RAADSELS 1° BRIEVENBUS. EEN OOSTERSCH AVONTUUR. DE POP. VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 8 De raadselprijzcn voor de maand Juli zijn bij loting ten deel gevallen aan DEN KLEINEN REKENBAAS. MOEDE'RS TROOST, POPPENKIND en die ze Woensdag 23 Augustus bij mij mogen afhalen. Deze raadsels zijn Ingezonden door Jon gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers vier boeken verloot. AFDEELING I (leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Prikkeldraad) Ik ben een vrucht. Draai me om dan ben ik iets. dat ieder graag lust. 2. (Ingez. door Kruidjeroermijniet.) Welke schuilnaam zit in die blokken ver borgen? Ei Ei Ei [U El El E] E] 3. (Ingez. docrr Schrikkelkindje.) Strik vragen. a. Wie draait als men slaat? b. Welke waarheid is onbetrouwbaar? c. Wanneer blijft een os een os? d. Welke vogel is niet gelukkig? e. Welke bedden zijn 't langst? 4. (Ingez. door Het Visschertje). Ik ben een schuilnaam van 11 letters. 2 4 6 is een vierhandig dier. 3 4 9 gebruik je om te visschen. 3 4 2 8 10 11 is een meisjesnaam. 5 3 2 6 is een plant. 9 8 4 2 is voor een paard. 6 3 1 3 zit aan een schip. 6 7 8 9 10 11 draag je op 't hoofd. 5. (Ingez. door Kruidjeroermijniet). Neem uit de volgende zinnen telkens één woord, zoodat er een spreekwoord gevormd a. Onderzoek goed, wie dit gezegd heeft. b. Je moet niet zoo treuzelen. c. Deze stof is niet sterk. d. Ze is ook erg dun. e. Je moet er vooral niet aan trekken. f. Dat vind ik niet slim van je. g. Waar ben je wezen koffiedrinken? 6. (Ingez. door Goud Elsje.) Welken schuilnaam kunt ge hieruit halen? I I D E N O E S G P O R T V R 1 E N N AFDEELING II (Leeftijd 9 Jaar en jonger.) 1 (Ingez. door Kruidjeroermijniet.) Haal uit elk der volgende meisjesnamen telkens één letter, zoodat er een nieuwe ^Rietje" Ali^Lientje. Roos. Klaartje Letty, 2. (Ingez. door Kruidjeroermijniet) Haal uit de volgende schuilnamen telkens één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam ontstaat. De gevraagde schuilnaam staat bij de andere. Wildebras. Prikkeldraad, Sneeuwvlokje, Her der. Turnstertje. Boschroos, Iris, Lachebekje, Gelukspop. J 3. (Ingez. door Prikkeldraad) Ik besta uit 3 letters en ben iets, dat vele mannen niet kunnen missen. Keer me om en lk blijf, wat ik ben. 4 (Ingez. door Kruidjeroermijniet) Ik ben een Rubriekertjesnaam van 12 let- ^5% 4 4 6 9 is een dier, dat half in 't wa ter. half op 't land leeft. 2 10 11 8 is vaak goud waard. 4 6 7 12 6 9 is onder het huis. 6 3 5 6 7 is een vrucht, die we toch met °^1 2 3 4 gebeurt wel door een naald. 5. (Ingez. door Prikkeldraad). 1 J'cnVil Kijk in Onze Jeugd, dan vind je me wel. •«.-» 6. (Ingez. door Kruidjeroermijniet.) Met H ben ik om den tuin, Met L ben ik niet hoog Met, K ben ik een groote plas Met M ben ik een lichaamsdeel. Met PI ben ik niet aardig. Met Z ben ik timmermansgereedschap. RAADSELOPLOSSINGEN. De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING L 1 Droomkoninkje. 2. Als de kat van honk is, dansen de mui zen op tafel. 3. Roomsoesje. 4. Arbeid eert. zorg verteert. 5 Water. Een hoedenfabrikant. De letter m 6. De langdurige droppel holt den steen. AFDEELING II 1. Ka doe de la toe. 2. Duif. 3. Zonneschijn. 