DINSDAG 16 JANUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 6 VERGADERING DER N. S. B. IN DE CONCERTZAAL. IR. MUSSERT BESPREEKT DE GROND SLAGEN EN HET GEVAL-VAN DER LUBBE. Maandagavond werd in de Concertzaal de tweede vergadering gehouden der N.S.B. waai de algemeene leider, Ir. A. A. Mu s se r t het woord voerde. Zijn rede bestond uit drie ge deelten: de geestelijke grondslagen der N.S.B, de materieele en het geval-Van der Lubbe. Nadat de wacht onder tromgeroffel was binnengemarcheerd en Ir. Mussert met Hou Zee-geroep was begroet, begon de heer Mussert met de geestelijke grondslagen te behandelen, wat hij op nagenoeg dezelfde wijze deed als op 20 December. Achtereenvolgens kwamen ter sprake: de groei van het fascisme van Italië uit en de waarde voor alle landen van Europa, de werkloosheidsbestrijding die onder het hui dige systeem tot geen succes kan leiden, de overwinning van he.t Individualisme en de na- deelen ervan, de vrijheid van den staat en den enkeling in dien staat, de klassenstrijdtheorie van Marx en de oorzaken ervan, de kracht die van vaderlandsliefde uitgaat, wat de spre ker aldus formuleerde: „Hebt uw naasten lief als u zelf, dat is nationaal voelen en zijn". Voorts noemde de heer Mussert nog het ver schil tusschen marxisme en het ware socialis me (het eerste is z. i. egoïsme, het tweede gemeenschapszin), de geld afvloeiing naar het buitenland door onbetrouwbare buitenlandsche leeningen, de gevaren die de N.S.B. bedreigen, t. w. het kapitalisme in den vorm van econo misch liberalisme, het marxisme en het mis bruik van de religie voor politieke doeleinden. Hij stelde daar tegenover dat het fascisme de eenheid voorstaat en het goede over het kwade wil laten zegevieren. In een fascisti- schen staat zou het mogelijk zijn objectief het verschil vast te stellen tusschen goed en kwaad. Ten slotte besprak Ir. Mussert de ver wording van het bijzonder onderwijs en de kwestie van de opbrengst der gelukstelegram men, waarin de z.i. anti-nationale A.J.C. ten onrechte meedeelt. De kringleider, de heer SmitKleine, me moreerde na de pauze de laatste besluiten van de regeering en constateerde dat het Neder- landsche rechtvaardigheidsgevoel was belee- digd. Er ging een foei-geroep op toen hij schetste hoe de N.S.B., die gezagsteunend is en godsdiensteerend, voor ambtenaren is verbo den. Dit is niet in overeenstemming met ons gevoel voor rechtvaardigheid en vrijheid, die tot de beste beginselen behooren van ons Ne- derlandsche volk, zeide de heer Smit Kleine. Met applaus namen de aanwezigen kennis van het feit dat dit besluit der regeering velen ertoe had bewogen lid te worden van de N.S.B. Eveneens applaudisseerde men krachtig toen hij trouw uitsprak aan de beginselen en aan den leider. De heer Mussert zeide in het tweede deel van zijn betoog, waarbij hij de materieele grondslagen belichtte, dat de minister-presi dent heeft gezegd dat „wij in het bezit zijn van beproefde staatsinstellingen die niet om ver geloopen zouden worden door onevenwich tiger.". „Inderdaad zijn zij beproefd", zeide Ir. Mus sert. „maar zij zijn te licht bevonden". Hij haalde voorbeelden aan van slecht functio- neerende staatsinstellingen: het electriciteits- bedrijf in Nederland, dat door de provinciale autonomie veel duurder is dan noodzakelijk, De autonomie is volgens den leider der N.S.B. aan veel andere misstanden schuld en hij noemde de moeilijkheden van voorgenomen annexatieplannen van Utrecht en Den Haag. „De oorzaak van onze crisis is de bende waar in wij leven, en het fascisme zal orde schep pen". Orde over het complex van verschillende bedrijven, want wel heeft de overheid gezorgd voor de bedrijven afzonderlijk, maar niet voor een goed functioneeren van alles in onderling verband. Het moet zoo geregeld worden, dat de bedrijven