VROUWE JUSTITIA.
HAAR STRAFRECHTSPRAAK.
Lichamelijke Opvoeding
BIOSCOOP.
HONIG'S BOUILLONBLOKJES th ans6 voor lOct.
ZATERDAG 2 DECEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
15
Gerechtelijk Vooronderzoek.
De Rechter-Commissaris.
Wanneer het proces-verbaal Van de poli
tie bij den Officier van Justitie is ingekomen,
kan bij strafzaken van geringe beteekenis liet
eigenlijke opsporingsonderzoek als beëindigd
worden beschouwd en gaat deze, zooals de
wet voorschrijft, zoo spoedig mogelijk tot ver
volging over. Zoowel in het belang van de
maatschappij in het algemeen als van den
door het strafbare feit benadeelde zoo bij
den eerder als voorbeeld genomen rijwieldief
stal, wanneer het rijwiel van den bestolene
door de politie is in beslag genomen en
niet het minst ook in het belang van den
verdachte, mag de zaak niet noodeloos op de
lange baan geschoven worden; doch deze
spoedige behandeling kan natuurlijk alleen
plaats vinden bij eenvoudige en lichte mis
drijven, die zooals wij nu weten meestal niet
voor de geheele Rechtbank, doch voor den
Politierechter op korten termijn worden aan
gebracht.
En daarom zullen wij nu, vóórdat wij ken
nis nemen van de wijze waarop de vervol
gende ambtenaar de zaak voor den rechter
brengt, eerst nog een nadere beschouwing
aan het vooronderzoek wijden, voor het geval
het een misdrijf betreft van ernstiger karak
ter of waarbij de bewijsmoeilijkheden grooter
zijn, doordat b.v. de dader nog gezocht moet
worden of doordat een verdachte bij het eer
ste verhoor door de politie ontkent. Het
spreekt vanzelf dat dan de taak en de verant
woordelijkheid van de lagere opsporingsamb
tenaren veel zwaarder wordt en zij zullen
altijd verstandig doen zoo spoedig mogelijk
den Officier van Justitie met het geval op
de hoogte te brengen, die dan voor de verder
te treffen maatregelen moet zorg dragen.
Evenwel wordt op dit punt nog al eens ge
zondigd en ofschoon in de laatste jaren de
politie-ambtenaren wel veel beter in die rich
ting geschoold worden, willen zij toch nog
wel eens hun begrijpelijken ijver en overigens
te loven ambitie om den dader in handen te
krijgen te veel botvieren, waardoor het
wel voorkomt dat zij hun doel voorbij streven
en een zaak bedorven wordt altijd uit een
oogpunt van de Justitie omdat zij nu een
maal op verschillend gebied niet voldoende
deskundig zijn. En dit zal meestal ook het ge
val zijn bij den Officier van Justitie, die dan
ook zoodra hem van een ernstig strafbaar feit
kennis is gegeven, zoo noodig de hulp van des
kundigen zal kunnen inroepen, zooals bij een
moord of zware mishandeling een medicus die
den aard der verwondingen kan vaststellen,
bij een brandstichting een scheikundige om
te onderzoeken of en welke chemische of
licht brandbare stoffen zijn gebezigd en bij
een verduistering van een belangrijk bedrag
aan geld een accountant ter coniroleering
der boeken, enz., enz.
Tevens zal de Officier van Justitie zich
meestal onverwijld wenden tot den „Rech
ter-Commissaris belast met de behandeling
van strafzaken" en zoo daar toe. ter men zijn,
bij dezen een vordering indienen dat tot het
instellen van een „gerechtelijk vooronderzoek"
worde overgegaan. Zonder die vordering kan
de Rechter-Commissaris niet optreden, doch
zoodra hij de vordering ook in handen heeft,
berust dan verder het initiatief bij dezen
Rechter-Commissaris, van wiens positie ik
hier even volledigheidshalve wat meer moet
meedeelen.
In elke Rechtbank zijn één of meer Rech-
ter-Commissarissen belast met de behande
ling van strafzaken, die voor den tijd van
twee jaren worden benoemd doch op hun ver
zoek steeds weer dadelijk benoembaar zijn.
