NCEZONDEN.
PER K.LM. KIST NAAR INDIE.
WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender r.iet
teruggegeven.
SOCIAAL CREDIET
Eenige mededeelingen over het
Crediet der gemeenschap; de
theorie van den ingenieur eco
noom Majoor C. H. Douglas.
Bij alle verdeeldheid, die nationaal en in
ternationaal zoo duidelijk aan den dag treedt
een verdeeldheid, die ook economische, fi-
nancieeie en andere conferenties doet mis
lukken. begint men het langzamerhand over
één punt eens te worden: dat het zoo niet
langer gaat. Uit deze overtuiging volgde tot
dusverre niet, dat men ook naar dat inzicht
ging handelen. Alle regeeringen spannen zich
niettemin in om. ieder op zijn wijze, te trach
ten verbetering in den toestand te brengen.
Zooals over en weer gebleken is. houdt ook
de vooruitstrevendste daarbij vast aan het
bekende principe van „gezonde financiën",
waaronder wel in de eerste plaats verstaan
wordt, dat de uitvoer van een land grooter
moet zijn dan de invoer. Onder dat motto zijn
dan ook eenige gouden standaarden over
boord gegooid. Ondanks die opheffing en de
meestal subsequente opheffing van het na
komen van verplichtingen, waarmee tevens
de begrippen commercieele en financieele
eer en fatsoen verdwijnen, wil het met die
bevordering van den export niet erg vlotten.
Men verliest uit het oog, dat wat voor den
een een vreemde (of export) markt is, voor
den ander een eigen markt is, en dat dus
eigenlijk alle markten dezelfde zijn. Men wil
iets dwingen, dat niet meer te dwingen is, en
vergeet, dat alle landen met dezelfde moei
lijkheid te kampen hebben. Géén land gaat
gebukt onder een tekort aan goederen, alle
landen lijden aan een tekort aan koopkracht
Alle landen produceeren meer, of zijn in staat
meer te produceeren, dan het publiek bij
machte is te koopen.
Er is dus gebrek aan koopkracht, een ont
dekking die ook gedaan schijnt te zijn dooi
de raadgevers van President Roosevelt. Uit
een dagblad artikel van 11 Juli 1.1. blijkt, dat
generaal Johnson zich ernstig ongerust
maakt tenzij er spoedig vermeerdering van
koopkracht intreedt „in overeenstemming-
met de jongste toeneming der productie". Die
ongerustheid was gebaseerd op het feit, dat
tusschen Maart en Mei de productie in de
V. S. met 35,6 pet. toenam en de koopkracht
6lechts met 7 pet.
Volgelingen van Majoor Douglas, die be
kend zijn met zijn AplusB theorie kunnen zich
over dergelijke uitlatingen slechts verwon
deren. Immers, voor hem staat vast, dat zoo
wel met als zonder President Roosevelt's
maatregelen, er een eeuwig durend en steeds
toenemend gebrek aan koopkracht zal blijven
bestaan en reeds langen tijd bestaan heeft.
Deze A plus B theorie is van het hoogste be
lang voor het begrijpen van den huidigen
toestand, waarin de wereld en ook ons land
verkeeren.
In zijn eenvoudigsten vorm komt het op
het volgende neer:
Alle productiekosten van alle artikelen
kunnen gesplitst worden in twee groepen:
GToepA:
Betalingen aan Salarissen
personen Loonen, A
(interne kosten) Dividenden
Groep B:
Betalingen aan
andere organisaties
(externe kosten)
Grondstoffen
depreciatie B
reserves
De koopkracht van het publiek bestaat
uitdrukkelijk alléén uit de kosten (inkomens)
van groep A.
De prijs, die het publiek moet betalen, is
echter de totale, dus A plus B. Wie alleen A
ontvangt, kan niét A plus B betalen, (gebrek
aan koopkracht). Anders gezegd: personen
werkzaam in of betrokken bij elk willekeurig
bedrijf van welken aard ook, kunnen nooit-in
staat zijn alle door hen geproduceerde goe
deren te koopen, gesteld dat zij dat zouden
wcnschen te doen.
