UIT HET BUITENLAND
Beleggingstarief!
HET PROCES TE LEIPZIG.
Dimitrof's uitsluiting.
ZATERDAG 7 OCTOBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Vorst Bismarck te Londen. Opmerkingen over de
ontwapeningskwestie. Duïtschland zou in beginsel
internationale controle aanvaarden. Nieuwe
arrestaties in Oostenrijk.
Geoève,
Duitsche opmerkingen over de
ontwapeningskwestie.
Vorst Bismarck, de eerste secretaris der
Duitsche ambassade te Londen, heeft giste
ren een bezoek gebracht aan het Foreign Of
fice namens den Duitschen ambassadeur, die
zich in het buitenland bevindt.
Hij deelde naar Reuter van officieele zijde
verneemt mede dat de Duitsche regeering bij
de ontwapeningsbesprekingen te Genève
waarschijnlijk vertegenwoordigd zal zijn door
Nadolny.
Bismarck deelde aan Simon eveneens eeni-
ge opmerkingen van de Duitsche regeering
mede over de resultaten van de ontwape-
nings-besprekingen van den laatsten tijd.
welke opmerkingen door de verschillende de
legaties te Genève zullen worden besproken.
Havas meldt uit Genève dat volgens aldaar
ontvangen inlichtingen de mondelinge mede-
deeling door Duitschland te Londen en even
eens te Rome gedaan aldus kan worden sa
mengevat:
lo. Duitschland zou in beginsel de instel
ling van een internationale controle aan
vaarden.
2o. het zou nadere toelichtingen vragen
over de voornemens van Frankrijk inzake on
middellijke ontwapeningsmaatregelen daar
Frankrijk er op staat, dat deze maatregelen
zullen worden genomen vóór den beraamden
proeftijd.
3o. het zou zich verzetten tegen een proef
tijd van vier jaar en zou een korter proeftijd
wenschen.
4o. het zou eischen reeds thans prototypen
te mogen bezitten van alle wapens van an
dere mogendheden die niet aan het verdrag-
van Versailles onderworpen zijn.
In kringen te Genève is men volgens Havas
blijkbaar van meening dat een dergelijke on
verzoenlijkheid niet geschikt is om een sfeer
van optimisme te schepen voor de aanstaan
de on twapeningsbijeenkomsten.
De Britsche draadlooze dienst meldt dat
uit de Duitsche opmerkingen blijkt dat de
houding van Duitschland inzake de hoofd-
quaestie waarvoor geschil is gerezen ongewij
zigd blijft.
Balkan.
Bulgaarsche communisten ter
dood veroordeeld.
De krijgsraad te Wewlievo heeft na dagen
lange onderhandelingen drie doodvonnissen
en langdurige tuchthuisstraffen uitgesproken
tegen negen andere personen, die beschul
digd werden van den bouw van communisti
sche cellen in het Bulgaarsche leger.
Spanje.
Nieuwe poging tot vorming van
een kabinet.
Nadat de pogingen tot het vormen van een
kabinet door den voormaligen minister Pe-
dregal mislukt waren, gaf de president dei-
republiek den medicus dr. Maranon opdracht
te trachten met alle middelen te komen tot
een overeenstemming en verzoening der re-
publikeinsche partijen. Dit is dr. Maranon
over het geheel gezien gelukt zoodat Zater
dag de formatie van een nieuwe regeering
verwacht kan worden. Waarschijnlijk zal
Sanchez Roman kabinetsvoorzitter zijn.
Oostenrijk.
Nog meer arrestaties naar
aanleiding van den aanslag.
Behalve den dader van den aanslag. Der-til.
zijn nog 6 personen in voorarrest geplaatst.
Dit zijn de in den laatsten tijd genoemde per
sonen. die in verband met het verschaffen
van het vuurwapen of anderszins in den
laatsten tijd met Dertil in nader contact zijn
geweest.
Het bureau van den bondskanselier heeft
de volgende Duitsche dagbladen voor drie
maanden, met einddatum 4 Januari 1934 ver
boden: „Arbeit und Staat", dat te Berlijn uit
komt, „Arbeiterstimme", eveneens te Berlijn
Muehlheimer Zeitung" te Muelheim a. d.
