Keukengeheimen De Vrouw in de XXe eeuw. ABR. MEIJER WOLLEN SOKKEN HET LEECE HUIS. DONDERDAG 26 OCTOBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 8 ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Het zijn onze kleine meiskes weer eens die aan de beurt zijn met een paar alleraardig ste warme wintermanteltjes. No. 3lz: snoezig manteltje voor meisjes van 8 tot 10 jaar van fluweel. De halsafwerking is bijzonder aardig en tegelijk practisch. De manchetjes zijn van bont, evenals het einde van de slip. Benoodigd: 2 Meter van 130 c.M. breedte of 4 Meter van 90 c.M. No. 313: keurige mantel voor meisjes van 10 tot 14 jaar. De schouderkapjes, de dubbele rij" knoopen en de mooie bontkraag geven het manteltje iets moderns, zoodat onze aanko mende bakvischjes hem graag en met plezier aan zullen trekken. Benoodigd: 2.50 Meter van 130 c.M. breed. Beide patronen zijn tegen den prijs van 45 ets. per stuk te verkrijgen bij de „Afldee- llng Knippatronen" van de Uitgeversmaat schappij: „De Mijlpaal" postbox 175 te Am sterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden voldaan in postzegels, per postwissel of wel per post giro 41632. De lezeressen worden vriendelijk verzocht naast het nummer van het patroon, ook de verlangde maat, d.w.z. boven-, taille- en heup wijdte, benevens den leeftijd van het meisje voor wie het patroontje bestemd is op te geven. Gelieve verder naam en adres duidelijk te vermelden. Men voorkomt daarmee onnoo- dige vertraging in de toezending. SCHOONHEIDSMIDDELTJES VOOR IEDEREEN. Mooie armen en handen Een mooie vrouwenarm is glad en rond, Aan den bovenarm mogen de spieren niet al te duidelijk te voorschijn komen. Lichamelij ke arbeid is geenszins schadelijk voor de schoonheid van den arm. Door doelmatige sport kan men een dunnen, onontwikkelden arm krachtiger maken. Is dit niet mogelijk, dan moeten dagelijks gedurende tien minu ten arm-oefeningen gemaakt worden. Ruwe, roode armen worden met water ge borsteld, daarna met olie ingewreven en ge masseerd. Door het borstelen verdwijnen ook langzamerhand de witte vlekken van den huid. Na het wrijven moeten ze regelmatig goed ingevet worden. De okselholten worden het beste met azijn water gewasschen. Harde en ruwe ellebogen maakt men zacht door ze iederen avond goed in te vetten voor het slapen gaan. Aan de handenverzorging moet men een weinig meer moeite besteden. Men weet niet welk een groote uitdrukkingskracht in mooie handen ligt. De meeste keukenzeep is ongeschikt, om er onze handen mee te wasschen, daar ze niet genoeg vet bevat. De waarde van zeep wordt bepaald door de oliën en vetten die er zich in bevinden, niet door den reuk. Een goed middel voor handenverzorging is een mengsel van gelijke deelen citroensap en glycerine. Hiermee worden de handen na het wasschen ingewreven. Voor heel ruwe handen voldoet een meng sel van glycerine en amandelolie zeer goed. Springen de handen gemakkelijk, dan laat men zoo af en toe eens wat honing in de huid trekken of 'men bestrijkt ze na het dro gen met havermout. Zeer aanbevelenswaardig is het volgende: Men overgiet een eetlepel havermout met kokend wat«r en daarin wascht men de han den. Wie koude, roode handen heeft, moet zor gen voor een goede bloedcirculatie. Voor voch tige handen zijn de zoogenaamde „wisselba den" (achter elkaar in koud en warm water wasschen) uitstekend. GROOTE HOUTSTRAAT 16 collectie is geheel volledig. Wij brengen een enorme keuze in EFFEN EN FANTASIE SOKKEN van diverse fabrikaten. Ook speciaal HOLLANDSCH FABRIKAAT Prijzen van af f 0,75 ABR. MEIJER KWALITEIT (Adv. lngez. Med.) Het huis naast ons staat leeg. Een week geleden zijn de bewoners vertrokken en wan neer het nu een mooie dag is, komen er iedere keer nieuwsgierigen, die eens even moeten zien, hoe dat huis