UIT HET BUITENLAND Beleggingstarief! HET PROCES TE LEIPZIG. Dimitrof's uitsluiting. ZATERDAG 7 OCTOBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Vorst Bismarck te Londen. Opmerkingen over de ontwapeningskwestie. Duïtschland zou in beginsel internationale controle aanvaarden. Nieuwe arrestaties in Oostenrijk. Geoève, Duitsche opmerkingen over de ontwapeningskwestie. Vorst Bismarck, de eerste secretaris der Duitsche ambassade te Londen, heeft giste ren een bezoek gebracht aan het Foreign Of fice namens den Duitschen ambassadeur, die zich in het buitenland bevindt. Hij deelde naar Reuter van officieele zijde verneemt mede dat de Duitsche regeering bij de ontwapeningsbesprekingen te Genève waarschijnlijk vertegenwoordigd zal zijn door Nadolny. Bismarck deelde aan Simon eveneens eeni- ge opmerkingen van de Duitsche regeering mede over de resultaten van de ontwape- nings-besprekingen van den laatsten tijd. welke opmerkingen door de verschillende de legaties te Genève zullen worden besproken. Havas meldt uit Genève dat volgens aldaar ontvangen inlichtingen de mondelinge mede- deeling door Duitschland te Londen en even eens te Rome gedaan aldus kan worden sa mengevat: lo. Duitschland zou in beginsel de instel ling van een internationale controle aan vaarden. 2o. het zou nadere toelichtingen vragen over de voornemens van Frankrijk inzake on middellijke ontwapeningsmaatregelen daar Frankrijk er op staat, dat deze maatregelen zullen worden genomen vóór den beraamden proeftijd. 3o. het zou zich verzetten tegen een proef tijd van vier jaar en zou een korter proeftijd wenschen. 4o. het zou eischen reeds thans prototypen te mogen bezitten van alle wapens van an dere mogendheden die niet aan het verdrag- van Versailles onderworpen zijn. In kringen te Genève is men volgens Havas blijkbaar van meening dat een dergelijke on verzoenlijkheid niet geschikt is om een sfeer van optimisme te schepen voor de aanstaan de on twapeningsbijeenkomsten. De Britsche draadlooze dienst meldt dat uit de Duitsche opmerkingen blijkt dat de houding van Duitschland inzake de hoofd- quaestie waarvoor geschil is gerezen ongewij zigd blijft. Balkan. Bulgaarsche communisten ter dood veroordeeld. De krijgsraad te Wewlievo heeft na dagen lange onderhandelingen drie doodvonnissen en langdurige tuchthuisstraffen uitgesproken tegen negen andere personen, die beschul digd werden van den bouw van communisti sche cellen in het Bulgaarsche leger. Spanje. Nieuwe poging tot vorming van een kabinet. Nadat de pogingen tot het vormen van een kabinet door den voormaligen minister Pe- dregal mislukt waren, gaf de president dei- republiek den medicus dr. Maranon opdracht te trachten met alle middelen te komen tot een overeenstemming en verzoening der re- publikeinsche partijen. Dit is dr. Maranon over het geheel gezien gelukt zoodat Zater dag de formatie van een nieuwe regeering verwacht kan worden. Waarschijnlijk zal Sanchez Roman kabinetsvoorzitter zijn. Oostenrijk. Nog meer arrestaties naar aanleiding van den aanslag. Behalve den dader van den aanslag. Der-til. zijn nog 6 personen in voorarrest geplaatst. Dit zijn de in den laatsten tijd genoemde per sonen. die in verband met het verschaffen van het vuurwapen of anderszins in den laatsten tijd met Dertil in nader contact zijn geweest. Het bureau van den bondskanselier heeft de volgende Duitsche dagbladen voor drie maanden, met einddatum 4 Januari 1934 ver boden: „Arbeit und Staat", dat te Berlijn uit komt, „Arbeiterstimme", eveneens te Berlijn Muehlheimer Zeitung" te