LETTEREN EN KUNST
ZWARTSER'S
Nieuwe Uitgaven
EEN COED FOTO ALBUM
EMSER-ZOUT
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN.
25 cent per pondspak
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
VRIJDAG I DECEMBER 1933
H
AARLE M'S DAGBLAD
12
HET TOONEEL
KUNST AAN HET VOLK.
Croot Nederlandsch Tooneel
TOBIAS EN DE ENGEL.
Tobias en de Engel hebben zich al sinds
eeuwen in de belangstelling van kunstenaars
mogen verheugen. Heeft Rembrandt hen
niet herhaaldelijk uitverkoren om ze op het
doek te brengen? James Bridie heeft ze
thans tot hoofdpersonen gemaakt van een
comedie en in een opvoering die de sprook
jessfeer herhaaldelijk voortreffelijk wist
weer te geven, hebben wij hen thans op het
tooneel gezien.
■Maar het tooneel stelt heel andere eischen
dan een schilderij. Het eerste tafereel waar
in de aartsengel in een vermomming ver
schijnt bij Tobit, den ouden Jood, die on
danks al zijn tegenspoed en ellende in zijn
lot berust en Jahevé prijst, boeide ons zeer.
Dit was volkomen geslaagd, als inleiding van
het Bijbelsch verhaal, dat ons wachtte. Er
was iets visionnairs in heel dat tafereel met
dien mooien ouden Jood van Paul Huf, de
lieve, bedrijvige, grijze moeder met zoo
fijnen humor gespeeld door Marie van Wes
terhoven den wat onnoozelen Tobias van
Frits van Dijk en den waardigen mysterieusen
Azarias van Johan de Meester.
Dat tafereel was prachtig van kleur en van
stemming. Bij de door Paul Huf -met innige
vroomheid gezongen gebeden dachten wij
onwillekeurig aan de voorstellingen van het
•Hebreeuwsche Theater van Wilna terug en
het slot van dat tafereel het heengaan
van Tobit, Tobias en Anne is het halfdonker
van de straat en het in een lichtglans ver
schijnen van Rafael was van Rembrand-
tieke schoonheid.
Na deze inzet, die zoo veel beloofde, was
de eigenlijke reis van Tobials met de engel
mij een teleurstelling. O zeker, de sprookjes
stemming is ook in deze tafereelen uit
stekend bewaard en de opvoering gaf in
spel en kleur veel te genieten, maar wat er
op het tooneel gebeurde was dramatisch niet
belangrijk genoeg om mij te boeien. Deze
wat onnoozele Tobias, hoe fijn-geestig ook
gespeeld door Frits van Dijk, was een toch
wat te onbeteekenenae figuur als hoofdper
soon van een comedie.
Moest voor dezen stumperigen jongen de
aartsengel Rafaël op de aarde verschijnen?
Het sprookje miste fond, het was te ijl, er zat
te weinig achter om de aandacht voldoende
vast te houden. Je keek er niet zonder genoe
gen naar, je kwam nu en dan ook wel onder
de bekoring, maar op den duur viel het toch
te lang, omdat het zoo weinig inhoud had en
vrijwel alle dramatische spanning miste. Hoe
veel sterker en machtiger was de indr.uk van
dat andere Bijbelsche spel, De Reis van Noach
over de Wateren, dat ons verleden jaar werd
gegeven. Ik weet wel, dat het meer naïeve
sprookje van Tobias hiermee moeilijk te ver
gelijken is, maar juist met de herinnering aan
dat andere sterk dramatische Bijbelsch ver
haal stelde de reis van Tobias en de Engel mij
te leur. Voor een deel kwam dit ook door de
wat tweeslachtige figuur van Azarias. die voor
een aartsengel nu en dan wel wat heel erg
menschelijk een enkelen keer zelfs op het
banale af was.
Eerst na het einde van Tobias' reis, toen wij
wreer bij den ouden Tobit en zijn huisvrouw
Anne kwamen; boeide ook het tooneelstuk
weer. De terugkeer van Tobias, de vreugde van
den ouden vader, de ontroerende liefde van
de moeder, en vooral de openbaring van het
Goddelijke aan het slot, dit alles gaf ook in
de stemmingsvolle opvoering een zeer mooie
oplossing van dit Bijbelsch verhaal, dat in
het tusschenspel mij echter te weinig bevre
diging had geschonken.
