XESlO w BRIEVENBUS. VRIJDAG 8 DECEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 8 Deze raadsels zijn ingezonden door Jon gens en Meisjes die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers vier boeken verloot. AFDEELING I. (leeftijd 10 jaar en ouder.) 1. (Ingez. aoor W. B.Z.) Strikvragen. a. Welke bellen vergaan binnen 't uur? b. Welke golven zijn zonder water? c. Wat is óf een roofdier óf een kleeding- stuk? d. Waar reed de eerste spoortrein? 2. (Ingez. door W. B.Z.) Zigzagraadsel, x wordt in soep gekookt. x een deel van den voet. x een zelfst. naamwoord gemaakt van bijten. x ander woord voor warm. x zijrivier van den Rijn x timmermansgereedschap, x een grondsoort x een verkorte jongens- of meisjes naam. x spreekt men van bij een loterij. De kruisjesmoeten den naam noemen van een groot componist. 3. (Ingez. door W. B—Z.) Driehoek-raadsel A B X X X X X X x X X X X X X X X X X X X X X X de naam van een vorstelijk persoon. een lekkernij. beenbekleeding. een bloem. een vierhandig dier. neen in 't Engelsch een klinker. De zijde A—B moet hetzelfde vermelden als de zijde AC. 4. (Ingez. door W. B.Z.) Met b ben ik een peulvrucht. Met h een an der woord voor smaad. Met k een ander woord voor wang. Met 1 een ander woord voor geld. Met p een visch. Met t een klank. Met w een huis. Met z een jongen. 5. (Ingez. door W. B.Z.) Zet achter iets, dat ge ook gedicht kunt noemen, een deel van het gebit en ge krijgt iets. waar we dankbaar voor moeten zijn, als we het bezitten. 6. (Ingez. door W. B.Z.) Maak van het woord poets 15 éénlettergre pige woorden, waarin telkens maar eenmaal dezelfde letter voorkomt. Geen meisjes- of jongensnamen. AFDEELING II (Leeftiid 9 jaar en jonger) A B XXXXXXXX X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X XXX X X de naam van een, maand. doet moeder eieren in. waar alle menschen over spreken. dient om water in te doen Stroomend water. ander woord voor erg beginnen de meester sprookjes mee. een medeklinker. A—B en A—C moeten dezelfde maand noemen. 2. (Ingez. door W. B.Z.) Vul de puntjes in met letters, zoodat je een aardig rijmpje krijgt. A. ,s e.n m..de. no. .oo a.., toe. dek. zij w..m 3. (Ingez. door W. B.—Z.) Vierkantraadsel. a n d r 0 e i t n V Wat staat hier te lezen? 4. (Ingez. door W. B.Z.) Op een verjaarsvisite waren 9 meisjes. Als je uit ieder van haar namen één letter neemt, weet je welk lekkers zij bij de thee kregen. Dit zijn de namen: Sientje Petronella Er nestine, Christien Suze Lina Anna Emma Toos. 5. (Ingez. door W. B.—Z.) Strikvragen. a. Wat is zwaarder: een pond veer en of een pond ijzer? b. Ballen, die niet kaatsen willen, Huizen, die men op kan tillen. Klokken, die geen tijd aangeven, Boeken, die niet zijn geschreven. Pijpen, die men niet kan rooken. Kolen, die men niet kan stoken. Paarden, die niet kunnen draven. Schoppen, die niet willen graven. Boomen, die men niet ziet groeien, Bloemen, die men niet ziet bloeien Slangen, die niet kunnen bijten. Advokaat, die niet kan pleiten, Noten, die men niet kan kraken. Bellen, die geen leven maken. Zal dit alles heusch bestaan? Nu moet je aan 't raden gaan. 6. (Ingez. door W. B.