Dieselmotoren voor Vliegtuigen. DE JUBILEUM-AVOND VAN JAN MUSCH. Concert der H. O. V. WOENSDAG 22 NOVEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 9 Het Tooneel. BRAND IN DE STAD. Hoe gêliefd Jan Musch te Haarlem is, heeft de volle en enthousiaste zaal hem op zijn jubileum-avond gisteren wel overtuigend be wezen. Er was een zeldzaam geestdriftige stemming, die telkens tot uiting kwam, wan neer de gelegenheid daartoe zich maar even aanbood. Dat was reeds dadelijk bij Musch' eerste entree toen het applaus losbarstte, een applaus, dat geen einde scheen te willen nemen. En na elk bedrijf herhaalden zich de ovaties, telkens even warm en even spontaan. En ook tijdens het spel voelde men, hoe de sympathie van de zaal uitstroomde naar den beminden acteur. Er was zoo zeide men nog in de pauze achter de schermen heel den avond een zeer sterk voelbaar contact tusschen tooneel en zaal, zooals men het op deze jubileum-tournee nog niet had meege maakt. En het succes van de voorstellnig was daardoor ook grooter dan elders. Ook de huldiging, die na afloop der opvoe ring plaats had, onderscheidde zich door een zeldzaam geestdriftige stemming. Het was, of het publiek als terug wilde betalen van zijn dank voor alles, wat Musch aan groote too- neelspeelkunst in de afgeloopen jaren ge schonken had. Ik had het voorrecht Jan Musch op dit jubileum gisteren het eerst te mogen toe spreken. Als verslaggever zit ik daardoor nu in een wat lastig parket. Sta mij toe, dat ik mij even van mijzelf losmaak en uit de zaal naar mijn ander ik luister. Spreker herinnerde aan het woord van me vrouw de Boer op haar jubileumavond te Am sterdam, dat er in ons land prachtig komedie wordt gespeeld. Dit woord mocht hier zeker worden herhaald, .waar hij hier stond tegen over den acteur, die wij algemeen als de grootste in Nederland beschouwen. En er was reden toe nu zoo vele tooneelspelers met een wereldnaam in ons land voorstellingen geven, want er zijn helaas nog altijd vele Nederlan ders, die alleen maar meenen te mogen prijzen wat uit het buitenland komt. Hij wilde daar om er den nadruk op leggen zonder iets af te dingen op de grootheid der buitenlandsche gasten dat alleen al in de tooneelgroep Het Masker twee artisten zijn Elsa Mauhs en Jan Musch die de vergelijking met die be roemde buitenlanders in alle opzichten kun nen doorstaan. En er zijn maar weinige spe lers in het buitenland zoo veelzijdig als Musch. Wanneer zijn wieg dan ook niet in het hartje van Amsterdam maar in Frankrijk of Duitsch- land had gestaan, zou hij nu zeker een wereldnaam hebben als die andere grooten. Aan Jan Musch dankte spreker vele van zijn mooiste, toopeelherinneringen en daarvoor bracht hij hem dezen avond dank. Ten slotte wees hij op het contact, dat. er dank zij Het Schouwtooneel sinds jaren tusschen Musch en Haarlem was geweest. Op de planken van den Haarlemschen Stadsschouwburg waren de premières gegaan van stukken als Weder zij dsch Huwelijksbedrog, De Paradijsvloek, Marieke van Nieuweghen, De Universeele Erf genaam, Vrijheid, Peer Gynt, Cyrano en vele andere der grootste en mooiste successen van Het Schouwtooneel en hier waren dus vele der roemrijkste rollen van Musch geboren. Kom ons nog dikwijls verblijden met uw prachtige kunst, die zoo verwant is aan de kunst van Haarlem's grootsten schilder, Frans Hals, een kunst, die door haar natuurlijkheid, haar kleur en haar oprechtheid Hollandsch is in den mooisten zin van het woord". Daarna sprak de heer Tjebbo Franken als voorzitter van het tooneelverbond. De heer Franken had den heer Musch in het stuk Brand in de Stad hooren zeggen: Een naam kan zeer belangrijk zijn. Hij kan spoken ver