UlfÉ ER WORDT GEWERKT AAN DE JANTJES. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor !Oct. WOENSDAG 13 DECEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 8 LETTEREN EN KUNST. ,En dat is nou het cabaret!' Eet cabaret verrijst. De voorbereidingen voor de laatste studio-opnemingen van de Neder- landsche sprekende jïlm De Jantjes in vollen gang. „En dat wordt nou het cabaret!" In de hooge hal van de Cinetone-studio aan de Duivendrechtsche kade in Amsterdam is men met man en macht bezig aan de voor bereidingen voor de laatste studio-opneming voor de Hollandsch-sprekende film De Jantjes: aan de cabaretscène. Dit belangrijke gedeelte van de film is grootsch van opzet. Er zullen dance-girls aan meedoen, er komen accordeonvirtuozen, er zal gezongen worden door Louis Davids! Fientje de la Mar als Jans zal dit cabaret bezoeken en daar zal zich een klein intrigue afspelen, daar in dat ca baret ,dat men nu Dinsdag bezig is op te bouwen, en waar men al vijf dagen druk mee geweest is. Want er wordt serieus gewerkt aan deze Nederlandsehe speelfilm, die een der eerste is uit de Nederlandsehe sprekende speelfilmindustrie. ..Dat is nou het cabaret!" In het hooge gebouw aan de uiterste grens van Amsterdam wordt getimmerd en geverfd, wordt het tooneel opgeslagen en de dans vloer gelegd, richt men de entrée van het cabaret op. Alles onder het toeziend oog van architect Hans Ledensteger, die ook voor de bouwwerken zorgdroeg uit o.a. Eine Nacht in Venedig en Der Prinz von Arcadien. De entrée? Houten geraamtes bespannen met beschilderd doek. Het parket van de dans vloer? Hout, waarop met bruine verf wor den gelegd. Het tooneel? Ja. het tooneel uit het cabaret, dat ergens in Amsterdam verbeeldt te staan, is de voor steven van een schip. Op de brug komt het orkest te zetten, op de voorplecht zullen de girls dansen, en zal Davids zijn liedjes ten beste geven, vandaag, morgen, als men met het bouwen klaar is. Vooraan het schip werkt iemand aan de gebeeldhouwde figuur van stofverf of klei. Ginds torst men een anker, elders geeft men aan de wantkabels een zilveren kleur. Productie-leider Leo Meyer die als zoodanig Vier von der Infan terie van Pabst (Westfront 1918) heeft ge leid Leo Meyer, de „flnancieele regisseur" krijgt opgave van de kosten van het vullen met water van het bassin in het cabaret en hij fronst zijn voorhoofd. Als hij mij het MUZIEK. CONCERT DER H. O. V. Soliste: TO VAN DER SLUYS. Het waren nagenoeg alleen juichende, vroo- lijke of liefelijke tonen die in de eerste helft van het Dinsdagavondconcert klonken. Kerst vrede, verheerlijking, levenslust, kwam ons achtereenvolgens uit de werken van J. D. Heinichen, Bach en Beethoven tegemoet. Die Weihnachts-Pastorale; hoe deed ze aan de beroemde symphonia uit Bach's Weih- nachtsoratorium denken! Meester Heinichen (de man oefende een tijdlang de advocatuur uit!) leerling van den Thomascantor Joh. Kuhnau, toonde zich in dit kerststuk niet de mindere van hem die later Kuhnau als cantor zou opvolgen. Zijn hoogst welluidende, in twee- deeligen vorm geschreven Pastorale wekt de zelfde stemming als die van Bach, die tus- schen haakjes het mooiste gedeelte van diens Kerstoratorium, dat grootendeels een pas- tichio van aan andere werken ontleende fragmenten is, uitmaakt. Ik kan den klank van het strijkorkest en de beide fluiten, hoewel deze laatste aanvanke lijk niet geheel zuiver stemden, volmondig