Mé Vredes-nobiliieit. Naar uniformiteit in overheidssalarissen. 51e Jaargang No. 15464 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Dinsdag 21 November 1933 HAARLEM S DAGBLAD Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENS DRUKKERIJ N.V. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTEN: per week 0-25, per maand 1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse nrs. 0.06. Geïllustreerd Zondagsblad per week 70.05, per maand 0.22, per 3 mnd. ƒ0.65 franco per post ,"0.7254. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuïder Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 O Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 o Postgiro 38810 ADVKRTENTIëN: 15 regels ƒ1.75, elke regel meer 0.35. Reclames 0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels 0.Ö0, elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prij's. Onze Groentjes (iederen dag) 13 regels f 0.30, elke regel meer 0.10, uitsluitend a contant. Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-. Verlies van Hand, Voet of Oog f 400-, Duim f 250- Wijsvinger f 150— Elke andere vinger f 50-, Arm- of Beenbreuk f I 00... idem voor Abonnés op het Geïll. Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid f2000-. Overlijden f 600-. Verlies van Hand, Voet of Oog f400-. Verlies Duim f75-. Verlies Wijsvinger f75— Verlies andere vinger f30- DIT NUMMER BESTAAT UIT TWAALF BLADZIJDEN. HAARLEM, 21 November. De Groote Fietserij. Gisteravond ben ik er naar gaan kijken. Het was net tien jaar geleden dat ik iets van een Zesdaagsche gezien had. Dat was in Londen, waar het mislukte, 't Publiek wou er niet aan. Het vond het geen sport, Die Engelschen zijn toch een flegmatisch volk, al zoudt ge dat niet bij hun voetbal wedstrijden zeggen, waar ze loeien als het beste modem-beschaafde volk. De Groote Fietserij kon hen niet in vervoeringbren gen. Nu ik het weer gezien heb, blijf ik 't met ihen eens dat het geen sport is. Als de lijf straffen niet uit het strafwetboek geschrapt waren, zou men dit middel kunnen invoe ren als straf voor menschen die bij her haling het verkeer in 'gevaar gebracht heb ben. „Ik eisch zes dagen fietsen", zou de Officier zeggen, „en f 5 su'bs. één dag langer fietsen voor eiken keer dat verdachte be neden de minimum-snelheid van 20 K.M. zakt". Dan zou hij eens -ondervinden hoe •gevaarlijk het verkeer op het R.A.I.-baantje voor hemzelf was! Een maximum van een jaar zou mogelijk wezen, want er bestaat een meneer, wiens naam mij helaas ont schoten is, die zich sinds Januari bezig houdt met de verbetering van het werel-d- jaarrecord. December nadert en hij rijdt nog De meeste auto-kilometertellers hebben al geen kans meer om hem in te halen. Het 'is merkwaardig hoe dingen, die door onze voorouders als lijfstraffen, beschouwd zouden zijn, in. deze tijden van moderne (beschaving als sport wórden beschouwd. Met moeite is het menschdom. zoo-ver ge komen dat het zulke straffen als on- menschwaardig is gaan beschouwen. Sinds het geen straffen meer zijn, is het sport, en -wordt du-ur betaald. Sinds het niet onmen- schelijk meer. is, is het geniaal. De betaling valt inderdaad niet mee. Ik heb op de „tweede hoofdtribune" gezeten voor f 4.80. Dit as een zeer bescheiden rang. Eién van de korte zijden van, de haan kaïn men er heelemaal niet zien. Alles zien kost zes of zeven pop. Om mij heen zaten honderden lieden, van wie ik buiten o.p straat slechts zeer enkelen in 'staat geachtzou hebben f 4.80 entrée te betalen.' 'Zooop het oog getaxeerd, bedoel ik: Dit bewijst hoe voorzichtig men moet zijn met het onder schatten van de betalingscapaciteit van zijn medeburgers. Zelfs in dezen tijd. En het geeft moed. Het bewijst dat de gulden, ja zelfs de rijksdaalder, nog niet zoo bloedarm zijn als het vaak wel lijkt. Het R.