/INTERKLAAS
VRIJDAG 1 DECEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD '5
EEN HEERLIJK
SINT NICOLAASFEEST.
Buiten sneeuwde en waaide het. De straten
waren leeg en verlaten: want alle menschen
waren thuis om daar het Sinterklaasfeest ge-
noegelijk te vieren.
In de huiskamer van de familie Van Witters
was het warm en gezellig. Moeder zat bij den
haard en dacht aan haar man, die kapitein
op zee was en die juist dezen avond niet bij
haar en de kinderen kon zijn.
„Maatje," riep achtjarige Tiny, die op den
grond met kleine Frits aan het winkeltje
spelen was. „Maatje, om acht uur komt de
Sint, hè?"
„Ja kind," glimlachte Moes voor de zoo-
veelste maal. Aan tafel zaten de oudste kin
deren rustig te lezen: Nella, die in een
meisjesboek verdiept was, terwijl Wim, anders
de grootste herriemaker, met een vuurroode
kleur, een Indianenboek aan het verslinden
was. Blijkbaar was het heel spannend; want
af en toe sloeg hij met zijn vuisten op tafel
en hief daarbij een Indianengeschreeuw aan.
„Houd je toch kalm, jongen." zei Moeder.
„Anders verbied ik je in het vervolg Indianen
boeken te lezen."
„Ja Mam!" zei Wim, om even later weer
te beginnen.
Tiny, die pas geleerd had klok te kijken,
had voortdurend naar de grqote Friese he
hangklok gegluurd, om te zien of het nu nog
geen acht uur was.
Moeder zuchtte, toen zij naar Vader's stoel
keek. Hoe graag had zij hem vandaag niet
bij zijn stelletje gezien!
Een jubelkreet van Tiny deed haar op
schrikken uit haar overpeinzingen: „Hoera,
hoera, nog vijf minuten, dan komt Sinter
klaas!"
Floep, daar vloog Wim's Indianenboek dicht
terwijl Frits in zijn haast om een goed plaatsje
aan tafel te veroveren, zijn winkel onderste
boven gooide. Daar begon de klok acht te
slaan. Nauwelijks was de laatste slag uitge-
dreund, of een luide bel weerklonk door het
huis. Moeder hoorde de hartjes kloppen. Het
meisje deed open. Er werd getikt.muis
stil was het in de kamer.
„Binnen," riep Moeder. Langzaam ging de
kamerdeur open ende Sint stond op den
drempel. Hij was niets veranderd sinds het
vorig jaar. Hij keek naar het stille troepje
voor hem en begon: „Goedenavond kinde
ren!"
„Nella, geef Sinterklaas een stoel," zei
Moeder.
Toen kwam er beweging in de brouwerij.
Vader's stoel werd aangeschoven en de Sint
ging zitten.
„Jij bent Fritsje, hè?" zei Shit Nicolaas
vriendelijk, terwijl Fritsje een kleur kreeg
van blijdsciap, dat de Sint zijn naam nog zoo
goed wist. „Kom eens hier, manneke".
De Sint nam Frits op zijn schoot en vroeg
hem, of hij het heele jaar wel braaf was ge
weest.
„Ja," knikte Fritsje ijverig en toen aarze
lend: Alleen heb ik één keer gejokt; ik had
gesnoept en gezegd, dat ik het niet gedaan
had Hè, hè, dat was er uit.
„Zoo, zoo, dus je hebt gejokt. Ik zal het
je maar vergeven, omdat je het me zoo eer
lijk vertelt; maar voortaan niet meer jokken,
hoor. En nu, wat is je liefste wensch, Frits?"
Even dacht Frits na, toen zei hij met een
ernstig gezichtje: „Dat Pappie gauw terug
komt. want het is op zee zulk naar weer en
Pappie is zoo ver weg."
En wat gebeurde er toen?
Sint Nicolaas tilde Fritsje op, kuste hem op
beide wangen en riep: „Mijn lieve, kleine
jongen. Daar ben ik al, hoor!"
En wat was dat? Moeder, die den Sint zoo
maar om den hals viel en juichend uitriep:
„Man. Willem!"