prijzen. Voor de wijze waarop To van der Sluys de Cantate „Jauchzet £-ott" zong is de term „prijzen" te zwak. Diepe bewondering, luide jubel past voor dezen verrukkelijken zang, die zelf één en al jubel en bewondering tot uitdrukking bracht. De exorbitante eischer. die deze cantate aan stemtechniek en adem- beheersching der zangeres stelt, waren geen hinderpalen voor het bereiken van ongerepte schoonheid. Dat To v. d. Sluys als Bachzange- res alle Nederlandsehe sopranen achter zich laat, toont zich hoe langer hoe duidelijker. Zij Immers heeft naast de stem en de techniek het gevoel voor den stijl en het innerlijke in volkomen mate. De trompettist De'Vries blies de obligate trompet partij meer dan verdien stelijk. Vooral in het „Hallelujah" vormen sopraan en trompet, een concerteerend duet met orkestbegeleiding. Beethoven's Eerste Symphonie ging een beetje vlak. Het leek soms of ieder zoowat op z'n eigen houtje speelde (figuurlijk genomen). De reprises in drie der vier hoofddoelen, die alle genomen werden, maakten het toch al zeer uitgebreide programma onnoodig nóg langer. Scheen het dat de naderende Kersttijd den aanvang van het programma bepaald had, bij het tweede deel was daar geen sprake van. We zitten nog ver van de Lente af en de weer berichten zijn nog niet van dien aard, dat "we spoedig lenteboden kunnen verwachten. Zoo kwam dus de Suite „Printemps" van Debussy als een anachronisme. En nu moge de or kestratie van dit werk rijk en voluptueus zijn. de overdaad van noneaccoorden met hun uit- papiertje toont, schrik ook ik van het hooge bedrag. „Filmen is duur!", zegt hij laconiek. Het bassin is nog een betonnen kom, waar in ladders staan en menschen werken, maar morgen zal het gevuld zijn met water en zijn rol in de opneming spelen. De muren van de dancing zijn 5, 6. 8 M. hoog, niet hooger dan noodig is en daarboven rijen zich de meer dan 30 geweldige lampen, waarmee cameraman Akos Farkas proeven neemt. „Lager! Iets hooger!De vol gende!" Dat is nou het cabaret, niet grooter dan noodig is voor de opnemingen, bestaande uit een achterwand, wel stevig, maar toch slechts van houten schotten, gespannen doek, doek. gips en verfvoor enkele dagen bestemd. Op de treden van een trap liggen eenige boeken met foto's uit de reeds voltooide ge deelten: Johan Kaart als de Schele met Jan van Ees en Willy Castello, Oscar Tourniaire en Fientje de la Mar, Poons en Henriette Davids, thuis, op straat, in Indië. „Is U tevreden met het spelersmateriaal?" vraag ik regisseur Jaap Speyer. „Uiterst tevreden!", antwoordt hij. „En nu mag men zeggen, dat het geen filmspelers zijn, maar tooneelspelers, ik kan u verklaren, dat er onder deze tooneelspelers artisten zijn, die het buitenland als filmspelers graag zou willen hebben!" „Morgen de opneming?" „Morgen de opneming, cabaret, Louis Da vids. Weet u, dat ik pas na eenige moeite Davids hiervoor te pakken heb gekregen? Hij stond er in het begin sceptisch tegenover, maar toen hij het manuscript ingezien had, werd hij enthousiast!" „En uw verdere plannen na de Jantjes?" Speyer lachte fijntjes. „Misschien een Hollandsche roman, mis schien internationale stof En dadelijk van dit onderwerp afstappend, tot den assistent: „Bel Frau de la Mar op, morgen present. Laat ze vooral om dien hoed denken A. J. C. VI. wijkende oplossingen in het eerste deel ver moeien spoedig. De nabuurschap met zijn 4 handige ..Petite