-A.I,-gebouw geeft 'mij altijd weer dezelfde emoties in arehiteetonischen zin, bedoel ik. Koop een oude schuit, leg die (ondersteboven, hiang er wat lichtje-s in, ga eronder zitten- en ge hebt de volle architec tonische beleving van dit trotsche bouw werk. Rook er dan verscheidene sigaren of pijpien in, zoodat een blauwgrijze nevel onder uw -schuit gaat hangen, en ge ademt de sfeer van de Zesdaagsche in. Behalve natuurlijk het opwindende bestanddeel. Dit ontbrak, toen ik aankwam, totaal. Het was half tien en er gebeurde niets. Tien van de twintig genieën, die nog in den strijd zijn, reden op een rijtje achter elkaar het ellipsje rond, met een gangetje van twintig K.M. misschien. De meesten zaten recht overeind, met een hand midden op 't stuur, hetgeen de vak-terminologie „opzittend" noemt. Soms reed er een eindje heelemaal met z'n handen los, hetgeen herinnerde aan m'n schooltijd. Het bleef zoo een half uur lang, en was stom vervelend. Daarna braken de klassement-sprints los, en uit deze volgden de jachten, waarover in dit blad al het een en ander medegedeeld is, zoodat ik èr kort over zal zijn. Het nemen van de bochten, het behendig' passeeren, het wringen van den. vluchteling door het pelo ton, gelijk de aalwat zeg ik: de slang. en het overnemendat alles- is u al in sprekende taal voorgetooverd. Ook het springen van de banden en het ploffen uit de bocht, waarvan mij bleek dat het een spe cialiteit van den heer Cor Wals is. Hij deed het verscheidene malen en werd er niet zicht baar door beïnvloed. Hij moet een geniaal- harde huid hebben. Het is niet waar dat de rook zóó dicht is, dat men slechts af en toe de renners eruit ziet opdoemen. Sommigen beweren dat, maar het is overdreven. Men kan hen steeds vol gen in mijn geval dan: met uitzondering van één kort einde. Het kleurenspel was daar bij interessant. Vlakbij waren ze, in overeen stemming met het programma, rood, groen, bruin, zwart, blauw, zalmkleurig enz. Naar mate ze zich verwijderden vergrauwden, ze, om op het verste punt zich te uniformiseeren in een muisgrijze groep ik dacht aan de politieke gelijkschakeling, die het- Duitsche volk niet zoo verwonderlijke snelheid heeft doorgemaakt en dan doemden ze weer op uit den mist in steeds feller kleuren. Als de heer Adolf Hitler een blijden droom heeft, moet hij daarin zijn Buitschers in een Zesdagen-rook zien snellen.. En als-ie een nachtmerrie heeft, moet hij er hen weer uit zien opdoemen. Het leek wel een beeld van den Kringloop der Politiek door Alle Tijden. van de dictatuur naar de democratie, en weer terug naar de dictatuur, en weeryoort naai de democratie, enzoovoorts. Het geniale heb ik niet kunnen ontdekken, behalve dan bij de ondernemers van het ge val. die zich evenwel bescheidenlijk achteraf hielden. Mijn indruk dat „de Pijn en Cor", alsmede het Fransche koppel, veel sterker zijn dan de rest, en zeer gemakkelijk zouden kunnen winnen als dat maar interessant was, is ver moedelijk die eens leeken. De financieele zijde $s«i het geval overweegt zeer sterk, ook in de populariteit van het restaurant, de knak worst-tent, een schiettentje, den kunstenaar die u aanspoort met een bord „Laat Uw na teekenen", en de reclame. Namens Mariene Dietrich werd f 25 premie uitgeloofd, die Cor Wals won. Ik zag ook Van Houten's K.L.M.-sprint, en de Gouden Turmac-sprint, maar voor de Metro-Goldwyn-Mayer Gouden Sprint schoot mijn uithoudingsvermogen tekort. Toen ik kwam reden de koppels Pijnen burgWals en BroccardoGuimbretière aan den kop, en toen ik wegging weer. Er was niettemin in den tusschentijd veel gebeurd, en de „mindere goden" waren /doodgejaagd", zei een deskundige. Maar ze reden nu alle maal weer in dat nette rijtje, tien achter elkaar, van toen we kwamen. Alleen was de mist dikker geworden. Een raar bedrijf. R. P. VISSCHERS OP URK WANHOPIG Processen-verhaal blijven regenen. VROEGER WAARSCHUWINGEN IN DEN WIND GESLAGEN. Naar de Tel. meldt is op een vergadering Van visschers op Urk een sombere stemming tot uiting gekomen tengevolge van de vele pro cessen-verbaal, die de Urkers hebben opgeloo- pen ingevolge de schepenwet en de zeeonge vallenwet. Sommigen hebben reeds 