RAADSELS
1°
BRIEVENBUS.
EEN OOSTERSCH AVONTUUR.
DE POP.
VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
8
De raadselprijzcn voor de maand Juli zijn
bij loting ten deel gevallen aan
DEN KLEINEN REKENBAAS. MOEDE'RS
TROOST, POPPENKIND en
die ze Woensdag 23 Augustus bij mij mogen
afhalen.
Deze raadsels zijn Ingezonden door Jon
gens en Meisjes, die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door Prikkeldraad)
Ik ben een vrucht. Draai me om dan ben
ik iets. dat ieder graag lust.
2. (Ingez. door Kruidjeroermijniet.)
Welke schuilnaam zit in die blokken ver
borgen?
Ei Ei
Ei
[U El El
E] E]
3. (Ingez. docrr Schrikkelkindje.) Strik
vragen.
a. Wie draait als men slaat?
b. Welke waarheid is onbetrouwbaar?
c. Wanneer blijft een os een os?
d. Welke vogel is niet gelukkig?
e. Welke bedden zijn 't langst?
4. (Ingez. door Het Visschertje).
Ik ben een schuilnaam van 11 letters.
2 4 6 is een vierhandig dier.
3 4 9 gebruik je om te visschen.
3 4 2 8 10 11 is een meisjesnaam.
5 3 2 6 is een plant.
9 8 4 2 is voor een paard.
6 3 1 3 zit aan een schip.
6 7 8 9 10 11 draag je op 't hoofd.
5. (Ingez. door Kruidjeroermijniet).
Neem uit de volgende zinnen telkens één
woord, zoodat er een spreekwoord gevormd
a. Onderzoek goed, wie dit gezegd heeft.
b. Je moet niet zoo treuzelen.
c. Deze stof is niet sterk.
d. Ze is ook erg dun.
e. Je moet er vooral niet aan trekken.
f. Dat vind ik niet slim van je.
g. Waar ben je wezen koffiedrinken?
6. (Ingez. door Goud Elsje.)
Welken schuilnaam kunt ge hieruit halen?
I
I
D
E
N
O
E
S
G
P
O
R
T
V
R
1
E
N
N
AFDEELING II
(Leeftijd 9 Jaar en jonger.)
1 (Ingez. door Kruidjeroermijniet.)
Haal uit elk der volgende meisjesnamen
telkens één letter, zoodat er een nieuwe
^Rietje" Ali^Lientje. Roos. Klaartje Letty,
2. (Ingez. door Kruidjeroermijniet)
Haal uit de volgende schuilnamen telkens
één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam
ontstaat. De gevraagde schuilnaam staat bij
de andere.
Wildebras. Prikkeldraad, Sneeuwvlokje, Her
der. Turnstertje. Boschroos, Iris, Lachebekje,
Gelukspop. J
3. (Ingez. door Prikkeldraad)
Ik besta uit 3 letters en ben iets, dat vele
mannen niet kunnen missen. Keer me om en
lk blijf, wat ik ben.
4 (Ingez. door Kruidjeroermijniet)
Ik ben een Rubriekertjesnaam van 12 let-
^5% 4 4 6 9 is een dier, dat half in 't wa
ter. half op 't land leeft.
2 10 11 8 is vaak goud waard.
4 6 7 12 6 9 is onder het huis.
6 3 5 6 7 is een vrucht, die we toch met
°^1 2 3 4 gebeurt wel door een naald.
5. (Ingez. door Prikkeldraad).
1 J'cnVil Kijk in Onze Jeugd, dan vind
je me wel. •«.-»
6. (Ingez. door Kruidjeroermijniet.)
Met H ben ik om den tuin,
Met L ben ik niet hoog
Met, K ben ik een groote plas
Met M ben ik een lichaamsdeel.
Met PI ben ik niet aardig.
Met Z ben ik timmermansgereedschap.
RAADSELOPLOSSINGEN.
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDEELING L
1 Droomkoninkje.
2. Als de kat van honk is, dansen de mui
zen op tafel.
3. Roomsoesje.
4. Arbeid eert. zorg verteert.
5 Water. Een hoedenfabrikant. De letter m
6. De langdurige droppel holt den steen.
AFDEELING II
1. Ka doe de la toe.
2. Duif.
3. Zonneschijn.
4. Lam. os. raaf. haan. ezel, hond. kat beer.
5. Rijst, rijs. rij. ij.
6. a. de bakker, b. een rivier, c. als hij ze
aantrekt, d. een slak. e. een zonnestraal.