nu wel is ingericht. Daar komt een oud paartje aanschuifelen: ze ondersteunen elkaar en houden stil voor een bordje waarop in kleine schrijfletters alle hoedanigheden op een papiertje staan ver meld. Maar natuurlijk kunnen zij het niet lezen, zoodat ze voorzichtig het hekje open doen en het betegelde paadje naar de voor deur opgaan. Als ze daarna naar de ramen willen, blijkt het tuinpad dik met grint be strooid te zijn, en dat schrikt hen af, zoodat ze langzaam en zoo nu eens omkijkend, weer verdwijnen. Eigenlijk, bedenken ze, is het toch niets meer voor hen om nu nog te ver- huizeh. Daar nadert een ander paar de man is wit van haar en van een zekere deftigheid, zijn vrouw is heel wat jonger en zeer kordaat. Zij gaat resoluut het paadje op en bepraat met luider stemme en zonder om te. zien het huis en de straat, terwijl hij er wat gegeneerd achteraan loopt. Ze gluurt overal binnen, maakt zeer luide haar opmerkingen, en het schuchter gelan ceerde van hem: „wees toch wat stil, bij de buren staan alle ramen open" heeft niet de minste invloed op haar woordenrijkdom. Tenslotte staat hij allang weer bij het hek je, en zou wel weg willen kruipen, als zij nog steeds op inspectie is en haar belangrijke meening aan den volke verkondigt. Dan rijdt er een enorme auto voor, waar uit een familie stapt, die evengoed uit drie als uit vijf gezinnen kon bestaan: eenige struische vrouwen, een paar groote en kleine kinderen, een jongmensch, een oude heer, een coquet, oudachtig juffrouwtje er is geen pijl op te trekken. Ze doen druk, ze roepen tegen elkaar, maken elkaar op alles attent, de vrouwen verbieden de kinderen doorloopend en als ze weg zijn gegaan heeft niemand begrepen, en zij zelf vermoedelijk evenmin, waarom ze eigenlijk gekomen zijn. Eindelijk komen we dan toch in verruk king want er dwaalt een paartje den tuin in, dat duidelijke trouwplannen Heeft en nu een huis zoekt. We worden er allemaal vertee- derd van: zoo'n jong stelletje, wat zou dat leuk zijn, en we stellen ons de idylle al voor: natuurlijk wuiven ze iederen dag tot ze elkaar niet meer zien kunnen, als hij naar zijn werk gaat, en wat zullen we haaf allemaal met raad en daad bijstaan in die eerste onerva ren maanden van het huishoudentje. Maar de aanstaande bruidegom is blijk baar slecht te spreken, hij deelt het enthou siasme van het meisje allerminst, en tenslotte blijft hij alleen staan mokken, terwijl zij ver der, rondkijkt. Nee, dat wondt niets, dat begrijpen we al lang. Twee oude dames verschijnen op een dag met een veel jongeren heer, die hun blijk baar advies moet geven. Ze knikken goedig bij alles wat het jongmensch, dat de wijsheid in pacht meent te hebben, met zijn geaf fecteerde stem opmerkt, maar blijkbaar ne men ze hem niet geheel en al „au serieux", wat misschien maar goed is ook. En wanneer deze weg zijn komt er luid ka kelend een troepje kinderen elkaar door het tuinhekje dringen. Een leeg huis, dat is fijn, daar is meestal nog wel iets van hun gading te vinden: een sohroefdop, een verroeste sleu tel, een paar eindjes hout, prachtprojectielen voor het afmikken van kastantjes, en top punt van verrukkking drie afgevallen pe ren die totaal oneetbaar zijn. Maar als je met je vijven drie peren wilt verorberen, is er maar éen enkele mogelijk heid: ruzie! Als het geschreeuw en getier op zijn hoogtepunt is, bemoeien de buren zich er mee en jagen het heele stelletje, kinderen, peren en al, den tuin uit. En nu vragen wij ons af, wat de eerstvol gende mooie herfstdag voor belangstellenden voor het leege huis zal brengen. E. E. J.P, EEN TRUITJE MET HALVE MOUWEN. Tot aan de elle boog reikende hal ve mouwen .zooals ze op de teekening van het truitje aan gegeven staan, zul len van den winter veel gedragen wor den; ook de hooge ronde hals wordt