VRIJDAG 15 DECEMBER 1933 HAARLEM'S DAGBLAD 6 PROVINCIALE STATEN. BEHANDELING DER BEGROOTING EN DIE DER BEDRIJVEN. (Zitting van Donderdagmiddag) Donderdagmiddag kwart voor twee begon de zesae zitting der Provinciale Staten voor de behandeling der begrooting en die der be drijven -voor 1934. De heer H e i 1 k e r <R.-K.) begint zijn re de met op te merken, dat hij het samenbin den van de functies van lid van Ged. Staten en dat van de Tweede Kamer niet in het na deel van de provincie kan achten. Spreker zegt dat het vervoer per as den laatsten tijd zoodanig is toegenomen, dat het wegennet zoo snel en zoo goed mogelijk vol tooid moet worden. Daarbij moeten maatrege len genomen worden tegen de groote gevaren bij de kruisingen. De heer Van de Vail (S.D.A.P.) geeft Ged. Staten in overweging, om in deze vree- selijke tijden van werkloosheid bij aanbeste dingen van provinciale werken af en toe de machine uit te schakelen en aan menschelij- ken arbeid de voorkeur te geven. Want alles schreeuwt om arbeid. Niets werkt deprimee- render, zoowel in de steden als op het land- dan het langdurig gebrek aan werk. Wat den wegenbouw betreft, bepleit spreker om veel aandacht aan de beplantingen te wijden. Er kunnen volgens hem geen boomen genoeg geplant worden. De heer Lu den (Chr.-Hist.) bepleit meer voortgang te maken met het afmaken van de nieuwe wegen. Er moet niet zoo lang met het afmaken gewacht worden. Ook dringt hij aan op verbetering van het bekende Zandpad tus- schen Diemen en Hilversum. De heer Kostelijk (V.D.) vraagt verlaging van de belasting voor de waterschappen, die ze niet meer kunnen opbrengen. Hij vraagt om een soepele houding van Ged. Staten te genover de onderhoudsplichtigen. De heer Zeeman S.D.A.P.) hoopt, dat- men voort zaj gaan met het verbeteren er- aanleggen van zoogenaamde derde klasse we gen, waardoor vele gedeelten van het platte land uit hun isolement verlost worden. De heer Kooiman (Ged. Staten) dankt den heer Heilker voor zijn waardeerende woorden ten opzichte van spreker's beide functies. Wanneer voor hem het tijdstip ge komen zou zijn, dat hij als lid van Ged. Sta ten zal moeten bedanken, dan zou de keus voor hem heel zwaar zijn. Want hij heeft tien- jaar lang op de meest aangename wijze met de Prov. Staten samengewerkt Mr. Bomans: „En met ons!" De heer Kooiman (voortgaande): „Ja zeker, ook binnenskamers is de samenwerking altijd bijzonder aangenaam geweest en ik heb niets anders dan de grootste waardeering voor wat vooral de Commissaris der Koningin in het belang van de provincie tot dusver gedaan heeft". Komende tot het Wegenfonds verdedigt spreker zijn beleid. Door Ged. Staten wordt steeds het grootste tempo betracht. Wanneer zij met den aanleg van de wegen zoo lang ge wacht hadden, tot alles voor elkaar was en men ook aan de sluitstukken kon denken, dan zou nog niet zooveel tot stand gekomen zijn, als nu het geval is. Wat het vervangen van machines door menschenarbeid betreft, zegt spreker dat reeds een gedeelte van het grond werk door menschea verricht is. Spreker dankt de betrokken organisaties zoowel van patroons als van arbeiders, voor de medewerking die ze daarbij hebben verleend. Ged. Staten zijn be reid te overwegen en te overleggen met de organisaties, wat er in deze richting nog meer gedaan kan worden. Wanneer de provincie geld beschikbaar stelt voor verbetering en onderhoud van wegen, dan mag ook geëischt worden, dat dit geid daarvoor en ook goed besteed wordt. Wanneer het mocht blijken, dat het onderhoud over te veel lichamen loopt, waardoor het versnipperd wordt, dan wordt geen geld meer beschikbaar gesteld. Dit zal weer geschieden, wanneer het beheer in één