Dit is waar voor elk bedrijf afzonderlijk,
dus ook voor alle bedrijven collectief.
Er valt hierover natuurlijk nog veel meer
te zeggen; als een eerste indicatie is het voor
gaande waarschijnlijk voldoende.
Door een en ander wordt het mede duide
lijk, hoe het mogelijk is, dat in onze wereld
zooveel en zoo ontzettende armoede geleden
kan worden, temidden van werkelijke of po-
tent.ieele overvloed.
Er zijn de laatste jaren moedwillig groote
hoeveelheden grondstoffen, levens en voe
dingsmiddelen vernietigd, niet omdat er te
veel van was, maar omdat de volkeren een
voudig niet de miitdelen bezaten om ze te
koopen.
Zoolang zulke dingen mogelijk zijn, is het
duidelijk, dat er niet iets. maar véél hapert
aan het financieele distributie systeem.
Douglas is geenszins van meening. dat de
economische en financieele machthebbers
opzettelijk handelen. Eerder betreurt hij het,
dat, door hun opleiding die men eenvoudig
kan stellen als een doorborduren op voor
gelegde exioma's en dogma's, hun gezicht-
veld beperkt is. Hoe dit zij, zij zijn met hun
grondbeginselen opgegroeid, ermede ver
groeid en kunnen het djis waarschijnlijk niet
helpen, dat de dingen zijn zooals ze zijn.
Zij moeten echter langzamerhand wel tot
het inzicht komen, dat hun financieele sys
teem niet meer op gaat, niet meer werkt, zoo
als het vroeger misschien gewerkt kan heb
ben, omdat de koopkracht der gemeenschap,
niet meer in juiste verhouding staat tot de
productie, die de laatste eeuw steeds is toe
genomen. Zij doen intusschen niets, behalve
te trachten het oude, verouderde en ondeug
delijk gebleken stelsei met kunst- en vlieg
werk in stand te houden, waarschijnlijk be
seffend, dat het niet kan en dat. zoo voort
gaande, zeker geen blijvende verbetering zal
kunnen intreden. Met open oogen gaan zij,
en daarmee de gemeenschap, den ondergang
onzer civilisatie tegemoet. Het groote publiek
schijnt zich daarvan nog niet geheel bewust;
de waarheid wordt angstvallig verzwegen, ze
mogen het niet weten.
De „crisis", waar men het steeds over heeft,
wordt voorgesteld als een onvermijdelijk iets,
een toevallig iets. niet als een noodzakelijk
iets. Toch was het ontstaan dier crisis nood
zakelijk. Zij werd voorzien (door Douglas in
19191 maar niet door de z.g. Geldmacht. Deze
heeft althans daar niet van doen blijken,
voordat het mis was. Integendeel, die Geld
macht heeft de huidige ellende helpen schep
pen en in de hand gewerkt, b.v. door, in
de laatste ,.boom"-periode, het publiek steeds
meer aan te moedigen vooral toch maar in
nieuwe ondernemingen en industrieën te be
leggen inplaats van te raden: hou' wat je
hebt.
Geld is niet een rariteit, zooals bankievs,
in hun belang, ons trachten wijs te maken.
Er is meer dan genoeg geld, maar het distri
butie-systeem deugt niet.
Noodig is onbetwistbaar, dat de consumen
ten op een of andere wijze geld ter beschik
king krijgen (consumenten crediet) en dat
liefst zoo spoedig mogelijk. Wanneer dat niet
geschiedt, zal het eind van het lied zijn oor
log of revolutie, honger en ellende. Moderne
oorlogen worden ontketend door een conflict
van economische belangen. Vroeger werd oor
log gevoerd om den vijand zijn rijkdommen
af te nemen, in dezen tijd. om den vijand
zijn goederen op te dringen (in den vorm
van verkoopen natuurlijk (export).
