VROUWE JUSTITIA. HAAR STRAFRECHTSPRAAK. Lichamelijke Opvoeding BIOSCOOP. HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans6 voor lOct. ZATERDAG 2 DECEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 15 Gerechtelijk Vooronderzoek. De Rechter-Commissaris. Wanneer het proces-verbaal Van de poli tie bij den Officier van Justitie is ingekomen, kan bij strafzaken van geringe beteekenis liet eigenlijke opsporingsonderzoek als beëindigd worden beschouwd en gaat deze, zooals de wet voorschrijft, zoo spoedig mogelijk tot ver volging over. Zoowel in het belang van de maatschappij in het algemeen als van den door het strafbare feit benadeelde zoo bij den eerder als voorbeeld genomen rijwieldief stal, wanneer het rijwiel van den bestolene door de politie is in beslag genomen en niet het minst ook in het belang van den verdachte, mag de zaak niet noodeloos op de lange baan geschoven worden; doch deze spoedige behandeling kan natuurlijk alleen plaats vinden bij eenvoudige en lichte mis drijven, die zooals wij nu weten meestal niet voor de geheele Rechtbank, doch voor den Politierechter op korten termijn worden aan gebracht. En daarom zullen wij nu, vóórdat wij ken nis nemen van de wijze waarop de vervol gende ambtenaar de zaak voor den rechter brengt, eerst nog een nadere beschouwing aan het vooronderzoek wijden, voor het geval het een misdrijf betreft van ernstiger karak ter of waarbij de bewijsmoeilijkheden grooter zijn, doordat b.v. de dader nog gezocht moet worden of doordat een verdachte bij het eer ste verhoor door de politie ontkent. Het spreekt vanzelf dat dan de taak en de verant woordelijkheid van de lagere opsporingsamb tenaren veel zwaarder wordt en zij zullen altijd verstandig doen zoo spoedig mogelijk den Officier van Justitie met het geval op de hoogte te brengen, die dan voor de verder te treffen maatregelen moet zorg dragen. Evenwel wordt op dit punt nog al eens ge zondigd en ofschoon in de laatste jaren de politie-ambtenaren wel veel beter in die rich ting geschoold worden, willen zij toch nog wel eens hun begrijpelijken ijver en overigens te loven ambitie om den dader in handen te krijgen te veel botvieren, waardoor het wel voorkomt dat zij hun doel voorbij streven en een zaak bedorven wordt altijd uit een oogpunt van de Justitie omdat zij nu een maal op verschillend gebied niet voldoende deskundig zijn. En dit zal meestal ook het ge val zijn bij den Officier van Justitie, die dan ook zoodra hem van een ernstig strafbaar feit kennis is gegeven, zoo noodig de hulp van des kundigen zal kunnen inroepen, zooals bij een moord of zware mishandeling een medicus die den aard der verwondingen kan vaststellen, bij een brandstichting een scheikundige om te onderzoeken of en welke chemische of licht brandbare stoffen zijn gebezigd en bij een verduistering van een belangrijk bedrag aan geld een accountant ter coniroleering der boeken, enz., enz. Tevens zal de Officier van Justitie zich meestal onverwijld wenden tot den „Rech ter-Commissaris belast met de behandeling van strafzaken" en zoo daar toe. ter men zijn, bij dezen een vordering indienen dat tot het instellen van een „gerechtelijk vooronderzoek" worde overgegaan. Zonder die vordering kan de Rechter-Commissaris niet optreden, doch zoodra hij de vordering ook in handen heeft, berust dan verder het initiatief bij dezen Rechter-Commissaris, van wiens positie ik hier even volledigheidshalve wat meer moet meedeelen. In elke Rechtbank zijn één of meer Rech- ter-Commissarissen belast met de behande ling van strafzaken, die voor den tijd van twee jaren worden benoemd doch op hun ver zoek steeds weer