„Binnenlandsche Zaken" aangenomen.
TENTOONSTELLING
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
BIOSCOOP.
STA TEN- GENERAAL
ZATERDAG 25 NOVEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
HET TOONEEL.
DOOR INSPANNING UITSPANNING.
EEN CELOOVICE.
Het is een eigenaardige gewaarwording een
tooneeiwerk te zien spelen, dat je 25 jaren
geleden geschreven hebt. Je staat er wel heel
anders tegenover dan in den tijd, toen het
ontstond, je ziet ailes meer critisch en ont
dekt fouten, welke je niet meer zoudt ma
ken. als je het stuk nog eens schrijven moest.
Maar niemand zal van mij verlangen, dat
ik mijn eigen stuk hier op de snijtafel dei-
kritiek leg. Ik ben de vereeniging Door In
spanning Uitspanning erkentelijk, dat ze
„Een Geloovige" nog eens voor het voetlicht
heeft gebracht en zal mij enkel bij de op
voering bepalen.
Gemakkelijk heeft D.I.U. het zich met de
keuze van dit Indisch tooneelspel niet ge
maakt. Het stelt hooge eischen aan de drie
hoofdpersonen en ook de decormoeilijkheden
zijn niet gering. Het was duidlijk aan alles
te zien, dat de regisseur, de heer W. Plantinga
de opvoering ernstig had voorbereid. Daar
waren allereerst de door hem zelf ontworpen
décors, die de Indische sfeer zeer goed weer
gaven. Vooral in het tweede bedrijf met
het huis van Van Walsem op den achter
grond zag het tooneel er bijzonder goed
uit en hier werkte ook de verlichting mede
om ons de stemming van een Indischer.
maanavond te suggereeren. Een compliment
ook voor de tropen-kleeding. Dat was op
een enkel foutje na, zooals de zwarte schoe
nen en zwarte kousen bij de witte pakken in
I in orde.
Ook in het samenspel was de goede Tegie
merkbaar. De groepen werden over het alge
meen op natuurlijke wijze gevormd en weer
los gewikkeld en het avondpartijtje in TT
onderscheidde zich door losheid van groepee
ring en beweging. Wij hebben dit wel eens
anders gezien. Natuurlijk werden er ook wel
eenige fouten gemaakt. Zoo is het niet denk
baar, dat de gasten in n zouden heengaan
zonder allen afscheid te hebben genomen van
de gastvrouw, maar dat zijn van die vergis
singen, welke men over het hoofd ziet, als
het geheel natuurlijk loopt.
Het discours vlotte niet altijd even goed en
er waren nu en dan kleine haperingen, die
bij betere rolkennis van enkele spelers en bij
langer studie vermeden hadden kunnen wor
den. Maar ik erken, dat het met zulk een
groot ensemble altijd moeilijk is om precies
op tijd in te vallen en telkens weer den na
tuurlijken conversatietoon te treffen. Dat dit
laatste weinig te wenschen overliet, is een
complimentje waard.
In Een Geloovige zijn eigenlijk maar drie
rollen, Van Randwijk, Threes en Van Wal
sem; al het andere is bijwerk en moet enkel
als „ensemble" worden beoordeeld. De drie
hoofdrollen stellen aan de spelers zeer hooge
eischen, vooral ook omdat het in dit stuk
op fijne nuanceering aankomt.
Mevrouw Klaver-Vonk, die de rol van
Threes vervulde, is een dilettante, die zeker
spelen .kan. Zij beweegt zich gemakkelijk op
het tooneel, heeft een heldere spreekstem,
die zij goed gebruikt en ik kon in haar spel
veel waardeeren, al bleek zij niet steeds te
gen deze zeer zware rol opgewassen te zijn.
Verreweg het best was zij in het groote ge
sprek met dominee Randwijk in I, dat door
beiden in juisten toon en stemming werd ge
speeld. In de dramatische tooneelen zou zij
meer indruk hebben gemaakt, wanneer zij
minder uitbundig en larmoyant ware ge
weest. Threes cacheert haar verdriet zoo veel
mogelijk. Het moet wel telkens voelbaar zijn
door haar gesluierde stem en intonatie maar
pas tegen het slot als zij naar Randwijk te
rugkeert en hem als 't ware smeekt haar te
beschermen, breekt de smart geheel los en
geeft zij zich geheel zooals zij is. Toch heb ik
respect voor de ernst waarmee mevrouw Kla
ver speelde en zij heeft met de haar beschik
bare kracht reeds aardig wat bereikt.