Toen rukte de Sint baard en pruik af en
daar stond Vader, hun Vader!
„Pa, Pappie," jubelden de kinderen en vlo
gen hem om zijn hals, terwijl Fritsje al op
de schouders van zijn Vader geklauterd was
en daar triomphantelijk rondkeek.
„Maar Vader," vroeg Nella later. „Hoe
kwam U aan dat Sint Nicolaaspak?"
„Ik wist, dat ik 5 December terug zou zijn
en om jullie nu te verrassen had ik er niets
van geschreven. En stel je voor, net voor de
deur kom ik vanavond Sint Nicolaas tegen,
de echte, zie je, en die vertelde me, dat hij
juist naar julie toe ging, maar dat hij het
zoo vreeselijk druk had. Toen zei ik natuurlijk
dat treft, Sint. ik wil mijn troepje verrassen
en ik zou het erg leuk vinden, als ze me niet
dadelijk herkenden. De Sint leende me toen
een costuum en was erg blij, dat- hij een be
zoek minder had af te leggen, dat begrijp je.
Maar volgend jaar komt hij weer zelf. Nu
weten jullie alles. Zijn jullie tevreden met
me? Ja? Ga dan maar eens kijken, of er niets
in de gang staat.".
In een oogwenk hadden de kinderen een
groote mand, waarin een heeleboel lekkers en
cadeautjes waren, de kamer ingehaald. Aller
lei verrassingen kwamen te voorschijn.
Maar de grootste verrassing van Sint Nico
laas vonden de kinderen (en Moeder ook!)
dat hij Vader in zijn plaats had laten komen
MARIAN B.
GREETJE'S BRIEF AAN SINTERKLAAS
door W. L.
„Mijn lieve, lieve Sinterklaasje,"
Aldus schreef Greet, op moeder's raad:
„Kom, mijn Greetje, kindje, haast je,
Anders komt je brief te laat.
Sint gaat altijd een dag te voren
Uit Spanje weg en komt dan hier!"
Greetje wilde moeders raad wel hooren
En schrijft nu vlug een vel of vier.
„Sint, ik wil zoo graag, voordat U
Hier komt bij mij thuis,
U in 't huisje van vrouw Peldru
Even aangaat, want daar is 't een kruis.
Jantje had laatst niet eensschoenen.
Rietje wou zoo graag een pop.
O Sint, klein Carolientje is om te zoenen
Evenals de kleine Rob.
Wilt U, Sint aan Jantje-mop
Een paar schoenen geven, van sterk leer,
Geeft U Rietje dan een pop.
Ach Sint, en aan vrouw Peldru nog veel
meer
Geef haar brood en warme kleeren
Voor haar kinderen, groot en klein,
Zij zal U zeker duizend keeren
Hartelijk, hartelijk dankbaar zijn.
Nu, Sint, weet ik heusch niet meer.
Ik denk niet, dat ik iets vergeet.
Alles wilt U zeker brengen, deze keer.
Ik eindig nu. Uw lieve Greet."
Greetje's rijmpje kwam bij Sint.
Heel in Spanje, ver ver weg,
En de goede man. die vindt
't Een pracht brief, Nee maar, zeg!
Alles wordt gebracht in 't huisje,
Door ons Greetje zoo bedacht.
En ook zij, Greet. ..moeders muisje"
Ontvangt cadeautjes, in 't geheel wel acht.
BEZOEKEN AAN DE ZIEKENHUIZEN
WOENSDAG 6 DECEMBER te 5 uur wordt
in het Klif DER-TEHUIS SCHOTERSINGEL
het Sint-Nicolaasfeest gevierd. Daaraan mo
gen deelnemen: Corrie Feringa, Duifje. Cor-
rie v. d. Ham. Mientje v. Oldemark. Room
soesje. Broertje van Seringenknopje, Anse-
pans, Harm Peters.
MAANDAG 4 DECEMBER te 3 uur wordt
het St. Nicolaasfeest in het St. Antonius-Zie-
kenhuis IJmuiden-Oost. Daaraan mogen
deelnemen: Lentekind. Henkie Jansen, Annie
v. Leeuwen, Acaciatakje. Annie Peters, Uit-
looper, Willie v. Eldik, Puckie.