dadelijk benoembaar zijn. Er is een tijd geweest dat bij de leden van de meeste Rechtbanken zich veelal een ge ringe geneigdheid openbaarde om deze moei lijke en vooral tijdroovende functie op zich te nemen, waardoor men tot het verkeerde stelsel kwam hiervoor den jongsten in aan merking komenden rechter aan te bevelen. Daarbij werd niet altijd de eisch gesteld dat deze óf als rechter óf in een andere functie voldoende practische ervaring had op gedaan. Sinds eenige jaren is hierin verande ring gebracht, en thans wordt alleen die rechter tot Rechter-Commissaris benoemd, die reeds geruimen tijd practisch in de z.g.n. „strafkamer' van de Rechtbank is werkzaam geweest. Het is duidelijk, dat deze bepaling gunstig moet werken, wanneer men beseft, welke moeilijkheden aan dit ambt verbonden zijn. Het vereischt toch naast grondige ken nis van de Strafwetten een groote mate van menschenkennis, tact, geduld en zelfbe- heersching; eigenschappen die vaak juist nog aan jonge personen zonder practische erva ring vreemd zijn. Hierbij komt dan_ nog dat deze functionaris dikwijls snel beslissin gen moet nemen, beslissingen die van groot belang kunnen zijn voor den verderen loop van een strafproces, zoodat zijn verant woordelijkheid ook niet gering is. Nu heeft men er vroeger nog wel eens over getwist of het „gerechtelijk vooronderzoek", dat toch feitelijk een deel is van het geheele opsporingsonderzoek, niet geheel moest be- hooren tot de taak van de opsporingsambte naren en in het bijzonder van den Officier van Justitie. De Wetgever heeft dit berecht niet gewild omdat hij voor de practijk een belangrijken waarborg voor een-goeden gang van zaken zag in de grootere objectiviteit en onpartijdigheid die bij den Rechter-Com missaris mogen worden verondersteld, in ieder geval een grootere dan verwacht mag worden aanwezig te zijn bij de lagere opsporingsamb tenaren. aan wien toch veel door den Offioer van Justitie zou moeten worden overgelaten. De Rechter-Commissaris wordt bij zijn verrichtingen bijgestaan door een griffier. Deze behoeft geen jurist te zijn, maar in eenigszins belangrijke zaken zal de Rechter- Commissaris goed doen voor zijn eigen ge mak toch een jurist als griffier aan te wij- Keeren wij thans terug tot het oogenblik dat de Officier van Justitie kennis heeft ge kregen van een ernstig misdrijf. Na de noo- dige instructies gegeven te hebben aan zijn ondergeschikte opsporingsambtenaren zal hij zich, wanneer hij zulks noodig oordeelt, direct tot den Rechter-Commissaris wen den en zoo deze terstond disponibel is, zich ■met dezen en den griffier naar de plaats van he misdrijf begeven. Ook kan hij in afwachting van het optreden van den Rech ter-Commissaris verschillende maatregelen treffen. Zoodra hij echter bij laatstgenoem de een vordering heeft ingediend tot het instellen van een gerechtelijk vooronderzoek berust, zooals ik reeds zeide, de leiding daarvan bij den Rechter-Commissaris. Het spreekt haast van zelf dat zulk een onder zoek ter plaatse dikwijls van groote waarde kan zijn. Niet alleen voor den vervolgen den ambtenaar, maar vooral voor den Rech ter-Commissaris, die de geheele zaak later in zijn kabinet zal moeten uitpluizen, is het van groot belang dat hij de situatie kent van de plaats van het misdrijf alsmede van die. waar de getuigen zich bevonden die hij later nog zal moeten hooren. Ook wordt dan zoo noodig direct de hulp ingeroepen van deskundigen, den politiehond alweer niet te vergeten indien de verdachte nog moet worden opgespoord. Om niet te uit- voei'ig te worden zal ik mij echter bepalen beschikking van de Justitie zal blijven en politie is