hand komt. De beplantingen van de wegen hebben ook de aandacht van Ged. Staten. Met het aanleggen van asphaltwegen zal wor den voortgegaan. Den heer Kostelijk zegt spre ker toe, zijn verzoek te 'zullen overwegen. Ook met de uitvoering van het Kanalenplan zal voortgang worden gemaakt. De bedrijven. De heer J. J. d e Vr i e s (R.K.) klaagt over de te hooge tarieven van het water. Hij stelt voor om het tarief voor woningen van hoog stens f 6 per week met 25 pet. te verlagen. Ten aanzien van de kwestie „Zaanland" zegt- spreker, dat .het Ged. Staten er om te doen was, dat de „Zaanland" er uit ging. Maar hij keurt het af, dat er eerst niet onder handeld is. De belangen van „Zaanland" hadden niet zoo maar onder den voet ge loop enmogen worden. Het voorstel van den heer De Vries wordt niet voldoende ondersteund en kan dus niet in behandeling komen. De heer Slingenberg (V.D.) verdedigt ook het standpunt, dat Ged. Staten ten aan zien van de „Zaanland" hebben ingenomen. Ged. Staten hebben de toezegging gedaan dat de tarieven zullen blijven, zooals ze op 1 Mei 1932 waren; de aangeslotenen worden dus niet door de overneming ge-, dupeerd. Spreker keurt het af, cat de „Zaan land", hangende den strijd, haar tarieven heeft verlaagd. Maar hij meent dat Ged. Staten met- hun aanbod te royaal zijn ge weest. Het college heeft alles gedaan om de kwestie zoo goed mogelijk op te lossen. Daarom, acht hij het goed dat Ged. Staten hebben gezegd, dat zij niet ten onrechte het- contract hebben opgezegd. Hoewel de zaak nu in handen van den minister is, blijft de verantwoordelijkheid van Ged. Staten toch bestaan. De heer Beuzemaker (comm.) is wel vóór een concentratie van het bedrijf, maar hij meent, dat de bevolking van het Zaan- gebied, die een lager tarief betaalde, niet gedupeerd mag worden De heer Lambooij 'R.K.) heeft met blijdschap vernomen, dat Ged. Staten willen overwegen, om eerlang tot tariefsverlaging te komen en dat zij zelfs voornemens zijn, om de tarieven voor het water in 1935 te ver lagen. Hij hoopt dat het hiertoe zal komen. Spreker brengt aan Ged. Staten hulde voor de wijze, waarop zij altijd de „Zaanland" tegemoet' zijn getreden. Hij keurt het af. dat „Zaanland" de arbitrage van den minister heeft afgewezen Tenslotte vraagt hij om ook op de belangen van de gemeenten te let ten. De heer Van de Vall (S.D.A.P.) hoopt, 'dat de provincie 'als overwinnaar uit den strijd tegen de „Zaanland" te voorschijn zal komen, vooral ook in het belang van de plattelandsbevolking. De heer Sneevliet- Crev.-soc.) spreekt eveneens de hoop uit, dat Ged. Staten inzake de „Zaanland" geen stap verder zullen gaan, dan ze gedaan hebben. In de Zaanstreek wordt z.i. een misleidende propaganda voor de „Zaanland" gemaakt. Dit keurt hij scherp af. De heer Bruch (Ged. Staten) beant woordt de verschillende sprekers. Hij merkt op, dat de tarieven voor electrischen stroom reeds met twee ton zijn verlaagd en dat die voor dit jaar zijn gecontinueerd. De prijzen van het water zijn aan den lagen kant. In Haarlem kost het 36 cent per kub. M. en in de provincie 19.6 cent. Spreker zegt, dat de afnemers zoowel van electrischen stroom als van water tot nog toe trouw betalen. Dit pleit voor den zegen, dien het water en de stroom in de provincie verspreiden. Men zou niet graag willen, dat men van toevoer werd afgesneden. Spreker is het eens met den heer Slingenberg, dat de bedrijven voorstaan. Tot zijn genoegen heeft spreker geconstateerd, dat alle Staten behalve de heer De Vries, het beleid van Ged. Staten ten aanzien van „Zaanland" hebben goedgekeurd. Zij meenen dan ook, dat zij de belangen van het gewest in deze kwestie op de beste wijze hebben