Ruhr. ..Generalanzeiger der Stadt Wupper-
thal", „Dresdener Anzeiger" te Dresden en ten
slotte het „Lemmecker Kreisblatt"
China,
Rivier voor Russische schepen
versperd.
De Mandsoerijsche regeering heeft de ri
vier Soengari voor Russische schepen ver
sperd.
Duitschland.
Prins Philip van Hessen
opvolger van Hindenburg?
De diplomatieke medewerker van de „Daily
Telegraph" verneemt volgens de Tel. dat de
kwestie van een eventueele opvolging van
president Hindnburg zeer de aandacht heeft
van de leiders der nationaal-socialisten.
Hitler zou niet geneigd zijn zich terug te
trekken als hoofd der regeering en uit de
actieve leiding der nationaal-socialistische
organisaties, ten einde het presidentschap te
aanvaarden. Men is van oordeel, dat een
presidentschap van een Hohenzollernprins
bij een groot deel der nationaal-socialisten,
die tegen elke actie die een spoedig herstel
van de monarchie zou kunnen vermoeden of
vergemakkelijken, onpopulair zou zijn. Dien
tengevolge is de candidaat-, die de meeste
kans heeft, prins Philip van Hessen, de echt
genoot van prinses Mafalda van Italië.
Amerika.
Op 5 December algeheele
opheffing van het
drankverbod?
Met het oog op de ontwikkeling van den
toestand in de richting van de volledige af
schaffing van het drankverbod heeft de fe
derale regeering den ontvangers en douane
ambtenaren in alle staten mededeeling ge
daan van de accijnzen en invoerrechten,
welke moeten worden geheven, zoodra het
drankverbod zal zijn verdwenen, aldus meldt
Reuter.
De autoriteiten verwachten, dat de heffing
der belastingen en invoerrechten een aan
vang zal nemen op 6 December, dan dag na
dat de 36e staat zal hebben gestemd.
O'DUFFY ERNSTIG GEWOND.
OP STRAAT AANGEVALLEN.
Generaal O'Duffy.
In Trales in het Iersche graafschap Kery
is het tot opzienbarende botsingen gekomen,
waarbij de voorzitter van de Vereenigde
Ierland-Partij, generaal O'Duffy ernstig ge
wond werd.
Toen O'Duffy en de secretaris zijner partij,
commandant Gronin het hotel, waar zij ge
dineerd hadden, verlieten en zich naar de
Hall bevonden, waar O'Duffy spreken zou,
werden zij plotseling aangevallen. O'Duffy
zoowel als Cronin bevonden zich in een oog
wenk te midden eener opgewonden menigte.
Toen de politie eindelijk ter plaatse arri
veerde bloedde O'Duffy uit eenige hoofd
wonden. Sterke afdeelingen politie bezetten
onmiddellijk het lokaal waar generaal
O'Duffy spreken zou en weerden de aanval
lers af, die alle vensterruiten van het ge
bouw inwierpen. O'Duffy moest in het ge
bouw blijven tot militaire versterking was
aangekomen.
S.A.-MAN NA VECHTPARTIJ OVERLEDEN.
GELSENKIRCHEN, 6 Oct. (V.D.) De S.A.-
man Woltman die in den nacht op 4 Oc
tober bij een vechtpartij levensgevaarlijk
werd gewond, is Vrijdagavond aan zijn ver
wondingen overleden.
WEER EEN SCHIP IN BRAND
RUSSISCHE KUSTWACHT VANGT NOOD
SEINEN OP
MOSKOU, 6 Oct. (VD.) Een schip van
de Russische kustwacht heeft bij Moermansk
noodseinen van een stoomschip opgevangen,
welker nationaliteit tot nu toe onbekend is
gebleven. Op het schip is brand uitgebro
ken. Tal van schepen zijn ter assistentie uit
gevaren.
VIADUCT BIJ MILAAN INGESTORT
REEDS LIJKEN GEBORGEN.
MILAAN. 6 October (V. D.) Een ontzettend
ongeluk heeft begin van den middag plaats
gevonden te Milaan. Reeds maandenlang is
men daar bezig met de slooping van het
oude centraalstation en het daarbij behoo-
rende spoorwegemplacement, dat over een
steenen dijk door een druk stadsdeel leidde.