veel meer gezien dan de vroegere puntige halsuitsnij dingen, terwijl de meeste truitjes bo vendien weer lan ger worden, zoodat ze als van ouds met een ceintuurtje over den rok ge dragen. worden. De heele mode wordt ingewikkelder, en ook voor fruitjes komt men er op het oogen- blik niet met een diagram te geven, dat de breister maar tennaastenbij hoeft a te vol gen om een behoorlijk zittend truitje te ver krijgen. Wil men bijgaand truitje nabreien en het idee is aardig genoeg! dan doet men het beste met de huisnaaister te vragen even een papieren patroon te knippen, tenzij men dat zelf kan natuurlijk; het is de bedoeling, dat het truitje in het middel even getailleerd wordt, op den linkerschouder gesloten met een paar knoopen en lussen of met druk knoopjes, en dat de mouwen glad worden aangezet en naar onderen toe wijd uitloopen. waar ze op een nauwe gebreide band worden gehecht, of op elastiek geregen. De aardigste kleurencombinatie is donker blauw, rood en wit: donkerblauw voor het onderste gedeelte van de trui en het boven ste van de mouwen, rood voor de smalle stre pen daar even boven, en wit voor de heele trui. Daarbij wordt dan een witte leeren cein tuur gedragen. Vindt men dat vele wit te be smettelijk hoewel het ook in den winter heel fleurig kan staan dan zijn er genoeg andere kleurencombinaties uit te denken: zwart voor de breede strepen, geel voor de smalle, en zilvergrijs voor de heele trui, of drie bij elkaar passende nuances van één tint, bijvoorbeeld in bruin of groen, en dan gedragen op een rok in de middelste of de donkerste tint. De trui is het aardigst, als hij gewoon recht gebreid wordt; om te voorkomen dat de on derkant gaat krullen breit men de eerste tien pennen aan beide kanten recht. Om den hals af te werken maakt men een aan beide kan ten recht gebreide smalle bies, die later glad aangenaaid wordt met een draad van de wol. W. T. HET COMPLèT BLIJFT MODERN! Compléts zijn altijd elegant. Bijgaande tee kening toont een bijzonder apart model. De japon is van zwart zijden crêpe of marocain met rood en beige kleurige bloempjes. Deze stof heeft geen garneering noodig. De taille heeft, naar den hals toe, een spits uitloopen- de pas, die zich herhaalt in den rok. Een smal rood fluweelen lint doet dienst als cein tuur. De strenglijnige jas van wollen beige dia- gonaalstof is sterk getailleerd. Heel apart zijn de revers van hetzelfde materiaal der japon. Ze moeten heel soepel vallen. Op de mouwen herhalen zich de manchetten van hetzelfde materiaal der japon. "ri~v"~f rS""v"»~9 'I* Warme griesmeelpudding met bessensap- saus (4 pers.) 1/2 L. melk, 80 gr. griesmeel, 80 gr. suiker. 2 eieren, 2 lepels boter, 1/4 stok je vanille, 1/2 ons rozijnen, paneermeel, 2 d.L. bessensap, 2 d.L. water, 1 stukje pijp kaneel, 15 gr. aardappelsago, 30 gr. suiker. Maak op de gewone wijze een dikke gries- meelpap, laat het vanillestokje meekoken Roer er de boter door en van het vuur af, voorzichtig de met de suiker geroerde ei dooiers en de gewasschen rozijnen. Verwijde? de vanille en vermeng de massa luchtig met de zeer stijf geslagen eiwitten. Wrijf een warmen puddingvorm met boter in, bestrooi hem met paneermeel en vul hem met de puddingmassa, zóó echter, dat de vorm slechts 3/4 gevuld is. Sluit den vorm, kook de pud ding in een pan met kokend water geduren de 11/2 uur; stort hem op eeen verwarmden schotel. Breng, voor de saus, de bessensap met het water en de pijpkaneel aan den kook, voeg de suiker toe en bind het vocht met de met koud water aangemengde aard appelsago. Verwijder de pijpkaneel en pre senteer de warme bessensapsaus in een saus kom bij de warme pudding. Dezer dagen meldde Reuter uit Kairo, dat voor het eerst aan een vrouwelijk advocaat in Egypte Naima el Ayoubi verlof was gegeven, voor