UIT HET BUITENLAND
Ir.Cramerinterpelleertoverlndië.
DONDERDAG 23 NOVEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Een Fransch interview met Adolf Hitler. De Rijks
kanselier acht Duitsch-Fransche overeenstemming nood
zakelijk. Voor alles moet de Saarkwestie geregeld
zijn. Elzas-Lotharingen geen geschilpunt.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
DUITSCHLAND.
De Matin publiceert den inhoud van een
interview dat Rijkskanselier Hitier heeft toe
gestaan aan den redacteur buitenland van
„LTnformation", de Brinen.
Hitier heeft verklaard, aldus de Brinen,
dat zijn houding steeds dezelfde is gebleven.
Hij wenscht bespreking en beraadslaging, om
dat hij daarin de garantie voor den vrede ziet.
Hij wil, dat deze waarachtige vrede tusschen
loyale tegenstanders zal worden gesloten. Hij
heeft zulks reeds herhaaldelijk verklaard,
maar men heeft hem steeds op wantrouwen
de wijze geantwoord. Hitier legde er den na
druk op geheel Duitschland achter zich te heb
ben. Ik heb voor mijn volk. niet geheim ge
houden, wat ik wil. Het volk heeft mijn poln
tiek goedgekeurd.
Hitier gelooft aan de noodzakelijkheid van
een Duitsch Fransche overeenstemming. „Ik
heb de overtuiging, dat wanneer de kwestie
van het Saargebied, dat Duitschland is, een
maal geregeld is, niets Duitschland en Frank
rijk in tegenstelling met elkander kan bren
gen Elzas Lotharingen is geen geschilpunt,
doch hoe lang zal men nog moeten herhalen,
dat wij noch willen absorbeeren, wat ons niet
toebehoort, noch dat wij ons door iemand
willen laten beminnen, die niet van ons
houdt. In Europa bestaat geen enkel geschil,
dat een oorlog rechtvaardigt. Alles is te re
gelen tusschen de volken, wanneer zij het ge
voel van eer en verantwoordelijkheid bezit
ten. Er is een van vaderlandschen geest be
zield Polen en een niet minder aan zijn tra
dities gehecht Duitschland. Tusschen hen be
staan verschillen en wrijvingspunten, die het
gevolg zijn van" een slecht verdrag, maar
niets wat waard zou zijn het kostbaarste
bloed te vergieten. Want het zijn steeds de
besten, die op de slagvelden vallen. Daarom
is tusschen Duitschland en Polen een ver
drag van goede nabuurschap mogelijk.
Men beleedigt mij, wanneer men verder
verklaart, dat ik den oorlog wil. Zou ik iets
waanzinnigs willen? Den oorlog? Hij zou geen
regeling brengen, maar slechts den toestand
der wereld verslechteren. Hij zou het einde
van onze rassen be tee kenen, die elite zijn en
in de volgende tijden zou men zien, hoe Azië
zich op ons continent zou vastzetten en het
bolsjewisme zou triomfeeren. Hoe zou ik een
oorlog wenschen, terwijl toch nog de gevol
gen van den laatsten oorlog op ons drukken
en zich nog 3b of 40 jaren zullen doen voelen.
De Rijkskanselier zei ook dat Duitschland
in staat moet zijn zich te verdedigen. Zijn
program is als volgt te preciseeren: Geen
Duitscher voor een nieuwen oorlog, maar
voor de verdediging van zijn vaderland het
geheele volk. Wanneer de jeugd in Duitsch
land in rij en gelid marcheert, wanneer zij
dezelfde kleeding draagt, dan is dat omdat
zij de nieuwe ordening en haar garantie be
lichaamt.
Het gesprek ging vervolgens over de mid
delen, welke het Duitsch Fransche probleem
in het reine zou kunnen brengen.
Wanneer Frankrijk zijn veiligheid wil vin
den in een verdrag ben ik bereid alles aan te
hooien, alles te begrijpen, alles te onderne
men, aldus Hitier.
