Een Meisje en een Man FEUILLETON Naar het Engelsch van CURTIS YORKE. .(Nadruk Verboden). 14) „Ja, beleedigen", barstte ze uit. „Alsof u dat niet wist!" „Neem mij niet kwalijk", gaf hij ten ant woord. „Ik weet niet waardoor ik je beleedigd zou hebben. Misschien wil je mij dat vertel len?" Hij hoorde haar den adem inhouden alsof ze onderdrukt snikte. Maar toen ze sprak, klonk haar stem koud en helder. „Ik ken uw geheim", zei ze, „en ik ik ver acht u". Er viel een korte stilte. Toen hij weer sprak, scheen 't haar. of een onbeschrijfelijke hin dernis tusschen hun gerezen was. „Mag ik vragen, wat u bedoelt?" vroeg hij doodelijk kalm. „U zegt, dat u mijn geheim kent, dat klinkt heel melodramatisch, maar 't is een feit, dat er in mijn leven zooveel din gen gebeurd zijn, die ik niet noodig gevonden heb aan de heele wereld toe te vertrouwen. Wat is u ter oore gekomen?" „Iets, dat u vergeten schijnt te zijn", ging ze met booze minachting voort. „Om 't kort te maken, ik weet over uw vrouw". „Zoo en wat weet u dan?" „Het is dus waar, dat u getrouwd bent?" „Ik trouwde tien jaar geleden", was 't rus tige antwoord. „En toch hebt u 't gewaagd tegen mij te spreken, zooals u deedt!" riep ze haast wild uit. „O, ik wou dat ik een man was, dan zou ik u met een zweep kunnen ranselen, zooals u verdient". Welke verdere opmerkingen zij de volgende twintig seconden maakte, kon hij zich niet meer herinneren. Toen de maan weer achter de wolken uit kwam, scheen haar licht op twee bleeke, vast beraden gezichten. „Gaat u alstublieft voort", hernam War wick, met zijn nog steeds gevaarlijk rustige stem. „U hebt zeker nog meer te zeggen. U kimt niet uw heele voorraad uitdrukkingen hebben verbruikt, om uw meening over mijn vergrijp te zeggen". „Hoe kunt u over zooiets grappen maken!" riep ze hartstochtelijk. „Ik ben niet in een stemming om te gek scheren, dat verzeker ik u". was 't ijzige ant woord. „Vindt u 't dan een onvergeeflijke mis daad, als een man een vrouw vertelt, dat hij haar liefheeft?" vroeg hij, een sigaret aan stekend, terwijl hij sprak. „Dat is, voor zoover ik begrijp, mijn ergste beleediging". „Ik vind 't een eerloos, schandelijk iets, voor een getrouwd man, een andere vrouw van zijn liefde te spreken". „Dat vind ik ook. Op dat punt zijn we het eens. A propos, neemt u mij niet kwalijk, maar ik geloof dat we naar huis moeten, we kunnen 't interessante gesprek onderwijl voortzetten". „Dank u, ik kan wel op mijzelf passen", zei ze uit de hoogte. Terwijl ze sprak, liep ze vlug door. maar met- enkele schreden had hij haar ingehaald. „Op de kans af, erg lastig gevonden te wor den,kan ik u toch niet alleen naar huis laten gaan". „Niets wat u zou kunnen zeggen of doen, zou mij nu nog verwonderen", voegde ze hem met lage, onderdrukte stem toe. 