kunnen voorzien in een redelijke be hoefte, maar niet zoo dat er van alles te veel is. Ir. Mussert kantte zich tegen de warenhui zen die een bedreiging vormen voor den mid denstand, en ook tegen de corruptie en den zwendel, die hij voor kort nog het monopolie van het buitenland waande, waarin de heer Mussert zich tot zijn teleurstelling had ver gist. (Applaus). Een grondige wijziging van het staatsbestel zou noodzakelijk zijn, want (aldus Ir. Mus sert); „Ik heb zestien jaar doorgebracht ten bate van mijn volk, en heb achter de schermen kunnen kijken, waarbij ik heb geconstateerd dat de boel is vastgeloopen". Hij schetste in het kort de wijze van regee- ren door het parlement en de regeeringswijze in landen waar geen parlement het bewind in handen heeft. „Bij parlementen wordt nooit gevraagd of men verstand heeft, maar wel welke politieke partij recht op de buit heeft, als het op functies verdeelen aankomt", meen de de spreker. De ministers zijn geen vak ministers maar politieke ministers wat alleen voor binnen- en buitenlandsche zaken gerecht vaardigd zou zijn. Onze marine deugt niet, omdat zij te zwak is. Wij moeten kiezen tusschen afschaffen of verbeteren, en „dan kies ik een behoorlijke marine" zei de N.S.B.-leider. „Als wij onze jon gens uitsturen dan kunnen zij niet op een zelfde vlootsterkte rekenen als Japan bij voor beeld heeft. Maar wel moeten zij schepen heb ben die volwaardig zijn, zoodat zij zich niet hoeven te laten doodschieten zonder iets te kunnen doen". „Voor onze beweging vragen wij geen cle mentie, zij is jong en krachtig en heeft geen clementie der regeering noodig. (Hou Zeei. Maar wel vragen wij onze regeering om cle mentie voor Indië. want „Indië los van Hol land" zou een ramp voor onze natie zijn". Deze leuze, die Ir. Mussert aan het marxisme toe^ schreef, is een leugenachtig verraad. Ten slotte kwam de Rijksdagbrand ter sprake. „Mij is gevraagd of ik wel over dit on derwerp zou spreken, gezien het volkssenti ment en het belang van onze N.S.B." leidde Ir. Mussert dit laatste gedeelte van zijn rede in. „Ik ben geen volksmenner en ik wil het ook niet worden", vervolgde hij, „anders zou ik het sentiment gebruiken voor mijn betoog. Ik wil dit onderwerp daarom wel behandelen, omdat ik uw leider wil zijn en u de waarheid wil zeg gen en niets dan de waarheid. Het is niet voor mijn plezier dat ik erover spreek". ..Het past niet te oordeeien over Van der Lubbe, onzen volksgenoot. Hij staat hierboven en heeft te verschijnen voor een hoogeren rechterstoel. God zij zijn ziel barmhartig. Wel wil ik spreken over het geval en het misbruik dat re deer politieke partijen van is gemaakt Kort ging Ir. Mussert den levensloop van Van der Lubbe na en concludeerde dat de ar moedige afkomst Van der Lubbe in den greep van het marxisme heeft gebracht, dat hij de schuld van alles achtte. Op de plaats van den brand is hij gepakt en niet neergeschoten, wat volgens den spreker niet ongewoon zou zijn ge weest. Voorts werd de loop van het proces en de executie nagegaan. De heer Mussert vervolgde: „Uit den Rijksdagbrand moest politieke munt geslagen worden, en toen de brand ge sticht was zeiden de marxisten dat de natio- naal-socialisten het gedaan hadden en dat Van der Lubbe een werktuig in hun handen geweest, wien vrijlating was beloofd mits hij zweeg. Als de Duitsche regeering dus Van der Lubbe had vrijgelaten was het bewijs gele verd dat de nationaal-socialisten den brand hadden gesticht. Toen kwam de executie en de vette kluif ontviel hun. Nu moest het lijk van Van der Lubbe, politiek gesproken, zijn geld opbrengen. Men speculeerde op het sen timent van het Nederlandsche volk. Het is echter de vraag of een levenslange tuchthuis straf niet veel erger zou zijn geweest. Toch moeten wij dit sentiment nooit verliezen want het is ons geestelijk goed". „Men vraagt zich onwillekeurig af of de S.D.AP.