Keukengeheimen
De Vrouw in de XXe eeuw.
ABR. MEIJER
WOLLEN SOKKEN
HET LEECE HUIS.
DONDERDAG 26 OCTOBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
8
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Het zijn onze kleine meiskes weer eens die
aan de beurt zijn met een paar alleraardig
ste warme wintermanteltjes.
No. 3lz: snoezig manteltje voor meisjes van
8 tot 10 jaar van fluweel. De halsafwerking
is bijzonder aardig en tegelijk practisch. De
manchetjes zijn van bont, evenals het einde
van de slip.
Benoodigd: 2 Meter van 130 c.M. breedte
of 4 Meter van 90 c.M.
No. 313: keurige mantel voor meisjes van
10 tot 14 jaar. De schouderkapjes, de dubbele
rij" knoopen en de mooie bontkraag geven het
manteltje iets moderns, zoodat onze aanko
mende bakvischjes hem graag en met plezier
aan zullen trekken.
Benoodigd: 2.50 Meter van 130 c.M. breed.
Beide patronen zijn tegen den prijs van
45 ets. per stuk te verkrijgen bij de „Afldee-
llng Knippatronen" van de Uitgeversmaat
schappij: „De Mijlpaal" postbox 175 te Am
sterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag, dat kan worden voldaan in
postzegels, per postwissel of wel per post
giro 41632.
De lezeressen worden vriendelijk verzocht
naast het nummer van het patroon, ook de
verlangde maat, d.w.z. boven-, taille- en heup
wijdte, benevens den leeftijd van het meisje
voor wie het patroontje bestemd is op te
geven.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te
vermelden. Men voorkomt daarmee onnoo-
dige vertraging in de toezending.
SCHOONHEIDSMIDDELTJES
VOOR IEDEREEN.
Mooie armen en handen
Een mooie vrouwenarm is glad en rond,
Aan den bovenarm mogen de spieren niet al
te duidelijk te voorschijn komen. Lichamelij
ke arbeid is geenszins schadelijk voor de
schoonheid van den arm. Door doelmatige
sport kan men een dunnen, onontwikkelden
arm krachtiger maken. Is dit niet mogelijk,
dan moeten dagelijks gedurende tien minu
ten arm-oefeningen gemaakt worden.
Ruwe, roode armen worden met water ge
borsteld, daarna met olie ingewreven en ge
masseerd. Door het borstelen verdwijnen ook
langzamerhand de witte vlekken van den
huid. Na het wrijven moeten ze regelmatig
goed ingevet worden.
De okselholten worden het beste met azijn
water gewasschen. Harde en ruwe ellebogen
maakt men zacht door ze iederen avond goed
in te vetten voor het slapen gaan.
Aan de handenverzorging moet men een
weinig meer moeite besteden. Men weet niet
welk een groote uitdrukkingskracht in mooie
handen ligt.
De meeste keukenzeep is ongeschikt, om
er onze handen mee te wasschen, daar ze
niet genoeg vet bevat. De waarde van zeep
wordt bepaald door de oliën en vetten die er
zich in bevinden, niet door den reuk. Een
goed middel voor handenverzorging is een
mengsel van gelijke deelen citroensap en
glycerine. Hiermee worden de handen na het
wasschen ingewreven.
Voor heel ruwe handen voldoet een meng
sel van glycerine en amandelolie zeer goed.
Springen de handen gemakkelijk, dan laat
men zoo af en toe eens wat honing in de
huid trekken of 'men bestrijkt ze na het dro
gen met havermout. Zeer aanbevelenswaardig
is het volgende:
Men overgiet een eetlepel havermout met
kokend wat«r en daarin wascht men de han
den.
Wie koude, roode handen heeft, moet zor
gen voor een goede bloedcirculatie. Voor voch
tige handen zijn de zoogenaamde „wisselba
den" (achter elkaar in koud en warm water
wasschen) uitstekend.
GROOTE HOUTSTRAAT 16
collectie is geheel volledig.
Wij brengen een enorme
keuze in
EFFEN EN FANTASIE SOKKEN
van diverse fabrikaten. Ook
speciaal
HOLLANDSCH FABRIKAAT
Prijzen van af f 0,75
ABR. MEIJER KWALITEIT
(Adv. lngez. Med.)
Het huis naast ons staat leeg. Een week
geleden zijn de bewoners vertrokken en wan
neer het nu een mooie dag is, komen er iedere
keer nieuwsgierigen, die eens even moeten
zien, hoe dat huis nu wel is ingericht.