't Toont al leen, hoe men zich vergissen kan en ik had gedacht, dat u zoo anders was!" „Er is schijnbaar een misverstand", hernam hij koel. „Er is werkelijk geen reden, waarom ik u een en ander zou uitleggen, omdat ik na vannacht niet meer de eer zal hebben u te kennen. Maar ik wil niet, dat zelfs een zoo teugellooze, jonge vrouw als de bezitster van Carolay mij schuldig houdt aan zoo'n lafhartig gedrag, als u mij aanwrijft. Ik heb u verteld, dat ik tien jaar geleden trouwde, maar als ik niet vrij was, zou ik mij toch het recht niet hebben durven aanmatigen, woorden van lief de tot u te richten. Ik ben geen schobbejak". „Vrij", herhaalde ze, „hoe meent u dat? Bent u dan gescheiden?" „Ja", antwoordde hij, met een vreemde, kalme stem. „De dood scheidde ons vier jaar ge leden". Christian werd doodsbelek. „O vergeef me", stamelde ze, met een tril lende stem. „Vergeef me, maar dat kon ik niet weten. O, wat moet u wel van mij denken?" Warwick was razend van woede, maar hij zei alleen: „Spreekt u er als 't u blieft niet over. Ik kan u alleen vragen, alles te vergeten en vergeven, wat ik gedurende 't laatste half uur gezegd heb. De beleedigingen en 't eerlooze gedrag, waarover u u beklaagd hebt, zal ik nooit her halen, dat beloof ik u". Geen van beiden sprak voor ze aan den viersprong kwamen en 't slapend kamp van Carolay in 't maanlicht zichtbaar werd. Toen ze als bij wederzijdsche overeenstemming stil stonden, deed ze een wilde poging, met opzij- zetting van haar eigenwaarde, om haar kort, vervlogen geluk terug te krijgen. „Het spijt mij zoo vreeselijk en ik schaam mij zoo", mompelde ze, haar hand op zijn mouw leggend. Maar hij deinsde terug en liep achteruit. „Voorzichtig alstublieft, ik heb mijn arm be zeerd". Zonder nog iets te zeggen, keerde 't meisje zich om en liep langzaam 't rotsachtige, on gelijke pad naar haar hut op. Warwick zag haar binnengaan en de deur sluiten. Toen steeg hij op en wat hij zei, is niet noodig aan te teekenen. Gemakkelijke karakters zijn. soms wonderlijk onverzoenlijk, als ze hevig bewogen zijn. En Warwick werd verteerd door een woede, die alleen bestaat, wanneer liefde en haat ongehinderd in 't hart van een man worstelen. XI. ,,'t Ligt niet in mijn aard, om mij vrijheden te veroorloven, juffrouw Chrissie, maar veilig is 't niet voor jonge vrouwen, om 's nachts rond te wandelen, blootgesteld aan moord, of erger; zelfs meneer Warwick, een sterke man en ongetwijfeld gewapend, is aangevallen en verwond". Christian slaakte een scherpen kreet. „Me neer Warwick aangevallen en verwond?" riep zij. „Waar? Wanneer?" „Gisterennacht, juffrouw Christian. Onge veer een mijl van Raskellan, zooals Mike me vertelde; hij heeft een leelijke snede in z'n linkerarm. Dat zal u op 'n goeden aag ook overkomen, juffrouw Chrissie, en als dat ge beurt, zult u zich mijn woorden herinneren". Christian ging zooals gewoonlijk aan haar werk, maar zij was er niet met hart en ziel bij. Voor de eerste maal voelde ze, dat ze Carolay haatte en alles daarbij. Wat een dwaas was ze geweest, dacht ze somber, toen zij over haar hartstochtelijke en onverantwoordelijke woorden nadacht. Wat 'n eigenzinnige, be moeizuchtige dwaas! Alles wat zij van 't geluk had gewenscht, was onder haar bereik ge weest, 'n gruwelijke onhandigheid had ze be gaan! Hij zou 't haar natuurlijk nooit ver geven, dat was niet te verwachten. Zij herinnerde zich ook, hoe 'n schok hij ge kregen had, toen zij zijn arm had aangeraakt. Milly draaide om haar pupil heen als 'n kloek om haar ziek kuiken, en zei 't volgen de: „Juffrouw Chrissie, 't is duidelijk te zien, dat je iets op 't hart hebt, dat je door iets gekweld