—Z.) Ladderraadsel, x een groot gebouw x een zwemvogel x van chocolade x een meisjesnaam, x een kleverige stof x een klein insect' x een bloem x een hemellichaam. De voorste letters noemen iets, waar we nu al naar verlangen. RAADSELOPLOSSINGEN. De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING I. 1 Nachtegaal, lijster, wielewaal, koekoek, reiger. 2. Eebbelkousje. 3. Slochteren. 4. Lage Duin en Daalsche weg. 5. Beter hard geblazen dan den mond ge brand. 6. Ermelo. AFDEELING II Goede oplossingen, ontvangen van: 1. Paljas. 2. Lamp. 3. Stop-post 4. Sleutel-ring-vinger, Stoom-boot-tocht, oorlog-schip-breuk, inkt-visch-bakken, hand schoen-lepel, vlieg-machine-olie. 5. Kruidenier. 6. Lat wat mat rat. Goede raadseloplossingen ontvangen van: Dé kleine Conducteur 5 Rozekroontje 3 De kleine Timmerman 3 Droomelot 5 Klein Duimpje 5 Bellefleur 6 Honka 6 Herfstkindje 6 Zandkevertje 6 Cvclame 5 Moeders Troost 6 Wim 4 Vaders Jongen 4 Zonnestraaltje 6 Zonnefee 6 Dierenvriendin 6 Borduurstertje 6 Zonneroosje 6 Roodkapje 4 Zandkevertje 6 Rozemarijntje 5 Mosroosje 5 Prikkeldraad 5 Kruidje roer mij niet 5 Turnstertje 5 Waterlelie 6 Poppenverpleeg- stertje 6 Gouden regen 5 Nelly Bakker 6 Slaapmutsje 6 Liliputtertje 6 Jopie B. 6 Het jongste Blondje 6 De kleine Conducteur 6 Lyts Feint 6 RUIL-RUBRIEK. WIPNEUSJE, Colensostraat 48rood, heeft: Amstel, 2 Erdal, 12 Sickesz, Bussink, 1 Radion 9 Klok, 5 Liefstinck, 14 Hag. Hiervoor vraagt ze alle soorten Hille. Leupen (Serie A). Ruil- tijd Zaterdagmiddag. DUIFJE dankt een vriendelijke onbekende voor de Roodbandplaatjes. PRIKKELDRAAD. Schagchelstr. 32r.. heeft 46 Weegschaaltjes, S Meco punten, 4 Sickesz 8 Verkade vetplanten en bloemen in onzen tuin, 14 Hille Noord-Holland. 1 Pelikaan, 2 Ira, 11 Haas, 1 Rademaker. Hiervoor vraagt ze Ha ka. R. KAMP, Kleverparkweg 52, heeft 6 Droste plaatjes, 3 Sunlight, 3 Lux, 1 Radion. Hier voor zou ik gaarne Verkade's Vetplanten wil len hebben 1 tegen 3. Verder heb ik 6 Keg's Een reis naar Indië, 1 Pleine's dierenplag:s, 13 Filmsterren, 13 Filmsterren, 1 Radio-'- bal, 1 groote voetbalplaat, 2 voetbaltechniek, 9 Olympische spelen,~3 Snoet's wilde jaren, 2 Bussink, 2 Tik-tak. T Driessenvlaggen, 9 Al- ber Heyn, 3 4 Kilmos K.M. bon. Hiervoor graag 1 tegen 2 Vetplanten. Dan heb ik nog 7 Weegschaaltjes. 13 Kwat- ta, 1 Sickesz. 1 Indiaantje. 21 Roodband plaatjes. Vreemde postzegels, wapens, bloe men. vlinders, 1 tegen 1 met Vetplanten. Dan zou ik nog graag 100 Miss Blanche punten willen ruilen uitsluitend voor 100 Batco- punten. JOH. KLUIT, Waldeck Pyrmontstr. 2r., heeft: 35 Vetplanten Verkade, 4 Bussink's Groningen. 12 Haarlem'sche Brood en Meel fabriek, Bloemen en Groenten, 9 v. Nelle's, 1 Kwiek, 2 Hilmos, 3 Haas-azijn, 1 Pette's Cac tussen. 2 Droste, Bali. 30 Bobbiemannet.ies, 1 Lindeboom, 6 Haust, 7 Funke. 