De Mysterieuse Apache.
BELANGSTELLING voor de voorstelling, die het
circus Robertl Dinsdag te Volendam heeft gegeven
DE FINALE der roeixvedstrijden om het kampioenschap van Duitschland. - Het nummer achten werd gewonnen
door de Würzburger roeivereeniging.
DEBEKENDEDUITSCHE
ZANGER ROBERT PHI-
L1PP, die gedurende 40 jaar
deel uitmaakte van de Ber-
Iijnsche Opera, is op 81-ja-
rigen leeftijd overleden.
DE WEGWEDSTRIJDEN om het
wereldkampioenschap op de baan
van Montlhcry. De start der ama
teurs.
IN OLYMPIA-HALL TE LONDEN is de
jaarlijksche groote radio-tentoonstelling ge
opend. - De nieuwste vindingen zijn er ge
ëxposeerd. Hierboven een detail van de ten
toonstelling.
BOVEN HET LUTSCHINEDAL IN ZWITSERLAND barstte
Zaterdag een hevig onweer los, gepaard gaande met stortregens,
overstrooming en vernieling. De verkeersweg spoelde over
een grootcn afstand weg, terwijl vele bruggen en huizen werden
vernield en de oogst zeer ernstige schade leed. Een detail
van de verwoesting.
DE POLITIE TE DUBLIN moest Zondag
tegen enkele demonstreerende blauwhemden
hardhandig optreden.
DE GILDEKONING MET ZIJN KNECHT in den folklorlstischen optocfet, welke Dinsdag te
Oisterwijk gehouden is.
FEUILLETON
ROMAN
UIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD
DOOR H. LUCAS.
(Geautoriseerde vertaling van H. Houben.)
43)
„Jij," gilde hij, „jij", zijn stem was
krijschend. Niemand had het masker van
conventioneele verveling van hem af zien
vallen noch zijn oogen in wilde ontsteltenis
zien staren, terwijl elke kleur uit zijn ge
zicht week, totdat die kreet weerklonk.
Iemand van de balie stond haastig op.
nam hem bij zijn arm en dwong hem weer
te gaan zitten. Zulke tooneelen waren aiet
vreemd op de gerechtszittingen wanneer
een moordzaak behandeld werd. Halzen
werden uitgerekt en er werd nieuwsgierig
gefluisterd. Zelfs de President keek den
onderbreker koel aan. Hiet publiek kreeg
waarlijk zijn volle maat emotie. Men ging
weer in onverbiddelijken ernst zitten.
„Stilte!" schreeuwde de deurwaarder luid
en het werd weer doodstil in de gerechts
zaal. De man zonk op zijn plaats terug, zijn
gezellin boog zich naar hem over. De ge
vangene in de bank der beschuldigden was
nog bleeker geworden, wit tot op zijn lippen
een trek van verwarring over zijn gezicht,
zijn oogen angstig en verbijsterd. Hij keek
zoekend en twijfelend naar den man, die
hem had toegeroepen en die naast de vrouw
ineengedrongen strak naar hem zat tc
staren met. oogen vol plotselinge en hope
looze ellende.
De aandacht van den gevangene keerde
weep terug naar de stem, die nu sprak. De
menigte luisterde gespannen. De aanklager
stond recht overeind en legde nauwkeurig
het geval uit en in zijn handen leek het ver
pletterend. Hij wist van alles uit zijn ge
gevens te halen. Hij sprak over het karakter
van den gevangene, zijn weigering om zijn
naam te noemen, hetgeen, zei hij, en hij
strekte welsprekend zijn wijsvinger uit,
zonder twijfel een misdadig verleden ver
ried. Hij zinspeelde op de ondernemingen
van de apachenbende, die aangevoerd werd
door den beschuldigde; op zijn volkomen
onvermogen om voldoende rekenschap te
geven voor zijn tegenwoordigheid bij het
huis. van Débu in den nacht van den moord
en de zwakke punten in zijn eigen verhaal.
Daarna gipg hij over tot het getuigen
verhoor.
Cornelia luisterde verslagen naar zijn rede
voering. Zijn aanklacht was zoo klaar, zijn
argumenten waren zoo krachtig, dat het
hen. die niet gewend waren aan juridische
rechterlijke welsprekendheid, toescheen, dat
er bij de jury niet de minste twijfel kon
overblijven omtrent de schuld van den ge
vangene. Haar vader schoof zijn hand in
haar arm.
„Wacht tot je de verdediging gehoord
hebt", fluisterde hij.
De gevangene had onverschillig toege
hoord; het scheen nauwelijks tot hem door
gedrongen. Hij zag er gebroken uit als een
man, die moeite doet een vernietigenden
slag te boven te komen. De stemmen spra
ken door, gonzend en onbarmhartig.
Ei- waren vijf getuigen voor de aanklacht:
de drie bedienden van Débu, de gendarme
dien zij geroepen hadden en de dokter, die
den vermoorden man had onderzocht.