Er is een tijd geweest dat bij de leden van
de meeste Rechtbanken zich veelal een ge
ringe geneigdheid openbaarde om deze moei
lijke en vooral tijdroovende functie op zich
te nemen, waardoor men tot het verkeerde
stelsel kwam hiervoor den jongsten in aan
merking komenden rechter aan te bevelen.
Daarbij werd niet altijd de eisch gesteld
dat deze óf als rechter óf in een andere
functie voldoende practische ervaring had op
gedaan. Sinds eenige jaren is hierin verande
ring gebracht, en thans wordt alleen die
rechter tot Rechter-Commissaris benoemd, die
reeds geruimen tijd practisch in de z.g.n.
„strafkamer' van de Rechtbank is werkzaam
geweest. Het is duidelijk, dat deze bepaling
gunstig moet werken, wanneer men beseft,
welke moeilijkheden aan dit ambt verbonden
zijn. Het vereischt toch naast grondige ken
nis van de Strafwetten een groote mate van
menschenkennis, tact, geduld en zelfbe-
heersching; eigenschappen die vaak juist nog
aan jonge personen zonder practische erva
ring vreemd zijn. Hierbij komt dan_ nog
dat deze functionaris dikwijls snel beslissin
gen moet nemen, beslissingen die van groot
belang kunnen zijn voor den verderen loop
van een strafproces, zoodat zijn verant
woordelijkheid ook niet gering is.
Nu heeft men er vroeger nog wel eens over
getwist of het „gerechtelijk vooronderzoek",
dat toch feitelijk een deel is van het geheele
opsporingsonderzoek, niet geheel moest be-
hooren tot de taak van de opsporingsambte
naren en in het bijzonder van den Officier
van Justitie. De Wetgever heeft dit berecht
niet gewild omdat hij voor de practijk een
belangrijken waarborg voor een-goeden gang
van zaken zag in de grootere objectiviteit en
onpartijdigheid die bij den Rechter-Com
missaris mogen worden verondersteld, in ieder
geval een grootere dan verwacht mag worden
aanwezig te zijn bij de lagere opsporingsamb
tenaren. aan wien toch veel door den Offioer
van Justitie zou moeten worden overgelaten.
De Rechter-Commissaris wordt bij zijn
verrichtingen bijgestaan door een griffier.
Deze behoeft geen jurist te zijn, maar in
eenigszins belangrijke zaken zal de Rechter-
Commissaris goed doen voor zijn eigen ge
mak toch een jurist als griffier aan te wij-
Keeren wij thans terug tot het oogenblik
dat de Officier van Justitie kennis heeft ge
kregen van een ernstig misdrijf. Na de noo-
dige instructies gegeven te hebben aan zijn
ondergeschikte opsporingsambtenaren zal
hij zich, wanneer hij zulks noodig oordeelt,
direct tot den Rechter-Commissaris wen
den en zoo deze terstond disponibel is, zich
■met dezen en den griffier naar de plaats
van he misdrijf begeven. Ook kan hij in
afwachting van het optreden van den Rech
ter-Commissaris verschillende maatregelen
treffen. Zoodra hij echter bij laatstgenoem
de een vordering heeft ingediend tot het
instellen van een gerechtelijk vooronderzoek
berust, zooals ik reeds zeide, de leiding
daarvan bij den Rechter-Commissaris. Het
spreekt haast van zelf dat zulk een onder
zoek ter plaatse dikwijls van groote waarde
kan zijn. Niet alleen voor den vervolgen
den ambtenaar, maar vooral voor den Rech
ter-Commissaris, die de geheele zaak later
in zijn kabinet zal moeten uitpluizen, is het
van groot belang dat hij de situatie kent
van de plaats van het misdrijf alsmede van
die. waar de getuigen zich bevonden die hij
later nog zal moeten hooren. Ook wordt
dan zoo noodig direct de hulp ingeroepen
van deskundigen, den politiehond alweer
niet te vergeten indien de verdachte nog
moet worden opgespoord. Om niet te uit-
voei'ig te worden zal ik mij echter bepalen
beschikking van de Justitie zal blijven en
politie is aangehouden, of beter gezegd dat
een persoon is aangehouden, die verdacht
wordt de dader van het misdrijf te zijn. En
hier raken wij dan aan het instituut van
de „voorloopige hechtenis".
