DINSDAG 16 JANUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
6
VERGADERING DER N. S. B. IN
DE CONCERTZAAL.
IR. MUSSERT BESPREEKT DE GROND
SLAGEN EN HET GEVAL-VAN DER LUBBE.
Maandagavond werd in de Concertzaal de
tweede vergadering gehouden der N.S.B. waai
de algemeene leider, Ir. A. A. Mu s se r t het
woord voerde. Zijn rede bestond uit drie ge
deelten: de geestelijke grondslagen der N.S.B,
de materieele en het geval-Van der Lubbe.
Nadat de wacht onder tromgeroffel was
binnengemarcheerd en Ir. Mussert met Hou
Zee-geroep was begroet, begon de heer Mussert
met de geestelijke grondslagen te behandelen,
wat hij op nagenoeg dezelfde wijze deed als op
20 December. Achtereenvolgens kwamen ter
sprake: de groei van het fascisme van Italië
uit en de waarde voor alle landen van Europa,
de werkloosheidsbestrijding die onder het hui
dige systeem tot geen succes kan leiden, de
overwinning van he.t Individualisme en de na-
deelen ervan, de vrijheid van den staat en den
enkeling in dien staat, de klassenstrijdtheorie
van Marx en de oorzaken ervan, de kracht
die van vaderlandsliefde uitgaat, wat de spre
ker aldus formuleerde: „Hebt uw naasten lief
als u zelf, dat is nationaal voelen en zijn".
Voorts noemde de heer Mussert nog het ver
schil tusschen marxisme en het ware socialis
me (het eerste is z. i. egoïsme, het tweede
gemeenschapszin), de geld afvloeiing naar het
buitenland door onbetrouwbare buitenlandsche
leeningen, de gevaren die de N.S.B. bedreigen,
t. w. het kapitalisme in den vorm van econo
misch liberalisme, het marxisme en het mis
bruik van de religie voor politieke doeleinden.
Hij stelde daar tegenover dat het fascisme
de eenheid voorstaat en het goede over het
kwade wil laten zegevieren. In een fascisti-
schen staat zou het mogelijk zijn objectief het
verschil vast te stellen tusschen goed en
kwaad. Ten slotte besprak Ir. Mussert de ver
wording van het bijzonder onderwijs en de
kwestie van de opbrengst der gelukstelegram
men, waarin de z.i. anti-nationale A.J.C. ten
onrechte meedeelt.
De kringleider, de heer SmitKleine, me
moreerde na de pauze de laatste besluiten van
de regeering en constateerde dat het Neder-
landsche rechtvaardigheidsgevoel was belee-
digd. Er ging een foei-geroep op toen hij
schetste hoe de N.S.B., die gezagsteunend is en
godsdiensteerend, voor ambtenaren is verbo
den. Dit is niet in overeenstemming met ons
gevoel voor rechtvaardigheid en vrijheid, die
tot de beste beginselen behooren van ons Ne-
derlandsche volk, zeide de heer Smit Kleine.
Met applaus namen de aanwezigen kennis
van het feit dat dit besluit der regeering velen
ertoe had bewogen lid te worden van de
N.S.B. Eveneens applaudisseerde men krachtig
toen hij trouw uitsprak aan de beginselen en
aan den leider.
De heer Mussert zeide in het tweede deel
van zijn betoog, waarbij hij de materieele
grondslagen belichtte, dat de minister-presi
dent heeft gezegd dat „wij in het bezit zijn
van beproefde staatsinstellingen die niet om
ver geloopen zouden worden door onevenwich
tiger.".
„Inderdaad zijn zij beproefd", zeide Ir. Mus
sert. „maar zij zijn te licht bevonden". Hij
haalde voorbeelden aan van slecht functio-
neerende staatsinstellingen: het electriciteits-
bedrijf in Nederland, dat door de provinciale
autonomie veel duurder is dan noodzakelijk,
De autonomie is volgens den leider der N.S.B.
aan veel andere misstanden schuld en hij
noemde de moeilijkheden van voorgenomen
annexatieplannen van Utrecht en Den Haag.
„De oorzaak van onze crisis is de bende waar
in wij leven, en het fascisme zal orde schep
pen". Orde over het complex van verschillende
bedrijven, want wel heeft de overheid gezorgd
voor de bedrijven afzonderlijk, maar niet voor
een goed functioneeren van alles in onderling
verband. Het moet zoo geregeld worden, dat de
bedrijven kunnen voorzien in een redelijke be
hoefte, maar niet zoo dat er van alles te veel is.