aangehouden, of beter gezegd dat een persoon is aangehouden, die verdacht wordt de dader van het misdrijf te zijn. En hier raken wij dan aan het instituut van de „voorloopige hechtenis". De gevallen waarin de voorloopige hech tenis van verdachten is toegelaten, worden door de wet limitatief opgesomd; het komt mij voor dat het beter is die gevallen hier niet alle publico te vermelden, zooals ik ook niet dieper ben ingegaan op de middelen die de Justitie bij het opsporingsonderzoek ten dienste staan om „dieven te vangen"; al te groote voorlichting op dit geheele gebied is ook niet- aan te bevelen en ik zou zelf on gaarne door den Officier van Justitie via de Redactie van dit blad op mijn vingers wor den getikt! Doch wel kan ik vermelden dat indien zij te doen hebben met een strafbaar feit waar voor voorloopige hechtenis is toegelaten als eerste dwangmaatregel door den Officier van Justitie of een zijner Hulpofficieren (Commissaris van Politie, Burgemeester), een bevel van inverzekeringstelling tegen den verdachte kan worden uitgevaardigd Dit is niets anders dan een bevel, dat ver dachte in het belang van het onderzoek ter beschikking van de Justitie eal blijven en daarvoor op een in het bevel aan te duiden plaats in verzekering zal worden gesteld, of meer populair uitgedrukt, voorloopig opge borgen op ,,'t bero". Dit bevel is slechts ge durende twee dagen van kracht doch kan bij dringende noodzakelijkheid door den Of ficier van Justitie zelf met hoogstens nog twee dagen worden verlengd. Zoodra het onderzoek dit toelaat d.w.z. als dit zoover is gevorderd dat door het verhoor van getuigen en van verdachte, wier ver klaringen in een pro ces-verbaal zijn vermeld eenigszins kan worden vastgesteld welk mis drijf is begaan en onder welke omstandig heden, wordt de verdachte voor den Offt cier van Justitie geleid, die dan zijn vor deringen richt tot den Rechter-Commissa ris, indien hij zulks nog niet eerder bijv.,op de plaats van het misdrijf mocht hebben gedaan. Deze vorderingen zijn: le de reeds be sproken vordering tot Gerechtelijk vooron derzoek en 2e een vordering dat de Rechter Commissaris zal bevelen dat de verdachte in bewaring zal worden gesteld. Over het verloop van het verdere onder zoek in verband met het vraagstuk van de preventieve hechtenis een volgenden keer. EEN JURIST. In welken toestand komen de kinderen op zesjarigen leeftijd in de lagere school? Welke maat regelen moeten ter verbetering worden genomen? Gymnastiek voor zuigeling en kleuter. Wanneer het kind op ongeveer zesjarigen leeftijd naar school gaat komt het voor het eerst in aanraking met een cultuurinstelling, d.w.z. in directe aanraking. Want ook vóór dien tijd, van de geboorte tot de periode van het schoolbezoek, heeft het kind onder in vloed gestaan van velerlei cultuuromstandig heden. Twee vragen komen nu vanzelf ter beant woording naar voren. Ten eerste, hoe staat het met den lichamelijken toestand van de leerlingen op het tijdstip, dat zij in de la gere school worden opgenomen; en ten tweede, hoe ontplooien de lichamelijke krach ten van het kind zich in de periode van het schoolbezoek? Voor zoover mij bekend is, worden ner gens in ons land de leerlingen bij hun in trede in de lagere school aan een uitvoerig medisch onderzoek onderworpen, In ver scheidene andere landen is dat wel het ge val, z-oodat wij ons voor de vei-eischte gege vens noodig voor beantwoording van de eer ste vraag, van Duitsche onderzoekingsresul taten móeten bedienen. In Charlottenburg zijn door de schoolart sen in 1912 (dit jaartal is van belang, om dat daaruit blijkt, dat de funeste gevolgen van den grooten oorlog