeenschap, den ondergang onzer civilisatie tegemoet. Het groote publiek schijnt zich daarvan nog niet geheel bewust; de waarheid wordt angstvallig verzwegen, ze mogen het niet weten. De „crisis", waar men het steeds over heeft, wordt voorgesteld als een onvermijdelijk iets, een toevallig iets. niet als een noodzakelijk iets. Toch was het ontstaan dier crisis nood zakelijk. Zij werd voorzien (door Douglas in 19191 maar niet door de z.g. Geldmacht. Deze heeft althans daar niet van doen blijken, voordat het mis was. Integendeel, die Geld macht heeft de huidige ellende helpen schep pen en in de hand gewerkt, b.v. door, in de laatste ,.boom"-periode, het publiek steeds meer aan te moedigen vooral toch maar in nieuwe ondernemingen en industrieën te be leggen inplaats van te raden: hou' wat je hebt. Geld is niet een rariteit, zooals bankievs, in hun belang, ons trachten wijs te maken. Er is meer dan genoeg geld, maar het distri butie-systeem deugt niet. Noodig is onbetwistbaar, dat de consumen ten op een of andere wijze geld ter beschik king krijgen (consumenten crediet) en dat liefst zoo spoedig mogelijk. Wanneer dat niet geschiedt, zal het eind van het lied zijn oor log of revolutie, honger en ellende. Moderne oorlogen worden ontketend door een conflict van economische belangen. Vroeger werd oor log gevoerd om den vijand zijn rijkdommen af te nemen, in dezen tijd. om den vijand zijn goederen op te dringen (in den vorm van verkoopen natuurlijk (export). Het is bijna onmogelijk in een beperkt be stek een volledig en volkomen duidelijk denk beeld te schetsen. Moge derhalve het voor gaande er iets toe bijdragen aan te toonen, hoe Douglas en wij Douglas volgelingen de dingen, zooals zij zijn, aanvoelen. Wat wil nu Douglas, en wie is Douglas? De tweede vraag het eerst beantwoordend: Douglas is een ingenieur, met den rang van majoor, een geworden econoom en een genie. Zijn denkbeelden zijn in zijn ingenieursprak tijk onstaan en gegroeid, zij dateeren offi cieel van 1919 af en zijn dus niet voor deze crisis-gelegenheid ontworpen of pasklaar ge maakt. In Australië bestaat 10 pet. der be volking uit „Douglasites", in Engeland, Nieuw Zeeland. Noord-Amerika. Zuid-Afrika. Frank rijk bestaan reeds, soms zeer machtige, be wegingen, die streven naar invoering van Douglas' denkbeelden, en zelfs in Japan, een land dat van ons standpunt gezien wel het minst daarvoor in aanmerking schijnt te ko men, wordt er aan gewerkt. Wat wil Douglas, teneinde allen menschen een menschwaardig bestaan te verzekeren? 1. Crediet verstrekking geschiedt door den Staat, voor en namens de gemeenschap, via de Banken. (Dus opheffing van de dominee- rende positie van het Kapitaal). 2. Invoering van een prijsregelingsformule (die niet bij het begin maar bij het einde van den productie cyclus begint) te noemen b.v. „juiste prijs". Die juiste prijs zal zijn een fractie, d.w.z. dezelfde fractie van den kost prijs als 's lands totale consumptie is van 's lands totale productie. Met andere woor den: Kostprijs zal staan tot Verkoopprijs, als de Nationale Totale Productie staat tot de Nationale Totale Consumptie. 