de rechtbank te pleiten. Geruimen tijd hadden de autoriteiten overwogen of aan een Mohammedaansch meisje hiertoe toestemming kon worden verleend. Bewijs, dat de ontvoog ding der Egyptische in langzaam tempo ge schiedt, maar nog in de opgaande lijn ver keert: Reeds in 1926 lazen we in l'Egyptienne: „Elk jaar neemt het aantal toe van de jonge meisjes, die de cursussen volgen van de Fran- sche Rechtsschool te Kairo. In 1923 waren het er 5 a 6, waarbij sedert een Mohammedaan- sche is gekomen. Madame Bernard was onge veer 14 jaar geleden de eerste advocate bij de gemengde balie in Egypte". Dus een 20 jaar later wordt pas de eerste Mohammedaansche toegelaten bij de balie. Toch is de vrouwen beweging in Egypte reeds begonnen in de 19e eeuw, doch de laatste 15 jaren werden de mees te vorderingen gemaakt. We weten, dat de Egyptische vrouw in de oudheid een zeer voorname plaats innam. Niet alleen waren er koninginnen, maar in de dagen van Toet-Ankh-Amen was zij nog meer dan haar echtgenoot van koninklijk ras, en wanneer zij kon zeggen, dat zij van goddelijke afkomst was, dochter van de zon, nam de koning naast haar slechts de tweede plaats in. Ook in het burgerlijk leven was de positie der Egyptische veel gunstiger dan thans die van menige ontvoogde vrouw in het Westen. Zij leefde op voet van gelijkheid met haar echtgenoot, de maritale macht bestond niet in Egypte, zij mocht haar eigen goederen be- heeren, de kinderen kregen vaak den naam der moeder; en toch kan men uit tal van beelden groepen en schilderingen constateeren dat het familieleven gezond en goed was, de verhou ding der echtgenooten teeder, al was er geen heer en meester. Het was er ons echter slechts om te doen, erop te wijzen, wat de Egyptische vrouw in den loop der tijden verloor en hoe ze bezig is, dit alles thans te heroveren. In Egypte is de vrouwenbeweging in de eer ste plaats door enkele mannen met sterk rechtsgevoel begonnen. Zoo gaf o.a. een krach- i tigen stoot de verschijning van een werk van De vrouw in Egypte. Kassem Bei Anim over „De Emancipatie der Vrouw" in 1896. Een campagne tegen hem ontketenend kon de kern van zijn betoog niet dooden, en juist toen de beweging begon te verflauwen kwam weer een nieuwe aanval in 1906 in den vorm van een twintigtal artikelen van Abd el Hamid, onder den titel: „Eenige woorden over de Vrouw". Na dien zijn de woordvoerders voor de vrouw in aantal en kracht toegenomen en van veel beteekenis was zeker het weekblad El Lefour (Ten gunste van de afschaffing van den sluier) dat zeven jaar lang verscheen en grooten invloed oefende op de samenleving. Beslissend voor de toekomstige ïfiaats dei- vrouw was de omwenteling van Maart 1919, die schoon schip maakte wat betreft oude voor- oordeelen en den vrouwen de gelegenheid bood naast de mannen te strijden voor de ge meenschappelijke taak, zooals de vrouwen dat deden in Rusland, Polen, overal waar onder drukking of nationaal ontwaken het eenheids gevoel versterkte en de mannen in de mede strijdsters de kameraden leerden zien, die dus ook het recht hadden het saamverworvene te deelen. De hervorming in de kleeding speelde ook haar rol en tal van mannen en vrouwen, zelfs van koninklijken bloede werkten voor de ontvoogding der vrouw. Het is niet mogelijk alle namen te noemen. De ontwikkelingsgelegenheid welke vroeger slechts bestond voor de vrouwen uit de eerste kringen, die evenals de Turksche door gouver nantes uit het westen de Westersche cultuur leerden kennen en waardeeren. werd mede ge opend voor de vrouw uit de middenklasse, die onderwijs ontving aan de openbare school, waar veel waarde werd gehecht aan lichaams oefeningen, hygiëne, staathuishoudkunde, zui gelingenverzorging en studie der natuur. En ontwikkeling is een der factoren, die den mensch den weg