Suite", die overigens harmo nisch veel eenvoudiger is, doet zich duidelijk voelen, ook in het tweede deel, dat tenminste een paar pittige rythmische motieven (ook verwant met een en ander uit bedoelde Suite) bevat, en daardoor frisscher klinkt dan het zwoele eerste deel. En ook de invloed van Wagner, waaraan de Fransche componisten destijds zich tevergeefs trachtten te ontruk ken, is evident. Met de voordracht der Aria van Lia uit „l'Enfant prodigue" toonde To v. d. Sluys de muziek van Debussy evengoed aan te voelen als die van Bach en bovendien een groote dra matische kracht te kunnen ontwikkelen. Want dat is voor deze aria een eiseh. De tegenstel lingen die het middendeel met zijn liefe lijke herinneringen aan het verleden en de vertwijfelde uitroepen aan het begin en slot verlangen gaf zij met een heftigheid, die haast realisme werd; dat zij desondanks geen oogen- blik het gevoel voor schoonheid verloren deed gaan: dat haar zang ook in de meest bewo gen fragmenten de hoogste welluidendheid behield, bewees haar groote artistieke cons ciëntie. Een driewerf „hulde" past ook hier. De Ouverture ..La Carnaval romain" vormde een frisch, zij het ook met het oog op den omvang van t programma overbodig slot. Aan de zangeres vielen langdurige ovaties ten deel. waarin na de Bachcantate de trom pettist deelde. Ook „Printemps" werd langdu rig toegejuicht. K. DE JONG. HET TOONEEL. De uit Duitschland verbannen Marionetten De marionetten van Paul Brann zijn uit Duitschland gebannen. De poppen begrijpen er niets van en weten niet, wat zij hebben misdaan. Zij deden nog nooit iemand kwaad en gingen eerst leven, als Brann en zijn medewerkers de touwtjes, waaraan zij hingen, in hun handen namen. Zij wisten niets van politiek, zij waren niet uiterst rechtsch of uiterst linksch, zij waren enkel., marionet ten, die zelfs nog nooit hoe is het mogelijk, zou men zeggen in het luidruchtige Duitsch land van Hitler, Goering of Goebbels had den gehoord. Jaren lang waren deze marionetten een glorie van München geweest en kwamen de Duitschers naar hen kijken, als zij de Ur- Faust of Het Kerstspel opvoerden. Het was altijd hun grootste roem, dat zij al gin? dat geheel buiten hen om zoo oer-Duitsch wa ren. Maar qp een dag kwam er een man en die stopte z-e in een groote kist, terwijl hij zeide: (Adv. Ingez. Med.) „Jullie moet weg! Jullie moogt hier niet lan ger blijven. Jullie moet uit Duitschland en gauw De poppen begrepen het niet en zij keken naar den man met groote oogen, waarin duidelijk de vraag te lezen stond: „Wat heb ben wij misdaan?" „Jullie bent niet Arisch!" zei de man, die hen in de kist stopte en hij lachte bitter. „Niet Arisch? Wat is dat?" zeiden de oogen der poppen, die elk jaar weer met Kerstmis het Kerstspel speelden. „Jullie bent geen Duitschers!" zei de man weer. die toevallig juist den Ur-Faust in zijn hand hield. „Ik geen Duitscher?" was de vraag, die er in de oogen van den verbaasden Faust te le zen stond. „Jullie geeft aanstoot. Jullie moet vort!" zei weer de man. „Wij hebben nooit kwaad gedaan!" was het stomme antwoord der poppen. Allen lagen zij verslagen in hun kist naast elkander. De man, die hen inpakte, meende één oogenblik duidelijk te zien, dat de poppen van het Kerstspel zeer droef keken. Althans het scheen hem zoo toe. Maar de duivel en de helsche geesten, die in Ur-Faust optraden, hadden merkbaar pret. De man bij de kist