Het echtpaar Lindbergh in Engeland. De schat in 't oude Holland FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Wil J. Sanders, detective), door ÜDO VAN EWOÜD. (Nadruk verboden. 34) „Waar zit jij in hemelsnaam? In Oslo?" luidde mijn wedervraag. Doch de detective stelde mij spoedig gerust. „Neen, beste jongen, ik ben zoo juist weer in onze onvolprezen hoofdstad gearriveerd". „En heb je den dader meegebracht?" „Hoho! Niet zoo hard van stal loopen. Ik had je juist willen vragen mij het genoegen te gunnen je vanmiddag een paar mededee- lingen te mogen doen. De arrestatie van den- dader is nog slechts een kwestie van tijd. Ik ben natuurlijk ook verplicht den heer Nieu- wenhuis ran een en ander op de hoogte te stellen en aangezien ik tevens van hem nog een paar inlichtingen noodig heb, welke, naar 'ik hoop. het bewijsmateriaal tegen den ver dachte zuilen completeeren, had ik je willen vragen mij vanmiddag naar Haarlem te vergezellen". Ik sprons van m'n stoel op van vreugde over deze tijding, maar om m'n vriend aan het andere einde van den draad mijn enthou siasme niet te toonen wij Hollanders, ge- neeren ons immers altijd min of meer om tegenover anderen aan onze gevoelens uiting te o-even maakte ik nog een voorbehoud. „Als je mij belooft, dat ik vannacht weer in m'n eigen bed slaap en niet zooais de vorige maai den nacht in het kantoor aan de Nas- saulaan behoef door te brengen!" Sanders lachte. „Daar kun je ditmaal van op aan", ant woordde hij, mij in het onzekere latend, of dit op het eerste dan wel op het tweede ge deelte van mijn opmerking betrekking had. ..Kom om twee uur bij me, dan gaan we met den wagenl" Onthullingen. Onze reis naar de bloemenstad verschilde in zooverre van den zelfden tocht, welke wij tien dagen geleden gemaakt hadden, dat er ditmaal geen woord over de zaak. die vooral mij bezighield, gesproken werd. Het lag voor de hand, dat ik Sanders onmiddellijk na ons weerzien bestormde met allerlei vragen, wel ke op zijn bezigheden gedurende fle afgeloo- pen twee dagen en de spoedig te verwachten arrestatie van den dader betrekking hadden, maar de detective verzocht mij dringend hem de moeite te besparen zijn mededeelingen tweemaal te doen en zoo bleef mij niets an ders over dan m'n nieuwsgierigheid nog eeni- gen tijd te bedwingen. Onderweg informeerde Sanders vermoe delijk om al te nieuwsgierige vragen van mijn kant te voorkomen belangstellend naar allerlei onbeteekenende bijzonderheden met betrekking tot onze terugreis van Schneide- mühl af. mijn onderhoud met den hoofdre dacteur over de schijnbaar nuttelooze reis naar Oost-Pruisen: mijn werkzaamheden op het bureau van de „Mercuur" gedurende de laatste dagen, enzoo voort. Toen ik hem ver telde hoeveel moeite het mij had gekost den hoofdredacteur te overtuigen van de wen- schelijkheid, dat aan de zaak voorloopig geer publiciteit zou worden gegeven, knikte hij mij goedkeurend toe. Sanders kreeg geen gelegenheid tot moti- vèering van zijn standpunt, want wij reden nu de Nasseulaan op en eenige seconden.la ter stopte de wagen voor het Woningbureau en Assuarantiekantoor „Hermes". De heer Nieuwenhuis had ons blijkbaar hooren aan komen, want onmiddellijk werd de deur ge opend en trad hij ons tegemoet. Het kantoor bleek op dezen Zaterdagmiddag geheel ver laten en spoedig zaten wij dan ook in het privévertrek, waar vóór tien dagen nog de beide compagnons zetelden. Nieuwenhuis schoof ons een kistje sigaren toe en wendde zich daarop tot den detective, die