Dieselmotoren voor Vliegtuigen.
DE JUBILEUM-AVOND VAN JAN MUSCH.
Concert der H. O. V.
WOENSDAG 22 NOVEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
9
Het Tooneel.
BRAND IN DE STAD.
Hoe gêliefd Jan Musch te Haarlem is, heeft
de volle en enthousiaste zaal hem op zijn
jubileum-avond gisteren wel overtuigend be
wezen. Er was een zeldzaam geestdriftige
stemming, die telkens tot uiting kwam, wan
neer de gelegenheid daartoe zich maar even
aanbood. Dat was reeds dadelijk bij Musch'
eerste entree toen het applaus losbarstte, een
applaus, dat geen einde scheen te willen
nemen. En na elk bedrijf herhaalden zich de
ovaties, telkens even warm en even spontaan.
En ook tijdens het spel voelde men, hoe de
sympathie van de zaal uitstroomde naar den
beminden acteur. Er was zoo zeide men
nog in de pauze achter de schermen heel
den avond een zeer sterk voelbaar contact
tusschen tooneel en zaal, zooals men het op
deze jubileum-tournee nog niet had meege
maakt. En het succes van de voorstellnig was
daardoor ook grooter dan elders.
Ook de huldiging, die na afloop der opvoe
ring plaats had, onderscheidde zich door een
zeldzaam geestdriftige stemming. Het was, of
het publiek als terug wilde betalen van zijn
dank voor alles, wat Musch aan groote too-
neelspeelkunst in de afgeloopen jaren ge
schonken had.
Ik had het voorrecht Jan Musch op dit
jubileum gisteren het eerst te mogen toe
spreken. Als verslaggever zit ik daardoor nu
in een wat lastig parket. Sta mij toe, dat ik mij
even van mijzelf losmaak en uit de zaal naar
mijn ander ik luister.
Spreker herinnerde aan het woord van me
vrouw de Boer op haar jubileumavond te Am
sterdam, dat er in ons land prachtig komedie
wordt gespeeld. Dit woord mocht hier zeker
worden herhaald, .waar hij hier stond tegen
over den acteur, die wij algemeen als de
grootste in Nederland beschouwen. En er was
reden toe nu zoo vele tooneelspelers met een
wereldnaam in ons land voorstellingen geven,
want er zijn helaas nog altijd vele Nederlan
ders, die alleen maar meenen te mogen prijzen
wat uit het buitenland komt. Hij wilde daar
om er den nadruk op leggen zonder iets af
te dingen op de grootheid der buitenlandsche
gasten dat alleen al in de tooneelgroep Het
Masker twee artisten zijn Elsa Mauhs en
Jan Musch die de vergelijking met die be
roemde buitenlanders in alle opzichten kun
nen doorstaan. En er zijn maar weinige spe
lers in het buitenland zoo veelzijdig als Musch.
Wanneer zijn wieg dan ook niet in het hartje
van Amsterdam maar in Frankrijk of Duitsch-
land had gestaan, zou hij nu zeker een
wereldnaam hebben als die andere grooten.
Aan Jan Musch dankte spreker vele van zijn
mooiste, toopeelherinneringen en daarvoor
bracht hij hem dezen avond dank. Ten slotte
wees hij op het contact, dat. er dank zij Het
Schouwtooneel sinds jaren tusschen Musch en
Haarlem was geweest. Op de planken van den
Haarlemschen Stadsschouwburg waren de
premières gegaan van stukken als Weder
zij dsch Huwelijksbedrog, De Paradijsvloek,
Marieke van Nieuweghen, De Universeele Erf
genaam, Vrijheid, Peer Gynt, Cyrano en vele
andere der grootste en mooiste successen van
Het Schouwtooneel en hier waren dus vele der
roemrijkste rollen van Musch geboren. Kom
ons nog dikwijls verblijden met uw prachtige
kunst, die zoo verwant is aan de kunst van
Haarlem's grootsten schilder, Frans Hals, een
kunst, die door haar natuurlijkheid, haar kleur
en haar oprechtheid Hollandsch is in den
mooisten zin van het woord".
Daarna sprak de heer Tjebbo Franken als
voorzitter van het tooneelverbond. De heer
Franken had den heer Musch in het stuk
Brand in de Stad hooren zeggen: Een naam
kan zeer belangrijk zijn. Hij kan spoken ver
drijven. Deze zin bracht hij in, verband met
Jan Musch. Zijn naam toch zou de spoken
kunnen verdrijven, die het tooneel met onder
gang bedreigen. Max Reinhard had terecht
gezegd, dat het tooneel alleen door de tooneel
spelers zelve gered kan worden. Als dat zoo
was, dan was het Jan Musch in de eerste
plaats, die dit zou vermogen te doen.
