VRIJDAG 15 DECEMBER 1933
HAARLEM'S DAGBLAD
6
PROVINCIALE STATEN.
BEHANDELING DER BEGROOTING EN DIE
DER BEDRIJVEN.
(Zitting van Donderdagmiddag)
Donderdagmiddag kwart voor twee begon
de zesae zitting der Provinciale Staten voor
de behandeling der begrooting en die der be
drijven -voor 1934.
De heer H e i 1 k e r <R.-K.) begint zijn re
de met op te merken, dat hij het samenbin
den van de functies van lid van Ged. Staten
en dat van de Tweede Kamer niet in het na
deel van de provincie kan achten.
Spreker zegt dat het vervoer per as den
laatsten tijd zoodanig is toegenomen, dat het
wegennet zoo snel en zoo goed mogelijk vol
tooid moet worden. Daarbij moeten maatrege
len genomen worden tegen de groote gevaren
bij de kruisingen.
De heer Van de Vail (S.D.A.P.) geeft
Ged. Staten in overweging, om in deze vree-
selijke tijden van werkloosheid bij aanbeste
dingen van provinciale werken af en toe de
machine uit te schakelen en aan menschelij-
ken arbeid de voorkeur te geven. Want alles
schreeuwt om arbeid. Niets werkt deprimee-
render, zoowel in de steden als op het land-
dan het langdurig gebrek aan werk. Wat den
wegenbouw betreft, bepleit spreker om veel
aandacht aan de beplantingen te wijden. Er
kunnen volgens hem geen boomen genoeg
geplant worden.
De heer Lu den (Chr.-Hist.) bepleit meer
voortgang te maken met het afmaken van de
nieuwe wegen. Er moet niet zoo lang met het
afmaken gewacht worden. Ook dringt hij aan
op verbetering van het bekende Zandpad tus-
schen Diemen en Hilversum.
De heer Kostelijk (V.D.) vraagt verlaging
van de belasting voor de waterschappen, die
ze niet meer kunnen opbrengen. Hij vraagt
om een soepele houding van Ged. Staten te
genover de onderhoudsplichtigen.
De heer Zeeman S.D.A.P.) hoopt, dat-
men voort zaj gaan met het verbeteren er-
aanleggen van zoogenaamde derde klasse we
gen, waardoor vele gedeelten van het platte
land uit hun isolement verlost worden.
De heer Kooiman (Ged. Staten) dankt
den heer Heilker voor zijn waardeerende
woorden ten opzichte van spreker's beide
functies. Wanneer voor hem het tijdstip ge
komen zou zijn, dat hij als lid van Ged. Sta
ten zal moeten bedanken, dan zou de keus
voor hem heel zwaar zijn. Want hij heeft tien-
jaar lang op de meest aangename wijze met
de Prov. Staten samengewerkt
Mr. Bomans: „En met ons!"
De heer Kooiman (voortgaande): „Ja
zeker, ook binnenskamers is de samenwerking
altijd bijzonder aangenaam geweest en ik heb
niets anders dan de grootste waardeering voor
wat vooral de Commissaris der Koningin in het
belang van de provincie tot dusver gedaan
heeft".
Komende tot het Wegenfonds verdedigt
spreker zijn beleid. Door Ged. Staten wordt
steeds het grootste tempo betracht. Wanneer
zij met den aanleg van de wegen zoo lang ge
wacht hadden, tot alles voor elkaar was en
men ook aan de sluitstukken kon denken, dan
zou nog niet zooveel tot stand gekomen zijn,
als nu het geval is. Wat het vervangen van
machines door menschenarbeid betreft, zegt
spreker dat reeds een gedeelte van het grond
werk door menschea verricht is. Spreker dankt
de betrokken organisaties zoowel van patroons
als van arbeiders, voor de medewerking die ze
daarbij hebben verleend. Ged. Staten zijn be
reid te overwegen en te overleggen met de
organisaties, wat er in deze richting nog meer
gedaan kan worden. Wanneer de provincie
geld beschikbaar stelt voor verbetering en
onderhoud van wegen, dan mag ook geëischt
worden, dat dit geid daarvoor en ook goed
besteed wordt. Wanneer het mocht blijken, dat
het onderhoud over te veel lichamen loopt,
waardoor het versnipperd wordt, dan wordt
geen geld meer beschikbaar gesteld. Dit zal
weer geschieden, wanneer het beheer in één
hand komt. De beplantingen van de wegen
hebben ook de aandacht van Ged. Staten.