Muelheim a. d. Ruhr. ..Generalanzeiger der Stadt Wupper- thal", „Dresdener Anzeiger" te Dresden en ten slotte het „Lemmecker Kreisblatt" China, Rivier voor Russische schepen versperd. De Mandsoerijsche regeering heeft de ri vier Soengari voor Russische schepen ver sperd. Duitschland. Prins Philip van Hessen opvolger van Hindenburg? De diplomatieke medewerker van de „Daily Telegraph" verneemt volgens de Tel. dat de kwestie van een eventueele opvolging van president Hindnburg zeer de aandacht heeft van de leiders der nationaal-socialisten. Hitler zou niet geneigd zijn zich terug te trekken als hoofd der regeering en uit de actieve leiding der nationaal-socialistische organisaties, ten einde het presidentschap te aanvaarden. Men is van oordeel, dat een presidentschap van een Hohenzollernprins bij een groot deel der nationaal-socialisten, die tegen elke actie die een spoedig herstel van de monarchie zou kunnen vermoeden of vergemakkelijken, onpopulair zou zijn. Dien tengevolge is de candidaat-, die de meeste kans heeft, prins Philip van Hessen, de echt genoot van prinses Mafalda van Italië. Amerika. Op 5 December algeheele opheffing van het drankverbod? Met het oog op de ontwikkeling van den toestand in de richting van de volledige af schaffing van het drankverbod heeft de fe derale regeering den ontvangers en douane ambtenaren in alle staten mededeeling ge daan van de accijnzen en invoerrechten, welke moeten worden geheven, zoodra het drankverbod zal zijn verdwenen, aldus meldt Reuter. De autoriteiten verwachten, dat de heffing der belastingen en invoerrechten een aan vang zal nemen op 6 December, dan dag na dat de 36e staat zal hebben gestemd. O'DUFFY ERNSTIG GEWOND. OP STRAAT AANGEVALLEN. Generaal O'Duffy. In Trales in het Iersche graafschap Kery is het tot opzienbarende botsingen gekomen, waarbij de voorzitter van de Vereenigde Ierland-Partij, generaal O'Duffy ernstig ge wond werd. Toen O'Duffy en de secretaris zijner partij, commandant Gronin het hotel, waar zij ge dineerd hadden, verlieten en zich naar de Hall bevonden, waar O'Duffy spreken zou, werden zij plotseling aangevallen. O'Duffy zoowel als Cronin bevonden zich in een oog wenk te midden eener opgewonden menigte. Toen de politie eindelijk ter plaatse arri veerde bloedde O'Duffy uit eenige hoofd wonden. Sterke afdeelingen politie bezetten onmiddellijk het lokaal waar generaal O'Duffy spreken zou en weerden de aanval lers af, die alle vensterruiten van het ge bouw inwierpen. O'Duffy moest in het ge bouw blijven tot militaire versterking was aangekomen. S.A.-MAN NA VECHTPARTIJ OVERLEDEN. GELSENKIRCHEN, 6 Oct. (V.D.) De S.A.- man Woltman die in den nacht op 4 Oc tober bij een vechtpartij levensgevaarlijk werd gewond, is Vrijdagavond aan zijn ver wondingen overleden. WEER EEN SCHIP IN BRAND RUSSISCHE KUSTWACHT VANGT NOOD SEINEN OP MOSKOU, 6 Oct. (VD.) Een schip van de Russische kustwacht heeft bij Moermansk noodseinen van een stoomschip opgevangen, welker nationaliteit tot nu toe onbekend is gebleven. Op het schip is brand uitgebro ken. Tal van schepen zijn ter assistentie uit gevaren. VIADUCT BIJ MILAAN INGESTORT REEDS LIJKEN GEBORGEN. MILAAN. 