Ir. Mussert kantte zich tegen de warenhui
zen die een bedreiging vormen voor den mid
denstand, en ook tegen de corruptie en den
zwendel, die hij voor kort nog het monopolie
van het buitenland waande, waarin de heer
Mussert zich tot zijn teleurstelling had ver
gist. (Applaus).
Een grondige wijziging van het staatsbestel
zou noodzakelijk zijn, want (aldus Ir. Mus
sert); „Ik heb zestien jaar doorgebracht ten
bate van mijn volk, en heb achter de schermen
kunnen kijken, waarbij ik heb geconstateerd
dat de boel is vastgeloopen".
Hij schetste in het kort de wijze van regee-
ren door het parlement en de regeeringswijze
in landen waar geen parlement het bewind in
handen heeft. „Bij parlementen wordt nooit
gevraagd of men verstand heeft, maar wel
welke politieke partij recht op de buit heeft,
als het op functies verdeelen aankomt", meen
de de spreker. De ministers zijn geen vak
ministers maar politieke ministers wat alleen
voor binnen- en buitenlandsche zaken gerecht
vaardigd zou zijn.
Onze marine deugt niet, omdat zij te zwak
is. Wij moeten kiezen tusschen afschaffen of
verbeteren, en „dan kies ik een behoorlijke
marine" zei de N.S.B.-leider. „Als wij onze jon
gens uitsturen dan kunnen zij niet op een
zelfde vlootsterkte rekenen als Japan bij voor
beeld heeft. Maar wel moeten zij schepen heb
ben die volwaardig zijn, zoodat zij zich niet
hoeven te laten doodschieten zonder iets te
kunnen doen".
„Voor onze beweging vragen wij geen cle
mentie, zij is jong en krachtig en heeft geen
clementie der regeering noodig. (Hou Zeei.
Maar wel vragen wij onze regeering om cle
mentie voor Indië. want „Indië los van Hol
land" zou een ramp voor onze natie zijn". Deze
leuze, die Ir. Mussert aan het marxisme toe^
schreef, is een leugenachtig verraad.
Ten slotte kwam de Rijksdagbrand ter
sprake. „Mij is gevraagd of ik wel over dit on
derwerp zou spreken, gezien het volkssenti
ment en het belang van onze N.S.B." leidde
Ir. Mussert dit laatste gedeelte van zijn rede
in. „Ik ben geen volksmenner en ik wil het ook
niet worden", vervolgde hij, „anders zou ik het
sentiment gebruiken voor mijn betoog. Ik wil
dit onderwerp daarom wel behandelen, omdat
ik uw leider wil zijn en u de waarheid wil zeg
gen en niets dan de waarheid. Het is niet voor
mijn plezier dat ik erover spreek".
..Het past niet te oordeeien over Van der
Lubbe, onzen volksgenoot. Hij staat hierboven
en heeft te verschijnen voor een hoogeren
rechterstoel. God zij zijn ziel barmhartig. Wel
wil ik spreken over het geval en het misbruik
dat re deer politieke partijen van is gemaakt
Kort ging Ir. Mussert den levensloop van
Van der Lubbe na en concludeerde dat de ar
moedige afkomst Van der Lubbe in den greep
van het marxisme heeft gebracht, dat hij de
schuld van alles achtte. Op de plaats van den
brand is hij gepakt en niet neergeschoten, wat
volgens den spreker niet ongewoon zou zijn ge
weest. Voorts werd de loop van het proces en
de executie nagegaan.
De heer Mussert vervolgde:
„Uit den Rijksdagbrand moest politieke
munt geslagen worden, en toen de brand ge
sticht was zeiden de marxisten dat de natio-
naal-socialisten het gedaan hadden en dat
Van der Lubbe een werktuig in hun handen
geweest, wien vrijlating was beloofd mits
hij zweeg. Als de Duitsche regeering dus Van
der Lubbe had vrijgelaten was het bewijs gele
verd dat de nationaal-socialisten den brand
hadden gesticht. Toen kwam de executie en
de vette kluif ontviel hun. Nu moest het lijk
van Van der Lubbe, politiek gesproken, zijn
geld opbrengen. Men speculeerde op het sen
timent van het Nederlandsche volk. Het is
echter de vraag of een levenslange tuchthuis
straf niet veel erger zou zijn geweest. Toch
moeten wij dit sentiment nooit verliezen want
het is ons geestelijk goed".