De heer Hubert Cuypers was met eenige
zangers naar Haarlem gekomen, omdat zij te
Amsterdam de jubileum-voorstelling die
uitverkocht was niet hadden kunnen bij
wonen en hij huldigde als hoofd van deze
„delegatie" Jan Musch op dezen avond voor
zijn onvergelijkelijke kunst.
Nadat de schrijver van dit verslag nog na
mens Carel van Hees den jubileerenden too-
neelspeler had toegesproken, was het woord
aan Jan Musch zelf. Hij herinnerde in een
geestige speech aan zijn vijf-en-twintig ja
rig jubileum te Haarlem, dat in de oorlogs
jaren plaats had. Hier te Haarlem had hij
een geschenk gekregen, waarover heel Neder
land had gesproken, namelijk een klem ma
honiehouten kistje, gevuld metthee!
Wat 'n rijkdom dat toen beteekende, kunnen
de menschen van nu zich nauwelijks meer
voorstellen. Veel is in die jaren veranderd,
maar met even groot genoegen als op zijn
vorig jubileum was Musch op dezen avond te
Haarlem opgetreden.
Moet ik nog zeggen, dat de zaal Musch
staande na elke toespraak weer hartstochte
lijk toejuichte, dat telkens weer bravo's weer
klonken en men niet wilde scheiden, voordat
het doek ontelbare malen omhoog was ge
gaan. Het was voor allen, die dit jubileum
feest hebben meegemaakt, een onvergetelij
ke avond.
En nu het stuk waarin Jan Musch gisteren
is opgetreden. Dat ik de keuze van „Brand
in de Stad" voor een jubileum bijzonder ge
lukkig vind, kan ik onmogelijk zeggen. Chris-
tiaan Mikoff, de kunstfotograaf, die eerst in
de stad van zijn inwoning door allen met den
nek wordt aangekeken, om dan plotseling in
het middelpunt der belangstelling te staan,
als men hem verdenkt verschillende branden
in de stad te hebben aangestoken en die daar
door zijn evenwicht geheel verliest, is zeker
een merkwaardige en psychologisch ook wel
interessante figuur, maar de rol is te klein
van formaat voor het jubileum van een zoo
geniaal acteur als Jan MusGh., van wien wij
ons een Cyrano, een Adam, een Lucifer, een
Mark Violier en zoo vele andere groote rollen
herinneren. Deze Mikoff geeft maar eenige
kanten van het talent van dezen grooten ka
rakterspeler en komische kracht van den
eersten rang te zien en hij zal zeker niet in
onze herinnering blijven leven als een der be
roemde rollen van Jan Musch. Een schitter-
rol is deze Mikoff zeker allerminst. Te mid
den van de vele rollen van Jan Musch zal Mi
koff een zeer bescheiden plaatsje innemen
en wij verwachten juist op een jubileum wat
anders.
Mikoff om nog iets van den inhoud van
het stuk te vertellen voelt zich in zijn stad
je miskend, omdat allen hem als een quantité
négligeable beschouwen, wat hij feitelijk ook
is. Tevergeefs tracht hij lid van de stam
tafel van Het Huppelend Hert te worden. Dit
fleemende en teemende manneke is in de
oogen van zijn stadgenooten nu eenmaal een
nul, en wat hij ook doet, om in het gevlei te
komen van de heeren der stamtafel, het is
alles te vergeefsch. Totdat men in hem op
eens den gevaarlijken man meent te zien,
die de vele geheimzinnige branden heeft ge
sticht, welke de stad hebben geteisterd. Dan
wordt dit onbeteekenend creatuur plotseling
voor allen de gevreesde man, een „geesel
Gods" en zelfs, als hij vrijgesproken wegens
gebrek aan bewijs in Het Huppelend Hert te
rugkeert, zien allen in hem den dader van
zooveel verschrikkelijkheden. Het fotograafje
begint zich een groot man te voelen, vooral als
hij ziet, dat zijn ergste vijand, de houthande
laar Negelspach, die hem vroeger altijd het
hardst heeft aangeblaft, nu doodsbenauwd
voor hem is.