Met het aanleggen van asphaltwegen zal wor
den voortgegaan. Den heer Kostelijk zegt spre
ker toe, zijn verzoek te 'zullen overwegen. Ook
met de uitvoering van het Kanalenplan zal
voortgang worden gemaakt.
De bedrijven.
De heer J. J. d e Vr i e s (R.K.) klaagt over
de te hooge tarieven van het water. Hij stelt
voor om het tarief voor woningen van hoog
stens f 6 per week met 25 pet. te verlagen.
Ten aanzien van de kwestie „Zaanland" zegt-
spreker, dat .het Ged. Staten er om te doen
was, dat de „Zaanland" er uit ging. Maar
hij keurt het af, dat er eerst niet onder
handeld is. De belangen van „Zaanland"
hadden niet zoo maar onder den voet ge
loop enmogen worden.
Het voorstel van den heer De Vries wordt
niet voldoende ondersteund en kan dus niet
in behandeling komen.
De heer Slingenberg (V.D.) verdedigt
ook het standpunt, dat Ged. Staten ten aan
zien van de „Zaanland" hebben ingenomen.
Ged. Staten hebben de toezegging gedaan
dat de tarieven zullen blijven, zooals ze
op 1 Mei 1932 waren; de aangeslotenen
worden dus niet door de overneming ge-,
dupeerd. Spreker keurt het af, cat de „Zaan
land", hangende den strijd, haar tarieven
heeft verlaagd. Maar hij meent dat Ged.
Staten met- hun aanbod te royaal zijn ge
weest. Het college heeft alles gedaan om
de kwestie zoo goed mogelijk op te lossen.
Daarom, acht hij het goed dat Ged. Staten
hebben gezegd, dat zij niet ten onrechte het-
contract hebben opgezegd. Hoewel de zaak
nu in handen van den minister is, blijft de
verantwoordelijkheid van Ged. Staten toch
bestaan.
De heer Beuzemaker (comm.) is wel
vóór een concentratie van het bedrijf, maar
hij meent, dat de bevolking van het Zaan-
gebied, die een lager tarief betaalde, niet
gedupeerd mag worden
De heer Lambooij 'R.K.) heeft met
blijdschap vernomen, dat Ged. Staten willen
overwegen, om eerlang tot tariefsverlaging
te komen en dat zij zelfs voornemens zijn,
om de tarieven voor het water in 1935 te ver
lagen. Hij hoopt dat het hiertoe zal komen.
Spreker brengt aan Ged. Staten hulde voor
de wijze, waarop zij altijd de „Zaanland"
tegemoet' zijn getreden. Hij keurt het af. dat
„Zaanland" de arbitrage van den minister
heeft afgewezen Tenslotte vraagt hij om ook
op de belangen van de gemeenten te let
ten.
De heer Van de Vall (S.D.A.P.) hoopt,
'dat de provincie 'als overwinnaar uit den
strijd tegen de „Zaanland" te voorschijn zal
komen, vooral ook in het belang van de
plattelandsbevolking.
De heer Sneevliet- Crev.-soc.) spreekt
eveneens de hoop uit, dat Ged. Staten inzake
de „Zaanland" geen stap verder zullen gaan,
dan ze gedaan hebben. In de Zaanstreek
wordt z.i. een misleidende propaganda voor
de „Zaanland" gemaakt. Dit keurt hij scherp
af.
De heer Bruch (Ged. Staten) beant
woordt de verschillende sprekers. Hij merkt
op, dat de tarieven voor electrischen stroom
reeds met twee ton zijn verlaagd en dat die
voor dit jaar zijn gecontinueerd. De prijzen
van het water zijn aan den lagen kant. In
Haarlem kost het 36 cent per kub. M. en in
de provincie 19.6 cent. Spreker zegt, dat de
afnemers zoowel van electrischen stroom als
van water tot nog toe trouw betalen. Dit
pleit voor den zegen, dien het water en de
stroom in de provincie verspreiden. Men zou
niet graag willen, dat men van toevoer werd
afgesneden. Spreker is het eens met den heer
Slingenberg, dat de bedrijven voorstaan. Tot
zijn genoegen heeft spreker geconstateerd,
dat alle Staten behalve de heer De Vries,
het beleid van Ged. Staten ten aanzien van
„Zaanland" hebben goedgekeurd. Zij meenen
dan ook, dat zij de belangen van het gewest
in deze kwestie op de beste wijze hebben ge
diend. Het college is steeds lankmoedig de
„Zaanland" tegemoet getreden. Tenslotte kon
het niet verder gaan. Ged. Staten zijn thans
volkomen los van „Zaanland". Alle pogingen
om tot een minnelijke oplossing te geraken,
zijn mislukt. Ged. Staten zijn zich hun ver
antwoordelijkheid tegenover de consumenten
volkomen bewust.