4. Lam. os. raaf. haan. ezel, hond. kat beer. 5. Rijst, rijs. rij. ij. 6. a. de bakker, b. een rivier, c. als hij ze aantrekt, d. een slak. e. een zonnestraal. Goede oplossingen ontvangen van: Poppen- kind 5 Acaciatakje 6. Rozekroontje 3 De kleine Timmerman 2 Kruidjeroermijniet 4 Ansepans 6 Juffertje Spring in 't veld 6 De kleine Rekenbaas 6 Prikkeldraad 4 Hermien Janssen 6 Cyclame 6 Moeders Troost 6 Va ders Jongen 6 Wim 6 Zandkevertje 6. RUIL-RUBRIEK. ACACIATAKJE, Spaarmvsuderstraat 110, heeft 22 Duifjes. 93 Filmsterren. 18 Funke, 26 Rademakcr. 2 Simonsboerinnetjes. 42 Ath- letiek. 90 Voctbalplaaljes, 46 Spelregels, 8 groote Voetbal. 5 Vetplanten, 1 Jamin. 1 Ne derland in en op het water, l Leupen, 1 Bus- sink. 1 Benito. Hiervoor vraagt ze: Duifjes plaatjes. Felix, Funke nrs. 18 en 61. Weeg schaal, Lido, Klaverblad, Hille, Noord-Hol land. KO HOES. Olieslagerslaan 13, heeft Erika Brand. Dobbelmann, Flora Carels, Filmster, Haka. Bobbie, Meco, Verkade Vetplant, Ra demaker, Wandelkaarten, Victoria, Postze gels, Bensdorp foto's, Franke's Vogels en Cassabons, Sanders, Duifjes, De Bij, Bre- tagnia, Karperton, Indiaan, Haarl. Brood- en Koek, Voetbalplaatjes, Schilderij, Ferik, Carlton. Hiervoor gaarne terug: Dik Trom, Franke's waardekaartjes, Felix, Sunlicht enz. Turmac, Batco, Kiazim, Cocktail, Xanthia. Brieven aan de. Redactie van de Kinder- Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, Marnix- straat 20. ZANDKEVERTJE. Ik dank je voor je goede wenschcn. Laten we hopen, dat we nog heerlijke zomersche dagen krijgen. WIM, Je bent al een beetje op weg om een echte Vischboer te worden. Alle begin is moeilijk en geduld moet een visscher hebben, want die visschen zijn zoo dom niet, als je denkt. Zijn jullie Dinsdag nog met de tent naar 't strand geweest? Zandvoortsch weertje moet mooi weertje zijn hè. VADERS JONGEN. Wie veel van knut selen houdt, verveelt zich nooit. Hoe gaat 'fc met je zeilschip? Aan al die onderdeelen mag niets ontbreken, want 't moet natuurlijk echt kunnen varen. Ben je al aan 't opschil- in Hilversum. Daar kun je heerlijke fiets tochten maken. Ik wensch je straks een gezellige logeerpartij deren? Helpt vader zijn jongen e<m beetje? MOEDERS TROOST. Je bent natuurlijk dolblij met je poppenkind. Had ze al kleertjes aan? Mag ze mee naar 't Gooi? Welke ple ziertjes staan er nog meer op het program ma? Hoe blij kijk je wel, nu je een ra'adsel- prijs krijgt? MEVR. B. Hoe gaat 't met uw jongen? Dat was zeker een heele schrik voor U. Is hij bij U thuis? Gelukkig maar. dat Jopie bij de grootouders kon logeeren. Daar mag ze me best eens schrijven. Voor het oplossen der raadsels moet ze moeder zeker hebben. Ik hoop, dat U de moeilijkste dagen al achter den rug heeft. CYCLAME. Zit je al in Huizen? Wat een geluksvogel, dat je mee mocht. Gefeliciteerd met je overgang. Knap zoo. want je had nog al eens verzuimd wegens ziekte, hè? Hoe gaat 't nu met de gezondheid? BLOZE KRIEIKSKE. Hartelijk dank voor de mooie Groningsche kaart. Wat een prach tig stationsgebouw is daar toch. Heb je er al veel genoten? Wanneer kom je weer op Haarlem aan? 