Goede oplossingen ontvangen van: Poppen-
kind 5 Acaciatakje 6. Rozekroontje 3 De
kleine Timmerman 2 Kruidjeroermijniet 4
Ansepans 6 Juffertje Spring in 't veld 6 De
kleine Rekenbaas 6 Prikkeldraad 4 Hermien
Janssen 6 Cyclame 6 Moeders Troost 6 Va
ders Jongen 6 Wim 6 Zandkevertje 6.
RUIL-RUBRIEK.
ACACIATAKJE, Spaarmvsuderstraat 110,
heeft 22 Duifjes. 93 Filmsterren. 18 Funke,
26 Rademakcr. 2 Simonsboerinnetjes. 42 Ath-
letiek. 90 Voctbalplaaljes, 46 Spelregels, 8
groote Voetbal. 5 Vetplanten, 1 Jamin. 1 Ne
derland in en op het water, l Leupen, 1 Bus-
sink. 1 Benito. Hiervoor vraagt ze: Duifjes
plaatjes. Felix, Funke nrs. 18 en 61. Weeg
schaal, Lido, Klaverblad, Hille, Noord-Hol
land.
KO HOES. Olieslagerslaan 13, heeft Erika
Brand. Dobbelmann, Flora Carels, Filmster,
Haka. Bobbie, Meco, Verkade Vetplant, Ra
demaker, Wandelkaarten, Victoria, Postze
gels, Bensdorp foto's, Franke's Vogels en
Cassabons, Sanders, Duifjes, De Bij, Bre-
tagnia, Karperton, Indiaan, Haarl. Brood- en
Koek, Voetbalplaatjes, Schilderij, Ferik,
Carlton. Hiervoor gaarne terug: Dik Trom,
Franke's waardekaartjes, Felix, Sunlicht enz.
Turmac, Batco, Kiazim, Cocktail, Xanthia.
Brieven aan de. Redactie van de Kinder-
Afdeeling moeten gezonden worden aan
Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, Marnix-
straat 20.
ZANDKEVERTJE. Ik dank je voor je
goede wenschcn. Laten we hopen, dat we nog
heerlijke zomersche dagen krijgen.
WIM, Je bent al een beetje op weg om
een echte Vischboer te worden. Alle begin is
moeilijk en geduld moet een visscher hebben,
want die visschen zijn zoo dom niet, als je
denkt. Zijn jullie Dinsdag nog met de tent
naar 't strand geweest? Zandvoortsch weertje
moet mooi weertje zijn hè.
VADERS JONGEN. Wie veel van knut
selen houdt, verveelt zich nooit. Hoe gaat 'fc
met je zeilschip? Aan al die onderdeelen
mag niets ontbreken, want 't moet natuurlijk
echt kunnen varen. Ben je al aan 't opschil-
in Hilversum. Daar kun je heerlijke fiets
tochten maken.
Ik wensch je straks een gezellige logeerpartij
deren? Helpt vader zijn jongen e<m beetje?
MOEDERS TROOST. Je bent natuurlijk
dolblij met je poppenkind. Had ze al kleertjes
aan? Mag ze mee naar 't Gooi? Welke ple
ziertjes staan er nog meer op het program
ma? Hoe blij kijk je wel, nu je een ra'adsel-
prijs krijgt?
MEVR. B. Hoe gaat 't met uw jongen?
Dat was zeker een heele schrik voor U. Is hij
bij U thuis? Gelukkig maar. dat Jopie bij de
grootouders kon logeeren. Daar mag ze me
best eens schrijven. Voor het oplossen der
raadsels moet ze moeder zeker hebben. Ik
hoop, dat U de moeilijkste dagen al achter
den rug heeft.
CYCLAME. Zit je al in Huizen? Wat een
geluksvogel, dat je mee mocht. Gefeliciteerd
met je overgang. Knap zoo. want je had nog
al eens verzuimd wegens ziekte, hè? Hoe gaat
't nu met de gezondheid?
BLOZE KRIEIKSKE. Hartelijk dank voor
de mooie Groningsche kaart. Wat een prach
tig stationsgebouw is daar toch. Heb je er
al veel genoten? Wanneer kom je weer op
Haarlem aan?