6 October (V. D.) Een ontzettend ongeluk heeft begin van den middag plaats gevonden te Milaan. Reeds maandenlang is men daar bezig met de slooping van het oude centraalstation en het daarbij behoo- rende spoorwegemplacement, dat over een steenen dijk door een druk stadsdeel leidde. Een hiertoe behoorende spoorlijn, welke in de directe nabijheid van het station over de straat loopt en een vroeger uit twee bogen bestaand viaduct, waarvan de laatste dagen nog maar één boog over was, werd hierdoor naar het schijnt niet meer voldoende ge steund en brak Vrijdagmiddag plotseling over de geheele breedte van 20 Meter af. Tal van personen werden onder het- puin bedol ven. Hoeveel slachtoffers te betreuren zijn, is nog niet te overzien. Tot nu toe konden uit liet puin zes dooden te voorschijn worden gehaald. Op het oogenblik van het ongeluk zou evenwel een auto, waarin eenige perso nen waren gezeten en een vrachtauto ter plaatse zijn gezien. Direct na het bekend worden van den ramp verschenen autoriteiten ter plaatse. Het ber gingswerk is met koortsachtige haast ter hand genomen. Duizenden nieuwsgierigen worden door de fascistische militie op een afstand gehouden om de werkzaamheden niet te doen bemoefïjken. Hij verweet de politie kolossaal onverstand". Discussie over quitanties van Popoff. In de zitting van Vrijdagmiddag in het pro ces te Leipzig kwam een reisgids van Berlijn ter sprake, welke op Dimitrof is gevonden. Op den plattegrond van de stad is het Slot en het Rijksdaggebouw met een kruisje gemerkt. Dimitrof verklaart, dat hij de gids in 1929 ge kocht heeft en verklaart, dat de kruisjes dooi de politie zijn gezet. De politiebeambte, die deze teekens in de gids heeft ontdekt, zet echter uiteen, dat hij het oonmiddellïjk aan den commissaris heeft laten zien. Verscheidene plitie-ambtenaren zijn bij deze ontdekking tegenwoordig geweest. De voorzitter brengt in het midden, dat ook het Nederlandsche gezantschap aangeteekend is. Ook dit heeft Dimitrof niet gedaan. Voorzitter: Indien men aanneemt, dat U Van der Lubbe kende, zu dan de mogelijkheid bestaan, dat Van der Lubbe het boekje heeft gehad en de aanteekeningen heeft gemaakt? Dimitrof beweert echter, dat hij Van der Lubbe nooit heeft gezien. De voorzitter laat dan Van der Lubbe in het Nederlandsch vra gen, of hij deze teekens heeft gezet, en of hij het boek kent. Deze ontkent dit. Vervolgens wordt Dimitrof het boek in han den gegeven. Hij zegt, dat de aanteekeningen bij het politieverhoor duidelijker waren. De voorzitter merkt op, dat dit boek sinds dien door vele handen is gegaan, zoodat de teekens aan duidelijkheid hebben ingebooet. Het zou iets anders zijn, als de teekens thans iets duidelijker waren. Het O.M. vraagt dan aan Dimitrof of dat boek van hem is. Dimitrof: Ik heb zoon boek gehad, doch of het dit boek is, weet ik niet. Het boek is mij door de politie voorgelegd en voor de politie sta ik niet in (vroolijkheid). De voorzitter beveelt Dimitrof te zwijgen. Na de pauze worden Dimitrof een aantal papieren voorgelegd, welke in zijn bagage zijn gevonden. Hij verklaart, dat deze alle betrek king hebben op zijn werkzaamheden voor Bul garije. Als de voorzitter dan een stuk voorleest, waarin staat: gebruik onze pers in Weenen, Praag, Bazel en Metz voor Duitschland, ver klaart Dimitrof dat dit beteekent, dat de Bul gaarsche arbeiders moeten worden ingelicht over den toestand in Duitschland. De voorzitter kan dit echter moeilijk aan nemen. Geprikkeld spreekt Dimitrof tegen, waarop de voorzitter hem het zwijgen oplegt. Na een korte bespreking met den Senaat verklaart de voorzitter thans voor het laatst beklaagde te hebben gewaarschuwd. De voor zitter wijst dan Dimitrof op andere aantee keningen, warïn in het geheel geen sprake is van Bulgarije. Hij antwoordt hierop met zijn stereotype verklaring dat hij de arbeiders in Bugarije op de hoogte wilde stellen met den toestand in