schrok van de grijns, die over hun koppen kwam. Zij hebben rondgezworven, overal, de arme verbannen marionetten, tot zij eindelijk in Nederland zijn aangekomen. Toen heeft Paul Brann ze uit de kist te voorschijn gehaald en hij heeft ze meewarig aangekeken. „Arme kinderen;" zuchtte Brann. „Ik ben de schuld van jullie ongeluk!" De poppen begrepen het al weer niet. „Omdat ik een Jood ben!" „Is dat een misdaad?" vroegen de oogen van Josef. de pop uit het Kerstspel. „In Duitschland wel!" zuchtte Brann. „Dan zijn we blij. dat wij er uit zijn!" ant woordde een pop en zij liet zich slap hangen in de armen van Brann, als zocht zij bij hem bescherming. „Is het gauw Kerstmis?" scheen een der poppen, die alleen maar tegen dien tijd tot leven komt, te vragen. Paul Brann kon niet antwoorden, zoo be droefd was hij. „En mogen wij dan niet weer zingen: „In alle menschen een welbehagen?" vroeg weel de pop. Zij was het zoo gewoon, elk jaar weer, tegen Kerstmis. l.Nee", grijnsde de duivel, die nog in de kist lag. ..Dat zingen jullie niet meer, nooit meer!" Maar op eens kwam er een glimlach op het gezicht van Paul Brann. „Luister maar niet naar den duivel!" zei Brann. „Die weet er niets van. Jullie zult het Kerstlied weer zingen, even mooi, ja, mooier dan in andere jaren. Jullie bent hier in Nederland en hier vragen ze niet, of jullie aan Arische of niet-Arische touwtjes hangt!" Het was duidelijk aan de poppen te zien. dat zij alweer Brann niet begrepen. Paul Brann nam het kindje uit het Kerst spel in zijn handen en het was, of alle poppen op eens begonnen te leven. Zij wisten immers, wat het beteekende, als Brann het kindje opnam. Dan waren de dagen van Kerstmis in aantocht, de dagen, waarop zij zongen „Vrede op aarde, in menschen een welbehagen!" ~Nu zij dat in Duitschland niet meer mogen zingen, zullen zij het in Nederland doen en wij zullen hen verstaan, deze verbannen poppen, wanneer zij Zaterdagmiddag in het Jeugdhuis te Bloemendaal voor Bloemendaal's Bloei het aloude Kerstspel zullen spelen, zooals zij het vroeger deden in Duitschland, op de dagen voor Kerstmis. J. B. SCHUIL. Rotterdamsch-Hofstad Tooneel OM ACHT UUR AAN TAFEL. Men vertelde mij gisteren in de pauze, dat van „Om Acht uur aan Tafel" in Amerika een flim is gemaakt. Het zou mij niet verwonderd hebben, wanneer ik had gehoord, dat dit stuk uit een film was getrokken. Want het heeft er alle kenteekenen van. Dit soort stukken is evenals bijvoorbeeld Menschen in 't Hotel het best te karakteriseeren als „film-tooneel". Vroeger waren wij tevreden met één fa miliedrama en dat dan zeer consciëntieus uitgewerkt en alles volkomen verantwoord op één avond tegenwoordig is dat niet meer voldoende; moloch publiek door de film verwend wil er minstens vier in een stuk, liefst niet al te diepzinnig of te lang belicht, maar verschillende moment-opna men, die ons als flitsen evenals op de rolprent voorbijgaan. Óm acht uur aan Tafel, het gisteren door Het Rotterdamsch-Hofstad Tooneel op een abonnementsvoorstelling gespeelde Ameri- kaansche stuk van George Kaufman en Edna Ferber is er een merkwaardig specimen van. Mevrouw Jordan vindt in de komst te New-York van de deftige Lord en Lady Ferncliffe uit Engeland voldoende aanleiding om een groot diner te arrangeeren. Zulke hooge gasten krijgt men niet eiken avond aan tafel en zij weet bij voorbaat, dat al haar vrienden en kennissen haar daarom alleen reeds