'PRIKKELDRAAD. Je moet altijd maar
denken: na regen komt zonneschijn. In ons
kikkerlandje verandert het heusch wel met
de week. Hoe was de uitvoering? Was de Di
recteur tevreden?
DE KLEINE REKENBAAS. Ben Je deze
week nog aan 't Bloemendaalsche strand ge
weest? Heb je het gezellig met Miep? Leven
jullie in vree? Reken je de dagen al uit, dat
je je raadselprijs mag komen halen?
JUFFERTJE SPRING IN 'T VELD. Als
't regent, valt er niet veel te springen hè.
Maar er komen wel andere dagen. Ik hoop,
dat je nu weer gauw naar 't Bloemendaal
sche strand kunt trekken.
ANSEPANS. Nu zullen alle schoolkinde
ren wel vacantie hebben.Hoe is de kiek uit
gevallen? Staat je poppenkind er ook duide
lijk op? En is Joop's portret ook goed? Kra
nig. dat je je zelf fietsen hebt geleerd. Je
raadsels zijn goed.
KRUIDJEROERMIJNIET.. Ik heb een
heel artikeltje aan je gewijd. Lees maar eens
aan allen, 't Zonnetje wou zeker ook eens
een poosje vacantie hebben. Dan zijn regen
en wind plaatsvervangers. Misschien is de
zon al weer teruggekeerd, als je dit leest, 't
Zou leuk zijn. als je een opstel over dien
turndag maakte. Je ingezonden raadsels zijn
goed. Ja. je mag je briefje zonder postzegel
naar Haarlem's Dagblad brengen. Daar wordt
alles tegelijk naar mijn vacantie-adres ge
stuurd. Ik wensch jou ook een heerlijke va
cantie toe.
DE KLEINE TIMMERMAN. Je woont een
heel eind van me af. Maar je brengt je brief
je zeker altijd naar de Groote Houtstraat.
ROZEKROONTJE. Deze week heb je
zeker niet veel gezwommen. Bij regen en
wind is 't om te bibberen. Zoo langzamerhand
zul je de bus wel kunnen missen. Logeert je
nichtje nog bij jullie? En heb je het gezel
lig samen?
W. L. Ben je wel eens in Groesbeek ge
weest? Terwijl ik dit briefje schrijf, ben ik
nog in Haarlem. Ik heb eerst al mijn cor
respondentie afgemaakt. Natuurlijk zal ik in
Onze Jeugd getrouw verslag doen van alles
wat ik zie en hoor. Ik zag je Maandag nog
even door de drukke Koningstraat heen
peddelen.
ACACIATAKJE. Misschien, als je dit leest,
is het weer fijn wandelweertje, 't Zal buiten
in ieder geval heerlijk zijn opgefrischt. En 't
zal in den Hout wel heel mooi wezen. Hoe
was de foto? Verbleekt ze niet? Dat gebeurt
wel eens met die snelfoto's. Leuk, dat je zelf
ook fotografeeren kunt. Is je film al vol? Je
raadsel is goed.
POPPENKIND, Onder raadsels en onder
ruil-aanvraag moet je naam staan. Dat zijn
verschillende Rubrieken, die afzonderlijk
worden behandeld. Ben je in je knollentuin
met je raadselprijs?
KO H. Je maakt me heusch nieuwsgie
rig. Een heerlijk vooruitzicht, dat me nog iets
prettigs wacht na de vacantie. Dan keer ik
zeker vroolijk terug.
NAPOLEON. Als je dit leest, ben ik al
in Groesbeek. Ik zal je zeker eens schrijven,
hoe ik daar de omgeving enz. vind. En jij zit
nu zeker op je gezellige Hoeve. Gefeliciteerd
met den verjaardag van je zus. Ben je er
nog geweest?
W. BLOMBERG—ZEEMAN
Pension Groesbeek.
Groesbeek, 4 Augustus 1933.
De notaris Langman was weduwnaar.
