De schat in 't oude Holland FEUILLETONI (Een geval nit de practijk van Wil J. Sanders, detective), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden. 31) Na zijn ont bijt te hebben genuttigd met een eetlust, welke wij hem benijdden, haalde hij een om vangrijke reisgids te voorschijn en toen hij, na deze zeker een half uur lang te hebben bestudeerd, eindelijk het woord tot ons richt te, kwam hij met zoo'n dwaze vraag dat ik een oogenblik de lust in mij voelde opkomen op te staan en mij in mijn kamer terug te trekken. Op een toon. of slechts daarvan de ontdekking van v. Dobben's moordenaar af hing, vroeg hij namelijk: „Hoeveel Miel, zei je ook weer, dat die ga ragehouder voor zijn auto wilde hebben?" Ik wist mij te beheerschen en antwoordde even ernstig: ...Achtenvijftighonderd mark". „Hm", meende Sanders, „ik wist, dat er op Amerikaansche wagens in Duitschland een hoog invoerecht wordt geheven, maar zóó veelHij zal er wel een paar mark heb ben opgelegd, denk je ook niet, Miel?" Overi gens spijt het me, dat we hem dat winstje niet zullen kunnen gunnen." „Waarom zeg je nu niet liever onmiddel lijk, dat de wagen teruggevonden is?" stoof ik op. Al tijd die flauwe omwegen „Een 10. Miel", antwoordde de detective met een glimlachje. „Een 10! Niet omdat je zoo tegen mij uitvaart, maar uitsluitend voor de uitstekende wijze van combineeren. Ik ge loof waarlijk, dat er nog eens een tijd zal komen, waarin ik bij m'n vriend Emil Wils zal aankloppen om hem, met de mij dan pas sende nederigheid te verzoeken zijn onvol prezen arbeid aan de „Mercuur" te staken en zich geheel in dienst te stellen van de strijders tegen de misdaad". Ik kreeg geen gelegenheid verder van mijn ontstemming over deze cynische opmerking, zooals ik die al zoo vaak had moeten slikken, blijk te geven, want plotseling in een zake- lijken toon overgaande, vervolgde hij: „In derdaad, de wagen is gevonden, natuurlijk geheel onbeheerd, in den inrit van het Post kantoor. Hij is daar eerst een uur geleden weggehaald, hoewel een agent van politie hem daar vanmorgen om 4 uur reeds heeft zien staan. De man heeft daar echter niets verdachts in gezien, omdat de auto op parti culier terein stond, hetgeen vooral daar meer malen schijnt voor te komen". „En heeft het onderzoek van den wagen nog wat bijzonders opgeleverd?" vroeg ik, nu weer wat gekalmeerd. .Niet veel, Miel". was het antwoord. De chauffeur en wij zullen nu maar aanne men, dat dat de professor geweest is droeg waarschijnlijk handschoenen, want op het stuurrad konden wij slechts vingerafdrukken ontdekken van den garagehouder, vermoede lijk de eenige, die ooit met dezen nieuwen wagen heeft gereden. Alles, wat wij vonden, waren een paar grijze haren op het pluche van de bekleeding, maar aangezien wij reeds wisten, dat de professor een bejaard man was, brengt ons dat niet veel verder en vormt het hoogstens een bewijs te meer, dat onze vriend uit Oslo aan het stuurrad heeft ge zeten. Het eenige, wat mij onbegrijpelijk voorkomt, is, dat van Dobben dat niet on middellijk ontdekt heeft, toen hij in de auto stapte." „Het was nacht", waagde Nieuwenhuis. die tot dusver slechts aandachtig geluisterd had, op te merken. „Zeer zeker", antwoordde Sanders, „het was nacht, maar toch niet zóó donker, dat j men iemand op één meter afstand niet on- middelijk zou herkennen. De eenige moge lijkheid is, dunkt mij, dat van Dobben den man niet in het gezicht gezien heeft. Het zal alles waarschijnlijk wel vlug in zijn werk zijn gegaan: van Dobben is in de auto gespron gen, de chauffeur zat reeds achter het stuur en vóór dat eerstgenoemde bemerkte, dat hij in den val geloopen was, had een kogel hem misschien al getroffen". „Vreeselijk", zei Nieuwenhuis zacht voor zich heen en op wat luideren toon liet hij er op volgen: Het is wel diep tragisch onder dergelijke omstandigheden het leven te moe ten laten: dat was het- buitenkansje, dat ons ten deel viel toch zeker niet waard". „Overigens", nam Sanders na een korte pauze weer het woord, „heeft de zaak zich geheel overeenkomstig jouw veronderstelling toegedragen, Miel". Gebleken is. dat de man. die zich voor den chauffeur uitgaf, niet ge weten heeft waar wij de auto bestelden. Dat klopt ook. want hij kan den heer Nieuwen huis en mij, toen wij ons naar het kasteel begaven, niet gevolgd zijn, daar dit anders door julie zou zijn bemerkt. De professor is dus den geheelen avond in het hotel ge weest en eerst om een uur of elf heeft hij zich telefonisch met drie garages in verbin ding gesteld om te weten te komen van wien wij den wagen zouden betrekken. Toen jij hem achtervolgde, moet je hem één oogen blik uit het oog hebben verloren „Ja", interrumpeerde ik, „toen hij achter de auto „de straat inliep en ik mij nog op de markt bevond, was ik hem even kwijt „Juist, maar onmiddellijk toen de wagen hem aan het gezicht onttrok, is hij