Ik geef onmiddellijk toe. dat bij een groot
deel van het publiek de indruk anders was en
het sprookje zijn uitwerking niet miste. Ik
zou zoo zeggen, dat bij deze première die
voor de vereeniging Kunst aan het Volk en
dus voor een zeer volle zaal ging de opinies
zeer verdeeld waren. Er was een zeer langdurig
applaus vóór de pauze en aan het slot, dat tot
een telkens weer terugkeeren der artisten
noopte, maar toch vermoed ik, dat bij velen
dit applaus in de voornaamste plaats de op
voering gold. En die was ook uistekend.
Johman de Meester, gesteund door den Bel
gischen kunstenaar Denis Martin, die de
feeërieke decors schilderde, heeft haar voort
durend in de sprookjessfeer weten te houden.
Het was bekorend ook dikwijls door de
naieviteit. Frits van Dijk speelde de zeer
moeilijke rol van den wat onnoozele Tobias
met fijnen humor en rijke fantasie. Zijn over
gangen van het kinderlijke naar het manne
lijke waren telkens kostelijk en het lag waar
lijk niet aan zijn levendig, genuanceerd, licht-
komisch, geen moment tot het bar-komisehe
overhellend spel, dat Tobias als dramatische
figuur ten slotte mij niet genoeg voldoening
schonk.
Een zeer mooie aartsvaderlijke figuur was
Paul Huf als de oude Tobit. Hij was van een
verkwikkende blijmoedigheid in zijn stoffe
lijke misère en van 'n ontroerend innige vroom
heid die wel het meest tot uiting kwam in het
met oude stem zoo treffend mooi gezongen ge
bed. Welk een stemming kreeg dit tooneel
ook door het medeleven der anderen. Een
prachtig figuurtje Oosterseh-druk en
bloeiend van leven, was de oude huisvrouw
Anne, van Marie van Westerhoven! Hoe voor
treffelijk wist zij in haar sombere onderstel
lingen over het lot van haar jongen den ko-
miscnen noot steeds in haar klachten te bren
gen en hoe ontroerend was zij in haar geluk
bij den terugkeer van Tobias!
Johan de Meester had voor zichzelf de rol
van den als Azarias vermomden aartsengel
Rafaël gekozen. Hij was een engel, die on
danks zijn hooge waardigheid, het gevoel van
humor niet verloren had. wat aan de figuur
zooals reeds gezegd iets tweeslachtigs
gaf. Deze Azarias paste nu eens in een
sprookje van 1001-nacht en dan weer in een
modern spel. Marie Nathusius. gaf Oosterschr>
kleur aan Sara, de verleidelijke dochter van
den door Folkert Kramer goed gespeelden
rijken Jood Raguel. Ook aan haar dansen
wist zij het Oostersche relief te geven. Mies
Versteeg en Eva Jansen assisteerden haar
stijlvol als de slavinnen. Jan Teulings zagen
wij tweemaal als den belager van Tobias, eerst
als den bandiet later als Asmodee, meer ko
misch beide keeren dan gruwelijk, wat ook in
de bedoeling lag van de regie. En vergeten wij
ten slotte niet Tobi, het rare hondje, dat zoo
bescheiden en natuurlijk zijn rol speelde.
Hoe men ook over het stuk moge oordeelen,
ieder zal moeten bekennen dat, de opvoering
var. Tobias en de Engel een daad is en het
bestuur van Kunst aan het Voik daarom al
leen reeds hulde verdient, dat het de première
van dit stuk in dezen kring heeft doen ge
ven.
J. B. SCHUIL.
HET NIEUWE TOONEEL.
ZULLEN WE RUILEN?
In den schouwburg aan den Jansweg
heeft gisteravond het Nieuwe Tooneel een
vertooning gegeven van Zullen we ruilen?,
blijspel in drie bedrijven van Lonsdale.
Het blijspel, dat niet veel om het lijf heeft
en veel op een uitgesponnen één-actertje ge
lijkt, werd door een viertal geroutineerde
acteurs van talent zoo aardig gespeeld, dat
men er zich ondanks den on toereikenden in
houd een heelen avond mee heeft vermaakt.