Daar komt een oud paartje aanschuifelen:
ze ondersteunen elkaar en houden stil voor
een bordje waarop in kleine schrijfletters alle
hoedanigheden op een papiertje staan ver
meld. Maar natuurlijk kunnen zij het niet
lezen, zoodat ze voorzichtig het hekje open
doen en het betegelde paadje naar de voor
deur opgaan. Als ze daarna naar de ramen
willen, blijkt het tuinpad dik met grint be
strooid te zijn, en dat schrikt hen af, zoodat
ze langzaam en zoo nu eens omkijkend, weer
verdwijnen. Eigenlijk, bedenken ze, is het
toch niets meer voor hen om nu nog te ver-
huizeh.
Daar nadert een ander paar de man is wit
van haar en van een zekere deftigheid, zijn
vrouw is heel wat jonger en zeer kordaat.
Zij gaat resoluut het paadje op en bepraat
met luider stemme en zonder om te. zien het
huis en de straat, terwijl hij er wat gegeneerd
achteraan loopt.
Ze gluurt overal binnen, maakt zeer luide
haar opmerkingen, en het schuchter gelan
ceerde van hem: „wees toch wat stil, bij de
buren staan alle ramen open" heeft niet de
minste invloed op haar woordenrijkdom.
Tenslotte staat hij allang weer bij het hek
je, en zou wel weg willen kruipen, als zij nog
steeds op inspectie is en haar belangrijke
meening aan den volke verkondigt.
Dan rijdt er een enorme auto voor, waar
uit een familie stapt, die evengoed uit drie
als uit vijf gezinnen kon bestaan: eenige
struische vrouwen, een paar groote en kleine
kinderen, een jongmensch, een oude heer,
een coquet, oudachtig juffrouwtje er is
geen pijl op te trekken. Ze doen druk, ze
roepen tegen elkaar, maken elkaar op alles
attent, de vrouwen verbieden de kinderen
doorloopend en als ze weg zijn gegaan heeft
niemand begrepen, en zij zelf vermoedelijk
evenmin, waarom ze eigenlijk gekomen zijn.
Eindelijk komen we dan toch in verruk
king want er dwaalt een paartje den tuin in,
dat duidelijke trouwplannen Heeft en nu een
huis zoekt. We worden er allemaal vertee-
derd van: zoo'n jong stelletje, wat zou dat
leuk zijn, en we stellen ons de idylle al voor:
natuurlijk wuiven ze iederen dag tot ze elkaar
niet meer zien kunnen, als hij naar zijn werk
gaat, en wat zullen we haaf allemaal met
raad en daad bijstaan in die eerste onerva
ren maanden van het huishoudentje.
Maar de aanstaande bruidegom is blijk
baar slecht te spreken, hij deelt het enthou
siasme van het meisje allerminst, en tenslotte
blijft hij alleen staan mokken, terwijl zij ver
der, rondkijkt.
Nee, dat wondt niets, dat begrijpen we al
lang.
Twee oude dames verschijnen op een dag
met een veel jongeren heer, die hun blijk
baar advies moet geven. Ze knikken goedig
bij alles wat het jongmensch, dat de wijsheid
in pacht meent te hebben, met zijn geaf
fecteerde stem opmerkt, maar blijkbaar ne
men ze hem niet geheel en al „au serieux",
wat misschien maar goed is ook.
En wanneer deze weg zijn komt er luid ka
kelend een troepje kinderen elkaar door het
tuinhekje dringen. Een leeg huis, dat is fijn,
daar is meestal nog wel iets van hun gading
te vinden: een sohroefdop, een verroeste sleu
tel, een paar eindjes hout, prachtprojectielen
voor het afmikken van kastantjes, en top
punt van verrukkking drie afgevallen pe
ren die totaal oneetbaar zijn.
Maar als je met je vijven drie peren wilt
verorberen, is er maar éen enkele mogelijk
heid: ruzie! Als het geschreeuw en getier op
zijn hoogtepunt is, bemoeien de buren zich
er mee en jagen het heele stelletje, kinderen,
peren en al, den tuin uit.
En nu vragen wij ons af, wat de eerstvol
gende mooie herfstdag voor belangstellenden
voor het leege huis zal brengen. E. E. J.P,
EEN TRUITJE MET HALVE
MOUWEN.