geen factor hebben kunnen zijn in het geheel der omstandighe den, die het resultaat hebben veroorzaakt) ruim 3600 kinderen onderzocht, die zich voor schoolbezoek (lagere school) hadden aange meld. Er werden vier gezondheidsklassen on derscheiden. In klasse I (kinderen zonder af wijkingen) kon slechts 9 pet. worden inge deeld; in klasse II (kinderen met lichte sto ringen) 39.5 pet.; in klasse III (kinderen met meer ernstige storingen en afwijkingen) 46 pet.; in klasse IV (kinderen, die bepaald als ziek moesten worden genoteerd) 5.5 pet. Het aantal van 3600 onderzochte kinderen •-s zoo groot, dat daaruit stellig betrouwbare conclusies mogen worden getrokken. Wanneer men nu de lijst der afwijkingen nagaat, dan zijn er bij, waarvan niemand zal beweren, dat die met lichaamsoefeningen voorkomen hadden kunnen worden of er mee te verbe teren zouden zijn. (Ziekten van de tanden, van huid en haren, oog en oor enz.) Maar wanneer geconstateerd wordt, dat 22.5 pet. lijdende is aan anaemie (bloedarmoede) on- LUXOR THEATER Het mysterie Pullman no. 12 Griezelen is gezellig, lachen is gezellig, wat kan men in de Sinterklaasweek beter verlangen dan een film, waarbij men kan griezelen en lachen tegelijk? Hiervoor heeft de directie van het Luxor-theater gezorgd, toen zij de film „Het mysterie Pullman no. 12" vervaardigd onder leiding van den regisseur Ben Stoloff en met Ben Lyon en Barbara Weeks in de hoofdrollen, op het re pertoire nam. De film is niet, gelijk men uit bovenstaan de zou kunnen afleiden, een humoristische sensatie-film, een parodie op het genre. In tegendeel, het sensationeels element is op recht gemeend. Het humoristische bestand deel is aangebracht door een paar typen, die in verschillende situaties de moordge schiedenis met wat grappigheid kruiden. Zoo vindt Jimmy de verslaggever, die on middellijk zijn redactie waarschuwt, wanneer hij op het station verneemt, dat de politie den ontsnapten moordenaar Delmar zoekt in den op vertrek staanden trein naar San Fran cisco, in de telefooncel een slapenden dronk aard, dien hij kordaat de cel uitwerkt. Maai de man, die een gemoedelijken dronk over zich heeft, laat zich zoo maar niet afpoeieren. Hij volgt Jimmy als een schaduw en lokt door j zijn dronkemansonhandigheden cjveral on schadelijke incidenten uit, die de schadelijke incidenten een oogenblik doen vergeten en de onthutste verbeelding wat afleiding be zorgen. De schadelijke incidenten zijn op het be trekkelijk korte traject, dat de trein geduren de het verhaal aflegt, zeer vele. Men krijgt door de film allengs een schrik voor nacht- tremen, welke bevolking op het witte doek voor een groot percentage uit boeven be staat. Hier catalogiseeren we: aan misdadi gers den ontsnapten moordenaar bovenver meld. zijn even doortrapte echtgenoote en handlangster, een voormalig compagnon van het stel, pas uit de gevarlgenis ontslagen, een jongmensch dat met de handboeien aan door een rechercheur op transport is gesteld wegens medeplichtigheid aan den moord, een 'bekende oplichtster, totaal vijf misdadigers, en aan misdaden: de vermoor ding van een juwelier (met een mes), een poging tot bedwelming met vergiftigde si garetten en een daarmee gepaarde diefstal, een tweede moord met een mes, de vermoor ding van den machinist met een pistool schot, de vermoording van den ontrouwen handlanger door den moordenaar, ook met een pistoolschot, totaal zes misdaden, Dit is van het goede wel een beetje te veel en deze overvloed maakt, dat men zich op het detective-probleem, dat in dit geval ove rigens vrij eenvoudig is, niet voldoende kan concentreeren. Bovendien hebben wij het op zichzelf