Het is bijna onmogelijk in een beperkt be
stek een volledig en volkomen duidelijk denk
beeld te schetsen. Moge derhalve het voor
gaande er iets toe bijdragen aan te toonen,
hoe Douglas en wij Douglas volgelingen de
dingen, zooals zij zijn, aanvoelen.
Wat wil nu Douglas, en wie is Douglas?
De tweede vraag het eerst beantwoordend:
Douglas is een ingenieur, met den rang van
majoor, een geworden econoom en een genie.
Zijn denkbeelden zijn in zijn ingenieursprak
tijk onstaan en gegroeid, zij dateeren offi
cieel van 1919 af en zijn dus niet voor deze
crisis-gelegenheid ontworpen of pasklaar ge
maakt. In Australië bestaat 10 pet. der be
volking uit „Douglasites", in Engeland, Nieuw
Zeeland. Noord-Amerika. Zuid-Afrika. Frank
rijk bestaan reeds, soms zeer machtige, be
wegingen, die streven naar invoering van
Douglas' denkbeelden, en zelfs in Japan, een
land dat van ons standpunt gezien wel het
minst daarvoor in aanmerking schijnt te ko
men, wordt er aan gewerkt.
Wat wil Douglas, teneinde allen menschen
een menschwaardig bestaan te verzekeren?
1. Crediet verstrekking geschiedt door den
Staat, voor en namens de gemeenschap, via
de Banken. (Dus opheffing van de dominee-
rende positie van het Kapitaal).
2. Invoering van een prijsregelingsformule
(die niet bij het begin maar bij het einde
van den productie cyclus begint) te noemen
b.v. „juiste prijs". Die juiste prijs zal zijn een
fractie, d.w.z. dezelfde fractie van den kost
prijs als 's lands totale consumptie is van
's lands totale productie. Met andere woor
den: Kostprijs zal staan tot Verkoopprijs, als
de Nationale Totale Productie staat tot de
Nationale Totale Consumptie.
3. Inkomens moeten verhoogd worden, zon
der de prijzen te verhoogen, of prijzen moe
ten yerlaagd worden, zonder de inkomens te
verlagen. Bijvoorbeeld door een Nationaal
Dividend, een vrije uitkeering door den staat
aan een ieder (arbeidend of werkloos) en dat
zonder eenige conditie of restrictie en perio
diek zich herhalend.
Die uitkeeringsmogelijkheid zal moeten ge
vonden worden uit door den Staat beschik
baar te stellen geld, dat in dezelfde mate
aanwezig moet zijn als de waarde van te
creëeren nieuw kapitaal en kapitale waarden.
Het effect van zulke en dergelijke maatre
gelen zal zijn:
a. dat prijzen in snel tempo zullen dalen
tot een fractie van de gekende hoogten ün-
plaats van te stijgen, zooals Inflatie of de
flatie wenscht). terwijl inkomens, inplaats
van te dalen, zullen stijgen met iedere nieu
we toegepaste wetenschap of uitvinding.
b. dat de Gemeenschap bij machte zal zijn
alles dat zij voorbrengt te koopen en daar
mee voor Nijverheid, Handel en Landbouw
een tijd van blijvende voorspoed zal inluiden.
c. dat Armoede niet meer zal kunnen be
staan.
d. dat Export zijn concurreerend karakter
zal verliezen, omdat export en import slechts
gelijk hoeven te zijn.
e. dat exploitatie van werknemers en of
consumenten, zal eindigen en dat ook sta
kingen en uitsluitingen tot het verleden zul
len behooren. Vooral ook, dat de tegenstel
ling tusschen Kapitaal en Arbeid zal ver
vallen.
f. dat niemand armer, maar allen rijker
zullen worden. Dat Rust, Vrede en Tevreden
heid zullen gaan heerschen.