Tot aan de elle
boog reikende hal
ve mouwen .zooals
ze op de teekening
van het truitje aan
gegeven staan, zul
len van den winter
veel gedragen wor
den; ook de hooge
ronde hals wordt
veel meer gezien
dan de vroegere
puntige halsuitsnij
dingen, terwijl de
meeste truitjes bo
vendien weer lan
ger worden, zoodat
ze als van ouds met
een ceintuurtje
over den rok ge
dragen. worden. De
heele mode wordt
ingewikkelder, en
ook voor fruitjes komt men er op het oogen-
blik niet met een diagram te geven, dat de
breister maar tennaastenbij hoeft a te vol
gen om een behoorlijk zittend truitje te ver
krijgen. Wil men bijgaand truitje nabreien
en het idee is aardig genoeg! dan doet men
het beste met de huisnaaister te vragen even
een papieren patroon te knippen, tenzij men
dat zelf kan natuurlijk; het is de bedoeling,
dat het truitje in het middel even getailleerd
wordt, op den linkerschouder gesloten met
een paar knoopen en lussen of met druk
knoopjes, en dat de mouwen glad worden
aangezet en naar onderen toe wijd uitloopen.
waar ze op een nauwe gebreide band worden
gehecht, of op elastiek geregen.
De aardigste kleurencombinatie is donker
blauw, rood en wit: donkerblauw voor het
onderste gedeelte van de trui en het boven
ste van de mouwen, rood voor de smalle stre
pen daar even boven, en wit voor de heele
trui. Daarbij wordt dan een witte leeren cein
tuur gedragen. Vindt men dat vele wit te be
smettelijk hoewel het ook in den winter
heel fleurig kan staan dan zijn er genoeg
andere kleurencombinaties uit te denken:
zwart voor de breede strepen, geel voor de
smalle, en zilvergrijs voor de heele trui, of
drie bij elkaar passende nuances van één
tint, bijvoorbeeld in bruin of groen, en dan
gedragen op een rok in de middelste of de
donkerste tint.
De trui is het aardigst, als hij gewoon recht
gebreid wordt; om te voorkomen dat de on
derkant gaat krullen breit men de eerste tien
pennen aan beide kanten recht. Om den hals
af te werken maakt men een aan beide kan
ten recht gebreide smalle bies, die later glad
aangenaaid wordt met een draad van de wol.
W. T.
HET COMPLèT BLIJFT MODERN!
Compléts zijn altijd elegant. Bijgaande tee
kening toont een bijzonder apart model. De
japon is van zwart zijden crêpe of marocain
met rood en beige kleurige bloempjes. Deze
stof heeft geen garneering noodig. De taille
heeft, naar den hals toe, een spits uitloopen-
de pas, die zich herhaalt in den rok. Een
smal rood fluweelen lint doet dienst als cein
tuur.
De strenglijnige jas van wollen beige dia-
gonaalstof is sterk getailleerd. Heel apart
zijn de revers van hetzelfde materiaal der
japon. Ze moeten heel soepel vallen. Op de
mouwen herhalen zich de manchetten van
hetzelfde materiaal der japon.
"ri~v"~f rS""v"»~9 'I*
Warme griesmeelpudding met bessensap-
saus (4 pers.) 1/2 L. melk, 80 gr. griesmeel,
80 gr. suiker. 2 eieren, 2 lepels boter, 1/4 stok
je vanille, 1/2 ons rozijnen, paneermeel, 2
d.L. bessensap, 2 d.L. water, 1 stukje pijp
kaneel, 15 gr. aardappelsago, 30 gr. suiker.
Maak op de gewone wijze een dikke gries-
meelpap, laat het vanillestokje meekoken
Roer er de boter door en van het vuur af,
voorzichtig de met de suiker geroerde ei
dooiers en de gewasschen rozijnen. Verwijde?
de vanille en vermeng de massa luchtig met
de zeer stijf geslagen eiwitten. Wrijf een
warmen puddingvorm met boter in, bestrooi
hem met paneermeel en vul hem met de
puddingmassa, zóó echter, dat de vorm slechts
3/4 gevuld is. Sluit den vorm, kook de pud
ding in een pan met kokend water geduren
de 11/2 uur; stort hem op eeen verwarmden
schotel. Breng, voor de saus, de bessensap
met het water en de pijpkaneel aan den
kook, voeg de suiker toe en bind het vocht
met de met koud water aangemengde aard
appelsago. Verwijder de pijpkaneel en pre
senteer de warme bessensapsaus in een saus
kom bij de warme pudding.