drijven. Deze zin bracht hij in, verband met Jan Musch. Zijn naam toch zou de spoken kunnen verdrijven, die het tooneel met onder gang bedreigen. Max Reinhard had terecht gezegd, dat het tooneel alleen door de tooneel spelers zelve gered kan worden. Als dat zoo was, dan was het Jan Musch in de eerste plaats, die dit zou vermogen te doen. De heer Hubert Cuypers was met eenige zangers naar Haarlem gekomen, omdat zij te Amsterdam de jubileum-voorstelling die uitverkocht was niet hadden kunnen bij wonen en hij huldigde als hoofd van deze „delegatie" Jan Musch op dezen avond voor zijn onvergelijkelijke kunst. Nadat de schrijver van dit verslag nog na mens Carel van Hees den jubileerenden too- neelspeler had toegesproken, was het woord aan Jan Musch zelf. Hij herinnerde in een geestige speech aan zijn vijf-en-twintig ja rig jubileum te Haarlem, dat in de oorlogs jaren plaats had. Hier te Haarlem had hij een geschenk gekregen, waarover heel Neder land had gesproken, namelijk een klem ma honiehouten kistje, gevuld metthee! Wat 'n rijkdom dat toen beteekende, kunnen de menschen van nu zich nauwelijks meer voorstellen. Veel is in die jaren veranderd, maar met even groot genoegen als op zijn vorig jubileum was Musch op dezen avond te Haarlem opgetreden. Moet ik nog zeggen, dat de zaal Musch staande na elke toespraak weer hartstochte lijk toejuichte, dat telkens weer bravo's weer klonken en men niet wilde scheiden, voordat het doek ontelbare malen omhoog was ge gaan. Het was voor allen, die dit jubileum feest hebben meegemaakt, een onvergetelij ke avond. En nu het stuk waarin Jan Musch gisteren is opgetreden. Dat ik de keuze van „Brand in de Stad" voor een jubileum bijzonder ge lukkig vind, kan ik onmogelijk zeggen. Chris- tiaan Mikoff, de kunstfotograaf, die eerst in de stad van zijn inwoning door allen met den nek wordt aangekeken, om dan plotseling in het middelpunt der belangstelling te staan, als men hem verdenkt verschillende branden in de stad te hebben aangestoken en die daar door zijn evenwicht geheel verliest, is zeker een merkwaardige en psychologisch ook wel interessante figuur, maar de rol is te klein van formaat voor het jubileum van een zoo geniaal acteur als Jan MusGh., van wien wij ons een Cyrano, een Adam, een Lucifer, een Mark Violier en zoo vele andere groote rollen herinneren. Deze Mikoff geeft maar eenige kanten van het talent van dezen grooten ka rakterspeler en komische kracht van den eersten rang te zien en hij zal zeker niet in onze herinnering blijven leven als een der be roemde rollen van Jan Musch. Een schitter- rol is deze Mikoff zeker allerminst. Te mid den van de vele rollen van Jan Musch zal Mi koff een zeer bescheiden plaatsje innemen en wij verwachten juist op een jubileum wat anders. Mikoff om nog iets van den inhoud van het stuk te vertellen voelt zich in zijn stad je miskend, omdat allen hem als een quantité négligeable beschouwen, wat hij feitelijk ook is. Tevergeefs tracht hij lid van de stam tafel van Het Huppelend Hert te worden. Dit fleemende en teemende manneke is in de oogen van zijn stadgenooten nu eenmaal een nul, en wat hij ook doet, om in het gevlei te komen van de heeren der stamtafel, het is alles te vergeefsch. Totdat men in hem op eens den gevaarlijken man meent te zien, die de vele geheimzinnige branden heeft ge sticht, welke de stad hebben geteisterd. Dan wordt dit onbeteekenend creatuur plotseling voor allen de gevreesde man, een „geesel Gods" en zelfs, als hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs in Het Huppelend Hert te rugkeert, zien allen in hem den dader van zooveel verschrikkelijkheden. Het fotograafje begint zich een