3. Inkomens moeten verhoogd worden, zon der de prijzen te verhoogen, of prijzen moe ten yerlaagd worden, zonder de inkomens te verlagen. Bijvoorbeeld door een Nationaal Dividend, een vrije uitkeering door den staat aan een ieder (arbeidend of werkloos) en dat zonder eenige conditie of restrictie en perio diek zich herhalend. Die uitkeeringsmogelijkheid zal moeten ge vonden worden uit door den Staat beschik baar te stellen geld, dat in dezelfde mate aanwezig moet zijn als de waarde van te creëeren nieuw kapitaal en kapitale waarden. Het effect van zulke en dergelijke maatre gelen zal zijn: a. dat prijzen in snel tempo zullen dalen tot een fractie van de gekende hoogten ün- plaats van te stijgen, zooals Inflatie of de flatie wenscht). terwijl inkomens, inplaats van te dalen, zullen stijgen met iedere nieu we toegepaste wetenschap of uitvinding. b. dat de Gemeenschap bij machte zal zijn alles dat zij voorbrengt te koopen en daar mee voor Nijverheid, Handel en Landbouw een tijd van blijvende voorspoed zal inluiden. c. dat Armoede niet meer zal kunnen be staan. d. dat Export zijn concurreerend karakter zal verliezen, omdat export en import slechts gelijk hoeven te zijn. e. dat exploitatie van werknemers en of consumenten, zal eindigen en dat ook sta kingen en uitsluitingen tot het verleden zul len behooren. Vooral ook, dat de tegenstel ling tusschen Kapitaal en Arbeid zal ver vallen. f. dat niemand armer, maar allen rijker zullen worden. Dat Rust, Vrede en Tevreden heid zullen gaan heerschen. Het spreekt vanzelf, dat voor elk land bij zondere aanpassingsformules vastgesteld die nen te worden. In groote trekken zal het Douglas Systeem evenwel overal hetzelfde di recte en nuttige effect sorteeren, terwijl in grijpende wijzigingen in de Administratie der Landen nauwelijks noodig zullen blijken. Teneinde misverstand te voorkomen, zij nog nadrukkelijk geconstateerd, dat de Dou glas gedachte niet is socialistisch (in den zin van Marxistisch) of Communistisch en tot dusverre ook niet Fascistisch. De socialisti sche stelling, dat „Winst" schuld heeft aan het vastloopen der economische machine, wordt b.v. door Douglas bestreden. Het z.g. kapitaal mag en moet zelfs blijven, zij het in een anderen vorm. Het eenige doel van Douglas is door te voorzien in een fout in het tegenwoordige Geld-systeem, voor welk doel den enkelen machthebbers die bijzondere macht ontnomen moet worden het lot der menschheid te verbeteren, economisch onaf hankelijke volkeren te zien ontstaan en daar mee en daardoor te bereiken, hetgeen in Ge- nève zooveel moeilijkheden en zorgen baart: Vrede. Rust en Orde. Een opgang, in tegen stelling met onzen tegenwoordigen systema- tiscehn neergang op den langen en benauw den weg naar ondergang. E. L. MAATSCHAPPELIJK HULP- BETOON. Veel is en wordt nog steeds geschreven over het willekeurig handelen van M. H. ten opzichte van ondersteunden Veel gevallen zijn bekend, waar door treiterend optreden van ambtenaren van M. H. de gezinnen van werkloozen ten sterkste gedupeerd werden. Waar het betrof georganiseerde arbeiders, konden de betreffende organisaties hande lend optreden. Erger is het voor hen, die rechtstreeks aan M. H. worden overgeleverd. Deze wantoestanden blijven bestaan, ook na dat een werklooze werk heeft gevonden, want gebruikmakend van 'n zeer verouderd wets artikel. tracht M. H. de verleende uitkeerin- gen op alle mogelijke en onmogelijk? manie ren terug te krijgen Dit z.g.n. ..verhaal" heeft al heel wat ellende in bekrompen ge zinnen teweeggebracht. Reden van dit inge zonden stuk is een in hooge mate ergerlijk optreden van M. H. te Haarlem. Door M. H. was gedurende 3 jaar ondersteuning ver leend aan een oude vrouw, terwijl ook haar 4 kinderen een bedrag per week bijdroegen. Zonder eenige aanleiding bericht M. H. aan een der schoonzoons, die. omdat hij niet meer tot haar in familierelatie stond, had