70 dagen hechtenis gekregen. De voorzitter stelde ech ter vast, dat men niet genoeg op de waarschu wingen gelet had. De voorzitter stelde ten slotte voor, een ver zoek tot de autoriteiten te richten om in af wachting van de uitspraak in hoogste instan tie in de loopende zaken, verdere verbalisee ring stop te zetten. V/orden in hoogste instan tie de visschers toch veroordeeld, dan is de Urker visschersvloot ten ondergang gedoemd. Ook zal nog een adres gezonden worden aan dr. Colijn met het verzoek mede te werken om Urk voor den ondergang te behoeden. Enkele aanwezigen wilden reeds direct het bedrijf stopzetten en een verzoek aan den burgemeester richten, om te worden geplaatst bij de rijkswerkverschaffing te Giethoorn, doch hiermede zal nog even gewacht worden. Na de -vergadering heeft de veldwachter al weer nieuwe dagvaardingen uitgedeeld. KINDERVOEDING. De vereeniging „Kindervoeding" reikte in de afgeloopen week uit in hare afdeelingen: Zoetestraat 1194 porties, Overtonstraat 1291 porties en Byzantiumstraat 790 porties. Bovendien werden dagelijks aan de scholen voor Buitgewoon L.O. 90 porties verstrekt. I VITTORIO SCIALOJA, de beleende Italiaan- sche senatordie op 77-jarigen leeftijd overleden is. (De Coimnissie uit het Noorsche Storting, belast met de toekenning van den Nobelprijs voor den Vrede, heeft beslotendit jaar dezen prijs niet toe te kennen). Er is dit jaar geen bestemming Voor den Nobel-vredesprijs, Vijftien jareil na den oorlog Lijkt dat wel een beetje grijs. In de heele wijde wereld Is geen enkle vrouw of man, Die dit jaar voor werk des vr-edes Dezen prijs verdienen kan. Nergens is men opgeschoten, Practi-sch is er niets bereikt, Als men 't met den stand van zaken Van het voor'g jaar vergelijkt. Velen willen zelfs beweren, Dat, in plaats van stil te staan, Onze kans van vrede op aarde Sterk is achteruitgegaan. En zij vonden voor hun standpunt In dit feit een nieuw bewijs: Er is dit jaar geen bestemming Voor den Nobel-vredesprijs. Neen, de prijs van wereldvrede Blijft onuitgedrukt in geld. Maar zij wordt door heel het menschdom Even h,oog op prijs gesteld. P. GASUS. Het rapport der Commissie-Schouten verschenen. Zij wenscht wijziging der huidige regelingen. Wering van excessengeen starheid. Ingrijpen is niet altijd noodig. Verschenen is thans het rapport der com missie, belast met het adviseeren omtrent toetsingsnormen voor de beoorde-eling van de bezoldiging van het personeel in 'diens' van provinciën, gemeenten enz., de z.g. com missie Schouten, waarin zitting hadden de heeren J. Schouten, W. Drees, C. M. E. J. F. Gosel-ing, D. Kooiman, H. W. Tilanus en I. H. J. Vos, leden en W. M. Palm en A. Mas tenbroek, adviseerende leden, en waarvan als secretaris optrad de heer W. M. Palm. De commissie komt tot de volgende con clusies 1. Uit het verzamelde materiaal is ge bleken, dat tussclien de bezoldigingsregelin gen van de onderscheidene publiekrechte lijke lichamen groote verschillen bestaan, welke zeker in de tegenwoordige tijdsom standigheden niet gerechtvaardigd zijn te achten. 2. Het krachtens de artikelen 125 en 126 ■der Ambtenarenwet 1929 uit te oefenen toe zicht dient niet te worden gebruikt om starre uniformiteit in de regelingen van d: onderscheidene publiekrechtelijke lichamen te brengen, doch behoort zich te beperken tot het weren van excessen. Geen algemee!lc formule. 3. Bij het toetsen én het vergelijken van het salarispeil behóórt volledig rekening- te worden gehouden met alle in de bij de vergelijking betrokken regelingen voorko mende factoren zooals bijv. pensioensver- haal, crisiskortingen, standplaatsaftrek, on- gehuwd-enaftrek, huwelijksbijslag, kinder bijslag, enz. Ter bepaling van het salaris peil eener bezoldigingsregel -is geenerlei algemeene formule te geven. 4. de volle aan het ambt verbonden aan- vangswedde dient te worden toegekend aan de ambtenaren op 21-jarigen leeftijd en aan de werklieden >op 23-jarigen leeftijd. Loonstandaard belangrijk factor. 