Een internationale ijs-hockeywedstrijd.
Een Meisje en een Man
m m.mm aft» s»
HONDERDEN verdrongen zich Maandag urenlang voor hel patels van den Duitschen
Rijkspresident te Berlijn, om er het .va et vient* der autoriteiten voor de Nieuwjaars*
receptie gade te slaan.
TROYANOWSKI, de eerste Sovjet-gezant te Washington,
bij het passeeren van Parijs op weg naar New York.
GEVOLG VAN DEN LAGEN WATERSTAND. Binnen een week tijds hebben op de
Schipbrug te Arnhem op ongeveer gelijke wijze drie auto-ongelukken plaats gehad.
Bij het oprijden der brug schoot een aanhangwagen van de Amsterdam Limburg
Expresse uit de bevestiging Yan den tractor. - Gelukkig kwam de wagen op een der
schepen van de brug terecht en gebeurden er ook ditmaal geen persoonlijke ongelukken.
IJSHOCKEY GANADA - DUITSCHLAND. De gasten wisten twee
beslissende zeges te behalen. Hierboven een overzicht tijdens dert
wedstrijd op de baan van de Riessersee»
HET ERNSTIG VLIEGONGELUK met een cffer machines van de lijn
Brussel Londen heeft tien personen het leven gekost. Wat er van
het toestel overbleef.
AAN DE HUIFKAR. Een bekoorlijke scene uit de nieuwe Bouwmeester»
revue „Vooruit maar weer", waarvan in Rotterdam de premiere ging»
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
CURTIS YORKE.
16)
„Natuurlijk moet u niet vaker komen, dan
u er zelf zin in hebt, meneer Vanbrugh", zei
ze, toen zij langzaam over den half-zicht-
baren weg voortslenterden.
„U weet heel goed, dat ik iederen dag hier
zou zijn, als ik kon", was 't antwoord.
„Heusch?" en de onschuldige oogen gingen
wijd open. „O, dat wist ik natuurlijk niet. Ik
vind juffrouw Cunninghame snoezig en ook
knap", voegde ze er aan toe, op den toon van
iemand, die iets vriendelijks zeggen wil.
„Ik begrijp niet, wat juffrouw Cunninghame
er mee te maken heeft", voegde hij haar toe,
met verlegen blik op haar neerziend.
„Maar ik dacht natuurlijk dat zij alles er
mee te maken had. Toen u zei „dagelijks",
weet u
„U weet best, wat ik bedoelde", viel hij op
veelbeteekenenden toon uit.
„U weet maar rl te goed, dat ik bedoelde:
zoolang u hier was".
„Dat vind ik aardig van u. Ik dacht, dat u
mij niet de moeite waard vond".
„U weet ook heel goed, hoe ik u vind", ant
woordde hij kort af, „maar hoe dan ook, ik
ben niet van plan er meer over te zeggen".
„Waarom niet?" vroeg ze. „Ik houd ervan,
als iemand ronduit zijn meening over mij
zegt. Vertel mij, wat u van mij denkt en ik zal
zeggen, wat ik van u denk".
„Wat denkt u van mij?" zei hij snel.
„O", klonk het luchtig. ,.In de eerste plaats
vind ik, dat u wel wat lijkt op de primitieve
wilden; u hebt een knap gezicht en u bent
jdapper en moedig en zoo, maar ik denk niet,
dat uw vrouw 't heelemaal goed bij u zou
hebben".
„Waarom niet?" antwoordde hij eenigszins
verward.
„Ik weet 't niet; meneer Warwick is een heel
ander type", voegde ze er nadenkend bij. Er
viel een stilte, toen ging ze voort: „Ik voel mij
reusachtig tot hem aangetrokken".
„O, hij is een geweldig goeie vent", mom
pelde Vanbrugh. „Maar ik geloof, dat hij een
beetje verliefd is op Christian Cunninghame".
„Werkelijk? Dan zult u beiden medemin
naars zijn".
„Waarom is 't noodig zulke dingen te zeg
gen?" was 't sombere antwoord. Toen. na een
pauze: „Ik wou, dat ik u uit mijn gedachten
kon verbannen".