omge keerd om zich achter de auto schuil te hou den. zoodat je hem voorbij bent geloopen. Onder de gegeven omstandigheden volkomen verklaarbaar, zoodat je daarvan jezelf geen enkel verwijt behoeft te maken". „Neen, dat zou ieder ander, waarschijnlijk ook overkomen zijn", viel Nieuwenhuis hier bij. „Tegenover zooveel raffinesse staat men vrijwel machteloos en ik wil u dan ook wel eerlijk zeggen, meneer Sanders, dat ik steeds meer aan den goeden afloop van deze zaak begin te twijfelen. Na hetgeen gebeurd is en nu ik persoonlijk ervaren heb met hoeveel moeilijkheden, ja zelfs met levensgevaar een en ander gepaard gaat, gevoel ik eigenlijk weinig lust meer om het onderzoek naar den verborgen schat voort te zetten. Zelf zal ik er bovendien voorloopig niet toe in de gelegen heid zijn. Ik wil nog eens overwegen in hoe verre het mogelijk is een paar betrouwbare menschen uit deze streek met het opgravings werk te belasten, wanneer de vergunning van het gemeentebestuur afkomt, maar als mij dat te veel kost zal ik zelfs die risico niet op mij nemen. Achteraf te laat natuurlijk betreur ik het ten zeerste, dat wij ons met deze schatgraversaffaire hebben ingelaten. Wij hadden verstandiger gedaan door rustig bij onze zaken, te blijven: ik geloof niet, dat tot dusver iemand met het zoeken naar ver borgen schatten rijk is geworden ..Met een variant op een bekend citaat uit Goethe's Faust zou ik kunnen zeggen, dat het avontuurlijke ons aantrekt", meende San ders. „U kunt zich troosten met de gedachte, dat duizenden andere menschen in uw plaats evenzoo zouden hebben gehandeld. Het valt niet mee in dergelijke gevallen aan de verlei ding weerstand te bieden. Tenslotte droomen wij er allen van nog eens door een gril van Fortuna plotseling rijk te worden en als er dan zoo'n kans geboden wordt, och, waarom zou men haar dan niet grijpen? Ik ben het met u eens, dat heel wat schatgravingen op een desillusie zijn uitgeloopen, maar dat neemt niet weg. dat ieder voor zich op deze wereld die teleurstelling graag zal blijven riskeeren. zoolang er slechts de geringste kans bestaat, dat daarmee een lang gekoes terde wensch in vervulling zal gaan. „U ziet", vervolgde hij, na tevergeefs op een weerlegging van een van ons beiden te hebben gewacht, „dat er zelfs menschen zijn, die meer riskeeren dan een teleurstelling al leen om rijk te worden. Onze vriend, de pro fessor zette heel wat meer op het spel „En wat heeft hij nog bereikt?" vroeg Nieu wenhuis bitter. „Voorloopig niets meer dan den geweld- dadigen dood van een mensch", antwoordde de detective. „En daarmee zal hij zich mis schien zelfs tevreden moeten stellen". „Mag ik dat opvatten als een aankondiging van een spoedig te verwachten arrestatie?", vroeg ik geïnteresseerd. Maar het antwoord van den defectieve maakte mij niet veel wij zer. „Neen Miel", zei hij, „zoover zijn wij helaas nog niet. „Voorloopig is mij slechts bekend, dat hij vanmorgen vroeg met den trein ver trokken is". „Vanmorgen vroeg?" „Ja, om half vier ongeveer. De ambtenaar van het loket aan het station wist mij met zekerheid te vertellen, dat omstreeks dien tijd een bejaarde heer, die geheel aan het door mij opgegeven signalement beantwoord de. een kaartje heeft gekocht naar Danzig". „Om half vier? Maar toen wisten wij im mers reeds, dat van Dobben vermoord was! Hadden wij dan niet verstandiger gedaan zelf de handen uit de mouwen te steken in plaats van rustig op de komst van de politie te wach ten. Wij hadden dan aan het station een oogje in het zeil kunnen houden en dan was hij zeker tegen lamp geloopen". (Wordt vervolgd). ENORME MASSA'S SUIKERBIETEN worden thans, nu de campagne is begonnen, door de fabrieken verwerkt. Een duidelijk trein rijdt over de nieuwe brug, die een lengte heeft beeld hiervan biedt bovenstaande foto, die gemaakt werd op de suikerfabriek ce Halfweq, van 850 Meter. DB „JOHAN DE WITT", het mailschip van de Stoomvaart Mij. „Nederland", dat een grondige verandering heeft ondergaan en o.a. een nieuwen neus kreeg, houdt vandaag de technische proefvaart op de Noordzee. Het schip in het Y te Amsterdam. JOHN COBB, de Engelsche coureur, die op de baan te Montlhery in Frankrijk het wereldduurrecord met zijn wagen wil slaan. VAN EGMOND nam deel aan de wieler wedstrijden te Antwerpen op den openings dag van het nieuwe sportpaleis aldaar. Links van Egmond, die van de Graaf won. OP DE PLAATS TE BEAUVAIS in Frankrijk, waar het Engelsche luchtschip R. 101 is verongelukt, ia Zondag in tegenwoordigheid van vele autoriteiten, onder wie de Engelsche premier Ramsay Macdonald een monument onthuld. DE BURGEMEESTER VAN 's GRAVENLAND, de heer D. J. A. Baron van Harinxma Thoe Sloote, vierde Maandag zijn 30-jarig ambtsjubileum, Dc jubilaris (met ambtsketen) luistert naar de xanghulde, hem door schoolkinderen gebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 5