nog steeds boeiende filmische effect van door den nacht voortstuivende treinen met hun gevarieerd interieur ook al zoo dik wijls bewonderd, dat de verrassing eraf is. Daarom valt bij een film als deze onwille keurig de aandacht het meest op de humo ristische kruiderij, die werkelijk heel aardig is. Behalve de dronkeman doet ook een ne ger-schoenpoetser, die er op het kritieke mo ment telkens naast grijpt, dienst als komisch intermezzo, Tenslotte is de hoofdpersoon, de verslag gever Willy eigenlijk ook een meer humoris tische dan sensationeeTe' figuur. Aardig is bij dezen vlot spelenden jongeman de jachtlust van het vak, waarvoor hij alles In den steek laat, getypeerd. Of gaat er nog een andere jachtlust boven deze? Willy heeft juist een afspraakje met een charmant verkoopstertje gemaakt, als de jacht op den moordenaar zal beginnen. Toch weigert hij. mee op den trein te gaan vanwege de afspraak, maar als hij in den trein een nog charmanter jonge dame tegen het lijf loopt, stapt hij toch maar mee in. En aan 't slot, als hij na zijn helden feiten te hebben bedreven en zijn carrière te geveer 17 pet. aan rachitis (Engelsche ziek te) en een even groot percentage aan ziekten van de wervelkolom, dan voelt men den on- afwijsbaren plicht om reeds voor de jeugd van 06 jaar maatregelen voor afweer te nemen. Wanneer wij in een volgend opstel met cijfers zullen aantoonen hoezeer het schoolbezoek 'n remmenden invloed, heeft op de ontplooiing van de lichamelijke krachten der leerlingen, speciaal in de lagere klassen, dan is het een dwingende eisch om er voor zorg te dragen, dat de kinderen op zesjarigen leeftijd in de allerbeste conditie hun school gaande periode beginnen. Reeds in de vroeg ste jeugd behoort de grondslag voor een goe de lichamelijke ontplooiing mogelijk te wor den gelegd, want het kind, dat volmaakt ge zond en weerstandkrach tig de lagere school intreedt-, heeft een grootere en betere kans. Ofschoon in de vroegste jeugdperiode op zettelijke lichaamsoefeningen niet geheel ter zijde moeten worden gelaten (zuigelingen en kleutergymnastïek) bestrijkt vooral in deze periode de lichamelijke opvoeding een veel ruimer terrein. Ik denk aan doelmatige voeding, hygiënisch wonen, parken, kinder speelplaatsen enz. Vooral de bestrijding van rachitis, over welker ontstaan verschillende theorieën zijn opgesteld, maar die toch door de meeste schrijvers gezien wordt als een gevolg van, althans verband houdende met, het cultuur leven behoort onze volle aandacht te hebben. Onvoldoende inwerking van zonlicht en het gemis van voldoende beweging bevorderen de kansen voor rachitische verschijnselen. Deze ziekte, die in haar beteekenis voor de gemeenschap stellig niet mag worden onder schat- komt in alle groepen van de bevolking voor. Zij treedt gewoonlijk reeds op in den zuigelingen leeftijd, kan ernstige vervormin gen in het skelet doen ontstaan, waarvan vooral vrouwen tot in de volwassen leeftijds periode de nadeelige gevolgen moeten onder vinden. Men meene evenwel niet, dat de En gelsche ziekte voor het jonge kind in zijn jeugdperiode niet zoo hinderlijk of gevaar lijk zou zijn. De gewone kinderziekten, die anders een normaal verloop nemen, kunnen bij het gelijktijdig aanwezig zijn van rachitis een zeer ernstig karakter aannemen, waar bij niet zelden de dood het gevolg is. Dit maakt dan ook de uitspraak van Dr. Zee handelaar begrijpelijk: .,A1 sterven er gee." kinderen aan de Engelsche ziekte, door de Engelsche ziekte sterven er zeer velen, die geboekt staan als overleden aan convulsies 'stuipen), mazelen, kinkhoest, tuberculose, insewa n dsaan d oen in gen enz," Wanneer