„Men vraagt zich onwillekeurig af of de
S.D.AP.-ers dan zoo gevoelig zijn" en met
voorbeelden uit het buitenland (Spanje) toon
de spreker aan dat daar eveneens groote
wreedheden geschieden, die door de socialisten
worden verzwegen. Maar het geval-Van der
Lubbe moest inspireeren dat de nazi's bloed
honden zijn. „Ik vind het walgelijk om van de
goede sentimenten van ons volk misbruik te
maken en ze te spannen voor den vuilen mest
wagen van het marxisme. Ik hoop dat het
marxisme als de lijkwagen waarmede men uit
Nederland het- lijk van Van der Lubbe wilde
halen, in de modder zal blijven steken", zeide
Ir. Mussert waarop een krachtig applaus
volgde.
Door den brand is een belangrijk gebouw ge
troffen. wat- de daad is van een export-product
van Nederlandschen bodem. Het zóu niet meer
dan gewoon zijn geweest als de Nederlandsche
regeering haar spijt had betoond, zooals men
ook zijn spijt betoont aan een buurman wan
neer een hond zijp. tuin openwoelt. Het is een
kwestie van fatsoen. „Wellicht was de regee
ring te veel verdiept in de bestudeering van
het Bruinboek", meende de spreker.
„Het verzoek om gratie door den minister
van buitenlandsche zaken, de Graaff, was ons
recht en ik neem aan dat het zijn werkelijke
bedoeling was hem te redden van den beul.
Toen deze minister echter G. G. van Indië was,
zijn er onder zijn bewind 52 doodvonnissen tot
stand gekomen en slechts in 26 gevallen ver
leende hij gratie. Ik vermoed dat Z.Exe. ook
wel over dit 27ste heen zal komen".
De heer Mussert toonde zijn verontwaardi
ging over het feit dat er alle mogelijke con
cessies aan de familie van den geëxecuteerde
werden gedaan (als het midden in den nacht
verleenen van een diplomatieke pas) om het
stoffelijk overschot naar Nederland te kunnen
transporteeren, terwijl in Indië zooveel lijken
van Nederlanders liggen die voor het vader
land zijn gestorven, die niet in Nederlandschen
bodem rusten. Ook het stoffelijk overschot van
Van Heutsz heeft een halven dag moeten
wachten voor het in Nederland mocht. (Foei).
.Indien ik in de plaats van de Duitsche re
geering was geweest, dan had ik het verzoek
tot gratie ingewilligd, want doodelijker wapen
dan de beul is de belachelijkheid, aldus Ir.
Mussert. Ik zou hem in een verzegelden salon
wagen hebben teruggestuurd met een diplo
matieke pas, omdat ik op zijn aanwezigheid
geen prijs stel maar de Nederlandsche regee
ring blijkbaar wel. (Applaus).
Nogmaals betoonde Ir. Mussert dat hij
„walgde van het politieke gedoe, om het lijk
van een ongelukkigen jongen". Hij noemde het
een bewijs van onze laag-gezonkenheid en hij
zeide dat het fascisme de baan vrij zal maken
voor een gezond volksleven.
Voor den Politierechter.
DEN DANS ONTSPRONGEN.
Er zijn nog altijd menschen, die omtrent
de beteekenis van de steunregeling verkeer
de begrippen hebben, waarbij zij echter al
tijd naar zich toe rekenen.
Als vader geen werk heeft en ook overi
gens geen eigen inkomsten, heeft hij recht
op steun, redeneert men, maar dit is slechts
tot op zekere hoogte waar, want als er inwo
nende kinderen zijn, die verdienen, heeft vol
gens de regeling het geheele gezin recht op
die inkomsten en het gaat niet aan te rede
neeren zooals een meisje te Velsen deed, die
zei: „Ik heb deze week twintig gulden ver
diend en daarvoor koop ik nu kleeren", zoo
dat vader, die steuntrekker was er naast
greep.
Vader vulde dus op zijn biljet in: „geen
verdiensten", en zette daaronder zijn naam,
maar op de een of andere wijze kwam de
steuncommissie achter die twintig gulden en
nu werd vader vervolgd voor valschheid in
geschrifte.
De justitie is lang niet malsch als het gaat
over het saboteeren der steunregeling en het
zag er voor vader dan ook niet rooskleurig
uit, toen mr. Slotemaker, de verdediger aan
't woord kwam. Diei wou graag weten, hoe
het zat met de voorschriften omtrent het ver
melden van de inkomsten der kinderen.
Een ambtenaar van Maatschappelijke
Steun overlegde toen een boekje, dat door
rechter en officier werd bestudeerd en toen
bleek, dat daarin alleen sprake was van eigen
verdiensten van den steuntrekker, waarvan
hij op het desbetreffende biljet melding
moest maken.