Dezer dagen meldde Reuter uit Kairo, dat
voor het eerst aan een vrouwelijk advocaat in
Egypte Naima el Ayoubi verlof was gegeven,
voor de rechtbank te pleiten. Geruimen tijd
hadden de autoriteiten overwogen of aan een
Mohammedaansch meisje hiertoe toestemming
kon worden verleend. Bewijs, dat de ontvoog
ding der Egyptische in langzaam tempo ge
schiedt, maar nog in de opgaande lijn ver
keert: Reeds in 1926 lazen we in l'Egyptienne:
„Elk jaar neemt het aantal toe van de jonge
meisjes, die de cursussen volgen van de Fran-
sche Rechtsschool te Kairo. In 1923 waren het
er 5 a 6, waarbij sedert een Mohammedaan-
sche is gekomen. Madame Bernard was onge
veer 14 jaar geleden de eerste advocate bij de
gemengde balie in Egypte". Dus een 20 jaar
later wordt pas de eerste Mohammedaansche
toegelaten bij de balie. Toch is de vrouwen
beweging in Egypte reeds begonnen in de 19e
eeuw, doch de laatste 15 jaren werden de mees
te vorderingen gemaakt.
We weten, dat de Egyptische vrouw in de
oudheid een zeer voorname plaats innam. Niet
alleen waren er koninginnen, maar in de
dagen van Toet-Ankh-Amen was zij nog meer
dan haar echtgenoot van koninklijk ras, en
wanneer zij kon zeggen, dat zij van goddelijke
afkomst was, dochter van de zon, nam de
koning naast haar slechts de tweede plaats
in. Ook in het burgerlijk leven was de positie
der Egyptische veel gunstiger dan thans die
van menige ontvoogde vrouw in het Westen.
Zij leefde op voet van gelijkheid met haar
echtgenoot, de maritale macht bestond niet
in Egypte, zij mocht haar eigen goederen be-
heeren, de kinderen kregen vaak den naam der
moeder; en toch kan men uit tal van beelden
groepen en schilderingen constateeren dat het
familieleven gezond en goed was, de verhou
ding der echtgenooten teeder, al was er geen
heer en meester. Het was er ons echter slechts
om te doen, erop te wijzen, wat de Egyptische
vrouw in den loop der tijden verloor en hoe ze
bezig is, dit alles thans te heroveren.
In Egypte is de vrouwenbeweging in de eer
ste plaats door enkele mannen met sterk
rechtsgevoel begonnen. Zoo gaf o.a. een krach-
i tigen stoot de verschijning van een werk van
De vrouw in Egypte.
Kassem Bei Anim over „De Emancipatie der
Vrouw" in 1896. Een campagne tegen hem
ontketenend kon de kern van zijn betoog niet
dooden, en juist toen de beweging begon te
verflauwen kwam weer een nieuwe aanval in
1906 in den vorm van een twintigtal artikelen
van Abd el Hamid, onder den titel: „Eenige
woorden over de Vrouw". Na dien zijn de
woordvoerders voor de vrouw in aantal en
kracht toegenomen en van veel beteekenis was
zeker het weekblad El Lefour (Ten gunste van
de afschaffing van den sluier) dat zeven jaar
lang verscheen en grooten invloed oefende op
de samenleving.
Beslissend voor de toekomstige ïfiaats dei-
vrouw was de omwenteling van Maart 1919, die
schoon schip maakte wat betreft oude voor-
oordeelen en den vrouwen de gelegenheid
bood naast de mannen te strijden voor de ge
meenschappelijke taak, zooals de vrouwen dat
deden in Rusland, Polen, overal waar onder
drukking of nationaal ontwaken het eenheids
gevoel versterkte en de mannen in de mede
strijdsters de kameraden leerden zien, die dus
ook het recht hadden het saamverworvene te
deelen. De hervorming in de kleeding speelde
ook haar rol en tal van mannen en vrouwen,
zelfs van koninklijken bloede werkten voor de
ontvoogding der vrouw. Het is niet mogelijk
alle namen te noemen.
De ontwikkelingsgelegenheid welke vroeger
slechts bestond voor de vrouwen uit de eerste
kringen, die evenals de Turksche door gouver
nantes uit het westen de Westersche cultuur
leerden kennen en waardeeren. werd mede ge
opend voor de vrouw uit de middenklasse, die
onderwijs ontving aan de openbare school,
waar veel waarde werd gehecht aan lichaams
oefeningen, hygiëne, staathuishoudkunde, zui
gelingenverzorging en studie der natuur. En
ontwikkeling is een der factoren, die den
mensch den weg naar vrijheid wijst. Daarbij is
de Egyptische intelligent en begaafd ook op
kunstgebied, zoodat met het verdwijnen van
de haremtoestanden nieuwe behoeften werden
geschapen, welke zij door woord en daad
trachtte bevredigd te krijgen.