Van Walsem zie ik als een ruwen, ver
indischten kerel, maar achter zijn ruwheid
zit toch een hartelijk fond. Hij is meer grof
dan slecht. De heer Mourik speelde hem in
het eerste bedrijf wat te veel naar den sterk
antipathieken kant. Het viel hem moeilijk om
den juisten toon te treffen. Hij werd echter
hoe langer hoe beter en zoowel in de groote
scène met Threes in II als in het slottooneel
met Randwijk speelde hij veel meer in de
goede richting. Het slot wanneer hij Rand
wijk terug duwt zou meer indruk hebben
gemaakt, als dat spontaner en vlugger ge
speeld ware.
De heer Plantinga had zelf de rol van
Randwijk op zich genomen. Hij heeft in deze
rol zeer goede dingen gedaan, maar hij schoot
nog te kort, waar hij warmte en gloed moest
geven. Ik heb het ten zeerste gewaardeerd,
dat hij alles vermeed om opzettelijk braaf te
schijnen. Hij was de goede mensch meer dan
de prediker en dat was zeer juist gezien. Heel
goed was hij in zijn gesprek met Trees in I
en uitstekend zelfs in het tooneel met dominé
Van Baaien, dat dank zij ook het spel van
den heer Wouda het beste deel van den
avond werd. Maar wanneer de liefde hem ge
heel beheerscht, had ik meer warmte en in
nigheid van hem verwacht. Dan is hij immers
nite meer alleen de „geloovige", maar boven
al mensch. Van het diepe medelijden en
zijn verdriet bleek nu wel wat te weinig.
Een woord van lof voor Wouda's dominee
Van Baaien. Deze rol was als geheel 'n meeste
af. Wat 'n prachtigen kop had de kapper
hem gemaakt. En in Wouda's stem klonken
wel volkomen medegevoel en warmte door.
Al waren er dus tekortkomingen en hoe
zou dit anders te verwachten zijn bij een zoo
moeilijk stuk als Een Geloovige er viel
ook heel veel te waardeeren. Plantinga heeft
ernstig gewerkt en de resultaten daarvan
heb ik met genoegen gezien.
J. B. SCHUIL.
J. C. TIELE M. HEYNES
KUNSTZAAL REEKER
WAGENWEG 102 - 10-7 - ZOND. 2—4 UUR
(Adv. Ingez. Med.)
Nieuwe grondslagen der
graphologie.
schrijvers Broder Christiansen en Eli
Ca- ap zeggen in hun voorwoord in dit
boekje de inleiding te geven tot die toekom
stige graphologie, die als wetenschap zal kun
nen optreden. Zij streven er naar van deze
uit andere gebieden (biologie, gestalte-psy-
chologie) toevloeiende inzichten den tot nu
toe onbekenden gemeenschappelijken wortel
te vinden en gelooven dien gevonden te heb
ben in wat het middelpunt van alle levens
uitingen is en dus ook van het handschrift:
het rhythme. Ds vertaling is vn Xeno Mün-
ninghoff de uitgave van Van Loghum Slate
rus Mr"N.v. te Arnhem.
door KAREL DE JONG.