De gevallen waarin de voorloopige hech
tenis van verdachten is toegelaten, worden
door de wet limitatief opgesomd; het komt
mij voor dat het beter is die gevallen hier
niet alle publico te vermelden, zooals ik ook
niet dieper ben ingegaan op de middelen die
de Justitie bij het opsporingsonderzoek ten
dienste staan om „dieven te vangen"; al te
groote voorlichting op dit geheele gebied is
ook niet- aan te bevelen en ik zou zelf on
gaarne door den Officier van Justitie via de
Redactie van dit blad op mijn vingers wor
den getikt!
Doch wel kan ik vermelden dat indien zij
te doen hebben met een strafbaar feit waar
voor voorloopige hechtenis is toegelaten als
eerste dwangmaatregel door den Officier
van Justitie of een zijner Hulpofficieren
(Commissaris van Politie, Burgemeester),
een bevel van inverzekeringstelling tegen
den verdachte kan worden uitgevaardigd
Dit is niets anders dan een bevel, dat ver
dachte in het belang van het onderzoek ter
beschikking van de Justitie eal blijven en
daarvoor op een in het bevel aan te duiden
plaats in verzekering zal worden gesteld, of
meer populair uitgedrukt, voorloopig opge
borgen op ,,'t bero". Dit bevel is slechts ge
durende twee dagen van kracht doch kan
bij dringende noodzakelijkheid door den Of
ficier van Justitie zelf met hoogstens nog
twee dagen worden verlengd.
Zoodra het onderzoek dit toelaat d.w.z. als
dit zoover is gevorderd dat door het verhoor
van getuigen en van verdachte, wier ver
klaringen in een pro ces-verbaal zijn vermeld
eenigszins kan worden vastgesteld welk mis
drijf is begaan en onder welke omstandig
heden, wordt de verdachte voor den Offt
cier van Justitie geleid, die dan zijn vor
deringen richt tot den Rechter-Commissa
ris, indien hij zulks nog niet eerder bijv.,op
de plaats van het misdrijf mocht hebben
gedaan.
Deze vorderingen zijn: le de reeds be
sproken vordering tot Gerechtelijk vooron
derzoek en 2e een vordering dat de Rechter
Commissaris zal bevelen dat de verdachte
in bewaring zal worden gesteld.
Over het verloop van het verdere onder
zoek in verband met het vraagstuk van de
preventieve hechtenis een volgenden keer.
EEN JURIST.
In welken toestand komen de
kinderen op zesjarigen leeftijd in
de lagere school? Welke maat
regelen moeten ter verbetering
worden genomen? Gymnastiek
voor zuigeling en kleuter.
Wanneer het kind op ongeveer zesjarigen
leeftijd naar school gaat komt het voor het
eerst in aanraking met een cultuurinstelling,
d.w.z. in directe aanraking. Want ook vóór
dien tijd, van de geboorte tot de periode van
het schoolbezoek, heeft het kind onder in
vloed gestaan van velerlei cultuuromstandig
heden.
Twee vragen komen nu vanzelf ter beant
woording naar voren. Ten eerste, hoe staat
het met den lichamelijken toestand van de
leerlingen op het tijdstip, dat zij in de la
gere school worden opgenomen; en ten
tweede, hoe ontplooien de lichamelijke krach
ten van het kind zich in de periode van het
schoolbezoek?
Voor zoover mij bekend is, worden ner
gens in ons land de leerlingen bij hun in
trede in de lagere school aan een uitvoerig
medisch onderzoek onderworpen, In ver
scheidene andere landen is dat wel het ge
val, z-oodat wij ons voor de vei-eischte gege
vens noodig voor beantwoording van de eer
ste vraag, van Duitsche onderzoekingsresul
taten móeten bedienen.
In Charlottenburg zijn door de schoolart
sen in 1912 (dit jaartal is van belang, om
dat daaruit blijkt, dat de funeste gevolgen
van den grooten oorlog geen factor hebben
kunnen zijn in het geheel der omstandighe
den, die het resultaat hebben veroorzaakt)
ruim 3600 kinderen onderzocht, die zich voor
schoolbezoek (lagere school) hadden aange
meld. Er werden vier gezondheidsklassen on
derscheiden. In klasse I (kinderen zonder af
wijkingen) kon slechts 9 pet. worden inge
deeld; in klasse II (kinderen met lichte sto
ringen) 39.5 pet.; in klasse III (kinderen met
meer ernstige storingen en afwijkingen) 46
pet.; in klasse IV (kinderen, die bepaald als
ziek moesten worden genoteerd) 5.5 pet.