zullen benijden. Vol animo zendt zij haar invitaties rond voor het diner, dat zij over een week denkt te geven, de invitaties, die telkens weer eindigen met het stereotype Amerikaansche zinnetje „Om acht uur aan tafel" Maar voordat de verschillende gasten om 8 uur aan tafel zitten bij mevrouw Jordan gebeurt er nog heel wat in dit stuk. De schrijvers geven ons al deze gasten in hun onderlinge verhoudingen, hun intriges en dramatische situaties, vóór dat zij bij me vrouw Jordan aan tafel verschijnen. Daar, zijn allereerst de Jordans zelve, Oliver Jordan, de gastheer, een gebroken man, doordat hij met zijn zaken aan den grond zit en boven dien door een hartziekte met zijn eene been reeds in het graf staat; Paula, het 14-jarig dochtertje, geheel uit haar evenwicht gesla gen door haar passie voor een verloopen film ster, mevrouw, doof en blind voor alles, wat er in haar naaste omgeving gebeurt, alleen maar denkend aan haar diner, zonder een oogenblik te vermoeden, dat de tafel boven een afgrond wordt gedekt. Dan zijn er de Packards, beid-en geldprotsen, hij een ploert, die door de gemeenste schurkenstreken van de onderste lagen naar boven is geklauterd en nu bezig is zijn gastheer den hals af te snij den door alle aandeelen van zijn maatschap pij op te koopen, zij, een vroegere „bar-maid" die in driftbuien haar oude beroep op de meest duidelijke wijze afficheert en haar man eiken dag ontrouw is met Dr. Talbot, die ook tot de gasten behoort en wiens vrouw alles i duldt van haar man omdat zij hem te lief heeft om hem te verlaten. Dan is er Carlotte Vance, de oud-tooneel- speelster die er door ieder aan herinnerd wordt, dat het al veertig jaar geleden is, toen zij haar in haar roem hebben gekend, maar die daarom toch geen oogenblik haar goed humeur en haar spirit verliest en verder Lenny Renault de filmster, die eens de afgod was van het publiek en de lieveling der vrou wen en nu zelfs niet meer een engagement aan het kleinste theater kan krijgen, een van zijn troon gestooten grootheid die enkel zijn troost neg vindt in de whiskey en als laatste middel de gaskraan te hulp roept om uit zijn ellende te komen. En ook de keuken wordt door de schrijvers niet vergeten want ook daar wonen menschen met hun hartstochten, hun deugden en gebreken. Het zieltje van de kleine Dora het dienstmeisje wordt er gebroken door den butler die haar gemeen bedriegt en Ricci de Italiaansche chauffeur wordt er verteerd door jalouzie. Het leven en lijden van al deze menschen geven de schrijvers ons in elf tafereel-en Wij zien Oliver Jordan een werkelijk tra gische figuur, zooals hij door Roemer ge speeld wordt stil en gelaten zijn leed alleen dragen, we zijn getuige van de scheldpartijen van den heer en mevrouw Packard twee pracht-rollen van Johan Elsensohn en Henny van Merle, van El- sensohn vooral wanneer zij in de inti miteit van hun slaapkamer zijn terugge keerd, wij genieten van het geestige, spran kelende spel van Fie Carelsen als de ex- tooneelspeelster, waarvan zij weer iets heel bijzonders en zeer levendigs maakt, wij be wonderen Vera Bondam om haar zuivei-en en natuurlijken toon als mevrouw Jordan, vol komen femme du monde, glad. correct, ge distingeerd, maar akelig leeg en ijzig kil, wij zien Annie van Duyn als het verliefde, jonge uit het stuur geslagen jonge meisje, een rol, die zij met een modern accent, nerveus en licht speelt, wij zijn sterk geboeid