Concerten voor piano en orkest zijn er in
de komende week in verscheidenheid te hoo-
ren. Er is veel bekends maar er is ook onbe
kends onder. Tot de bekende concerten reke
nen we in de eerste plaats dat in Es van Liszt
dat ik in den laatsten tijd minder vaak in de
radioprogramma's aantrof dan een poos ge
leden, toen het elk oogenbiik voorkwam. Een
analyse in groote trekken van dit werk, dat
in één doorloopend geheel een cyclisch ver
band van verschillende onderdeelen (Intro
ductie, Adagio, Scherzo, en Finale) bevat,
heb ik vroeger reeds gegeven Nu het Zondag
door Hilversum zal worden uitgezonden en
dus, wegens de nabijheid van het omroepsta-
tion, ook door minder selectieve of kostbare
toestellen goed zal kunnen worden opgevan
gen en weergegeven wil ik er nog even op
wijzen; men zal zonder moeite de indeeling,
de thema's en de brillante instrumenteering
herkennen. In de tweede plaats noemen we
de concerten van Beethoven, waarvan ik de
eerste drie aangekondigd zag. Alfred Cortot
zal het eerste, dat chronologisch eigenlijk
het tweede is spelen (Daventry. Woensdag).
De traditie van Mozart heerscht nog in den
vorm en in een groot deel van de klavier-
schrijfwijze: hier en daar bemerkt men af
wijkingen, zoo b.v. in het octavenglissando.
dat na de doorwerking de terugkeer van het
hoofdthema inleidt; een technische figuur,
die ik bij Mozart nooit aangetroffen heb,
maar die door de meeste pianisten niet als
zoodanig gespeeld wordt, omdat ze op onze
diep-aanslaande vleugels minder gemakke
lijk uitvoerbaar is dan op de Weenet kla
vieren uit Beethoven's tijd. Ook het Adagio,
m.i. het meest waardevolle en persoonlijke
gedeelte van het concert vertoont kenmerken
van een schrijfwijze, die aan Mozart vreemd
was, b.v. in de triolen begeleidingsfiguur met
de quasi-pizzicato bassen in de linkerhand
waartegen het hoofdthema in polyrythmiek
ligt. Maar het allermeest vindt men Beetho
ven terug in de klankkleur der orkestpartij.
Het tweede concert, dat het opusgetal 19
draagt, is over 't geheel nog minder oorspron
kelijk dan op. 15. Marcelle Meyer zal Zondag
(London Reg.) het derde concert, op. 37 spe
len. Of de anti-romantische natuur van deze
technisch-eminente Fransche pianiste zich
goed voor de vertolking van Beethoven leent
zullen we moeten afwachten. Met name in
het Largo zou wel eens een merkbaar tekort
aan gevoel voor het cantabele element voor
den dag kunnen komen. Intusschen mogen
we niet anticipeeren op wat misschien een
verrassing blijken zal Het derde concert ver
schilt formeel en klavier-technisch nog niet
veel van de vorige, althans wat de beide Al
legro's betreft, maar er spreekt toch reeds
een andere geest uit de muzikale taal, een
geest, die we ook in Beethoven's strijkkwar
tet op. 18 no. 4 en vioolsonate op. 30 no. 2
aantreffen. De toonsoort c.kl.t. is dus niet
het eenige verwantschapskenmerk van deze
drie werken.
De octavenglissando's, waarover ik hierbo
ven schreef vindt men ook in het Prestissi
mo, dat het Rondo van Beethoven s Wald-
steinsonate op. 53 besluit en hier zelfs in veel
moeilijker vorm, nl. rythmisch ingedeeld en
afwisselend rechts en links in tegenbewe
ging. Echter vermijden ook in dit geval de
meeste pianisten ze schuw en offeren liever
óf het tempo, of de octaven op. Maar ik kan
verzekeren, dat ze, goed glissando uitgevoerd,
heel wat brillanter klinken dan de surrogaten.
In het Concertstück op 79 van Weber
(Mimchen, Zondag) komen glissandi voor'in
tegenovergestelde richting als de eerstbedoel
de, n.l. voor rechts van onder naar boven.
Zulke zijn nog gevaarlijker dan de andere,
omdat de op den nagel gekromde 4de of 5de
vinger gevaar loopt den nagelriem tot bloe
dens toe te verwonden aan den kant der
toetsen.
Tot de weinig bekende concerten moeten
we de beide rekenen, die Walter Gieseking
Maandagavond voor de microfoon van Bero-
munster zal spelen. Het ligt dus voor de
hand dat deze uitzending door velen met be
langstelling zal worden tegemoet gezien. Ook
de Symphonie voor piano en orkest van Szy-
manowski. dat door den componist Vrijdag
avond te Boekarest zal worden voorgedragen
kan, de ondervinding omtrent andere zijner
werken in aanmerking genomen, interessant
en misschien zelfs mooi zijn.