op gehouden met z'n bijdrage, dat hij aanspra kelijk werd geacht te zijn voor de gedurende de 3 jaar verstrekte ondersteuning, mitsga ders M. H. een eisch instelde bij den rech ter voor een terugbetaling van f 568. Door verhindering wegens werkzaamhe den zond ik een uitvoerig schrijven met o.a. als verweer, dat ik toch nooit meer dan voor een vierde deel aansprakelijk kon zijn. daar er vier kinderen waren. Toch werd ik verl oordeeld tot de helft! Na verloop van een jaar verzocht ik we gens teruggang in loon opheffing van de ver plichting tot terugbetaling. Een nauwgezet onderzoek volgde. De amb tenaar. daarmee belast, verklaarde dat Ik niet kon betalen, daar mijn gezin ten gron de ging. Ook een mij behandelend genees heer verklaarde dat er verandering moet komen in mijn omstandigheden. Toch blijft M. H. het volle pond elschen. Tegen een d\rgelijke houding gaat mijn krachtig protest. Dankend voor de plaatsing, H. B. Haarlem-Noord. Van bovenstaand ingezonden stuk gaven wij inzage aan den directeur van Maat schappelijk Hulpbetoon, alhier. Deze deelde ons naar aanleiding daarvan het volgende mede. Inzender, die schoonzoon is van de in •het stuk vermelde vrouw, is in gebreke geble ven om aan het verzoek van het voormalig Burgerlijk Armbestuur van Haarlem, om zijn Van Bagdad via Bushir - naar Djask. Arabieren die in de woestijn les krijgen. Op 1 Mei 1933 vertrokken we uit Bagdad op weg naar Bushir. Wij passeeren de Tigris- delta, geweldige moerasgebieden, langs de kust der Perzische golf om in Bushir benzine in te nemen; Bushir zelf ligt in Perzië, even als Djask, het eindstation van dien dag. On mogelijke toestanden bestaan daar. Van Bushir tot Djask moet alles verzegeld wor den, alhoewel wij het land niet verlaten. De Perzische douane is 'astig, doet dikwijls vree- selijk gewichtig en ik had een knaap tegen over me, die waarschijnlijk landverraders- allures in me ontdekte en me dan ook van top tot teen monsterde en al mijn bagage liet openmaken. Op weg naar Djask vliegt men over het zeer grillig gevormde* kustgebergte langs de Perzische golf, waar de Anglo Persian de be kende petroleumconcessies heeft. Wij passee ren Lingeh, waar een vliegterrein is en ko men kort daarna over de Noord-Oostpunt van Arabië. In 't bijzonder dit gebied, be woond door nomaden, vertoont een uiterst woest aspect. In vroeger jaren zijn de K.L.M. Indië-vliegtuigen daar wel beschoten. Het is een gedeelte van de aarde, waar men niet onbeschermd moet reizen. Uit de lucht ver- toonen de bergketens als 't ware ronde cir kels, waarbinnen zich nederzettingen be vinden. Hoe de bewoners er aan hun „brood je" komen is mij een raadsel. Tenslotte komen we in Djask, het einds'.a- station op dezen dag. ook aan de Perzische golf gelegen. Wij logeeren bij Mrs. en Mr. Penfold, vertegenwoordiger van het Indo European Telegraph Department. De ont vangst is gastvrij, in hun privé-woning kan men doen, alsof men in een hotel logeert. Hun huis, gelegen op 5 minuten afstand van de kust, is laag van bouw, met een soort galerij omgeven, gemaakt van wit vlechtwerk tegen de zonnehitte. Djask zelf is een vreeselijk oord met armoedige woningen en ongepla veide straten. Het vliegveld heeft geen han gar. De stationneerende vliegmachine wordt dan ook gewoonlijk in den grond verankerd en bewaakt door Perzische soldatenin lompen gehuldmaar met een 'neusche chako.... en een echt geweer. Of het schie ten kan, weet ik niet! De Penfolds een huisgezin zonder kinderen leven een beetje op de geregelde