Zijn vrouw was hem reeds lang geleden ont
vallen en het eenige dat hij op de wereld
nog bezat was zijn dochtertje Mathilde, een
meisje van twaalf jaar dat sprekend op haar
moeder geleek. Tilly was in Indië geboren,
in Semarang moet je weten, en ofschoon zij
zich nog wel vaagjes vele dingen uit haar
eerste kinderjaren herinnerde, was zij toch
de hoofdzaken vergeten. Zij wist zelfs niet
eens zoo goed meer hoe de huizen in Indië
waren en de palmboomen
Ach. zoo zou het jullie ook vergaan, als
je, net als Tilly, op je vijlde jaar naar Hol
land ging en daar dan bleef. Wel was het
nooit de bedoeling van den notaris geweest
om in het koude moederland te blijven, maar
hij moest wel. want in Den Haag. waar hij
zijn verlof wilde doorbrengen, werd zijn
vrouw ernstig ziek. 1-Ieel lang duurde haar
ziekbed, bijna twee jaarToen stierf zij.
En de notaris bleef over met Tilly, beiden
diep bedroefd. De goede man wilde niet te
rug naar Indië, waar hij altijd zoo gelukkig-
geweest was en hij wilde zich dus vestigen
in Nederland. Maar het verlangen naar de
tropen word hem op den duur toch te sterk
en zoo kwam het dus dat hij een gelegenheid
om terug te keeren dankbaar aangreep.
Tilly vond het wel leuk, natuurlijk welk
meisje zou het niet leuk vinden, zoo'n reisje
naar Indië, hè? Op school was het weken
lang het onderwerp van de gesprekken en
ook des avonds thuins was zij geheel
van het uitzicht op de groote reis vervuld. En
dikwijls moest zij des middags met vader de
stad in om dingen voor de Indische uitrus
ting te koopen, een massa wit goed en nog
een menigte andere dingen, die vader liever
uit Holland meenam, omdat het te duur
zou zijn dit later allemaal daarginds te moe
ten koopen
Het waren spannende en prettige weken,
maar zij gingen snel voorbij en zoo naderde
tenslotte de dag waarop het vertrek zou
plaats vinden zeer spoedig. Maar alvorens
wij nu de boot laten afvaren moet ik jullie
een bijzonderheid van Tilly vertellen. Dit
meisje n.l. leed aan een onaangenaam
kwaaltje, dat men wel meer bij kinderen
aantreft en dat maar zelden op een gewone
wijze kan genezen. Zij stapte n.l. des nachts
dikwijls uit haar bed en dan ging zij voetje
voor voetje in haar nachtpon door het huis
rondspoken
Nu weten jullie het, hè. Tilly leed aan
slaapwandelen
Haar vader wist het natuurlijk wel. want
menigmaal had hij haar zoo stilletjes door
het huis zien dwalen en natuurlijk zorgde
de goede man wel. dat haar geen ongeluk
ken troffen. Maar hij zag er tegenop die
middeltjes te gebruiken, welke men zoo dik
wijls hoort aanbevelen, zooals koud water en
andere nare dingen om de slaapwandelaars
aan het schrikken te maken. Hij was bang
dat Til te erg zou schrikken, zie je, want zij
was nogal een zenuwachtig meisje
Helaas, had hij het toch maar gedaan!
Want op het schip werd het kwaaltje van
Tilly bepaald lastig. Ook daar stapte zij tel
kens uit haar kooi en ofschoon het deurtje
van de hut meestal goed op slot was, maakte
zij toch iederen nacht opnieuw haar vader
ieelijk aan het schrikken door de vele po
gingen die zij in het werk stelde om de deur
te openen. Vader sprak er over met den
scheepsdokter maar die zei, dat het maar het
verstandigste zou zijn te wachten tot men
goed en wel in Indië was. Daar zou het be
ter en gemakkelijker gaan om Tilly van haar
lastig kwaaltje af te helpen.
De eerste twee dagen van de bootreis wa
ren voor Tilly heerlijk maar de daaropvol
gende twee vreeselijk. Waarom, dat behoef
ik jullie zeker niet te vertellen, hè? Zij leed
aan die bekende ziekte, weet je wel, die je op
het land nooit kan krijgen. Alles draaide
voor haar oogen. zij lustte geen eten, voelde
zich vreeselijk naar, enfin, zij had alles wat
bij zeeziekte behoort. Haar vader lachte er
maar een beetje om. Ach, hij had er geen
last van, daarvoor had hij te dikwijls in zijn
leven op zee vertoefd.