Het gevolg was, dat van valschheid in ge
schrifte niet gesproken kon worden, wat de
officier met leedwezen constateerde, want hij
vond de handeling van den steuntrekker zeer
afkeurenswaardig en ook strafbaar, maar
helaas niet vallende onder valschheid in ge
schrifte, hetgeen ten laste was gelegd. Hij
moest vrijspraak eischen en de rechter sprak
vrij, onder opmerking, dat het hier een ju
ridische quaestie betrof en dat verdachte
niet moest denken, dat hetgeen hij gedaan
had, toelaatbaar was.
Een rare Chinees.
Ieder zal het met den politierechter eens
zijn, dat onze gele broeders, die de laatste
jaren over Nederland zijn uitgezwermd, rus
tige lieden zijn en de pindaman, die neerge
hurkt zit bij zijn roode trommel, doet meer
aan een Boedhabeeld denken dan aan een
mensch, vatbaar voor aandoeningen. Zoo er
in zijn binnenste stormen woeden, dan tee
kenen die zich niet af op zijn onbewogen
uiterlijk noch verraden zich in zijn be
wegingen.
Yen te Sen vormde echter een uitzonde
ring op den regel. Hij ventte niet met pinda's,
maar met kleedjes en presenteerde er een
voor f 10 aan een juffrouw te IJmuiden.
Waarschijnlijk had die juffrouw ook wel eens
gehoord, dat men in Indië verstandig doet
een Chinees zooveel dubbeltjes te bieden als
hij guldens vraagt; zoover wou ze niet gaan,
maar ze bood twee gulden. Dit was echter te
veel voor Yen's Oostersche lijdzaamheid,
want hij was in Holland en niet in Inüië en
als antwoord gaf hij de juffrouw een
stomp, die hem bij den commissaris bracht.
Nu moest hij zich verantwoorden, maar hij
was er niet en hij was zelfs onvindbaar, wat
hij wel zal blijven, want als je onder de Chi-
neezen naar Yen te Sen gaat zoeken, zullen
alle Chineesche gezichten strak blijven staan
en niemand zal ooit iets van Yen hebben
gehoord.
De officier eichte 14 dagen; de rechteT gaf
f 20, omdat hij het niet noodig achtte een
voorbeeld te stellen, want de Chineezen zijn
rustig en ordelijk en Yen is dus een uitzon
derlijk rare Chinees.
Een vreemde logeergast.
De Amsterdammer, die, zooals later bleek,
zijn liefhebbende echtgenoote had achterge
laten om zelf met een polderjongen de kroe
gen van de hoofdstad af te loopen, bevond
zich tenslotte vereenzaamd en dronken te
Zaandam, waar hij een logement zocht om
zijn roes uit te slaj>en en te overwegen welke
geldige redenen hij thuis voor zijn afwezig
heid zou opgeven. Onder die omstandigheden
stond hem de muts scheef en was er niet veel
voor noodig om in nieuwe narigheid te ge
raken. Dat weinige kwam. Hij had een loge-
mentje gevonden, zijn koffertje daar neerge
zet en had zich toen weer verwijderd; wel
licht had hij nog een droge keel.
Teruggekeerd, vroeg de knecht van het lo
gement of de gast al betaald had, want ze
denken daar: zeker is zeker.
Of de dronken man deze vraag beschouw
de als een twijfel aan zijn credietwaardig-
heid, bleek niet, maar wel. dat die weinige
woorden de muts nog scheever trokken, want
hij ging den knecht uitschelden. Die nam dat
niet, maar antwoordde op handtastelijke
wijze. En toen kwam het mes. De Amster
dammer zei nu, voor den politierechter, dat
hij niet wist, hoe het mes in zijn handen was
gekomen, daarmee de verbeelding vrij spel
latende, maar zeker is 't, dat hij den knecht
een steek in het hoofd gaf, en toen op het
gillen van de toegesnelde logementhoudster,
een andere bewoner der inrichting bijsprong,
kreeg die nog eer.ige sneden in gezicht en
hals, die hem een week in 't gasthuis brach
ten.
Nu waren al de wonden weer geheeld be
halve die, aan het recht toegebracht, en de
politierechter moest ten deze als heelmeester
optreden. Het baatte weinig, of de man be
weerde. dat hij ook niet ongeschonden uit
den strijd was gekomen; dat risico moest hij
er maar bij nemen.
De Officier van Justitie had al heel weinig
op met dergelijke logeergasten en hij eischte
6 maanden logies op staatskosten; de poli
tierechter deed er drie maanden af, omdat
het strafregister goed was. overigens was hij
het met den Officier roerend eens.
1MET DE FIETS GESLIPT.