eenmaal rachitis is vastgesteld, moet men natuurlijk met de toediening van beweging heel voorzichtig zijn en alleen die maatregelen nemen, welke door den behan- hebben gemaakt, innig gelukkig met zijn ge vonden schat van een verloofde het station uitkomt, bedenkt hij ineens, dat het verslag voorgaat; hij laat het verschrikte meisje in den steek, springt in een auto en ijlt naar het redactie-bureau Een aardig teekenfilmpje en een paar co- medie-films gaan de hoofdfilm vooraf. In het Luxor-nieuws trekken het bezoek van den Duitschen ex-kroonprins aan Wieringen en 'n wedstrijd in het scheuren van grasland de bijzondere aandacht. H. G. CANNEGIETER. REMBRANDT THEATER Liebe muss verstanden sein. Over Rose Bar- sony, die met Georg Alexander de hoofd rol in „Liebe muss verstanden sein", vin den onze lezers op een andere plaats in dit blad een uitvoe rige beschrijving. Haar gelijkenis met Anny Ondra is wer kelijk frappant, niet alleen naar het uiterlijk, maar ook in haar wijze van optreden. Zij. die van Anny Ondra en haar maniertjes hou den, zullen onge twijfeld ook Rose Barsony een plaatsje in hun hart inruimen. „Liebe muss verstanden sein" is een film, waarin het hoofdpersoontje herhaaldelijk in het gedrang komt, ze wordt zelfs in hechtenis genomen, maar het eind is, zooals ze het zich niet gelukkiger had kun nen droomen. Het steno-typistetje Margit Radday (Rose Barsony) moet voor haar patroon geld ver sturen. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden komt ze ten eerste te laat bij de bank en ten tweede raakt ze een deel van het geld kwijt. Wanneer ze aan het huis van haar patroon komt, om hem alles te vertellen, hoort ze, dat hij naar Dresden is vertrokken en logeert in hotel Continental. Ze wil hem de geheele geschiedenis zoo gauw mogelijk vertellen, daarom besluit ze ook naar Dres den te gaan. Nu beginnen voor het arme kind eerst goed de verwarrende avonturen. Ze raakt verzeild in een hotelkamer die door den ingenieur Peter Lamback (Geoi'g Alexan der) is besproken. Ze denkt, dat de kamer vrij is en valt doodvermoeid door al de emo ties van dien dag, gekleed en wel in het bed in slaap. Even later stapt de werkelijke huurder de ingenieur Lamback in pya-ma de kamer in en stapt in het bedEen vreeselijke schrik natuurlijk van beide kanten, en een boos ge sprek. Een jongeman, die verliefd is op het meisje van Lamback ziet kans om het in bed zittend tweetal te kieken. Met deze foto zal hij het meisje ervan kunnen overtuigen, dat Lamback haar niet trouw is. Margit neemt op zich de foto in handen te krijgen voor Peter's meisje hem gezien heeft. De eerste opzet mis lukt, ook de tweede, waardoor ze zelfs met het gerecht in aanraking komt. Het. arme ding lijkt wel een opgejaagd hertje, zóó moet ze telkens vluchten en op haar qui vive zijn. Door haar onopzettelijk toedoen moet zelfs de vrouw van haar directeur ook nog een nacht in hechtenis doorbrengen. Haar ontvankelijk hartje staat in lichte laaie voor Peter en ook Peter is niet onge voelig voor het natuurkind. Wanneer door kwaadwilligheid van Peter's vroegere verdoofde en haar aanbidder een experiment met Peters uitvinding dreigt te mislukken, brengt Margit redding, die eerst delenden medicus zijn voorgeschreven of aan bevolen. Doch prophylactisch, dus ter voor koming, zijn naast maatregelen van indivi- dueele en sociale hygiëne, de toediening van veel buitenlucht, zonlicht en beweging de aangewezen middelen. De zuigelingen-gymnastiek gegrondvest door Neumann-Neur o de, heeft, ook in medi sche kringen, veel belangstelling getrokken. Deze methode is te Charlottenburg in de Reichsanstalt zur Bekampfung