ge diend. Het college is steeds lankmoedig de „Zaanland" tegemoet getreden. Tenslotte kon het niet verder gaan. Ged. Staten zijn thans volkomen los van „Zaanland". Alle pogingen om tot een minnelijke oplossing te geraken, zijn mislukt. Ged. Staten zijn zich hun ver antwoordelijkheid tegenover de consumenten volkomen bewust. De begrooting en die van de bedrijven worden daarop zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De heer Sneevliet wil geacht worden te hebben tegengestemd. De vergadering wordt daarop verdaagd tot a.s. Dinsdagmorgen half twaalf. ARROND.-RECHTBANK. Dood door schuld. Na een feest op den motor. Op den Rijksstraatweg bij Halfweg is in den morgen van 3 Mei een motor tegen een hectometerpaaltje gebotst, waardoor de duo rijdster, een 21-jarig meisje uit Amsterdam van den motor is gesmakt en tengevolge daar van is overleden. De motorrijder zelf kreeg ernstige voetwonden. De motorrijder .een 29 jarige Oostenrijker uit Amsterdam stond voor de rechtbank te recht. Gedagvaard waren 9 getuigen a charge, terwijl van den kant van den verdediger 5 getuigen a décharge waren meegebracht. Uit de getuigenverklaringen bleek, dat in dien nacht van 2 op 3 Mei een feest- heeft plaats gehad in Ari-is, waaraan verdachte en het slachtoffer deelnamen. Om 3 um was dat feest afgeloopen, verdachte en een vriend gingen met het slachtoffer en haar zuster naar eengarage om hun motoren toehalen.; Op het duo van verdachte's motor nam het meisje plaats en de motoren reden in de rich ting van Haarlem. Even voorbij Halfweg (meer in de richting van Haarlem dus) gebeurde het ongeluk. Van den motor was de rechtervoet-rust af gebroken en die van de duo naar achteren gebogen. Een kellner uit Art-is verklaarde aan het gezelschap eerst bier en toen 6flesschen cham pagne gebracht te hebben die leeggedronken waren. Er hadden 3 a 10 personen plaatsge nomen aan die tafel. Noch hij, noch de mede- aar.zitters hadden den indruk dat verdachte onbekwaam was. De snelheid waarmee hij naar Haarlem reed, was volgens enkele getui gen normaal. De machinist van een goederentrein die van Amsterdam naar Haarlem reed, met een vaart van 50 KM., verklaarde, dat verdachte met groote snelheid den treir. voorbij reed. naar schatting met 80 a 90 K.M. De duorijd ster zat te slingeren. Verdachte beweerde nooit hooger dan 75 K.M. gereden te hebben en dit alleen op het kleine stukje asfalt. Een arbeider in Halfweg heeft den motor met groote snelheid en slingerend gezien. Hij had den indruk, dat de vrouw op het punt stond van den motor te vallen: ze zat er niet vast op. Ze had geen hoed op. Verdachte zegt, dat even vóór het hecto meterpaaltje de duo-passagier geroepen heeft: „Mijn hoed!" en daarbij een beweging heeft gemaakt. De deskundige, eerste-luitenant bij den mo- tordienst, noemde den motor in prima staat. Hij vond het roekeloos (dit op een vraag van den president) om met 80 K.M. te rijden met een duo-passagier, die men niet kent als zoo danig. Den verdachte noemde hij een kundig motorrijder, die na de botsing buitengewoon handig heeft gemanoeuvreerd. De getuigen a décharge achtten verdachte een kundig motorrijder en zeer zeker dien avond niet onbekwaam. Zij wisten nog, dat verdachte op het feest op 3 Mei 1 glas bier en 2 glazen champagne gedronken heeft. Niet meer. Verdachte meende op het oogenblik van het- ongeluk 60 a 65 K.M. gereden te hebben. Hij heeft niet de minste hinder gehad van het niet stilzitten van het slachtoffer. Alleen toen ze „Mijn hoed!" riep, kwam er een he vige slingering, hij raakte in de berm en het paaltje, wist den motor echter in bedwang te houden en tot stilstand te brengen. De Officier achtte