Voorts legde Hitier er den nadruk op, dat
hij alleen over de politiek van Duitschland
beslist en dat wanneer hij zijn woord geeft,
hij gewend is het te houden. Wat is dus nog
noodig?, aldus zeide hij. Ik heb geen troon
geërfd. Ik heb evenwel een doctrine te hand
haven. Ik ben een mensch, die handelt en
die zijn verantwoordelijkheid heeft. Ik sta
met mijn persoon borg voor het volk, dat ik
leid en dat mij de kracht geeft.
Hitier sprak er tenslotte over, dat een En-
gelsch journalist had geschreven, dat men
voor de kalmeering van Europa een overeen
stemming tusschen Duitschland en Frank
rijk moet tot stand brengen en Frankrijk de
aanvullende zekerheid van een defensief ver
bond met Engeland moet geven. Wanneer
het om zoo'n verbond zou gaan, wil ik het
gaarne onderteekenen. Want zei Hitier, ik
heb geenszins de bedoeling mijn buren aan
te vallen. Polen ziet dat thans hi. Maar om
dat Polen Oostelijker ligt dan Frankrijk, kent
het ons beter.
Genève.
Hoofdcommissie verdaagd tot
einde Januari.
Het presidium heeft Woensdag besloten de
hoofdcommissie der Ontwapeningsconferentie,
welke tegen 4 December was bijeengeroepen te
verdagen tot einde Januari.
Intusschen zullen diplomatieke onderhan
delingen worden gevoerd.
In de zitting van gisteren is het verdagings-
besluit voorgelegd in den vorm van een rapport
van president Henderson. Henderson wijst in
zijn rapport op de recente diplomatieke be
sprekingen met de vertegenwoordigers van
Frankrijk, Italië, Engeland en de Vereenigde
Staten. Er is voorgesteld dat tegelijkertijd met
de werkzaamheden der ontwapeningsconfe
rentie parallel loopende aanvullende onder
handelingen tusschen de afzonderlijke staten
zullen plaats vinden langs diplomatieken weg.
Deze compromis-formule van Henderson
werd stilzwijgend aangenomen door het presi
dium zonder verdere verklaringen. Na tien
minuten was de zitting reeds afgeloopen.
Amerika.
Ook de schuldenkwestie met
Rusland geregeld?
De New-York Times bericht, dat een basis
is gevonden voor een overeenkomst voor de
Sovjet-Russische schulden en credieten.
Naar de Journal of Commerce bericht is
een gemengde commissie in het leven geroe
pen voor den handel in textiel-producten
met Sovjet-Rusland..
Spanje.
Rechts in de meerderheid.
Reuter seint uit Madrid:
Hoewel er geen nieuwe officieele cijfer:
beschikbaar zijn, geeft het katholieke hoofd
kwartier de volgende schatting van den uit
slag: rechtsche partijen 184, linkse he par
tijen 160 (waaronder 42 socialisten en 59 ra
dicalen)
Lerroux wenscht bij de herstemming niet
samen te gaan met de socialisten; hij heeft
gedreigd met heengaan als de radicalen
hierop blijven aandringen.
Te Madrid is zeker een herstemmin;
noodig.
Frankrijk,
Verdere publicaties van de
Petit Parisien".
Voortgaande met de publicatie van gehei
me Duitsche documenten drukt de „Petit Pa
risien" een lange, „uiterst vertrouwelijke" in
structie af, welke door de Duitsche regeering
is gezonden aan haar vertegenwoordigers in
het buitenland, die voor de propaganda, heb
ben zorg te dragen Dit document, zoo meldt
Havas, bevat een reeks argument-en voor
Duitschlands vertrek uit Genève, m-ededee-
lingen over het Duitsche standpunt in zake
d-e bewapening en -over den stand der Duit
sche bewapening.
Het is zoo wordt v-erder o.m. gezegd
niet het standpunt der Fransche regeering,
dat rechtstreeks heeft geleid tot Duitschland
uittreding, maar de inderdaad onbegrijpe
lijke houding der Britsche regeering, of liever
van sir John Simon. Het is nog niet duidelijk
of Simon zich alleen laat leiden door zijn
Fra-nsche vrienden, dan wel of de Britsch-e
regeering -besloten heeft openlijk het laatste
restje reserve prijs te geven.