Het spreekt vanzelf, dat voor elk land bij
zondere aanpassingsformules vastgesteld die
nen te worden. In groote trekken zal het
Douglas Systeem evenwel overal hetzelfde di
recte en nuttige effect sorteeren, terwijl in
grijpende wijzigingen in de Administratie der
Landen nauwelijks noodig zullen blijken.
Teneinde misverstand te voorkomen, zij
nog nadrukkelijk geconstateerd, dat de Dou
glas gedachte niet is socialistisch (in den zin
van Marxistisch) of Communistisch en tot
dusverre ook niet Fascistisch. De socialisti
sche stelling, dat „Winst" schuld heeft aan
het vastloopen der economische machine,
wordt b.v. door Douglas bestreden. Het z.g.
kapitaal mag en moet zelfs blijven, zij het
in een anderen vorm. Het eenige doel van
Douglas is door te voorzien in een fout in het
tegenwoordige Geld-systeem, voor welk doel
den enkelen machthebbers die bijzondere
macht ontnomen moet worden het lot der
menschheid te verbeteren, economisch onaf
hankelijke volkeren te zien ontstaan en daar
mee en daardoor te bereiken, hetgeen in Ge-
nève zooveel moeilijkheden en zorgen baart:
Vrede. Rust en Orde. Een opgang, in tegen
stelling met onzen tegenwoordigen systema-
tiscehn neergang op den langen en benauw
den weg naar ondergang.
E. L.
MAATSCHAPPELIJK HULP-
BETOON.
Veel is en wordt nog steeds geschreven
over het willekeurig handelen van M. H. ten
opzichte van ondersteunden Veel gevallen
zijn bekend, waar door treiterend optreden
van ambtenaren van M. H. de gezinnen van
werkloozen ten sterkste gedupeerd werden.
Waar het betrof georganiseerde arbeiders,
konden de betreffende organisaties hande
lend optreden. Erger is het voor hen, die
rechtstreeks aan M. H. worden overgeleverd.
Deze wantoestanden blijven bestaan, ook na
dat een werklooze werk heeft gevonden, want
gebruikmakend van 'n zeer verouderd wets
artikel. tracht M. H. de verleende uitkeerin-
gen op alle mogelijke en onmogelijk? manie
ren terug te krijgen Dit z.g.n. ..verhaal"
heeft al heel wat ellende in bekrompen ge
zinnen teweeggebracht. Reden van dit inge
zonden stuk is een in hooge mate ergerlijk
optreden van M. H. te Haarlem. Door M. H.
was gedurende 3 jaar ondersteuning ver
leend aan een oude vrouw, terwijl ook haar
4 kinderen een bedrag per week bijdroegen.
Zonder eenige aanleiding bericht M. H.
aan een der schoonzoons, die. omdat hij niet
meer tot haar in familierelatie stond, had op
gehouden met z'n bijdrage, dat hij aanspra
kelijk werd geacht te zijn voor de gedurende
de 3 jaar verstrekte ondersteuning, mitsga
ders M. H. een eisch instelde bij den rech
ter voor een terugbetaling van f 568.
Door verhindering wegens werkzaamhe
den zond ik een uitvoerig schrijven met o.a.
als verweer, dat ik toch nooit meer dan voor
een vierde deel aansprakelijk kon zijn. daar
er vier kinderen waren. Toch werd ik verl
oordeeld tot de helft!
Na verloop van een jaar verzocht ik we
gens teruggang in loon opheffing van de ver
plichting tot terugbetaling.
Een nauwgezet onderzoek volgde. De amb
tenaar. daarmee belast, verklaarde dat Ik
niet kon betalen, daar mijn gezin ten gron
de ging. Ook een mij behandelend genees
heer verklaarde dat er verandering moet
komen in mijn omstandigheden.
Toch blijft M. H. het volle pond elschen.
Tegen een d\rgelijke houding gaat mijn
krachtig protest.