5 A. B. Bink. 1 Meursmg, 1 II. O.. 20 Meco. Hiervoor vraagt hij Hille (alle soorten) en Benito de Jonge Zwerver. POSTZECELRUBRIEK. LUXEMBURG VII V;- -tz s -r 5" +/rr/a jurt-//) JOcf /icJ- -zie/-. f 'O -50 JO 'f '4-tV Gar hos. n 'O ,fr •bp - uYx f X As Sfrj, In 1923 verschenen enkele zegels van de serie 1921 met overdruk 25 27 Mai 1B23, het zijn 10 ct. 25+5 (groen), 15 ct. 25 10 (rood oranje) en 25 ct. 25+10 (d. groen) grootte der vakjes 30 x 28. In 192223 ver scheen een serie portzegels nl. 5 10 20 25 30 50 ct. 1 fr. allen groen met rood cijfer in wit vak. Grootte der vakjes 28 x 23. Als aanvul ling van de koerseerende serie verscheen in 1923 de 3 fr. (blauw) voorstellende een ge zicht op de stad Echternach. Grootte 45x28. In 1924 verscheen de eerste serie caritas- zegels, die sindsdien elk jaar werden uitge geven. Deze serie bestaat uit de waarden 121/2 712 ct. toeslag (groen), 35 ct. 10 (blauw) 2 1 2 fr. 1 fr. (rood) 5 frs. +2 frs. (bruin- violet). Deze zegels werden bovendien over drukt met Caritas en werden uitgegeven ter herinnering aan de gestorven prinses Maria Adelheid. Grootte der vakjes 30 x 28 m.M. Zie het schetsje. N.B. Zorg voor doorzending der groepen, opdat weer de nieuwe zendingen kunnen wor den klaargemaakt. Rustenburgerlaan 23. AAN DE RUBRIEKERTJES VAN HAARLEM'S DAGBLAD Hartelijk dank voor al het mooie speelgoed en de heerlijk warme kleeren, die jullie zoo vriendelijk waren ook voor mijn St. Nicolaas- feest te maken. Ruim 200 kinderen zijn Woensdag 6 Dec. gelukkig gemaakt met al het mooie speelgoed Ook jullie ouders, Mevr. Blomberg vooral en het Haarlem's Dagblad onzen hartelijken dank. Met vriendelijke groeten Hoogachtend, ZUSTER SCHOUTEN en BEP ZWEERTS DE JONG. MIEZE-POES EN HAAR ST. NICOLAAS- CADEAU Onze Mieze-poes Die kleine schat. Die kreeg van Sinterklaas Ook wat. Een halsband glanzend wit Met blauw Sint-Nicloos zei: Die is voor jou En moeder bond hem om Miesjes hals. Maar Mieze-poes deed lang niet malsch. Ze krabde moeder heusch 't is waar. En Moes zei toen: Ik vind je naar. De band was eindlijk vastgestrikt Maar Mies was heel gauw weggeglipt. Toen ik haar na een poosje zag, Leek 't mooie bandje wel een vlag. Ik riep toen boos: „Jij stoute Mies, Die mooie band is nu al vies. Hap beet Mies hem totaal kapot Het leek toen een_ armoedig vod. Kwaad heb 'k den'band maar afgedaan Poes is aan 't spinnen toen gegaan, Ze miauwde vroolijk en zei vast: Een band is iets, dat mij niet past. W. B.—Z. WAT ONZE BELANGSTELLING WEKT. Over postzegels. In 1933 zijn er 61056 nieuwe postzegelsoorten verschenen. Hiervan verschenen er in Europa 19866, in Amerika 16239, in Afrika 12852, in Azië 9017 en in Australië 3082 stuks. De geschiedenis van een land op een brief kaart. De Italiaansche professor Nicola Durso schreef indertijd voor de koningin van Montenegro de geschiedenis van haar land op een briefkaart. De heele geschiedenis be vatte 11.000 woooden. Brieven aan de Redactie van de Kinder- Afdeeling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERGZEEMAN, Mamix- straat 20. DROOMELOT. Je raadsel is goed. 't Doet me genoegen, dat je zoo genoten hebt op ons feest. Is je étui al in gebruik? Ik hoop, dat je boek ook naar je zin is. "t Is prettig, dat je zooveel van lezen houdt. Heeft Sint je ook een boek gebracht? DE KLEINE TIMMERMAN. Dat is een heerlijk St. Nicolaasfeest- geweest. Je denkt er zeker telkens aan terug. ROZEKROONTJE. Hoe was het Donder dagavond? Schrijf je me er de volgende week een grooten brief over? W. L. Mijn dank voor je complimentje. Heb je nog een goocheltoer af kunnen kijken? Misschien zal ik je nu nog wel eens meer op een Zondagmorgen zien. Al bericht gehad? Misschien