Maar ook aan dit verdriet kwam een einde
en de heerlijke dagen kwamen spoediger te
rug dan Tilly gedacht had. Eenmaal aan de
zee gewend vond zij het heerlijk steeds de
frissche zeewind langs haar gezichtje te voe
len strijken en de zachte deining onder haar
voeten te hebben. Zij genoot onbeschrijfelijk,
wel het meest toen zij een echten storm be
leefde in den Golf van Biscaye.
Tsjonge dat ging er van langs, maar zij was
in het geheel niet bang. En later zag zij het
heerlijk blauwe water van de Middellandsche
Zee. de prachtige kusten van Italië en de be
roemde Straat van Messina met de Etna....
Zoo naderde ook Port Said en daar verliet
de notaris met zijn dochtertje het mooie
schip. Hij ging n.l. niet rèchtstreeks naar
onze koloniën doch moest voor verscheiden
zaken eerst een paar reizen maken door En-
gelsch Indië en Perzic, waar hij gelukkig vele
goede en oude vrienden had. Zij stapten dus
over op een klein Engelsch scheepje, dat hen
na een paar dagen weer aan land zette. Van
daar ging de reis verder per trein, telkens
onderbroken omdat de notaris in vele stad
jes een paar dagen 4of soms maar een paar
uur werk had. Hier was Tilly dus wel op een
echte Oostersche reis. Zij zag de Arabieren
op hun kameelen. de Indiërs op hun mooie
olifanten en nog meer zag zijde zon. die
overal waar zij kwamen met een alles ver
zengende hitte schitterde, zoo dat het meis
je er de eerste dagen bijna ziek van werd
Vader had het ook te kwaad, maar toch
beurde hij zijn Tilly steeds op:
Wacht maar meisje, in ons Indië is het
beter dan hier hoor! zei hij telkens. Voor-
Indië is berucht om zijn zon en zijn moe
rassen. Bij ons is dat gelukkig anders.
(Wordt vervolgd.)
Op haar verjaardag had kleine Lientje een
baby-pop gekregen. Daar hield ze het
meeste van; den heelen dag liep ze ermee
in haar armen, 's Avonds kleedde ze haar
popje uit en legde het in bed; terwijl ze het
's morgens weer aankleedde. Van haar moe-
derl had ze verschillende kleeren gekregen,
zoodat ze haar pop iederen dag een ander
jurkje aan kon trekken of een ander hoedje
op kon zetten.
Overdag wandelde Lientje met haar pop-
p.ekind in den wagen; liet het .een middag
dutje doen, zooals iedere goede póppen-
moeder dat doet.
Eens op een Zondag waren Vader en Moe
der uitgegaan, Marie, het dienstmeisje
moest iets uit den kelder halen, en liet Lien
tje even alleen in de learner. Pop was na
tuurlijk bij haar. Lientje had haar het mooi
ste jurkje aangedaan.
Toen werd er aan de buitendeur gebeld,
Lientje ging open doen en voor haar stond
een arm klein meisje. Ze kon ongeveer acht
jaar oud zenn, haar gezichtje was bleek en
mager, haar oogen keken koortsachtig; be
vend hield zij haar handje op en vroeg een
aalmoes.
,.Ik ben alleen en kan je niets geven!" zei
Lientje bedroefd en wilde de deur al weer
dichtmaken. Maar het arme meisje hield
haar hand door de spleet van de deur en
vroeg huilend om een kleinigheid.
Toen kreeg Lientje opeens heel erg mede
lijden: zij vroeg het kind te wachten, liep
naar de kamer, nam haar pop van de divan
POSTZECELRUBRIEK.
i <P
HONGARIJE
Aanvulling III.
St. Ltierinc
'9*9
s>
6
3i
/>6
31
/g 3 off o f th y
/6
2 O
■31
fyo
M)3'0 Sf hyer
'k
6>+l
f6
10-fLf
Ter gelegenheid van den 890sten sterfdag
van den heilige St. Etienne van Hongarije
verschenen in 1928 een drietal zegels met zijn
beeltenis, in de waarden S f. (geelgroen) 16
f. (vermiljoen) en 32 f. (blauw).
In 1929 volgde bij den 891sten sterfdag van
dezen heilige S f. (karmijn en lilarood) 16 f.
(violet) en 32 f. (geelbruin). Grootte der
vakjes 23 x 28.
Het 10de regeeringsjaar van Horthy Mïkos
werd in 1930 herdacht, ter gelegenheid hier
van verschenen met zijn beeltenis de zegels
8 f. (groen) 18 f. (violet) 20 f. (rood) 32 f.