groot man te voelen, vooral als hij ziet, dat zijn ergste vijand, de houthande laar Negelspach, die hem vroeger altijd het hardst heeft aangeblaft, nu doodsbenauwd voor hem is. Maar als dan blijkt, dat een gewone tim merman, een dronkenJap, de brandstichter is, stort Mikoff van zijn voetstuk van ge- waanden held. Negelspach pakt weer tegen hem uit als vroeger en niemand van de stam tafel komt hein te hulp, als hij door den woe denden houthandelaar de herborg wordt uit gesmeten. Dit is voor Mikoff te veel. Van de duisternis was hij plots in het licht gekomen en. nu zal hij in de duisternis terug vallen, dat kan hij niet. Hij wil nu zijn, wat hij scheen: een door ieder gevreesd brandstichter. Mikoff steekt het vuur in de houtstapels van Negelpack en als het brandalarm gaat over de stad, treedt hij als triomfator de herberg, waar men hem heeft uitgesmeten, weer binnen en hij schreeuwt het Negelspach in het gezicht, dat hij de dader is. Doch als hij werkelijk de brandstichter is geworden, gelooft niemand hem meer. Hij, het melig fotograafje zou brand hebben gesticht? Het is gewoonweg belachelijk. Verwezen staart hij de menschen na, die naar den brand hollen, en aan hem niet meer denken. Dan grijpt hij beangst naar zijn hoofd en als een waanzinnige stort hij naar buiten, de anderen achterna. Men ziet het, een wel in teressant;-gegeven,-■•-al is-- de Oostenrijksche schrijver in- de teekening wan Mikoff's om geving niet altijd even overtuigend. Het is toch moeilijk aan te nemen, dat bijvoorbeeld rechter en de dokter, die van een ge- waanden brandstichter niets te vreezen heb ben, hem na zijn vrijspraak met een „Wel kom" aan de stamtafel zullen ontvangen, terwijl- zij hem nog steeds voor den dader houden. In heel dat tafereel drijft de schrij ver om zijn effect te versterken de situatie te zeer op de spits en men gelooft haar daar door niet meer. Maar in de teekening van den kunstfotograaf is hij wel volkomen geslaagd. Deze Mikoff is een waarlijk tragi-komische figuur geworden. Alleen nemen wij hem kwalijk, dat Jan Musch hem heeft uitver koren om mee uit jubileeren te geven. Waait daarvoor -ontbraken dit fleemende en tee mende manneke nu juist alle eigenschappen. Het teemende, lijmerige kereltje irriteerde ons ook 'n beetje en wij konden ons de anti pathie van de stamgasten tegen Mikoff ver klaren. Als „karakter" gaf Musch dezen kunst fotograaf gaaf en bijzonder knap, en met -prachtige fijne nuanceering. Hij had zeer mooie momenten vooral toen hij Negels- pack fotografeerde maar ik vraag mij wel af, of deze fotograaf als tooneelfiguur niet belangrijker zou zijn geworden, als hij wat minder lijmerig was geweest en als Musch het contrast tusschen den Mikoff van de eerste tafereelen en dien van de laatste wat scherper nog had gegeven. Musch heeft daar mee wel iets aan het effect geofferd, al kunnen wij dezen Mikoff als karakter dan ook volkomen aanvaarden. De leden van de stamtafel werden door Anton Ruys, Jos. Liesting, Ko Arnoldi, Jacques de Haas en John Gobau raak en scherp getypeerd. En ook het zeer karakte ristieke decor van Het Huppelende Hert ver plaatst ons volkomen in een Duitsch stadje. Mijn compliment aan Adri van Hees voor zijn uitstekend'spel in het kleine rolletje van den dronken timmerman. Dat was heel goed! De dames: Mary Smithuijze, Ank van dei- Moer, Dora Wallant en Mary Bouwens, moes ten zich in dit stuk met onbelangrijke rollen tevreden stellen. Na afloop der voorstelling begaven velen der comitéleden met hun dames zich naar Hotel Lion d'Or, waar zij met den heer en mevrouw Musch aan een souper aanzaten. Voor den aanvang van het souper zong Annie Woud, begeleid door Felix de