Duitschland. De voorzitter leest dan'een brief voor, waar in sprake is van 20 Mark, welke verzonden zijn. Dimitrof roept uit dat hij dezen brief eerst bij den rechter van instructie heeft gezien en dat het een maaksel van de politie is. De voor zitter ziet in de opwinding van Dimitrof een bewijs, dat iets niet in orde is met hem. Dimi trof roept; Ik ben ongerust, nu de aanklacht op deze wijze is samengesteld, Verder komt het 'zakboekje van Dimitrof ter sprake, waaruit blijkt, dat hij een aantal betalingen heeft ge daan, totaal tot een bedrag van 15.092 Mark; o.a. komt hierin de naam Schmitt voor, waar van ook sprake was in bovengenoemden brief. Beklaagde verklaart dat deze betalingen zijn gedaan aan Bulgaarsche emigranten te Parijs. De naam is niet Schmitt, doch een Bulgaar Smidoff, Thans worden ook de telefoonnnummers in het boekje besproken. Door een toeval bleek, dat de omgekeerde nummers klopten. O.a. was hierbij het telefoonnummer van Münzenberg. Dimitrof verklaart, dat bij het opsporen van de telefoonnummers de politie een kolossaal onverstand en groote onkunde heeft getoond. Die uitlatingen hadden zijn uitsluiting tot gevolg. De president roept geprikkeld uit: „Nu is de maat vol!" De Senaat trok zich in de raadskamer terug- en besloot, dat beklaagde Dimitrof, omdat hij geen gehoor heeft gegeven aan het herhaalde bevel van den voorzitter om geen beambten te beleedigen, wordt uitgesloten. Dimitrof roept opgewonden „ongehoord!" en schreeuwt een aantal onverstaanbare scheld woorden uit, terwijl hij door beambten naai de gevangenis wordt gebracht. Popoff weer gehoord. Daarna wordt beklaagde Popoff verhoord, hetgeen door middel van een tolk moet ge schieden. Op hem zijn een aantal quitanties gevonden, onderteekend door een zekeren Peter, voor een totaal bedrag van ruim 300 Mark. Popoff ver klaart dat genoemde Peter vóór hem Russische kranten en boeken heeft gekocht. Bovendien zijn quitanties gevonden, onder teekend door Bruno, ter waarde van 8.450 Mark, 510 dollar en 300 dollar. Popoff verklaart, dat dit beta lingen zijn aan een Bulgaar, die voor de Bul- jaarsche communistische partij naar Berlijn ie gekomen. Het is door tusschenpersonen overhandigd. Popoff kent dezen Bruno niet persoonlijk. Verder werd op Popoff bij zijn arrestatie ruim 800 dollar geworden. Hij zegt, dat dit geld uit Frankrijk afkomstig is. De voorzitter verklaart thans dat uit deze rekeningen vol doende blijkt, dat Popoff voor de partij beta lingen deed en dat hij hiervan naauwkeurig rekenschap aflegde. Op een vraag van het O. M. verklaart Popoff, dat hij in opdracht van het Centrale Comité van de Bulgaarsche partij de Russische boeken en couranten heeft gekocht. Het O.M. vraagt, waarom de lange weg over Duitschland werd gekozen, om deze opdrachten uit te voeren. Popoff zegt. dat zijn partij slechts met de Bulgaarsche communisten in verbinding stond. Het O. M. wijst er verder op, dat bij de quitanties van Peter er een is voor een foto- ;rafietoestel en vraagt, waarvoor dit is ge weest. Popoff antwoordt dat hij dit voor lief hebberij wilde hebben. Rechter Parisius vindt het opmerkelijk dat deze quitanties zoo kort voor den Rijksdag brand zijn gedateerd, n.l. tusschen 14 en 26 Februari. Popoff heeft toch zelf verklaard, dat hij sedert begin November in Berlijn was. De voorzitter overtuigt zich nogmaals dat alle data vóór den brand zijn. Na den brand zijn nog enkele kleine betalingen gedaan. Popoff verklaart verder dat hij eerst onwaar heid heeft gesproken, om te verbergen, dat hij uit Rusland naar