De begrooting en die van de bedrijven
worden daarop zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
De heer Sneevliet wil geacht worden
te hebben tegengestemd.
De vergadering wordt daarop verdaagd tot
a.s. Dinsdagmorgen half twaalf.
ARROND.-RECHTBANK.
Dood door schuld.
Na een feest op den motor.
Op den Rijksstraatweg bij Halfweg is in
den morgen van 3 Mei een motor tegen een
hectometerpaaltje gebotst, waardoor de duo
rijdster, een 21-jarig meisje uit Amsterdam
van den motor is gesmakt en tengevolge daar
van is overleden. De motorrijder zelf kreeg
ernstige voetwonden.
De motorrijder .een 29 jarige Oostenrijker
uit Amsterdam stond voor de rechtbank te
recht. Gedagvaard waren 9 getuigen a charge,
terwijl van den kant van den verdediger 5
getuigen a décharge waren meegebracht.
Uit de getuigenverklaringen bleek, dat in
dien nacht van 2 op 3 Mei een feest- heeft
plaats gehad in Ari-is, waaraan verdachte en
het slachtoffer deelnamen. Om 3 um was dat
feest afgeloopen, verdachte en een vriend
gingen met het slachtoffer en haar zuster
naar eengarage om hun motoren toehalen.;
Op het duo van verdachte's motor nam het
meisje plaats en de motoren reden in de rich
ting van Haarlem.
Even voorbij Halfweg (meer in de richting
van Haarlem dus) gebeurde het ongeluk.
Van den motor was de rechtervoet-rust af
gebroken en die van de duo naar achteren
gebogen.
Een kellner uit Art-is verklaarde aan het
gezelschap eerst bier en toen 6flesschen cham
pagne gebracht te hebben die leeggedronken
waren. Er hadden 3 a 10 personen plaatsge
nomen aan die tafel. Noch hij, noch de mede-
aar.zitters hadden den indruk dat verdachte
onbekwaam was. De snelheid waarmee hij
naar Haarlem reed, was volgens enkele getui
gen normaal.
De machinist van een goederentrein die van
Amsterdam naar Haarlem reed, met een
vaart van 50 KM., verklaarde, dat verdachte
met groote snelheid den treir. voorbij reed.
naar schatting met 80 a 90 K.M. De duorijd
ster zat te slingeren.
Verdachte beweerde nooit hooger dan 75
K.M. gereden te hebben en dit alleen op het
kleine stukje asfalt.
Een arbeider in Halfweg heeft den motor
met groote snelheid en slingerend gezien. Hij
had den indruk, dat de vrouw op het punt
stond van den motor te vallen: ze zat er niet
vast op. Ze had geen hoed op.
Verdachte zegt, dat even vóór het hecto
meterpaaltje de duo-passagier geroepen
heeft: „Mijn hoed!" en daarbij een beweging
heeft gemaakt.
De deskundige, eerste-luitenant bij den mo-
tordienst, noemde den motor in prima staat.
Hij vond het roekeloos (dit op een vraag van
den president) om met 80 K.M. te rijden met
een duo-passagier, die men niet kent als zoo
danig. Den verdachte noemde hij een kundig
motorrijder, die na de botsing buitengewoon
handig heeft gemanoeuvreerd.
De getuigen a décharge achtten verdachte
een kundig motorrijder en zeer zeker dien
avond niet onbekwaam. Zij wisten nog, dat
verdachte op het feest op 3 Mei 1 glas bier en
2 glazen champagne gedronken heeft. Niet
meer.
Verdachte meende op het oogenblik van
het- ongeluk 60 a 65 K.M. gereden te hebben.
Hij heeft niet de minste hinder gehad van
het niet stilzitten van het slachtoffer. Alleen
toen ze „Mijn hoed!" riep, kwam er een he
vige slingering, hij raakte in de berm en het
paaltje, wist den motor echter in bedwang te
houden en tot stilstand te brengen.