-ers dan zoo gevoelig zijn" en met voorbeelden uit het buitenland (Spanje) toon de spreker aan dat daar eveneens groote wreedheden geschieden, die door de socialisten worden verzwegen. Maar het geval-Van der Lubbe moest inspireeren dat de nazi's bloed honden zijn. „Ik vind het walgelijk om van de goede sentimenten van ons volk misbruik te maken en ze te spannen voor den vuilen mest wagen van het marxisme. Ik hoop dat het marxisme als de lijkwagen waarmede men uit Nederland het- lijk van Van der Lubbe wilde halen, in de modder zal blijven steken", zeide Ir. Mussert waarop een krachtig applaus volgde. Door den brand is een belangrijk gebouw ge troffen. wat- de daad is van een export-product van Nederlandschen bodem. Het zóu niet meer dan gewoon zijn geweest als de Nederlandsche regeering haar spijt had betoond, zooals men ook zijn spijt betoont aan een buurman wan neer een hond zijp. tuin openwoelt. Het is een kwestie van fatsoen. „Wellicht was de regee ring te veel verdiept in de bestudeering van het Bruinboek", meende de spreker. „Het verzoek om gratie door den minister van buitenlandsche zaken, de Graaff, was ons recht en ik neem aan dat het zijn werkelijke bedoeling was hem te redden van den beul. Toen deze minister echter G. G. van Indië was, zijn er onder zijn bewind 52 doodvonnissen tot stand gekomen en slechts in 26 gevallen ver leende hij gratie. Ik vermoed dat Z.Exe. ook wel over dit 27ste heen zal komen". De heer Mussert toonde zijn verontwaardi ging over het feit dat er alle mogelijke con cessies aan de familie van den geëxecuteerde werden gedaan (als het midden in den nacht verleenen van een diplomatieke pas) om het stoffelijk overschot naar Nederland te kunnen transporteeren, terwijl in Indië zooveel lijken van Nederlanders liggen die voor het vader land zijn gestorven, die niet in Nederlandschen bodem rusten. Ook het stoffelijk overschot van Van Heutsz heeft een halven dag moeten wachten voor het in Nederland mocht. (Foei). .Indien ik in de plaats van de Duitsche re geering was geweest, dan had ik het verzoek tot gratie ingewilligd, want doodelijker wapen dan de beul is de belachelijkheid, aldus Ir. Mussert. Ik zou hem in een verzegelden salon wagen hebben teruggestuurd met een diplo matieke pas, omdat ik op zijn aanwezigheid geen prijs stel maar de Nederlandsche regee ring blijkbaar wel. (Applaus). Nogmaals betoonde Ir. Mussert dat hij „walgde van het politieke gedoe, om het lijk van een ongelukkigen jongen". Hij noemde het een bewijs van onze laag-gezonkenheid en hij zeide dat het fascisme de baan vrij zal maken voor een gezond volksleven. Voor den Politierechter. DEN DANS ONTSPRONGEN. Er zijn nog altijd menschen, die omtrent de beteekenis van de steunregeling verkeer de begrippen hebben, waarbij zij echter al tijd naar zich toe rekenen. Als vader geen werk heeft en ook overi gens geen eigen inkomsten, heeft hij recht op steun, redeneert men, maar dit is slechts tot op zekere hoogte waar, want als er inwo nende kinderen zijn, die verdienen, heeft vol gens de regeling het geheele gezin recht op die inkomsten en het gaat niet aan te rede neeren zooals een meisje te Velsen deed, die zei: „Ik heb deze week twintig gulden ver diend en daarvoor koop ik nu kleeren", zoo dat vader, die steuntrekker was er naast greep. Vader vulde dus op zijn biljet in: „geen verdiensten", en zette daaronder zijn naam, maar op de een of andere wijze kwam de steuncommissie achter die twintig gulden en nu werd vader vervolgd voor valschheid in geschrifte. De justitie is lang niet malsch als het gaat over het saboteeren der steunregeling en het zag er voor vader dan ook niet rooskleurig uit, toen mr. Slotemaker, de verdediger aan 't woord kwam. Diei wou graag