Berlijn is gekomen. Hij vreesde, dat men hem aan de Bulgaarsche autoriteiten zou uitleveren. Voor den rechter van instructie heeft hij evenwel de waarheid gezegd. De zitting wordt dan tot heden verdaagd. Vraagt Veiligste belegging rAdv. Ingez. Med.) Mijn persoonlijke ondervindingen. Mise-en-scène in de Rechtszaal. Door de bereidwillige en krachtdadige mede werking van den Nederlandschen Consul- generaal te Leipzig, den heer F. M. Knobel, verkreeg ik den ochtend na mijn aankomst te Leipzig, toegang tot den President van den vierden Straf-Senaat van het Rijksgerecht. Dr. Wilhelm Blinger, die mij zeer voorkomend ontving. Het merkwaardige is daarbij echter dat ik de eerste dagen zeer sterk het gevoel kreeg, dat ik op een m u u r van voorkomend heid stootte. Misschien is het beeld niet goed, misschien is het beter te spreken van een don zen laag van voorkomendheid, maar dan een laag dons zóó dik, dat je er niet doorheen kan komen! Dat ik ten slotte op den 22sten September de gelegenheid heb gekregen om een (zij het ook zeer eenzijdig) onderhoud met Van der Lubbe te hebben, is dan ook voor een gedeelte te danken aan het feit, dat door den Presi dent bij het eerste onderhoud een woord is gebezigd, dat voor tweeërlei uitlegging vat baar was. Toen ik n.l. den President had medegedeeld, dat het de wensch van de geza menlijke familieleden van Van der Lubbe. alsook van zijn oude vrienden, was, dat ik mij met de verdediging van Van der Lubbe zou be lasten. en daarom aan den President verzocht in de cel bij Van der Lubbe te mogen worden toegelaten, en de President mij hierop geant woord had, dat Van der Lubbe nadrukkelijk elke verdediging van de hand wees, vroeg ik den President, of Van der Lubbe den brief van de familieleden, waarin allen er met klem op aandrongen, dat hij mij als verdediger zou aanvaarden, wel had ontvangen, en zeide de President mij, dat deze brief hem was „mede gedeeld" en dat hij ook toen weer geweigerd had de hem geboden gelegenheid te accep teeren, en dat de President dus onmogelijk thans bij iemand die weigerde verdedigd te worden, een verdediger in de cel kon toelaten. Toen ik daarop vroeg om niet als verde diger, maar als vertegenwoordiger van de f a mi 1 ie bij Van der Lubbe te wor den toegelaten, was het antwoord, dat daar geen bezwaar tegen was, maar dat ik dan slechts de vraag mocht stellen, hoe het met hem ging, waaraan de President bovendien onmiddellijk toevoegde, dat het daarvoor thans echter te laat was, en dat misschien pas over eenigen tijd hiertoe gelegenheid gegeven kon worden. De woorden van den President, dat de brief van de familie aan Van der Lubbe was „medegedeeld", werd echter algemeen zoo uitgelegd, dat Van der Lubbe den brief niet in handen had gehad, hetgeen achteraf gebleken is, een onjuiste voorstelling te zijn geweest. En waarom werd er aan dezen brief zoo groote waarde gehecht? De brief, die indertijd in de dagbladen gepubliceerd is, was onderteekend met „Simon" (dat is Simon Harteveld, de boezemvriend van Van der Lubbe), die den brief geheel eigenhandig geschreven had, om vooral bij Van der Lubbe, die reeds zeven maanden van alle contact afgesloten was. het vertrouwen te wekken, dat hier een verdedi ger voor hem kwam, die los van allen politie- ken partij-invloed stond, en die alleen het be lang' van Van der Lubbe in het oog zou hou den, want de jongen moet natuurlijk in de moeilijke zeven maanden, die achter hem liggen, grenzenloos wantrouwend geworden zijn. Zooals gezegd, is het komen vast te staan, dat hij den brief gehad