Maar als dan blijkt, dat een gewone tim
merman, een dronkenJap, de brandstichter
is, stort Mikoff van zijn voetstuk van ge-
waanden held. Negelspach pakt weer tegen
hem uit als vroeger en niemand van de stam
tafel komt hein te hulp, als hij door den woe
denden houthandelaar de herborg wordt uit
gesmeten. Dit is voor Mikoff te veel. Van de
duisternis was hij plots in het licht gekomen
en. nu zal hij in de duisternis terug vallen, dat
kan hij niet. Hij wil nu zijn, wat hij scheen:
een door ieder gevreesd brandstichter.
Mikoff steekt het vuur in de houtstapels
van Negelpack en als het brandalarm gaat
over de stad, treedt hij als triomfator de
herberg, waar men hem heeft uitgesmeten,
weer binnen en hij schreeuwt het Negelspach
in het gezicht, dat hij de dader is. Doch als
hij werkelijk de brandstichter is geworden,
gelooft niemand hem meer. Hij, het melig
fotograafje zou brand hebben gesticht? Het
is gewoonweg belachelijk. Verwezen staart
hij de menschen na, die naar den brand
hollen, en aan hem niet meer denken. Dan
grijpt hij beangst naar zijn hoofd en als
een waanzinnige stort hij naar buiten, de
anderen achterna. Men ziet het, een wel in
teressant;-gegeven,-■•-al is-- de Oostenrijksche
schrijver in- de teekening wan Mikoff's om
geving niet altijd even overtuigend. Het is
toch moeilijk aan te nemen, dat bijvoorbeeld
rechter en de dokter, die van een ge-
waanden brandstichter niets te vreezen heb
ben, hem na zijn vrijspraak met een „Wel
kom" aan de stamtafel zullen ontvangen,
terwijl- zij hem nog steeds voor den dader
houden. In heel dat tafereel drijft de schrij
ver om zijn effect te versterken de situatie te
zeer op de spits en men gelooft haar daar
door niet meer. Maar in de teekening van den
kunstfotograaf is hij wel volkomen geslaagd.
Deze Mikoff is een waarlijk tragi-komische
figuur geworden. Alleen nemen wij hem
kwalijk, dat Jan Musch hem heeft uitver
koren om mee uit jubileeren te geven. Waait
daarvoor -ontbraken dit fleemende en tee
mende manneke nu juist alle eigenschappen.
Het teemende, lijmerige kereltje irriteerde
ons ook 'n beetje en wij konden ons de anti
pathie van de stamgasten tegen Mikoff ver
klaren.
Als „karakter" gaf Musch dezen kunst
fotograaf gaaf en bijzonder knap, en met
-prachtige fijne nuanceering. Hij had zeer
mooie momenten vooral toen hij Negels-
pack fotografeerde maar ik vraag mij wel
af, of deze fotograaf als tooneelfiguur niet
belangrijker zou zijn geworden, als hij wat
minder lijmerig was geweest en als Musch
het contrast tusschen den Mikoff van de
eerste tafereelen en dien van de laatste wat
scherper nog had gegeven. Musch heeft daar
mee wel iets aan het effect geofferd, al
kunnen wij dezen Mikoff als karakter dan
ook volkomen aanvaarden.
De leden van de stamtafel werden door
Anton Ruys, Jos. Liesting, Ko Arnoldi,
Jacques de Haas en John Gobau raak en
scherp getypeerd. En ook het zeer karakte
ristieke decor van Het Huppelende Hert ver
plaatst ons volkomen in een Duitsch stadje.
Mijn compliment aan Adri van Hees voor zijn
uitstekend'spel in het kleine rolletje van den
dronken timmerman. Dat was heel goed!
De dames: Mary Smithuijze, Ank van dei-
Moer, Dora Wallant en Mary Bouwens, moes
ten zich in dit stuk met onbelangrijke rollen
tevreden stellen.
Na afloop der voorstelling begaven velen
der comitéleden met hun dames zich naar
Hotel Lion d'Or, waar zij met den heer en
mevrouw Musch aan een souper aanzaten.
Voor den aanvang van het souper zong Annie
Woud, begeleid door Felix de Nobel den heer
Musch Schubert's lied „Du, holde Kunst" toe.
Er heerschte aan tafel, waar nog vele woor
den tot den heer en mevrouw Musch werden
gesproken, heel den avond een zeer opge
wekte stemming.