Dankend voor de plaatsing,
H. B.
Haarlem-Noord.
Van bovenstaand ingezonden stuk gaven
wij inzage aan den directeur van Maat
schappelijk Hulpbetoon, alhier.
Deze deelde ons naar aanleiding daarvan
het volgende mede.
Inzender, die schoonzoon is van de in
•het stuk vermelde vrouw, is in gebreke geble
ven om aan het verzoek van het voormalig
Burgerlijk Armbestuur van Haarlem, om zijn
Van Bagdad via Bushir - naar Djask.
Arabieren die in de woestijn les krijgen.
Op 1 Mei 1933 vertrokken we uit Bagdad op
weg naar Bushir. Wij passeeren de Tigris-
delta, geweldige moerasgebieden, langs de
kust der Perzische golf om in Bushir benzine
in te nemen; Bushir zelf ligt in Perzië, even
als Djask, het eindstation van dien dag. On
mogelijke toestanden bestaan daar. Van
Bushir tot Djask moet alles verzegeld wor
den, alhoewel wij het land niet verlaten. De
Perzische douane is 'astig, doet dikwijls vree-
selijk gewichtig en ik had een knaap tegen
over me, die waarschijnlijk landverraders-
allures in me ontdekte en me dan ook van
top tot teen monsterde en al mijn bagage liet
openmaken.
Op weg naar Djask vliegt men over het
zeer grillig gevormde* kustgebergte langs de
Perzische golf, waar de Anglo Persian de be
kende petroleumconcessies heeft. Wij passee
ren Lingeh, waar een vliegterrein is en ko
men kort daarna over de Noord-Oostpunt
van Arabië. In 't bijzonder dit gebied, be
woond door nomaden, vertoont een uiterst
woest aspect. In vroeger jaren zijn de K.L.M.
Indië-vliegtuigen daar wel beschoten. Het is
een gedeelte van de aarde, waar men niet
onbeschermd moet reizen. Uit de lucht ver-
toonen de bergketens als 't ware ronde cir
kels, waarbinnen zich nederzettingen be
vinden. Hoe de bewoners er aan hun „brood
je" komen is mij een raadsel.
Tenslotte komen we in Djask, het einds'.a-
station op dezen dag. ook aan de Perzische
golf gelegen. Wij logeeren bij Mrs. en Mr.
Penfold, vertegenwoordiger van het Indo
European Telegraph Department. De ont
vangst is gastvrij, in hun privé-woning kan
men doen, alsof men in een hotel logeert. Hun
huis, gelegen op 5 minuten afstand van de
kust, is laag van bouw, met een soort galerij
omgeven, gemaakt van wit vlechtwerk tegen
de zonnehitte. Djask zelf is een vreeselijk
oord met armoedige woningen en ongepla
veide straten. Het vliegveld heeft geen han
gar. De stationneerende vliegmachine wordt
dan ook gewoonlijk in den grond verankerd
en bewaakt door Perzische soldatenin
lompen gehuldmaar met een 'neusche
chako.... en een echt geweer. Of het schie
ten kan, weet ik niet! De Penfolds een
huisgezin zonder kinderen leven een beetje
op de geregelde komst der Hollandsche en
andere vliegmachines. Het is in Djask een
ietwat luguber gedoe, waar ik voor geen goud
lang zou willen vertoeven.
Over Perzië zelf is nog wel het een en an
der te zeggen.
De heer Plesman heeft mij eens in een
gesprek bij gelegenheid van een lucht-trip
op 10 December van het vorige jaar naar
Brussel, verteld: als je over Perzië vliegt,
moet je eens voor een oogenblik denken aan
die menschen, die het voortdurend hebben
over de gevaren van overbevolking! Inder
daad, daar in Perzië is nog plaats genoeg.
Trouwens de geheele hoogvlakte van Iran
heeft allerminst last van menschengedrang.