Nobel den heer Musch Schubert's lied „Du, holde Kunst" toe. Er heerschte aan tafel, waar nog vele woor den tot den heer en mevrouw Musch werden gesproken, heel den avond een zeer opge wekte stemming. J. B. SCHUIL PROCES TEGEN SOENKE BEGINT SPOEDIG BERLIN, 21 Nov. (Wolff.) De Berlijnsche Justitie heeft den 38-jarigen steenhouwer Soenke in staat van beschuldiging gesteld wegens meineed. Het proces tegen hem zal waarschijnlijk binnen enkele dagen te Berlijn beginnen, Zooals bekend werd Soenke op 30 October j.l. op verzoek van den officier van Justitie in het Rijksdagbrandproces onder verden king van meineed gearresteerd. Uit het on derzoek is gebleken, dat hij onder eede be wust onjuiste mededeelingen heeft gedaan over zijn lidmaatschap van de K. P. D. en zijn kennismaking met Tanef. Hij heeft erkend, dat «ijn bewering, als zou hij Tanef in Roe menië hebben leeren kennen, onjuist' is. MUZIEK. De „Symphonie" van Leonardo Leo be hoort evenzeer tot het repertoire der K.O.V. als Bach's Suite in b. kl. t., maar ik geloof niet dat men een van beide werken voor langen tijd. op dé programma's, zou willen missen. De stoere kracht en de ernst van het eene, de ontzagwekkende polyphone kunst van het andere, een kunst die u de moeilijk ste problemen voortoovert en ze lachend zelf onmiddellijk oplost: dat zijn factoren welke de belangstelling van iederen hoorder, die niet in de eerste plaats naar een goedkoope streeling of kwelling van het gehoor zoekt, wekken en gaande houden. Ons orkest, had voor Bach versterking der fluiten door de welwillende collaboratie van een drietal bekende spelers; de solofluitist der H.O.V. had de obligaatpartij in het „con certino" voor zijn reken,ing. In dit concer tino was de samenwerking niet altijd volko men, naar het mij voorkwam doordat de fluitist het rythme wat te vrij nam en de adempauzen een te belangrijke rol liet spe len. Bovendien waren de vioolpartijen dan te sterk afgedempt en soms nauwelijks hoor baar. Met dat al heeft men het gebodene zeer gewaardeerd en daarvan blijk gegeven. Dit was ook het geval met Mozart's viool concert in A gr. t., waarvan de solopartij door Hans Bijvanck gespeeld werd. Op een kleine geheugenfout na speelde onze con certmeester de solo delicaat en sober; soms had ik wat meer warmte gewenscht en ze ker ook een grooter toonontwikkeling, waar voor echter het instrument van Hans Bij vanck zich niet schijnt te leenen. De koste lijke muziek werd ook door het orkest dis creet vertolkt; Marinus Adam zorgde voor een aansluiting, die slechts in enkele oogen- blikken minder volkomen was. In de symphonie van Franck hoorden we het voltallige orkest. Er was temperament en kleur in de vertolking, er waren temposcha- keeringen in, die ten deele zeer effectrijk en goed gekozen leken, doch waarvan enkele niet zonder gevaar schenen. Het samenspel was, -den korten voorbereidingstijd tusschen Zondag en Dinsdag in aanmerking genomen niet slecht te noemen, maar ik kreeg den in druk dat een herhaling binnen korten ter mijn, na voortgezette studie zeker nog tot een aanmerkelijk nauwkeuriger verwezenlij king van 's dirigent-en bedoelingen en aan wijzingen zou kunnen leiden. De bijval aan het slot was ongewoon groot: langen tijd bleef men in de zaal om dirigent en orkest toe te juichen. Nog een 'enkel Avoord: de toelichting bij Franck's Symphonie in het programma der H O.V. is gesteld in een Nèderlandsch. dat het bederf va nonze sch-oone taal in de hand werkt. Wie verlost ons eens van het afgrijse lijke Duitsche woord „satz". dat niets zegt en bovendien het eene oogenblik voor een hoofd deel, het andere voor een onderdeel gebruikt wordt? Voorts weet men toch dat „Bes-dur" nonsens is: het is óf B-dur óf B-es grTi. Ook de musicus mag voor onze taal eer bied betoonen! K. DE JONG. AANSLAG OP JAPANSCHEN OUD-PREMIER. WRAAK OVER HET LONDENSCHE VLOOTVERDRAG- TOKIO, 21 Nov. (Reuter.) Hedenmorgen vroeg is een aanslag gepleegd op het- leven van den voormaligen minister-president, Ba ron Wakatsoeki. Wakatsoeki is evenwel niet getroffen en de aanrander is met zijn medeplichtige ge arresteerd. De aanslag wordt toegeschreven aan onte vredenheid van reactionnaire groepen over de bepalingen van het Londensch vlootverdrag. Wakatsoeki was leider van de Japansche delegatie op de Londensche vlootconferentie. De nationalistische pers neemt de plegers van den aanslag in bescherming en schrijft, dat het goed is dat personen die den natio- nalen opbouw van den staat bemoeilijken, een waarschuwing krijgen. PERSONALIA. In het bestuur van de Nederlandsche Cen trale voor de vakopleiding is gekozen ir. A. G. de Koningh te Haarlem. Mej. G. E. Veenhoven te Heemstede is te Amsterdam geslaagd voor het examen ge schiedenis M.O. Aan de Universiteit te Leiden is geslaagd voor het doctoraal examen in de geneeskun de de heer R. Sterringa te Haarlem. TOT POLITIE-AGENT BENOEMD. De heer T. A. van der Vildt,-.korporaal van de politie troepen te Haarlem is benoemd tot politieagent. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Bur. v. Politie, Sm-edestr. 9, dop benzinetank, dameshandschoen, kussentje, slinger auto, 2 sleuteltjes; Kraayer, Groote Markt 17. pakje breiwerk; Plantje, Rijksstraatweg 287, bestelboekje; Huibers, Vooruitgangstraat 8, ceintuur; Strack v. Schijndel, Fonteinlaan 11, idem; Luiten, Byzanthiumstraat 36, insigne D.E.S., Duyn, Jansstraat 16, insigne van gymn, vereeniging; Dcele, Gen Bothastraat 16, hee renhandschoen; v. Brummelen, Gioltziusstraat 14, dameshandschoen, Schaapman, Hooimarkt 10, horloge; Zwitser, L. Annastraat 10, heeren handschoen; Hendriks, Geweerstr. 38, hand schoen; Kuiper, Zoetestraat 32, kinderhand schoen; v. Velden, Bakenessergracht 75 rd., heerenhandschoen; v. d. Eijnde, Oranjeboom straat 144, motorhandschoen.; Wieckmann. Molenaersstraat 26. heerenhandschoenGrau- metia, Lekstraat 4, handschoen; Ostadestraat' 1, maandkaart N.Z.H.; Asyl, Ridderstraat 11, 2 zwarte en 1 grijze kat; Winkelman. Saenre- damstraat- 58rd., lap stof; Verbeek, Barbaros- sastraat, kinderportemonnaie; Zeeman Dijk- straat 12, portemonnaie; Eerdenburg, Bilder- dijkstraat 6, idem; Rebel, Javastraat 67. pas; Nes, Stari-ngstraat 25, riem met sleutel; Wag ner, L. Margarethastraat 17. rijw. bel. plaatje; Zomer. Plataanstraat 82, idem; Tieri, Corn. v. Noordestraat 30rd.. idem; v. Essen, v. Oos ten de Bruynstraat 206, idem; De Mink. Tu- gelast-raat 78, rijwielpomp: Prins Kruisstraat 28rd„ taschje; Berghuis, Pie ter Kiesstraat 7, vulpenhouder; Droog, v. Oosten de Bruyn straat 61, vulpotlood; V-erwey.' Karei v. Man- derstraat 107, idem; v. d. Voort, Ceramstraat 13, zakdoek met medailles; v. Ooyen, Slamat- straat 11, zakmes, Het nieuwe systeem-Hadenacy. De tweefakf-mofor verbeterd. 9 Februari van dit jaar stuurde de Fransch- man Kadenacy een geschrift in bij de „Cer- cles d'Etudes Aéro-t-echnique de l'A-éron anti que". Hij ontvouwde in dit geschrift een ont dekking door hem gedaan, en welke naar zijn meening belangrijk genoeg was om nader bestudeerd te worden, aangezien die betrof: het vermogen van een explosiemotor zonder belangrijke A'eranderingen vrij aanzienlijk te verhoogen. Tot goed begrip van een en an der lijkt het mij niet ondienstig zeer in het kort de algemeene werking van een motor, na te gaan. Bij een motor dan onderscheidt men éen of meer cylinders, waarbij in elk een