bewezen dat verdachte te hard gereden heeft met een onbekende achterop onder omstandigheden als in dit geval. Men had den heelen dag gewerkt en heeft daarna een feest gehad. Weliswaar wordt gezegd, dat verd. slechts 1 glas bier en 2 glazen champagne gedronken heeft, doch weinig alcohol maakt iemands zekerheid min der. Het slingeren van het meisje moest ver dachte gemerkt hebben Desondanks bleef hij snel doorrijden. De Officier vroeg een gevan genisstraf van 3 maanden. Mr. Th. Fo'.kerts bestreed het requisitoir en ging de verschillende verklaringen der getui gen na, waaruit geen enkel bewijs voor het vage ten laste gelegde te putten was volgens hem. Hij trachtte aan te toonen dat verdach te niet te snel, en zeer *?eker niet roekeloos of onvoorzichtg heeft gereden. Bij gebrek aan elk bewijs vroeg pl. vrijspraak. Uitspraak over 14 dagen. Poging tot diefstal. Een 36-jarig Haarlemmer had het voorne men om een fiets'in Halfweg, die vlak bij het (Adv. Ingez. Med.) station stond, te stelen. De eigenaar had het klokslot niet volledig gesloten, doch wel de stang tusschen de spaken gestoken. Hij zag twee mannen bij de fiets dat hem verdacht leek en hij hield uit het raam het rijwiel in het oog. Een der mannen zag hij voorover ge bogen over zijn fiets staan, doch de man liep weg met zijn handen op den rug. zoodra hij den eigenaar bespeurde. Het slot was al heele- maal geopend. De agent, die verdachte latei- heeft aangehouden vond twee pistolen, patro nen en inbrekerswerktuigen op hem. Verdachte ontkende het ten laste gelegde. Een onbekend persoon zou het volgens hem hebben gedaan. De Officier eischte een gevangenisstraf van 6 maanden met aftrek wegens poging tot diefstal. Het strafblad van verdachte is niet schoon. Over 14 dagen zal verdachte voor een dergelijke zaak moeten terecht staan. Mr. Van Dam geloofde, dat in dit geval sprake is van een niet-strafbare voorberei dingshandeling, en nog niet van een begin van uitvoering. Pl. vroeg vrijspraak subs, cle mentie. Uitspraak over 14 dagen. 100 K.M. op den Wagenweg!! Een jongeman uit Vught is in het bezit van een raceauto, waarmee hij op zekeren zo meravond omstreeks 8 uur over den Wagen weg gejakkerd heeft met een snelheid van 90 a 103 K.M. per uur! Deswege door den kantonrechter veroordeeld zijnde tot een geldboete, hoorde hij in hooger beroep een maand hechtenis tegen zich eischen. Inspecteur Drayer heeft verdachte voorbij zien stuiven en noemde zijn wijze van rijden schandalig. Ook anderen hadden zich tegen hem in dien zin uitgelaten. Een redacteur van de Auto-Kampioen als deskundige gehoord verklaarde op eenige ma len hem gestelde vragen, dat hij deze wijze van rijden onder deze omstandigheden, met een auto als de onderhavige en met een chauf feur als verdachte, daar ter plaatse toelaat baar vindt. De officier, mr. A. R. Andringa, kon zich niet voorstellen, dat een deskundige dit toe laatbaar achtte. Hij vroeg een hechtenisstraf van 1 maand. Mr. Simons trad als verdediger van ver dachte op. Diefstal met braak. Op zekeren avond haalde een jonge Haar lemmer het in zijn hoofd een inbraak te gaan plegen in het gebouw van De Landbouw aan het Spaarne. Hij begaf zich daarvoor naar een vriend en stelde dien zijn plan voor. De vriend weigerde, waarop de adspirant- inbreker een ander jongmensch opzocht, dat wél op het voorstel inging. Met zijn drieën hebben ze erover gesproken. En op 15 Novem ber werd de poging ondernomen. Helaas voor de beide jongelui had de politie er lucht van gekregen en toen de eene dan ook over den muur in de ^eeksteeg. w^s geklauterd, een deur had geopend en door 'een loket in de' fabriek was binnengedrongen, werd hij in het kantoor