Het hoofdmiddel van bestaan in Perzië is de
veeteelt. Vooral veel geiten ziet men daar. en
ook schapen en paarden, doch zeer weinig
runderen. Landbouw wordt, alleen uitge
oefend aan den voet der gebergten. Industrie
is- uitsluitend huisindustrie. Een wet op de
Huisindustrie zou daar waarschijnlijk niet
overbodig zijn! De tapijten, zijden stoffen,
leerwerk, enz. zijn de bekendste artikelen.
Evenals in Joego Slavic en in Spanje troffen
mij op velerlei gebied de mooie kleurencom
binaties. Intusschen is het aantal beschik
bare hulpmiddelen dikwijls uiterst gering cn
zijn deze op zich zelf zeer primitief. Handel
en verkeer bevinden zich in dergelijke om
standigheden. De bevolking is weinig koop
krachtig. de veiligheid laat in menig opzicht
te wenschen over. spoorwegen ontbreken nog
geheel, het vervoer geschiedt met karavanen,
te paard of per kameel. De Sjah van Perzië
resideert in de hoofdstad Teheran, een stad
met circa 280.000 inwoners. Perzië heeft een
oppervlakte van driemaal Duitschland, doch
het aantal inwoners bedraagt nauwelijks 10
millioen. Circa de helft behoort tot de Perzen
(een Inao-Germaansch volk)de rest tot vol
ken van Turkschen oorsprong. Laatstge
noemden zijn in hoofdzaak nomaden. De be
volking is bijna geheel Mohammedaansch.
De Perzen zijn evenwel aanhangers der Sjiti-
sche leer. de meeste andere Moslemin zijn
Soennieten. Deze laatsten beschouwen de
Perzen als ketters. De bedevaartplaats is
Mezjed.
Perzië is aan den vooravond van een nieuwe
ontwikkelingsperiode. De oproerige grens-
stammen kunnen hun luguber bedrijf min
der ongestraft volbrengen dan in vroegere
jaren. De vliegmachine is daarvan o.m. de
oorzaak. De groote verkeerswegen zijn daar
door vrijwel zonder gevaar te gebruiken.
Maar het modernste verkeersmiddel is nog
niet in staat geweest om den Perzischen volks
aard te veranderen. De nomade blijft nomade.
De trek der Koerden is een fantastisch
schouwspel. Een volksverhuizing, een ware
exodus van menschen en dieren.
De nieuwe opleving in Perzië uit zich voor
al in het streven om zich vrij te maken van
vreemde invloeden. Men herinnert zich nog
de opzegging van de concessie aan de Anglo-
Persian Oil Cy., welk feit veel stof heeft doen
opwaaien. Het schiep het Britsch-Perzisehe
olie-conflict, waarbij de K. L. M. aanvankelijk
betrokken dreigde te worden. Engeland eisch-
te waarborgen voor voldoende reserves aan
stookolie ten behoeve van zijn vloot. Perzië
verlangde de noodige inkomsten uit de op
brengst dezer concessie. Laatstgenoemd land
had de moed met dezen eisch te komen, om
dat de toestanden sedert 1901. toen deze
concessie tot stand kwam, zich sterk gewij
zigd hebben. Engeland en Rusland worden
door Perzië niet meer beschouwd als de „be
schermers" van weleer. Men begrijpt nu met
een wat bedoeld wordt met de zinsnede: Per
zië is aan den vooravond van een nieuwe
ontwikkelingsperiode. Kortweg komt het hier
op neer: Perzië wenscht zich vrij te maken
van vreemde invloeden. De tegenpartij wordt
gevormd door Rusland en Engeland. De Vol
kenbond is tusschen beide gekomien en Dr,
Benesj heeft een voorloopige regeling tot
stand weten te brengen, waarbij de Britsche
petroleummaatschappij voorloopig weer in
het bezit is van de haar ontnomen concessies.