Eigenlijk weet men onmiddelijk bij den
aanvang van het spel wel zoo'n beetje, waar
op dit zal uitloopen. Goffrey Lymnes, de too-
neelschrijver, die in een eenvoudig landhuis
je buiten is gaan wonen, omdat hij het ge-
jaag van zijn vrouw naar voorname connec
ties in de stad niet verduren kan, krijgt be
zoek van zijn studievriend Ernest Millon, een
onbeduidend adellijk heertje, die maar één
levensdoel kent: het hooghouden van de fa
milie-traditie.
Milton heeft zijn vrouw op dit uitstapje
meegenomen. Hij is indertijd blijven hangen
aan een koriste van de opera, een natuur
kind. dat er maar uitflapt wat haar in het
hoofd komt en dat met conventie en decorum
den spot drijft. Overigens een charmant, pit
tig vrouwtje, van wie Goffrey terstond onder
de bekoring geraakt.
Gelijk Elma Milton en Goffrey zich door
hun afkeer van aanstellerij en bluf aan elkan
der verwant gevoelen, zijn Ernest en Anne
Lymnes op elkaar aangewezen door hun
snobbionie. Wat ligt meer voor de hand, dan
dat de ongelijk gepaarde echtgenooien van
elkaar scheiden en door een onderlingen ruil
de huwelijksbalans in evenwicht brengen?
Dit zou ook zijn gebeurd, wanneer er geen
twee factoren waren, die zich tegen deze voor
de hand liggende oplossing verzetten. Elma
noemt ze bij de ontknooping aan het eind
van het stuk. De echtgenooten zijn bang voor
de publieke opinie en bovendien op hun ge
rief en gemak gesteld; daarom blijven ze, als
puntje bij paaltje komt, maar liever bijeen.
Toch is er ook nog een derde factor en deze
speelt de dappere en eerlijke Elma parten.
Wanneer zij haar sukkel van een man wil
verlaten en deze daar als een troosteloos stuk
ellende achterblijft, wint het moederlijke me
delijden het van de dapperheid en de eer
lijkheid en zoo blijft Elma tenslotte toch ook
maar bij Ernest. Van de onderlinge ruil is
dus niets gekomen.
„Einde van het derde bedrijf; het kooitje
gaat weer dicht!" zegt Goffrey, die gewend
is met kanarie Hannibal filosofische gesprek
ken te houden.
Joh. Kaart Jr. speelde voor Goffrey. en hij
deed dit op zijn leuke, droogkomieke manier
zeer verdienstelijk. Jan van Ees had van
Ernest een onderhoudende carricatuur ge
maakt. Fientje de la Mar was een struische
en openhartige Elma en biologeerde zelfs in
dit vrij leege rolletje weer door haar uitzon
derlijk talent. En Minny Erfmann, die een
.schitterende japon droeg, belichaamde het
boudeerde luxe-vrouwtje.
Door het stuk heelemaal in 't malle te
gooien en er een volledige persiflage van te
maken, heeft men uit dit blijspel alles, wat
nog eenigszins naar geestigheid zweemde ge-
illimuneerd. Misschien is dit de juiste opvat
ting; men is aldus ontkomen aan de meestal
wat weëe tweeslachtigheid tusschen comedie
en klucht. Er zat nu tenminste stijl in het
geval.
Een bijzondere aanteekening verdient de
aardige aankleeding van het tooneel: een
moderne heerenkamer volgens de nieuwe za
kelijkheid gestoffeerd en gemeubeld.
H. G. CANNEGTETER.
DE FILM DE JANTJES.
Naar aanleiding van het bericht in ons
nummer over den financieelen toestand om
trent de film-opnemingen van de Jantjes,
hebben wij ons gewend tot den heer A.
Benno een der drie directeuren van Hol-
landia, de Maatschappij, die de Jantjes ver
filmt.
Hij bevestigde ons, dat de kosten van de
film veel hooger zijn geworden dan begroot
is. Meende men aanvankelijk met f 45.000
de film te kunnen voltooien, thans is ge
bleken dat de film ongeveer een ton zal
kosten, mede in verband met de Duitsche
versie, die voor Duitschland, Oostenrijk,
Hongarije enz. gemaakt wordt. De heer
Loet C. Barnstijn, die het voltooide gedeelte
van de film gezien heeft en daarover zijn
waarde erend, oordeel heeft uitgesproken,
heeft zich daarna financieel voor de film ge
ïnteresseerd.