komst der Hollandsche en andere vliegmachines. Het is in Djask een ietwat luguber gedoe, waar ik voor geen goud lang zou willen vertoeven. Over Perzië zelf is nog wel het een en an der te zeggen. De heer Plesman heeft mij eens in een gesprek bij gelegenheid van een lucht-trip op 10 December van het vorige jaar naar Brussel, verteld: als je over Perzië vliegt, moet je eens voor een oogenblik denken aan die menschen, die het voortdurend hebben over de gevaren van overbevolking! Inder daad, daar in Perzië is nog plaats genoeg. Trouwens de geheele hoogvlakte van Iran heeft allerminst last van menschengedrang. Het hoofdmiddel van bestaan in Perzië is de veeteelt. Vooral veel geiten ziet men daar. en ook schapen en paarden, doch zeer weinig runderen. Landbouw wordt, alleen uitge oefend aan den voet der gebergten. Industrie is- uitsluitend huisindustrie. Een wet op de Huisindustrie zou daar waarschijnlijk niet overbodig zijn! De tapijten, zijden stoffen, leerwerk, enz. zijn de bekendste artikelen. Evenals in Joego Slavic en in Spanje troffen mij op velerlei gebied de mooie kleurencom binaties. Intusschen is het aantal beschik bare hulpmiddelen dikwijls uiterst gering cn zijn deze op zich zelf zeer primitief. Handel en verkeer bevinden zich in dergelijke om standigheden. De bevolking is weinig koop krachtig. de veiligheid laat in menig opzicht te wenschen over. spoorwegen ontbreken nog geheel, het vervoer geschiedt met karavanen, te paard of per kameel. De Sjah van Perzië resideert in de hoofdstad Teheran, een stad met circa 280.000 inwoners. Perzië heeft een oppervlakte van driemaal Duitschland, doch het aantal inwoners bedraagt nauwelijks 10 millioen. Circa de helft behoort tot de Perzen (een Inao-Germaansch volk)de rest tot vol ken van Turkschen oorsprong. Laatstge noemden zijn in hoofdzaak nomaden. De be volking is bijna geheel Mohammedaansch. De Perzen zijn evenwel aanhangers der Sjiti- sche leer. de meeste andere Moslemin zijn Soennieten. Deze laatsten beschouwen de Perzen als ketters. De bedevaartplaats is Mezjed. Perzië is aan den vooravond van een nieuwe ontwikkelingsperiode. De oproerige grens- stammen kunnen hun luguber bedrijf min der ongestraft volbrengen dan in vroegere jaren. De vliegmachine is daarvan o.m. de oorzaak. De groote verkeerswegen zijn daar door vrijwel zonder gevaar te gebruiken. Maar het modernste verkeersmiddel is nog niet in staat geweest om den Perzischen volks aard te veranderen. De nomade blijft nomade. De trek der Koerden is een fantastisch schouwspel. Een volksverhuizing, een ware exodus van menschen en dieren. De nieuwe opleving in Perzië uit zich voor al in het streven om zich vrij te maken van vreemde invloeden. Men herinnert zich nog de opzegging van de concessie aan de Anglo- Persian Oil Cy., welk feit veel stof heeft doen opwaaien. Het schiep het Britsch-Perzisehe olie-conflict, waarbij de K. L. M. aanvankelijk betrokken dreigde te worden. Engeland eisch- te waarborgen voor voldoende reserves aan stookolie ten behoeve van zijn vloot. Perzië verlangde de noodige inkomsten uit de op brengst dezer concessie. Laatstgenoemd land had de moed met dezen eisch te komen, om dat de toestanden sedert 1901. toen deze concessie tot stand kwam, zich sterk gewij zigd hebben. Engeland en Rusland worden door Perzië niet meer beschouwd als de „be schermers" van weleer. Men begrijpt nu met een wat bedoeld wordt met de zinsnede: Per zië is aan den vooravond van een nieuwe ontwikkelingsperiode. Kortweg komt het hier op