een St. Nicolaas-surprise. Ik ben blij, dat je werk weer wordt voortgezet. Waar schijnlijk ben je ook in Z. geweest. MARIANNE. Wat prettig, dat jij ook op ons feest bent geweest. Ga je nu ook weer naar schooi? Je treft het anders niet met de kou. Maar misschien is 't al weer geleden, want strenge heeren regeeren niet lang. WILGENROOSJE. Wat vond ik het aar dig, dat jij nog een bijdrage gaf voor onze tentoonstelling. Hoe gaat 't er nu mee kind? Jij hebt dunkt me. al menig geduldpoedertje geslikt. Mag ik nog eens wat van je hooren? Van harte beterschap toegewenscht. ROODKAPJE. 'k Vond je poppenkamer snoezig. Ik kan me best begrijpen, dat jullie er hard aan gewerkt hebben. Wat knap, dat zus al een hemd voor je genaaid heeft. De kleertjes zijn ook zoo goed te pas gekomen. ZONNEROOSJE. Prettig, dat jij Zater dag zoo genoten hebt op ons feest. En wat ge zellig, dat vader bij je was. Hebben jullie thuis ook prettig St. Nicolaasfeest gevierd? Wat heeft hij je gebracht? WIM Heb je geen enkele goocheltoer af kunnen kijken? Ja, die ligstoeltjes heb ik gezien. Ze waren keurig gemaakt. Dat school feest is ook eenig geweest, hè. Jullie hebben maar een fijne week gehad. CYCLAME. Ik dacht wel, dat jij ook ge nieten zou op ons feest. En het doet me ge noegen, dat je het verhaaltje mooi vondt. Maar wat jammer, dat Sint je geen atlas heeft gebracht. MOEDERS TROOST. Ja onze tentoon stelling leek net een groote speelgoedwinkel, hè?- ik zou het natuurlijk aardig vinden, als jij het volgend jaar ging breien Jij had dus Zaterdag twee feesten op een middag. Kwam St. Nicolaas op het schoolfeest? WIPNEUSJE. Die laatste kunst was ze ker wel heel wonderlijk. En 't waren toch heusch echte duiven. Je mag je boek komen ruilen 't Zou leuk zijn, als onze Tijdingzaal eens te klein was voor de Tentoonstelling. NAPOLEON. Heb jij een goeden Sint ge had? Leuk. dat jullie allemaal bij zus wa ren. Ben je nog op onze tentoonstelling ge weest? En op den feestmiddag? Hoe was de opvoering in den Protestantenbond? Vast heel hartelijk gefeliciteerd met moeders ver jaardag. MOSROOSJE. 'k Ben blij, dat St. Nico laas jou ook niet vergeten heeft. Hij heeft ook om mij gedacht, hoor! ROZEMARIJNTJE. Ja, 't is reusachtig jammer, dat je niet op ons feest bent ge weest. Kom Woensdag maar eens bij me, ik heb voor jou ook nog een verrassing. De ca deautjes zijn nu in alle ziekenhuizen ook uit gedeeld. Heb je al schaatsen gereden? Die Kookstertje geeft moeilijke raadsels op, hè? Jouw raadsel is goed. ZANDKEVERTJE. Je mag het briefje al tijd wel op hetzelfde blaadje als de raadsels schrijven. Wat schrijf je netjes met de vulpen van Sint. Maar dat moet ook, hè? VADERS JONGEN. Er waren wel bezoe kers, die dachten, dat je de voorwerpen van onze tentoonstelling kon koopen. Een goo chelaar moet een vlug mensch zijn, anders kan hij niet goochelen. Heb je het étui nu gevuld? MOEDERS OUDSTE. Prettig, dat jij ook zoo genoten hebt op ons feest. Die duiventoer was onbegrijpelijk. Ik denk niet dat een van de aanwezigen dat kon verklaren. Die politie agent was een grappige snuiter. Ben jij al op de schaats geweest? Hoe zijn de proeven op de school afgeloopen? Komt het rapport te gen Kerstmis? ZONNESTRAALTJE; Is meneer