Het aantal van 3600 onderzochte kinderen
•-s zoo groot, dat daaruit stellig betrouwbare
conclusies mogen worden getrokken. Wanneer
men nu de lijst der afwijkingen nagaat, dan
zijn er bij, waarvan niemand zal beweren,
dat die met lichaamsoefeningen voorkomen
hadden kunnen worden of er mee te verbe
teren zouden zijn. (Ziekten van de tanden,
van huid en haren, oog en oor enz.) Maar
wanneer geconstateerd wordt, dat 22.5 pet.
lijdende is aan anaemie (bloedarmoede) on-
LUXOR THEATER
Het mysterie Pullman no. 12
Griezelen is gezellig, lachen is gezellig,
wat kan men in de Sinterklaasweek beter
verlangen dan een film, waarbij men kan
griezelen en lachen tegelijk? Hiervoor heeft
de directie van het Luxor-theater gezorgd,
toen zij de film „Het mysterie Pullman
no. 12" vervaardigd onder leiding van den
regisseur Ben Stoloff en met Ben Lyon en
Barbara Weeks in de hoofdrollen, op het re
pertoire nam.
De film is niet, gelijk men uit bovenstaan
de zou kunnen afleiden, een humoristische
sensatie-film, een parodie op het genre. In
tegendeel, het sensationeels element is op
recht gemeend. Het humoristische bestand
deel is aangebracht door een paar typen,
die in verschillende situaties de moordge
schiedenis met wat grappigheid kruiden.
Zoo vindt Jimmy de verslaggever, die on
middellijk zijn redactie waarschuwt, wanneer
hij op het station verneemt, dat de politie
den ontsnapten moordenaar Delmar zoekt in
den op vertrek staanden trein naar San Fran
cisco, in de telefooncel een slapenden dronk
aard, dien hij kordaat de cel uitwerkt. Maai
de man, die een gemoedelijken dronk over
zich heeft, laat zich zoo maar niet afpoeieren.
Hij volgt Jimmy als een schaduw en lokt door j
zijn dronkemansonhandigheden cjveral on
schadelijke incidenten uit, die de schadelijke
incidenten een oogenblik doen vergeten en
de onthutste verbeelding wat afleiding be
zorgen.
De schadelijke incidenten zijn op het be
trekkelijk korte traject, dat de trein geduren
de het verhaal aflegt, zeer vele. Men krijgt
door de film allengs een schrik voor nacht-
tremen, welke bevolking op het witte doek
voor een groot percentage uit boeven be
staat. Hier catalogiseeren we: aan misdadi
gers den ontsnapten moordenaar bovenver
meld. zijn even doortrapte echtgenoote en
handlangster, een voormalig compagnon
van het stel, pas uit de gevarlgenis ontslagen,
een jongmensch dat met de handboeien aan
door een rechercheur op transport is
gesteld wegens medeplichtigheid aan den
moord, een 'bekende oplichtster, totaal vijf
misdadigers, en aan misdaden: de vermoor
ding van een juwelier (met een mes), een
poging tot bedwelming met vergiftigde si
garetten en een daarmee gepaarde diefstal,
een tweede moord met een mes, de vermoor
ding van den machinist met een pistool
schot, de vermoording van den ontrouwen
handlanger door den moordenaar, ook met
een pistoolschot, totaal zes misdaden,
Dit is van het goede wel een beetje te veel
en deze overvloed maakt, dat men zich op
het detective-probleem, dat in dit geval ove
rigens vrij eenvoudig is, niet voldoende kan
concentreeren. Bovendien hebben wij het op
zichzelf nog steeds boeiende filmische effect
van door den nacht voortstuivende treinen
met hun gevarieerd interieur ook al zoo dik
wijls bewonderd, dat de verrassing eraf is.