weten, hoe het zat met de voorschriften omtrent het ver melden van de inkomsten der kinderen. Een ambtenaar van Maatschappelijke Steun overlegde toen een boekje, dat door rechter en officier werd bestudeerd en toen bleek, dat daarin alleen sprake was van eigen verdiensten van den steuntrekker, waarvan hij op het desbetreffende biljet melding moest maken. Het gevolg was, dat van valschheid in ge schrifte niet gesproken kon worden, wat de officier met leedwezen constateerde, want hij vond de handeling van den steuntrekker zeer afkeurenswaardig en ook strafbaar, maar helaas niet vallende onder valschheid in ge schrifte, hetgeen ten laste was gelegd. Hij moest vrijspraak eischen en de rechter sprak vrij, onder opmerking, dat het hier een ju ridische quaestie betrof en dat verdachte niet moest denken, dat hetgeen hij gedaan had, toelaatbaar was. Een rare Chinees. Ieder zal het met den politierechter eens zijn, dat onze gele broeders, die de laatste jaren over Nederland zijn uitgezwermd, rus tige lieden zijn en de pindaman, die neerge hurkt zit bij zijn roode trommel, doet meer aan een Boedhabeeld denken dan aan een mensch, vatbaar voor aandoeningen. Zoo er in zijn binnenste stormen woeden, dan tee kenen die zich niet af op zijn onbewogen uiterlijk noch verraden zich in zijn be wegingen. Yen te Sen vormde echter een uitzonde ring op den regel. Hij ventte niet met pinda's, maar met kleedjes en presenteerde er een voor f 10 aan een juffrouw te IJmuiden. Waarschijnlijk had die juffrouw ook wel eens gehoord, dat men in Indië verstandig doet een Chinees zooveel dubbeltjes te bieden als hij guldens vraagt; zoover wou ze niet gaan, maar ze bood twee gulden. Dit was echter te veel voor Yen's Oostersche lijdzaamheid, want hij was in Holland en niet in Inüië en als antwoord gaf hij de juffrouw een stomp, die hem bij den commissaris bracht. Nu moest hij zich verantwoorden, maar hij was er niet en hij was zelfs onvindbaar, wat hij wel zal blijven, want als je onder de Chi- neezen naar Yen te Sen gaat zoeken, zullen alle Chineesche gezichten strak blijven staan en niemand zal ooit iets van Yen hebben gehoord. De officier eichte 14 dagen; de rechteT gaf f 20, omdat hij het niet noodig achtte een voorbeeld te stellen, want de Chineezen zijn rustig en ordelijk en Yen is dus een uitzon derlijk rare Chinees. Een vreemde logeergast. De Amsterdammer, die, zooals later bleek, zijn liefhebbende echtgenoote had achterge laten om zelf met een polderjongen de kroe gen van de hoofdstad af te loopen, bevond zich tenslotte vereenzaamd en dronken te Zaandam, waar hij een logement zocht om zijn roes uit te slaj>en en te overwegen welke geldige redenen hij thuis voor zijn afwezig heid zou opgeven. Onder die omstandigheden stond hem de muts scheef en was er niet veel voor noodig om in nieuwe narigheid te ge raken. Dat weinige kwam. Hij had een loge- mentje gevonden, zijn koffertje daar neerge zet en had zich toen weer verwijderd; wel licht had hij nog een droge keel. Teruggekeerd, vroeg de knecht van het lo gement of de gast al betaald had, want ze denken daar: zeker is zeker. Of de dronken man deze vraag beschouw de als een twijfel aan zijn credietwaardig- heid, bleek niet, maar wel. dat die weinige woorden de muts nog scheever trokken, want hij ging den knecht uitschelden. Die nam dat niet, maar antwoordde op handtastelijke wijze. En toen kwam het mes. De Amster dammer zei nu, voor den politierechter, dat hij niet wist, hoe het mes in zijn handen was gekomen, daarmee de verbeelding vrij spel latende, maar zeker is 't, dat hij den knecht een steek in het hoofd gaf, en toen op het gillen van de toegesnelde logementhoudster, een andere bewoner der inrichting bijsprong, kreeg die nog eer.ige sneden in gezicht en hals, die hem een week in 't gasthuis brach