H. lang ziek geweest? Je Tapport' zag er niet slecht uit, maar die twee vijfjes moeten nog ver dwijnen, hè? Als je eens net kon doen, wat die goochelaar kan? Dat zou nog eens fijn wezen. Ben je net zoo in je hum als meneer Plum? Gebruik je je postpapier voor een nieuwjaarswensch? GELUKSPOP EN SERINGENKNOlPJE. Jullie zijn tevreden zusjes hoor. Heeft Serin genknopje het boek al uitgelezen? TURNSTERTJE. Ik ben ook blij, dat al les zoo goed is geslaagd. Die Sint heeft jou zoo goed bedacht, dat je er zeker nog lang op teren kunt. Hij wist. zeker, dat je zooveel van marsepein hield. Die kleine broer is ook niet vergeten. Hij speelt zeker alle dagen met zijn auto. Die boekenmanie is in deze dagen nog niet zoo kwaad. KRUIDJEROERMIJNIET. Ik denk, dat je nog dikwijls aan deze heerlijke feestweek zult terugdenken. Hoe was 't in de Maria- Stichting? De pantoffels zijn zeker al inge wijd. En het vulpotlood natuurlijk ook. Wat heb je reusachtig veel gekregen. Die Prikkel draad heeft nog eens geboft, hè? PRIKKELDRAAD. Hoe heb je 't Donder dagavond gehad? Die Decembermaand is eigenlijk de vroolijkste maand van "t jaar. Is de raadselprijs ook naar je zin? Heb je er al weer Haka-bonnen bij gekregen? Wie heeft dat boek van Zonsverduistering geschreven? Hebben jullie nu weer huiswerk? Dat zal af vallen. ZWARTKOPJE. 't Doet me genoegen, dat Langs een omweg naar je zin is. Leuk, dat jij naar de Maria-Stichting bent geweest. Wat kinderachtig, dat dat meisje begon te huilen, toen Sint binnen kwam. Die goede Sint doet niemand kwaad. Op den 2den Kerst dag ben ik geheel bezet, dus kan niet naar dat concert, 't Zal zeker wel heel mooi worden WATERLELIE. Jij bent een dankbaar gestemde waterlelie, hoor. LENTEKIND. Dat was een lange brief op een prachtig velletje postpapier. Die pop- penkamers zijn soms ware kunststukjes. "Heb je al foto's in je album geplakt? Als jullie eikaars boeken lezen, doe je er zooveel te langer mee. Wat gezellig, dat je in Amster dam ook Sint hebt gevierd. Die Sint gaf jou heel wat lekkers. Heb je er geen kiespijn, van gekregen? Heb je voor 't eerst het feest in 't Ziekenhuis meegemaakt? Ik ben blij dat Sint ook zoo goed om jou heeft gedacht. Is nu a.s. Zaterdagavond jullie schoolfeest? ZONNEFEE. Ik dacht wel, dat de ten toonstelling een groote verrassing voor je zou zijn. Of er hard gewerkt is. Gefeliciteerd met je goede rapport. Wordt de boodschappen- tasch gebreid? Dat is zeker een heel karwei. Ik vond je popje snoezig. Heb je het boekje al uitgelezen? DIERENVRIENDIN. Ja, echt jammer dat moeder niet mee kon gaan naar t feest. Moeders hebben altijd zoo veel te doen. De schoolfeesten zijn heel prettig geweest, hè? Hebben alle zusjes en broertjes plezier ge had? BORDUURSTERTJE. Kennen jullie de liedjes nog van meneer Blum? Die Dieren vriendin bewaart haar geld op een rare plaats hè? Ja, ik zou ook wel eens guldens willen plukken. Komt Wim Weetgraag flink aan op de Openluchtschool? Ik zou het prettig vin den weer eens wat van hem te hooren. Je vergat bij je raadsel de oplossing: te doen. MEJ. A. B. Hoe gaat 't met Nelly? En hoc is 't met zusje? Wat zielig, dat ze zoo'n pijn heeft gehad Is 't nu beter? Moet ze blij ven liggen? Gelukkig maar. dat Sint