De getuigenissen van de bedienden waren
bijnt dezelfde. Zij hadden gerucht gehoord
waren gaan onderzoeken, hadden Débu
doodgevonden en een oogenblik later had-
1 den zij juist bijtijds een man. den gevan
gene, verhinderd te vluchten. De verdediger
deed hun eindelijk een kruisverhoor onder
gaan over den tijd van hun ontdekking, de
bijzonderheden omtrent de pogingen van den
gevangene om te vluchten en eindelijk, met
meer vrijheid dan bij een Engelsche ge
rechtszitting zou worden toegestaan, om
trent het persoonlijk leven van hun dooden
meester. Wat dit betrof, maakten de man
nen slechts gebaren, haalden hun schouders
en waren het oneens in hun eenigszins on
willig gegeven antwoorden. Mr. Débu had
steeds veel bezoek ja. Ook dames? Hij
was vrijgezel en er kwamen ook dames;
ja, dikwijls kwamen er dames. Ze wisten
niets van zijn persoonlijke zaken; hij be
taalde hen goed, zeer goed zelfs. De toe
spelingen op de gepleegde chantage, waar
van men Débu verdacht, brachten niets aan
het licht, daar hij er voor gezorgd had, dat-
zij daar niets van af wisten evenmin als
van zijn persoonlijk leven in het algemeen.
Er werd inderdaad weinig onthuld, ofschoon
er genoeg gezinspeeld werd. Het Hof was vol
aandacht.
De gendarme vertelde in officieele be
woordingen, hoe hij geroepen werd, het
do ode lichaam zag en waarom hij den be
schuldigde van de misdaad verdacht.
De verklaringen van den dokter wierpen
siechts weinig licht op de zaak. Débu was in
den rug geschoten, op slechts enkele passen
afstand; hy was onmiddellijk gedood en
het was absoluut onmogelijk dat de wond
op zelfmoord duidde.
Daarna werd de zitting geschorst en het
Hof ging uiteen om te lunchen.
Wild bracht Cornelia snel in de open
lucht, doch voor zy de zaal verliet, bleef
ze achter om den man te zien, die den ge
vangene had toegeroepen. Hy was in een
ernstig gesprek met den verdediger.
Wild dwong haar iets te gebruiken en
een glas wijn te drinken, dat hij haar in
schonk, maar hij slaagde er niet in, haar
gerust te stellen of den angst uit haar oogen
te verdryven.
,<Zal het gauw afgeloopen zyn?" vroeg
ze.
„Ja, dat denk ik wel, maar ga er nu niet
meer heen, lieveling! Je doet er heusch geen
goed mee en het windt je alleen maar op.
Laat mij je nu naar huis brengen en ik be
loof je, dat je de uitspraak onmiddellijk
zult vernemen".
„Neen, neen', zei ze haastig afwerend. „Ik
wil het eind ook bijwonen, vader. Denkt u
niet, dat er eenige hoop is?"
„Zijn advocaat is uitstekend, zelfs beter
dan zijn aanklager", zei hij ontwijkend. „Je
zult eens zien, wat een ander Inzicht hy aan
de dingen zal geven".
Toen ze weer terug waren in de gerechts
zaal. was de eerste persoon, die Cornelia
zocht, de onderbreker van dien morgen. Hij
was er weer, maar het scheen haar toe, dat
zijn geheele uitdrukking, ja byna zyn ge-
heele persoonlijkheid was veranderd. Zyn
vermoeide onverschilligheid was weg, hij zag
er nu flink uit en een groote gespannenheid
had de koele, verveelde uitdrukking, die hy
dien morgen by zyn binnenkomst had, ge
heel vervangen.
De vrouw naast hem, aan wien hy geen
aandacht schonk, Ischeen zyn opwinding
niet te deelen. Zij zat volkomen beweging
loos met neergebogen hoofd, er hing een
vreemde trosteloosheid over haar ln 't zwart
gekleede figuur.
Toen het Hof byeen was, stond de verde
diger op en begon zyn pleidooi. Dit was
waarlyk, protesteerde hy, een voorbeeld
van het zoeken naar den stok om een hond
te slaan. In de aanklacht had men het ver
leden van den gevangene zoo ongunstig
mogelijk voorgesteld, maar waar kwam het
feitelijk op neer? 't Was waar, hy had een
apachenbende aangevoerd, maar had men
onbevooroordeeld onderzocht, dan zou men
gezien hebben, dat de ondernemingen van
deze menschen, hoe vreemd het ook mocht
schijnen, ongeveer die van een volmaakt ge-
organiseerden staat waren. Kon men eenige
verdenking van moord op hem laden? Was
de gevangene ooit aangeklaagd voor een
daad van geweld? Wat was er in zyn ver
leden en hier keek hij beteekenisvol naar
de jury dat verborgen kon zijn om geheel
andere redenen, dan waarvan de aanklager
sprak, dat aanleiding gaf hem schuldig te
verklaren aan zulk een wreeden en laffien
moord als dezen. En wat betrof het niet
op te kunnen geven van een reden, waarom
hij te St. Cloud was, was er dan niemand
in de zaal, die niet eens een zekere richting
was ingegaan zonder een bepaald doel daar
voor te hebben? En wat was natuurlijker,
dan dat de beschuldigde een man, denkt
er wel aan, die gewoon is aan onmiddel
lijk optreden op het hooren van een schot-
wilde gaan onderzoeken en na het vinden
van een doode zyn toestand inzag en toen,
misschien wel onverstandig, maar toch zeer
natuurlijk, ongezien het huis trachtte te ver
laten. Waar was de beweegreden voor zulk
een moord en waar was het wapen?
Hij sprak wel een uur lang en toen hij
geëindigd was, had Cornelia weer hoop. Het
was bijna niet te gelooven, dacht ze, zooals
iedere toeschouwer by zulk een drama zou
hebben gedacht, dat de dingen zulk een
ander aanzien kregen in de voorstelling van
verschillende personen. Het zou nu spoedig
afgeloopen zyn. Gelukkig, het zou spoedig
voor by zyn.
„En nu", zeide de president, „roep ik den
eenigen getuige ter verdediging op, den ge
vangene zelf".
(Wordt vervolgd)'.