5. De bezoldiging der jeugdige werkkrach ten, zoowel werklieden als ambtenaren -moet -in overeenstemming zijn met den plaatse - lijken loonstandaard. De regeling dient voorts zóódanig te zijn, dat zij aansluit aan het minimum voor de volwassenen. 6. De werklieden beho-oren in 5 of, over eenkomstig de regeling van het Rijk, in 6 toongroepen te worden gerangschikt. Slechts voor een publiekrechtelijk lichaam met weinig werklieden in een gering aantal functies kan een indeeling' in 4 of minder toongroepen voldoende worden geacht. De indeeling der werkliedenfunctaes moet in overeeristemming zijn mét de algemeene gedachte, welke aan de onderverdeeling in loongroepen ten grondslag ligt. 7. Voor vrouwelijke werkkrachten dient een afzonderlijke loonregeling te worden getrof fen indien de werkzaamheden, waarmede zij belast zijn, normaliter uitsluitend of zeer overwegend door vrouwen plegen te worden verricht. Een dergelijke afzonderlijke rege ling kan ook voor de verpleegsters worden aanvaard. Geen toetsingsnorm voor toelagen. 8. Het verdient aanbeveling de bezoldiging, ook der werklieden, te doen geschieden naar het systeem van salarisschalen met periodieke verhoogingen, waarbij er op valt te letten, dat de maximumwedde niet binnen te korten tijd wordt bereikt. Deze verhoogingen behoo- ren niet automatisch toegekend te worden, doch slechts bij gebleken bekwaamheid, ge schiktheid en dienstijver. 9. Ten aanzien van voorschriften, welke het mogelijk maken den ambtenaar buiten gewone verhoogingen dan wel toelagen boven zijn wedde toe te kennen, acht de Commissie het geven van toetsingsnormen niet wel mo gelijk. Wat de toelagen voor het bezit van diploma's betreft, merkt zij op, dat deze al leen gegeven behooren te worden, indien het bezit van het diploma geen vereischte is of behoort te zijn voor de benoembaarheid tot het ambt, doc-h niettemin voor de vervulling daarvan van bijzonder belang is te achten. 10. Op den ongehuwdenaftrek, de huwe lijkstoelage en den kinderbijslag zijn van toe passing de conclusiën, vermeld onder 3, 15 en 16. Overigens dient de regeer ing van haar bevoegdheid krachtens de Ambtenarenwet niet een zoodanig gebruik te maken, dat zij deze in haar eigen regeling opgenomen ele menten. samenhangende met den status van den ambtenaar, aan de lagere publiekrechte lijke organen oplegt. 11. Provinciale bezoldigingsregelen, o.a. voor het waterstaatspersoneel, behooren re kening te houden met het verschil in loon- en levensstandaard in de verschillende stand plaats-en. In de daarvoor in aanmerking ko mende gevallen ware daarbij aan te sturen op een grootere differentiatie dan de Rijks regeling in den standplaatsen af trek kent. 12. Bij de toetsing der salarisregelingen voor het bewaarschoolpersoneel en voor de vakonderwijzers bij het lager onderwijs treedt als norm op den voorgrond de bezoldigings regeling voor liet personeel, werkzaam bij het gewoon lager onderwijs. Het bewaarschool- onderwijs is iets lager te waardeeren dan het gewoon lager onderwijs. Het vakonderwijs bij het lager onderwijs is aan het gewoon lager onderwijs gelijk te stellen, behoudens in het geval een middelbare bevoegdheid wordt geëischt, in welk geval dit vakonder wijs ware te waardeeren als gelegen tus sclien het gewoon lager onderwijs en het middelbaar onderwijs. Verhooging van pensióens- verhaal. 13. Aangaande het pensioensverhaal zou het, naar het oordeel van de grootst moge lijke meerderheid der Commissie, aanbeve ling verdienen, indien de facultatieve bepa ling van art. 36, vierde lid, der Pensioenwet 1922 werd gewijzigd in een imperatief voor schrift en het percentage van dit verhaal eenigszins werd verhoogd, opdat de ambte naar voor zijn pensioenrechten grootendeels zelf betale. Bij een zoodanige wijziging zou den overgangsregelen vastgesteld behooren te worden om de lagere publiekrechtelijke organen tijd en gelegenheid te geven haar bezoldigingsregelen aan het gewijzigd penr sioensverhaal aan te passen. Zoolang de Pensioenwet op dit punt nog ongewijzigd blijft, zal de regeering van haar bevoegdheid krachtens de Ambtenarenwet geen gebruik mogen maken tot het in strijd met de in de Pensioenwet daaromtrent verleende vrijheid opleggen aan de lagere organen van een uniform pensioensverhaal. Indien de regeering echter in de salaris regeling van een lager publiekrechtelijk li chaam ingrijpt, dient zij in de eerste plaats het oog te richten op een nog mogelijke op voering van het pensioensverhaal alvorens tot verdere salarisverlaging worde overge gaan- Geen normen voor bij verdiensten. 