naar vrijheid wijst. Daarbij is de Egyptische intelligent en begaafd ook op kunstgebied, zoodat met het verdwijnen van de haremtoestanden nieuwe behoeften werden geschapen, welke zij door woord en daad trachtte bevredigd te krijgen. Merkwaardig is het, hoe ook hier de vrouw het eerst bij het onderwijs haar openbaar ar beidsveld begon. Een der meest teekenende daden van wijlen Malika Hanem was haar keuze van het onderwijs als beroep. Zij was een der eerste meisjes uit de ge goede Egyptische families, die zich wijdde aan het onderwijs, welk beroep tevoren slechts werd uitgeoefend door meisjes uit de heffe des volks zonder eenige beschaving. Dat de in vloed van de beschaafde vrouw hier van be lang was spreekt vanzelf. Bovendien heeft zij door haar artikelen de vrouwenbeweging voor- uitgebracht. Een andere voorgangster die ver melding verdient, is dr. Galila, de eerste vrou welijke arts in Egypte. Eerst in 1925 schijnt men de beteekenis van vrouwelijke artsen te zijn gaan beseffen; toen werd een groep Egyptische meisjes naar Engeland gezonden, om op staatskosten te studeeren. Allen slaag den voor het toelatingsexamen voor de medi sche school van de Universiteit te Londen. Iets later verscheen het bericht, dat deze vrouwe lijke studenten zich hadden aangemeld als lid van de Egyptische club te Londen, maar haar mannelijke landgenooten weigerden haar den toegang. Daarop wendden zij zich tot het par lement van haar land, dat te haren gunste be sliste. De weigering moest worden ingetrokken. Tegelijk met het bericht over de eerste vrouwelijke advocaat voor de inlandsche recht bank, meldde Jus Suffragii het slagen van de eerste vrouwelijke tandarts aan de tandartsen- school te Kairo. Op het gebied van beroepsarbeid trof ons nog in het bijzonder het bericht omtrent Helana Abdel Malek uit Tantah, een soort katoenkoningin, die in 1895 op 20-jarigen leeftijd reeds voor eigen rekening in katoen begon te handelen. Voor de Vrijmaking der vrouw deed voorts veel de Union féministe égyptienne, die met een geheel hervormings plan kwam, terwijl onder de bladen, die in ruime mate gastvrijheid verleenden aan de vrouwenbeweging El Guarida moet worden ge noemd. Reeds in 1923 ontmoetten we te Rome op het Vrouwenkiesrechtcongres een paar Egyptische strijdsters, charmant van uiterlijk, en uitnemende spreeksters met veel energie. We moeten ons beperken, maar hopen te heb ben aangetoond, dat zonder dat men hoort van Egyptische suffragettes, de vrouwenbewe ging m Egypte geleidelijk veld wint en de Egyptische die zulk een belangrijke plaats in nam in de samenleving in het verleden, op den goeden weg is het verloren paradijs te heroveren. EMMY J. B. Macaroni met saucijsjes (4 personen): 2 ons macaroni, 2 ons kleine saucijsjes, 2 lepels boter, peper, nootmuscaat, paneermeel. Breek de macaroni in kleine stukjes, kook ze in ruim kokend water en zout (J lepel zout per L. water) gaar en zacht, ongeveer een half uur, giet het water af en laat de macaro ni eeen kwartiertje stoven met een kluitje boter. Maak de rest van de boter in een ijze ren pannetje heet en bak de gewasschen en met peper, nootmuskaat en paneermeel be strooide saucijsjes zachtjes erin gaar <15 minuten), neemt ze uit de pan en maak de jus af met een weinig water. Stapel de saucijs jes in het midden van een verwarmde scho tel, leg er een rand macaroni om heen 3 en overgiet het geheel met de jus. Savoyekool „au gratin" (4 personen)1 middelmatig groote savoyekool, 1 ons ge raspte oude of Gruyère kaas, 1 ons boter, 1 lepel paneermeel. Maak de kool schoon, snijd ze in stukken, kook deze in kokend water met zout gaar en hak of maal ze fijn. Leg laag om laag in een met boter besmeerden diepen vuurvasten schotel eerst een deel van de kool, daarop wat van de geraspte kaas en