'PRIKKELDRAAD. Je moet altijd maar denken: na regen komt zonneschijn. In ons kikkerlandje verandert het heusch wel met de week. Hoe was de uitvoering? Was de Di recteur tevreden? DE KLEINE REKENBAAS. Ben Je deze week nog aan 't Bloemendaalsche strand ge weest? Heb je het gezellig met Miep? Leven jullie in vree? Reken je de dagen al uit, dat je je raadselprijs mag komen halen? JUFFERTJE SPRING IN 'T VELD. Als 't regent, valt er niet veel te springen hè. Maar er komen wel andere dagen. Ik hoop, dat je nu weer gauw naar 't Bloemendaal sche strand kunt trekken. ANSEPANS. Nu zullen alle schoolkinde ren wel vacantie hebben.Hoe is de kiek uit gevallen? Staat je poppenkind er ook duide lijk op? En is Joop's portret ook goed? Kra nig. dat je je zelf fietsen hebt geleerd. Je raadsels zijn goed. KRUIDJEROERMIJNIET.. Ik heb een heel artikeltje aan je gewijd. Lees maar eens aan allen, 't Zonnetje wou zeker ook eens een poosje vacantie hebben. Dan zijn regen en wind plaatsvervangers. Misschien is de zon al weer teruggekeerd, als je dit leest, 't Zou leuk zijn. als je een opstel over dien turndag maakte. Je ingezonden raadsels zijn goed. Ja. je mag je briefje zonder postzegel naar Haarlem's Dagblad brengen. Daar wordt alles tegelijk naar mijn vacantie-adres ge stuurd. Ik wensch jou ook een heerlijke va cantie toe. DE KLEINE TIMMERMAN. Je woont een heel eind van me af. Maar je brengt je brief je zeker altijd naar de Groote Houtstraat. ROZEKROONTJE. Deze week heb je zeker niet veel gezwommen. Bij regen en wind is 't om te bibberen. Zoo langzamerhand zul je de bus wel kunnen missen. Logeert je nichtje nog bij jullie? En heb je het gezel lig samen? W. L. Ben je wel eens in Groesbeek ge weest? Terwijl ik dit briefje schrijf, ben ik nog in Haarlem. Ik heb eerst al mijn cor respondentie afgemaakt. Natuurlijk zal ik in Onze Jeugd getrouw verslag doen van alles wat ik zie en hoor. Ik zag je Maandag nog even door de drukke Koningstraat heen peddelen. ACACIATAKJE. Misschien, als je dit leest, is het weer fijn wandelweertje, 't Zal buiten in ieder geval heerlijk zijn opgefrischt. En 't zal in den Hout wel heel mooi wezen. Hoe was de foto? Verbleekt ze niet? Dat gebeurt wel eens met die snelfoto's. Leuk, dat je zelf ook fotografeeren kunt. Is je film al vol? Je raadsel is goed. POPPENKIND, Onder raadsels en onder ruil-aanvraag moet je naam staan. Dat zijn verschillende Rubrieken, die afzonderlijk worden behandeld. Ben je in je knollentuin met je raadselprijs? KO H. Je maakt me heusch nieuwsgie rig. Een heerlijk vooruitzicht, dat me nog iets prettigs wacht na de vacantie. Dan keer ik zeker vroolijk terug. NAPOLEON. Als je dit leest, ben ik al in Groesbeek. Ik zal je zeker eens schrijven, hoe ik daar de omgeving enz. vind. En jij zit nu zeker op je gezellige Hoeve. Gefeliciteerd met den verjaardag van je zus. Ben je er nog geweest? W. BLOMBERG—ZEEMAN Pension Groesbeek. Groesbeek, 4 Augustus 1933. De notaris Langman was weduwnaar. Zijn vrouw was hem reeds lang geleden ont vallen en het eenige dat hij op de wereld nog bezat was zijn dochtertje Mathilde, een meisje van twaalf jaar dat sprekend op haar moeder geleek. Tilly was in Indië geboren, in Semarang moet je weten, en ofschoon zij zich nog wel vaagjes vele dingen uit haar eerste kinderjaren herinnerde, was zij toch de hoofdzaken vergeten. Zij wist zelfs niet eens zoo goed meer hoe de huizen in Indië waren en de palmboomen Ach. zoo zou het jullie ook vergaan, als je, net als Tilly, op je vijlde jaar naar Hol land ging en daar dan bleef. Wel was het nooit de bedoeling van den notaris geweest om in het koude moederland te blijven, maar hij moest wel. want in Den Haag. waar hij zijn verlof wilde doorbrengen, werd zijn vrouw ernstig ziek. 1-Ieel lang duurde haar ziekbed, bijna twee jaarToen stierf zij. En de notaris bleef over met Tilly, beiden diep