zich, alsof hij de eerste uren niet van plan was te vertrekken, behaaglijk in een clubfauteuil genesteld had. „Meneer Sanders, sinds ik vanmorgen uw telefoontje kreeg, heb ik geen rustig oogen- blik meer gehad. Ik benijd den heer Wils. die inmiddels natuurlijk is ingelicht. Vertelt u mij dus eens gauw, wat uw verder onderzoek daar over de grenzen heeft opgeleverd". Sanders lachte geheimzinnig. „Wat uw nieuwsgierigheid betreft, die kan ik mij indenken, maar troost u met de ge dachte. dat die door den heer Wils wordt ge deeld. Ik heb hem opzettelijk nog niets me degedeeld, om te voorkomen, dat ik mijn- verhaal tweemaal zou moeten doen. En wat de zaak. die ons allen zoo na aan het hart ligt. aangaat, die schijnt haar oplossing in derdaad te naderen". „IJ hebt dus den professor ontmaskerd?" vroeg Nieuwenhuis, zich in gespannen ver wachting over de schrijftafel, waaraan-hij zat. heenbuigend als wilde hij den detective het antwoord van het gelaat lezen. „Hoho! Zoover zijn wij helaas nog niet", antwoordde deze. terwijl hij met de hand een- afwerende beweging maakte. Ik heb in de eerste plaats nog een paar inlichtingen van u noodig. Ik verzuimde nl. in Preussisch Hol land aan u te vragen, of zich tijdens de af wezigheid van den heer Van Dobben. dus na de inbraak hier nog iets bijzonders heeft voorgedaan?" bedoelt dus sinds vorige week Vrijdag? Neen. zoolang ik hier was dat was Zon dagochtend voor 't laatst is mij niets ver dachts opgevallen. De man met de geruite pet heeft zich in ieder geval niet meer laten zien. Dat kan ik wel heel stellig verklaren, omdat ik zoowel Vrijdagavond als Zaterdagavond tot ongeveer middernacht op kantoor ben geweest. Ik wil u wel eerlijk bekennen, dat het mij wel eenige moeite heeft gekost het zoover te brengen, maar door het onverwach te vertrek van m'n compagnon was er na tuur heel wat werk, zoodat het. wilde ik u drieën zoo spoedig mogelijk naar Oost Prui sen kunnen volgen, absoluut noodzakelijk was. dat ik ook ;s avonds hier kwam „U zegt ook :s avonds", viel Sanders hem in de rede. „Wil dat zeggen, dat u ook over dag hier geweest bent?" Nieuwenhuis dacht even na. „Vrijdag was ik den geheelen dag hier tot zeven uur. Daar na ben ik naar huis gegaan om te eten, waar na ik tegen half negen weer terugkwam. Za terdagochtend ben ik maar kort hier ge weest. omdat ik eenige van onze perceelen moest controleeren. maar Zaterdagmiddag en Zaterdagavond heb ik weer hier op het kantoor gewerkt". „Is u" Sanders sprak thans zeer be dachtzaam. terwijl hij peinzend de rook van zijn sigaar nastaarde „is u vorige week Vrijdag niets bïïzonders aan i'w boekhou der. den heer Sehaafsma, opgevallen Nieuwenhuis trok verbaasd de wenkbrau wen op. „Aan ScbaafsmaNe»*n! Voor zoover ik weet. heeft hij dien dag gewoon zijn werk gedaan. Hoe komt u daar zoo bij?" De detective gaf niet rechtstreeks ant woord. „Laat ik u dan een andere vraag stel len". zei hij. „Heeft het niet'eenigszins iiw verwondering gewekt, dat uw boekhouder sinds Donderdag jl. niet meer op het kantoor is geweest?" Nieuwenhuis staarde den detective met open mond aan en uit zijn houding bleek wel. dat hij op dit oogenbük in het wegblijven van zijn boekhouder niets bijzonders had ge zien. Toen hij eenigszins van zijn verbazing bekomen was, zei hij: „Ik moet u eerlijk be kennen, dat ik geen moment getwijfeld heb aan de juistheid van de mededeeling, die wij Donderdag van Sehaafsma ontvingen, nl. dat hij wegens ziekte verhinderd was op kantoor te komen. Wanneer dat