Interessant lijkt me ook de Woensdag
avond-uitzending van Brussel Fr., waar de
vertolking van de drie pianostukken van
Ravel, die samen „Gaspard de la Nuit" beti
teld zijn, voorafgegaan zal worden door de
voordracht van de verzen van Aloys Ber-
trand. die aanleiding tot de muzikale verklan
king hebben gegeven. Ten dienste van hen.
voor wie het verstaan der poëzie moeilijkhe
den op mocht leveren, wil ik in herinnering
brengen, dat de gezamenlijke titel zooveel
beduidt als „nachtmerrie". De drie stukken
heeten respectievelijk „Ondine", „Le Gibet"
en „Scarbo". „Ondine" is een speel- en min
zieke waternimf, die den dichter in zijn bed
lastig valt en hem naar haar onderwatersche
woning wil meetronen, maar op zijn repliek,
dat hij de voorkeur aan een bovenwatersch
sterfelijk meisje geeft, boos en smitier wordt,
in een valsch lachen uitbarst en in een wolk
van schuim verdwijnt. In „Le Gibet" schijnt
met een irriteerende monotonie een klokje te
tingelen: het is het lichaam van een gehan
gene, dat tegen de galg bengelt en door de
stralen der avondzon rossig beschenen wordt
„Scarbo" is een boosaardige dwerg, die des
nachts zijn onheilspellend en angstaanjagend
geklop doet hooren: die tot de afmetingen
van een reus aangroeit, den slapende op de
borst gaat zitten en hem dreigt te verstikken.
Zooals men ziet, zijn het geen plezierige voor
stellingen, maar men moet erkennen dat ze
door Ravel met groote virtuositeit en ver
beeldingskracht in muziek gezet zijn. Ze stel
len echter aan den pianist zeer hooge eischen
Het strijkkwartet, dat Donderdagnam. voor
de Hilversumsche microfoon zal optreden
verdient onze belangstelling, omdat het uit
leden van een der omroeporkesten is samen
gesteld. En het kwartet van Mozart, dat zij
zullen spelen verdient die belangstelling om
dat het zoo mooi is.
Brigitte Helm.
CINEMA PALACE.
Droom van geluk.
Cinema Palace
brengt deze week
een van de aardig
ste Duitsche films
uit den laatsten tijd.
.Traum vom Glück",
vervaardigd onder
leiding van den re
gisseur Johannes
Meyer. vereenigt
allerlei hoedanig
heden in zich. welke
een film aantrekke-
f lijk maken. Het sce-
WéL ik -JL ,~i nario is bevattelijk
van compositie en
zit toch vol span
ning; de geschiede
nis speelt in een fo
tografisch boeiende omgeving, waardoor de
toeschouwer met de hoofdpersonen per auto
wordt rondgeleid; deze hoofdpersonen, Brigitte
Helm, Gustav Gründgens en Wolfgang
Lebeneiner wekken de belangstelling door
markante gezichten en vlot spel.
Droom van geluk is een detective-film,
maar niet in het huiveringwekkende genre.
Bijna vergeet men soms den crimineelen ach
tergrond onder den indruk van de bekoorlijk
heid der personen en situaties. Dat het den
vervaardiger met deze misdaad geen ernst is
geweest, blijkt trouwens uit de parodiale
scènes, welke door de sobere uitwerking toch
ook weer niet in het komieke vervallen.
De geestige inzet bewijst al dadelijk, dat we
hier ondanks alle schavuiterijen niet zullen
rillen en griezelen. Er wonen te Parijs een be
kende juwelier en een bekende zenuwarts. Ze
kennen elkaar alleen van naam, maar weten
van eikaars particuliere aangelegenheden niets
af. Zoo is het mogelijk, dat de vrouw van den
zenuwarts bij den juwelier een duur parelsnoer
bestelt en de vrouw van den juwelier op het
spreekuur van den zenuwarts klaagt over de
eigenaardige geestesgesteldheid van haar man,
die de gewoonte heeft rekeningen aan te bie
den voor gefingeerde leveranties.