(bruin), 40 f. (blauw). Grootte der vakjes
28 x 23.
In 1930 verschenen bij de herdenking van
den 900sten sterfdag van den heilige St.
Emeric eenige zegels met toeslag en wel S
2 f. <groen) 16 -f 4 f. (violet) 20 4 f. (kar
mijn) 32 4- 8 f. (blauw violet). Grootte dei-
vakjes 30 x 40
Zie het schetsje.
Rustenbur«erlaan 23.
kuste de pop nog een keer en bracht haar
toen naar het arme meisje.
„Hier heb je het liefste, wat ik bezit. An
ders kan ik je niets geven!"
Het arme meisje wilde dit geschenk eerst
niet aannemen; maar Lientje zei: „Neem de
pop gerust!"
Het hhid bedankte haar en liep toen vlug
weg. met de pop.
Na een poosje kwamen Vader en Moeder
terug. Toen zij Lientje voor de leege wieg
zagen zitten, vroeg Moeder:
„Waar is je pop Lientje? Of heb je er al
genoeg van gekregen?"
Lientje zweeg maar toen de pop gezocht
en niet gevonden werd, vroeg Moeder ernstig
wat ze met de pop gedaan had.
Onder'tranen vertelde Lientje toen, wat er
gebeurd was.
Toen nam Moeder haar dochtertje in haar
armen, droogde haar tranen en zei:
„Wees maar stil, kindje. Ik vind het fijn
dat je zoo'n goed hartje hebt Maar waarom
heb je juist je pop weggegeven?"
„Anders had ik niet!" antwoordde Lientje,
nog nasnikkend.
Moeder glimlachte, kuste haar dochtertje
en beloofde haar een nieuwe pop.
Eenige dagen hierna verscheen een arme,
ziekelijke vrouw met een ongeveer acht
jarig meisje bij Lientjes huis en vroeg Moe
der te spreken.
Deze kwam en vroeg, wat de vrouw
wenschte.
„O. ik kom alleen maar om te bedanken,
hartelijk te bedanken!" riep de vrouw en
vertelde toen, dat haar dochtertje van
Lientje een pop had gekregen. Die pop had
den zij verkocht en het geld had hen gered
uit honger en ellende.
Ze kuste kleine Lientje, die erbij was ge
komen de hand; en bedankte Moeder nog
vele malen.
Toen de arme vrouw met haar dochtertje
weg waren, zei Moeder tegen Lientje:
„Zie je wel, dat weldadigheid een groote
deugd is!"
Niet lang daarna kwam Lientjes Oom op
bezoek. Hij had een pakje bij zich, zette het
op tafel en zei tegen Lientje:
„Hierin zit iets voor jou, kleine schat,
Raad maar eens wat!"
Lientje tilde het pakje op en zei lachend:
„Noten zijn het, of reepen chocola!"
„Lijkt er niet op!" zei Oom. „Raad nog
eens".
„Dan is het een prentenboek of een
springtouw
„Iets veel mooiers!"
Bij deze woorden opende Oom het pakje
en eruit kwamde baby-pop.
Lientje gaf een gil van vreugde en om
helsde haar Oom stormachtig.
Deze vertelde, dat hij de pop bij een op-
kooper gezien had en haar herkend had aan
een strik. Omdat hij wist, hoeveel Lientje
van haar pop hield, had hij haar meteen ge
kocht.
Toen Oom nu hoorde, hoe allies gegaan
was, was hij natuurlijk erg blij dat zijn
kleine nicht zoo'n goed hart had.
Lientje was dolgelukkig met haar nieuw
verworven schat.
Toen zij later te groot was om met pop
pen te spelen heeft zij de pop altijd bewaard
als een herinnering; en als er een goede
daad verricht moest worden, was het de pop,
die haar daarbij hield. Want dan moest zij
meteen denken, hoe goed en heerlijk alles
was afgeloopen, toen zij het liefste, wat zij
bezat, had weggegeven, om een ander ge
lukkig te maken.
DINA VAN Z.
Leeraar: Kom je nu pas op school. Paul?
Hoe vaak kom jij eigenlijk wel te laat?
Faul: Weet ik niet. Ik dacht, dat U dat
zelf wel op zou schrijven.
Moeder: Ga gauw je gezichtje wasschen,
Janneman, anders wil tante je straks geen
kusje geven.