Een hiertoe behoorende spoorlijn, welke in
de directe nabijheid van het station over de
straat loopt en een vroeger uit twee bogen
bestaand viaduct, waarvan de laatste dagen
nog maar één boog over was, werd hierdoor
naar het schijnt niet meer voldoende ge
steund en brak Vrijdagmiddag plotseling
over de geheele breedte van 20 Meter af. Tal
van personen werden onder het- puin bedol
ven.
Hoeveel slachtoffers te betreuren zijn, is
nog niet te overzien. Tot nu toe konden uit
liet puin zes dooden te voorschijn worden
gehaald. Op het oogenblik van het ongeluk
zou evenwel een auto, waarin eenige perso
nen waren gezeten en een vrachtauto ter
plaatse zijn gezien.
Direct na het bekend worden van den ramp
verschenen autoriteiten ter plaatse. Het ber
gingswerk is met koortsachtige haast ter
hand genomen. Duizenden nieuwsgierigen
worden door de fascistische militie op een
afstand gehouden om de werkzaamheden niet
te doen bemoefïjken.
Hij verweet de politie kolossaal
onverstand".
Discussie over quitanties van Popoff.
In de zitting van Vrijdagmiddag in het pro
ces te Leipzig kwam een reisgids van Berlijn
ter sprake, welke op Dimitrof is gevonden. Op
den plattegrond van de stad is het Slot en
het Rijksdaggebouw met een kruisje gemerkt.
Dimitrof verklaart, dat hij de gids in 1929 ge
kocht heeft en verklaart, dat de kruisjes dooi
de politie zijn gezet.
De politiebeambte, die deze teekens in de
gids heeft ontdekt, zet echter uiteen, dat hij
het oonmiddellïjk aan den commissaris heeft
laten zien. Verscheidene plitie-ambtenaren
zijn bij deze ontdekking tegenwoordig geweest.
De voorzitter brengt in het midden, dat ook
het Nederlandsche gezantschap aangeteekend
is. Ook dit heeft Dimitrof niet gedaan.
Voorzitter: Indien men aanneemt, dat U
Van der Lubbe kende, zu dan de mogelijkheid
bestaan, dat Van der Lubbe het boekje heeft
gehad en de aanteekeningen heeft gemaakt?
Dimitrof beweert echter, dat hij Van der
Lubbe nooit heeft gezien. De voorzitter laat
dan Van der Lubbe in het Nederlandsch vra
gen, of hij deze teekens heeft gezet, en of hij
het boek kent.
Deze ontkent dit.
Vervolgens wordt Dimitrof het boek in han
den gegeven. Hij zegt, dat de aanteekeningen
bij het politieverhoor duidelijker waren.
De voorzitter merkt op, dat dit boek sinds
dien door vele handen is gegaan, zoodat de
teekens aan duidelijkheid hebben ingebooet.
Het zou iets anders zijn, als de teekens thans
iets duidelijker waren.
Het O.M. vraagt dan aan Dimitrof of dat
boek van hem is.
Dimitrof: Ik heb zoon boek gehad, doch of
het dit boek is, weet ik niet. Het boek is mij
door de politie voorgelegd en voor de politie
sta ik niet in (vroolijkheid).
De voorzitter beveelt Dimitrof te zwijgen.
Na de pauze worden Dimitrof een aantal
papieren voorgelegd, welke in zijn bagage zijn
gevonden. Hij verklaart, dat deze alle betrek
king hebben op zijn werkzaamheden voor Bul
garije. Als de voorzitter dan een stuk voorleest,
waarin staat: gebruik onze pers in Weenen,
Praag, Bazel en Metz voor Duitschland, ver
klaart Dimitrof dat dit beteekent, dat de Bul
gaarsche arbeiders moeten worden ingelicht
over den toestand in Duitschland.
De voorzitter kan dit echter moeilijk aan
nemen. Geprikkeld spreekt Dimitrof tegen,
waarop de voorzitter hem het zwijgen oplegt.
Na een korte bespreking met den Senaat
verklaart de voorzitter thans voor het laatst
beklaagde te hebben gewaarschuwd. De voor
zitter wijst dan Dimitrof op andere aantee
keningen, warïn in het geheel geen sprake is
van Bulgarije. Hij antwoordt hierop met zijn
stereotype verklaring dat hij de arbeiders in
Bugarije op de hoogte wilde stellen met den
toestand in Duitschland.