Als de juwelier om kwart over zes volgens
opdracht van de doktersvrouw het parelsnoer
komt bezorgen, heeft, de juweliersvrouw den
dokter, of eigenlijk is hij professor, voor
bereid op de komst van haar molenden echt
genoot.
Terwijl de mannen elkaar door een voor
beiden onbegrijpelijk misverstand in de haren
vliegen, stuift de vrouw met het parelsnoer
in een auto langs velden en wegen, om de
buit in veiligheid te brengen. Maar deze Olga
(door Brigitte Helm verpersoonlijkt) heeft zelf
weinig pleizier van haar oplichterij, daar ze
slechts de handlangster is van een koelbloe-
digen schurk, dien Gustav Gründgens zoo
realistisch belichaamt, dat den toeschouwer
de handen jeuken om hem onschadelijk te
maken.
Het publiek wordt echter teleurgesteld,
want juist op het oogenbiik, dat het meent,
zijn rechtsgevoel bevredigd te zien. blijkt
Alexander de justitie te glad af te zijn. De
rechercheurs, die hem te pakken hebben ge
kregen, zijn pseudo-rechercheurs en in wer
kelijkheid leden van de internationale boeven-
bende, die haar vertakkingen in Parijs, de
Rivièra en Spanje heeft.
Door deze drie gebieden voert ons Olga,
meestal per auto, doch ook per zeiboot.
Schitterende natuurtafereelen krijgen haar
onzichtbare medereizigers te genieten. Maar
niet alleen schitterende natuurtafereelen en
mondaine milieu's, maar ook sportieve avon
turen, waarbij de zesdaagsche maar kinder
spel is.
Olga is op dezen tocht met het parelsnoer
niet alleen; haar vergezelt Pierre in de per
soon van Wolfgang Lebeneiner, die dezen jon-
gensachtigen minnaar in den soberen stijl
van heel het samenspel speelt. Pierre is agent
voor een auto-fabriek en maakt een propagan-
da-tocht, waarop hij het meisje ontmoet. Er
ontwikkelt zich een idylle, welke door het
lieflijke kader van het landschap picturaal
en door een zoetklinkende instrumentale en
vocale begeleiding musicaal wordt versterkt.
Maar de netelige situatie, waarin de dievegge
verkeert en de voortdurende inmenging van
haar handlangers en tenslotte ook van de
politie verstoren dezen kortstondigen „droom
van geluk". Het rechtsgevoel moge door de
inhechtenisneming van het drietal misdadi
gers bevrediging vinden, het romantisch ge
moed voelt zich te kort gedaan, wanneer de
kinderlijke Pierre, eenzaam achtergebleven,
op een muur een politie-plakkaat met het
portret van zijn aangebedene ontdekt, van
wie „aanhouding verzocht" wordt. Neen, een
„happy end" is dit niet!
Brigitte Helm, wier optreden onder leiding
van Meyer men zich nog uit ,.Eine von uns"
(Een meisje van heden) herinnert, boeit ook
in deze film weer door haar eigenaardig Her
mes-profiel en door het vreemde, cameleon-
tische van haar gelaat, dat, gelijk heel haar
weinig gepassioneerde figuur een ietwat nuch-
teren indruk maakt, maar in zijn flegmatische
soberheid toch zeer welsprekend werkt.
De groote gebeurtenis van de afgeloopen
week, de Tweede Zesdaagsche, is door Poly
goon in optima forma op het doek gebracht,
zoodat men, ook zonder zich aan de moeite
en het ongerief van het gedrang zelf te hebben
blootgesteld, een sterken indruk bekomt van
de sportieve prestaties van onze wielrenners
envan hun welsprekendheid!
De zesdaagsche wordt voortgezet in de tee
kenfilm, waarin geen wielrenners maar hon
den een wedloop houden.
De S. R.-band zorgt voor de noodige af
wisseling tijdens de pauze.
H. G. CANNEGIETER.
REMBRANDT THEATER.
Martha Eggert als Bloem van
Hawaii.