J. B. SCHUIL
PROCES TEGEN SOENKE BEGINT
SPOEDIG
BERLIN, 21 Nov. (Wolff.) De Berlijnsche
Justitie heeft den 38-jarigen steenhouwer
Soenke in staat van beschuldiging gesteld
wegens meineed. Het proces tegen hem zal
waarschijnlijk binnen enkele dagen te Berlijn
beginnen,
Zooals bekend werd Soenke op 30 October
j.l. op verzoek van den officier van Justitie
in het Rijksdagbrandproces onder verden
king van meineed gearresteerd. Uit het on
derzoek is gebleken, dat hij onder eede be
wust onjuiste mededeelingen heeft gedaan
over zijn lidmaatschap van de K. P. D. en zijn
kennismaking met Tanef. Hij heeft erkend,
dat «ijn bewering, als zou hij Tanef in Roe
menië hebben leeren kennen, onjuist' is.
MUZIEK.
De „Symphonie" van Leonardo Leo be
hoort evenzeer tot het repertoire der K.O.V.
als Bach's Suite in b. kl. t., maar ik geloof
niet dat men een van beide werken voor
langen tijd. op dé programma's, zou willen
missen. De stoere kracht en de ernst van het
eene, de ontzagwekkende polyphone kunst
van het andere, een kunst die u de moeilijk
ste problemen voortoovert en ze lachend zelf
onmiddellijk oplost: dat zijn factoren welke
de belangstelling van iederen hoorder, die
niet in de eerste plaats naar een goedkoope
streeling of kwelling van het gehoor zoekt,
wekken en gaande houden.
Ons orkest, had voor Bach versterking der
fluiten door de welwillende collaboratie van
een drietal bekende spelers; de solofluitist
der H.O.V. had de obligaatpartij in het „con
certino" voor zijn reken,ing. In dit concer
tino was de samenwerking niet altijd volko
men, naar het mij voorkwam doordat de
fluitist het rythme wat te vrij nam en de
adempauzen een te belangrijke rol liet spe
len. Bovendien waren de vioolpartijen dan te
sterk afgedempt en soms nauwelijks hoor
baar. Met dat al heeft men het gebodene zeer
gewaardeerd en daarvan blijk gegeven.
Dit was ook het geval met Mozart's viool
concert in A gr. t., waarvan de solopartij
door Hans Bijvanck gespeeld werd. Op een
kleine geheugenfout na speelde onze con
certmeester de solo delicaat en sober; soms
had ik wat meer warmte gewenscht en ze
ker ook een grooter toonontwikkeling, waar
voor echter het instrument van Hans Bij
vanck zich niet schijnt te leenen. De koste
lijke muziek werd ook door het orkest dis
creet vertolkt; Marinus Adam zorgde voor
een aansluiting, die slechts in enkele oogen-
blikken minder volkomen was.
In de symphonie van Franck hoorden we
het voltallige orkest. Er was temperament en
kleur in de vertolking, er waren temposcha-
keeringen in, die ten deele zeer effectrijk en
goed gekozen leken, doch waarvan enkele
niet zonder gevaar schenen. Het samenspel
was, -den korten voorbereidingstijd tusschen
Zondag en Dinsdag in aanmerking genomen
niet slecht te noemen, maar ik kreeg den in
druk dat een herhaling binnen korten ter
mijn, na voortgezette studie zeker nog tot
een aanmerkelijk nauwkeuriger verwezenlij
king van 's dirigent-en bedoelingen en aan
wijzingen zou kunnen leiden.
De bijval aan het slot was ongewoon groot:
langen tijd bleef men in de zaal om dirigent
en orkest toe te juichen.
Nog een 'enkel Avoord: de toelichting bij
Franck's Symphonie in het programma der
H O.V. is gesteld in een Nèderlandsch. dat het
bederf va nonze sch-oone taal in de hand
werkt. Wie verlost ons eens van het afgrijse
lijke Duitsche woord „satz". dat niets zegt en
bovendien het eene oogenblik voor een hoofd
deel, het andere voor een onderdeel gebruikt
wordt? Voorts weet men toch dat „Bes-dur"
nonsens is: het is óf B-dur óf B-es grTi.
Ook de musicus mag voor onze taal eer
bied betoonen!
K. DE JONG.
AANSLAG OP JAPANSCHEN
OUD-PREMIER.
WRAAK OVER HET LONDENSCHE
VLOOTVERDRAG-
TOKIO, 21 Nov. (Reuter.) Hedenmorgen
vroeg is een aanslag gepleegd op het- leven
van den voormaligen minister-president, Ba
ron Wakatsoeki.
