De viering van den verjaardag van H.M. de Koningin.
De schat in 't oude Holland
BLOEMEN VOOR DE VORSTELIJKE JUB1LARESSE. Tijdens de huldebetooging ten paleize Soestdijk bij gelegen-
IN HET AMSTERDAMSCHE STADION zijn ter gelegenheid van den verjaardag van
beid van den verjaardag van H.M. de Koningin werd door eenige jongedames aan H.M. een bloemenhulde aangeboden. de Koningin groote feestelijkheden gegeven, waarbij o.a. een rcuzen-iuchtbaiion ia
DE BELGISCHE LUCHTVAARDER
VAN SOMEREN treft in het stadion
te Amsterdam de laatste voorbereidin
gen voor de opstijging met zijn lucht
ballon.
FEEST VOOR DE Amstcrdamsche weeskinderen op het
IJsclubterrein in de hoofdstad. De jeugdige gasten laten
zich de versnaperingen goed smaken.
KONINGINNEDAG. Dansen b ij het DE KOOPLUI IN FEESTARTIKELEN maakten
Pierementop den Dam te Amsterdam. °P Koningumed.g goede eaten. - Een aardig
tafrceltje op den Dam te Amsterdam.
H.M. DE KONINGIN in gesprek met
Soestdijk ter gelegenheid van den voor
verjaardag der vorstin.
den leider van de huldebetooging ten paleize
diens goede zorgen cn de hulde baar gebracht.
H.M. dankt den leider
FEUILLETON
(Een geval uit de practijk van
Wil J. Sanders, detective).
door ÜDO VAN EWOUD.
(Nadruk verboden.
4)
„Ik wil niets", klonk het rustig aan het
andere einde van den draad. „Ik had je wil
len vragen, of je lust hebt vanavond met me
naar Haarlem te gaan, maar als je verhin
derd bent, houdt natuurlijk alles op".
„Wie zegt, dat ik verhinderd ben?" vroeg
ik verbaasd.
„O, niet? Ik meende uit je toon te mogen
opmaken, dat je tijd beperkt is. Dan heb ik
me vergist en blijft me niets anders over dan
alsnog met m'n invitatie voor den dag te ko
men. Hoe is 't, voel je er wat voor?"
„Misschien wel. ja, maar wat heeft die reis
eigenlijk ten doel?" informeerde ik voorzich
tig.
,.Mij wat gezelschap te houden", luidde het
onverwachte antwoord. „Je bent een prettig
causeur, Miel en vannacht hoop ik volop ge
legenheid te hebben naar je verhalen te
luisteren".
„Vannacht.
„Ach zoo, ja. Ik vergat je nog te zeggen,
dat je je nachtrust vermoedelijk aan dit
reisje zult moeten opofferen, maar dat is
zeker geen bezwaar
,jDat zal er van afhangen. Vertel me eerst
ééns, waar je me heen wenscht te sleepen.
,,'t Schijnt, dat m'n compliment zooeven
misplaatst was. Iemand als jij moest toch
weten, dat het niet m'n gewoonte is door
jniddel van een publieke telefoon alle moge
lijke details te bespreken. Zeg dus ja of neen.
Eenige opheldering hoop ik je onderweg te
geven. Mocht je die niet aanstaan, dan kun
je in Haarlem met den eersten den besten
trein naar Amsterdam terugkeeren".
Ik overlegde snel. Mijn programma voor
dezen avond stond weliswaar reeds vast,
maar het was niet noodzakelijk, dat ik mij
daaraan hield. Als Sanders mij verzocht hem
gezelschap te houden, kon ik er van op aan,
dat er iets bijzonders te doen was.
„Accoord!" besloot ik luid mijn overpein
zingen. „Hoe laat verwacht je me?"
„Zorg er voor precies om 6 uur bij mij
thuis te zijn. Morgenochtend hoop ik je dan
weer heelhuids aan de „Mercuur" af te le
veren".
Aan deze woorden zou Sanders me later
nog eens herinneren.
Toen ik dien avond tegen het vastgestelde
uur voor de woning van Sanders uit de tram
stapte, vond ik den detectieve reeds op mij
wachtende achter het stuur van zijn kleinen
sportwagen.
„Prachtig op tijd, Miel", begroette hij mij
en met een handgebaar noodigde hij mij uit
naast hem plaats te nemen.
Zwijgend reden wij door de. op dit uur bij
het uitgaan der kanteren, wel zeer drukke
binnenstad, maar nauwelijks hadden wij den
Admiraal de Ruyterweg achter ons, of mijn
vriend nam het woord.
„Ziezoo, Miel", begon hij, „nu zal ik je
nieuwsgierigheid eindelijk eens trachten te
bevredigen".
„Een loffelijk voornemen' antwoordde ik
min of meer ironisch. „Ik zou zoo denken,
dat je me langzamerhand wel eenige ophel
dering schuldig bent".
„Ik moet je echter reeds bij voorbaat ver
zoeken", ging Sanders, mijn opmerking ne-
geerend, voort, „je verwachtingen niet te
hoog te spannen". Als je alles gehoord hebt,
zul je me misschien verwijten, dat ik je daar
voor uit je werk heb gehaald, maar in dat
geval verzoek ik je te willen bedenken, dat
er twee gegronde redenen voor m'n invitatie
waren: in de eerste plaats meende ik, dat je
wel iets meer zou willen weten met betrek
king tot den in Haarlem gevonden schat en
in de tweede plaats heb ik bij het werk, dat
mij wacht, werkelijk behoefte aan eenig ge
zelschap.
„Die laatste reden lijkt me inderdaad van
zeer veel beteekenis", knikte ik begrijpend,
maar Sanders ging er prompt op in.