De voorzitter leest dan'een brief voor, waar
in sprake is van 20 Mark, welke verzonden
zijn.
Dimitrof roept uit dat hij dezen brief eerst
bij den rechter van instructie heeft gezien en
dat het een maaksel van de politie is. De voor
zitter ziet in de opwinding van Dimitrof een
bewijs, dat iets niet in orde is met hem. Dimi
trof roept; Ik ben ongerust, nu de aanklacht
op deze wijze is samengesteld, Verder komt het
'zakboekje van Dimitrof ter sprake, waaruit
blijkt, dat hij een aantal betalingen heeft ge
daan, totaal tot een bedrag van 15.092 Mark;
o.a. komt hierin de naam Schmitt voor, waar
van ook sprake was in bovengenoemden brief.
Beklaagde verklaart dat deze betalingen zijn
gedaan aan Bulgaarsche emigranten te Parijs.
De naam is niet Schmitt, doch een Bulgaar
Smidoff,
Thans worden ook de telefoonnnummers in
het boekje besproken. Door een toeval bleek,
dat de omgekeerde nummers klopten. O.a. was
hierbij het telefoonnummer van Münzenberg.
Dimitrof verklaart, dat bij het opsporen van
de telefoonnummers de politie een kolossaal
onverstand en groote onkunde heeft getoond.
Die uitlatingen hadden zijn uitsluiting tot
gevolg. De president roept geprikkeld uit: „Nu
is de maat vol!"
De Senaat trok zich in de raadskamer terug-
en besloot, dat beklaagde Dimitrof, omdat hij
geen gehoor heeft gegeven aan het herhaalde
bevel van den voorzitter om geen beambten
te beleedigen, wordt uitgesloten.
Dimitrof roept opgewonden „ongehoord!" en
schreeuwt een aantal onverstaanbare scheld
woorden uit, terwijl hij door beambten naai
de gevangenis wordt gebracht.
Popoff weer gehoord.
Daarna wordt beklaagde Popoff verhoord,
hetgeen door middel van een tolk moet ge
schieden.
Op hem zijn een aantal quitanties gevonden,
onderteekend door een zekeren Peter, voor een
totaal bedrag van ruim 300 Mark. Popoff ver
klaart dat genoemde Peter vóór hem Russische
kranten en boeken heeft gekocht. Bovendien
zijn quitanties gevonden, onder teekend door
Bruno, ter waarde van 8.450 Mark, 510 dollar
en 300 dollar. Popoff verklaart, dat dit beta
lingen zijn aan een Bulgaar, die voor de Bul-
jaarsche communistische partij naar Berlijn
ie gekomen. Het is door tusschenpersonen
overhandigd. Popoff kent dezen Bruno niet
persoonlijk.
Verder werd op Popoff bij zijn arrestatie
ruim 800 dollar geworden. Hij zegt, dat dit
geld uit Frankrijk afkomstig is. De voorzitter
verklaart thans dat uit deze rekeningen vol
doende blijkt, dat Popoff voor de partij beta
lingen deed en dat hij hiervan naauwkeurig
rekenschap aflegde. Op een vraag van het
O. M. verklaart Popoff, dat hij in opdracht
van het Centrale Comité van de Bulgaarsche
partij de Russische boeken en couranten heeft
gekocht. Het O.M. vraagt, waarom de lange
weg over Duitschland werd gekozen, om deze
opdrachten uit te voeren.
Popoff zegt. dat zijn partij slechts met de
Bulgaarsche communisten in verbinding
stond. Het O. M. wijst er verder op, dat bij de
quitanties van Peter er een is voor een foto-
;rafietoestel en vraagt, waarvoor dit is ge
weest. Popoff antwoordt dat hij dit voor lief
hebberij wilde hebben.
Rechter Parisius vindt het opmerkelijk dat
deze quitanties zoo kort voor den Rijksdag
brand zijn gedateerd, n.l. tusschen 14 en 26
Februari. Popoff heeft toch zelf verklaard,
dat hij sedert begin November in Berlijn was.