Wakatsoeki is evenwel niet getroffen en
de aanrander is met zijn medeplichtige ge
arresteerd.
De aanslag wordt toegeschreven aan onte
vredenheid van reactionnaire groepen over de
bepalingen van het Londensch vlootverdrag.
Wakatsoeki was leider van de Japansche
delegatie op de Londensche vlootconferentie.
De nationalistische pers neemt de plegers
van den aanslag in bescherming en schrijft,
dat het goed is dat personen die den natio-
nalen opbouw van den staat bemoeilijken,
een waarschuwing krijgen.
PERSONALIA.
In het bestuur van de Nederlandsche Cen
trale voor de vakopleiding is gekozen ir. A. G.
de Koningh te Haarlem.
Mej. G. E. Veenhoven te Heemstede is te
Amsterdam geslaagd voor het examen ge
schiedenis M.O.
Aan de Universiteit te Leiden is geslaagd
voor het doctoraal examen in de geneeskun
de de heer R. Sterringa te Haarlem.
TOT POLITIE-AGENT BENOEMD.
De heer T. A. van der Vildt,-.korporaal van
de politie troepen te Haarlem is benoemd tot
politieagent.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij:
Bur. v. Politie, Sm-edestr. 9, dop benzinetank,
dameshandschoen, kussentje, slinger auto,
2 sleuteltjes; Kraayer, Groote Markt 17.
pakje breiwerk; Plantje, Rijksstraatweg 287,
bestelboekje; Huibers, Vooruitgangstraat 8,
ceintuur; Strack v. Schijndel, Fonteinlaan 11,
idem; Luiten, Byzanthiumstraat 36, insigne
D.E.S., Duyn, Jansstraat 16, insigne van gymn,
vereeniging; Dcele, Gen Bothastraat 16, hee
renhandschoen; v. Brummelen, Gioltziusstraat
14, dameshandschoen, Schaapman, Hooimarkt
10, horloge; Zwitser, L. Annastraat 10, heeren
handschoen; Hendriks, Geweerstr. 38, hand
schoen; Kuiper, Zoetestraat 32, kinderhand
schoen; v. Velden, Bakenessergracht 75 rd.,
heerenhandschoen; v. d. Eijnde, Oranjeboom
straat 144, motorhandschoen.; Wieckmann.
Molenaersstraat 26. heerenhandschoenGrau-
metia, Lekstraat 4, handschoen; Ostadestraat'
1, maandkaart N.Z.H.; Asyl, Ridderstraat 11,
2 zwarte en 1 grijze kat; Winkelman. Saenre-
damstraat- 58rd., lap stof; Verbeek, Barbaros-
sastraat, kinderportemonnaie; Zeeman Dijk-
straat 12, portemonnaie; Eerdenburg, Bilder-
dijkstraat 6, idem; Rebel, Javastraat 67. pas;
Nes, Stari-ngstraat 25, riem met sleutel; Wag
ner, L. Margarethastraat 17. rijw. bel. plaatje;
Zomer. Plataanstraat 82, idem; Tieri, Corn.
v. Noordestraat 30rd.. idem; v. Essen, v. Oos
ten de Bruynstraat 206, idem; De Mink. Tu-
gelast-raat 78, rijwielpomp: Prins Kruisstraat
28rd„ taschje; Berghuis, Pie ter Kiesstraat 7,
vulpenhouder; Droog, v. Oosten de Bruyn
straat 61, vulpotlood; V-erwey.' Karei v. Man-
derstraat 107, idem; v. d. Voort, Ceramstraat
13, zakdoek met medailles; v. Ooyen, Slamat-
straat 11, zakmes,
Het nieuwe systeem-Hadenacy.
De tweefakf-mofor verbeterd.