bedroefd. De goede man wilde niet te rug naar Indië, waar hij altijd zoo gelukkig- geweest was en hij wilde zich dus vestigen in Nederland. Maar het verlangen naar de tropen word hem op den duur toch te sterk en zoo kwam het dus dat hij een gelegenheid om terug te keeren dankbaar aangreep. Tilly vond het wel leuk, natuurlijk welk meisje zou het niet leuk vinden, zoo'n reisje naar Indië, hè? Op school was het weken lang het onderwerp van de gesprekken en ook des avonds thuins was zij geheel van het uitzicht op de groote reis vervuld. En dikwijls moest zij des middags met vader de stad in om dingen voor de Indische uitrus ting te koopen, een massa wit goed en nog een menigte andere dingen, die vader liever uit Holland meenam, omdat het te duur zou zijn dit later allemaal daarginds te moe ten koopen Het waren spannende en prettige weken, maar zij gingen snel voorbij en zoo naderde tenslotte de dag waarop het vertrek zou plaats vinden zeer spoedig. Maar alvorens wij nu de boot laten afvaren moet ik jullie een bijzonderheid van Tilly vertellen. Dit meisje n.l. leed aan een onaangenaam kwaaltje, dat men wel meer bij kinderen aantreft en dat maar zelden op een gewone wijze kan genezen. Zij stapte n.l. des nachts dikwijls uit haar bed en dan ging zij voetje voor voetje in haar nachtpon door het huis rondspoken Nu weten jullie het, hè. Tilly leed aan slaapwandelen Haar vader wist het natuurlijk wel. want menigmaal had hij haar zoo stilletjes door het huis zien dwalen en natuurlijk zorgde de goede man wel. dat haar geen ongeluk ken troffen. Maar hij zag er tegenop die middeltjes te gebruiken, welke men zoo dik wijls hoort aanbevelen, zooals koud water en andere nare dingen om de slaapwandelaars aan het schrikken te maken. Hij was bang dat Til te erg zou schrikken, zie je, want zij was nogal een zenuwachtig meisje Helaas, had hij het toch maar gedaan! Want op het schip werd het kwaaltje van Tilly bepaald lastig. Ook daar stapte zij tel kens uit haar kooi en ofschoon het deurtje van de hut meestal goed op slot was, maakte zij toch iederen nacht opnieuw haar vader ieelijk aan het schrikken door de vele po gingen die zij in het werk stelde om de deur te openen. Vader sprak er over met den scheepsdokter maar die zei, dat het maar het verstandigste zou zijn te wachten tot men goed en wel in Indië was. Daar zou het be ter en gemakkelijker gaan om Tilly van haar lastig kwaaltje af te helpen. De eerste twee dagen van de bootreis wa ren voor Tilly heerlijk maar de daaropvol gende twee vreeselijk. Waarom, dat behoef ik jullie zeker niet te vertellen, hè? Zij leed aan die bekende ziekte, weet je wel, die je op het land nooit kan krijgen. Alles draaide voor haar oogen. zij lustte geen eten, voelde zich vreeselijk naar, enfin, zij had alles wat bij zeeziekte behoort. Haar vader lachte er maar een beetje om. Ach, hij had er geen last van, daarvoor had hij te dikwijls in zijn leven op zee vertoefd. Maar ook aan dit verdriet kwam een einde en de heerlijke dagen kwamen spoediger te rug dan Tilly gedacht had. Eenmaal aan de zee gewend vond zij het heerlijk steeds de frissche zeewind langs haar gezichtje te voe len strijken en de zachte deining onder haar voeten te hebben. Zij genoot onbeschrijfelijk, wel het meest toen zij een echten storm be leefde in den Golf van Biscaye. Tsjonge dat ging er van langs, maar zij was in het geheel niet bang. En