DINSDAG 5 DECEMBER te 4 uur wordt het
St. Nicolaasfeest gevierd in de Mariastichting
Daaraan mogen deelnemen: Hettie v. Eg-
mond. Ewald Bichot, Concordiaan. Kruidje-
roermijniet, Roodborstje. Zomerkindje, Ma-
rietje Frank, Gerrit Knook.
WOENSDAG 6 DECEMBER half 4 wordt
het St. Nicolaasfeest gevierd in de Kinder-
Bewaarplaats, Asterstraat. Daaraan mogen
deelnemen: Arend Luttik, Zomerbloempje,
't Oude Boerinnetje, Kaboutermutsje, Koos
Luttik, Sneeuwvlokje.
DINSDAG 5 DECEMBER, te 7 uur wordt
het St. Nicolaasfeest gevierd op Groot-Kijk
duin, Kostverlorenstr. 70, Zandvoort. Daar
aan mogen deelnemen: Ferrie Antonisse,
Jantje van Eek, Tuinman, Kleine Rekenbaas,
Johny v. Delft, Gerda Kortebaas, Orgcist,
Rangeerdertje, Frida de Vries, Hans van
Unen, Zwartkopje, Dieren vriendje, Henk van
Eyken, Bloembollenkweeker, Antje Calandt.
DINSDAGAVOND 5 DECEMBER om 6 uur
wordt het St. Nicolaasfeest gevierd op de
Licht-Hoeve, Kweekerslaan 13—17 te Sant
poort. Dit feest mag bijgewoond worden door:
Jantje de Vries, Corrie Wijdema, Eddie Hoo-
gendorp. Iris, Juffertje Spring in 't veld,
Greta Otten, Postjager, Turnstertje, Jan Ul-
rich, Gerda de Vos.
ZUSTER SCHOUTEN viert 6 December, des
avonds 6 uur St. Nicolaasfeest in de zaal van
Brinkmann, naast de Bioscoop. Daarbij mo
gen tegenwoordig zijn: De looze Vos. Geertje
Wijdema, Rina Kortekaas, Aletta Labeur, Tij-
gerkat.
DINSDAG 5 DECEMBER om 6 uur wordt
het St. Nic. feest gevierd in St. Elisabeth's
Gasthuis. Bij dit feest mogen tegenwoordig
zijn: Blauwoogje, Rika Calandt. Draaitol,
Wim van Eijken, Marietje Feringa.
DINSDAG 5 DECEMBER om 4 uur wordt
het St. Nic. feest gevierd in het Diaconessen-
huis. Dit feest mag meegevierd worden door:
Oeverkevertje, Mijndert Pot, Beppie van
Suchtelen, Jan v. Suchtelen, Gladiooltje.
Op Brederode-Duin kunnen er op dokters
advies geen kinderen toegelaten worden.
Als er onder de uitgenoodigde kinderen
zijn, die om den een of anderen reden niet kun
nen, mogen ze een ander in hun of haar
plaats sturen.
W. B—Z.
AAN ALLEN.
Waar kan ik nu anders over schrijven dan
over Sint-Nicolaas? Of we groot, of klein
zijn, 5 December zal naar ik hoop voor jullie
allen blijven een vreugdedag. Ik zou haast
zeggen de blijdste dag van 't heele jaar, om
dat we er zoo allemaal in deelen. Juist daar
om hebben we aan alle zieke en zwakke en
verlaten kinderen gedacht. Ze moeten toch
ook Sint-Nicolaasfeest kunnen vieren. St.
Nicolaasfeest is een feest van geven en ont
vangen. De dichter de Genestet, waarvan de
H. B. S.-ertjes natuurlijk wel eens gehoofd
hebben, zegt in zijn gedicht Sint-Nicolaas-
avond, o.a.
Straks is het Sint Niklaas.
De trouwe bisschop rijdt nu over dak en
trans,
Al langen, langen tijd.
Vroeg hij bij U en uwe buren reeds belet?