De voorzitter overtuigt zich nogmaals dat
alle data vóór den brand zijn. Na den brand
zijn nog enkele kleine betalingen gedaan.
Popoff verklaart verder dat hij eerst onwaar
heid heeft gesproken, om te verbergen, dat hij
uit Rusland naar Berlijn is gekomen. Hij
vreesde, dat men hem aan de Bulgaarsche
autoriteiten zou uitleveren. Voor den rechter
van instructie heeft hij evenwel de waarheid
gezegd.
De zitting wordt dan tot heden verdaagd.
Vraagt
Veiligste
belegging
rAdv. Ingez. Med.)
Mijn persoonlijke ondervindingen.
Mise-en-scène in de Rechtszaal.
Door de bereidwillige en krachtdadige mede
werking van den Nederlandschen Consul-
generaal te Leipzig, den heer F. M. Knobel,
verkreeg ik den ochtend na mijn aankomst te
Leipzig, toegang tot den President van den
vierden Straf-Senaat van het Rijksgerecht.
Dr. Wilhelm Blinger, die mij zeer voorkomend
ontving. Het merkwaardige is daarbij echter
dat ik de eerste dagen zeer sterk het gevoel
kreeg, dat ik op een m u u r van voorkomend
heid stootte. Misschien is het beeld niet goed,
misschien is het beter te spreken van een don
zen laag van voorkomendheid, maar dan een
laag dons zóó dik, dat je er niet doorheen
kan komen!
Dat ik ten slotte op den 22sten September
de gelegenheid heb gekregen om een (zij het
ook zeer eenzijdig) onderhoud met Van der
Lubbe te hebben, is dan ook voor een gedeelte
te danken aan het feit, dat door den Presi
dent bij het eerste onderhoud een woord is
gebezigd, dat voor tweeërlei uitlegging vat
baar was. Toen ik n.l. den President had
medegedeeld, dat het de wensch van de geza
menlijke familieleden van Van der Lubbe.
alsook van zijn oude vrienden, was, dat ik mij
met de verdediging van Van der Lubbe zou be
lasten. en daarom aan den President verzocht
in de cel bij Van der Lubbe te mogen worden
toegelaten, en de President mij hierop geant
woord had, dat Van der Lubbe nadrukkelijk
elke verdediging van de hand wees, vroeg ik
den President, of Van der Lubbe den brief
van de familieleden, waarin allen er met klem
op aandrongen, dat hij mij als verdediger zou
aanvaarden, wel had ontvangen, en zeide de
President mij, dat deze brief hem was „mede
gedeeld" en dat hij ook toen weer geweigerd
had de hem geboden gelegenheid te accep
teeren, en dat de President dus onmogelijk
thans bij iemand die weigerde verdedigd te
worden, een verdediger in de cel kon toelaten.
Toen ik daarop vroeg om niet als verde
diger, maar als vertegenwoordiger
van de f a mi 1 ie bij Van der Lubbe te wor
den toegelaten, was het antwoord, dat daar
geen bezwaar tegen was, maar dat ik dan
slechts de vraag mocht stellen, hoe het met
hem ging, waaraan de President bovendien
onmiddellijk toevoegde, dat het daarvoor thans
echter te laat was, en dat misschien pas over
eenigen tijd hiertoe gelegenheid gegeven kon
worden. De woorden van den President, dat
de brief van de familie aan Van der Lubbe
was „medegedeeld", werd echter algemeen zoo
uitgelegd, dat Van der Lubbe den brief niet in
handen had gehad, hetgeen achteraf gebleken
is, een onjuiste voorstelling te zijn geweest.
En waarom werd er aan dezen brief zoo groote
waarde gehecht? De brief, die indertijd in de
dagbladen gepubliceerd is, was onderteekend
met „Simon" (dat is Simon Harteveld, de
boezemvriend van Van der Lubbe), die den
brief geheel eigenhandig geschreven had, om
vooral bij Van der Lubbe, die reeds zeven
maanden van alle contact afgesloten was. het
vertrouwen te wekken, dat hier een verdedi
ger voor hem kwam, die los van allen politie-
ken partij-invloed stond, en die alleen het be
lang' van Van der Lubbe in het oog zou hou
den, want de jongen moet natuurlijk in de
moeilijke zeven maanden, die achter hem
liggen, grenzenloos wantrouwend geworden
zijn.