opgewacht en ingepikt. Zijn ka meraad. die in de Beeksteeg was, blijven wachten, vluchtte, doch werd later eveneens gearresteerd. Beiden stonden nu wegens po ging tot diefstal terecht. De beramer van het plan, de inbreker, be kende alles ten voile. Zijn kameraad ont kende alles, ondanks de hem gestelde „Strick- vragen-' en ofschoon de medeverdachte ook hem genoemd had Maar tegen een verdachte mogen de verklaringen van een mede-ver dachte niet in aanmerking genomen worden, en zoo baatte de ontkentenis hem in zooverre dat mr. K. A. F. J. Piiester voor hem wegens gebrek aan bewijs vrijspraak en onmiddellijke invrijheidstelling uit de preventieve hechte nis vroeg. Het werd niet ingewilligd. Voor den anderen verdachte pleitte de verdediger de uiterste clementie vanwege zijn eerlijke houding. De officier had tegen elk der verdachten een gevangenisstraf van 1 jaar geëischt. Diefstal met braak. Een 42 jarig schilder heeft in Oct. door middel van inbraak uit een onbewoonde wo ning in Bentveld dekens, sigaren, electrische kachels, kleedingstukken enz. weggehaald, „zonder dat die zaken hem toebehoorden en zonder dat iemand hem voor het toeëigenen permissie had gegeven Een Amsterdamsche familie heeft het huis in September verlaten en komt er zoo nu en dan eens terug. Door den Nachtveiligheids dienst was zij gewaarschuwd, dat er was in gebroken. Een schroevendraaier was in het kozijn gezet en daarmee was het raam open geschoven. De schilder stond thans terecht en beken de alles. Vijf maal heeft hij een bezoek aan het huis gebracht. Zijn strafblad vermeldt 8 veroordeelingen wegens dergelijke delicten en de officier vond een gevangenisstraf van 1 jaar en 6 maanden op haar plaats. Mr. B. W, Stomps achtte dit een eeval voor een korte' onvgorwaardelijke straf en een voorwaardelijke. Onder strenge leiding zou verdachte weer in het goede spoor kunnen komen, waarin hij de laataste 9 maanden ge- loopen had. Oplichtingen. Eerst kwam een Duitsch-sprekend man, die bij een kleermaker alhier een eostuum, een overjas en bretels had losgekregen zon der betaling, doch door valsche voorspiege lingen. dat hij geld te wachten was van zijn .vader in Duitschland, dat hij een baantje kon krijgen, maar dat hij daarvoor een fatsoen lijk pak moest dragen. Het bleek „verdicht" en de man stond voor de rechters van de Haarlemsche rechtbank terecht wegens op lichting, wat de officier bewezen achtte en waarvoor deze een -gevangenisstraf van 6 maanden met aftrek vorderde. Mr. Stomps vond het eigenlijk geen oplich ting. Het was eigen - schuld van den kleer maker, die aan een man, die een steunkaart toonde, voor f 88, kleeren had meegegeven. Anders vroeg pl. clementie. De tweede oplichter was een niet-verschenen man uit den Helder, die van een Haariemsch kapelaan f 9 gekregen had, om daarvoor een scheepsdeken en een matras te kunnen koo- pen, die hij noodig zou hebben voor zijn ver kregen betrekking aan boord van een schip. Een monsterboekje (van zijn broer) toonde hij daarbij. I-Iet bleek niet waar te zijn. Reeds driemaal eerder is do man veroordeeld we gens zulke feiten en de officier vroeg een ge vangenisstraf van een half jaar. De president mr. Strick van Linschoten zei, dat over 14 dagen in al deze zaken uitspraak zal worden gedaan. MAANDBLAD „HET CREMER- NIEUWS". HET JUBILEUM VAN DEN IIEER A. SCHINKEL Het Maandblad „Het Cremernieuws", offi cieel orgaan van de Kon. Letterl. Vereen. „J. J. Cremer", alhier, opent met een artikel, waar in de heer A. Schinkel, die in de voorstelling van „Cremer" van 19 December a.s. zijn 40- jarig jubileum als tooneel dilettant viert, vele bijzonderheden uit zijn dilettantenloopbaan mededeelt. In