later zag zij het heerlijk blauwe water van de Middellandsche Zee. de prachtige kusten van Italië en de be roemde Straat van Messina met de Etna.... Zoo naderde ook Port Said en daar verliet de notaris met zijn dochtertje het mooie schip. Hij ging n.l. niet rèchtstreeks naar onze koloniën doch moest voor verscheiden zaken eerst een paar reizen maken door En- gelsch Indië en Perzic, waar hij gelukkig vele goede en oude vrienden had. Zij stapten dus over op een klein Engelsch scheepje, dat hen na een paar dagen weer aan land zette. Van daar ging de reis verder per trein, telkens onderbroken omdat de notaris in vele stad jes een paar dagen 4of soms maar een paar uur werk had. Hier was Tilly dus wel op een echte Oostersche reis. Zij zag de Arabieren op hun kameelen. de Indiërs op hun mooie olifanten en nog meer zag zijde zon. die overal waar zij kwamen met een alles ver zengende hitte schitterde, zoo dat het meis je er de eerste dagen bijna ziek van werd Vader had het ook te kwaad, maar toch beurde hij zijn Tilly steeds op: Wacht maar meisje, in ons Indië is het beter dan hier hoor! zei hij telkens. Voor- Indië is berucht om zijn zon en zijn moe rassen. Bij ons is dat gelukkig anders. (Wordt vervolgd.) Op haar verjaardag had kleine Lientje een baby-pop gekregen. Daar hield ze het meeste van; den heelen dag liep ze ermee in haar armen, 's Avonds kleedde ze haar popje uit en legde het in bed; terwijl ze het 's morgens weer aankleedde. Van haar moe- derl had ze verschillende kleeren gekregen, zoodat ze haar pop iederen dag een ander jurkje aan kon trekken of een ander hoedje op kon zetten. Overdag wandelde Lientje met haar pop- p.ekind in den wagen; liet het .een middag dutje doen, zooals iedere goede póppen- moeder dat doet. Eens op een Zondag waren Vader en Moe der uitgegaan, Marie, het dienstmeisje moest iets uit den kelder halen, en liet Lien tje even alleen in de learner. Pop was na tuurlijk bij haar. Lientje had haar het mooi ste jurkje aangedaan. Toen werd er aan de buitendeur gebeld, Lientje ging open doen en voor haar stond een arm klein meisje. Ze kon ongeveer acht jaar oud zenn, haar gezichtje was bleek en mager, haar oogen keken koortsachtig; be vend hield zij haar handje op en vroeg een aalmoes. ,.Ik ben alleen en kan je niets geven!" zei Lientje bedroefd en wilde de deur al weer dichtmaken. Maar het arme meisje hield haar hand door de spleet van de deur en vroeg huilend om een kleinigheid. Toen kreeg Lientje opeens heel erg mede lijden: zij vroeg het kind te wachten, liep naar de kamer, nam haar pop van de divan POSTZECELRUBRIEK. i <P HONGARIJE Aanvulling III. St. Ltierinc '9*9 s> 6 3i />6 31 /g 3 off o f th y /6 2 O ■31 fyo M)3'0 Sf hyer 'k 6>+l f6 10-fLf Ter gelegenheid van den 890sten sterfdag van den heilige St. Etienne van Hongarije verschenen in 1928 een drietal zegels met zijn beeltenis, in de waarden S f. (geelgroen) 16 f. (vermiljoen) en 32 f. (blauw). In 1929 volgde bij den 891sten sterfdag van dezen heilige S f. (karmijn en lilarood) 16 f. (violet) en 32 f. (geelbruin). Grootte der vakjes 23 x 28. Het 10de regeeringsjaar van Horthy Mïkos werd in 1930 herdacht, ter gelegenheid hier van verschenen met zijn beeltenis de zegels 8 f. (groen) 18 f. (violet) 20 f. (rood) 32 f. (bruin), 40 f. (blauw). Grootte der vakjes 28 x 23. In 1930 verschenen bij de herdenking van den 900sten sterfdag van