De Officier achtte bewezen dat verdachte
te hard gereden heeft met een onbekende
achterop onder omstandigheden als in dit
geval. Men had den heelen dag gewerkt en
heeft daarna een feest gehad. Weliswaar
wordt gezegd, dat verd. slechts 1 glas bier en
2 glazen champagne gedronken heeft, doch
weinig alcohol maakt iemands zekerheid min
der. Het slingeren van het meisje moest ver
dachte gemerkt hebben Desondanks bleef hij
snel doorrijden. De Officier vroeg een gevan
genisstraf van 3 maanden.
Mr. Th. Fo'.kerts bestreed het requisitoir en
ging de verschillende verklaringen der getui
gen na, waaruit geen enkel bewijs voor het
vage ten laste gelegde te putten was volgens
hem. Hij trachtte aan te toonen dat verdach
te niet te snel, en zeer *?eker niet roekeloos
of onvoorzichtg heeft gereden. Bij gebrek aan
elk bewijs vroeg pl. vrijspraak.
Uitspraak over 14 dagen.
Poging tot diefstal.
Een 36-jarig Haarlemmer had het voorne
men om een fiets'in Halfweg, die vlak bij het
(Adv. Ingez. Med.)
station stond, te stelen. De eigenaar had het
klokslot niet volledig gesloten, doch wel de
stang tusschen de spaken gestoken. Hij zag
twee mannen bij de fiets dat hem verdacht
leek en hij hield uit het raam het rijwiel in
het oog. Een der mannen zag hij voorover ge
bogen over zijn fiets staan, doch de man liep
weg met zijn handen op den rug. zoodra hij
den eigenaar bespeurde. Het slot was al heele-
maal geopend. De agent, die verdachte latei-
heeft aangehouden vond twee pistolen, patro
nen en inbrekerswerktuigen op hem.
Verdachte ontkende het ten laste gelegde.
Een onbekend persoon zou het volgens hem
hebben gedaan.
De Officier eischte een gevangenisstraf van
6 maanden met aftrek wegens poging tot
diefstal. Het strafblad van verdachte is niet
schoon. Over 14 dagen zal verdachte voor een
dergelijke zaak moeten terecht staan.
Mr. Van Dam geloofde, dat in dit geval
sprake is van een niet-strafbare voorberei
dingshandeling, en nog niet van een begin
van uitvoering. Pl. vroeg vrijspraak subs, cle
mentie.
Uitspraak over 14 dagen.
100 K.M. op den Wagenweg!!
Een jongeman uit Vught is in het bezit van
een raceauto, waarmee hij op zekeren zo
meravond omstreeks 8 uur over den Wagen
weg gejakkerd heeft met een snelheid van
90 a 103 K.M. per uur! Deswege door den
kantonrechter veroordeeld zijnde tot een
geldboete, hoorde hij in hooger beroep een
maand hechtenis tegen zich eischen.
Inspecteur Drayer heeft verdachte voorbij
zien stuiven en noemde zijn wijze van rijden
schandalig. Ook anderen hadden zich tegen
hem in dien zin uitgelaten.
Een redacteur van de Auto-Kampioen als
deskundige gehoord verklaarde op eenige ma
len hem gestelde vragen, dat hij deze wijze
van rijden onder deze omstandigheden, met
een auto als de onderhavige en met een chauf
feur als verdachte, daar ter plaatse toelaat
baar vindt.
De officier, mr. A. R. Andringa, kon zich
niet voorstellen, dat een deskundige dit toe
laatbaar achtte. Hij vroeg een hechtenisstraf
van 1 maand.
Mr. Simons trad als verdediger van ver
dachte op.
Diefstal met braak.
Op zekeren avond haalde een jonge Haar
lemmer het in zijn hoofd een inbraak te
gaan plegen in het gebouw van De Landbouw
aan het Spaarne. Hij begaf zich daarvoor
naar een vriend en stelde dien zijn plan voor.
De vriend weigerde, waarop de adspirant-
inbreker een ander jongmensch opzocht, dat
wél op het voorstel inging. Met zijn drieën
hebben ze erover gesproken. En op 15 Novem
ber werd de poging ondernomen. Helaas voor
de beide jongelui had de politie er lucht van
gekregen en toen de eene dan ook over den
muur in de ^eeksteeg. w^s geklauterd, een
deur had geopend en door 'een loket in de'
fabriek was binnengedrongen, werd hij in
het kantoor opgewacht en ingepikt. Zijn ka
meraad. die in de Beeksteeg was, blijven
wachten, vluchtte, doch werd later eveneens
gearresteerd. Beiden stonden nu wegens po
ging tot diefstal terecht.