vervolgens eeni ge klontjes boter; herhaal dit, tot alles is opgebruikt, maar zorg, dat de laatste laag be staat uit geraspte kaas, waardoor een lepel paneermeel is geroerd. Leg bovenop nog een paar klontjes boter en zet den schotel in den oven tot de inhoud door en door heet en het korstje mooi bruin is geworden (2o a 30 minuten). C. F. tf V1- m r Robbie is een egoïst. Ik had bijna geschreven: een „kleine" egoïst. Robbie is namelijk pas acht jaar en heeft dus nog alle recht op het praedicaat klein. Maar als egoïstNee, dan is hij niet klein. Robbie is een gróóte egoïst. De heele wereld draait om hem, alles is er, iedereen is er om hem het leven zoo aange naam mogelijk te maken. Ik geloof niet, dat hij nog ooit naar het verlangen van iemand anders geïnformeerd heeft. Als hij zich een keer naar zoo'n verlangen moet schikken dan brult hij huizenhoog en voelt hij zich belee- digd en te kort gedaan. Ellendig voor dien jongen zelf, denk je al gauw. Als hij zoo blijft wat een leeg leven zal hij dan hebben. Alles voor zich zelf en als dat niet gaat dan verbittering en nijd. Zou je hem niet een beetje humaner, een beetje liefdevoller kunnen maken? Je doet een paar schuchtere pogingen, die op niets uit loopen. De pogingen worden intenser als je eigen egoïsme er bij in het spel komt. Immers met zoo'n egoïst als Robbie moet iedereen wel botsen. En om je eigen zin door te zetten wil je hem dan het geluk van het „offer-brengen" leeren kennen. Als ik bij Robbie logeer legt hij beslag op mijn tijd. „Vanmorgen kom je mij uit school halen, vanmiddag gaan we uit, vanavond doen we spelletjes". Als ik mij bij die dagverdeeling niet neer kan leggen volgen er hevige protes ten. Maar als de protesten niet baten, moet hij zich wel schikken. „Maar dan breng je mij morgenochtend naar school", zegt hij. En dat beloof ik. Ik ben dien avond laat thuis gekomen, heb niet al te best geslapen wat heerlijk is het 's morgens om half acht in bed! Maar daar ver schijnt Robbie. „Je brengt me naar school, hè?" „Natuurlijk", zeg ik weinig enthousiast,' „ik heb het beloofd". Hij stapt bij me in bed. stapt er weer uit, gooit een raam open. holt door de kamer, kortom doet allemaal dingen die je geweldig hinderen als je nog wat slapen wilt. Ten slotte komt hij weer naast me in bed zitten. Hij zit werkelijk even stil. „Hoe laat sta je op?" vraagt hij. „Ik moet om kwart voor negen weg". Dan waag ik de poging. Ik word paedagoog omdat ik nog zoo graag wat slapen wil. „Vindt je het werkelijk zoo leuk als ik je wegbren'g?" „Je hebt het beloofd", schreeuwt Robbie, die denkt dat ik de belofte in wil trekken. „Ja, ik heb het beloofd en daarom zal ik het ook doen. Maar jij zou kunnen zeggen: 't hoeft niet, hoor, blijf jij maar lekker nog wat slapen, je bent zoo laat naar bed gegaan, je zal nog wel moe zijn. En dan zou je vast erg vroolijk naar school gaan omdat je zoo aardig voor me was geweest". Robbie schatert. Hij ziet direct waaruit al deze schoone woorden voortkomen. „Als ze dat tegen mij zeiden", zegt hij lachend, „zou ik zeggen: o, nee, Robbie, ik kan best opstaan, hoor, ik kan er wel tegen, ik ben heelemaal niet lui. Ik breng je toch naar school". En dannou, dan kan ik ook niet anders doen dan lachen en ik sta op om Robbie ten minste dit goede voorbeeld te geven dat je moet doen wat je beloofd hebt. Te hopen dat hij er iets aan heeft. Ik breng hem naar school. Maar na tien stappen komt hij zijn vriendjes tegen, leden van de „bandietenclub" en daar holt hij mee vooruit. Het is mijn eer te na om hem terug te roepen. Gelukkige is het mooi weer en gezellig druk in de straten. Misschien is het ook wel goed zoo'n morgenwandelingetje. Het is dan nog frisch en allicht doe je wat wijsheid op. BEP OTTEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 8