ten. Nu waren al de wonden weer geheeld be halve die, aan het recht toegebracht, en de politierechter moest ten deze als heelmeester optreden. Het baatte weinig, of de man be weerde. dat hij ook niet ongeschonden uit den strijd was gekomen; dat risico moest hij er maar bij nemen. De Officier van Justitie had al heel weinig op met dergelijke logeergasten en hij eischte 6 maanden logies op staatskosten; de poli tierechter deed er drie maanden af, omdat het strafregister goed was. overigens was hij het met den Officier roerend eens. 1MET DE FIETS GESLIPT. Maandagmorgen half negen had het veer tienjarig meisje J„ in de Gierstraat het on geluk, met haar fiets over de tramrails te slippen. Zij viel en kreeg een hersenschud ding. Door leden van den Ongevallendienst werd zij behandeld, waarna zij per zieken auto van de firma Mathot naar de ouder lijke woning aan de Steenbokstraat werd ge bracht. HET SPORTFONDSENBAD. EEN ADRES VAN SPAARAANDEELHOUDERS Eenige spaaraandeelhouders der Haar- lemsche Spaarkassen van de N.V. „De Sport fondsen", hebben een adres tot de gemeen teraad gericht, waarin zij o.m. zeggen, dat zij zich als spaaraandeelhouders ernstig be nadeeld achten door de overeenkomst die de gemeente Haarlem ingevolge het door den Raad op 8 Februari 1933 genomen besluit met deze N.V. „De Sportfondsen" te Amster dam heeft aangegaan. De N.V. „De Sportfondsen" toch heeft zich bij deze overeenkomst bereid verklaard, om alle door de Haarlemsche Spaarders in hare kassen te storten penningen aan de gemeen te Haarlem in pand te geven. Deze inpand geving maakt de rechten, die de spaarders aan de statuten der N.V. „De Sportfondsen" kunnen ontleenen, eenvoudig krachteloos. Deze statuten schrijven n.l. in art. 3 voor, dat bij de uiteindelijke verdeeling der spaar kassen den spaarders tenminste de helft hunner stortingen, vermeerderd met rente, in geld moet worden terugbetaald. Nu heeft weliswaar de N V. „De Sportfond sen" van alle spaarders de toezegging weten te verkrijgen, dat zij met een uitkeerlng van enkel aandeelen Sportfondsenbad genoegen zouden nemen, doch deze toezeggingen, die in strijd met een gebiedend voorschrift der statuten verkregen zijn, missen rechtsgeldig heid, zoodat deze toezeggingen de statutaire rechten der spaaraandeelhouders om bij de verdeeling der kassen de helft hunner stor tingen in geld terug te ontvangen, niet kun nen aantasten. Deze rechten worden evenwel door de dooi de gemeente bedongen inpandgeving van alle in de spaarkassen gestorte gelden volkomen illusoir. Adressanten zullen dan ook hun stortin gen, waartoe zij overigens slechts gedurende één jaar verplicht zijn, onder de huidige om standigheden zeker niet voortzetten. Wanneer dit voorbeeld van ondergeteeken- den door andere spaaraandeelhouders ge volgd wordt, zal de zekerheid die de ge meente in meergemelde inpandgeving hoopt te vinden tot een minimum gereduceerd worden. Adressanten verzoeken den gemeenteraad eerbiedig, mede in het belang der gemeente, de overeenkomst tusschen de gemeente Haarlem en de N.V. „De Spaarfondsen" als nog in dier voege te wijzigen, dat de spaar- dersgelden. die in de Haarlemsche spaarkas sen gestort zullen worden overeenkomstig de statuten der N.V. ,JDe Sportfondsen" slechts voor de helft aan de gemeente in pand zul len worden gegeven. Het adres is onderteekend door: Tacco Mulder, accountant, Wilhelmina- straat 9: D. M. KI ijzing, Notaris. Wilhelmina- straat 63; Mevr. H. C. D. v. d. SleenDaams, Leeghwaterstraat 14: J. J. Petri, Arts, Ko ninginneweg 11; A. H. de Bruyn Jr.. electro techn. bureau, Zijlweg 143: L. E. Q. Nolf, Apotheek, Kruisstraat 26; M Funke. dir. broodfabriek, Spaarnwouderstraat 39; Mevr. E. de Klerk—Out, Z, B. Spaa'rne 146 rd.; J. de Klerk, bakker, Z. B. Spaarne 146 rd. allen te Haarlem: Mevr. Wed. Mr. D. E. Lioni