Hij heeft zich belast met de distributie
van de film over heel de wereld.
Begin Januari zal de film gereed zijn.
De geestelijke verovering der
wereld door Frederik van
Eeden.
Het was een ideaal van Van Eeden, schrijft
Henri Borel, die dit boekje uit het Duitscn
heeft vertaald, in zijn voorwoord, om de Ko
ninklijken van.den Geest, die meestal verspreid
over de wereld, eenzaam levend zonder contact
met elkaar te krijgen, in één vriendenbond
(„Ein Blutbund" stond in den oproep) te ver
eenigen. De Kreis bleek niet levensvatbaar,
de Kreis-idee echter is blijven leven en on
vergankelijk. In dit boekje is zij te vinden.
Deze uitgave (bij L. J. C. Boucher te 's-Gra-
venhage) bevat het eerste stuk van den bun
del, dat van Eeden Heldenliébe betitelde.
IS EEN PRETTIC SINTER.
KLAAS GESCHENK.
FOTO-HANDEL
CROOTE HOUTSTRAAT B. D. MARKT
(Adv. Ingez. Med.)
HET NATUURLIJK
is alleen verkrijgbaar in vierkante
glazen flacons. - Per flacon fl.20.
(Adv. Ingez. Med.)
Overvloed voor St. Nicolaas.
Veel, wat in deze dagen op onze leestafel
gedeponeerd wordt ter bespreking, is deze
ook alleszins waard. Maar om alles serieus
door te lezen en er iets van te zeggen, waar
aan ook de lezer wat heeftdaar is een
voudig geen denken aan. Er is werkelijk
zooveel bij dat van belang is, dat wij voor-
loopig stof genoeg voor onze boekenpraatjes
zullen hebben, doch nu gaan we alvast met
een aankondiging genoegen nemen, om den
ondernemenden uitgevers te geven wat hun
toekomt. Die heeren toonen nog durf, in
dezen tijd.
Daar ligt, bijvoorbeeld, zoo een kwarto
deel op zwaar papier en mooi gedrukt, met
Midwinter sproken van de bij ons gaarne, ge
lezen Jeanna Oterdahl, verzameld door N.
Basenau—'Goemans en geïllustreerd door L.
E. van Bergen. (Uitgever: J. M. Meulenhoff
Amsterdam). Een prachtboek voor onder
den Kerstboom.
U houdt meer van bïögraphie? Magnifiek.
Daar hebben wij nog zulk een kwarto-turf.
Het „Leven en Werken van Louis Couperus"
door zijn trouwen paladijn Henri van
Booven in bij de drie honderd pagina's be
schreven, en van een blijkbaar definitieve
bibliographie voorzien. Met een mooi por
tret van Couperus voorin, komt dit werk van
den uitgever Schuyt in VeLsen. Maar naar
den omvang spant Albert Helman de kroon
met zijn „Waarom niet" dat Nijgh en Van
Ditmar te Rotterdam, in een omslag van
Jozef Cantré de wereld ln zonden, en dat
alles en alles bij elkaar 1042 pagina's groot
ls. (De klop op de deur vindt in omvang,
blijkbaar navolging). Dikke boeken zijn wij
ook van mevrouw Van Gogh—-Kaulbach ge
wend. Zij levert haren trouwen 'lezers dit
maal 332 pagina's onder den' titel „Wij
zoeken" en haar uitgeefster, de Leidsche
Uitgeversmaatschappij liet er een kleurig
omslag voor teekenen waarop een zoekende
jonge vrouw in de doornen verward, en de
naam van de schrijfster foutief geschreven
staat. Dit zijn de moderne blokboeken in
onze verzameling.
Wij slaan nu een blik op de lichtere stof.