genoemde feestvoorstelling zal worden opgevoerd: „Romon Tamello" (de held van het witte doek) blijspel in drie bedrijven door Henk Bakker, waarin de heer Schinkel de rol zal vervullen van Mr. Menno van Eckeren. Donderdag 28 December a.s. geeft „Cremer" een kienavond met bal in het Kegelgebouw, Tempeliersstraat. Dinsdag 6 Februari voert Cremer „Dolle Maan", op, spel van trouw en ontrouw in 3 bedrijven met een critiek, en nieuw blijspel van Joh. Broedelet. MüZIEKINSTRUMENTMAKERS EN -STEMMERS. Het 19e congres van den Nationalen Vak-, bond van Muziekinstrumentmakers en -stem mers zal plaats hebben in Hotel „Royal" al hier, op Zaterdag 16 December a.s. (In ons vorig nummer werd door een zetfout een ver keerde datum gemeld) KERK EN VREDE GETUIGT TEGEN DEN OORLOG. BIJEENKOMST IN DE CONCERTZAAL. In de Gemeentelijke Concertzaal hield Kerk en Vrede Donderdagavond een getuigenis avond tegen den oorlog, waarvan het alge- meene onderwerp was „Evangelie en Vader land". Dr. K. H. Miskotte en Ds. J. J. Buskes Jr. wa ren wegens ongesteldheid verhinderd wes halve Ds. P. A. E. Sillevis Smitt verving. Dr. J. Riemens sprak eerst over het onder werp „Hoe dien ik Christus en zijn kerk?" Wij kunnen Christus niet denken zonder kerk en de kerk niet zonder Christus, aldus begon Dr. Riemens zijn rede en stelde voorts de vraag of Christus den vrede brengt, Hij zelf heeft immers gezegd, dat hij gekomen was „om het zwaard te brengen". Doch dat wil niet zeggen dat hij de oorlogsgeest heeft wil len brengen. Hij komt als vredesvorst maar juist door zijn komst zullen de conflicten, en dus de strijd, ontstaan, omdat de weg naar den vrede een weg van strijd is. Het is met den vredesvorst als met het water: het water is een zacht element maar het gaat zijn weg en laat zich zelfs niet door rotsen weerhou den. „Wanneer de vredesvorst tot strijd roept, dan smeedt hij zijn wapenen in het arsenaal des hemels; daarom brengt Christus den vre de". aldus Dr. Riemens. „Vrede met alle menschen" lijkt sommigen een onmogelijkheid in de twintigste eeuw, maar als dat waar is zou Christus niet de universeele vrede zijn, de vrede voor allen. Zouden wij: inderdaad die opvatting accep teeren .aan beide zijden der grenzen, dan ;s het inderdaad mogelijk dat wij elkander weer opnieuw zouden gaan vernietigen. Daarom is het noodig dat de nieuwe geest, de geest van den vredesvorst, ingang vindt, want al leen deze geest kan medehelpen tot een non agressiepact tusschen alle Christenen dei- wereld te komen. En alleen een geest waar bij Christus in het middelpunt staat, geeft waarborg dat de geest ook waarde heeft. De tweede spreker was Ds. P. A. E. Sillevis Smitt. die over „Evangelie en oorlog" sprak. ,X)e tijd van theoretische bezinning over den oorlog raakt ten einde" zei Ds. Sillevis Smitt. Het wordt tijd te getuigen en zich voor te bereiden op de daad. De moderne mensch gaat den modernen oorlog tegemoet. God komt tot ons in overgave, zooals de evangelie de boodschap van overgave tot de menscliheid is. Stelt men daar tegenover den modernen oorlog, dan blijkt de groote te genstelling: geen overgave, maar grenzenlooze zelf-handhaving, in plaats van zelf-overgave. Geen middel, hoe demonisch ook, wordt in den modernen oorlog onbenut gelaten. De wereldoorlog heeft het satanisch geheim van den oorlog zelf onthuld. Maar deze zelf handhaving is in werkelijkheid niets anders dan zelf-ondergang en zelf-vernietiging. „Toen het buskruit werd uitgevonden was het einde van het riddertijdperk aangebro ken", zegt men wel eens. Met den oorlog is het einde van den oorlog aangebroken, van den oorlog zooals wij die kennen. Het wordt geen strijd meer van legers tegen legers, maar tegen de geheele gevolking. Het minste wat men toch van de mensch- heid kan eischen is een getuigenis tegen dezen satanischen wereldbrand. De roep van het fascisme om de k.