De beramer van het plan, de inbreker, be
kende alles ten voile. Zijn kameraad ont
kende alles, ondanks de hem gestelde „Strick-
vragen-' en ofschoon de medeverdachte ook
hem genoemd had Maar tegen een verdachte
mogen de verklaringen van een mede-ver
dachte niet in aanmerking genomen worden,
en zoo baatte de ontkentenis hem in zooverre
dat mr. K. A. F. J. Piiester voor hem wegens
gebrek aan bewijs vrijspraak en onmiddellijke
invrijheidstelling uit de preventieve hechte
nis vroeg. Het werd niet ingewilligd. Voor den
anderen verdachte pleitte de verdediger de
uiterste clementie vanwege zijn eerlijke
houding.
De officier had tegen elk der verdachten
een gevangenisstraf van 1 jaar geëischt.
Diefstal met braak.
Een 42 jarig schilder heeft in Oct. door
middel van inbraak uit een onbewoonde wo
ning in Bentveld dekens, sigaren, electrische
kachels, kleedingstukken enz. weggehaald,
„zonder dat die zaken hem toebehoorden en
zonder dat iemand hem voor het toeëigenen
permissie had gegeven
Een Amsterdamsche familie heeft het huis
in September verlaten en komt er zoo nu en
dan eens terug. Door den Nachtveiligheids
dienst was zij gewaarschuwd, dat er was in
gebroken. Een schroevendraaier was in het
kozijn gezet en daarmee was het raam open
geschoven.
De schilder stond thans terecht en beken
de alles. Vijf maal heeft hij een bezoek aan
het huis gebracht.
Zijn strafblad vermeldt 8 veroordeelingen
wegens dergelijke delicten en de officier vond
een gevangenisstraf van 1 jaar en 6 maanden
op haar plaats.
Mr. B. W, Stomps achtte dit een eeval voor
een korte' onvgorwaardelijke straf en een
voorwaardelijke. Onder strenge leiding zou
verdachte weer in het goede spoor kunnen
komen, waarin hij de laataste 9 maanden ge-
loopen had.
Oplichtingen.
Eerst kwam een Duitsch-sprekend man,
die bij een kleermaker alhier een eostuum,
een overjas en bretels had losgekregen zon
der betaling, doch door valsche voorspiege
lingen. dat hij geld te wachten was van zijn
.vader in Duitschland, dat hij een baantje kon
krijgen, maar dat hij daarvoor een fatsoen
lijk pak moest dragen. Het bleek „verdicht"
en de man stond voor de rechters van de
Haarlemsche rechtbank terecht wegens op
lichting, wat de officier bewezen achtte en
waarvoor deze een -gevangenisstraf van 6
maanden met aftrek vorderde.
Mr. Stomps vond het eigenlijk geen oplich
ting. Het was eigen - schuld van den kleer
maker, die aan een man, die een steunkaart
toonde, voor f 88, kleeren had meegegeven.
Anders vroeg pl. clementie.
De tweede oplichter was een niet-verschenen
man uit den Helder, die van een Haariemsch
kapelaan f 9 gekregen had, om daarvoor een
scheepsdeken en een matras te kunnen koo-
pen, die hij noodig zou hebben voor zijn ver
kregen betrekking aan boord van een schip.
Een monsterboekje (van zijn broer) toonde
hij daarbij. I-Iet bleek niet waar te zijn. Reeds
driemaal eerder is do man veroordeeld we
gens zulke feiten en de officier vroeg een ge
vangenisstraf van een half jaar.
De president mr. Strick van Linschoten zei,
dat over 14 dagen in al deze zaken uitspraak
zal worden gedaan.
MAANDBLAD „HET CREMER-
NIEUWS".
HET JUBILEUM VAN DEN IIEER
A. SCHINKEL
Het Maandblad „Het Cremernieuws", offi
cieel orgaan van de Kon. Letterl. Vereen. „J.
J. Cremer", alhier, opent met een artikel, waar
in de heer A. Schinkel, die in de voorstelling
van „Cremer" van 19 December a.s. zijn 40-
jarig jubileum als tooneel dilettant viert, vele
bijzonderheden uit zijn dilettantenloopbaan
mededeelt.