„Maar wat is er eenvoudiger? Denk dan niet
aan mij. Dat is de eenige manier." Zij keek
hem van terzijde aan in 't schemerlicht. „Bent
u zeker, dat u mij uit uw gedachten wilt ban
nen?" vroeg ze.
„Kijk eens hier", sprak hij wanhopig. „Van
één ding ben ik zeker en dat ishij hield
op en trok zenuwachtig aan zijn snor.
„Ja?" vroeg ze vol verwachting; „dat
eene is?"
Maar hij herstelde zich en keek op zijn hor
loge. „Ik moet voortmaken", zei hij, ,,'t is
al laat".
„Dat dacht ik ook", en ze onderdrukte een
geeuw. „Ik ben vreeselijk slaperig. Laten we
wachten tot de anderen hier zijn, en als 't u
niet schikt terug te komen, als George en ik
hier zijn, dan neem ik 't u niets kwalijk. Ik
weet hoe zwaar uw dienst is. Patrouilleeren
en staldienst, paarden opvangen en café's na-
loopen; ik begrijp niet, dat u nog een oogen-
blik voor uzelf hebt".
„Uw begrip over onze dienst is werkelijk een
beetje verward", antwoordde hij droogjes.
Gedurende de volgende dagen werd de ver
houding tusschen Christian en haar vroolijke
gast wonderlijk vriendelijk. Edna Mornington
was een wereldsche jonge dame, ze vormde een
scherpe tegenstelling met Christian, die er
nuchtere en scherpzinnige beschouwingen op
na hield.
,,'t Is verbazend leuk, een tijdje hier te zijn",
vond Edna, toen de twee jonge meisjes
's avonds in hun slaapsalet bijeen zaten.
„Maar ik begrijp niet, hoe je dit jaar in jaar
uit kunt volhouden. Ik vind het voor een kort
poosje eenig, maar voor altijd! O, ik zou dood
gaan van eenzaamheid.
Christian gaf geen antwoord.
„Je hebt natuurlijk dien aardigen Warwick",
voegde de andere na een pauze er aan toe. „Hij
is werkelijk een uitkomst, zoo'n geschikt type
en zoo in de buurt. Waarom wordt hij niet
verliefd op je? 't Zou jullie afleiding geven.
Hij voelt zich veilig in zijn jonggezellenbestaan
en moet eens een beetje wakker geschud wor
den en als de zaak je te ernstig wordt, dan
trek je je geleidelijk terug".
„Meneer Warwick en ik zien elkaar heel
weinig", deelde Christian mede, terwijl ze zich
bukte om een lint op te rapen.
„Je wilt me toch niet vertellen, dat je ruzie
met hem gehad hebt", viel haar gast uit, de
wenkbrauwen optrekkend. „Je kent het Indi
sche spreekwoord: „je kunt niet in de rivier
leven in vijandschap met een krokodil. Ik
weet dat je niet kwaad zult zijn, als ik je zeg,
dat ik alles van de Barnethan-zaak af weet.
De Kirwins en David Vanbrugh spreken veel
over je en ik had er al lang naar verlangd je
te ontmoeten, 't Is jammer, dat je niet met
meneer Warwick trouwt en de zaak op die
manier regelt.
„Dank je", zei Christian, „met een lichte
krulling van haar lip. „Je schijnt niet te be
grijpen, dat je een vrouw kunt zijn, zonder
naar een huwelijk te verlangen".
„Ik geloof er geen woord van", meende de
ander. „De ware roeping van de vrouw is luu
huwelijk. Zij mag een academischen graad
hebben, artiste, schrijfster, typiste, journa
liste of zelfs mijnwerkster zijn, maar wanneeï
er een man komt opdagen, dan is 't eind toch
huisvrouw en moeder, 't Is de weg, dien we
allen moeten gaan als we ons instinct volgen.
Of we 't toegeven of niet, vrouwen zijn niet
voorbeschikt om alleen te blijven mijn waarde,
behalve een op de honderd of zoo, éi de man
den evenpjitt
„Heb je je meening aan meneer Vanbrug
verteld", vroeg Christian terloops.