De operette Die Blume van Hawaii van
Paul Abraham is bekend en bemind, en zoo
valt het niet te verwonderen dat er een film
gemaakt werd, om de reputatie verder te
verbreiden. De blonde en zeer goedlachsche
Martha Eggert werd
uitgekozen om de
Bloem van Hawaii te
zijn en inderdaad
maakt zij als zoo
danig geen slechten
indruk, daargelaten,
dat de ware bloemen
van Hawaii zoo
blond niet zijn. Mar
tha Eggert zingt be
hoorlijk en zij kan
erg koddige dans
pasjes maken en waar
komt het anders op
aan in een operette
film? Op niemendal
anders. Het verhaal en de intrige en de lo
gische lijn en zulke zaken, die moet men
maar een beetje vergeten bij een operette en
zeker bij de Bloem van Hawaii, want als de
liedjes gezongen zijn en er is naar genoegen
geminnekoosd, dan heeft het eerlijk gezegd
voor het overige niet zooveel om het lijf. Er
zijn bekende wijzen in, zooals „My Golden
Baby", die al eenigen tijd geleden veel opgang
gemaakt hebben en die nu nog wel een aan
gename herinnering zijn. Behalve Martha
Eggert speelt Ernst Verebes in een hoofdrol,
maar voor werkelijk sterk spel biedt deze
klucht nu eenmaal niet veel gelegenheid.
Er werkt op het tooneel van het Rembrandt
Theater een heer, die er in geslaagd is met
goochelarij toch nog iets oorspronkelijks te
vertoonen en zulks is een niet geringe ver
dienste die dan ook behoorlijke waardeering
vindt. Inderdaad, de „Hollandsch-Amerikaan-
sche illusionist" Jan Haeoort heeft niet zoo
zeer door zijn toeren, als wel door de „con
férence" met oude middelen een nieuw num
mer opgebouwd.
Men ziet in het Polygoonnieuws Den Pijn
rijden en zijn kornuiten en zelfs hoort men
den winnaar van den Zesdaagsche spreken
en Wals zeggen, dat hij zoo zenuwachtig is.
Hetgeen een sensatie op zich zelf is, die Poly
goon ons toch maar weer met journalistieken
spoed heeft voor gezet
Langs de Donau.
De serie populair-wetenschappelijke voor
stellingen in het Rembrandt Theater op
Zondagmorgen zal morgen worden voortge
zet met. een alleraardigste film, die de Donau
en haar oevers vertoont. Men maakt voor
het grootste deel een reis per boot mee. die
zeer interessant is door de fraaie kijkjes op
oevers en plaatsen daarop. Ook in die plaat
sen heeft de operateur zich gewaagd en daar
vele beelden vastgelegd op den gevoeligen
band. Stadsschoon, kleederdraehten en volks
dansen heeft opgenomen en tot een alleszins
beizenswaardige film tezamengevoegd. De fo
tografie is soms uitmuntend en men zal.
wanneer men Zondagmorgen het Rembrandt
Theater bezoekt, een zeer genoeglijk uurtje
daar doorbrengen.
LUXOR SOUND THEATER.
De Luchtpost, epos van het vlieger
leven. Van der Meulen's hu
welijk en de Zesdaagsche.
Twee evenementen, die deze week in het
middenpunt der belangstelling hebben ge
staan, beleven wij in het voorprogramma.
Het huwelijk van onzen nationalen Gejus en
de Amsterdarnsche Zesdaagsche. De feestdag
in Bloemendaal is door Orion Profilti op aller
aardigste wijze vereeuwigd en geeft een goed
beeld van de spontane huldiging- die den ge-
vierden H. F. C.'er en zijn echtgenoote ten
deel viel. Van den zesdagenrit zijn een aan-
Ralph Bellamy en Lilian Bond in
trDe luchtpost".
tal interessante beelden opgenomen, aan het
einde komen de gelukkige winnaars Pijnen
burg en Wals nog even voor de microfoon om
met een kort woord hun gevoelens tot uit
drukking te brengen.
Er is verder in het gedeelte voor de pauze
o.m. een film over de jacht op eenden, een
klucht van de avontuurlijke Taxi-boys en een
koddig tee ken filmpje, dat een serie niet-alle-
caagscne gebeurtenissen in een museum laat
zien.