Merkwaardig is het, hoe ook hier de vrouw
het eerst bij het onderwijs haar openbaar ar
beidsveld begon. Een der meest teekenende
daden van wijlen Malika Hanem was haar
keuze van het onderwijs als beroep.
Zij was een der eerste meisjes uit de ge
goede Egyptische families, die zich wijdde aan
het onderwijs, welk beroep tevoren slechts
werd uitgeoefend door meisjes uit de heffe des
volks zonder eenige beschaving. Dat de in
vloed van de beschaafde vrouw hier van be
lang was spreekt vanzelf. Bovendien heeft zij
door haar artikelen de vrouwenbeweging voor-
uitgebracht. Een andere voorgangster die ver
melding verdient, is dr. Galila, de eerste vrou
welijke arts in Egypte. Eerst in 1925 schijnt
men de beteekenis van vrouwelijke artsen te
zijn gaan beseffen; toen werd een groep
Egyptische meisjes naar Engeland gezonden,
om op staatskosten te studeeren. Allen slaag
den voor het toelatingsexamen voor de medi
sche school van de Universiteit te Londen. Iets
later verscheen het bericht, dat deze vrouwe
lijke studenten zich hadden aangemeld als lid
van de Egyptische club te Londen, maar haar
mannelijke landgenooten weigerden haar den
toegang. Daarop wendden zij zich tot het par
lement van haar land, dat te haren gunste be
sliste. De weigering moest worden ingetrokken.
Tegelijk met het bericht over de eerste
vrouwelijke advocaat voor de inlandsche recht
bank, meldde Jus Suffragii het slagen van de
eerste vrouwelijke tandarts aan de tandartsen-
school te Kairo.
Op het gebied van beroepsarbeid trof ons
nog in het bijzonder het bericht omtrent
Helana Abdel Malek uit Tantah, een soort
katoenkoningin, die in 1895 op 20-jarigen
leeftijd reeds voor eigen rekening in katoen
begon te handelen. Voor de Vrijmaking der
vrouw deed voorts veel de Union féministe
égyptienne, die met een geheel hervormings
plan kwam, terwijl onder de bladen, die in
ruime mate gastvrijheid verleenden aan de
vrouwenbeweging El Guarida moet worden ge
noemd. Reeds in 1923 ontmoetten we te Rome
op het Vrouwenkiesrechtcongres een paar
Egyptische strijdsters, charmant van uiterlijk,
en uitnemende spreeksters met veel energie.
We moeten ons beperken, maar hopen te heb
ben aangetoond, dat zonder dat men hoort
van Egyptische suffragettes, de vrouwenbewe
ging m Egypte geleidelijk veld wint en de
Egyptische die zulk een belangrijke plaats in
nam in de samenleving in het verleden, op
den goeden weg is het verloren paradijs te
heroveren.
EMMY J. B.
Macaroni met saucijsjes (4 personen): 2
ons macaroni, 2 ons kleine saucijsjes, 2 lepels
boter, peper, nootmuscaat, paneermeel.
Breek de macaroni in kleine stukjes, kook
ze in ruim kokend water en zout (J lepel zout
per L. water) gaar en zacht, ongeveer een
half uur, giet het water af en laat de macaro
ni eeen kwartiertje stoven met een kluitje
boter. Maak de rest van de boter in een ijze
ren pannetje heet en bak de gewasschen en
met peper, nootmuskaat en paneermeel be
strooide saucijsjes zachtjes erin gaar <15
minuten), neemt ze uit de pan en maak de jus
af met een weinig water. Stapel de saucijs
jes in het midden van een verwarmde scho
tel, leg er een rand macaroni om heen 3 en
overgiet het geheel met de jus.
Savoyekool „au gratin" (4 personen)1
middelmatig groote savoyekool, 1 ons ge
raspte oude of Gruyère kaas, 1 ons boter, 1
lepel paneermeel.
Maak de kool schoon, snijd ze in stukken,
kook deze in kokend water met zout gaar en
hak of maal ze fijn. Leg laag om laag in een
met boter besmeerden diepen vuurvasten
schotel eerst een deel van de kool, daarop
wat van de geraspte kaas en vervolgens eeni
ge klontjes boter; herhaal dit, tot alles is
opgebruikt, maar zorg, dat de laatste laag be
staat uit geraspte kaas, waardoor een lepel
paneermeel is geroerd. Leg bovenop nog een
paar klontjes boter en zet den schotel in den
oven tot de inhoud door en door heet en
het korstje mooi bruin is geworden (2o a 30
minuten).