Wat volstrekt niet zeggen wil dat ook de
inhoud minder wichtig zijn zou. Verre van
dien. Als ik u zeg, dat Nijgh en Van Ditmar
behalve Helman's turf nog een nieuwen
Van Schendel ..De Waterman" een roman
van Menno ter Braak, „Dr. Dumay verliest",
een boek van Willem Putman „Vader en ik"
en een herdruk van den curieusen Nescio-
bundel bij ons deponeerden, kunt u zich
voorstellen dat wij ons eenige avonden van
prima litterair genieten beloofd hebben,
waarvan u nog wel nader hooren zult. Maar
ook de ijverige Querido-Uitgeverij te Am
sterdam blijft met een nieuwe Panaït Istrati
„De ondergang van het huis Thurlnger"
f vertaald door A. M. de Jong) op peil en de
Wereldbibliotheek, die zich met de zonder
linge avonturen van baron van Mülnch-
hausen. pardon, Jan Herbert Macdonald,
lichtelijk gecompromitteerd heeft, komt ge
lukkig met een nieuwen Ernest Claes „Ko-
beke'' en een fleurig uitziend boekje, waarin
H. P. L. Wiessing de „Maanreis" van den
dichter S. de Cyrano de Bergerac vrij ver
taald en bewerkt heeft. Ook van Alie van
Wijhe Smeding kregen wij dit jaar weer
eens teeken van leven: ..De ijzeren greep"
met een inderdaad aangrijpenden omslag.
Haar Harlekijntje en Naakte Waarheid, zijn
ons verleden jaar ontgaan, overigens hebben
wij het geheele oeuvre van deze interessante
vrouw, geloof ik, in deze aanteekeningen
gehuldigd. Van den polyglot Ed de Nève gaf
Querldo nu nog „Kerels" uit en de uitgevers-
mij. Holland zond een roman van Margreet
Dijkstra „Veilig Huwelijk" en een van Jan
H. Eekhout „De boer zonder God" (roman
uit Zeeuwsch Vlaanderen). Carel Voorhoeve
schreef een roman „Vriendinnetje" door Lida
von Wedell voor den uitgever Den Boer in
Middelburg, op den omslag zeer luchtig ge
portretteerd. Van Scheltens en Giltay kwam
een roman van Jeanne Reyneke van Stuwe.
„Gevangenen" getiteld en een boek dat zeker
wel trekken zal: Radioleven, een kwarteeuw
pioniersarbeid in een modern beroep door W.
Vogt. Voor de lezers van Hindus' mooie
boeken over het nieuwe Rusland, zal thans
de door C. Anarges bezorgde vertaling van
Fjodor Gladkow's „Nieuwe Grond" een
welkom geschenk zijn en nu we toch over
vertalingen hebben, moeten wij even op „Wij
Frontenacs" van Francois Mauriac wijzen,
door mevrouw J. MaschmeyerBuekers ver
taald. Als ge er even in kijkt, blijft ge door
lezen. zoo goed is het. Het is een uitgaaf
van de Nederl. Boekenclub ,,'t Gildeboek"
op welke onderneming wij wel eens terug
komen.
Dan liggen nog vóór ons: ..En de weg
helt", door Truus Eygenhuysen (Nederl.
Keurboekerij, Amsterdam). „Een vrek", door
J. G. Schoup, een schrijver die den laatsten
tijd nog al over de tong is gegaan, en een
keurig uitgevoerde plaquette uit de Stern-
Serie „Laatste Nieuws", door E, G. van Heus-
den (Arnhem Van Loghum Slaterus). En
tenslotte verzamelde Jan Greshoff honderd
gedichten van honderd dichters, die Meulen
hoff in het licht gaf.
Om alvast een beetje op dreef te komen
ben ik mar begonnen met „De man met
het Janklaassenspel" van Antoon Coolen
(Nijgh en Van Ditmar). Ik houd van
'Coolen's verhalen, zooals ik ook van zijn
Brabant houd en dit boekje ziet er zoo pret-
tig-aantrekkelijk uit. We worden niet te
leurgesteld. Het is wel niet zulk een innig
vertelsel als dat van Jantje met zijn
Weensch Kiendje, maar toch is ook deze
historie van Nolda Schoonewiel weer vol van
een hartelijke genegenheid voor menschen
in hun verdrietelijkheden, die ons pakt en
meevoert. Nolda. de ouderwordende jonge
dochter van den braven Schoonewiel, die
van diejen mensch uit Scheyndel, die met
houten poppen speult, tenslotte nog het
moederschap ontvangt, doch waarover de
menschen lachen gaan en de brave oude
zich uit schaamte verhangt. Omdat die
uit Scheyndel er van door is gegaan, en
niemand weet waarheen. Zoo stil weg, in
zachte zinnen vertelt Coolen hier weer van
de roerselen dier natuurmenschen aan wie
niets menschelijks vreemd is, en die in hun
geringe gecompliceerdheid den strijd toch
moeten uitvechten met dat wat de natuur
wil, en wat het fatsoen wil en wat de men
schen willen, die toch weer zijn zooals zij.