Jungblut. Rijperweg 1 en Mevr. J. Stokkink- Ha vee. Rijperweg 2, te Bloemendaal: Mevr. D. Hofman—Veldman. Lorenzplein 22: Mevr. Wed. C. KluftBusé, Rustenburgerlaan 3 en H. N. Mul, boekhandel, Kruisstraat 25 te Haarlem. Ook een adres aan Ged. Staten. Inzake het Sportfondsenbad is thans ook aan Ged. Staten een adres gezonden van ge lijke strekking en dezelfde argumenten be vattende als het request van belastingbe talers aan den Gemeenteraad van Haarlem, in ons vorig nummer vermeld. Het adres aan Ged. Siaten dragen dezelfde handteekeningen als dat aan den Gemeente raad. Aan Ged. Staten wordt verzocht, onver wijld zoodanige maatregelen te nemen, als dienstig zouden kunnen zijn om de finan- cieele catastrophe, waarop in beide adres sen gedoeld wordt, voor de gemeente Haar lem te voorkomen, door den bouw van het Sportfondsenbad daar ter plaatse alsnog te verhinderen. UIT DE OMSTREKEN HEEMSTEDE TENTOONSTELLING VAN „HEEMGAS. De belangstelling voor deze tentoonstelling heeft verre de verwachtingen overtroffen. Er was gemiddeld gerekend op een bezoek van 200 personen per dag, maar een bezoek van 4000 in totaal mag als niet overdreven be schouwd worden. Zondagavond was het bezoek heel groot, dank zij de filmvoorstellingen. Terwijl de eerste filmvertooning voor een 200-tal be zoekers plaats had. stonden er zeker 200 in de gangen te wachten om de plaatsen voor de tweede voorstelling machtig te worden. In intiemen kring had op den laatsten avond de sluiting der tentoonstelling plaats. Namens het gemeentebestuur sprak de bur gemeester, Jhr. J. P. W. van Doorn woorden van dank aan den directeur ir. Duijnstee, voor het groote werk aan deze tentoonstelling be steed, en dat zulk een enorm succes heeft gehad. Dank bracht de burgemeester ook aan de standhouders, die met hun keurig materiaal en hun goede voorlichting de bezoekers meer met het gasgebruik vertrouwd hebben ge maakt, waardoor zeer veel is bijgedragen tot de mogelijkheid van een nog grooter gas verbruik, wat de opzet van deze tentoonstel ling was. Tenslotte dankte hij het dames comité, voor de groote propaganda, waaraan het groote bezoek voor een overgroot deel te danken is. Ir. Duijnstee bracht de woorden van dank, tot hem gericht, voor een groot deel over naar den heer R. G. de Winter, den organi sator dezer tentoonstelling, en zijn volïjveri- gen staf. Namens het dames-comité dankte mevrouw Venhuizen—Kesseler voor de groote mede werking van alle zijden ondervonden. Tenslotte sprak de heer Koningsbergen van de firma Gautzchs' Industrie Mij. namens de gezamenlijken standhouders woorden van waardeering over de organisatie dezer ten toonstelling, waardoor ook de standhouders goede zaken konden doen. BENNEBROEK ZANDVOORT KAMPEEREN NOORDER- STRAND. Bij het vaststellen der begrooting 1934 werd de post „Opbrengst van de Strandexploitatle" f 1000 hooger geraamd. De financieele Com missie stelde voor dit bedrag nog f 1000 hooger te ramen omdat zij meende, dat het kampeergeld kon worden vastgesteld op 25 cent per dag. In meerderheid stelt het college van B. en W. van Zandvoort thans voor het volgende te besluiten: a. dat met ingang van het jaar 1934 het tarief voor het dagkampeeren op het Noor delijk strand wordt verhoogd tot 25 cent per tent. b. dat van dit bedrag aan de gemeente moet worden afgedragen 20 ct. zoodat de geldophalers van elk kwartje 5 cent genieten. c. dat, indien de tegenwoordige geldop halers met de sub b bedoelde regeling geen genoegen nemen, de opbrengst van het dag kampeeren op het Noordelijk strand in massa openbaar zal worden verpacht op de basis van het hoogste bedrag per kwartje ten bate van de gemeente, welke verpachting zal ge schieden op nader door den Raad vast te stellen voorwaarden. IJMUIDEN NOODLOTTIG ONGEVAL OP DE CEMENTFABRIEK. TALUDWERKER