Als hoofdfilm gaat „De Luchtpost", een
imposante schildering van het leven der ver
keersvliegers in een onherbergzaam stuk Ame
rika. Deze rolprent dient men allereerst to
prijzen om de werkelijk voortreffelijke op
nemingen van de machtige luchtreuzen.
Het gedender der motoren, het opstijgen van
zoo'n log gevaarte, de onheilspellende aanblik
van het vliegtuig in de mist, de verbeten
strijd in storm en regen, al deze fragmenten
van het epos zijn op indrukwekkende wijze
weergegeven. Dan worden er verscheidene
staaltjes van gedurfde luchtacrobatiek ten
beste gegeven, die zelfs den nuchtersten be
zoeker in volvoering moeten brengen.
Waar de regisseur vooral ook den nadruk
op heeft willen leggen, is de groote verant
woordelijkheid. die de onverschrokken lucht-
helden hebben te dragen.
De geschiedenis zelve laat zich feitelijk
moeilijk navertellen. Zij is uitermate span
nend en stelt twee karakters tegenover el
kaar, welke door Ralph Bellamy en Pat
O'Brien zeer scherp worden uitgebeeld. Een
prachtig type maakte Slim Summerville van
den stoicijnschen mecanicien. De vrouwelijke
hoofdpersoon, vertolkt door Gloria Stuwart en
Lilian Bond, dienen evenzeer genoemd te
worden.
Resumeerend biedt het theater deze week
een programma, dat wij een woord van aan
beveling niet willen onthouden.
TWEEDE KAMER.
Allerlei over de post en radio.
24 November.
Het was vandaag de dag van minister
De Wilde. Immers Binnenlandsche Zaken
werd afgehandeld. En de P.T.T. begrooting
welke tot groote vrenugde van de meesten
der sprekers, bij Binn. Zaken is onderge
bracht werd zoover afgedaan, dat de minis
ter Dinsdagmiddag zijn antwoordrede
houden kan.
De minister toonde zich een krachtig re
geerder.
Allereerst sprak de minister over de kleine
partijen. Hij heeft het advies gevraagd van
het Centraal Stembureau over al deze pro
blemen.
De minister zei nadrukkelijk in de bur
gerwachten geen fascistische stroomingen
te zullen dulden. Hij geloofde dat de klagers
op dit punt ietwat hebben overdreven. Wat
niet wegneemt, dat hij opnieuw door een
interdepartementale commissie de zaak zal
laten onderzoeken.
De autonomie der gemeenten was 's mi
nisters volgende punt. Hij acht de autono
mie een kostbaar goed, maar het moet be
waard worden.
Er zal spoedig een wetsontwerp verschij
nen, waarbij voor een kleine gemeente toe
passing wordt gevraagd van art. 144 c"?r
Grondwet 4e lid. Dit 4e lid maakt het mo
gelijk een wettelijke voorziening te treffen
bij grove verwaarloozing van het bestuur
eener gemeentelijk huishouding.
D* minister zal de Kamer verschalende
gegevens en cijfers doen toekomen, waaruit
zal blijken, dat de gemeente te zamen voor
1932 een tekort zullen vertoonen van 54
millioen. Dat kan zoo niet doorgaan riep Mr.
de Wilde uit: daar zou het eind liggen van
de gemeentelijke autonomie! Het- is thans
reeds zoo, dat groote gemeenten niet zon
der Rijksgeld gefinancierd kunnen worden.
De minister schreef zijn circulaire niet
voor zijn plezier zijn streven is alleen
maar om de autonomie in stand te houden.
Ten aanzien van de burgemees te rsbe-
moeiïngen stelt de minister zich voor nooit
anders dan dien candidaat te benoemen die
tegelijk het meest geschikt en het meest be
kwaam is.
Er was geklaagd over aantasting door bur
gemeesters van het recht van vereeniging en
vergadering. Wanneer de burgemeester zijn
taak niet nauwlettend vervult, dan gaat het
recht van den sterkste gelden, zei de minister
De minister stelt zich voor in het vraagstuk
van samenvoeging van gemeenten geen doc
trinair standpunt in te nemen. Maar in het
algemeen is hij huiverig voor annexatie. Wan
neer de centra veel te groot worden, dan ont
staat cumulatie van macht in handen van
ambtenaren.