Schreef hij U ook een brief in letters van
banket?
Sint heeft door den schoorsteen duidelijk
gezien,
Dat Jan nog nagels bijt, dat Piet zijn
Fransch niet leert,
Veel geven zegt de Sint, is 's menschen
grootste schat
En daarom noodt hij U om allen in deez'
tijd
Te koopen voor 't gezin, al is 't een
kleinigheid.
Bij het St. Nicolaasfeest behoort gezang.
Al komen er nog zooveel nieuwe liedjes, de
oude zullen zich toch ook blijven handha
ven.
Ziet de maan schijnt door de boomen, zon
gen onze over-grootouders al.
Die oude, goede gebruiken zijn overgegaan
van geslacht op geslacht. Zoo ook het neer
zetten van de schoentjes en klompjes bij den
schoorsteen. Natuurlijk moet er stroo, rogge
brood of een wortel in voor den schimmel.
Evenals jarën geleden liggen de kleintjes in
bed te luisteren of Sint ook langs de daken
rijdt.
Volgens een oude legende is St. Nicolaas
ook de redder van zinkende schepen en de
beschermer van kinderen.
Een Russische legende vermeldt, dat de rat
ten en muizen ook door den goeden Sint be
schermd werden. De legende luidt aldus: Op
zekeren avond stapte een eerbiedwaardige
grijsaard een herberg binnen. Hij gebruikte
wat en bij het heengaan zei hij tot den waard
dat hij zijn schuld op een andere manier zou
afdoen dan met geld. De waard bemerkte
wel met een voornaam personage te doen te
hebben en ging met het voorstel accoord. Hij
geleide zijn gast naar buiten en zag in de
gang een leger van muizen en ratten. Deze
diertjes volgden echter den vreemdeling. Niet
een keerde naar binnen terug. Toen de waard
eenigen tijd daarna een kerk b'fnnenging
werd zijn aandacht getrokken door een beeld
van Sint Nicolaas. Hij herkende daarin ter
stond zijn bezoeker.
In Oost-Europa gelooft men ook, dat St.
Nicolaas de wolven beschermt. Hij zorgt, dat
ze volop voedsel hebben, zoodat ze den mensch
niet behoeven aan te vallen. De boeren leggen
vaak op 5 December vlas en hennep neer voor
de wolven. Zelfs schapen worden voor de
wolven neergezet.
In andere streken gelooft men weer, dat
St. Nicolaas op zijn naamdag met de wilde
dieren vergadert.
In Vlaanderen gaat de goede heilige al van
11November, St. Martinusdag van huis tot
huis. Hij informeert, of de kinderen zich
goed gedragen. De gehoorzame kinderen krij
gen noten en appelen, de stouten krijgen een
roe. Bij den schoorsteen worden schoenen en
kousen gevuld. Het paard mag zich dan te
goed doen aan het hooi.
Jaren geleden schijnen er verkleedpartijen
te zijn geweest. Ook het vee wordt geslagen
met een gewijde roede, om beschermd te blij
ven van rampen.
De Decembermaand moge dan al, wat de
natuur aangaat, een donkere maand zijn,
door het St. Nicolaasfeest en later Kerstmis
maken de menschen er een blijde, vroolijke
lichtmaand van. Vooral de groote steden
verspreiden dan door de lichtreclames een
zee van licht. Men beweert zelfs, dat de
groote stad Parijs nooit mooier is dan in de
Decembermaand. De groote magazijnen
tooien hun gevels met bewegende licht-
tafreelen. Er zijn complete sprookjes
te zien van dorpjes in het maanlicht met
sneeuw bedekt natuurlijk. Kaboutertjes wer
pen allerlei schatten door den schoorsteen.
Verder ziet men e enheele jagerstoet, of een
Oostersch tafreel: een karavaan trekkend
door de woestijn. Voor de winkelramen zijn
balustrades gebouwd. De verkeersagenten
zorgen er voor dat ieder zijn beurt krijgt.
Niemand mag te lang blijven kijken. Minder
grootsch, maar zeker niet minder mooi zullen
ook onze groote en kleine winkels verlicht en
geëtaleerd zijn. We hopen, dat velen er een
kijkje zullen némen. W. B.Z.