zuiger heen en weer wordt bewogen, die weer op zijn beurt door middel van een kink stang de motoras in draaiende beweging brengt. De geheele werking -bij een motor be rust nu feitelijk hierop dat het binnenge stroomde gas in een cylinder eerst door den zuiger wordt samengedrukt, waarna door het overspringen van een vonk op de bougie- punten, dit gas tot ontbranding wordt ge bracht. Deze ontbranding veroorzaakt een groote drukvermeerdering, waardoor de zui ger omlaag wordt geduwd. De verbruikte gassen krijgen bij deze neenvaartsche bewe ging gelegenheid om, bij het opengaan van de uitlaadklep, via de uitlaatbuis in de bui tenlucht te ontsnappen. Bij de opgaande be weging van den zuiger worden de laatste res ten van de verbruikte gassen uit den cylin der verwijderd. In den hoogsten stand van den zuiger wordt- nu verondersteld dat geen gasresten meer aanwezig zijn, zoodat tot het binnenvoeren van de versche gassen kan worden OA'-ergegaan, door het openen van d-e inlaatklep. Doordat- de zuiger nu weer om laag gaat en de uitlaatklep zich intusschen gesloten heeft, ontstaat in den cylinder een onderdruk, waardoor het binn-enstroomen van de versche gassen vrij intensief kan ge schieden. Bij de opgaande beweging van den zuiger wordt de inlaatklep gesloten en wor den de gassen gecomprimeerd waarna het proces weer geschiedt dat wij bijden aan vang hebben beschreven. Dit beginsel be stempelt deze motoren tot de categorie van de z.g. „4 tact" motoren, waarbij wij dus on derscheiden 1 het inlaten van de versche gassen. 2 het comprimeeren van deze gassen. 3 de ontsteking en 4 het uitlaten van de verbrande gassen. Hebben wij nu bovengenoemde werking goéd in ons opgenomen, dan valt het niet moeilijk te constateeren dat van de 4 t-acten die van de verbranding feitelijk de voornaam ste is. Hierbij toch wordt ten gevolge van de ontsteking en de hierop volgende ontbran ding van de gassen een enorme kracht uit geoefend op den zuiger, waar-door deze om laag wordt gedrukt en door middel van den zuigerstand de as in ronddraaiende beweging Avordt gebracht. Doch na dezen nuttigen ar- beidsslag volgen 3 slagen, welke geheel teren op dien nuttigen slag. -Op" deze Avijzé'Wordt een-gedeelte van het arbeidsvermogen weer verbruikt door de drie parasiteeren de slagen. Door het aanbrengen van meerdere cylinders tracht men dit ver lies nu tot een minimum terug te brengen. Niettegenstaande het genoemde aandeel kan toch gerust gezegd worden dat de 4-taet motor algemeen in gebruik is. Dit is daaraan te danken dat dit type motor het beste ren dement levert en tevens zeer soepel in zijne beAvegingen is. Men dacht het nadeel te kun nen opheffen door den bouw van z.g. twee- tact- motoren. Theoretisch gesproken zou men met dit systeem het dubbele vermogen moeten kunnen ontwikkelen, aangezien bij hetzelfde aantal omwentelingen van de as, het aantal „werk"-slagen ook wordt verdub beld. Bij het 2 tact-systeem worden de bin- MET PENSIOEN. Aan den heer W. Zwartkruis, hoofd-agent van politie alhier, is eervol ontslag verleend; hij is tevens in het genot van pensioen ge steld. De scheidende politieman heeft een 35- jarigen staat van dienst, eerst als militair, daarna hoofdagent te Heemstede en na de annexatie in gelijken rang te Haarlem. K.L.M. MAG OP ITALIë VLIEGEN. De Tel. verneemt, dat de KL.M. toestem ming heeft gekregen voor passagiersvervoer naar en van talië. Tot nu toe was dit niet toegestaan. De toestemming is het gevolg van een conferentie van de directie te Rome. Het passagiersvervoer naar Italië beloofd voor de K.L.M. zeer belangrijk te zijn. DE DIEFSTALLEN IN DE CLUBHUISJES. Ons wordt verzocht mede te deelen, dat de