Na nog eenige discussie over de verzorging
van de Nederlanders in Duitschland de
minister van Binnenlandsche Zaken wil deze
verzorging geheel nieuw organiseeren werd
de begrooting aanvaard.
Daarna heeft de Kamer zich gezet aan de
behandeling van de begrooting voor het be
drijf der P. T. T. De minister komt voor zijn
antwoord Dinsdag aan het woord.
Een algemeene wensch was om de reorga
nisatie van het P. T. T.-bedrijf, de toenemen
de mechaniseering en het werken naar de
samenvoeging van post- en telegrafie in een
ietwat langzamer tempo te doen plaats heb
ben, ten einde de werkloosheid, welke het
Rijk toch ook geld kost, niet op te voeren.
De heer Tilanus (c.-h.) achtte het in strijd
met de postale wetten, dat de minister de
verdeeling van de extra-opbrengst der ge
lukstelegrammen had overgedragen aan den
Centralen Jeugdraad. Bovendien werd het
een nadeel geacht, dat thans niet ieder weet,
waarvoor zijn geld zal worden gebruikt.
Voorts maakte hij bezwaar tegen het vervan
gen van de 12 1/2 ct. Koninginnezegel door
een 12 1/2 ets. vredeszegel. Het buitenland
mag weten wie hier regeert zei de heer
Tilanus. Voorts waardeerde hij de teekening
van de vredeszegels niet: een gebroken
zwaard kwam daarop voor, terwijl het amb
tenaren verboden is het embleem „Het ge
broken geweertje" te dragen.
De radio-zaken konden ditmaal weinig
spanning veroorzaken. Op de drie hoofdpun
ten, de verdeeling van den zendtijd, het toe
zicht en het bouwen van den zender heeft de
minister zich blijkens de stukken nog geen
gefundeerd oordeel gevormd.
Wat de zendtijd-verdeeling betreft, bleef
Mr. Boon op het standpunt staan, dat deze
niet deugde, de andere groepen daarentegen
achtten haar volkomen overeenkomstig de
wet.
T.a.v. het toezicht is van alle kanton ge
pleit voor een objectieve beroepsinstantie.
Men weet, dat de minister de gedachte heeft,
de eindbeslissing geheel aan zich te trekken.
Hiertegen werd gewaarschuwd, omdat de mi
nister persoonlijk niet betrokken moet wor
den in de wrijving der conflicten. Behalve
door den heer Vliegen (s.-d.) werd de ver
scherping c'.er controle goedgekeuvd. De heer
Vliegen opponeerde tegen het vrijwel uit
schakelen van de politiek en het verbieden
van de Internationale. De heeren Boon en
Van Dijk vreesden, dat de VARA dit alles
aan zich zelf te wijten had, omdat ze mis
bruik maakte van de haar gegeven moge
lijkheden.
De zenderbouw men hoopte allemaal,
dat 't den minister gelukken zou de omroep
organisaties tot elkaar te brengen. Van staats
exploitatie voorzag men niets dan nadeelen.
Mr. Boon hield overigens zijn standpunt
staande dat de wet niet toelaat aan de
AVRO te weigeren een zender te bouwen.
INTIMUS.
ONDERWIJZERS MOETEN
GEKEURD WORDEN.
EEN WET IS IN VOORBEREIDING.
De Minister van Sociale Zaken heeft, naar
het Handelsblad meldt, verklaard, dat de
vraag of een periodieke keuring van onder
wijzend personeel mogelijk zou zijn, in de
eerste plaats ter beoordeeling staat aan den
Minister van Onderwijs.
Bij de regeering zijn maatregelen in voor
bereiding, die belichaamd zullen worden in
een ontwerp van wet.
1 JANUARI DE NIEUWE RECHTELIJKE
INDEELING.
De wet op de nieuwe rechtsgebieden van
rechtbanken en kantongerechten treedt 1
Januari in werking.