In genoemde feestvoorstelling zal worden
opgevoerd: „Romon Tamello" (de held van
het witte doek) blijspel in drie bedrijven door
Henk Bakker, waarin de heer Schinkel de rol
zal vervullen van Mr. Menno van Eckeren.
Donderdag 28 December a.s. geeft „Cremer"
een kienavond met bal in het Kegelgebouw,
Tempeliersstraat.
Dinsdag 6 Februari voert Cremer „Dolle
Maan", op, spel van trouw en ontrouw in 3
bedrijven met een critiek, en nieuw blijspel
van Joh. Broedelet.
MüZIEKINSTRUMENTMAKERS EN
-STEMMERS.
Het 19e congres van den Nationalen Vak-,
bond van Muziekinstrumentmakers en -stem
mers zal plaats hebben in Hotel „Royal" al
hier, op Zaterdag 16 December a.s. (In ons
vorig nummer werd door een zetfout een ver
keerde datum gemeld)
KERK EN VREDE GETUIGT
TEGEN DEN OORLOG.
BIJEENKOMST IN DE CONCERTZAAL.
In de Gemeentelijke Concertzaal hield Kerk
en Vrede Donderdagavond een getuigenis
avond tegen den oorlog, waarvan het alge-
meene onderwerp was „Evangelie en Vader
land".
Dr. K. H. Miskotte en Ds. J. J. Buskes Jr. wa
ren wegens ongesteldheid verhinderd wes
halve Ds. P. A. E. Sillevis Smitt verving.
Dr. J. Riemens sprak eerst over het onder
werp „Hoe dien ik Christus en zijn kerk?"
Wij kunnen Christus niet denken zonder kerk
en de kerk niet zonder Christus, aldus begon
Dr. Riemens zijn rede en stelde voorts de
vraag of Christus den vrede brengt, Hij zelf
heeft immers gezegd, dat hij gekomen was
„om het zwaard te brengen". Doch dat wil
niet zeggen dat hij de oorlogsgeest heeft wil
len brengen.
Hij komt als vredesvorst maar juist door
zijn komst zullen de conflicten, en dus de
strijd, ontstaan, omdat de weg naar den
vrede een weg van strijd is. Het is met den
vredesvorst als met het water: het water is
een zacht element maar het gaat zijn weg
en laat zich zelfs niet door rotsen weerhou
den. „Wanneer de vredesvorst tot strijd roept,
dan smeedt hij zijn wapenen in het arsenaal
des hemels; daarom brengt Christus den vre
de". aldus Dr. Riemens.
„Vrede met alle menschen" lijkt sommigen
een onmogelijkheid in de twintigste eeuw,
maar als dat waar is zou Christus niet de
universeele vrede zijn, de vrede voor allen.
Zouden wij: inderdaad die opvatting accep
teeren .aan beide zijden der grenzen, dan ;s
het inderdaad mogelijk dat wij elkander weer
opnieuw zouden gaan vernietigen. Daarom
is het noodig dat de nieuwe geest, de geest
van den vredesvorst, ingang vindt, want al
leen deze geest kan medehelpen tot een non
agressiepact tusschen alle Christenen dei-
wereld te komen. En alleen een geest waar
bij Christus in het middelpunt staat, geeft
waarborg dat de geest ook waarde heeft.
De tweede spreker was Ds. P. A. E. Sillevis
Smitt. die over „Evangelie en oorlog" sprak.
,X)e tijd van theoretische bezinning over den
oorlog raakt ten einde" zei Ds. Sillevis Smitt.
Het wordt tijd te getuigen en zich voor te
bereiden op de daad. De moderne mensch
gaat den modernen oorlog tegemoet.
God komt tot ons in overgave, zooals de
evangelie de boodschap van overgave tot de
menscliheid is. Stelt men daar tegenover den
modernen oorlog, dan blijkt de groote te
genstelling: geen overgave, maar grenzenlooze
zelf-handhaving, in plaats van zelf-overgave.
Geen middel, hoe demonisch ook, wordt in
den modernen oorlog onbenut gelaten. De
wereldoorlog heeft het satanisch geheim van
den oorlog zelf onthuld. Maar deze zelf
handhaving is in werkelijkheid niets anders
dan zelf-ondergang en zelf-vernietiging.