C. F.
tf V1- m r
Robbie is een egoïst.
Ik had bijna geschreven: een „kleine"
egoïst. Robbie is namelijk pas acht jaar en
heeft dus nog alle recht op het praedicaat
klein. Maar als egoïstNee, dan is hij niet
klein. Robbie is een gróóte egoïst.
De heele wereld draait om hem, alles is er,
iedereen is er om hem het leven zoo aange
naam mogelijk te maken. Ik geloof niet, dat hij
nog ooit naar het verlangen van iemand
anders geïnformeerd heeft. Als hij zich een
keer naar zoo'n verlangen moet schikken dan
brult hij huizenhoog en voelt hij zich belee-
digd en te kort gedaan.
Ellendig voor dien jongen zelf, denk je al
gauw. Als hij zoo blijft wat een leeg leven
zal hij dan hebben. Alles voor zich zelf en
als dat niet gaat dan verbittering en nijd.
Zou je hem niet een beetje humaner, een
beetje liefdevoller kunnen maken? Je doet een
paar schuchtere pogingen, die op niets uit
loopen.
De pogingen worden intenser als je eigen
egoïsme er bij in het spel komt. Immers met
zoo'n egoïst als Robbie moet iedereen wel
botsen. En om je eigen zin door te zetten wil
je hem dan het geluk van het „offer-brengen"
leeren kennen.
Als ik bij Robbie logeer legt hij beslag op
mijn tijd. „Vanmorgen kom je mij uit school
halen, vanmiddag gaan we uit, vanavond doen
we spelletjes". Als ik mij bij die dagverdeeling
niet neer kan leggen volgen er hevige protes
ten. Maar als de protesten niet baten, moet hij
zich wel schikken. „Maar dan breng je mij
morgenochtend naar school", zegt hij.
En dat beloof ik.
Ik ben dien avond laat thuis gekomen, heb
niet al te best geslapen wat heerlijk is het
's morgens om half acht in bed! Maar daar ver
schijnt Robbie. „Je brengt me naar school,
hè?"
„Natuurlijk", zeg ik weinig enthousiast,' „ik
heb het beloofd".
Hij stapt bij me in bed. stapt er weer uit,
gooit een raam open. holt door de kamer,
kortom doet allemaal dingen die je geweldig
hinderen als je nog wat slapen wilt.
Ten slotte komt hij weer naast me in bed
zitten. Hij zit werkelijk even stil.
„Hoe laat sta je op?" vraagt hij. „Ik moet
om kwart voor negen weg".
Dan waag ik de poging. Ik word paedagoog
omdat ik nog zoo graag wat slapen wil.
„Vindt je het werkelijk zoo leuk als ik je
wegbren'g?"
„Je hebt het beloofd", schreeuwt Robbie, die
denkt dat ik de belofte in wil trekken.
„Ja, ik heb het beloofd en daarom zal ik het
ook doen. Maar jij zou kunnen zeggen: 't hoeft
niet, hoor, blijf jij maar lekker nog wat slapen,
je bent zoo laat naar bed gegaan, je zal nog
wel moe zijn. En dan zou je vast erg vroolijk
naar school gaan omdat je zoo aardig voor me
was geweest".
Robbie schatert. Hij ziet direct waaruit al
deze schoone woorden voortkomen.
„Als ze dat tegen mij zeiden", zegt hij
lachend, „zou ik zeggen: o, nee, Robbie, ik
kan best opstaan, hoor, ik kan er wel tegen,
ik ben heelemaal niet lui. Ik breng je toch
naar school".
En dannou, dan kan ik ook niet anders
doen dan lachen en ik sta op om Robbie ten
minste dit goede voorbeeld te geven dat je
moet doen wat je beloofd hebt. Te hopen dat
hij er iets aan heeft.
Ik breng hem naar school. Maar na tien
stappen komt hij zijn vriendjes tegen, leden
van de „bandietenclub" en daar holt hij mee
vooruit. Het is mijn eer te na om hem terug te
roepen.
Gelukkige is het mooi weer en gezellig druk
in de straten. Misschien is het ook wel goed
zoo'n morgenwandelingetje. Het is dan nog
frisch en allicht doe je wat wijsheid op.
BEP OTTEN.