haar niet vergeten heeft. Ik feliciteer haar vast heel hartelijk met haar verjaardag, k Hoop, dat ze dan weer gezond mag zijn. De drie op genoemde schuilnamen zijn er geen van alle. Laat ze er dus maar een van uitkiezen. MEVR. B. Wat jammer, dat Jopie door ongesteldheid niet aan 't feest deel kon ne men. Hoe gaat 't er nu mee? Ik hoop dat ze me de volgende week weer zelf kan schrijven LILIPUTTERTJE. Krijg ik de volgende week een langen brief? SLAAPMUTSJE. En van jou ook? MIEKE. Dat vond ik een verbazend aar dig idee om zelf naar het huis van die kin deren te gaan- en je schatten uit te deelen. Ik kan me best begrijpen, dat je er nog tel kens aan terug moet denken. WANDELVOGELTJE. Flink zoo, blijf jij maar wandelen. Nu is er ook veel moois te zien buiten. Gaan vader en moeder en de zussen ook mee? 't Is nog heel moeilijk om vogels te leeren kennen naar hun stemgeluid Maar een wandelvogel leert dat wel. WÏM TEN H. Was Dirk niet blij met je stal? Zoo'n zelfgemaakt cadeau heeft dubbe le waarde. Was Rie met het handwerk voor moeder klaar gekomen? HET JONGSTE BLONDJE. Ik begrijp best, dat het schrijven aan mij er de vorige week bij inschoot. Er waren zooveel andere dingen te doen. Loopt je klokje goed? Wat heeft Sint je nuttige .cadeautjes gebracht. Hij heeft mij ook niet vergeten. Wat jammer,' dat je niet naar Groot Kijkduin bent geweest. HET OUDSTE BLONDJE. Wat had ik langen tijd niets van jou gehoord. Ik vind het ook zoo prettig om op ons feest allemaal be kende gezichten te zien. Aardig van je om die map met meubeltjes te bewaren voor een vol gend jaar. Maar dan maak je ze toch zelf af. Sint heeft jou ook goed bedacht. Was Oma niet heel büj met je mooie geborduurde ta fellaken? Hebben jullie nog schaatsen gere den? Je zult het weer gauw kunnen. MOSSELTJE. Ik vind het wel een leuken naam. Houd jij veel van je naamgenootjes? Ik heb ze nog nooit geproefd. Ze lijken me zoo slijmerig. Woon je dicht bij Zee? AFRIKAANTJE, Jouw naamgenootjes zijn nu uitgebloeid. Ze hebben lang gebloeid, maar nog niet zoo lang als de goudsbloe men. Maar nu heeft de vorst de laatste bloempjes gedood. Wat in den grond zit, wordt goed bewaard. Daar kan de vorst niet gemakkelijk bij komen. HAN. Of ik jou nog ken! In den Schouw burg zag ik je niet. Er waren er ook zooveel hè? Hoe gaat 't jou en de verdere familie? Hoe is 't met je schilderplannen? Was je vroeger niet Rembrandt van Rijn? LEITS TYNT. Natuurlijk had je het ca deautje van je zus in ontvangst mogen ne men. Ik kan me begrijpen, dat ze kwaad op je was. Ze had nog al zoo lang gewerkt dien dag. 't Hinderde toch niet, dat ze geen Ru- briekertje was. Ze had Immers ook meegedaan met den St. Nic. wedstrijd. Wat jammer, dat Üi de tentoonstelling niet hebt gez'en. Ik heb Tuinman gesproken in 't Diaconessenhuis. Hij maakt het heel goed en die vervelende blinde darm is er uit Dus jij kunt niet. nr> eigen beenen loopen. Wat heeft je grootvader je verwend. Mag 't horloge alle dagen op? DRIEHOEKJE. Hebben jullie op de club nog wat aan Sint gedaan? Wat zijn de ver dere winterplannen APENOOTJE. Ben jij niet het vroegere Appeltje? Misschien ben je nu meer van de pinda's gaan houden? Ga je op de Mulo? In welke klas zit je nu? En wat