\rk buiten de politiek te houden, om de kerk geen medezeggenschap te geven, spruit voort uit een oorlogsgeest. Als derde sprak Ds. J. M. Leendertz, over „Hoe verwachten Wij Christus en zijn rijk?" De Christen is een mensch in wie de ver wachting' leeft, dat niet wil zeggen dat hij alleen van verwachtingen leeft, zeide Ds. Leendertz. Met Kerstmis ^ïerdenken wij weer den Hei land die gekomen is, maar die toch ook nog komen moet. Hij is er geweest, en daarom zijn wij Christenen, maar hij is er nog niet ge weest omdat er zooveel nog niet tot zijn ko ninkrijk behoort. Dagelijks kunnen wij nog om ons heen zien wat hem nog niet hoort en dat brengt spanning met zich mede. Daardoor ontstaat er ook een spanning tegenover volk en vaderland, want al heerscht Christus niet in ons volk, hij ontbreekt er ook niet. Wij hebben ons vaderland lief, doch als Christenen zoeken wij ook naar het ware vaderland, een beter vaderland. Want als goede Christenen kunnen wij niet de fouten van ons vaderland erkennen en wij mogen niet zeggen „right or wrong my country!" „Kunnen wij ons vaderland nummer een la ten zijn. en God's wil alleen dan aanvaarden als hij niet in strijd is met onze vaderlands liefde?" vroeg Ds. Leendertz. Hoe zal dan onze houding zijn? Het antwoord ligt in de woorden Kerk en Va-ede zelf, want de kerk is der volkeren saamibindende la-acht. De kerk kan het geloof steunen ear pal staan tegen alles wat tegen Christus is. En dat dringt haar in een positie die afwijzend tegenover den oorlog staat. Want mag zij wel haar stem verheffen tegen vloeken, maar niet tegen den oorlog? De redevoeringen werden afgewisseld door zang. De avond werd met. het Wilhelmus gesloten. UITGAAN. DAAR KLOPT IETS NIET. Op Woensdag 20 December zal door „De Vereenigde Schouwspelers" in den Stads schouwburg weer een voorstelling worden ge geven van het stuk „Daar klopt iets niet". „EL-BETH-EL" Zondag 17 December zal het nieuwe evan gelisatielokaal der Pinkster Gemeente „El- Beth-El" aan de Bakenessergracht52 offi cieel geopend worden, waarbij verschillende sprekers het woord zuilen voeren o.m. de heer W. J. Hamers uit Hilversum (des morgens 10 en des n.m. 6 uur). Het vergaderlokaal maakt een rustigen en prettigen indruk. Achter de zaal is een lokaliteit bestemd voor jeugdwerk, zooals meisjesnaaikrans en knapenvereeni- ging. INGEZONDEN Voor den ijihoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantiooordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, xoordt de kopij den inzender niet teruggegeven. STEUNVERLEENING AAN VORSTWERKLOOZEN. Geachte redactie, Met zeer veel belangstelling las ik het ver weer van den directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon naar aanleiding van de klacht, door mij geuit. Ik begrijp dat Maatschappelijk Hulpbetoon zich heeft be houdien aan de be palingen van den minister en zeer terecht is 'als eerste eisch gesteld steun naar behoefte. Maar dat is nu volgens mijn meening niet ge schied. Vervolgens de mededeeling, dat de door mij genoemde gevallen zoo niet beoordeeld kun nen worden. Nu vraag' ik mij toch af: zijn de ingekomen aanvragen om steun dan niet be handeld heeft men deze dan toch zonder onder-zoek afgewezen? Waarom hebben de penningmeesters dan steeds moeten wachten tot dat de gevallen onderzocht waren? Steeds meer komt voor mij vast te staan, dat zoo goed als alle aanvragen zonder vorm van pro ces zijn afgewezen, of men behoefte had aan uitkeering of niet. En het eigenaardige van het