De (vermeende) Joodsch-e afkomst van sir
John Simon laat het vermoeden toe, dat hij
zich laat leiden door gevoelens van vijandig
heid jegens Duitschland en dat hij met suc
ces, poogt zijn collega's in het kabinet te be
ïnvloed-en. Opgemerkt dient te worden, dat
wij ons reeds in de situatie bevinden, waar
op in de jongste instructies werd gezinspeeld
en dat -d-e Duitsche propaganda zich voort
aan, meer dan tot dusver direct tegen Enge
land moet richten".
Fransch verwijt aan den
Britschen spionnageclienst.
In het nieuwe Parijsche middagblad de
„Midi" is van de hand van Louis Thomas een
artikel verschenen, waar deze, volgens Reuter
met de mededeeling komt-, dat de Britsche
spionnage-dienst verantwoordelijk was voor
het feit, dat de vorige week in de „Petit Pari
sien" het z.g. officieele Duitsche document
gepubliceerd is.
De schrijver stelt den Britschen spionnage-
dienst ook verantwoordelijk voor de publica
tie van het z.g. interview met minister Göb-
bels in de „Saturday Review". De Britsche
spi-onnagedienst, zoo zegt Louis Thomas,
streeft er naar -om d-e verhoudingen tusschen
Frankrijk -en Duitschland te verscherpen.
Naar aanleiding van de publicaties heeft
Reuter in Londensche -officieele kringen in
lichtingen ingewonnen en ten antwoord ge
kregen, dat door geen enkele officieele Brit
sche instantie mededeelingen zijn verstrekt
als vervat in de bovenvermelde artikelen.
Japan.
Admiraal Soeje wenscht een
sterke vloot.
De nieuwe chef van de Japansche vloot, ad
miraal Soeje, heeft in een dagorder ver
klaard, dat hij de politiek van Araki steunt.
De Japansche vloot moet zoo sterk zijn, dat zij
Japan tegen ieder en aanval kan beschermen.
VLIEGTUIGRAMP IN RUSLAND.
Groot toestel neergestort
ZEVENTIEN DOODEN.
MOSKOU, 22 Nov. (V.D.) Uit Charkoff
wordt officieel medegedeeld, dat daar het
vliegtuig „K 7" door tot dusverre onbekende
oorzaak neergestort is. D-e zeven-tien perso
nen, di-e zich aan boord bevonden, werd-en al
len gedood. Het vliegtuig verbrandde. De
reg-eering heeft een commissie va-n onderzoek
ingesteld, bestaande uit leden van de arbei
ders- en bo-ereninspectie der GPoe en twee
ambtenaren van het openbaar ministerie.
Het vliegtuig gold voor het grootste toestel
ter wereld.
GEVANGENISOPROER
BEDWONGEN.
BRAND KON SPOEDIG GEBLUSCHT
WORDEN.
-PHILADELPHIA, 22 (Reuter). Omtrent
liet oproer in de staatsgevangenis alhier, kan
nog gemeld worden, dat de onlusten zich
hebben afgespeeld op de binnenplaats der
gevangenis waar 1300 gevangenen bijeen
waren.
Een aantal gevangenen heeft de op deze
binnenplaats uitkomende werkplaats, waar
wol verwerkt werd, in brand gestoken. Het
vuur breidde zich uit tot.de keuken en was-
scherij der gevangenis, doch kon toen be
dwongen worden.
Terwijl de meeste gevangenen bij het uit
breken van den brand vrijwillig naar hun
cellen terugkeerden, weigerden 75 gevange
nen aan het desbetreffende bevel te vol
doen.
Hierop werden zij met machinegeweer- en
revolverschoten in een hoek van de binnen
plaats gedreven en gedwongen zich over te
geven, waarna zij naar hun cellen werden
teruggebracht.
NOODLOTTIGE VERGISSING VAN EEN
MEDICUS.
KATTOWITZ, 22 Nov. (V.D.) Door een
noodlottige vergissing van een arts zijn te
Sosnowitz twee zuigelingen om het leven ge
komen. Nadat de kinderen voor het slapen
gaan een medicijn hadden gebruikt, dat de
dokter had voorgeschreven, vonden de ouders
cijnen had voorgeschreven. De geneesheer die
de noodlottige vergissing maakte, werd ge
arresteerd.