door het virtuoze spel van Theo Frenkel als Lenny Renault, dat in sommige dramatische mo menten tot zeer groote hoogte stijgt, maar aan het slot door te veel detailleering, die wij juist in deze lugubere scène gaarne hadden gemist even melodramatisch wordt Maar knap is het zeker van Frenkel, razend knap zelfs. Het bloed der Bouwmeesters verloochent zich ook bij hem niet en hij geeft dit jaar, nu hem de gelegenheid wordt geboden, telkens weer het bewijs, dat hij van het echte, zuivere ras is. Er zijn nog verschillende kleinere en grootere rollen in dit stuk hoe kostelijk was bijvoorbeeld de keukenprinses van Enny Heymans—Snijders en hoe sympa thiek in haar waardig stil gedragen leed Lucy Talbert van Helène Vink en het wordt als geheel in de ingenieus gevonden, meer aan gevende dan complete decors door het Haagsehe gezelschap onder de knappe regie van Adriaan van der Horst voortreffelijk gespeeld. En het boeide door de handeling en den dialoog. Want al zien wij al deze menschen als 't ware maar „in 't voorbij gaan", zij worden in de moment-opnamen zoo fel en scherp belicht, dat wij ze toch voldoende kennen en het hindert daarom ook niet, dat de schrijvers geen einde maken aan hun stuk, want wij weten door deze „tranches de vie" genoeg van al deze men schen om hun verdere toekomst te kunnen raden. Ook zonder dat de schrijvers ons verder inlichten zien wij de drama's, die zich na het diner nog bij al deze families zullen afspelen. Een avond van boeiend, nu en dan zelfs sterk tooneel, die door het talrijk publiek ten zeerste is gewaardeerd. Een gelukkige keuze voor de abonnements-voorstelling van den heer Deinum. J. B. SCHUIL. SCHAKEN. SIMULTAAN-SéANCE TE ZAND VOORT. In het clublokaal van de Zandvoortsche Schaakclub gaf de heer A. S. Katan Dins dagavond een simultaan-sèance. Er meldden zich niet minder dan 22 spelers aan. De heeren L. Blok, A. Pielage, H. Janse en A. Burgerhout wisten te winnen. De hee ren A. C. de Groot, P. Kooi, J. Maarsen en W. Rothe brachten het tot remise. De andere veertien verloren. De heer Katan behaalde alzoo 73 pCt. van het totaal aantal punten, 't geen. gelet op de zeer sterke bezetting, een zeer mooie prestatie SCHAATSENRIJDEN. WEDSTRIJDEN AFGELAST. Naar de K.N.S.B. mededeelt zijn alle kam pioenswedstrijden in verband met den dooi van Maandag en Dinsdag afgelast. BILJARTEN. JUBILEUMWEDSTRIJDEN BIJ D E S. Bovengenoemde wedstrijden werden Dins dagavond in het clublokaal van de Haarlem- sche biljartclub wederom voortgezet. Op be zoek kwam K.E.T.S. uit Amsterdam met haar eerste zestal. Het resultaat luidt als volgt: Esser—J. F. Nobels. 150—142 Bouquet—F. van Terwisga, 125—90; De Jong—L. Vlug, 80— 100; De Jong—Langbroek, 100—81; Van Beek B. Bottelier, 35—70; Belzer—J. A. Roosen 30—50. (De spelers van K.E.T.S. staan bovenaan). K.E.T.S. behaalde 520 en D.E.S. 533 caram boles. Vrijdag komt het tweede zestal van K.E.T.S. op bezoek. JUBILEUM „HAARLEM NOORD". Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Biljartvereeniging „Haarlem-Noord" houdt het bestuur a.s. Zondagmiddag receptie in Café van den Bos aan het Julianapai-k. PING-PONG. NEDERLAND—HONGARIJE GAAT NIET DOOR. Naar het Persbureau Vaz Dias verneemt zal de wedstrijd Nederland-Hong-arije, vastgesteld op Tweeden Kerstdag, geen doorgang vinden, daar de Hongaren op dien datum verhinderd zijn. VOETBAL HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG. AFDEELING I it Eerste klasse. AjaxHermes-D. V. S. HaarlemA. D. O. (scheidsrechter H. S. Boekman. 