En aan het slot staat Proens, de strooper,
bij het water waar hij een steen in gooit.
Hij had Nolda begeerd, maar niet gekregen.
Het is alles anders gegaan. Zooals altijd alles
anders gaat dan we wel willen.
In het water ziet Proens de rimpelende
cirkels, door zijn steenworp veroorzaakt,
wijder en wijder worden tot ze raken het
oeverriet. En dan wordt het water weer
glad. Coolen is een prachtig verteller, in
derdaad.
Wij blijven nog even in Brabant. Maar
niet lang. Want wat A. M. de Jong met
zijn verhaal „De Schotel" geeft (Querido)
staat bij lange niet op de hoogte van zijn
serieuser werk en nog minder op dat van
Coolen. Maar als burleske over een autieke
Spaansch-Moorsche schotel, die een mars
kramer in het varkenskot vindt, een paar
scharrelaartjes koopen en ermee naar de
groote stad gaan, en al wat daar nog ver
der voor avonturen aan vastzitten is het
wel amusante lectuur. Zoolang ze maar in
Brabant blijven, is de praat van De Jong's
menschen wel echt en zijn de gebeurtenis
sen niet onwaarschijnlijk. Voor het naspel
wordt wel wat te veel van onze goedgeloovig-
heid gevorderd, maar voor een burleske is
dat zoo erg niet. En al lachende leert men
een waarheid kennen: als een varken vreet
van een bord waarvoor een museum-direc
teur vier duizend gulden in het vooruitzicht
stelt, dan is er in de relatie tusschen die
vier grootheden: varken, bord. museum
directeur en geldsom iets niet in den haak
wat de waarschijnlijkheid betreft. Een
beetje minder had ook gekund. Maar voor
het amusement, dat de schrijver ons schonk
zijn wij hem dank verschuldigd.
Toen heb ik uit den stapel ..Fientje" van
Net Houwink gegrepen (Querido. alweer).
Waarschijnlijk omdat een vorig jaar haar
„Verzwegen Zonde" mij zoozeer geboeid
heeft.
En ook dit nieuwe werk heb ik met on
verzwakte belangstelling gelezen.
Jammer, dat de wijze «Waarop de auteur
er een slot aan draait, mij maar matig be
vallen kan. Dat slot valt zoo geheel uit
het: kader van het boek en de situatie wordt
daar zóó romantisch, terwijl de rest zoo
prachtig zakelijk maar tegelijk zoo oprecht-
goed en - beheerscht-gevoelig gecomponeerd
is, dat deze eindstelling op het schaakbord
werkelijk onbevredigd laat.
Fientje is een kind van „Kinderzorg", een
kind waarvan de vader onbekend is en de
moeder in het Kraambed sterft. Fientje
wordt door de Vereeniging, die onder toe
zicht van den Voogdijraad werkt, uitbe
steed. Gezinsverpleging, gestïchtsverpleging
en alles wat daarmee en met staatszorg en
philantropie samenhangt. Net Houwink kent
het op haar duimpje. Maar daarmee zou -ze
geen litterair stuk werk kunnen maken als
daar niet haar artistieke qualiteiten bij
kwamen, die de stof levend maken kunnen.
Fientje is geen gewoon kind; het is een fijn
poppetje, innerlijk zoowel als uiterlijk: wij
weten uit den aanvang van het verhaal dat
haar moeder, eerste modiste in een groote
en dure zaak, in haar vak artiste was. Maar
door Fientje's fijnheid komen er natuurlijk
de vele conflicten tusschen bestuurders en
pleegouders en directrices en controleeren-
de dominés en wat niet al. In de teekening
van, al deze menschen is de schrijfster
buitengewoon knap en daar Fientje haar
liefde heeft gaat er door dit boek een warme
stroom, die de zakelijkheid van vergaderin
gen, conferenties, rapporten enz. geheel en
al in zich opneemt. Er is in Net Houwink's
proza geen enkele dorre regel. Ze is nergens
uitbundig doch in elke episode overheerscht
de beheerschte gevoeligheid, die in een kunst
werk van zoo groote beteekenis is. Dat ge
doe van het volkskind Aafke bij den dokter
bijvoorbeeld, hoe aardig en sympathiek is
dat*bekeken. De auteur heeft een zwak voor
oudere dokters: ook deze, als die in „Ver
zwegen Zonde" is een fijne baas. Wij mogen
Fientje vermoedelijk wel tot de beste boeken
van het seizoen rekenen.
