Een Meisje en een Man
de ijsbreker .de ijsbeer vergezeld van de .Havenpolitie l en Droogdok 10 .s Donderdagl vanui .YEARLY (midden), eigenaar Lord Willoughby won de groote steeplechase, welke deze week te
dam vertrokken om het ijsdek van het IJselmeer open te breken. - De IJsbreker werd in het begin gevolgd ooor a j -|- L-
belangstellenden per fiets en te voet; de dikte van het ijs bedroeg 48 c.M. Derby gehouden werd. De ruiters nemen een der moeilijkste hindernissen.
BALIEKLUIVERS. De vergadering der kleine entente in het kindertehuis aan de Bakerstreet
te Londen.
HET SCHEEPJE .Les Trois Frères", dat reeds gerulmen tijd
bij het eiland Pampus geïsoleerd ligt, kreeg Donderdag wel»
kom bezoek van den ijsbreker .De Ijsbeer". Havenmeester
v. d. Pol begroet Hendrik en Anna Lugthart aan boord van
.Les Trois Frères".
AAN DEN MAALTIJD. Een snapshot bij de „Winterhilfe" te Berlijn.
De gasten laten zich den maaltijd goed smaken.
EEN POPPENHUIS, dat nog kleiner is dan
een normale hand, is geëxposeerd op de
groote tentoonstelling van handwerk van het
platteland, welke thans te Berlijn gehouden
wordt. Bovenstaand miniatuur speelgoed
werd in een „poppenfabriek" in het Erts
gebergte gemaakt.
DE HERTOG VAN YORK sneed Woensdag eigen
handig de Kerst-cake voor, in de bijeenkomst der
_NotForgotten"-vereeniging, waar de cakes werden
uitgedeeld voor de behoeftige soldaten, die nog
steeds in Londensche gasthuizen verpleegd worden.
DR. KNUD RASMUSSEN, de bekende Deensche
Poolreiziger, is overleden.
FEUILLETON
Naar het iingelsch van
CURTIS YORKE.
(Nadruk Verboden).
9)
„Gaddy is vandaag niet verschenen",
merkte Warwick op, toen Vanbrugh na het
middagmaal aanstalten maakte, te vertrek
ken. Hij slaat zelden een morgen over".
„O ja, over Gaddy gesproken", zei Van
brugh, terwijl hij den buikriem van 't paard
vaster trok. „Ik zou wel eens even naar Caro-
lay willen, nu ik toch hier ben. Ik heb Chris
tian Cunninghame in een heelen tijd niet ge
zien; ze is een buitengewoon aardig meisje,
•maar scherp als de duivel als je haar schaak
mat zet. Haar oom was een pracht-kerel. Rijd
je misschien met me mee? Jullie zijn nu toch
zeker geen geslagen vijanden meer?"
„Gedeeltelijk nog wel", antwoordde War
wick met een korten lach. „We zijn niet be
paald vrienden, maar we „dorsten niet langer
naar elkaar's bloed. En Gaddy en ik zijn ge
zworen kameraden: ik wil met je meerijden
dk heb tot morgen toch geen werk meer te
doen".
Christian groette de beide mannen harte
lijk, alleen Warwick merkte het verschil op
•in de begroeting van hem en die van Van
brugh.
„Wat is er vandaag met je gebeurd, Gaddy?"
vroeg Warwick, toen Christian en Vanbrugh
in de veranda zaten.
„Och!" vertelde de jongen aarzelend, „ik
ben onhebbelijk tegen Milly geweest, ik ge
loof dat ik haar een ouwe gek heb genoemd
en Chris zei. dat ik voor straf niet verder dan
tien meter van huis mocht. Natuurlijk had
iik makkelijk weg kunnen gaan, als ik gewild
had, maar je hebt een meisje tegenover je,
ziet u?" Toen voegde hij er haastig aan toe:
„Zeg, is dat geen buitengewoon paard van
meneer Vanbrugh? Ik weet nog niet zeker,
of ik niet bij de Bereden Politie ga, als ik groot
ben. Meneer Vanbrugh", riep hij, toen ze bij
de veranda kwamen, „denkt u dat u mij over
een paar jaar een plaats bij de Bereden Po
litie zou kunnen bezorgen?"