Daarom valt bij een film als deze onwille
keurig de aandacht het meest op de humo
ristische kruiderij, die werkelijk heel aardig
is. Behalve de dronkeman doet ook een ne
ger-schoenpoetser, die er op het kritieke mo
ment telkens naast grijpt, dienst als komisch
intermezzo,
Tenslotte is de hoofdpersoon, de verslag
gever Willy eigenlijk ook een meer humoris
tische dan sensationeeTe' figuur. Aardig is bij
dezen vlot spelenden jongeman de jachtlust
van het vak, waarvoor hij alles In den steek
laat, getypeerd. Of gaat er nog een andere
jachtlust boven deze? Willy heeft juist een
afspraakje met een charmant verkoopstertje
gemaakt, als de jacht op den moordenaar
zal beginnen. Toch weigert hij. mee op den
trein te gaan vanwege de afspraak, maar als
hij in den trein een nog charmanter jonge
dame tegen het lijf loopt, stapt hij toch maar
mee in. En aan 't slot, als hij na zijn helden
feiten te hebben bedreven en zijn carrière te
geveer 17 pet. aan rachitis (Engelsche ziek
te) en een even groot percentage aan ziekten
van de wervelkolom, dan voelt men den on-
afwijsbaren plicht om reeds voor de jeugd
van 06 jaar maatregelen voor afweer te
nemen. Wanneer wij in een volgend opstel
met cijfers zullen aantoonen hoezeer het
schoolbezoek 'n remmenden invloed, heeft op
de ontplooiing van de lichamelijke krachten
der leerlingen, speciaal in de lagere klassen,
dan is het een dwingende eisch om er voor
zorg te dragen, dat de kinderen op zesjarigen
leeftijd in de allerbeste conditie hun school
gaande periode beginnen. Reeds in de vroeg
ste jeugd behoort de grondslag voor een goe
de lichamelijke ontplooiing mogelijk te wor
den gelegd, want het kind, dat volmaakt ge
zond en weerstandkrach tig de lagere school
intreedt-, heeft een grootere en betere kans.
Ofschoon in de vroegste jeugdperiode op
zettelijke lichaamsoefeningen niet geheel ter
zijde moeten worden gelaten (zuigelingen
en kleutergymnastïek) bestrijkt vooral in
deze periode de lichamelijke opvoeding een
veel ruimer terrein. Ik denk aan doelmatige
voeding, hygiënisch wonen, parken, kinder
speelplaatsen enz.
Vooral de bestrijding van rachitis, over
welker ontstaan verschillende theorieën zijn
opgesteld, maar die toch door de meeste
schrijvers gezien wordt als een gevolg van,
althans verband houdende met, het cultuur
leven behoort onze volle aandacht te hebben.
Onvoldoende inwerking van zonlicht en het
gemis van voldoende beweging bevorderen
de kansen voor rachitische verschijnselen.
Deze ziekte, die in haar beteekenis voor de
gemeenschap stellig niet mag worden onder
schat- komt in alle groepen van de bevolking
voor. Zij treedt gewoonlijk reeds op in den
zuigelingen leeftijd, kan ernstige vervormin
gen in het skelet doen ontstaan, waarvan
vooral vrouwen tot in de volwassen leeftijds
periode de nadeelige gevolgen moeten onder
vinden. Men meene evenwel niet, dat de En
gelsche ziekte voor het jonge kind in zijn
jeugdperiode niet zoo hinderlijk of gevaar
lijk zou zijn. De gewone kinderziekten, die
anders een normaal verloop nemen, kunnen
bij het gelijktijdig aanwezig zijn van rachitis
een zeer ernstig karakter aannemen, waar
bij niet zelden de dood het gevolg is. Dit
maakt dan ook de uitspraak van Dr. Zee
handelaar begrijpelijk: .,A1 sterven er gee."
kinderen aan de Engelsche ziekte, door de
Engelsche ziekte sterven er zeer velen, die
geboekt staan als overleden aan convulsies
'stuipen), mazelen, kinkhoest, tuberculose,
insewa n dsaan d oen in gen enz,"
Wanneer eenmaal rachitis is vastgesteld,
moet men natuurlijk met de toediening van
beweging heel voorzichtig zijn en alleen die
maatregelen nemen, welke door den behan-
hebben gemaakt, innig gelukkig met zijn ge
vonden schat van een verloofde het station
uitkomt, bedenkt hij ineens, dat het verslag
voorgaat; hij laat het verschrikte meisje in
den steek, springt in een auto en ijlt naar
het redactie-bureau
Een aardig teekenfilmpje en een paar co-
medie-films gaan de hoofdfilm vooraf. In het
Luxor-nieuws trekken het bezoek van den
Duitschen ex-kroonprins aan Wieringen en 'n
wedstrijd in het scheuren van grasland de
bijzondere aandacht.