neer: Perzië wenscht zich vrij te maken van vreemde invloeden. De tegenpartij wordt gevormd door Rusland en Engeland. De Vol kenbond is tusschen beide gekomien en Dr, Benesj heeft een voorloopige regeling tot stand weten te brengen, waarbij de Britsche petroleummaatschappij voorloopig weer in het bezit is van de haar ontnomen concessies. Van Perzische zijde worden allerhande mid delen te baat genomen 'tegen de Russische penetratie. Zoo is aan Perzische kinderen voorgeschreven in het vervolg de staatsscho len te bezoeken, waarmede beoogd wordt te breken met het stelsel, dat de Russische on derwijzers met de opleiding worden belast. De boycotbeweging tegen Russische handels producten beoogt vooral den Noord-Pcrzi- schen handel vrij te maken van Russische in vloeden. Daarbij verwacht men in Perzië veel van den aanleg der spoorwegverbinding van de Kaspische Zee naar de Perzische' Golf. waardoor de invloer in Perzië niet uitsluitend gebaseerd blijft op de Russische verbinding. En al is er nog geen sprake van, dat Perzië zich volkomen onafhankelijk zou kunnen maken, een streven naar een zekere mate van „self-help" is duidelijk te onderscheiden, De ze nationalistische neigingen kunnen vérstrek kende gevolgen hebben, in de eerste plaats natuurlijk voor die landen, die tot dusverre vasten voet in Perzië hebben weten te verkrij gen. Mogelijk droomt de Sjah van Perzië, dat hij t.z.t. gerangschikt zal worden onder de moderne Verlichte Despoten. Deze Sjah. de titel die door den Koning van Perzië wordt gedragen, en die feitelijk beteekent: Koning der Koningen, was aanvankelijk absoluut heerscher in zijn land. Hij had te beslissen over leven en eigendom. Evenals de Emir van Afghanistan kon ook de heerscher over Per zië diengene zijner bloedverwanten tot troop opvolger verkiezen, dien hij daarvoor in aan merking vond komen. Later is men in Perzië. ook wat dat betreft, over stag gegaan. Thans is de oudste zoon van den Sjah de aangewe zene, mits hij een telg is van een Kadschari- sche prinses. Alle wettelijke maatregelen zijn gebaseerd op de Koran. Ook speelt het ge woonte-recht een belangrijke rol. De eigenlij ke bevolking van Perzië behoort tot het Kau- kasische type. Vooral de beter gesitueerden staan bekend als verstandig, maar ook als brutaal. De arbeiders hebben meestentijds zeer groote lichaamskracht. Behalve de oor spronkelijke bevolking telt Perzië vele Koer den, die bijna alle een nomadenbestaan heb ben. Kadscharen, Afghanen, Belutschen. Zanzibarnegers, die als slaven in Perzië kwa men, Arabieren. Armeniërs en Joden. Het overgroote gedeelte der bevolking zijn Mo hammedanen. Het volksonderwijs beperkt zich nog bijna geheel tot het leven van de Koran. Toch begint het onderwijs zich gclei- .delijk uit te breiden en heeft men o.a. in Te heran een Polytechnische school met Euro- peesche onderwijskrachten. Een groot gedeelte van het land wordt in genomen door woestijnen en kale rotsgeberg ten. Daarnaast is vruchtbaar akkerland aan wezig. Het schapenvleesch is zeer geliefd, de kameelen worden gebruikt als lastdragers, runderen zijn de gebruikelijke trekdieren en geitenmelk wordt veel gebruikt. Djask verlaten wij op 2 Mei 1933 en via Karachi gaat onze weg naar Jodpoer. een dei- interessantste steden op de geheele reis. (Adv. Ingez. Med.) schoonmoeder tot een hooger bedrag dan waarmede hij haar steunde, onderstand ie verleenen te voldoen. De andere (behuwd)kinderen van boven vermelde vrouw hebben aan een dergelijk verzoek van dit bestuur wel gevolg