14. Het aangeven van toetsingsnormen met betrekking tot bijkomstige regelingen, zooals die voor: de doorbetaling der bezoldiging van den ambtenaar bij zijn benoeming tot lid van de Staten-Generaal, van Ged. Staten of tot wethouder; het gelijktijdig genot van burgerlijke en militaire belooning; de beloo ning voor overwerk; de vaca'ntie en den va- cantiebijslag; de uitkeering bij ziekte; de uit- keering bij overlijden; de toekenning van wachtgeld enz. acht de Commissie overbodig, al kan zij zich voorstellen, dat de regeering, hetzij uit overwegingen, ontleend aan 's Rijks belang, hetzij om andere redenen bij de toet sing' van een bepaald onderdeel wél van één of meer normen zal uitgaan. Wat den vacan- tiebijslag betreft, deze nog slechts sporadisch voorkomende bijslag, waartegen in beginsel geen bezwaar behoeft te worden gemaakt, zal bij bezuiniging op de loonen wel in de eerste plaats in aanmerking komen voor ver mindering of afschaffing. 15. Niet elke afwijking van de normen be treffende de in de conclusiën 3 t.m. 14 be handelde onderdeelen van de bezoldiging be hoeft voor de regeering aanleiding te zijn om in de salarisregeling van een lager pu bliekrechtelijk orgaan in te grijpen. Heeft de regeering echter eenmaal besloten om in te grijpen, dan verdient het aanbeveling, dat zij ook voor deze onderdeelen de totstandkoming der gewenschte regeling bevordert. 16. Indien het ingrijpen der regeering, we gens het in gebreke blijven van het lager publiekrechtelijk orgaan, leidt tot het vast stellen der regeling- door de Kroon, behoort rekening te worden gehouden met de samen stellende deelen van de Rijksregeling en kan de regeering aan deze, ook voor zooveel zij den status van den ambtenaar betreffen, ge heel of ten deele een plaats geven in de door haar vast te stellen regeling. 17. Ten aanzien van het personeel op ar beidscontract acht de Commissie het natuur lijk, dat de lagere publiekrechtelijke organen met een even summiere regeling mogen vol staan als voor het Rijk in het Arbeidsover- eenkomstenbesluit is getroffen. Bij toetsing der bezoldiging zal in den re gel contractant met contractant en ambte naar met ambtenaar behooren te worden vergeleken. Aanbeveling verdient het daar om, dat regelingen omtrent de gevallen, waar in indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht kan plaats vinden, zoo veel mogelijk aansluiten aan die, neergelegd in art. 2 van het Arbeidsovereenkomstenbe- sluit. 18. De vaststelling van algemeen geldende salarisschalen voor burgemeesters, secreta rissen en ontvangers komt voorshands nog on- gewenscht voor. Wel dient naar mindere di vergentie in de bestaande bezoldigingsrege lingen van deze functionarissen te worden ge streefd, o.a. door het bevorderen van gelijke voorschriften over pensioensverhaal en cumu-, Verschenen is het rapport der commissie- Schouten over uniformiteit in overheids- salarissen. Het wenscht wering van excessen, doch geen starheid. pag. 1 Na een aanvaring is bij Egmond de „Johanna IJM. 238" gezonken. Er zijn geen menschen- levens te betreuren. pag. 9 Bij de Spaansche verkiezingen hebben de rechterpartijen successen geboekt. pag. 3 De Amerikaansche stratosfeervliegers Settle en Fordney hebben een hoogte van 17.700 M. bereikt. Het Russische record werd niet ge broken. pag. 3 Verwacht wordt, dat de ontwapeningsconfe rentie tot na 15 Januari verdaagd zal worden. pag. 3 