inderdaad al eenige verwondering, niet alleen bij mij, maar ook bij het overige personeel mag hebben ge wekt, dan kwam die toch alleen voort uit het feit. dat mijn boekhouder gedurende de ze ven jaar. welke hij in de zaak werkzaam is, nog nooit één enkele maal wegens ziekte heeft verzuimd. En nu zoudt u willen be weren ..Ik beweer niets", interrumpeerde Sanders. ..Tk vestig alleen de aandacht op een feit! Maar voor ik verder ga. zal ik u eerst in het kort verslag doen van mijn wedervaren sinds wij in Schneidemühl afscheid van elkaar na men. Het briefje, dat wij op de deur van de slaapcoupé vonder., overtuigde ons van de aanwezigheid in denzelfden trein van den mar., dien wij nu gemakshalve nog maar ..de professor" zullen noemen. Het briefje immers kor. daar nog niet lang hebben gehangen, daar het anders zeker zou zijn opgemerkt door het personeel van den slaapwagen". „Zeer juist", knikte Nieuwenhuis. doch San ders schonk hieraan geen aandacht. ..Er bleven mii dus twee mogelijkheden", vervolgde hij. „Ik kon in den trein blijven om te trachten den schrijf lust igen professor te ontdekken, hetgeen natuurlijk groote moei lijkheden zou opleveren, omdat de man zeker een of andere vermomming zou hebben aan genomen of ik moest in Schneidemühl den trein verlaten, waarbij ik dan de kans liep, dat de man mij zou volgen om uit te vorschen wat mij aanleiding gaf juist daar uit te stap pen dan wel op een andere wijze van zijn be langstelling voor mijn persoon blijk te geven, bijvoorbeeld door van den trein uit toe te zien. waar ik bleef „En?" (Wordt vervolgd). OP HET VLIEGVELD WAALHAVEN xijn bij wijze van proef, door dc firma Philips 18 schijnwerpers opgesteld, elk met een lichtsterkte van 1300 kaarsen, teneinde het landen van vliegtuigen des nachts te vergemakkelijken. DR. DOLLFUSS hield op den avond van den zelfden dag, waarop de aan slag op hem werd gepleegd, een korte rede vanuit de ziekenkamer voor de microfoon, welkerede door alleOosten- rijkache zenders werd uitgezonden. Achter den bondskanselier zijn vrouw. DE ZELFREMMENDE SLOE PT A- KELBLOKKEN, waarmede l' onderdag op het terrein van den Kotterdamschen Lloyd te Rotterdam een demonstratie gehouden werd, en die een belangrijke verbetering van het redding materiaal moeten betrekenen. PRESIDENT DE VALERA heeft te Limerick de groote lersche industrie- tentoonstelling geopend. Rechts dc Lord Mayor van Limerick, mr. P. F. Quinlan. EVEN PAUZE. Betty Nuthall, dc be kende Engelsche tennisster geniet een verfrissching tijdens een pauze van de dames tenniswedstrijden, welke door de „West Side Country Club deze week zijn gehouden. KOLONEL LINDBERGH en zijn echfcgenoote, die per vliegtuig een tocht over Groenland en IJsland naar het vasteland van Europa maakten, zijn Woensdag te Woolston bij Southampton in Engeland geland. De aankomst der luchtreizigers. EEN PLOEG WEDSTRIJD. Aan. de jaarlijksche landbouw- en veeten toonstelling van de landbouwvereenigingen te Wokingham (Eng.), welke nabij Reading gehouden werd, was ook een wedstrijd in het ploegen ver bonden. De spannen is actie op het wedstrijdterrein. TE LISSE werd Donderdag door de harddraverijvereeniging „Lisse en Om atreken" een draverij gehouden om het kampioenschap van Zuid-Holland, op de korte baan. Een spannend moment tijdens de race. DR. HUGO ECKENER, de commandant van de „Graf Zeppelin", arriveerde Don derdag met dc „Statendam" te Rotterdam op doorreis naar Duitschland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 7