Moeder las uit het kookboek aan het dienst
meisje voor, hoe men eieren in moet leggen.
Het recept vermeldde o.a.: Men legt de eieren
met het spitse eind naar beneden."
Kleine Jan, die dit hoorde vroeg: .Roe
moet U dat nu aan de kippen vertellen?"
HOE JAN EN GEERTJE DEN KINDERVRIEND VONDEN.
Aan den rand van het groote bosch stond
een klein huisje en daarin woonden Jan en
Geertje met hun Moeder.
Sinds de Vader van de kinderen gestorven
was en Moeder uit werken moest om den
kost te verdienen, was Sint Nicolaas nooit
meer in het huisje geweest.
Het was 5 December, Jan en Geertje waren
niet naar school; want Meester had alle
kinderen, die ver woonden, vrij gegeven.
Maar Moeder was toch niet) thuis en de
kinderen, die niets te doen hadden, dachten
na, op welke manier ze-Moeder op Sint Nico-
laas-avond konden verrassen. Dat was niet
gemakkelijk;- want ze hadden natuurlijk geen
geld om cadeautjes te koopen.Maar opeens
sprong Jan op en riep: „Ik weet het! Ik
Weet wat we zullen doen." Geertje had hem
verbaasd aangekeken: Jan maakte een ron
dedans, pakte haar beet en zei toen: „Jij
vindt het toch ook vervelend, dat Moeder al
een paar maal niets heeft gekregen van Sint
Nicolaas. Nu.zullen we zelf naar hem toe.
gaan en vragen, of hij Moeder dit jaar iets
zou willen geven."
Geertje vond het een pracht plannetje en
de kinderen begaven zich op weg. Ze gingen
hand aan hand door het besneeuwde bosch
en babbelden, hoe blij Moeder zou zijn, wan
neer de Sint haar kwam bezoeken. Plotseling
splitste het pad zich in drieën. Ja, wat nu
te doen, welke weg zou de juiste zijn? Ze
stonden elkaar besluiteloos aan te kijken en
Jan, die het plannetje ontworpen had, wist
niet goed wat te doen. Geertje slikte dapper
haar tranen weg, en ook Jan beet op zijn lip.
„Wèet je wat," zei hij toen, laten we maar
naar huis gaan!"
Nauwelijks had hij uitgesproken of sneeuw
vlokken dwarrelden om hen heen en plotse
ling stond er een fee voor hen.
„Kinderen", zei ze met een lieve stem, „ik
ben de boschfee. Ik zag jullie treurige ge
zichtjes en nu wil ik jullie helpen. Het is
mijn plicht om hen, die zich met St. Nicolaas
op dezen driesprong bevinden, van dienst' te
zijn. Zeg mij gerust, wat er aan scheelt!"
Zoo verwonderd waren de kinderen, dat de
fee alles nog een keer herhalen moest, voor
ze antwoord durfden geven. Toen ze uit
verteld waren, sprak de fee „Luister goed,
jullie volgen dezen weg en loopen rechtdoor,
tot je bij een klein rood huisje komt. Daar
woont een kluizenaar, die jullie verder zal
helpen. Als hij vraagt, door wie je gestuurd
wordt, geef hem dan dezen ring."
Met deze woorden gaf ze Jan den ring,
kuste beide kinderen op het voorhoofd en....
was verdwenen. Nog even keken Geertje en
Jan naar de plek, waar zooeven de fee ge
staan had en daarna naar den kostbaren ring-
die schitterde in het zonlicht. Jan knoopte
hem in zijn zakdoek, gaf zijn zusje een hand
en toen gingen ze verder. Eindelijk na heel
lang geloopen te hebben, zagen ze tusschen
de boomen het huisje staan. Jan klopte en
de kluizenaar deed open. Hij was gekleed in
een bruine pij en een lange baard reikte tot
zijn middel. Geertje werd bang en verschool
zich achter Jan's rug.
„Wat komen jullie hier doen?" vroeg de
kluizenaar met een zware stenï.