„Mogelijk, maar misschien zul je de jaren,
die nog moeten verloopen voor je twee-en-
twintig bent, van idee veranderen", was Van-
brugh's ernstige antwoord, want hij zou voor
niets ter wereld den jongen hebben willen
uitlachen.
„Twee en twintig", herhaalde Gaddy, op 'n
toon, van diepe teleurstelling. „U bent zeker
een beetje ouder?"
„Een beetje", stemde de ander, die kort
geleden zijn zeven-en-dertigste vaarwel had
gezegd, toe.
Christian zag er ernstig en afgetrokken uit
en plotseling zei ze. Warwick aanziend, die
tegen een van de steunbalken van de veranda
leunde; „Vanbrugh vertelt me, dat u de
Mexicanen ontslagen hebt. Denkt u, dat dit
■verstandig was?"
„Onder de gegeven omstandigheden heel
verstandig", antwoordde hij koel. ,,'t Was een
worsteling tusschen hun wil en de mijne, en
de mijne won."
„Ik wou, dat u ze nooit had aangenomen,"
viel ze impusief uit.
„Dat wou ik ook. De zaak is nu gelukkig ten
einde."
„Daar ben ik niet zoo zeker van", merkte
ze bedaard op.
„Beste juffrouw Cunninghame, u en Van
brugh schijnen te meenen, dat ik niet weet
hoe ik met mijn werkvolk moet omspringen.
Ik verzeker u, dat u dat gerust aan mij kunt
overlaten".
Er klonk lichte ergernis in zijn stem en
Christian antwoordde koel; „Neemt u mij
niet kwalijk, als ik den indruk maakte mij
met uw aangelegenheden te hebben willen
bemoeien. Natuurlijk kunt u zelf 't best over
■uw eigen zaken oordeelen".
En ze keerde zich af, om iets tegen Van
brugh te zeggen, en sprak niet meer met
Warwick, tot Vanbrugh opstond en afscheid
•nam.
„Hè, blijft u theedrinken, meneer Warwick",
smeekte Gaddy, toen ze allen den sergeant
hadden nagekeken, tot hij uit 't gezicht was.
„Ik zal.'t prettig vinden, als u wilt blijven",
verklaarde Christian uitermate onverschillig.
„Dank u", antwoordde hij met bestudeerde
kalmte, ,,'t Spijt me erg, maar ik moet ook
sveg".
Hij reed in een geprikkelde stemming naar
Barnethan terug. Hij was boos op Christian,
iboos, omdat hij nooit zeker was welke hou
ding ze tegenover hem zou aannemen, en ook,
omdat zij zijn gemoedsrust begon te versto
ren, een gemoedsrust, die hij verkregen had
na jaren van stormachtigen strijd.
VII.
Sinds eenigen tijd had Christian haar mees
terknecht Raeburn ervan verdacht, haar sys
tematisch te bestelen. Kort geleden waren
haar vermoedens zekerheid geworden; daarom
had zij hem ontslagen en vervulde zij ver
schillende van zijn plichten zelf, tot Fraser,
dien zij in zijn plaats had aangesteld, alle
bijzonderheden van zijn nieuwe werk, onder
de knie zou hebben.
Ze had geen reden tot spijt over haar be
sluit Fraser te hebben aangenomen. Ze vond
hem bezadigd, nauwgezet en in ieder opzicht
bevredigend. Zijn collega's konden zich eerst
niet aan zijn zwijgzame, stugge manieren
wennen, maar gaven toe, dat hij 'n behoor
lijke kerel was.
Een van de plichten, die Christian op zich
.genomen had, was, 't rijden naar de nabij
gelegen stad om aan de bank het geld voor
de maandelijksche uitbetaling te halen, bood
schappen te doen, enz. Ze was op den terug
weg van een van die tochten op 'n September -
avond wat later dan gewoonlijk, omdat.Betsy
een ijzer verloor. Daardoor was 't haast don
ker, toen ze aan een-kreupel'boschje kwam.
ongeveer een halve nijl van Carolay. Hier
steigerde de merrie plotseling, want een hand
greep den teugel en 'n ruwe stem zei: „Voor
uit juffer, we zullen u geen overlast aandoen,
maar we willen dat zakje met geld". In 't
schemerlicht zag Christian twee zwaar ge
bouwde mannen, beide onbekenden voor
haar. Ze kon hun trekken niet duidelijk on
derscheiden, maar beiden kwamen haar
vreemd voor.