„Toen het buskruit werd uitgevonden was
het einde van het riddertijdperk aangebro
ken", zegt men wel eens. Met den oorlog is het
einde van den oorlog aangebroken, van den
oorlog zooals wij die kennen. Het wordt geen
strijd meer van legers tegen legers, maar
tegen de geheele gevolking.
Het minste wat men toch van de mensch-
heid kan eischen is een getuigenis tegen
dezen satanischen wereldbrand. De roep van
het fascisme om de k.\rk buiten de politiek te
houden, om de kerk geen medezeggenschap te
geven, spruit voort uit een oorlogsgeest.
Als derde sprak Ds. J. M. Leendertz, over
„Hoe verwachten Wij Christus en zijn rijk?"
De Christen is een mensch in wie de ver
wachting' leeft, dat niet wil zeggen dat hij
alleen van verwachtingen leeft, zeide Ds.
Leendertz.
Met Kerstmis ^ïerdenken wij weer den Hei
land die gekomen is, maar die toch ook nog
komen moet. Hij is er geweest, en daarom zijn
wij Christenen, maar hij is er nog niet ge
weest omdat er zooveel nog niet tot zijn ko
ninkrijk behoort. Dagelijks kunnen wij nog
om ons heen zien wat hem nog niet hoort en
dat brengt spanning met zich mede. Daardoor
ontstaat er ook een spanning tegenover volk
en vaderland, want al heerscht Christus niet
in ons volk, hij ontbreekt er ook niet.
Wij hebben ons vaderland lief, doch als
Christenen zoeken wij ook naar het ware
vaderland, een beter vaderland. Want als
goede Christenen kunnen wij niet de fouten
van ons vaderland erkennen en wij mogen
niet zeggen „right or wrong my country!"
„Kunnen wij ons vaderland nummer een la
ten zijn. en God's wil alleen dan aanvaarden
als hij niet in strijd is met onze vaderlands
liefde?" vroeg Ds. Leendertz. Hoe zal dan onze
houding zijn?
Het antwoord ligt in de woorden Kerk en
Va-ede zelf, want de kerk is der volkeren
saamibindende la-acht. De kerk kan het geloof
steunen ear pal staan tegen alles wat tegen
Christus is. En dat dringt haar in een positie
die afwijzend tegenover den oorlog staat.
Want mag zij wel haar stem verheffen tegen
vloeken, maar niet tegen den oorlog?
De redevoeringen werden afgewisseld
door zang.
De avond werd met. het Wilhelmus gesloten.
UITGAAN.
DAAR KLOPT IETS NIET.
Op Woensdag 20 December zal door „De
Vereenigde Schouwspelers" in den Stads
schouwburg weer een voorstelling worden ge
geven van het stuk „Daar klopt iets niet".
„EL-BETH-EL"
Zondag 17 December zal het nieuwe evan
gelisatielokaal der Pinkster Gemeente „El-
Beth-El" aan de Bakenessergracht52 offi
cieel geopend worden, waarbij verschillende
sprekers het woord zuilen voeren o.m. de heer
W. J. Hamers uit Hilversum (des morgens 10
en des n.m. 6 uur). Het vergaderlokaal maakt
een rustigen en prettigen indruk. Achter de
zaal is een lokaliteit bestemd voor jeugdwerk,
zooals meisjesnaaikrans en knapenvereeni-
ging.
INGEZONDEN
Voor den ijihoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantiooordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, xoordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
STEUNVERLEENING AAN
VORSTWERKLOOZEN.
Geachte redactie,
Met zeer veel belangstelling las ik het ver
weer van den directeur van Maatschappelijk
Hulpbetoon naar aanleiding van de klacht,
door mij geuit. Ik begrijp dat Maatschappelijk
Hulpbetoon zich heeft be houdien aan de be
palingen van den minister en zeer terecht is
'als eerste eisch gesteld steun naar behoefte.
Maar dat is nu volgens mijn meening niet ge
schied.
Vervolgens de mededeeling, dat de door mij
genoemde gevallen zoo niet beoordeeld kun
nen worden. Nu vraag' ik mij toch af: zijn de
ingekomen aanvragen om steun dan niet be
handeld heeft men deze dan toch zonder
onder-zoek afgewezen? Waarom hebben de
penningmeesters dan steeds moeten wachten
tot dat de gevallen onderzocht waren? Steeds
meer komt voor mij vast te staan, dat zoo
goed als alle aanvragen zonder vorm van pro
ces zijn afgewezen, of men behoefte had aan
uitkeering of niet.