Zooals gezegd, is het komen vast te staan,
dat hij den brief gehad heeft, maar of hij hem
werkelijk zélf gelezen heeft, betwijfel ik nog
steeds. In het interview, dat de heer Luger
van „De Telegraaf" publiceerde, staat ver
meld, dat de heer Luger een ongeopenden brief
in de cel van Van der Lubbe vond. Zou hier
dan niet de verklaring moeten zijn, dat het
gezichtsvermogen vair Van der Lubbe (dat toch
reeds, zooals algemeen bekend, zeer slecht
was) in de zeven maanden, die achter hem
liggen, nog verder is achteruit gegaan, en dat
de woorden van den President volkomen cor
rect weergaven, dat aan Van der Lubbe den
brief is ter hand gesteld, maar dat deze hem,
omdat het hem zelf te veel moeite kostte om
hem te lezen, door den tolk of een ander is
voorgelezen? Maar dan heeft hij ook het
handschrift van zijn boezemvriend niet her
kend en is daarom bevreesd geweest, ook in
mij iemand te zullen hebben, die óf in dienst
van de eene, óf in dienst van de andere partij
was.
Den zelfden dag. dat ik het onderhoud met
den President had, trof ik ook 2 van de 3 toe
gevoegde verdedigers, n.l. Dr. Seuffert en Dr.
Sack. Dr. Seuffert deelde mij heel openhartig
mede, dat zij mij niet bij Van der Lubbe kon
den toelaten, eer zij in Nederland informaties
omtrent mijn persoon hadden ingewonnen,
een standpunt, dat ik gezien de vooringe
nomenheid van de geheele wereld tegen de
wijze, waarop volgens „men" het proces te
Leipzig gevoerd zou worden alleszins kon
billijken en hoewel gedurende de dagen van de
zitting die indruk niet sterk bevestigd is. be
merkte ik bij het eerste onderhoud toch, dat
Dr. Seuffert niet alleen was een nationaal voe
lend Duitscher. maar tevens een goed verde
diger. Hij was het onmiddellijk met mij eens
dat, indien bewezen kon worden, of althans
aannemelijk gemaakt, dat Van der Lubbe de
daad van de brandstichting verricht had, niet
als sein om tot oproer tegen het Staatsgezag
over te gaan, maar als waarschuwing aan de
proletarische arbeiders, om niet langer achter
hun partijbonzen aan te loopen, maar zich
daarvan los te maken, dat er geen sprake meer
kon zijn van hoogverraad, en dat dan de han
delwijze van Van der Lubbe veel clementer
zou kunnen worden beoordeeld. Tijdens het
verhoor op de zittingen ging er m.i. (de ver
dediger in groot formaat in dit proces is Dr.
Sacki van Dr. Seuffert niet veel uit.
door Mr. B. W. STOMPS
1 Ik was derhalve, toen Donderdag 21 Septem
ber het eigenlijke proces begon, mijn doel om
in ieder geval met Vander Lubbe in contact
te komen, oogenschijnlijk nog niet veel verder
genaderd:slechts doordat ik bekend was met het
feit dat de heer Peute. een halfbroer van Van
der Lubbe. een kaart had aangevraagd om op
de publieke tribune de zittingen bij te wonen
en hiervan geen gebruik zou maken, omdat hij
niet naar Leipzig kwam. gelukte het mij mij
zelf toegang te verschaffen tot de terechtzit
ting: de kaart van den heer Peute werd n.l.
op mijn naam overgeschreven. Na afloop van
den eersten zittingsdag werd mij echter mede
gedeeld, dat ik den volgenden dag een behoor
lijke plaats aan een van de officieele tafels
zou krijgen blijkbaar waren er geen al te
ongunstige inlichtingen uit Nederland binnen
gekomen.
In Duitschland heeft ziedende verontwaar
diging bestaan omdat vóór het proces begon
het buitenland sprak van de in Leipzig op te
voeren „farce", en het is U uit mijn vorige
artikelen genoegzaam bekend, dat ik overtuigd
ben, dat het Leipziger Gerecht er ten opzichte
van het recht zeker geen comedie van maakt.