Janneman: Och mammie, hoef het dan
niet?
EEN REISJE NAAR GROESBEEK.
Zullen we samen in gedachten naar
Groesbeek reizen? We kunnen in Haarlem
een kaartje nemen tot Groesbeek toe. Na
tuurlijk moeten we eerst in Amsterdam over
stappen en dan later weer in Utrecht. Aan
vankelijk lijkt het wel, of er weinig passa
giers zijn. Maar in Utrecht is 't 200 vol. zoo
vol. dat in een oogwenk alle coupé's gevuld
zijn, tenminste de coupé's 3de klasse. De chef
geeft order, dat dan maar de coupé's 2de
klasse gevuld moeten worden. Dat is nog niet
voldoende. Als een kudde schapen huppelen
nog wel een 50 tal passagiers achter den chef
aan, waartoe ook wij behooren.
De 1ste klasse coupé's moeten nu vol. We
zitten nu heel deftig en reizen door een der
mooiste streken van Nederland. In Arnhem
is het lang zoo druk niet. En in Nijmegen
schijnt het nog rustiger te zijn. We hebben
hier drie kwartier tijd, voor de trein of lie
ver het treintje naar Groesbeek vertrekt. Als
we ons even buiten het station wagen komen
de taxibestuurders als vliegen op ons af. We
nemen maar een wagentje om ons door Nij
megen te laten tuffen. Ik kende Nijmegen
niet. Van de stad zélf zag ik nog niet veel,
maar wat ik in dien korten tijd van de om
geving zag was zoo mooi, dat ik besloten ben
er vanmiddag met de bus weer heen te gaan.
En zoo kwamen wij voor 't middagmaal in
Groesbeek aan. Uit den trein zagen we ons
pension al, we slaakten de verzuchting, dat we
gelukkig niet ver met onze bagage zouden
moeten sjouwen.
Met echte dorpsche hartelijkheid wer
den we ontvangen. We neusden eens hier en
daar, zooals je doet, als je pas ergens komt.
Alles viel mee en we voelden ons weldra
thuis. Zoo'n eerste maaltijd in een groote
eetkamer met allemaal vreemde menschen
naast, en over je, is nu niet bepaald amusant,
maar ook dat viel mee.
Even voor 't aan tafel gaan, vernamen we,
dat er twee Haarlemsche dames waren, die'
ons wenschten te spreken. Een van haar was
een goede bekende, dus het gesprek was da
delijk: Haarlem, 's Avonds maakten we een
prachtige wandeling naar den Wolfsberg,
waar we ver konden zien over de Betuwe,
over Duitschlands heuvelen, over Waal en
Rijn.
W. B.—Z.
UIT DE NATUUR.
SCHELI»EN
II.
We vervolgen nog met enkele schelpen.
j. Witte dunschaal, lijkt heel veel op de
teere platschelp, doch is boller en meer
eivormig. Ook hiervan treft men vaak doos
jes aan. Grootte tot 2 c.M.
k. Platte slijkgapcr. Deze schelp is plat, dun
en bros en zonder glans; met duidelijke spier-
indruksels doch onregelmatig van groeilij-
nen en vorm. Grootte tot 5 c.M.
1. Kokkel is een zeer stevige ruwe schelp
met 2025 breede ribben uit den top komend
de tusschenliggende groeven zijn smaller
dan de ribben. Grootte tot 5 c.M.
m. Strandgaper. Groote langwerpige schelp
met ronde voorrand en spitse achterrand. De
linkerschelp heeft een breede uitstekende
plaat in het slot. Van binnen is de kleur
kalkachtig wit. Grootte tot 12 c.M.
n. Zwaardscheede (scheermessen) Witach
tig met bruin van kleur, van binnen blauw
wit. Tot 16 c.M. lang.
0. Kleine zwaardscheede, als bovenstaande
doch kleiner, dunner en meergebogen.
p. Oester. Deze schelp is groot en dik met
grijsachtig bladerig oppervlak. Eén schelp
helft is bol, de andere plat. Grootte tot 10
centimeter.
r. Zaagje of muizentandje, is driehoekig
langwerpig, glanzend van kleur en dik. Van
de top stralen fijne lijnen uit, dikwijls bont
van kleur. De achter- en benedenwand heb
ben fijne tandjes. Grootte tot 3 c.M.