DE AANSLAG OP DR. DOLLFUSS
DERTIL IN IIOOGER BEROEP.
WEENEN, 21 Nov. (Reuter.) Rudolf Dertil.
d-e pleger van den aanslag op bondskanselier
Dollfuss, die door de rechtbank tot vijf jaar
zware gevangenisstraf was veroordeeld, heeft
tegen dit vonnis hooger beroep aangetee-
kend.
De zaak komt thans voor het Opperste Ge
rechtshof.
STRENGE KOUDE IN SIBERIë.
MOSKOU, 22 November (V.D.) In het
district Irkoetsk (Siberië) vriest het buiten
gewoon. Er zijn in eenige streken temperatu
ren geregistreerd van 35 graden. Vele men-
schen zijn doodgevroren.
BARKAS MET 15 ARBEIDERS
GEZONKEN.
GPOE VERRICHT ZES ARRESTATIES.
MOSKOU, 22 Nov. (V.D.) Volgens een be
richt uit Rostow is in Koeban aan de Koeban-
rivier een barkas met 15 arbeiders gezonken.
Volgens een mededeeling van de GPOE zijn
den volgenden ochtend de kinderen dood in 6 personen georresteerd, die de schuld dragen
bed. Het bleek, dat de dokter verkeerde medi- aan het ondergaan,
STA TENGENERAAL
TWEEDE KAMER.
Afschaffing van den zomertijd?
REDDING NA 50 JAAR BELOOND.
OSLO, 22 Nov. Reuter. Een oude matroos in
Stavanger heeft dezer dagen een chèque ont
vangen van kroonprins Olav van Noorwegen.
In den brief staat vermeld, dat tijdens de
groote zeilwedstrijden van dezen zomer te
Hankö in de Oslo Fjord, de prins een Engelsch-
man ontmoette, die wilde weten, of er nog
leden der bemanning van den Noorschen
schoener „Urda" in leven waren.
De Engelschman vertelde, dat hij in 1883
door deze lieden was gered, toen hij hulpeloos
in een klein bootje op de Noordzee ronddreef.
De kroonprins beloofde hem een onderzoek
in te stellen en ervoer, dat een oude matroos
in Stavanger woonde, die deel had uitgemaakt
van de bemanning der „Urda".
De Engelschman heeft daarop 10.000 kro
nen gezonden, die den ouden zeerob moesten
worden overhandigd als blijk van erkentelijk
heid voor de moedige redding, waaraan hij in
zijn jeugd had meegeholpen.
22 November.
Van-daag behandelde de Kamer de inter
pellatie-Cramer, welke -op 5 September was
aangevraagd. De interpellatie, welke vragen
richtte over -d-e gebeurtenissen in In-dië:
de arrestatie van Soekarno, huiszoekingen
enz.
De heer Cramer had 10 vragen, welke
duidelijk en kort 's heer-en Cramer's stand
punt weergaven. Zij luidd-en als volgt:
1. Is de Minister niet van oordeel, dat
het in het laatste jaar verscherpt politioneel
optreden niet alleen niet gerechtvaardigd
is, maar in het bijzonder er toe heeft bij
gedragen, dat de onrust in inh-eemsehe
kringen is toegenomen en de politie tegen
stellingen zich hebben toegespitst?
2. Is de Minister niet van meening, dat
doox dit optreden -en het veelvuldig ver
hinderen van vergaderingen van toegelaten
politieke vereenigingen, waarop tenslotte het
onlangs ingestelde beperkte vergadering-
verbod is gevolgd, het recht van vereeni-
ging en vergadering vrijwel illusoir wordt
gemaakt, waardoor het gevaar bestaat, dat
de volksbeweging andere en verkeerde banen
zal inslaan?
3. Is de Minister bereid er toe mede te
werken, dat aan het provoceerend optreden
van een deel van de Indische -pers en van
een deel van de Nederlandsch-Indisohe ge
meenschap, waardoor de politieke verhou
dingen zijn toegespitst en in hooge mate
onrust en verbittering onder de Indone
sische bevolking worden gewekt, een eind
te maken?