den heilige St. Emeric eenige zegels met toeslag en wel S 2 f. <groen) 16 -f 4 f. (violet) 20 4 f. (kar mijn) 32 4- 8 f. (blauw violet). Grootte dei- vakjes 30 x 40 Zie het schetsje. Rustenbur«erlaan 23. kuste de pop nog een keer en bracht haar toen naar het arme meisje. „Hier heb je het liefste, wat ik bezit. An ders kan ik je niets geven!" Het arme meisje wilde dit geschenk eerst niet aannemen; maar Lientje zei: „Neem de pop gerust!" Het hhid bedankte haar en liep toen vlug weg. met de pop. Na een poosje kwamen Vader en Moeder terug. Toen zij Lientje voor de leege wieg zagen zitten, vroeg Moeder: „Waar is je pop Lientje? Of heb je er al genoeg van gekregen?" Lientje zweeg maar toen de pop gezocht en niet gevonden werd, vroeg Moeder ernstig wat ze met de pop gedaan had. Onder'tranen vertelde Lientje toen, wat er gebeurd was. Toen nam Moeder haar dochtertje in haar armen, droogde haar tranen en zei: „Wees maar stil, kindje. Ik vind het fijn dat je zoo'n goed hartje hebt Maar waarom heb je juist je pop weggegeven?" „Anders had ik niet!" antwoordde Lientje, nog nasnikkend. Moeder glimlachte, kuste haar dochtertje en beloofde haar een nieuwe pop. Eenige dagen hierna verscheen een arme, ziekelijke vrouw met een ongeveer acht jarig meisje bij Lientjes huis en vroeg Moe der te spreken. Deze kwam en vroeg, wat de vrouw wenschte. „O. ik kom alleen maar om te bedanken, hartelijk te bedanken!" riep de vrouw en vertelde toen, dat haar dochtertje van Lientje een pop had gekregen. Die pop had den zij verkocht en het geld had hen gered uit honger en ellende. Ze kuste kleine Lientje, die erbij was ge komen de hand; en bedankte Moeder nog vele malen. Toen de arme vrouw met haar dochtertje weg waren, zei Moeder tegen Lientje: „Zie je wel, dat weldadigheid een groote deugd is!" Niet lang daarna kwam Lientjes Oom op bezoek. Hij had een pakje bij zich, zette het op tafel en zei tegen Lientje: „Hierin zit iets voor jou, kleine schat, Raad maar eens wat!" Lientje tilde het pakje op en zei lachend: „Noten zijn het, of reepen chocola!" „Lijkt er niet op!" zei Oom. „Raad nog eens". „Dan is het een prentenboek of een springtouw „Iets veel mooiers!" Bij deze woorden opende Oom het pakje en eruit kwamde baby-pop. Lientje gaf een gil van vreugde en om helsde haar Oom stormachtig. Deze vertelde, dat hij de pop bij een op- kooper gezien had en haar herkend had aan een strik. Omdat hij wist, hoeveel Lientje van haar pop hield, had hij haar meteen ge kocht. Toen Oom nu hoorde, hoe allies gegaan was, was hij natuurlijk erg blij dat zijn kleine nicht zoo'n goed hart had. Lientje was dolgelukkig met haar nieuw verworven schat. Toen zij later te groot was om met pop pen te spelen heeft zij de pop altijd bewaard als een herinnering; en als er een goede daad verricht moest worden, was het de pop, die haar daarbij hield. Want dan moest zij meteen denken, hoe goed en heerlijk alles was afgeloopen, toen zij het liefste, wat zij bezat, had weggegeven, om een ander ge lukkig te maken. DINA VAN Z. Leeraar: Kom je nu pas op school. Paul? Hoe vaak kom jij eigenlijk wel te laat? Faul: Weet ik niet. Ik dacht, dat U dat zelf wel op zou schrijven. Moeder: Ga gauw je gezichtje wasschen, Janneman, anders wil tante je straks geen kusje geven. Janneman: Och mammie, hoef het dan niet? EEN REISJE NAAR GROESBEEK. Zullen we samen in gedachten naar Groesbeek reizen? We