wordt wat jammer is voor 'n jonge vrouw, aangezien de laatsten spoedig genoeg komen, wanneer echtgenooten en kinderen op 't tooneel verschijnen, en 't dan niet on waarschijnlijk is, dat 't met de rust en vrede gedaan is. Ik veronderstel, dat 't iets met de mijn te maken heeft, want mijnen zijn een last, van welken kant je ze bekijkt. Wil het werkvolk soms verhooging van loon?" Christian was bezig geweest de loonsta ten- op te maken, want 't was Zaterdagavond, maar legde nu haar pen terzijde en schoof het haar van haar voorhoofd terug. „Neen Milly, alles is in orde met de mijn", zei ze. „Fraser heeft mij zelfs verteld, dat ze op 'n nieuwe ader ges-booten zijn in de oostelijke galerij en dat die geleidelijk bree der wordt en klaarblijkelijk in de richting van de rivier loopt". Milly schudde haar hoofd. „O ja, juffrouw, dat is alles goed en wel maar denk eens aan die ader in die andere galerij en hoe dat alles op niets uitliep". „Ja, dat weet ik, maar Fraser schijnt te denken, dat deze heel anders is en zoo denk ik er ook over". „Dan is 't meneer Warwick, waar je je nog steeds over ergert", ging de oude vrouw voort. „Meneer Warwick?" viel 't meisje haar scherp in de rede. „Werkelijk, Milly, ik be grijp je niet". „Daar heb je 't, juffrouw Chrissie, maar ik bedoel er niets mee, hoor! Ik dacht alleen maar, dat je je ergerde aan die ader, die over den heuvel naar Barnet-han loopt. Neem dus n-iet zoo'n trotsche houding aan tegen iemand, die je als klein kind gewiegd heeft en die 't zelfde hoopt te doen met jouw kleine kinderen, en wenscht, dat jouw lieve gezicht 't laatste zal zijn, waarop mijn stervende oogen mogen rusten". „O Milly, je bent een lieve, oude ziel", riep 't meisje met een eenigsz-ins nerveuzen lach, „en ik voel me heelemaal niet uit de hoogte, dat kan ik je verzekeren. Inderdaad", voeg de ze er bij, „ik voel mij eerder ongelukkig". (Wordt vervolgd). SYLVESTERDAG is de dag der traditioneele folklore. Dan trekt de Limburgsche jeugd er op uit en gaat langs de huizen der autoriteiten van het dorp, om al het lekkers te grabbelen, dat hun wordt toegeworpen. De buit van den morgen en het slotlied der kinderen. HET 150-JARIG BESTAAN van het Geref. Oude Mannen- en Vrouwenhuis aan de TCwrr»r»MCTCi I im<- J c 1 u ui l- j i i j- Heerengracht te Leiden is Vrijdag herdacht. - Eenige oudjes aan het feestmaal, dat DE TENTOONSTELLING voor de Engelsche scholen op het geb.ed van velerlei u.tv.ndmgen en con- hun bij deze gelegenheid werd aangeboden. structiewerken in White City te Londen bevat vele interessante inzendingen. DE WANDSCHILDERING, rond moziek, vervaardigd door Anton Moikenboer, een geschenk der vaste pogram-medewerkers bij het tienjarig jubileum van de A.V.R.O., is gereed. MIJN BESTE WEN- SCHEN REEDS VOOR HET NIEUWE AhBEbLDING van het speldje, een JAAR pelikaan op een halven wereldbol, van goud vervaardigd, dal de bemanning van de .Pelikaan" bij aankomst op Schiphol door de K.L.M. zal worden aangeboden. TUSSCHEN DE SCHOLIEREN der Amslerdamsche H B.S.-en en Gymnasia zijn Vrijdag in het gebouw der 2de H B.S. met 5-jarigen cursus aan de Roelof Hartstraat te Amsterdam schaakwedstrijden gehouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 24