Maandagmorgen half negen had het veer
tienjarig meisje J„ in de Gierstraat het on
geluk, met haar fiets over de tramrails te
slippen. Zij viel en kreeg een hersenschud
ding. Door leden van den Ongevallendienst
werd zij behandeld, waarna zij per zieken
auto van de firma Mathot naar de ouder
lijke woning aan de Steenbokstraat werd ge
bracht.
HET SPORTFONDSENBAD.
EEN ADRES VAN SPAARAANDEELHOUDERS
Eenige spaaraandeelhouders der Haar-
lemsche Spaarkassen van de N.V. „De Sport
fondsen", hebben een adres tot de gemeen
teraad gericht, waarin zij o.m. zeggen, dat
zij zich als spaaraandeelhouders ernstig be
nadeeld achten door de overeenkomst die de
gemeente Haarlem ingevolge het door den
Raad op 8 Februari 1933 genomen besluit
met deze N.V. „De Sportfondsen" te Amster
dam heeft aangegaan.
De N.V. „De Sportfondsen" toch heeft zich
bij deze overeenkomst bereid verklaard, om
alle door de Haarlemsche Spaarders in hare
kassen te storten penningen aan de gemeen
te Haarlem in pand te geven. Deze inpand
geving maakt de rechten, die de spaarders
aan de statuten der N.V. „De Sportfondsen"
kunnen ontleenen, eenvoudig krachteloos.
Deze statuten schrijven n.l. in art. 3 voor,
dat bij de uiteindelijke verdeeling der spaar
kassen den spaarders tenminste de helft
hunner stortingen, vermeerderd met rente,
in geld moet worden terugbetaald.
Nu heeft weliswaar de N V. „De Sportfond
sen" van alle spaarders de toezegging weten
te verkrijgen, dat zij met een uitkeerlng van
enkel aandeelen Sportfondsenbad genoegen
zouden nemen, doch deze toezeggingen, die
in strijd met een gebiedend voorschrift der
statuten verkregen zijn, missen rechtsgeldig
heid, zoodat deze toezeggingen de statutaire
rechten der spaaraandeelhouders om bij de
verdeeling der kassen de helft hunner stor
tingen in geld terug te ontvangen, niet kun
nen aantasten.
Deze rechten worden evenwel door de dooi
de gemeente bedongen inpandgeving van alle
in de spaarkassen gestorte gelden volkomen
illusoir.
Adressanten zullen dan ook hun stortin
gen, waartoe zij overigens slechts gedurende
één jaar verplicht zijn, onder de huidige om
standigheden zeker niet voortzetten.
Wanneer dit voorbeeld van ondergeteeken-
den door andere spaaraandeelhouders ge
volgd wordt, zal de zekerheid die de ge
meente in meergemelde inpandgeving hoopt
te vinden tot een minimum gereduceerd
worden.
Adressanten verzoeken den gemeenteraad
eerbiedig, mede in het belang der gemeente,
de overeenkomst tusschen de gemeente
Haarlem en de N.V. „De Spaarfondsen" als
nog in dier voege te wijzigen, dat de spaar-
dersgelden. die in de Haarlemsche spaarkas
sen gestort zullen worden overeenkomstig de
statuten der N.V. ,JDe Sportfondsen" slechts
voor de helft aan de gemeente in pand zul
len worden gegeven.
Het adres is onderteekend door:
Tacco Mulder, accountant, Wilhelmina-
straat 9: D. M. KI ijzing, Notaris. Wilhelmina-
straat 63; Mevr. H. C. D. v. d. SleenDaams,
Leeghwaterstraat 14: J. J. Petri, Arts, Ko
ninginneweg 11; A. H. de Bruyn Jr.. electro
techn. bureau, Zijlweg 143: L. E. Q. Nolf,
Apotheek, Kruisstraat 26; M Funke. dir.
broodfabriek, Spaarnwouderstraat 39; Mevr.
E. de Klerk—Out, Z, B. Spaa'rne 146 rd.; J.
de Klerk, bakker, Z. B. Spaarne 146 rd. allen
te Haarlem: Mevr. Wed. Mr. D. E. Lioni
Jungblut. Rijperweg 1 en Mevr. J. Stokkink-
Ha vee. Rijperweg 2, te Bloemendaal: Mevr. D.
Hofman—Veldman. Lorenzplein 22: Mevr.
Wed. C. KluftBusé, Rustenburgerlaan 3 en
H. N. Mul, boekhandel, Kruisstraat 25 te
Haarlem.
Ook een adres aan Ged. Staten.