H. G. CANNEGIETER.
REMBRANDT THEATER
Liebe muss verstanden sein.
Over Rose Bar-
sony, die met Georg
Alexander de hoofd
rol in „Liebe muss
verstanden sein", vin
den onze lezers op
een andere plaats in
dit blad een uitvoe
rige beschrijving.
Haar gelijkenis met
Anny Ondra is wer
kelijk frappant, niet
alleen naar het
uiterlijk, maar ook
in haar wijze van
optreden. Zij. die
van Anny Ondra en
haar maniertjes hou
den, zullen onge
twijfeld ook Rose Barsony een plaatsje in
hun hart inruimen. „Liebe muss verstanden
sein" is een film, waarin het hoofdpersoontje
herhaaldelijk in het gedrang komt, ze wordt
zelfs in hechtenis genomen, maar het eind is,
zooals ze het zich niet gelukkiger had kun
nen droomen.
Het steno-typistetje Margit Radday (Rose
Barsony) moet voor haar patroon geld ver
sturen. Door een ongelukkige samenloop van
omstandigheden komt ze ten eerste te laat bij
de bank en ten tweede raakt ze een deel van
het geld kwijt. Wanneer ze aan het huis van
haar patroon komt, om hem alles te vertellen,
hoort ze, dat hij naar Dresden is vertrokken
en logeert in hotel Continental. Ze wil hem
de geheele geschiedenis zoo gauw mogelijk
vertellen, daarom besluit ze ook naar Dres
den te gaan. Nu beginnen voor het arme
kind eerst goed de verwarrende avonturen. Ze
raakt verzeild in een hotelkamer die door
den ingenieur Peter Lamback (Geoi'g Alexan
der) is besproken. Ze denkt, dat de kamer
vrij is en valt doodvermoeid door al de emo
ties van dien dag, gekleed en wel in het bed in
slaap. Even later stapt de werkelijke huurder
de ingenieur Lamback in pya-ma de kamer in
en stapt in het bedEen vreeselijke schrik
natuurlijk van beide kanten, en een boos ge
sprek. Een jongeman, die verliefd is op het
meisje van Lamback ziet kans om het in bed
zittend tweetal te kieken. Met deze foto zal
hij het meisje ervan kunnen overtuigen, dat
Lamback haar niet trouw is. Margit neemt op
zich de foto in handen te krijgen voor Peter's
meisje hem gezien heeft. De eerste opzet mis
lukt, ook de tweede, waardoor ze zelfs met
het gerecht in aanraking komt. Het. arme
ding lijkt wel een opgejaagd hertje, zóó moet
ze telkens vluchten en op haar qui vive zijn.
Door haar onopzettelijk toedoen moet zelfs
de vrouw van haar directeur ook nog een
nacht in hechtenis doorbrengen.
Haar ontvankelijk hartje staat in lichte
laaie voor Peter en ook Peter is niet onge
voelig voor het natuurkind.
Wanneer door kwaadwilligheid van Peter's
vroegere verdoofde en haar aanbidder een
experiment met Peters uitvinding dreigt te
mislukken, brengt Margit redding, die eerst
delenden medicus zijn voorgeschreven of aan
bevolen. Doch prophylactisch, dus ter voor
koming, zijn naast maatregelen van indivi-
dueele en sociale hygiëne, de toediening van
veel buitenlucht, zonlicht en beweging de
aangewezen middelen.
De zuigelingen-gymnastiek gegrondvest
door Neumann-Neur o de, heeft, ook in medi
sche kringen, veel belangstelling getrokken.