„Wij zijn Jantje en Geertje. De boschfee
heeft ons gestuurd; we wilden graag naar
Sint Nicolaas en U zoudt ons den weg wijzen."
Dadelijk werd het gezicht van den ouden
man vriendelijker. Toen vertelde hij hun. dat
ze moesten loopen tot een witten boom, daar.
zou een klokkenhuisje hangen en daar moes
ten ze maar bellen,
„Zijn we dan bij Sinterklaas?" vroeg Jan
nieuwsgierig.
„Dat zul je wel merken," zei de kluizenaar
met een glimlach.
En werkelijk na een poosje loopen, zagen
ze den witten boom, er hing een glazen huisje
aan, waarin sneeuwklokjes zachtjes heen en
weer bengelden. Onder aan het grootste
klokje hing een klepeltje. Heel voorzichtig
bewoog Geertje het klepeltje heen en weer.
„Wie klepelt aan mijn klokje-fijn?
Wie ter wereld kan dat zijn?"
De kinderen luisterden naar het zilveren
stemmetje en plotseling stond naast hen een
kaboutertje. Heel verlegen vertelde Geertje
toen, hoe en waarom ze gekomen waren. De
kabouter lachte, klapte drie maal in zijn
handen en voor ze wisten, wat er met hen
gebeurde, voelden ze door de lucht zweven.
Ze hielden elkaar stevig vast en deden van
angst hun oogen dicht. Toen ze ze weer open
den, stonden ze in een groote kamer. Jan en
Geertje wreven hun oogen uit en toen za
gen ze.dat hun wensch vervuld was. Want
vlak voor hen. achter een schrijfbureau zat
Sint Nicolaas te schrijven, terwijl de zwarte
knechten met groote en kleine pakjes rond
liepen. De kinderen hoorden namen noe
men van jongens en meisjes, die lief of on
deugend waren geweest, zagen tafels beladen
met cadeaux en snoepgoed.
Met open monden en groote verbaasde
oogen stonden ze toe te kijken. Ze merkten
nauwelijks, dat één der knechten ze ieder bij
een hand pakte en naar Sint Nicolaas bracht.
„Wel, wel, Jan en Geertje," zei de groote
Kindervriend, „dat is kranig van jullie, dat
je heelemaal hier naar toe bent gekomen,
om een cadeautje voor je moeder, te vragen.
Je ziet, ik weet er alles van. En ik zal zien,
dat ik vanavond persoonlijk kom, om je Moe-
der iets te brengen. Maaren hier keek
Sinterklaas even heel streng, „je mag nooit
aan je vriendjes of vriendinnetjes vertellen,
hoe jullie hier zijn gekomen en wat je hier
gezien hebt. Want andersen er ging
een veelbeteekenende blik naar een grooten
zak. waarop in duidelijke letters het woord
„Spanje" stond.
Dat beloofden de kinderen.
„En nu kinderen," zei Sint, „zal ik jullie
door een Zwarte Piet naar huis laten bren
gen. Anders zou Moeder ongerust, worden."
Even later zaten zij in een rijtuig, dat ge
trokken werd door zes prachtige schimmels,
terwijl Piet op den bok de paarden mende.
Weggedoken in de fluweelen kussens van het
rijtuig vielen Jan en Geertje in slaap en ze
werden pas weer wakker, toen ze voor hun
huisje stonden. Een vroolijke groet aan Piet
en toen draafden de paarden met rijtuig weg.
Ze waren nog net voor Moeder thuis.
's Avonds, terwijl Moeder ijverig zat te
naaien, keken broer en zus elkaar veelzeggend
aan. toen ze buiten 'n gerucht hoorden. Sint-
Nicolaas kwam binnen, gevolgd door een
zwarten knecht, die een groote mand droeg
Nu was het Moeder's beurt om verbaasd te
zijn en met tranen in hun oogen keken Jan
en Geertje toe, hoe goed de Sint Moeder be
dacht had.
Maar ook Jan en Geertje had hij niet ver
geten en toen de Sint eindelijk wegging, was
er geen gelukkiger familie dan die in het
hutje aan den zoom van het bosch. E. W.