J. H. DE BOIS.
Nieuwe Jongensboeken.
Wij ontvingen de navolgende nieuwe jon
gensboeken ter bespreking.
De Zweefvliegelub door Jac. Berghuis Jr.
(Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar.)
Het Raadsel van den Zwartenhoek, door
A. J. van der Knaap (Uitg. Gebr. Kluitman,
Alkmaar).
Het Vredesgas door P. A. Lankester (uitg.
H. Meulenhoff, Amsterdam).
Het Spookhuis in het Bosch, door H. E.
Kuylman (uitg. H. Meulenhoff. Amsterdam).
Toen het raderwerk stilstond door N. J. P.
Smith (uitg. H. Meulenhoff, Amsterdam).
Piet Peul, door G. H. Priem (uitg. Hollan-
dia Drukkerij. Baarn).
Bij de Trekboeren van Zuid-Afrika. door
H Hettema Jr. (uitg. Van Holkema en Wa-
rendorf. Amsterdam).
Circusjong dqor Dirk Laan, (uitg. van Hol
kema en Warendorf, Amsterdam)
De Zwerver van het Uddeler Meer, door C.
Geertsema (Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar).
300.000 K.M. per seconde met Dokter Overal
bewerkt door Wouter Hulstijn (uitg. Gebr.
Kluitman, Alkmaar).
In het Wilde Westen. Nieuwe avonturen van
Tom Mix, door J. M. van Gelder (uitg. J. M.
Meulenhoff, Amsterdam).
Op enkele van deze boeken komen wij later
uitvoeriger terug.
MERCURIUS
HAVERMOUT
(Adv. Ingez. Med.)
NUTSSPAARBAN K TE HAARLEM.
Vergelijkend overzicht over November
1933—1932.
Aantal behandelde posten 13054 v.j. 11850.
Aantal inlagen 8492 v.j. 7913.
Aantal terugbetalingen 4562 v.j. 3937.
Ingelegd f 519.096.20 v.j. f 521.403.37.
Terugbetaald f 438.595.92 v.j. f 381.538.83.
Meer ingelegd f 80.500.28; meer v.j.
f 139.864.54.
Aantal nieuwe boekjes 250 v.j. 201.
Aantal afbetaalde boekjes 146 v.j. 102.
Spaarbusjes op 30 November 1933 in om
loop 3458.
Geledigd in November 1933: 279 busjes met
totaal inhoud f 4.497.40.
Aantal verhuurde kluisloketten op 30 No
vember 1933: 435
SPORT EN SPEL
(Zie ook elders in dit nummer.)
LAWNTENNIS.
TEST-MATCH AUSTRALIë—ENGELAND
Uit Sydney: De resultaten van den eersten
dag van de test-match Australië—Engeland
waren als volgt:
Heerenenkelspel: Quist (Austr.) sl. Wilde
(Eng.) 46 61 63. Mac Grath sl. Hughes
62, 62; Hopman sl. Lee 64 16 75.
Dubbelspel: Perry-Wilde (Eng.) slaan Craw
ford en Mc. Grath (Austr.) 10—8 6—3 3—6 6—3
SCHAKEN.
SCHAAKCLUB „DE UIL" HILLEGOM.
De competitie-wedstrijd tegen „Kijk uit" te
Velsen (gespeeld in „De Witte Zwaan" te Lis-
se) voor de 2e klas Noord-Hollandsche Schaak
bond is verloopen als volgt: „Kijk Uit" 7 pun
ten „De Uil" 3 punten.
Voor De Uil wisten winst te behalen mej. M.
Marinus en J. J. Bol en W. G.A. Verleur.
SIMULTAAN-SEANCE TE LISSE.
Woensdag 29 November j.l. speelde de heer
B. J. van Trotsenburg (voorzitter Nederl.
Schaakbond) onder groote belangstelling een
simultaan-seance voor leden der schaakclub in
De Witte Zwaan te Lisse. Gespeeld werd aan
20 borden, waarvan de heer Van Trotsenburg
er 14 won, 4 verloor en 2 remise speelde.