Deze methode is te Charlottenburg in de
Reichsanstalt zur Bekampfung der Saug-
lings - und Kleinkindersterblichkeit" onder
leiding van Prof. dr. Leo Langstein toegepast
en op haar werking onderzocht. Het rapport
daaromtrent luidt met betrekking tot de ver
betering van den gezondheidstoestand bij de
zuigelingen zeer gunstig. Voorts wordt in dat
rapport de opmerking gemaakt: „Het zal
voor de zuigelingen een voordeel zijn, wan
neer iedere moeder zich dagelijks 5 of 10 mi
nuten tijd gunt, het spierstelsel van haar
kinderen door de aangegeven soort gymnas
tiek te versterken".
Zelf heb ik eenige jaren geleden in eer-
van de wetenschappelijke bijeenkomsten van
het Genootschap voor Heilgymnastiek en
Massage een demonstratie van deze gymnas
tiek bijgewoond. Het was merkwaardig hoe
veel pleizier deze zuigelingen van 612 maar
den in de oefeningen hadden en hoe snel en
goed zij begrepen wat van hen verlangd werd.
De resultaten, die voor de zuigelingen zijn
verkregen behooren dan ondersteund te wor
den en te worden behouden door de z.g. kleu
ter gymnastiek. Deze gymnastiek behoort na
tuurlijk te worden gegeven in een vorm, pas
send voor den aard van kinderen op dien
leeftijd.
Op grond van naar wetenschappelijke me
thoden geleid onderzoek omtrent de lichame
lijke gesteldheid van kinderen beneden den
zesjarigen leeftijd moeten dus tot behoud en
versterking van de volkskracht dus het volks
geluk en de volkswelvaart, de volgende maat
regelen als onvermijdelijk worden toegepast.
Klinieken voor zuigelingenzorg.
Moedercursussen, waarop o.m. de zuigelin-
gengymnastiek wordt behandeld.
Voortgezette verbetering van woningtoe
standen.
Aanleg van parken en kinderspeelplaatsen.
Kleuter gymn as tie k.
De behoefte aan deze maatregelen en in
stellingen, c.q. uitbreiding en steun daarvan,
zal nog duidelijker spreken, wanneer de
remmende invloed van het schoolleven op het
groeiproces in een volgend artikel is behan
deld, zoodat dan nog sterker belicht zal wor
den de onafwijsbare noodzakelijkheid om
alle zeilen bij te zetten ten einde het zes
jarige kind in de allerbeste lichamelijke con
ditie in de lagere school te brengen.
H. L. WARNIER.
nog op een fiasco dreigt uit te loopen, maar
nog juist op het nippertje als redding aange
merkt kan worden.
Onnoodig te zeggen, dat het happy end is
een gelukkig paartje: Margit en Peter.
Het is een aardige film, waarom, vooral door
het geestige spel van Rose Barsony herhaal
delijk gelachen wordt. Behalve de korte jour
naals bevat het programma verder nog het
tooneelnummer „Horace en Bell" een mu
zikaal duo( waarvan vooral de mannelijke
helft uitblinkt door zijn groote veelzijdig
heid op instrumentaal gebied.
Wonderen uit Pygmy-land.
Deze film geeft een expeditie door Nieuw-
Guinea weer, welke werd opgenomen door le
den van het Smithonian Institution met me
dewerking van het Nederlandsche Gouverne
ment.
Gezien deze uitstekende leiding onder der
gelijke auspiciën behoeft het niemand te ver
wonderen, dat hier werkelijk iets bereikt is,
dat op den naam van Cultuurfilm aanspraak
kan maken.
De expeditie die onder de bekwame leiding
van Dr. Gerling stond, trok met niet minder
dan 400 man de binnenlanden van Nieuw-
Guinea in en heeft daar letterlijk alles ver
filmd wat belangrijk geacht kan worden, niet
alleen om van verre te worden bekeken, doch
ook om later als document van blijvende
waarde behouden te blijven.
CINEMA PALACE.
Ridders in Lom .en.
"fc
I'
Half Watt en Heel Watt.