4. I-s de Minister bereid mede te deel-en,
op grond waar-van aan ambtenaren enz. ver
boden is van bepaalde niet verbod-en poli
tieke vereenigingen lid te zijn of te blijven?
5. Kan de Minister mededeelen, waaruit
ge-blelcen is, dat bet optreden -van ir. Soe
karno o.a. kwade gevolgen heeft gehad voor
de openbare rust en orde, dan wel uit welke
handelingen gebleken, is, dat op verstoring
van de openbare orde is aangestuurd?
Is de Minister -bereid mede te deelen,
welke concrete feiten de Indische regeering
aanleiding hebben gegeven om begin Augus
tus zoo krachtig tegenover de inheemsche
volksbeweging en haar leiders, met name
tegenover ir. Soekarno, op te treden?
7. Wil de Minister mededeelen. welke,
maatregelen ten aanzien van ir. Soekarno
zullen worden genomen?
I-s d-e Minister niet van oordeel, dat de
z.g. exorbitante rechten dienen te verdwij
nen en dat in alle geval een gerechtelijk-
pr-oces te verkiezen is boven toepassing van
hoogergenoemde rechten?
9. Is de Minister niet van -oordeel, dat
maatregelen als thans door de Indische
Tegeering tegenover de bevolking genomen,
niet alleen een belemmering vormen voor
een normale politieke ontwikkeling, maar
die volksbeweging juist in een verkeerde
richting leiden?
10 Is de Minister bereid om te bevor
deren, dat de vrije meeningsuiting in Indiè
zoo min mogelijk belemmerd wordt -en de
bevolking e-ventueele grieven ongestoord tot
uiting kan brengen?
Minister Colijn moest d-e vragen beant
woorden als minister van Koloniën. Heel
erg tevreden, dat hij in de Kamer geroepen
was, scheen hij niet, -ook al liet hij zulks
niet in zijn woorden bespeuren, MaaT het
was zoo te voelen.
De bewindsman begreep niet, waarom hij
moest antwoorden op een interpellatie, waar
over hij niets nieuws kon zeggen, na de drie
maal, dat -hetzelfde onderwerp in den Volks
raad werd aangesneden o.a. in een in
terpellatie van den heer Thamrin en
na de vragen van den heer Vliegen, welke
de bewindsman uitvoerig had beantwoord
op 19 October van dit jaar.
Minister Colijn zette voorop, dat de re
geering zeer welwillend staat tegenover ge
zonde uitingen van de inlandsche beweging.
Zulk een gezonde uiting kan hij echter niet
ontdekken in de P. I. -en P, K. I. Deze
vereenigingen, w-elke naar de officieele
doelstelling sociale verbeteringen nastreven,
bedoelen in werkelijkheid alleen politieke
nationalistische omzettingen. Het gezag po
gen zij telkens -te ondermijnen.
De toestand was aan het e'jnd van 1932
zoodanig, dat de Indische regeering zich ge
noopt- gevoelde in te grijpen. Zij schreef de
landsdienaren voor geen daden te doen
welke den goeden geest in het corps ambte
naren schaden zou en geen lid te worden
van of steun te verleenen aan -organisaties,
Y welke actief of passief revolutionnaire
acties aanvangen.
Zulke acties kwamen voor. Het karakter
der extremistische stroomingen werd een
gevaar voor een gezonde volksbeweging. Alle
oude leuzen deden opgeld zei de minis
ter volledige staatkundige onafhanke
lijkheid, herinneringen aan Dïepo Negoro
D-e extremistische organisaties kregen een
uittartend karakter door menig woord. Ten
einde den grooten indruk van deze woorden op
menig eenvoudige weg te nemen, moest de
regeering wel optreden. Op Sumatra's west
kust was het gevaar niet denkbeeldig van
roeringen en opstand. De heer Soekarno
moest ingereken-cl worden alles draaide
om hem. Hij bleef een gevaar. Op 31 Decem
ber 1932 werd hij uit de gevangenis ontsla
gen, -op 1 Januari 1933 hiel-d hij aliweer
een rede, weilce niet door den beugel kon,
Soekarno werd zonder succes gewaarschuwd
De Tegeering moest tot handhaving van het
gezag wel optreden; vooral' nu ze over be
perkte middelen beschikt moet er voorzich
tigheid worden betracht.