zijn je toekomst plannen? Wat een grappige surprise hebben jullie voor dien Franschen leeraar gemaakt. En was het gedichtje ook in 't Fransch. WILLIE S. Ik heb al een Wilgenroosje. Ze is wel oud-Rubriekertje, maar ik zou haar naam toch niet graag weg willen geven, want ze schrijft me nog wel eens. Ze heeft lange jaren dien naam gehad. NIKKERTJE. Kom jij ook weer eens op dagen? Je houdt nu toch zeker wel van schoone handen. Zoo'n oud scheldnaamnje raak je nu eenmaal niet gauw kwijt Als Ru- briekertje mag je wel van naam veranderen. Wou je soms de Blanke Man heeten? W. BLOMBERGZEEMAN Marnixstraat 20 Haarlem, 8 December 1933. Een eigenaardige club. In Peking be staat een club waarvan alleen leden kunnen zijn de dragers van een langen, mooien baard. De club telt slechts 14 leden, die gemiddeld 35 jaar oud zijn Rijst. Alexander de Groote bracht de rijst uit Indië over naar Europa en de Ro meinen verspreidden ze later verder. De Moo- ren brachten ze over naar Spanje, vanwaar Karei V ze overbracht naar Noord-Italië. Eigenaardig schrijfmateriaal. Men zegt dat Mohammed de mooiste gedeelten van den Koran d.i. den Mohammedaansche Bijbel geschreven heeft op de schouderbladen van schapen. Een beroemd schrijver uit de oude Grieksche wereld schreef een even beroemd boek, de Illias op het geraamte van een. draak. In het Strozzi Paleis te Rome is een boek te zien, dat van marmer gemaakt is, de bladzijden zijn uiterst dunne blaadjes mar mer. Een geleerde Griek, Cleanther, schreef zijn werken op den blanken binnenkant van zee schelpen. Een nieuw dierenpark. In navolging van het Yellowstonepark in de Ver. Staten van. Amerika heeft men nu ook in Zuid-Afrika een dergelijk Nationaal Park gesticht, waar reeds in rond loopen 650 olifanten, 10 neus hoorns, 600 leeuwen, 150 nijlpaarden, boven dien tallooze zebra's, buffels en antilopen. Gymnastiekles in de gevangenis. De ge vangenen in de gevangenis te Groningen krij gen tegenwoordig 2 maal per week een uur gymnastiekles. Een nieuwe postzegel. De Republiek San. Salvador in Midden Amerika is de eerste staat, die een postzegel heeft uitgegeven waar op een vrouwenhoofd staat afgebeeld met kortgeknipt haar. HOE MOPSJE DEN RING TERUGBRACHT. „Wat zou je van een verrassing denken?" vroeg de baas, toen hij met een pakje thuis kwam. „Voor mij baas?'' blafte Mopsje. Maar de baas hoorde hem niet eens; hij glimlachte tegen de vrouw. „Vroeger bracht ik vaak handschoenen voor je mee!" zei hij toen. „Oh, wat een beeldjes en precies de kleur, die ik zoo graag had willen hebben," zei de vrouw blij, terwijl ze de handschoenen be keek. Mopsje likte haar hand. „Probeer ze even!" zei de baas. „Laat ik er maar mee wachten." Waarom wilde ze in hemelsnaam wachten? Mopsje wilde graag zien hoe de hand schoenen de vrouw stonden en de baas ook. De baas keek heel teleurgesteld, toen de vrouw ze zorgvuldig opborg. „Ik vind ze te mooi, om ze al dadelijk aan. te trekken," zei de vrouw een beetje zenuw achtig. Maar zoodra de baas weg was, liep ze naar boven. Mopsje wist zeker, dat de vrouw de nieuwe handschoenen ging pasen. Mopsje was. dol op nieuwe handschoenen van de vrouw; want soms mocht hij ze in zijn bek dragen. „Zal ik den baas halen?" vroeg