En het eigenaardige van het geval is dat
waar volgens Maatsch. Hulpbetoon geen be
hoefte was, nu wel uitkeering is verstrekt en
dat men nog- verder gaat en verschillende ge
vallen opnieuw gaat bekijken.
Dat ik als georganiseerde behoor te weten
hoe te moeten handelen in dusdanige geval
len, is mij bekend, doch ik wensch dezen lij
densweg niet te bewandelen: daarmee heb ik
al zooveel leergeld betaald, dat ik meende het
nu eens publiek te moeten maken.
Ais de directeur zegt, d;at ik de betrokkenen
door dezen weg te bewandelen in geen geval
van dienst ben, zou ik deze mededeeling bijna
als rancune moeben beschouwen.
Dit alles te zamen genomen blijf ik van oor
deel, dat er bij Maatsch. Hulpbetoon iets niet
gezond is.
C. NTJMINK,
Lid. R.K. Bouwvakarbeidersbond
St. Joseph, Afd. Haarlem, Gen.
Bothastraat 43, Haarlem.
CRISIS-COMITé-A.
HAARLEMMERMEER
Medeburgers,
De winter heeft weer zijn intrede gedaan.
Herhaaldelijk wordt reeds bij ons comité
aangeklopt om hulp, doch door gebrek aan
middelen konden we tot heden niet steunen.
De groote malaise, die nog alom heerscht
en de steeds toenemende verarming, welke
daarvan het gevolg is, doen verwachten dat
het aantal aanvragen zeer zal toenemen.
Hoewel we zeker niet in staat zullen zijn om
overal te helpen waar het noodig is en de hulp
die we kunnen brengen nog sober zal moeten
zijn, zullen we ons toch beijveren om de meest
schrijnende armoede te lenigen.
Om te kunnen helpen waar gebrek is aan
levensmiddelen of brandstoffen, aan kleeding,
dekking of schoeisel is de medewerking noodig
van allen die iets te missen hebben.
In de eerstkomende weken zullen in de ge
heele gemeente Haarlemmermeer weer gelden
worden ingezameld op in teekenlij sten.
Wij doen een dringend beroep op aller
milddadigheid en hopen dat zij die nog iets
kunnen missen de dames en heeren collectan
ten niet met ledige handen zuilen wegzen
den maar op de aangebeden lijsten willen in-
teekenen.
Ook de kleinste gaven zijn welkom!
Namens het plaatselijk
crisis-comité,
H. KONING, voorzitter.
Mr. J. F. JANSONIUS, secr.
T. BOLL, penningmeester.
DE VORST EN MAATSCHAPPE
LIJK HULPBETOON.
Geachte redactie.
Allicht is de directeur van Maatschappelijk
Hulpbetoon minder gesticht over het ingezon
den stuk van onzen secretaris. Doch de di
recteur is abuis, als hij denkt, dat onze secre
taris niet weet wat hem te doen staat als ge
organiseerde. Wij hebben gelukkig neg men
schen, die op de hoogte zijn en zich het lot
van hun medemenschen kunnen indenken,
beter dan mogelijk bij verschillende instel
lingen.
Als eerste eisch mag worden gesteld, dat
naar behoefte wordt gesteund. Als iemand
zooveel heeft verdiend, dat hij iets heeft kun
nen oversparen, komt hij niet dadelijk in
aanmerking voor steun.
Maar een arbeider die voorheen reeds 20 a
30 weken werkloos is geweest, en nu, laten wij
veel zeggen: 10 weken geweckt heeft, heeft
niet kunnen sparen, nog geen f 10, daar hij
eerst het allernoodzakelijkste, dat zijn de
schulden die zijn gemaakt bij bakker, krui
denier, melkboer, groenten boer en niet te ver
geten de belasting, moet afbetalen. Laten wij
eerst eens praten over een jaar werk achter
elkaar, dan kan mogelijk met gced oveleg
der vrouw, iets worden overgespaard, maar dit
is thans uitgesloten.
Ware ondergeteekende ambtenaar met een
Inkomen van f 60 a f 70 per week dian zag
hij best kans om hiervan f 30 per week over
te sparen, indien hij niet boven zijn stadia
ging, en zich tevreden stelde met het loon van
een arbeider.
U. geachte redactie, beleefd dankend voor
de plaatsing.
JOH. VAN MARIS.
Lid R.K. Bouwvakarbeidersbond
„St. Joseph", Afd. Haarlem.