Dan beantwoordde de minister de vragen
stuk voor stuk.
Op de eerste vraag antwoordde de be
windsman dat- het verscherpt politioneel toe
zicht geen oorzaak, maar gevolg van de onrust
in inheemsche kringen is geweest.
Wat de tweede vraag betreft, antwoordde
Minister Colijn ontkennend. De regeering
achtte haar optreden noodig om de gezonde
volksbeweging te verhinderen meegesleept te
worden op verkeerde banen.
Ten aanzien van de derde vraag zeide de
premier, dat de regeering ervan overtuigd is,
zelfs een open oog heeft voor het gevaar van
verscherping van verschillen tusschen de dee
len van de Indische volksgemeenschap. Dit
blijkt wel uit de toepassing van de Persordon-
nantie, zoowel op Indische als op Europeesche
bladen.
Wat de vierde vraag aangaat wees de be
windsman er op, dat elk landsdienaar in
lands belang zich loyaal heeft te onderwerpen
aan de overheid.
Op de vijfde en zesde vraag is de bewinds
man niet meer ingegaan. Daarvoor verwees hij
naar zijn schriftelijk antwoord op de schrifte
lijke vragen van den heer Vliegen van 19 Oct.
De tegen Ir. Soekarno te nemen maatrege
len zijn nog in overweging.
De negende vraag beantwoordde de premier
ontkennend. En wat de laatste vraag betreft
op zoo min mogelijke belemmering van de
vrije meeningsuiting is de regeering steeds uit.
De heer Cramer repliceerde. Hij diende een
motie in, waarin van de regeering gevraagd
werd het recht van vereeniging en vergadering
zooveel mogelijk te eerbiedigen.
Wat de Kamer verder gezegd heeft, had niet
veel om het lijf. De heer en van Boetzelaer
(e.h.), Rutgers (ajr.), van Kempen (lib.),
Joekes (v.d.) en Feber (r.k.) verklaarden allen,
dat de interpellatie niet noodig was geweest.
Wijl ze 'niets nieuws heeft- gebracht. Zoowel de
interpellatie als de minister moesten in her
halingen vervallen. De heer van Boetzfëlaer
zeinog, dat in de Indische wereld een groote
meerderheid de groote lankmoedigheid der re
geering niet heeft begrepen. De heer Rutgers
(a.r.) wees nog op de groote gevaren voor
geestelijke besmetting in een groote vergade
ring en achtte den heer Cramer niet den meest
geschikten man om als censor voor regeerings-
daden op te treden, hij, die blijkens het ge
beurde met de Zeven Provinciën niet altijd
even juist weet te onderscheiden.
De motie werd afgewezen, wijl ze voor de
evengenoemde heeren niets zegde. De regee
ring eerbiedigt reeds „zooveel mogelijk" het
recht van vereeniging en vergadering.
De motie ging naar het oordeel van de
heeren de Visser (comm.) en Sneevliet (Rev.
Soc.) niet ver genoeg. Zij wilden de exhor-
bitante rechten afschaffen en eischten een
volledig vrije meeningsuiting. Een, dit bedoe
lende motie werd niet voldoende ondersteund.
Minister Colijn wees nog op de belangrijke
preventieve beteekenis van de mogelijkheid
van ingrijpen. De motie noemde hij volko
men overbodig.
De motie viel met 5020 stemmen.
De Kamer heeft zich toen gezet aan de be-,
handeling van de begrooting van Binnen-
landsche Zaken.
Bij de algemeene beschouwingen werd ook
het initiatief-ontwerp van de heeren v. d.
Heuvel en Bakker behandeld, dat de zomer
tijd weer wil afschaffen.
Behalve over den zomertijd werd ook over
de begrafeniswet gesproken. De heer v. d.
Heide pleitte voor de mogelijkheid voor ver
branding. De heer van Dis (St. G.) bleek er
sterk tegen. De minister voelde er niet veel
I voor om deze zaak aan de orde te stellen,
j wijl het huidige kabinet geen principieele
j punten wil behandelen. Intusschen is er strijd
met de wet wanneer er crematie plaats heeft.