geval is dat waar volgens Maatsch. Hulpbetoon geen be hoefte was, nu wel uitkeering is verstrekt en dat men nog- verder gaat en verschillende ge vallen opnieuw gaat bekijken. Dat ik als georganiseerde behoor te weten hoe te moeten handelen in dusdanige geval len, is mij bekend, doch ik wensch dezen lij densweg niet te bewandelen: daarmee heb ik al zooveel leergeld betaald, dat ik meende het nu eens publiek te moeten maken. Ais de directeur zegt, d;at ik de betrokkenen door dezen weg te bewandelen in geen geval van dienst ben, zou ik deze mededeeling bijna als rancune moeben beschouwen. Dit alles te zamen genomen blijf ik van oor deel, dat er bij Maatsch. Hulpbetoon iets niet gezond is. C. NTJMINK, Lid. R.K. Bouwvakarbeidersbond St. Joseph, Afd. Haarlem, Gen. Bothastraat 43, Haarlem. CRISIS-COMITé-A. HAARLEMMERMEER Medeburgers, De winter heeft weer zijn intrede gedaan. Herhaaldelijk wordt reeds bij ons comité aangeklopt om hulp, doch door gebrek aan middelen konden we tot heden niet steunen. De groote malaise, die nog alom heerscht en de steeds toenemende verarming, welke daarvan het gevolg is, doen verwachten dat het aantal aanvragen zeer zal toenemen. Hoewel we zeker niet in staat zullen zijn om overal te helpen waar het noodig is en de hulp die we kunnen brengen nog sober zal moeten zijn, zullen we ons toch beijveren om de meest schrijnende armoede te lenigen. Om te kunnen helpen waar gebrek is aan levensmiddelen of brandstoffen, aan kleeding, dekking of schoeisel is de medewerking noodig van allen die iets te missen hebben. In de eerstkomende weken zullen in de ge heele gemeente Haarlemmermeer weer gelden worden ingezameld op in teekenlij sten. Wij doen een dringend beroep op aller milddadigheid en hopen dat zij die nog iets kunnen missen de dames en heeren collectan ten niet met ledige handen zuilen wegzen den maar op de aangebeden lijsten willen in- teekenen. Ook de kleinste gaven zijn welkom! Namens het plaatselijk crisis-comité, H. KONING, voorzitter. Mr. J. F. JANSONIUS, secr. T. BOLL, penningmeester. DE VORST EN MAATSCHAPPE LIJK HULPBETOON. Geachte redactie. Allicht is de directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon minder gesticht over het ingezon den stuk van onzen secretaris. Doch de di recteur is abuis, als hij denkt, dat onze secre taris niet weet wat hem te doen staat als ge organiseerde. Wij hebben gelukkig neg men schen, die op de hoogte zijn en zich het lot van hun medemenschen kunnen indenken, beter dan mogelijk bij verschillende instel lingen. Als eerste eisch mag worden gesteld, dat naar behoefte wordt gesteund. Als iemand zooveel heeft verdiend, dat hij iets heeft kun nen oversparen, komt hij niet dadelijk in aanmerking voor steun. Maar een arbeider die voorheen reeds 20 a 30 weken werkloos is geweest, en nu, laten wij veel zeggen: 10 weken geweckt heeft, heeft niet kunnen sparen, nog geen f 10, daar hij eerst het allernoodzakelijkste, dat zijn de schulden die zijn gemaakt bij bakker, krui denier, melkboer, groenten boer en niet te ver geten de belasting, moet afbetalen. Laten wij eerst eens praten over een jaar werk achter elkaar, dan kan mogelijk met gced oveleg der vrouw, iets worden overgespaard, maar dit is thans uitgesloten. Ware ondergeteekende ambtenaar met een Inkomen van f 60 a f 70 per week dian zag hij best kans om hiervan f 30 per week over te sparen, indien hij niet boven zijn stadia ging, en zich tevreden stelde met het loon van een arbeider. U. geachte redactie, beleefd dankend voor de plaatsing. JOH. VAN MARIS. Lid R.K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph", Afd. Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 6