Inzake het Sportfondsenbad is thans ook
aan Ged. Staten een adres gezonden van ge
lijke strekking en dezelfde argumenten be
vattende als het request van belastingbe
talers aan den Gemeenteraad van Haarlem,
in ons vorig nummer vermeld.
Het adres aan Ged. Siaten dragen dezelfde
handteekeningen als dat aan den Gemeente
raad.
Aan Ged. Staten wordt verzocht, onver
wijld zoodanige maatregelen te nemen, als
dienstig zouden kunnen zijn om de finan-
cieele catastrophe, waarop in beide adres
sen gedoeld wordt, voor de gemeente Haar
lem te voorkomen, door den bouw van het
Sportfondsenbad daar ter plaatse alsnog te
verhinderen.
UIT DE OMSTREKEN
HEEMSTEDE
TENTOONSTELLING VAN „HEEMGAS.
De belangstelling voor deze tentoonstelling
heeft verre de verwachtingen overtroffen. Er
was gemiddeld gerekend op een bezoek van
200 personen per dag, maar een bezoek van
4000 in totaal mag als niet overdreven be
schouwd worden.
Zondagavond was het bezoek heel groot,
dank zij de filmvoorstellingen. Terwijl de
eerste filmvertooning voor een 200-tal be
zoekers plaats had. stonden er zeker 200 in de
gangen te wachten om de plaatsen voor de
tweede voorstelling machtig te worden.
In intiemen kring had op den laatsten
avond de sluiting der tentoonstelling plaats.
Namens het gemeentebestuur sprak de bur
gemeester, Jhr. J. P. W. van Doorn woorden
van dank aan den directeur ir. Duijnstee, voor
het groote werk aan deze tentoonstelling be
steed, en dat zulk een enorm succes heeft
gehad.
Dank bracht de burgemeester ook aan de
standhouders, die met hun keurig materiaal
en hun goede voorlichting de bezoekers meer
met het gasgebruik vertrouwd hebben ge
maakt, waardoor zeer veel is bijgedragen tot
de mogelijkheid van een nog grooter gas
verbruik, wat de opzet van deze tentoonstel
ling was. Tenslotte dankte hij het dames
comité, voor de groote propaganda, waaraan
het groote bezoek voor een overgroot deel te
danken is.
Ir. Duijnstee bracht de woorden van dank,
tot hem gericht, voor een groot deel over
naar den heer R. G. de Winter, den organi
sator dezer tentoonstelling, en zijn volïjveri-
gen staf.
Namens het dames-comité dankte mevrouw
Venhuizen—Kesseler voor de groote mede
werking van alle zijden ondervonden.
Tenslotte sprak de heer Koningsbergen van
de firma Gautzchs' Industrie Mij. namens de
gezamenlijken standhouders woorden van
waardeering over de organisatie dezer ten
toonstelling, waardoor ook de standhouders
goede zaken konden doen.
BENNEBROEK
ZANDVOORT
KAMPEEREN NOORDER-
STRAND.
Bij het vaststellen der begrooting 1934 werd
de post „Opbrengst van de Strandexploitatle"
f 1000 hooger geraamd. De financieele Com
missie stelde voor dit bedrag nog f 1000
hooger te ramen omdat zij meende, dat het
kampeergeld kon worden vastgesteld op 25
cent per dag. In meerderheid stelt het
college van B. en W. van Zandvoort thans
voor het volgende te besluiten:
a. dat met ingang van het jaar 1934 het
tarief voor het dagkampeeren op het Noor
delijk strand wordt verhoogd tot 25 cent per
tent.
b. dat van dit bedrag aan de gemeente
moet worden afgedragen 20 ct. zoodat de
geldophalers van elk kwartje 5 cent genieten.
c. dat, indien de tegenwoordige geldop
halers met de sub b bedoelde regeling geen
genoegen nemen, de opbrengst van het dag
kampeeren op het Noordelijk strand in massa
openbaar zal worden verpacht op de basis
van het hoogste bedrag per kwartje ten bate
van de gemeente, welke verpachting zal ge
schieden op nader door den Raad vast te
stellen voorwaarden.
IJMUIDEN
NOODLOTTIG ONGEVAL OP DE
CEMENTFABRIEK.
TALUDWERKER DOOR ZANDGRIJPER
DOODGEDRUKT.
Gistermorgen omstreeks 11 uur is de 62-
jarige gehuwde arbeider van het Hoogoven-
bedrijf A. Schroduer genaamd, wonende te
Velsen-Noord, bij de werkzaamheden tot
uitbreiding van de opslagplaats voor slakken
bij de cementfabriek der Cemij door een
doodelijk ongeval getroffen.