Van Perzische zijde worden allerhande mid
delen te baat genomen 'tegen de Russische
penetratie. Zoo is aan Perzische kinderen
voorgeschreven in het vervolg de staatsscho
len te bezoeken, waarmede beoogd wordt te
breken met het stelsel, dat de Russische on
derwijzers met de opleiding worden belast.
De boycotbeweging tegen Russische handels
producten beoogt vooral den Noord-Pcrzi-
schen handel vrij te maken van Russische in
vloeden. Daarbij verwacht men in Perzië veel
van den aanleg der spoorwegverbinding van
de Kaspische Zee naar de Perzische' Golf.
waardoor de invloer in Perzië niet uitsluitend
gebaseerd blijft op de Russische verbinding.
En al is er nog geen sprake van, dat Perzië
zich volkomen onafhankelijk zou kunnen
maken, een streven naar een zekere mate van
„self-help" is duidelijk te onderscheiden, De
ze nationalistische neigingen kunnen vérstrek
kende gevolgen hebben, in de eerste plaats
natuurlijk voor die landen, die tot dusverre
vasten voet in Perzië hebben weten te verkrij
gen. Mogelijk droomt de Sjah van Perzië, dat
hij t.z.t. gerangschikt zal worden onder de
moderne Verlichte Despoten. Deze Sjah. de
titel die door den Koning van Perzië wordt
gedragen, en die feitelijk beteekent: Koning
der Koningen, was aanvankelijk absoluut
heerscher in zijn land. Hij had te beslissen
over leven en eigendom. Evenals de Emir van
Afghanistan kon ook de heerscher over Per
zië diengene zijner bloedverwanten tot troop
opvolger verkiezen, dien hij daarvoor in aan
merking vond komen. Later is men in Perzië.
ook wat dat betreft, over stag gegaan. Thans
is de oudste zoon van den Sjah de aangewe
zene, mits hij een telg is van een Kadschari-
sche prinses. Alle wettelijke maatregelen zijn
gebaseerd op de Koran. Ook speelt het ge
woonte-recht een belangrijke rol. De eigenlij
ke bevolking van Perzië behoort tot het Kau-
kasische type. Vooral de beter gesitueerden
staan bekend als verstandig, maar ook als
brutaal. De arbeiders hebben meestentijds
zeer groote lichaamskracht. Behalve de oor
spronkelijke bevolking telt Perzië vele Koer
den, die bijna alle een nomadenbestaan heb
ben. Kadscharen, Afghanen, Belutschen.
Zanzibarnegers, die als slaven in Perzië kwa
men, Arabieren. Armeniërs en Joden. Het
overgroote gedeelte der bevolking zijn Mo
hammedanen. Het volksonderwijs beperkt
zich nog bijna geheel tot het leven van de
Koran. Toch begint het onderwijs zich gclei-
.delijk uit te breiden en heeft men o.a. in Te
heran een Polytechnische school met Euro-
peesche onderwijskrachten.
Een groot gedeelte van het land wordt in
genomen door woestijnen en kale rotsgeberg
ten. Daarnaast is vruchtbaar akkerland aan
wezig. Het schapenvleesch is zeer geliefd, de
kameelen worden gebruikt als lastdragers,
runderen zijn de gebruikelijke trekdieren en
geitenmelk wordt veel gebruikt.
Djask verlaten wij op 2 Mei 1933 en via
Karachi gaat onze weg naar Jodpoer. een dei-
interessantste steden op de geheele reis.
(Adv. Ingez. Med.)
schoonmoeder tot een hooger bedrag dan
waarmede hij haar steunde, onderstand ie
verleenen te voldoen.
De andere (behuwd)kinderen van boven
vermelde vrouw hebben aan een dergelijk
verzoek van dit bestuur wel gevolg gege
ven.
De door elk der kinderen te verleenen on
derstand was door gemeld bestuur, dat daar
bij ingevolge de betrekkelijke wettelijke be
palingen rekening gehouden had met hun
inkomsten, uitgaven en de personen, die zij
te hunnen laste hadden, vastgesteld.