9 Februari van dit jaar stuurde de Fransch-
man Kadenacy een geschrift in bij de „Cer-
cles d'Etudes Aéro-t-echnique de l'A-éron anti
que". Hij ontvouwde in dit geschrift een ont
dekking door hem gedaan, en welke naar zijn
meening belangrijk genoeg was om nader
bestudeerd te worden, aangezien die betrof:
het vermogen van een explosiemotor zonder
belangrijke A'eranderingen vrij aanzienlijk te
verhoogen. Tot goed begrip van een en an
der lijkt het mij niet ondienstig zeer in het
kort de algemeene werking van een motor,
na te gaan. Bij een motor dan onderscheidt
men éen of meer cylinders, waarbij in elk
een zuiger heen en weer wordt bewogen, die
weer op zijn beurt door middel van een kink
stang de motoras in draaiende beweging
brengt. De geheele werking -bij een motor be
rust nu feitelijk hierop dat het binnenge
stroomde gas in een cylinder eerst door den
zuiger wordt samengedrukt, waarna door het
overspringen van een vonk op de bougie-
punten, dit gas tot ontbranding wordt ge
bracht. Deze ontbranding veroorzaakt een
groote drukvermeerdering, waardoor de zui
ger omlaag wordt geduwd. De verbruikte
gassen krijgen bij deze neenvaartsche bewe
ging gelegenheid om, bij het opengaan van
de uitlaadklep, via de uitlaatbuis in de bui
tenlucht te ontsnappen. Bij de opgaande be
weging van den zuiger worden de laatste res
ten van de verbruikte gassen uit den cylin
der verwijderd. In den hoogsten stand van
den zuiger wordt- nu verondersteld dat geen
gasresten meer aanwezig zijn, zoodat tot het
binnenvoeren van de versche gassen kan
worden OA'-ergegaan, door het openen van d-e
inlaatklep. Doordat- de zuiger nu weer om
laag gaat en de uitlaatklep zich intusschen
gesloten heeft, ontstaat in den cylinder een
onderdruk, waardoor het binn-enstroomen
van de versche gassen vrij intensief kan ge
schieden. Bij de opgaande beweging van den
zuiger wordt de inlaatklep gesloten en wor
den de gassen gecomprimeerd waarna het
proces weer geschiedt dat wij bijden aan
vang hebben beschreven. Dit beginsel be
stempelt deze motoren tot de categorie van
de z.g. „4 tact" motoren, waarbij wij dus on
derscheiden
1 het inlaten van de versche gassen.
2 het comprimeeren van deze gassen.
3 de ontsteking en
4 het uitlaten van de verbrande gassen.
Hebben wij nu bovengenoemde werking
goéd in ons opgenomen, dan valt het niet
moeilijk te constateeren dat van de 4 t-acten
die van de verbranding feitelijk de voornaam
ste is. Hierbij toch wordt ten gevolge van de
ontsteking en de hierop volgende ontbran
ding van de gassen een enorme kracht uit
geoefend op den zuiger, waar-door deze om
laag wordt gedrukt en door middel van den
zuigerstand de as in ronddraaiende beweging
Avordt gebracht. Doch na dezen nuttigen ar-
beidsslag volgen 3 slagen, welke geheel teren
op dien nuttigen slag.
-Op" deze Avijzé'Wordt een-gedeelte van het
arbeidsvermogen weer verbruikt door de drie
parasiteeren de slagen. Door het aanbrengen
van meerdere cylinders tracht men dit ver
lies nu tot een minimum terug te brengen.
Niettegenstaande het genoemde aandeel
kan toch gerust gezegd worden dat de 4-taet
motor algemeen in gebruik is. Dit is daaraan
te danken dat dit type motor het beste ren
dement levert en tevens zeer soepel in zijne
beAvegingen is. Men dacht het nadeel te kun
nen opheffen door den bouw van z.g. twee-
tact- motoren. Theoretisch gesproken zou
men met dit systeem het dubbele vermogen
moeten kunnen ontwikkelen, aangezien bij
hetzelfde aantal omwentelingen van de as,
het aantal „werk"-slagen ook wordt verdub
beld. Bij het 2 tact-systeem worden de bin-
MET PENSIOEN.
Aan den heer W. Zwartkruis, hoofd-agent
van politie alhier, is eervol ontslag verleend;
hij is tevens in het genot van pensioen ge
steld. De scheidende politieman heeft een 35-
jarigen staat van dienst, eerst als militair,
daarna hoofdagent te Heemstede en na de
annexatie in gelijken rang te Haarlem.
K.L.M. MAG OP ITALIë VLIEGEN.
De Tel. verneemt, dat de KL.M. toestem
ming heeft gekregen voor passagiersvervoer
naar en van talië. Tot nu toe was dit niet
toegestaan. De toestemming is het gevolg van
een conferentie van de directie te Rome. Het
passagiersvervoer naar Italië beloofd voor de
K.L.M. zeer belangrijk te zijn.
DE DIEFSTALLEN IN DE CLUBHUISJES.