der Saug- lings - und Kleinkindersterblichkeit" onder leiding van Prof. dr. Leo Langstein toegepast en op haar werking onderzocht. Het rapport daaromtrent luidt met betrekking tot de ver betering van den gezondheidstoestand bij de zuigelingen zeer gunstig. Voorts wordt in dat rapport de opmerking gemaakt: „Het zal voor de zuigelingen een voordeel zijn, wan neer iedere moeder zich dagelijks 5 of 10 mi nuten tijd gunt, het spierstelsel van haar kinderen door de aangegeven soort gymnas tiek te versterken". Zelf heb ik eenige jaren geleden in eer- van de wetenschappelijke bijeenkomsten van het Genootschap voor Heilgymnastiek en Massage een demonstratie van deze gymnas tiek bijgewoond. Het was merkwaardig hoe veel pleizier deze zuigelingen van 612 maar den in de oefeningen hadden en hoe snel en goed zij begrepen wat van hen verlangd werd. De resultaten, die voor de zuigelingen zijn verkregen behooren dan ondersteund te wor den en te worden behouden door de z.g. kleu ter gymnastiek. Deze gymnastiek behoort na tuurlijk te worden gegeven in een vorm, pas send voor den aard van kinderen op dien leeftijd. Op grond van naar wetenschappelijke me thoden geleid onderzoek omtrent de lichame lijke gesteldheid van kinderen beneden den zesjarigen leeftijd moeten dus tot behoud en versterking van de volkskracht dus het volks geluk en de volkswelvaart, de volgende maat regelen als onvermijdelijk worden toegepast. Klinieken voor zuigelingenzorg. Moedercursussen, waarop o.m. de zuigelin- gengymnastiek wordt behandeld. Voortgezette verbetering van woningtoe standen. Aanleg van parken en kinderspeelplaatsen. Kleuter gymn as tie k. De behoefte aan deze maatregelen en in stellingen, c.q. uitbreiding en steun daarvan, zal nog duidelijker spreken, wanneer de remmende invloed van het schoolleven op het groeiproces in een volgend artikel is behan deld, zoodat dan nog sterker belicht zal wor den de onafwijsbare noodzakelijkheid om alle zeilen bij te zetten ten einde het zes jarige kind in de allerbeste lichamelijke con ditie in de lagere school te brengen. H. L. WARNIER. nog op een fiasco dreigt uit te loopen, maar nog juist op het nippertje als redding aange merkt kan worden. Onnoodig te zeggen, dat het happy end is een gelukkig paartje: Margit en Peter. Het is een aardige film, waarom, vooral door het geestige spel van Rose Barsony herhaal delijk gelachen wordt. Behalve de korte jour naals bevat het programma verder nog het tooneelnummer „Horace en Bell" een mu zikaal duo( waarvan vooral de mannelijke helft uitblinkt door zijn groote veelzijdig heid op instrumentaal gebied. Wonderen uit Pygmy-land. Deze film geeft een expeditie door Nieuw- Guinea weer, welke werd opgenomen door le den van het Smithonian Institution met me dewerking van het Nederlandsche Gouverne ment. Gezien deze uitstekende leiding onder der gelijke auspiciën behoeft het niemand te ver wonderen, dat hier werkelijk iets bereikt is, dat op den naam van Cultuurfilm aanspraak kan maken. De expeditie die onder de bekwame leiding van Dr. Gerling stond, trok met niet minder dan 400 man de binnenlanden van Nieuw- Guinea in en heeft daar letterlijk alles ver filmd wat belangrijk geacht kan worden, niet alleen om van verre te worden bekeken, doch ook om later als document van blijvende waarde behouden te blijven. CINEMA PALACE. Ridders in Lom .en. "fc I' Half Watt en Heel Watt. Waarom de hoofdfilm „Ridders in lom pen" heet is duister, want noch Watt noch Half Watt is een ridder en met de lompen loop het wel los, want beiden zijn fatsoen lijke vaders, pleegvaders dan, en dat ver klaart tevens het mysterie dat de toekom stige