De minister zal pogen hierin verbetering te
brengen.
De zomertijd het oude onderwerp met
de oude argumenten van voor- en tegenstan
ders. Voorstander van den zomertijd bleek
maar één spreker, de heer v. d. Waerden
(s.-d.) Hij beperkte zich in het beperkte de
bat tot de poging van ondergraving der ar
gumenten van de tegenstanders. Deze de
heer v. d. Heuvel (a.-r.) vooraan als initiatief
nemer, de heeren van Voorst tot Voorst, van
Dis, Zijlstra en van Houten hebben allen
gewezen op de groote landbouwbezwaren,
verbonden aan een uur vroeger beginnen
(melken), de bezwaren voor de visschers, de
bezwaren voor de kinderen, die lang wakker
liggen, bezwaren voor de bloembollenkwee
kers kortom (zei de heer v. d. Heuvel) het
leven wordt gedenatureerd.
Nu waren er enkele leden, als wier woord
voerder de heer Ebels (v-d.) optrad, die het
thans allerminst het geschikte moment acht
om den zomertijd weer af te schaffen. En
zeker niet bij initiatief-ontwerp. Hier zou de
regeering de leiding moeten hebben. De heer
v. d. Heuvel antwoordde, dat hij voor tot zijn
initiatief-ontwerp over t-e gaan zich er eerst
van had vergewist, dat de bewindsman zelf
niet met een ontwerp zou komen. De heer
Ebels had nog andere bezwaren. Hij zag als
gevolg van e.v. aanneming van het initiatief-
ontwerp zich een belangentegenstelling ont
wikkelen tusschen stad en platteland. En dab
achtte hij thans zeker verkeerd, nu de land
bouw zoo sterk de medewerking noodig heeft
van de stedelijke bevolking,, voor het opbren
gen van de steunbedragen aan den landbouw.
De heer van Houten, die opmerkte, dat de
landbouw meer aan directe hulp heeft, dan
aan een zomertijd, zag in het ontwerp (waar
van hij overigens een voorstander is) een
politieke zethet werd nl. vlak voor de ver
kiezing ingediend.
Of het initiatief-ontwerp tot afschaffing
van den zomertijd zal aanvaard worden? We
gelooven 't niet want naast de vele voor
standers van den zomertijd komen nu ook
nog degenen die op het standpunt van den
heer Ebels staan.
Veel meer kans heeft de heer v. d. Waerden
(s.-d.) met een motie. De heer v. d. Waerden
heeft altijd gepleit voor het innemen van een
tusschenstandpunt, waardoor de landelijke
bevolking met 20 min. wordt tegemoetgeko
men en de stedelijke bevolkingen 40 min.
voordeel houden. De heer v. d. Waerden dien
de een motie in, waarbij de Kamer uitspreekt
in den winter den West-Europeeschen tijd en
in den zomer den Midden-Europeeschen tijd
te wenschen en de regeering uit te nocdigen
zich opnieuw bezig te houden met de rege
ling van den tijd.
De heer v. d. Waerden wees er nog op, dat
het spreken van zomertijd niet juist is. Ons
land heeft den Amsterdamschen tijd en die
wijkt ook nog een 1/2 uur van den zomer
tijd af.
Morgen wordt er over de motie en het ont
werp gestemd.
De Kamer heeft nog een aanvang ge
maakt met de afdeeling Binn. Bestuur. Maar
bij dit chapiter krijgt de Kamer morgen nog
sprekers in serie.
Vandaag huldigde de heer Lingbeek de
kleine partijtjes en protesteerde tegen R.-K.
burgemeestersbenoemingen. R.-K. burge
meesters zijn er z.i. veel te veel. De heer Zijl
stra (a.-r.) was er dankbaar voor dat in de
stukken zich de minister zoo krachtig ge
plaatst had achter den burgemeester van
Velsen bij diens handhaving van het gezag
in zijn gemeente.
Voorts wilde hij den stemplicht afschaffen,
hetwelk f 300.000 zou besparen. En samen
met den heer Zijlstra waar-schuwde de heer
Schaepman voor fascisten in de burgerwacht.