diefstal van een bankbiljet van f IQ.uit het clubhuis op een voetbalveld niet op het terrein van de Sportvereeniging Droste heeft plaats gehad. DE TAXI'S. In ons vorig nummer zijn de voorwaarden mdegedéeld, waaraan een voertuig moet vol doen, om eenig kenteeken, als bedoeld in art. 117 der Politieverordening te mogen bezigen. Ons wordt door de politie verzocht mede te deelen, dat de betrokken ondernemers zich voor nadere inlichtingen dagelijks tusschen hall' negen en tien uur kunnen wenden tot den inspecteur van het verkeer, bureau Sme- destraat. BRANDSTOFFENBIJSLAG GEVRAAGD In verband met het- feit dat de werkloozen, welke 3 dagen in gemeentedienst werken, in tegenstelling met „gesteunden" geen brand stof fenbijslag ontvingen, heeft de Centrale Bond van Transportarbeiders aan B. en W. verzocht, spoedig een beslissing te nemen op een door genoemde organisatie gedaan ver zoek, bedoelden bijslag alsnog aan de be trokken toe te kennen. nen stroomende versche gassen ook oogen- blikkelijk gecomnrimeerd waarna bij den vol genden slag de ontbranding volgt en tevens de versche gassen weer binnen stroomen die de vuile gassen vóór zich uit naar buiten drijven. Doch hoe eenvoudig ook in theorie, bleek deze wijze in de praktijk toch Avel groo te bezwaren op te leveren. De verbrande en de versche gassen mengden zich met elkaar, niettegenstaande alle vernuftige middelen, welke men toepaste om de vuile gassen zoo veel mogelijk uit de cylinderruimte te ver~ Avijderen. Hierdoor kon per cylinderinhoud niet dat vermogen worden ontwikkeld dat op theoretische gronden kon worden verwacht-. Kadenacy lcwam nu tot de ontdekking dat, direct na de opening van de uitlaatklep de hooge druk welke in den cylinder gedurende de ontbranding en verbranding der gassen heerschte, plotseling zeer sterk daalde, ja- zelfs een oogenblik een onderdruk in genoem de ruimte ontstond. Zijn proeven wezen toen tevens uit dat door dezen onderdruk de uit laatgassen in de uitlaatpijp voor een deel weer naar binnen werden gezogen totdat het evenwicht weer werd hersteld op den druk van 1 atmosfeer. Hierdoor werd het versche gas natuurlijk „vervuild" en bovendien werd op deze wijze ook niet het ver-eischte gewicht aan versche gassen voor de cylindervulling verkregen. Een en ander had tot gevolg dat de mótor niet zijn volle vermogen kon leve ren. Logisch was dus om dit euvel op te hef fen, teneinde een beter rendement van den motor te verkrijgen. De verdienste van Ka denacy is het nu geweest om in de uitlaat buis een klep aan te brengen die wel naar buiten openging, doch voor terugstroomende uitlaatgassen gesloten bleef. Voor zijn proeven gebruikte Kadenacy een met zware olie gestookte Junkers C.L.M. 2- tact motor met een boring van 65 c.M. en een slag van 210 c.M. met een totalen cylin derinhoud van 900 c.M.3 werd bij 130-0 toeren per minuut een gemiddeld vermogen ontwik keld van 12 P.K., terwijl vóór de transforma tie het maximumvermogen bedroeg 11 P.K. Met het procédé Kadenacy kon nu een maxi- mumxermogen worden verkregen van 20 P.K. Bij een economisch verbruik van 160 gram 1 P.K. 1 uur ontwikkelde de C.L.M. Kade- nacy-motor een vermogen dat hooger was dan het maximumvermogen van de gewone C.L.M,-motor. De duurproef van 25 uren werd door dezen nieuw omgewerkten motor even-eens met groot succes doorstaan, zoodat het systeem- Kad-enacy voorloopig 'voor wat betreft de 2- tact motoren, in de toekomst van groote practische waarde belooft te hebben. Intusschen hebben de leerlingen van de „Ecole Spéciale de travaux aéron antiques" een 2-tact Dieselmotor geconstrueerd, waar van de werking geheel gebaseerd is op het systeem-Kadenacy. De motor bevat 