DOOR ZANDGRIJPER DOODGEDRUKT. Gistermorgen omstreeks 11 uur is de 62- jarige gehuwde arbeider van het Hoogoven- bedrijf A. Schroduer genaamd, wonende te Velsen-Noord, bij de werkzaamheden tot uitbreiding van de opslagplaats voor slakken bij de cementfabriek der Cemij door een doodelijk ongeval getroffen. S. was als talud werker aan het werk aan den rand van een put, dien men bezig was met behulp van een stoomkraan te graven. Op een gegeven oogenblik kwam hij naar beneden juist op het oogenblik dat de grij per in zijn richting zwaaide. Hij werd door den grijper getroffen met het noodlottig ge volg. dat hij ernstige inwendige kneuzingen opliep. Spoedig nadat de eerste hulp was verleend, kwam dr. Büller ter plaatse. S. was echter reeds aan de gevolgen overleden. MARKTPRIJZEN. Tarbot per K.G. f 1.20—f 0.90. Griet per 50 K.G. f 30—f 15. Tongen per K.G. f 0.90f 0.52. Groote schol per 50 K.G. f 16.50—f 15. Middelschol per 50 K.G. f 20—f 17.50. Zetschol per 50 K.G. f 25—f 22. Kleine schol per 50 K.G. f 25f 11.50. Schar per 50 K.G. f 16.50—f 9.50. Rog per 20 stuks f 31f 13. Vleet per stuk f 3.10f 2.50. Kleine poon per 50 K.G. f 15f 14. Groote schelvisch per 50 K.G. f 38. Middelschelvisch per 50 K.G. f 37. Kleine middelschelvisch p. 50 K.G. f 31f 27. Kleine schelvisch per 50 K.G. f 26f 17. Kabeljauw per 125 K.G. f 58—f 38. Groote gullen per 50 K.G. f 22f 15. Kleine gullen per 50 K.G. f 15f 9.50. Leng per stuk f 2f 1.13. Heilbot per K.G. f 0.85—f 0.80. Wijting per 50 K.G. f 14.50—f 10. Koolvisch per stuk f 1.95f 0.65. Kleine hake per 50 K.G. f 33—f 30. BESOMMINGEN. Trawlers: Invierno IJM. 158 55 manden f 1210. Proef II IJM. 24 170 manden f 2270. Corrie IJM. 21 225 manden f 2610. Vios IJM. 1 60 manden f 1380. Isabel IJM. 14 70 manden f 1990. Eendracht IJM. 127 155 manden f 2490. Gezina IJM. 140 70 manden f 2100. Liesbeth IJm. 183 300 manden f 4200. Dolfijn IJM. 103 70 manden f 1490. Christina IJM. 2 260 manden f 3580. Loggers: KW 68 f 710, KW 162 f 810, KW 48 f 710, KW 19 f 830. Stoomjjeuger; VL 172 f 410. ZANGVEREENIGING „SOLI DEO GLORIA". Op Woensdagavond 17 dezer wordt in het Vereenigingsgebouw „Rehoböth" te Benne broek een vergadering gehouden van de vrienden van bovengenoemde zangvereni ging en van allen die belang stellen in haar lot. Getracht zal worden de vereeniging nieuw leven in te blazen, waarbij een beroep zal worden gedaan op den oud-dirigent, den musicus G. P. Visser. TELEFOON-AUTOMATISEERING. De werkzaamheden welke voorafgaan aan de automatiseering van de telefoon zijn ge reed gekomen. Het ligt in de bedoeling de oude toestellen op 6 Februari a.s. buiten werking te stellen. Tot het district Bennebroek zal behooren Hillegom benoorden „de Tol", Bennebroek, Vogelenzang en Heemstede ten Zuiden van van Groenendaal en van Haarlemmermeer de oude abonnés. HEEMSKERK ERNSTIG VERKEERSONGEVAL. Maandagavond te ongeveer half 8 is de 55- jarige C. Brasser op den Hoogdorperweg ter hoogte van het A.D.O.-terrein door een hem achterop rijdende personenauto overreden. De man liep met het rijwiel aan de hand aan den kant van den weg en stak zonder op het ver keer te letten plotseling den rijweg over. De bestuurder van de auto, afkomstig uit Alkmaar, kon door den korten afstand zijn wagen onmogelijk tot staan brengen, met het gevolg dat B. onder de auto raakte. Het slachtoffer werd ernstig gewond opgenomen en na voorloopig door een haastig ontbonden geneesheer verbonden te zijn, naar het St. Antonius Ziekenhuis te IJmuiden-O. overge bracht. De Rijksveldwacht leidt het onderzoek. Ver moedelijk heeft de automobilist geen schuld. Naar wij hedenmorgen bij informatie aan het St. Antonius-Ziekenhuis vernamen, is de toestand van het slachtoffer zorgwekkend. BEVERWIJK DE HULDIGING VAN DEN HEER HOFMEESTER. Op treffende wijze heeft de bevolking