Waarom de hoofdfilm „Ridders in lom
pen" heet is duister, want noch Watt noch
Half Watt is een ridder en met de lompen
loop het wel los, want beiden zijn fatsoen
lijke vaders, pleegvaders dan, en dat ver
klaart tevens het mysterie dat de toekom
stige schoonvader van hun pleegkind bezig
hield, toen hij vernam dat Kitty twee vaders
had. Maar dat is niet de quint.essens van de
zaak, want dat is niet onder woorden te
brengen; wie de Anderhalf Watt films
kent weet dat de lachkrampen aan Harald
Madsen en Carl Schenström zijn te danken,
en hoe droevig is het dan te weten dat Watt
den laats ten tijd in een zenuwinrichting
wordt verpleegd.
Het is hun eerste geluidsfilm en het is de
vraag of het een verbetering is of niet. Slech
ter is hun genre er niet door geworden na
tuurlijk en ook zij moesten wel met hun tijd
mee, maar zooals gezegd, het is het genre
dat ons vermaakt en het geluid kan ons een
illusie ontnemen.
Wel is de muzikale grap, die steeds terug
komt, waarborg dat er geen hiaat ontstaat
tusschen spel en geiuid, en als muzikanten
maken zij zeker geen slecht debuut, want zij
vertegenwoordigen samen een volledig orkest
Een niet te vergeten komisch oogenblik is
wanneer Watt een worstelwedstrijd-om-geid
aanbindt met den kampioen van Europa op
een kermis en Half Watt hem daarbij as
sisteert door steentjes of iets dergelijks te
schieten, waardoor hij bewerkstelligt, dat
beiden onzachtzinnig buiten de tent gesme
ten worden.
Dat een „eind goed, al goed" de film be
sluit zal wel iedereen verwachten, daarvoor
is het een Watt-film van de goede soort.
Het variété-nummer verdient extra be
langstelling: Heinrich Treiber von der Treib
speelt op een viool met zeven snaren, en weet
buitengewoon mooie accoorden te treffen,
die de viool bijna tot orgel promoveeren. De
vraag is of het publiek het voldoende zal we
ten te apprecieeren. Men is immers niet ge
wend op het bioscooptooneel hoogere kunst
te hooren, en dat is toch wel de oorspronke
lijke bedoeling van den artist.
Het voorprogramma biedt het nieuws en
een diepzinnige politieke taekenfilm, ge
naamd Scrappy, die verschillende personen
van wereldvermaardheid in caricatuur laat
zingen en dansen op muziek van de Tiger Rag
Hans Schindler speelt voor Polygoon o.a.
Stormy Weather met Duitschen zang en een
twee-acter laat bekende radioartisten als de
Boswell-sisters, zingen en spelen.
8T. NICOLA AS GESCHENKEN
BEUN'S
loemenmagaziln
GIERSTRAAT 75 - Tel. 14858
(Adv. Ingez. Med.)
„AANSPREKERSOPROER" TE
AMSTERDAM.
RUMOERIGE OPPOSITIE IN EEN
VERGADERING.
De Coöperatieve Vereeniging u.a. voor Lijk
bezorging te Amsterdam had de bewoners
van Amsterdam-West uitgenoodigd t-ot een
vergadering, welke Vrijdagavond gehouden
is in het gebouw „Zuidpool" aan de Vasco da
Gamastraat.
Naar wij vernemen heeft deze vergadering,
waarin de heer E. Sinoo het doel en de werk
wijze dezer vereeniging uiteen zou zetten een
zeer wanordelijken loop gehad door het op
treden van een groot aantal aansprekers, dat
bij particuliere begrafenisondernemers in
dienst is en zich blijkbaar door het optreden
van deze vereeniging, die o.m. de klassen
heeft afgeschaft, in zijn bestaan bedreigd
acht.
Bij wijze van, zij het ook ietwat eigenaar
dig protest van hun kant, stonden voor het
gebouw twee rouwaut-o's geposteerd en nau
welijks was, na een kort openingswoord van
den voorzitter, de heer Sinoo aan het woord
gekomen, of de aansprekers maakten hem,
door luid te schreeuwen, het spreken onmo
gelijk.
Aangezien de orde niet te herstellen bleek,
heeft het bestuur zich verplicht gezien, de
hulp van de politie in te roepen, met het ge
volg dat een der aanwezigen door den ster
ken arm werd verwijderd.
Het bestuur heeft inmiddels besloten op
verdere soortgelijke vergaderingen aan deze
groep van opposanten den toegang te weige-»
ren,
(Adv. Ingez. Med.)
Georg Alexander.