Ons wordt verzocht mede te deelen, dat
de diefstal van een bankbiljet van f IQ.uit
het clubhuis op een voetbalveld niet op het
terrein van de Sportvereeniging Droste heeft
plaats gehad.
DE TAXI'S.
In ons vorig nummer zijn de voorwaarden
mdegedéeld, waaraan een voertuig moet vol
doen, om eenig kenteeken, als bedoeld in art.
117 der Politieverordening te mogen bezigen.
Ons wordt door de politie verzocht mede te
deelen, dat de betrokken ondernemers zich
voor nadere inlichtingen dagelijks tusschen
hall' negen en tien uur kunnen wenden tot
den inspecteur van het verkeer, bureau Sme-
destraat.
BRANDSTOFFENBIJSLAG GEVRAAGD
In verband met het- feit dat de werkloozen,
welke 3 dagen in gemeentedienst werken, in
tegenstelling met „gesteunden" geen brand
stof fenbijslag ontvingen, heeft de Centrale
Bond van Transportarbeiders aan B. en W.
verzocht, spoedig een beslissing te nemen op
een door genoemde organisatie gedaan ver
zoek, bedoelden bijslag alsnog aan de be
trokken toe te kennen.
nen stroomende versche gassen ook oogen-
blikkelijk gecomnrimeerd waarna bij den vol
genden slag de ontbranding volgt en tevens
de versche gassen weer binnen stroomen die
de vuile gassen vóór zich uit naar buiten
drijven. Doch hoe eenvoudig ook in theorie,
bleek deze wijze in de praktijk toch Avel groo
te bezwaren op te leveren. De verbrande en
de versche gassen mengden zich met elkaar,
niettegenstaande alle vernuftige middelen,
welke men toepaste om de vuile gassen zoo
veel mogelijk uit de cylinderruimte te ver~
Avijderen. Hierdoor kon per cylinderinhoud
niet dat vermogen worden ontwikkeld dat op
theoretische gronden kon worden verwacht-.
Kadenacy lcwam nu tot de ontdekking dat,
direct na de opening van de uitlaatklep de
hooge druk welke in den cylinder gedurende
de ontbranding en verbranding der gassen
heerschte, plotseling zeer sterk daalde, ja-
zelfs een oogenblik een onderdruk in genoem
de ruimte ontstond. Zijn proeven wezen toen
tevens uit dat door dezen onderdruk de uit
laatgassen in de uitlaatpijp voor een deel
weer naar binnen werden gezogen totdat het
evenwicht weer werd hersteld op den druk
van 1 atmosfeer. Hierdoor werd het versche
gas natuurlijk „vervuild" en bovendien werd
op deze wijze ook niet het ver-eischte gewicht
aan versche gassen voor de cylindervulling
verkregen. Een en ander had tot gevolg dat
de mótor niet zijn volle vermogen kon leve
ren. Logisch was dus om dit euvel op te hef
fen, teneinde een beter rendement van den
motor te verkrijgen. De verdienste van Ka
denacy is het nu geweest om in de uitlaat
buis een klep aan te brengen die wel naar
buiten openging, doch voor terugstroomende
uitlaatgassen gesloten bleef.
Voor zijn proeven gebruikte Kadenacy een
met zware olie gestookte Junkers C.L.M. 2-
tact motor met een boring van 65 c.M. en
een slag van 210 c.M. met een totalen cylin
derinhoud van 900 c.M.3 werd bij 130-0 toeren
per minuut een gemiddeld vermogen ontwik
keld van 12 P.K., terwijl vóór de transforma
tie het maximumvermogen bedroeg 11 P.K.
Met het procédé Kadenacy kon nu een maxi-
mumxermogen worden verkregen van 20 P.K.
Bij een economisch verbruik van 160 gram
1 P.K. 1 uur ontwikkelde de C.L.M. Kade-
nacy-motor een vermogen dat hooger was
dan het maximumvermogen van de gewone
C.L.M,-motor.
De duurproef van 25 uren werd door dezen
nieuw omgewerkten motor even-eens met
groot succes doorstaan, zoodat het systeem-
Kad-enacy voorloopig 'voor wat betreft de 2-
tact motoren, in de toekomst van groote
practische waarde belooft te hebben.
Intusschen hebben de leerlingen van de
„Ecole Spéciale de travaux aéron antiques"
een 2-tact Dieselmotor geconstrueerd, waar
van de werking geheel gebaseerd is op het
systeem-Kadenacy. De motor bevat 7 cyl. met
een totalen cylinderinhoud van 3 L. Bij 3900
toei'en per minuut kon met dezen motor een
vermogen worden ontwikkeld van 150 P.K.