van Beverwijk Maandagavond uiting gegeven aan haar gevoelens van sympathie en erkente lijkheid jegens den dirigent van de Bever- wijksehe Harmoniekapel, die gedurende het lange tijdperk van veertig jaren de directie voerde over dit blaasorkest. De heer en mevr. Hofmeester werden Maandagavond aan den trein van 8.14 ver welkomd namens de commissie door den heer F. R. C. Rijkens, die aan de echtgenoote van den jubileerenden dirigent een bloemen hulde aanbood. Op het stationsplein werd van de zijde der bevolking groote belangstelling betoond en toen de heer Hofmeester zich op 't plein vertoonde, werd hij met een hoera tje verwelkomd. Het gezelschap nam in twee auto's plaats en met de muziek van de Har moniekapel voorop werd langs Breestraat en verdere voornaamste straten naar het repe titielokaal gemarcheerd. In dichte drommen vergezelde men den stoet naar het repetitielokaal in de Groenel-aan, waar de huldiging zou plaats vinden. De rij der sprekers werd daar geopend door den heer N. J. Goot, de vcorz. der Beverwijk- sche Harmoniekapel, die herinnerde aan de moeilijke beginperiode en daarbij opmerkte, dat het den directeur destijds zeker niet ge makkelijk zal hebben gevallen, om er van te maken, wat er van te maken is. Maar gelet op het peil, waarop de kapel thans staat, kon spr. verklaren, dat de keuze van dirigent door het toenmalige bestuur een uitstekende is geweest. Namens de leden bood spr. een keurige fau teuil aan, den wensch uitsprekend, dat de jubilaris met de Harmonie nog vele lauweren zal mogen behalen en dat hij de lust en de kracht zal mogen hebben, dat nog lang te doen. De dames der leden boden een vaas met bloemen aan. Daarna sprak de beschermvrouwe, mevr. A. A. van Hattum in een keurig speechje den jubilaris toe. Met drie daverende hoera's stemde het gezelschap in met den door de beschermvrouwe geuiten wensch, dat de ju bilaris nog vele jaren de leider zal mogen zijn van de Harmonie. De heer Mr. A. Moens, sprekende namens de commissie, welke op initiatief van mevr. v. Hattum en van den heer Rb kens was ge- vormd bood met hartelijke woorden van geluk- wensch namens de burgerij een eikenhouten tafel en een tafelkleed aan. Burgemeester H J. J. Scholtens verklaar de zich gaarne aan de zijde te willen scha ren, van hen, die den jubilaris hulde bren gen. Spr. hoopte, dat de kapel het voorrecht zou mogen hebben nog vele jaren onder zijn directie te staan en dat het vijfde tiental ja ren evenveel successen zal mogen opleveren. Namens de vereeniging „Koninginnedag" dankte de heer H. J. J. v. d. Bergh den jubi laris voor diens moeiten en zorgen, door hem aan de voorbereiding van de jaarlijksche aubade op Koninginnedag besteed. Spr. bood een fraai bloemstuk aan. Een bestuurslid van de Harmonie „Cres cendo" te Haarlem, dat eveneens onder lei ding van den heer Hofmeester staat en dat door een deputatie vertegenwoordigd was, bood namens dit corps gelukwenschen aan en liet deze felicitatie van een bloemenmand vergezeld gaan. De voorzitter van de Hprddraveriivereeni- ging, de heer A. Blom, bood een fraaie bloe menmand aan. Een afgevaardigde van de Harmonie ..St. Michaël" te Heemstede, ook staande onder leiding van den heer Hofmeester wees in zijn felicitatie op het edele en sympathieke ka rakter van den jubilaris. Ook St. Michaël bracht een bloemenhulde. En toen kwam onder daverend applaus de oude garde, die tijdens de oprichting lid wa ren. De veteranen, zijnde de heeren M. v. Eek, Heyne. Warner, J. v. d. Sluijs en J. Zwaan, boden hun vroegeren directeur onder luiden bijval een bloemstuk aan. De jubilaris dankte daarna de verschillende sprekers. Tenslotte vermelden wij nog bloemstukken van de „St. Jozef-Harmonie" en van de fa milie Hart van het Kennemer-Theater.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 10