gege ven. De door elk der kinderen te verleenen on derstand was door gemeld bestuur, dat daar bij ingevolge de betrekkelijke wettelijke be palingen rekening gehouden had met hun inkomsten, uitgaven en de personen, die zij te hunnen laste hadden, vastgesteld. Aan den Kantonrechter Is gevraagd te willen bepalen, dat inzender de door hem te weinig gegeven steun aan het bestuur zou terugbetalen en voortaan een bepaald bedrag zou bijdragen in de kosten van ondersteu ning van zijn schoonmoeder. De bezwaren, door inzender aan den Kan tonrechter kenbaar gemaakt, zijn uitvoerig besproken en de Kantonrechter heeft over eenkomstig het ingediende request beslist. Het spreekt vanzelf, dat elke onderhouds plichtige verwant naar draagkracht zijn fa milie behoort te steunen. Dat bij aanwezig heid van vier kinderen elk een vierde van de kosten zal moeten dragen, is dus onjuist. Degene, wiens inkomen, in verband riet zijn uitgaven en dc personen, die hij te zijnen "laste heeft, volgens het Burgerlijk Wetboek betaling van een hooger bedrag toelaat, be hoort ingevolge de Armenwet (art. 63 c.v.) meer te betalen dan de anderen. Daar Inzen der niet tot betaling wenschte over te gaan, werd beslag gelegd op zijn loon. Aan het verzoek van den inzender, eenigen tijd na den datum, waarop hij veroordeeld was om tot betaling over te gaan. ingediend om ontheffing van de verplichting tot terug betaling. kon niet worden voldaan, daar hij blijkens een tot tweemaal toe ingesteld on derzoek in staat werd geacht het bedrag, tot voldoening waarvan hij veroordeeld was. te blijven betalen overeenkomstig den maatstaf blijkende uit verschillende in soortgelijke gevallen door den rechter gegeven beschik kingen. Dat de ambtenaar, die het onderzoek In stelde, verklaard zou hebben, dat inzender niet kon betalen, daar zijn gezin ten gronde zou gaan, is onjuist. Dergelijke verklaringen worden door contrólecrende ambtenaren niet gegeven, daar de beslissing omtrent het al of niet in staat zijn tot betaling, niet bij hen berust. Inzender is nog steeds schoonzoon van bo venvermelde vrouw. Dat hij niet meer tot haar in familierelatie zou staan is onjuist. Hij is nog steeds gehuwd met de dochter van gemelde vrouw en zou ook bij ontbinding van dit huwelijk ten opzichte van zijn schoonmoeder onderhoudsplichtig blijven, zoolang er kinderen uit dit huwelijk in leven zouden zijn (art. 377 2o Burgerlijk Wetboek). Overigens verdient opmerking, dat inzen der van de beschikking van den Kanton rechter in beroep had kunnen gaan en bij al of niet vermeende wijziging van zijn finan cieele omstandigheden verandering van de beschikking aan den Kantonrechter had kunnen en nog kan vragen Ingevolge art. 67 der Armenwet. SCHEEPVAARTBERICHTEN HOLLAND—AMERIKA LIJN. Bilderdijk, Rotterdam naar New-Orleans 30 3.52 n.m.) 30 mijl Z.O. van Nlton. Lochkatrine. Rotterdam n. Vancouver, 28 v. Pta Arenas. HOLLAND—AUSTRALIë LIJN. Grootekerk (ultr.) 31 te Port Lincoln. Tanimbar (uitr.) l v. Dakar. HOLLAND—AFRIKA LIJN. Klipfontein 1 van Rotterdam naar Ham burg. Nij kerk (uitr.) p. 31 Dungeness. Nieuwkerk 1 van Amsterdam n. Antwerpen. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. Aldabi (thuisr.) 31 v. Rio Jan. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Sibajak (toeristenvaart) 1 te Gudvangen. Kota Pinang (uitr.) p. 1 (4 v.m.) Pt. de Gallc. Kota Agoeng (thuis) p. 1 (10 v.m.) Sagres, 5 Aug. te Londen verwacht. Dempo (uitr.) 1 (li v.m.) van Port 3al&

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5