Al is natuurlijk niet- direct reeds te zeggen
dat dit systeem de-algemeen .in. gebruik zijn
de vliegtuigmotoren zai kunnen vervangen,
toch dient men'dit nieuwe procédé met alle
aandacht te volgen, wat trouwens in Frank
rijk door de deskundigen reeds geschiedt.
Een vergelijking met enkele in Frankrijk
gebouwde motoren kan misschien wel inte
ressant zijn. O.a. zijn voor de in 1934 te hou
den wedstrijden om de „Coupe Deutsch",
welke zooals indertijd door mij reeds werd
uiteengezet, in hoofdzaak beoogen het ont
wikkelen van groote snelheden met motoren,
waarvan de totale cylinderinhoud niet meer
mag bedragen dan 8 L.. nu reeds vliegtuigen
en motoren gebouwd. Zoo zijn o.a. de Can-
dron C. 362 en C. 336 resp. voorzien van een
Renault .Rengali" en een Renault „Régni-er"
4-t-act motor. De eerstgenoemde motor heeft
een totalen cylinderinhoud van 6.33 L. en le
vert bij 2-500 toeren per minuut een vermo
gen van 170 P.K., terwijl de „Régnier"-motor
met een cylinderinhoud van 7.95 L. bij 2000
toeren per minuut een vermogen ontwikkelt
van 175 P.K. Vergelijkt men nu hiermee den
Diesel 2-tact- motor die bij een cylinderinhoud
van slechts 3 L. bij 3000 toeren een vermogen
ontwikkelt van 150 P.K., dan kan men, zon
der direct te vervallen in diepzinnige, verge
lijkende beschouwingen, toch gerust al de
meening zijn toegedaan dat- het Kadenacy-
systeem een toekomst heeft.
Het feit dat als proefmotor voor bovenge
noemd systeemd o.a. een Diesel 2-tact motor
is genomen, wijst er op dat men, ook in
Frankrijk, nog de volle aandacht wijdt aan
de zware oliemotoren voor vliegtuigen. De
Fransche minister voor Luchtvaart heeft een
programma opgesteld, waarnaar de construc
teurs bij den bouw van deze motoren moeten
handelen.
Verscheidene motoren hebben reeds het
gebied van proefnemingen verlaten om ver
volgens in de vliegtuigen de bewijzen van
practische bruikbaarheid te toonen. Enkele
van deze nieuwe typen hebben reeds een
proef van 70 uren achter -den rug, waarbij
het zeer geringe verbruik van 165 a 170 gr.
per P.K. per uur werd verkregen. Vele vin
dingen. welke men tegenwoordig bij de ben
zinemotoren toepast, als b.v. het aanbrengen
van d-e compresseurs voor het toevoeren van
extra lucht op groote hoogte, worden even
eens als eisch gesteld aan de zware olie-mo
toren. Men stelt dus blijkbaar alles in het
werk, om dit t-ype mot-oren zoo spoedig mo
gelijk als practisch bruikbaar voortstuwings
middel bij vliegtuigen te doen ingang vinden.
Een Clerget-motor van 500 P.K. is al bijna
zoo ver dat hij in een vliegtuig kan worden
gemonteerd, teneinde hierin zijne duurproe-
ven voort te zetten.
Een geheel nieuw voedingssysteem voor
zware oliemotoren, nl. dat van Rochefort,
wordt in Frankrijk op het oogenblik sterk
overwogen In het kort komt dit principe hier
op neer, dat de verstuwing van de olie door
een speciale inrichting, door den cylinder zelf
geschiedt. Voor de beproeving van dit systeem
werd gebouwd een 2-tact motor die 400 P.K.
moet kunnen ontwikkelen, terwijl een ge
wone Lorraine-motor van 650 P.K. voor ge
noemd systeemd zal worden omgewerkt. Vol
gens de berichten zullen binnenkort reeds
met deze motoren duurproeven in vliegtuigen
plaats vinden, en Avanneer deze met- succes
zijn afgelegd zullen wij een belangrijke schre
de nader zijn gekomen tot het oogenblik
waarop niet aleen de zware olie 4-tact-moto-
ren, doch eveneens motoren van het 2-tact-
systeem in 't kader gaan passen van het mo
derne vliegtuig.-
A. STEUP.
Kapt. VI.