schoonvader van hun pleegkind bezig hield, toen hij vernam dat Kitty twee vaders had. Maar dat is niet de quint.essens van de zaak, want dat is niet onder woorden te brengen; wie de Anderhalf Watt films kent weet dat de lachkrampen aan Harald Madsen en Carl Schenström zijn te danken, en hoe droevig is het dan te weten dat Watt den laats ten tijd in een zenuwinrichting wordt verpleegd. Het is hun eerste geluidsfilm en het is de vraag of het een verbetering is of niet. Slech ter is hun genre er niet door geworden na tuurlijk en ook zij moesten wel met hun tijd mee, maar zooals gezegd, het is het genre dat ons vermaakt en het geluid kan ons een illusie ontnemen. Wel is de muzikale grap, die steeds terug komt, waarborg dat er geen hiaat ontstaat tusschen spel en geiuid, en als muzikanten maken zij zeker geen slecht debuut, want zij vertegenwoordigen samen een volledig orkest Een niet te vergeten komisch oogenblik is wanneer Watt een worstelwedstrijd-om-geid aanbindt met den kampioen van Europa op een kermis en Half Watt hem daarbij as sisteert door steentjes of iets dergelijks te schieten, waardoor hij bewerkstelligt, dat beiden onzachtzinnig buiten de tent gesme ten worden. Dat een „eind goed, al goed" de film be sluit zal wel iedereen verwachten, daarvoor is het een Watt-film van de goede soort. Het variété-nummer verdient extra be langstelling: Heinrich Treiber von der Treib speelt op een viool met zeven snaren, en weet buitengewoon mooie accoorden te treffen, die de viool bijna tot orgel promoveeren. De vraag is of het publiek het voldoende zal we ten te apprecieeren. Men is immers niet ge wend op het bioscooptooneel hoogere kunst te hooren, en dat is toch wel de oorspronke lijke bedoeling van den artist. Het voorprogramma biedt het nieuws en een diepzinnige politieke taekenfilm, ge naamd Scrappy, die verschillende personen van wereldvermaardheid in caricatuur laat zingen en dansen op muziek van de Tiger Rag Hans Schindler speelt voor Polygoon o.a. Stormy Weather met Duitschen zang en een twee-acter laat bekende radioartisten als de Boswell-sisters, zingen en spelen. 8T. NICOLA AS GESCHENKEN BEUN'S loemenmagaziln GIERSTRAAT 75 - Tel. 14858 (Adv. Ingez. Med.) „AANSPREKERSOPROER" TE AMSTERDAM. RUMOERIGE OPPOSITIE IN EEN VERGADERING. De Coöperatieve Vereeniging u.a. voor Lijk bezorging te Amsterdam had de bewoners van Amsterdam-West uitgenoodigd t-ot een vergadering, welke Vrijdagavond gehouden is in het gebouw „Zuidpool" aan de Vasco da Gamastraat. Naar wij vernemen heeft deze vergadering, waarin de heer E. Sinoo het doel en de werk wijze dezer vereeniging uiteen zou zetten een zeer wanordelijken loop gehad door het op treden van een groot aantal aansprekers, dat bij particuliere begrafenisondernemers in dienst is en zich blijkbaar door het optreden van deze vereeniging, die o.m. de klassen heeft afgeschaft, in zijn bestaan bedreigd acht. Bij wijze van, zij het ook ietwat eigenaar dig protest van hun kant, stonden voor het gebouw twee rouwaut-o's geposteerd en nau welijks was, na een kort openingswoord van den voorzitter, de heer Sinoo aan het woord gekomen, of de aansprekers maakten hem, door luid te schreeuwen, het spreken onmo gelijk. Aangezien de orde niet te herstellen bleek, heeft het bestuur zich verplicht gezien, de hulp van de politie in te roepen, met het ge volg dat een der aanwezigen door den ster ken arm werd verwijderd. Het bestuur heeft inmiddels besloten op verdere soortgelijke vergaderingen aan deze groep van opposanten den toegang te weige-» ren, (Adv. Ingez. Med.) Georg Alexander.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 15