„NietwaarIk ben blij. dat we elkaar
weer zoo goed begrijpen. Nu kan ik tenmin
ste met een gerust hart van wal steken. Je
moet dan weten, dat ik vanmorgen, toen ik
je opbelde juist van een bezoek aan het
Woningbureau en Assurantiekantoor „Her
mes" was teruggekeerd. Men heeft daar na
melijk mijn hulp ingeroepen
„Jouw hulp? Waarvoor?" vroeg ik ver
baasd.
„Omdat de gevonden schat door een of
meer onbekenden bedreigd wordt".
„Wat? Die paar oude munten? Dat kan
alleen een of andere verwoede verzamelaar
in zijn hoofd halen!"
„Neen, niet de munten, maar de documen
ten. welke op Preussisch Holland betrekking
hebben. Althans, dat vermoeden ligt voor
de hand".
„En op welke wijze heeft die bedreiging
zich geopenbaard?" informeerde ik verder,
niet zonder eenige ironie, omdat ik er nog
altijd niet toe kon komen Sander's mededee-
Iingen au serieux te nemen.
„Door de herhaalde verschijning van eer.
onbekende in de omgeving van het kantoor
der firma", antwoordde de detectieve rustig,
zonder op mijn spotter.den toon in te gaan.
..Gedurende drie avonden achtereen is een
verdacht persoon voor het Woningbureau ge
signaleerd. Beide firmanten, die om de beurt
's avonds nog op het kantoor komen, hebben
den man gezien. Maandagavond begon het.
Toen de oudste firmant, de heer van Dob-
ben
„Hoe zeg je?" viel ik hem plotseling geïn
teresseerd in de rede.
„Van Dob ben. Ken je hem?"
„Neen jaDat zal ik je straks ver
tellen. Ga doorantwoordde ik, nu toch
werkelijk verlangend de rest te zullen hooren.
Sanders glimlachte, maar reageerde niet
op mijn zichtbare verrassing.
„Toen dus de oudste firmant", zoo ver
volgde hij, „zich 's avonds tegen 11 uur on
geveer gereed maakte om naar huis te gaan.
hoorde hij, hoe iemand aan de buitendeur
morrelde.
De ingang van het kantoor, dat op het
oogenblik nog aan de Nassaulaan gevestigd
is, bevindt zich, moet je weten in een klein
poortje, dat mede toegang geeft tot een ach
ter het kantoor gelegen pakhuis van een
wijnhandelaar. Toen de heer van Dobben
naar buiten ging om te zien, wie dat zijn kon.
zag hij nog juist, hoe een man met een grijze
regenjas aan en een geruite pet op zich haas
tig uit het poortje verwijderde. De heer van
Dobben deed, wat andere menschen in zoon
geval ook zouden doen: hij belde de politie
op. Het pand werd dien nacht bewaakt, maai
er liet zich natuurlijk niemand meer zien.
Den volgenden avond was de beurt aan
den jongsten firmant, Nieuwenhuis, om over
te wei-ken en ook deze beleefde een sensatie.
Hij had, teneinde beter te kunnen zien wie
er door het poortje ging, de gordijnen van
het privékantoor open gelaten en weer liep
het tegen elf uur. toen hij plotseling voet
stappen hoorde. Bijna op hetzelfde oogen
blik, waarop het geluid tot hem doordrong,
zag hij voor het raam een hoofd verschijnen,
dat zich echter ook onmiddellijk weer terug
trok, toen de eigenaar bemerkte, dat hij ont
dekt was. Dat hoofd was bedekt me: een ge
ruite pet
„Het geheim van de geruite pet", zei lk,
mij min of meer vroolijk makend over de
bijna plechtige wijze, waarop m'n vriend de
vrij onschuldige avonturen van de leden der
directie van het Woningbureau „Hermes" op-
dischte.
„Dat lijkt me een heel goeie kop om later
boven je artikel in de krant te zetten", ant
woordde Sanders en onverstoorbaar vervolg
de hij: „Maar we zijn er nog niet. Ook dien
avond wist de geheimzinnige bezoeker tijdig
te ontkomen, niettegenstaande in de omlig
gende straten een agent van politie surveil
leerde, die speciaal met het toezicht op het
Woningbureau was belast
Eerst deze tweede visite schijnt de heeren
op het denkbeeld te hebben gebracht, dat de
belangstelling van den onbekenden bezoeker
wel eens kon uitgaan naar het gevonden
kistje. Zoolang de firma bestaat en dat is
nu ongeveer twaalf jaar, heeft men nog nooit
las: van inbrekers gehad en dat is begrij
pelijk. omdat alle geldswaarden van eenige
beteekenis onmiddellijk bij een bankinstel
ling ter plaatse worden gedeponeerd. Uit het
onderhoud, dat ik van morgen met beide fir
manten had. is mij wel gebleken, dat zij aan
den inhoud der gevonden documenten de
grootste beteekenis hechten. Hoewel de ver
slaggevers der bladen hen aanvankelijk niet
met rust lieten, zijn zij er in geslaagd verdere
publicatie over do verborgen schat te voor
komen. Zij wenschten om begrijpelijke re
denen tot eiken prijs te voorkomen, dat er
verder ruchtbaarheid aan de zaak zou worden
gegeven, maar zooals dat meer gaat, bleken
zij tegenover zoogenaamde goede bekenden,
toch niet in staat het geheim te bewaren.
De heer v. Dobben biechtte mij althans,
dat hij zich tegenover eenige collega's ver
trouwelijk over de zaak had uitgelaten en
ook Nieuwenhuis bleek zijn mond niet t«
hebben kunnen houden".
(Worgt verypladfy