heeft, maar of hij hem werkelijk zélf gelezen heeft, betwijfel ik nog steeds. In het interview, dat de heer Luger van „De Telegraaf" publiceerde, staat ver meld, dat de heer Luger een ongeopenden brief in de cel van Van der Lubbe vond. Zou hier dan niet de verklaring moeten zijn, dat het gezichtsvermogen vair Van der Lubbe (dat toch reeds, zooals algemeen bekend, zeer slecht was) in de zeven maanden, die achter hem liggen, nog verder is achteruit gegaan, en dat de woorden van den President volkomen cor rect weergaven, dat aan Van der Lubbe den brief is ter hand gesteld, maar dat deze hem, omdat het hem zelf te veel moeite kostte om hem te lezen, door den tolk of een ander is voorgelezen? Maar dan heeft hij ook het handschrift van zijn boezemvriend niet her kend en is daarom bevreesd geweest, ook in mij iemand te zullen hebben, die óf in dienst van de eene, óf in dienst van de andere partij was. Den zelfden dag. dat ik het onderhoud met den President had, trof ik ook 2 van de 3 toe gevoegde verdedigers, n.l. Dr. Seuffert en Dr. Sack. Dr. Seuffert deelde mij heel openhartig mede, dat zij mij niet bij Van der Lubbe kon den toelaten, eer zij in Nederland informaties omtrent mijn persoon hadden ingewonnen, een standpunt, dat ik gezien de vooringe nomenheid van de geheele wereld tegen de wijze, waarop volgens „men" het proces te Leipzig gevoerd zou worden alleszins kon billijken en hoewel gedurende de dagen van de zitting die indruk niet sterk bevestigd is. be merkte ik bij het eerste onderhoud toch, dat Dr. Seuffert niet alleen was een nationaal voe lend Duitscher. maar tevens een goed verde diger. Hij was het onmiddellijk met mij eens dat, indien bewezen kon worden, of althans aannemelijk gemaakt, dat Van der Lubbe de daad van de brandstichting verricht had, niet als sein om tot oproer tegen het Staatsgezag over te gaan, maar als waarschuwing aan de proletarische arbeiders, om niet langer achter hun partijbonzen aan te loopen, maar zich daarvan los te maken, dat er geen sprake meer kon zijn van hoogverraad, en dat dan de han delwijze van Van der Lubbe veel clementer zou kunnen worden beoordeeld. Tijdens het verhoor op de zittingen ging er m.i. (de ver dediger in groot formaat in dit proces is Dr. Sacki van Dr. Seuffert niet veel uit. door Mr. B. W. STOMPS 1 Ik was derhalve, toen Donderdag 21 Septem ber het eigenlijke proces begon, mijn doel om in ieder geval met Vander Lubbe in contact te komen, oogenschijnlijk nog niet veel verder genaderd:slechts doordat ik bekend was met het feit dat de heer Peute. een halfbroer van Van der Lubbe. een kaart had aangevraagd om op de publieke tribune de zittingen bij te wonen en hiervan geen gebruik zou maken, omdat hij niet naar Leipzig kwam. gelukte het mij mij zelf toegang te verschaffen tot de terechtzit ting: de kaart van den heer Peute werd n.l. op mijn naam overgeschreven. Na afloop van den eersten zittingsdag werd mij echter mede gedeeld, dat ik den volgenden dag een behoor lijke plaats aan een van de officieele tafels zou krijgen blijkbaar waren er geen al te ongunstige inlichtingen uit Nederland binnen gekomen. In Duitschland heeft ziedende verontwaar diging bestaan omdat vóór het proces begon het buitenland sprak van de in Leipzig op te voeren „farce", en het is U uit mijn vorige artikelen genoegzaam bekend, dat ik overtuigd ben, dat het Leipziger Gerecht er ten opzichte van het recht zeker geen comedie van maakt. Voor den nuchteren Nederlander moet het toch een eigenaardigen indruk geven, een rechtzaal te zien, waarin voor