Mopsje, zijn oor en spitsend. „Ga weg, Mopsje," zei de vrouw; ze deed de deur op slot. Wat deed de vrouw, dat Mopsje dat niet zien mocht? Maar ze bleef niet lang op haar kamer. Na tien minuten kwam ze weer stilletjes te voorschijn, keek even, of de baas niet in de buurt was en ging toen het huis uit met het pakje, waarin de handschoenen zaten. Dat was grappig; want het was Zaterdagmiddag en anders bleef de vrouw dien middag meestal thuis. Mopsje volgde haar op eenigen afstand. Hij zag hoe ze werd aangesproken door de pre dikantsvrouw. „Hebt U niet iets voor onze armen-bazar?" vroeg ze aan de vrouw. „Oh ja, neemt U dit maar!" en het vrouwtje gaf het pakje, waarin de handschoenen waren „Woef", blafte Mopsje. „Ga naar huis, Mopsje," zei de vrouw, „ik moet boodschappen doen." Zoo ging Mopsje mee terug met de predi kantsvrouw. hij vond haar wel aardig, want hij kreeg dikwijls een koekje als hij langs haar huis kwam. En bovendien, ze had het pakje in de handen, dat de baas aan de vrouw gegeven had. Mopsje begreep het niet goed. Waarom gaf zijn vrouw de handschoenen weg, die zij pas gekregen had? Ongemerkt sloop hij achter de predikants vrouw aan, toen zij het lokaal binnen ging, waar de bazar gehouden werd. Hij moest goed oppassen, dat de menschen hem niet op zijn pooten trapten. Hij had al een paar keer rondgeloopen, toen hij bij een uitstalling van oude handschoenen kwam. Eén paar was niet oud, dat was het nieuwe paar, dat de baas aan de vrouw gegeven had. „Wat een mooie handschoenen liggen daar," hoorde Mopsje een vrouw zeggen en ze wees naar de handschoenen van de vrouw „Die zal ik maar koopen, hoewel het een kleine maat is." Ze begon het geld uit haar portemonnaie te zoeken, en Mopsje zag de kans schoon om stilletjes de handschoenen weg te pakken. Niemand dan de vrouw zou de handschoenen hebben, die de baas voor haar had meegebracht. Het duurde een poosje, voor hij thuis was, want hij moest de handschoenen heel voor zichtig dragen. Thuis legde hij ze in zijn hok en toen vergat hij ze verder. Toen hij later binnen kwam, hoorde hij iedereen opgewonden praten: de baas, de vrouw, Gr ie te, Marie. „Oh", zuchtte de vrouw „en het was de ring die ik met mijn verloving gekregen heb. Ik weet zeker, dat ik hem nog had, voor ik boodschappen ging doen. Hij moet dus nog in huis zijn." „Wanneer zag je den ring voor het laatst?" vroeg de baas. „Toen ik de nieuwe handschoenen paste". „Waar heb je die?" „Hier zijn ze." fluisterde de vrouw, en ze liet een paar zien. Dat was te veel. Mopsje holde naar zijn hok, haalde de handschoe nen en legde ze kwispelstaartend aan de voe ten van den baas en de vrouw, „Wat is dat? Ik gaf je toch maar één paar," zei de baas vebaasd. terwijl hij ze van den grond opraapte. Plotseling rolde de ring eruit. De vrouw was heel rood geworden. „Oh, man" zei ze tegen den baas. ..Vroeger had ik een kleinere maat handschoenen; maar dat wilde ik niet weten voor je. Daar om gaf ik deze handschoenen aan de armen- bazar en kocht een paar grootere Toen lachte de baas en gaf de vrouw een kus; en ze deed den ring weer aan haar vin ger. Mopsje kreeg als belooning een paar heerlijke koekjes. DINA VAN Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 8