S. was als talud werker aan het werk aan
den rand van een put, dien men bezig was
met behulp van een stoomkraan te graven.
Op een gegeven oogenblik kwam hij naar
beneden juist op het oogenblik dat de grij
per in zijn richting zwaaide. Hij werd door
den grijper getroffen met het noodlottig ge
volg. dat hij ernstige inwendige kneuzingen
opliep. Spoedig nadat de eerste hulp was
verleend, kwam dr. Büller ter plaatse. S. was
echter reeds aan de gevolgen overleden.
MARKTPRIJZEN.
Tarbot per K.G. f 1.20—f 0.90.
Griet per 50 K.G. f 30—f 15.
Tongen per K.G. f 0.90f 0.52.
Groote schol per 50 K.G. f 16.50—f 15.
Middelschol per 50 K.G. f 20—f 17.50.
Zetschol per 50 K.G. f 25—f 22.
Kleine schol per 50 K.G. f 25f 11.50.
Schar per 50 K.G. f 16.50—f 9.50.
Rog per 20 stuks f 31f 13.
Vleet per stuk f 3.10f 2.50.
Kleine poon per 50 K.G. f 15f 14.
Groote schelvisch per 50 K.G. f 38.
Middelschelvisch per 50 K.G. f 37.
Kleine middelschelvisch p. 50 K.G. f 31f 27.
Kleine schelvisch per 50 K.G. f 26f 17.
Kabeljauw per 125 K.G. f 58—f 38.
Groote gullen per 50 K.G. f 22f 15.
Kleine gullen per 50 K.G. f 15f 9.50.
Leng per stuk f 2f 1.13.
Heilbot per K.G. f 0.85—f 0.80.
Wijting per 50 K.G. f 14.50—f 10.
Koolvisch per stuk f 1.95f 0.65.
Kleine hake per 50 K.G. f 33—f 30.
BESOMMINGEN.
Trawlers:
Invierno IJM. 158 55 manden f 1210.
Proef II IJM. 24 170 manden f 2270.
Corrie IJM. 21 225 manden f 2610.
Vios IJM. 1 60 manden f 1380.
Isabel IJM. 14 70 manden f 1990.
Eendracht IJM. 127 155 manden f 2490.
Gezina IJM. 140 70 manden f 2100.
Liesbeth IJm. 183 300 manden f 4200.
Dolfijn IJM. 103 70 manden f 1490.
Christina IJM. 2 260 manden f 3580.
Loggers: KW 68 f 710, KW 162 f 810, KW 48
f 710, KW 19 f 830.
Stoomjjeuger; VL 172 f 410.
ZANGVEREENIGING „SOLI DEO GLORIA".
Op Woensdagavond 17 dezer wordt in het
Vereenigingsgebouw „Rehoböth" te Benne
broek een vergadering gehouden van de
vrienden van bovengenoemde zangvereni
ging en van allen die belang stellen in haar
lot. Getracht zal worden de vereeniging
nieuw leven in te blazen, waarbij een beroep
zal worden gedaan op den oud-dirigent, den
musicus G. P. Visser.
TELEFOON-AUTOMATISEERING.
De werkzaamheden welke voorafgaan aan
de automatiseering van de telefoon zijn ge
reed gekomen.
Het ligt in de bedoeling de oude toestellen
op 6 Februari a.s. buiten werking te stellen.
Tot het district Bennebroek zal behooren
Hillegom benoorden „de Tol", Bennebroek,
Vogelenzang en Heemstede ten Zuiden van
van Groenendaal en van Haarlemmermeer
de oude abonnés.
HEEMSKERK
ERNSTIG VERKEERSONGEVAL.
Maandagavond te ongeveer half 8 is de 55-
jarige C. Brasser op den Hoogdorperweg ter
hoogte van het A.D.O.-terrein door een hem
achterop rijdende personenauto overreden. De
man liep met het rijwiel aan de hand aan den
kant van den weg en stak zonder op het ver
keer te letten plotseling den rijweg over.
De bestuurder van de auto, afkomstig uit
Alkmaar, kon door den korten afstand zijn
wagen onmogelijk tot staan brengen, met het
gevolg dat B. onder de auto raakte. Het
slachtoffer werd ernstig gewond opgenomen
en na voorloopig door een haastig ontbonden
geneesheer verbonden te zijn, naar het St.
Antonius Ziekenhuis te IJmuiden-O. overge
bracht.
De Rijksveldwacht leidt het onderzoek. Ver
moedelijk heeft de automobilist geen schuld.
Naar wij hedenmorgen bij informatie aan
het St. Antonius-Ziekenhuis vernamen, is de
toestand van het slachtoffer zorgwekkend.