een volmaakte mise-en-scène is zorggedragen. Men verbeelde zich bij ons: een opstelling in de zaal van den Hoogen Raad van een aantal felle lampen om filmopnamen mogelijk te maken, waar film toestellen gereed staan, waar een 5-tal gewone persfotografen hun plaats hebben gekregen, en waar de plaatsing van alle zoeklichten zóó is verricht, dat het „tooneel" zal baden in een zee van licht, als het sein tot beginnen zal worden gegeven! Men denke zich in ons land eens in, dat op de voorste rij in de rechtzaal een vertegenwoordiger van het propaganda- ministerie zit, en men zal begrijpen, dat een nuchtere Nederlander dit nimmer als normaal zal kunnen accepteeren. Aan den anderen kant zal men moeten toegeven, dat het buitenland de Duitschers vrijwel tot deze wijze van doen heeft genoodzaakt. (Nadruk verboden.) MET KNUPPELS, MESSEN EN STEENEN Bevolking door krankzinnige opgezweept. VELDSLAG MET DE POLITIE. CHERIBON, 6 Oct. (Aneta). Het Binnen- landsch Bestuur kreeg gisteravond bericht dat in de desa Nangerang, nabij Mandiran- tjang. door het volk verzet was gepleegd te gen de desapolitie. De Resident van Cheribon, de heer Bitter, de patih van Koeningan en de wedana van Tjilimoes. begaven zich onmiddellijk met 22 man veldpolitie onder leiding van den depar tementscommandant Blogg. derwaarts. Ter plaatse aangekomen bleek, dat de ver zetslieden wrderop waren getrokken, waarna de achtervolging begon. Plotseling werd de politie aangevallen door circa 40 man, gewapend met knuppels, mes sen en steenen. De politie verdeelde zich in drie partijen, waarna een charge werd uitgevoerd, waarbij een der verzetslieden werd gedood, zes verzets lieden, drie agenten en viif mannen der desa politie werden gewond, 22 verzetslieden zijn gearresteerd, de rest heeft zich in een bosch teruggetrokken Nader bleek de aanstichter, zekere Rasja, door hooge koortsen aan een acute verstands verbijstering te lijden. Zijn neef zocht gene zing bij den bekenden kyahi van Ploembon. Deze adviseerde den krankzinnige zooveel mogelijk in alles tegemoet te komen. Eerste verzette Rasja zich tegen de desa politie en de familie deed daaraan dadelijk mede. omdat zij uitging van de gedachte dat Rasja niet gewoon krankzinnig was. doch met- bovennatuurlijke vermogens toegerust en dat zijn bevelen dienden te worden gehoor zaamd. In enkele uren hadden zich eenige tien tallen familieleden bij het verzet aangeslo ten. O.a. had men de gedachte dat. indien het huis van Rasja in brand zou worden gesto ken. dat in een kraton zou veranderen. Zoo ver is het niet gekomen. Wel is den doros- geestelijke gevraagd vele geiten te slachten voor een grooten slamatan. De familie ging naar een vijver, gelegen buiten de kampong, waar zij van den krankzinnige bevel kreeg gemeenschappelijk te baden. Daar trof de in middels aangekomen veldpolitie de menigte aan. die werd gesommeerd rustig naar huis te gaan, waarop de waanzinnige met zijn fa milie tot den aanval overging, met steenen en knuppels. Twaalf hunner werden in een gevecht van man tegen man overmeesterd, drie werden licht gewond. De krankzinnige werd zelf op den grond liggend aangetroffen met "n zeer zwakke pols uitwendig was hij ongedeerd. Bij het trans port naar het ziekenhuis is de man overle den. Een deel van de volgelingen vluchtte, veertien hunner werden in den loop van den morgen gearresteerd. De wonden, die de mannen der veldpolitie en desapolitie bekwamen zijn zeer licht. De bevolking van de andere desa's is zeer rustig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 3