Ze zagen er .evenwel erg onbeschoft uit en
Christian's hart sloeg onaangenaam snel, ter-
wijlze de linnen zak vastgreep, die wat
heel onvoorzichtig was duidelijk zichtbaar
voor haar lag. Niettemin wilde ze zich niet
zonder meer van haar geld laten berooven,
dus sloeg ze met haar zweep vinnig over haar
.aanvaller's hand. en toen tegen Betsy's flank.
De merrie sprong vooruit, maar de woeste
lingen waren haar te vlug af. Met woedende
vloeken grepen ze het paard bij den kop en
duwden het zoover terug, tot het haast kwam
te zitten. „Zoo, wou je vechten?" mompelde
de eerste man tusschen zijn tanden. „Nu,
dat zullen we je wel afleeren, mijn schoon
heid. Kom. geef op dat geld, verder kun je
alles houden, wat je hebt. Als je 't niet
Maar Christian was nu door 't dolle heen
en voor de roovers wisten, pat ze deed. had
ze hen met haar zweep pijnlijk in hun ge
zichten geslagen. Toen bracht ze vlug als
water haar revolver te voorschijn, maar de
tweede man sloeg haar het wapen met een
vreeselijke verwensching uit de hand, en on
getwijfeld zou 't slecht met haar zijn afgeloo-
pen, als niet een ruiter naast haar was komen
opdagen, die de glimmende loopen van twee
revolvers op het tweetal richtte.
„Zoo, juffrouw Cunninfhame, ik schijn
precies op tijd te zijn gekomen", zei 'n man
nenstem.
Christian, nog bevend over al haar leden,
hield haar geldzak vast en keerde zich naar
haar bevrijder. Toen ze dit deed, veranderde
de uitdrukking van opgeluchte blijdschap in,
wat men zou kunnen noemen, een uitdrukking
van stugge dankbaarheid, want de juïst-
aangekomene was Owen, die er opgeblazen
.en gewichtig uitzag.
„Vooruit, jullie lafaards, maakt dat jullie
^wegkomt, hè. Ik ,zal verder voor de jongedame
.zorgen", riep hij met luide, snoevende stem.
„Denk er om binnen drie seconden
.schiet ik".
Het edele span sloop mopperend weg en
Owen pakte Betsy's leidsels en maakte zich
.gereed, zijn paard naast haar te brengen.
„U moest eigenlijk niet zoo laat op het pad
■zijn", begon hij op familiairen, zelfs harte-
lijken toon, die haar 't bloed naar de wangen
dreef. „En met geld nog wel", voegde hij ér-
iaan toe, kijkend naar den zak, dien zij vast
hield. ,,'t Is niet veilig. Wat zou er wel ge
beurd zijn, als ik niet gekomen was?"
„Ja, wat?" zei ze, met een poging om vrien
delijk te spreken, want mottige Sammie was
Igeen uitverkorene van haar. „Ik ben u heel
.dankbaar. Zoudt u de mate van mijn dank
baarheid nog willen volmaken, door mijn re
volver op te rapen? Een van de mannen heeft
ihet ding uit mijn hand geslagen".
4 Owen gehoorzaamde. „Ik zou alles voor u
.willen doen," verklaarde hij. terwijl hij weer
^opsteeg. „Dat weet u wel. Binnenkort zal ik
^misschien om mijn belooning vragen".
Terwijl hij sprak, boog 'nij zijn bol. onaan
genaam gezicht tot dicht bij het hare. en keek
.naar haar op een manier, die haar vol afkeer
deed terugdeinzen.
„U weet wel, wat ik bedoel, hè," ging hij
voort, zijn paard nog wat dichterbij bren
gend, terwijl hij poogde haar hand te grijpen.
„Neen, ik kan niét zeggen, dat ik dat doe",
antwoordde ze kortaf.
„Kom, kom, nu. U weet heel goed, dat ik
veel van u houd, en dat? ik met u trouwen
wil," sprak hij wat opgewonden. „Laten we
dat afspreken. U zoudt geen betere partij
kunnen doen. Ik kan u vrijwel alles geven,
wat .een vrouw maar wenschen kan; en dan
koopen we dien trotschen gek Warwick uit.
Wat hij van mijnen afweet, kan in T holle
van mijn hand. Nu wat zegt u?"
.(Wordt vervolgd).,