't GooiH. F. C. (scheidsrechter J. J. Groot- meijer). Z. F. C.—V. S. V. (scheidsrechter J. H. de Wolf.) Spar ta—Feij enoor d- Tweede klasse A: Alcm. VictrixKinheim (scheidsrechter P. H. Kok Jr.) H. R. C.—Z. V. V. A. F. C.Zeeburgia. W. F. C.—O. V. V. O. West FrisiaD. W. S Tweede klasse B. BloemendaalT. O. G. (scheidsrechter F. Eversteijn.) De SpartaanVelox. D. O. S.—V. V. A. B. F. C.Blauw Wit HerculesE. D. O. (scheidsrechter J. M. Boeseken). Derde klasse A: Purmersteij n-Holland-Ia. D. W. V.Meervogels. De MeteoorAssendelft. K. V. V.—O. S. V. De KennemersHelder. Derde klasse B. S. D. Z.Oosterpark. SchinkelhavenZ. R. C. RodiWatergraafsmeer. ZaandijkZeemeeuwen. HalfwegDe Volewijckers. Vierde klasse B; Beverwijk-Ver kade. W-estzaanQ. S. C. FokkeZilvermeeuwen. A. D. W.Zaanlandia. Reserve eerste klasse H. F. C. 2—R. C. H. 2 (half elf). E. D. O. 2—Z. F. C. 2. Hilversum 2Ajax 2. Zeeburgia 2Stormvogels 2. Blauw Wit 2Haarlem 2. Reserve tweede klasse A: Blauw Wit 3West Frisia 2. D. W. S. 2—W. F. C. 2. V. S. V. 2—Alcm. Victrix 2. K. F. C. 2—A. F. C. 2. Reserve 2e klasse A: De Volewijckers 2-De Kennemers 2 Helder 2—W. F. C. 3. O. S. V. 2—Z. F. C. 3. Z. V. V. 2—Alcm. Victrix 3. Hollandia 2—Ajax 4. AFDEELING IIJ Eerste klasse. V. U. C.—Xerxes. Excelsior—K. F. C. StormvogelsD. H. C. (scheidsrechter A. C. Wey.) D. F. C.-Hilversum. R. C. H.—H. B. S. (scheidrechter Joh. M-etz). Tweede klasse A: De Hollandiaan-R. F. C. C C. V. V.Olympia. Quick—H. V. V. V. I. O. S.—Unitas. S. V. V.—Alphen. Tweede klasse B. O. N. A.Neptunus. OvermaasSteeds Hooger. D. C. L.—O. D. S. B. E. C.Fortuna. V. D. L.—Gouda. Derde klasse A: U. V. S.Hillinen. Alphia—Laakkwartier. ZandvoortA. S. C. HillegomSchoten. Vierde klasse A: R. C. L.—D. V. S. Leidsche BoysDe Jagers. De OoievaarsDuno. TerlaakL. D. W. S. Reserve eerste klasse D. H. C. 2—Sparta 2. Feij enoor d 2S. V. V. 2. H. B. S. 2—V. U. C. 2. A. D. O. 2—C. V. V. 2 Xerxes 2Exelsior 2. AFDEELING III. Eerste klasse. TubantiaHeracles. A. G. O. V. V.-Vitesse. WageningenEnsch. Boys EnschedéHengelo. Go aheadP. E. C.. Tweede klasse A" K. H. C.Rig tersbic ek. Zwolsche BoysZ. A. C. BorneRobur et Velocitas. Tweede klasse B: N. E. C.—A. Z. C. ZutphaniaQuick. TheoleDoetinchem. Arnhemsche BoysBe Quick, AFDEELING IV. Eerste klasse. Longa-Willem II. MiddelburgBleij erheide. EindhovenB. V. V. M. V. V.—N. O. A. D. AFDEELING V. Eerste klasse. G. V. A. V.Frisia. LeeuwardenAlcides. VeendamFriesland. Velocitas—Achilles. Sneek—Be Quick. (Sportkr.) EEN AJAX-STADION. Door de gemeenteraad van Amsterdam is Dinsdagmiddag goedgekeurd de voordracht om aan de voetbalvereniging „Ajax", in de Wa tergraafsmeer een terrein in huur te geven ter oprichting van een stadion. ATHLETIEK. FABELACHTIGE SPRONG VAN METCALFE. Uit Sidney: Tijdens de atletiekwedstrijden te Sidney bereikte de Australische neger J. P. Metcalfe bij het hoogspringen een hoogte van niet minder dan 2,03 meter. ZWEMMEN DE DELFT. We ontvingen No. 5 (vijfde jaargang) van Ons Element", het orgaan van de Haarlem- sche Zwemvereniging „De Delft". Het bevat de volgende artikelen en rubrieken: Stuwing, door F. S.; Lezing van den heer Borsten; De golfjes murmelenHet Dr. Merens-fonds; Waar is uw embleem van „De Delft"; Offici- eele mededeelingen, enz.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 8