Voor den nuchteren Nederlander moet het
toch een eigenaardigen indruk geven, een
rechtzaal te zien, waarin voor een volmaakte
mise-en-scène is zorggedragen. Men verbeelde
zich bij ons: een opstelling in de zaal van den
Hoogen Raad van een aantal felle lampen om
filmopnamen mogelijk te maken, waar film
toestellen gereed staan, waar een 5-tal gewone
persfotografen hun plaats hebben gekregen, en
waar de plaatsing van alle zoeklichten zóó is
verricht, dat het „tooneel" zal baden in een
zee van licht, als het sein tot beginnen zal
worden gegeven! Men denke zich in ons land
eens in, dat op de voorste rij in de rechtzaal
een vertegenwoordiger van het propaganda-
ministerie zit, en men zal begrijpen, dat een
nuchtere Nederlander dit nimmer als normaal
zal kunnen accepteeren. Aan den anderen kant
zal men moeten toegeven, dat het buitenland
de Duitschers vrijwel tot deze wijze van doen
heeft genoodzaakt.
(Nadruk verboden.)
MET KNUPPELS, MESSEN EN
STEENEN
Bevolking door krankzinnige
opgezweept.
VELDSLAG MET DE POLITIE.
CHERIBON, 6 Oct. (Aneta). Het Binnen-
landsch Bestuur kreeg gisteravond bericht
dat in de desa Nangerang, nabij Mandiran-
tjang. door het volk verzet was gepleegd te
gen de desapolitie.
De Resident van Cheribon, de heer Bitter,
de patih van Koeningan en de wedana van
Tjilimoes. begaven zich onmiddellijk met 22
man veldpolitie onder leiding van den depar
tementscommandant Blogg. derwaarts.
Ter plaatse aangekomen bleek, dat de ver
zetslieden wrderop waren getrokken, waarna
de achtervolging begon.
Plotseling werd de politie aangevallen door
circa 40 man, gewapend met knuppels, mes
sen en steenen.
De politie verdeelde zich in drie partijen,
waarna een charge werd uitgevoerd, waarbij
een der verzetslieden werd gedood, zes verzets
lieden, drie agenten en viif mannen der desa
politie werden gewond, 22 verzetslieden zijn
gearresteerd, de rest heeft zich in een bosch
teruggetrokken
Nader bleek de aanstichter, zekere Rasja,
door hooge koortsen aan een acute verstands
verbijstering te lijden. Zijn neef zocht gene
zing bij den bekenden kyahi van Ploembon.
Deze adviseerde den krankzinnige zooveel
mogelijk in alles tegemoet te komen.
Eerste verzette Rasja zich tegen de desa
politie en de familie deed daaraan dadelijk
mede. omdat zij uitging van de gedachte dat
Rasja niet gewoon krankzinnig was. doch
met- bovennatuurlijke vermogens toegerust en
dat zijn bevelen dienden te worden gehoor
zaamd.
In enkele uren hadden zich eenige tien
tallen familieleden bij het verzet aangeslo
ten.
O.a. had men de gedachte dat. indien het
huis van Rasja in brand zou worden gesto
ken. dat in een kraton zou veranderen. Zoo
ver is het niet gekomen. Wel is den doros-
geestelijke gevraagd vele geiten te slachten
voor een grooten slamatan. De familie ging
naar een vijver, gelegen buiten de kampong,
waar zij van den krankzinnige bevel kreeg
gemeenschappelijk te baden. Daar trof de in
middels aangekomen veldpolitie de menigte
aan. die werd gesommeerd rustig naar huis
te gaan, waarop de waanzinnige met zijn fa
milie tot den aanval overging, met steenen
en knuppels.
Twaalf hunner werden in een gevecht van
man tegen man overmeesterd, drie werden
licht gewond.
De krankzinnige werd zelf op den grond
liggend aangetroffen met "n zeer zwakke pols
uitwendig was hij ongedeerd. Bij het trans
port naar het ziekenhuis is de man overle
den. Een deel van de volgelingen vluchtte,
veertien hunner werden in den loop van den
morgen gearresteerd.
De wonden, die de mannen der veldpolitie
en desapolitie bekwamen zijn zeer licht.
De bevolking van de andere desa's is zeer
rustig.