We zien dat alles morgen weer terug.
INTIMUS.
VERZENDING NIEUWJAARS
CORRESPONDENTIE.
Om de hieronder vermelde bestemmingen
nog vóór 1 Januari 1934 te bereiken, kan de
correspondentie als volgt worden verzonden:
Argentinië (Buenos Aires) gewone mail 15
Dec. Laatste tijdstip van ter postbezorging ten
hoofdkantore 16.45. Aanteekenen tot: 16.30.
Luchtpost 22 Dec. 19.10 18.55.
Australië (Fremantle, Adelaide, Melbourne)
gewone mail 1 Dec. 19.10 18.55, luchtpost 2
Dec. 2.15, 1 Dec. 19.30
Brazilië, (Pernambuco en Bahia) géwone
mail 14 Dec. 12.30 12.15, luchtpost 22 Dec. 19.10
18.55.
Rio de Janeiro, gewone mail 15 Dec. 16.45
16.30, luchtpost 22 Dec. 19.10 18.55.
Britsch-Indië (Bombay) gewone mail 15
Dec. 19.10 18.55, luchtpost 20 Dec. 23.55 19.30.
Canada (Montreal) gewone mail 21 Dec. 16.45
16.30.
Ceylon (Coloipbo) gewone mail 15 Dec. 19.10
18.55, luchtpost 16 Dec. 2.15 15 Dec. 19.30.
China (Shanghai) gewone mail 24 Nov. 19.10
18.55, luchtpost 13 Dec. 22.55 19.30.
Cuba (Habanna) gewone mail 16 Dec. 16.45
16.30, luchtpost 20 Dec. 19.10 18.55.
Curacao (Willemstad) gewone mail 12 Dec.
9.00 8.45, luchtpost 14 Dec. 19.10 18.55.
Egypte (Alexandrië Kaïro) gewone mail
24 Dec. 22.00 23 Dec. 16.00, luchtpost 27 Dec.
23.55 19.30.
Irak, Mesopotamië (Öagdad) gewone mail
25 Dec. 2.00 23 Dec. 16.00, luchtpost 27 Dec.
23.55 19.30.
Japan (Tokio) gewone mail 14 Dec. 17.30
17.15.
Mexico (Mexic.o-stad) gewone mail 16 Dec.
16.45 16.00, luchtpost 20 Dec. 19.10 18.55.
Nederlandsch-Indië (Medan, Batavia) zee
post 1 Dec. 3.25 30 Nov. 19.30, gewone mail 7
Dec. 3.25 6 Dec. 19.30, luchtpost 20 Dec. 23.55
19.30.
Palestina (Jeruzalem, Gaza) gewone mail
24 Dec. 22.00 23 Dec. 19.30, luchtpost 27 Dec.
23.55 19.30.
Siam (Bangkok) gewone mail 7 Dec. 3.25
6 Dec. 19.30, luchtpost 20 Dec. 23.55 19.30.
Straits Settlements (Singapore) gewone mail
7 Dec. 3.25 6 Dec. 19.30, luchtpost 20 Dec. 23.55
19.30.
Suriname (Paramaribo) gewone mail 12
Dec. 3.25 11 Dec. 19.30, luchtpost 16 Dec. 19.10
16.00.
Syrië (Aleppo) 25 Dec. 2.00 23 Dec. 16.00.
Uruguay (Montevideo) gewone mail 18 Dec.
16.45 16.30, luchtpost 22 Dec. 19.10 18.55.
Vereenigde Staten van Amerika (New-York)
gewone mail 21 Dec. 19.10 18.55.
Zuid-Afrika (Kaapstad, Johannesburg) ge
wone mail 7 Dec. 16.45 16.30, luchtpost 20 Dec.
23.55 19.30.
De overtochtsduur is berekend tot de plaat
sen achter de landen vermeld. Voor verder ge
legen bestemmingen is in het algemeen ver
zending met een vroegere gelegenheid ge-
wenscht.
De verzending per luchtpost is alleen aan
gegeven voor zoover de uitwisseling van lucht
postcorrespondentie later kan plaats vinden
dan op de voor de gewone mail vermelde data,