kunnen in Haarlem een kaartje nemen tot Groesbeek toe. Na tuurlijk moeten we eerst in Amsterdam over stappen en dan later weer in Utrecht. Aan vankelijk lijkt het wel, of er weinig passa giers zijn. Maar in Utrecht is 't 200 vol. zoo vol. dat in een oogwenk alle coupé's gevuld zijn, tenminste de coupé's 3de klasse. De chef geeft order, dat dan maar de coupé's 2de klasse gevuld moeten worden. Dat is nog niet voldoende. Als een kudde schapen huppelen nog wel een 50 tal passagiers achter den chef aan, waartoe ook wij behooren. De 1ste klasse coupé's moeten nu vol. We zitten nu heel deftig en reizen door een der mooiste streken van Nederland. In Arnhem is het lang zoo druk niet. En in Nijmegen schijnt het nog rustiger te zijn. We hebben hier drie kwartier tijd, voor de trein of lie ver het treintje naar Groesbeek vertrekt. Als we ons even buiten het station wagen komen de taxibestuurders als vliegen op ons af. We nemen maar een wagentje om ons door Nij megen te laten tuffen. Ik kende Nijmegen niet. Van de stad zélf zag ik nog niet veel, maar wat ik in dien korten tijd van de om geving zag was zoo mooi, dat ik besloten ben er vanmiddag met de bus weer heen te gaan. En zoo kwamen wij voor 't middagmaal in Groesbeek aan. Uit den trein zagen we ons pension al, we slaakten de verzuchting, dat we gelukkig niet ver met onze bagage zouden moeten sjouwen. Met echte dorpsche hartelijkheid wer den we ontvangen. We neusden eens hier en daar, zooals je doet, als je pas ergens komt. Alles viel mee en we voelden ons weldra thuis. Zoo'n eerste maaltijd in een groote eetkamer met allemaal vreemde menschen naast, en over je, is nu niet bepaald amusant, maar ook dat viel mee. Even voor 't aan tafel gaan, vernamen we, dat er twee Haarlemsche dames waren, die' ons wenschten te spreken. Een van haar was een goede bekende, dus het gesprek was da delijk: Haarlem, 's Avonds maakten we een prachtige wandeling naar den Wolfsberg, waar we ver konden zien over de Betuwe, over Duitschlands heuvelen, over Waal en Rijn. W. B.—Z. UIT DE NATUUR. SCHELI»EN II. We vervolgen nog met enkele schelpen. j. Witte dunschaal, lijkt heel veel op de teere platschelp, doch is boller en meer eivormig. Ook hiervan treft men vaak doos jes aan. Grootte tot 2 c.M. k. Platte slijkgapcr. Deze schelp is plat, dun en bros en zonder glans; met duidelijke spier- indruksels doch onregelmatig van groeilij- nen en vorm. Grootte tot 5 c.M. 1. Kokkel is een zeer stevige ruwe schelp met 2025 breede ribben uit den top komend de tusschenliggende groeven zijn smaller dan de ribben. Grootte tot 5 c.M. m. Strandgaper. Groote langwerpige schelp met ronde voorrand en spitse achterrand. De linkerschelp heeft een breede uitstekende plaat in het slot. Van binnen is de kleur kalkachtig wit. Grootte tot 12 c.M. n. Zwaardscheede (scheermessen) Witach tig met bruin van kleur, van binnen blauw wit. Tot 16 c.M. lang. 0. Kleine zwaardscheede, als bovenstaande doch kleiner, dunner en meergebogen. p. Oester. Deze schelp is groot en dik met grijsachtig bladerig oppervlak. Eén schelp helft is bol, de andere plat. Grootte tot 10 centimeter. r. Zaagje of muizentandje, is driehoekig langwerpig, glanzend van kleur en dik. Van de top stralen fijne lijnen uit, dikwijls bont van kleur. De achter- en benedenwand heb ben fijne tandjes. Grootte tot 3 c.M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 8