BEVERWIJK
DE HULDIGING VAN DEN HEER
HOFMEESTER.
Op treffende wijze heeft de bevolking van
Beverwijk Maandagavond uiting gegeven aan
haar gevoelens van sympathie en erkente
lijkheid jegens den dirigent van de Bever-
wijksehe Harmoniekapel, die gedurende het
lange tijdperk van veertig jaren de directie
voerde over dit blaasorkest.
De heer en mevr. Hofmeester werden
Maandagavond aan den trein van 8.14 ver
welkomd namens de commissie door den
heer F. R. C. Rijkens, die aan de echtgenoote
van den jubileerenden dirigent een bloemen
hulde aanbood. Op het stationsplein werd van
de zijde der bevolking groote belangstelling
betoond en toen de heer Hofmeester zich op
't plein vertoonde, werd hij met een hoera
tje verwelkomd. Het gezelschap nam in twee
auto's plaats en met de muziek van de Har
moniekapel voorop werd langs Breestraat en
verdere voornaamste straten naar het repe
titielokaal gemarcheerd.
In dichte drommen vergezelde men den stoet
naar het repetitielokaal in de Groenel-aan,
waar de huldiging zou plaats vinden.
De rij der sprekers werd daar geopend door
den heer N. J. Goot, de vcorz. der Beverwijk-
sche Harmoniekapel, die herinnerde aan de
moeilijke beginperiode en daarbij opmerkte,
dat het den directeur destijds zeker niet ge
makkelijk zal hebben gevallen, om er van te
maken, wat er van te maken is. Maar gelet
op het peil, waarop de kapel thans staat, kon
spr. verklaren, dat de keuze van dirigent door
het toenmalige bestuur een uitstekende is
geweest.
Namens de leden bood spr. een keurige fau
teuil aan, den wensch uitsprekend, dat de
jubilaris met de Harmonie nog vele lauweren
zal mogen behalen en dat hij de lust en de
kracht zal mogen hebben, dat nog lang te
doen. De dames der leden boden een vaas
met bloemen aan.
Daarna sprak de beschermvrouwe, mevr.
A. A. van Hattum in een keurig speechje den
jubilaris toe. Met drie daverende hoera's
stemde het gezelschap in met den door de
beschermvrouwe geuiten wensch, dat de ju
bilaris nog vele jaren de leider zal mogen zijn
van de Harmonie.
De heer Mr. A. Moens, sprekende namens
de commissie, welke op initiatief van mevr.
v. Hattum en van den heer Rb kens was ge-
vormd bood met hartelijke woorden van geluk-
wensch namens de burgerij een eikenhouten
tafel en een tafelkleed aan.
Burgemeester H J. J. Scholtens verklaar
de zich gaarne aan de zijde te willen scha
ren, van hen, die den jubilaris hulde bren
gen. Spr. hoopte, dat de kapel het voorrecht
zou mogen hebben nog vele jaren onder zijn
directie te staan en dat het vijfde tiental ja
ren evenveel successen zal mogen opleveren.
Namens de vereeniging „Koninginnedag"
dankte de heer H. J. J. v. d. Bergh den jubi
laris voor diens moeiten en zorgen, door hem
aan de voorbereiding van de jaarlijksche
aubade op Koninginnedag besteed. Spr. bood
een fraai bloemstuk aan.
Een bestuurslid van de Harmonie „Cres
cendo" te Haarlem, dat eveneens onder lei
ding van den heer Hofmeester staat en dat
door een deputatie vertegenwoordigd was,
bood namens dit corps gelukwenschen aan
en liet deze felicitatie van een bloemenmand
vergezeld gaan.
De voorzitter van de Hprddraveriivereeni-
ging, de heer A. Blom, bood een fraaie bloe
menmand aan.
Een afgevaardigde van de Harmonie ..St.
Michaël" te Heemstede, ook staande onder
leiding van den heer Hofmeester wees in zijn
felicitatie op het edele en sympathieke ka
rakter van den jubilaris. Ook St. Michaël
bracht een bloemenhulde.
En toen kwam onder daverend applaus de
oude garde, die tijdens de oprichting lid wa
ren. De veteranen, zijnde de heeren M. v. Eek,
Heyne. Warner, J. v. d. Sluijs en J. Zwaan,
boden hun vroegeren directeur onder luiden
bijval een bloemstuk aan.
De jubilaris dankte daarna de verschillende
sprekers.
Tenslotte vermelden wij nog bloemstukken
van de „St. Jozef-Harmonie" en van de fa
milie Hart van het Kennemer-Theater.