Winst werd behaald door de dames M. Ma
rinus en H. Marseille en P. de Rooy en G. F.
Steenvoorden; remise de heeren G. Vermey
en E. Wiedijk.
Onder de aanwezigen waren de heeren M. J.
Kuyper (voorz. N.H.S.B.G. van Harten
(penningm. N.S.B.) en A. J. G. ter Haar (secr.
N.H.S.B.)de wedstrijdleider van den N.H.S.B.
de heer Th. M. E. Liket, was door ziekte ver
hinderd.
VOETBAL.
E.D.O.B.F.C. UITGESTELD.
Bovengenoemde wedstrijd gaat Zondag niet
door.
AJAX 2—E.D.O. 2.
E.D.O. heeft het volgende elftal:
Fuchs,
Boeree, v. Weeren.
J. Koene, C. Zandstra, Calland,
J. Steffens, v. d. Putten, Vreenegoor, H. Koene,
Spek.
DAMES-HOCKEY.
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG.
Voor a.s. Zondag is slechts een zeer klein
programma voor de dames-competitie vast
gesteld; in het Westen geen enkele, in het
Oosten slechts .één eerste-klasse-wedtrijd.
In de Westelijke promotie-afdeeling gaat
Laren op bezoek bij H.D.M. wat, Sinterklaas
verrassingen uitgesloten, wel een overwinning
voor het Haagsche team zal opleveren.
In de tweede klasse A staat een zeer belang
rijke wedstrijd op het programma: Leiden—
Amsterdam 2. Het gaat hier langzamerhand
in de bovenste helft spannen. Amsterdam 2,
Leiden en O.K. hebben alle drie 8 punten,
Leiden heeft echter één wedstrijd minder ge
speeld. O.K. speelt in Rotterdam tegen Vic
toria. en zal zeer zeker kans zien haar punten-
aantal nu op 10 te brengen. De overwinning
van Leiden op O.K. j.l. Zondag was een lee-
lijke streep door de kampioenschapsrekening
van de Amsterdamsche dames. Wanneer Lei
den er Zondag in slaagt, ook Amsterdam 2
te verrassen, hebben ze voorloopig het bo
venste plaatsje op de ranglijst bereikt. Als
derde wedstrijd wordt in deze afdeeling de
VierdeTe Werve gespeeld, wat vermoedelijk
op een overwinning der gasten zal uitdraaien.
Ook in de tweede klasse B hebben drie ont
moetingen plaats. Hurley—B.D.H.C. 3, Hil
versum 2Rood Wit 3 en Be FairBaarnsch
Lyceum.
Hurley heeft in deze afdeeling de leiding;
B.D.H.C. 3 zal zich zonder een puntje tevreden
moeten stellen Zondag. Het veld van Hurley
is moeilijk bespeelbaar, maar op een groote
overwinning op het vlugge en goed samen
spelende Bloemendaal-elftal zullen de Amster
dammers zeker niet mogen rekenen. Ook Rood
Wit 3 zal het tegen Hilversum 2 niet kunnen
bolwerken, hoewel de kans bestaat, dat dit
elftal nu Zondag eens volledig kan opkomen.
H.B.S. gaat voor de derde klasse B naar 't
Gooi 3. Hoewel de 70 overwinning van de vo
rige week waarschijnlijk niet geëvenaard of
overtroffen kan worden, voorspellen wij dezen
keer toch wederom, dat H.B.S. met de twee
puntjes thuis komt. Verder speelt 't Gooi 2
in Alkmaar tegen Alkmaar en zal haar gast
vrouw wel geen kans geven. T.H.C.O.K. 2 zal
elkander weinig ontloopen, misschien een klei
ne overwinning voor de ontvangende ver
eeniging, of een gelijk spel.
In afdeeling C gaat Amsterdam 4 op be
zoek bij B'.D.H.C. 4; hoewel Bloemendaal dezen
wedstrijd in Amsterdam met 7—2 won, geloo-
ven wij niet dat de overwinningscijfers dezen
keer zoo groot zullen zijn. Bloemendaal 5
speelt m Beverwijk tegen de Strawberries. De
gasten zullen er wel alles op moeten zetten
om het hier tot een overwinning te brengen;
de Strawberries voelen zich. in hun eigen om
geving best thuis; ze zijn er moeilijk te ver
slaan.