7 cyl. met een totalen cylinderinhoud van 3 L. Bij 3900 toei'en per minuut kon met dezen motor een vermogen worden ontwikkeld van 150 P.K. Al is natuurlijk niet- direct reeds te zeggen dat dit systeem de-algemeen .in. gebruik zijn de vliegtuigmotoren zai kunnen vervangen, toch dient men'dit nieuwe procédé met alle aandacht te volgen, wat trouwens in Frank rijk door de deskundigen reeds geschiedt. Een vergelijking met enkele in Frankrijk gebouwde motoren kan misschien wel inte ressant zijn. O.a. zijn voor de in 1934 te hou den wedstrijden om de „Coupe Deutsch", welke zooals indertijd door mij reeds werd uiteengezet, in hoofdzaak beoogen het ont wikkelen van groote snelheden met motoren, waarvan de totale cylinderinhoud niet meer mag bedragen dan 8 L.. nu reeds vliegtuigen en motoren gebouwd. Zoo zijn o.a. de Can- dron C. 362 en C. 336 resp. voorzien van een Renault .Rengali" en een Renault „Régni-er" 4-t-act motor. De eerstgenoemde motor heeft een totalen cylinderinhoud van 6.33 L. en le vert bij 2-500 toeren per minuut een vermo gen van 170 P.K., terwijl de „Régnier"-motor met een cylinderinhoud van 7.95 L. bij 2000 toeren per minuut een vermogen ontwikkelt van 175 P.K. Vergelijkt men nu hiermee den Diesel 2-tact- motor die bij een cylinderinhoud van slechts 3 L. bij 3000 toeren een vermogen ontwikkelt van 150 P.K., dan kan men, zon der direct te vervallen in diepzinnige, verge lijkende beschouwingen, toch gerust al de meening zijn toegedaan dat- het Kadenacy- systeem een toekomst heeft. Het feit dat als proefmotor voor bovenge noemd systeemd o.a. een Diesel 2-tact motor is genomen, wijst er op dat men, ook in Frankrijk, nog de volle aandacht wijdt aan de zware oliemotoren voor vliegtuigen. De Fransche minister voor Luchtvaart heeft een programma opgesteld, waarnaar de construc teurs bij den bouw van deze motoren moeten handelen. Verscheidene motoren hebben reeds het gebied van proefnemingen verlaten om ver volgens in de vliegtuigen de bewijzen van practische bruikbaarheid te toonen. Enkele van deze nieuwe typen hebben reeds een proef van 70 uren achter -den rug, waarbij het zeer geringe verbruik van 165 a 170 gr. per P.K. per uur werd verkregen. Vele vin dingen. welke men tegenwoordig bij de ben zinemotoren toepast, als b.v. het aanbrengen van d-e compresseurs voor het toevoeren van extra lucht op groote hoogte, worden even eens als eisch gesteld aan de zware olie-mo toren. Men stelt dus blijkbaar alles in het werk, om dit t-ype mot-oren zoo spoedig mo gelijk als practisch bruikbaar voortstuwings middel bij vliegtuigen te doen ingang vinden. Een Clerget-motor van 500 P.K. is al bijna zoo ver dat hij in een vliegtuig kan worden gemonteerd, teneinde hierin zijne duurproe- ven voort te zetten. Een geheel nieuw voedingssysteem voor zware oliemotoren, nl. dat van Rochefort, wordt in Frankrijk op het oogenblik sterk overwogen In het kort komt dit principe hier op neer, dat de verstuwing van de olie door een speciale inrichting, door den cylinder zelf geschiedt. Voor de beproeving van dit systeem werd gebouwd een 2-tact motor die 400 P.K. moet kunnen ontwikkelen, terwijl een ge wone Lorraine-motor van 650 P.K. voor ge noemd systeemd zal worden omgewerkt. Vol gens de berichten zullen binnenkort reeds met deze motoren duurproeven in vliegtuigen plaats vinden, en Avanneer deze met- succes zijn afgelegd zullen wij een belangrijke schre de nader zijn gekomen tot het oogenblik waarop niet aleen de zware olie 4-tact-moto- ren, doch eveneens motoren van het 2-tact- systeem in 't kader gaan passen van het mo derne vliegtuig.- A. STEUP. Kapt. VI.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 9