„Niet in bijzonderheden", antwoordde de
ander met een ondeugenden glimlach, „ik
vond 't niet noodig".
XIII.
Warwick, die gebukt ging onder Christian's
schijnbare onverschilligheid of koelheid, om
niet te spreken van haar smadelijke en on
rechtvaardige beschuldigingen, voelde zich ge
vleid door Edna's echt kinderlijk genoegen in
zijn gezelschap. Ze maakte den indruk belang
stelling te hebben voor de mijnen en alles,
wat er mee in verband staat en Warwick was,
evenals de meeste mannen, maar al te gaarne
bereid om een aantrekkelijke jonge vrouw te
onderrichten in zaken, waarin hij een des
kundige en zij een leek was.
Ofschoon Warwick niet in 't minste geneigd
was, om haar 't hof te maken, stond hij altijd
klaar om haar alle mogelijke attenties te be
wijzen en zich in 't algemeen re gedragen als
een gewillig slachtoffer van haar pijl en boog.
„Laat mij eens zien hoe de dynamiet ont
stoken wordt", zei ze op den derden dag van
haar bezoek, ,,'t Moet zoo geweldig opwindend
en gevaarlijk zijn".
Ze was alleen naar Barnethan gewandeld,
terwijl Christian met Eraser bezig was eenige
rekeningen na te zien.
,Jk kan u noch 't een, noch 't ander belo
ven", zei Warwick lachend. ..Maar als u een
speciale wensch hebt, dan is er geen reden
waarom ik die niet zou inwilligen".
Zoo liep Edna op de teenen en de rokken bij
elkaar, achter Warwick door de galerij, die
hier en daar verlicht was door kleine lampjes,
die de mijnwerkers op hun mutsen droegen.
„Hoe onheilspellend lijkt 't hier, vindt u
niet?" fluisterde ze. „Je krijgt 't gevoel, of de
heele boel kan instorten".
„Dat zal niet zoo gauw gebeuren", zei hij,
„alles is goed gestut. Geeft u mij liever een
hand", ging hij voort, „hier z&n een paar
ten kunnen krijgen. Uw broer heeft zijn schoe-
nen al bedorven".
Ze legde haar hand gehoorzaam in de zijne
en liep voorzichtig zooals hij aangaf.
„Uw schoenen zijn niet geschikt voor mijn-
expedities", vond hij, toen zij met een ver
schrikten uitroep in een modderpoel plaste.
„U had een paar van juffrouw Cunninghame
moeten leenen".
„.Beste meneer Warwick", riep ze; „juffrouw
Cunninghame is een lieve schat, maar haar
schoenen zouden mij mijlen tf groot zijn".
„Dat zou niets hinderen, ais ze uw voeten
maar droog houden. Bovendien had u er wat
ten of iets dergelijks in kunnen stoppen".
Drie of vier mannen waren aan 't eind van
de galerij aan T werk. Warwick sprak eenige
woorden tot degenen, die 't dichtst bij waren,
en ze maakten plaats voor Edna die half
angstig keek, terwijl ze de dynamietpatroon
op z'n plaats legden en de lont aanstaken.
Toen greep haar een panische schrik aan en
ze vluchtte met een gil het donkere, glibberige
pad af, waarlangs zij gekomen waren. Warwick
holde achter haar aan en was juist op tijd om
haar te redden van een val over een balk.
„Niet zoo angstig zijn", zei hij met iets van
een flauwen lach in zijn stem. „We hebben
tijd genoeg, om op ons gemak tot den mond
van de galerij te komen. De lont brandt heel
langzaam",
Maar een doodsangst had haar te pakken, en
ze bezwoer hem haast te maken, zijn arm ste
vig vasthoudend, terwijl ze opgewonden in t
halfdonker door de poeltjes waadde. De mijn
werkers kwamen langzamer achteraan.
Edna stopte pas, toen ze veilig in de open
lucht was; daar zonk ze uitgeput op een
steenhoop neer, een eindje van den ingang
der galerij.
(Wordt vervolgd),,