Aan den Kantonrechter Is gevraagd te
willen bepalen, dat inzender de door hem te
weinig gegeven steun aan het bestuur zou
terugbetalen en voortaan een bepaald bedrag
zou bijdragen in de kosten van ondersteu
ning van zijn schoonmoeder.
De bezwaren, door inzender aan den Kan
tonrechter kenbaar gemaakt, zijn uitvoerig
besproken en de Kantonrechter heeft over
eenkomstig het ingediende request beslist.
Het spreekt vanzelf, dat elke onderhouds
plichtige verwant naar draagkracht zijn fa
milie behoort te steunen. Dat bij aanwezig
heid van vier kinderen elk een vierde van
de kosten zal moeten dragen, is dus onjuist.
Degene, wiens inkomen, in verband riet zijn
uitgaven en dc personen, die hij te zijnen
"laste heeft, volgens het Burgerlijk Wetboek
betaling van een hooger bedrag toelaat, be
hoort ingevolge de Armenwet (art. 63 c.v.)
meer te betalen dan de anderen. Daar Inzen
der niet tot betaling wenschte over te gaan,
werd beslag gelegd op zijn loon.
Aan het verzoek van den inzender, eenigen
tijd na den datum, waarop hij veroordeeld
was om tot betaling over te gaan. ingediend
om ontheffing van de verplichting tot terug
betaling. kon niet worden voldaan, daar hij
blijkens een tot tweemaal toe ingesteld on
derzoek in staat werd geacht het bedrag, tot
voldoening waarvan hij veroordeeld was. te
blijven betalen overeenkomstig den maatstaf
blijkende uit verschillende in soortgelijke
gevallen door den rechter gegeven beschik
kingen.
Dat de ambtenaar, die het onderzoek In
stelde, verklaard zou hebben, dat inzender
niet kon betalen, daar zijn gezin ten gronde
zou gaan, is onjuist. Dergelijke verklaringen
worden door contrólecrende ambtenaren
niet gegeven, daar de beslissing omtrent het
al of niet in staat zijn tot betaling, niet bij
hen berust.
Inzender is nog steeds schoonzoon van bo
venvermelde vrouw. Dat hij niet meer tot
haar in familierelatie zou staan is onjuist.
Hij is nog steeds gehuwd met de dochter van
gemelde vrouw en zou ook bij ontbinding
van dit huwelijk ten opzichte van zijn
schoonmoeder onderhoudsplichtig blijven,
zoolang er kinderen uit dit huwelijk in leven
zouden zijn (art. 377 2o Burgerlijk Wetboek).
Overigens verdient opmerking, dat inzen
der van de beschikking van den Kanton
rechter in beroep had kunnen gaan en bij al
of niet vermeende wijziging van zijn finan
cieele omstandigheden verandering van de
beschikking aan den Kantonrechter had
kunnen en nog kan vragen Ingevolge art. 67
der Armenwet.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Bilderdijk, Rotterdam naar New-Orleans
30 3.52 n.m.) 30 mijl Z.O. van Nlton.
Lochkatrine. Rotterdam n. Vancouver, 28
v. Pta Arenas.
HOLLAND—AUSTRALIë LIJN.
Grootekerk (ultr.) 31 te Port Lincoln.
Tanimbar (uitr.) l v. Dakar.
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Klipfontein 1 van Rotterdam naar Ham
burg.
Nij kerk (uitr.) p. 31 Dungeness.
Nieuwkerk 1 van Amsterdam n. Antwerpen.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN.
Aldabi (thuisr.) 31 v. Rio Jan.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Sibajak (toeristenvaart) 1 te Gudvangen.
Kota Pinang (uitr.) p. 1 (4 v.m.) Pt. de
Gallc.
Kota Agoeng (thuis) p. 1 (10 v.m.) Sagres,
5 Aug. te Londen verwacht.
Dempo (uitr.) 1 (li v.m.) van Port 3al&