Van de Zesdaagsche: Pijnenburg en Wals nog steeds aan den kop. ^ag. 8 ARTIKELEN. ENZ. R. P.: De groote fietserij. pag. 1 Van onzen Londenschen correspondent. Het Engelsche kabinet en de ontwapenings kwestie. pag. 3 K. de Jong: Buitengewoon meesterconcert Het kinderkoor „Be Kleine Stem" en het Muziekgezelschap „Apollo". pag. 8 J. B. Schuil: Vrouwenavond van de V.A.R.A. pag. 8 Damrubriek. pag. 7 latie. Deze laatste ware in haar werking zoo danig te beperken, dat zij geen ongewenschte afmetingen aanneemt in de combinatie van het aantal functies, noch in de totale beloo ning van de gecombineerde fucties. Bepalingen voor huwende ambtenaressen. 19. Vaststelling ook door de lagere publiek rechtelijke corporaties van bepalingen, als vervat in art. 97 van het Algemeen Rijksamb tenarenreglement, betreffende het ontslag van de huwende ambtenares en in art. 96 twee de lid van dat reglement aangaande het voor rang geven bij personeelsafvloeiing aan de gehuwde ambtenares, geen kostwinster van een gezin zijnde, zou -aan de thans in breéde kringen gevoelde bezwaren tegen het in dienst zijn van gehuwde vrouwen en tegen het genieten van dubbel inkomen uit de pu blieke kas door man en vrouw beiden, in be langrijke mate tegemoet komen. Ook voor het vrouwelijk personeel bij het onderwijs ware het tot stand komen van eenzelfde re geling te bevorderen. Cumulatie moet worden tegengegaan 20. De cumulatie van inkomens of van inko men met pensioen behoort, voor zoover het publiek belang zich daartegen niet verzet, te worden tegengegaan. 21. Voor de regeering behooren de navol gende omstandigheden aanleiding te zijn in salarisregelingen van lagere publiekrechtelij ke lichamen wijzigingen te bevorderen, c. q. deze zelf vast te stellen: a. het bestaan van klaarblijkelijk onjuiste salarisverhoudingen binnen het kader eener regeling, of van excessen op bepaalde pun ten bij vergelijking met de daarvoor in aan merking komende regelingen; b. de aanwezigheid van een wanverhouding tusschen het salarispeil van een bepaald pu bliekrechtelijk lichaam en dat van soortgelij ke, in ongeveer gelijke omstandigheden ver- keerende organen, of tusschen dat van een zoodanig orgaan en het salarispeil van het Rijk; c. de aanwezigheid van een wanverhouding tusschen het salarispeil van een lager publiek rechtelijk orgaan en den loon- en levens standaard in dezelfde streek of plaats, blij kende o.a. uit de daar geldende loonen vol gens de collectieve arbeidsovereenkomsten voor verschillende bedrijven of ondernemin gen. 22. De bezoldiging van de werklieden en van de overige meer plaatselijk gerecruteerde krachten in dienst van de publiekrechtelijke organisaties zal in de allereerste plaats in overeenstemming moeten zijn met den plaat selijken loon- en levensstandaard en daar aan moeten worden getoetst. De belooning van het middelbaar en hooger personeel, waarvan de band met het plaatselijk milieu veel losser is, zal behoudens de vereischte aansluiting aan die van het lager personeel meer in overeenstemming dienen te zijn met de bezoldiging van gelijkwaardige Rijks ambtenaren. 23. De vergelijking met de bezoldigings regelingen van gelijksoortige publiekrechte lijke lichamen zal vooral als correctief gebe zigd moeten worden ten einde een te eenzij dige waardeering van bepaalde werkzaam heden door het Rijk te voorkomen. 24. Er is geen voldoende grond aanwezig om bij het gebruik ma ken van de bevoegdheid krachtens de Ambtenarenwet de bezoldiging van de lioo- gere en hoogste ambtenaren in dienst van de lagere publiekrechtelijke organen buiten beschouwing te laten. 25. Of omstandigheden, als in conclusie 21 genoemd, aanwezig zijn, houdt mede verband met de financieele omstandigheden van de daarbij betrokken lagere publiekrechtelijke organen. Geen voorzieningen voor het G. O. 26. Het tót stand komen van de wijziging der Ambtenarenwet 1929 geeft aan het oor deel van de grootst mogelijke meerderheid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 1