w ABR. MEIJER Schoonheidsinstituten in Holland. DONDERDAG 18 JANUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 8 De kindervraag: waarom - is schijn baar vrij eenvou dig. „Waarom rijdt die trein daar? Waarom heeft die man een jas aan?" Maar probeer er eens antwoord op te geven. Dan blijkt het nog zoo een voudig niet. Die man heeft een jas aan omdat hij het koud heeft. Waarom neeft die man het koud? Omdat het win ter is. Waarom is het winter? Enzoovoorts, enzoovoorts. Je moet elk ter- rem der wetenschap en vooral dat der filo sofie beheerschen om op alle kindervragen antwoord te kunnen geven. En dan bereikte je nog geen resultaat. Want natuurlijk zou het kind van al je deskundige uitéénzettingen niets begrijpen. Het moet dus anders. Maar hoe? Op een bepaalden leeftijd, zoo omstreeks het vierde jaar meestal, krijgt het kind de periode van het waarom vragen. Het is dan gewoon een manie. Bij alles vraagt het waar om. het lijkt soms automatisch te gaan en ik heb wel eens opgelet, dat ze in een goede stemming er niet eens veel notitie van nemen of er antwoord komt op hun vraag. Anders is het als de stemming slecht is, dan moeten en zullen ze antwoord hebben. Bijvoorbeeld: „Ik wil muisjes op mijn brood". „De muisjes zijn op". „Waarom zijn de muisjes op?" En die vraag wordt dan in het eindelooze herhaald. Niets anders mag er op de boterham, alleen muisjes, die er niet ziin. Waarom zijn ze er niet? Dan is het duidelijk dwingen. Misschien even met den tragischer! ondergrond: waar om is dat wat ik graag wil hebben er nu juist niet? Iets schuilt er natuurlijk altijd wel achter dit waarom-gevraag. Tot nu toe heeft het kind onbewust geleefd. Alles maar geaccep teerd. Nu wordt er iets van verwondering bij hem wakker. Natuurlijk moet men niet denken, dat hij dan op zijn vierde jaar diep zinnig over het leven zit te peinzen. Het is eerder zoo'n vage verwondering over de wereld rondom hem. hij zou daar wel eens iets over willen weten. Op die manier krijgt hij ook heele verhalen los, verhalen over be langrijke dingen zooals auto's en treinen, postbodes en vuilnismannen. Waarom, waar om? Verveelt het kind zich en wil het ab soluut dat men zich met hem bemoeit, dan komt er zoowat geen einde aan zijn waarom gevraag. Is het echter mét iets bezig dan is hij niet zoo halsstarrig, dan neemt hij 't niet zoo nauw als je maar een vaag antwoord geeft. Jimmy is ook in de waarom-periode. „Waarom loopt die man daar?" „Dat weet ik niet, Jimmy, dat moet je aan dien man zelf vragen". Jimmy kijkt ernstig. Hij vindt dat blijk baar een manier om meer antwoorden op zijn vragen te krijgen. Vraag het aan de be trokken personen zelf. En even later staat hij voor het raam en vraagt vleiend: „Bladen, waarom vallen jul lie naar beneden?" Of hij zelf gelooft, dat de bladen antwoord zullen geven? Och nee, zooveel levenservaring heeft hij al wel. Maar toch vraagt hij hij vraagt omdat er zooveel is dat hij wel eens zou willen weten, omdat hij eenvoudigweg vragen moet. BEP OTTEN. IETS NIEUWS AANDURVEN. „Dit is geen tijd om iets nieuws te begin nen". hoe vaak wordt dat beweerd den laatsten tijd. wanneer ergens een nieuwe on derneming ter sprake komt. Het is waar. schijnbaar leent deze tijd van onzekerheid eenerzijds en van armoede anderzijds zich allerminst voor nieuwe ondernemingen, zoowel op zakelijk gebied als anderszins, en het gevaar dat zoo'n plan mislukt is in de meeste gevallen wel grooter dan zes of zeven jaar geleden. Als iedereen er echter zoo over dacht, zou het er raar beginnen uit te zien; wanneer de stelling algemeen gehuldigd werd van: „zie het te houden, zooals je het nu hebt. en onderneem niets nieuws, want het gaat toch niet goed" wat zouden we dan een verslapte menschen worden. Wat zou onze kijk op het leven eentonig en saai wor den. en wat zou de energie langzaam maar zeker wegkwijnen! Nu zijn er natuurlijk altijd onverbeterlijke mooi-kïjkers. die steeds vol nieuwe plannen rondloopen. daarvan altijd alleen niaar de beste kanten zien. en die zonder eenige voor bereiding, alleen geleid door hun fel-op- laaiend enthousiasme, nieuwe ondernemin gen od touw zetten. Een plan maken is echter een ding. het uitvoeren is een tweede, en daarbij ont breekt bij die enthousiastelingen meestal nog wel wat. Een nieuw plan bedenken is een heele kunst, het nader uitwerken vereischt al meer energie, maar de uitwerking, daarop komt het aan, op de energie en de trouw om den eersten tijd. die zeker moeilijk is. te doorworstelen, en om met taaie volharding de moeilijkheden te overwinnen die zeker in grooten getale in den weg zullen staan. Pas dan blijkt, of het plan waarde heeft gehad, en ook of de ontwerper, ervan waarde Wij vrouwen kunnen oneindig veel toe of af doen aan het welslagen van nieuwe plan nen. Allereerst natuurlijk de getrouwde, die haar man op een of andere manier terzijde kunnen staan, bijvoorbeeld door een deel van zijn werk te verlichten of soms ook al leen maar door te probeeren hem met onze specifiek vrouwelijke eigenschappen moreel steun te geven, een steun, die niet aan den weg timmert, maar die van de allergrootste waarde is, omdat het opoffering beteekent. Elke ongetrouwde vrouw die een betrekking aanneemt in een nieuwe onderneming, kan echter ook veel tot het welslagen bijdragen, wanneer zij haar volle werkkracht geeft, en als het noodig is ook meer dan dat. Natuurlijk blijft de kans van mislukking bestaan, maar wanneer i ets nieuws met alle kracht beproefd is, en het loopt dan nog verkeerd uit. dan mag degene, wien het mislukt is, er aan den eenen kant door ach terop geraakt zijn. anderzijds brengt het toch indirect voordeel aan, omdat de er varing erdoor is vermeerderd. In het gezin gaat het met iets nieuws niet anders: de kinderlooze vrouw die een baby aanneemt om te verzorgen, weet dat zij een groote verantwoording op haar eigen schouders en die van haar man legt, maar dat mag toch geen reden zijn. om het niet te wagen, wanneer zij er principieel toe be sloten is. De al-te-voorzichtigen zeggen dan: wan neer je je teveel hecht aan zoo'n kind. en het gaat niet goed. dan is de teleurstelling des te grooter. en daarom moet je er maar nooit aan beginnen. Gelukkig dan maar dat er nog optimisten zijn. die zoo'n redeneering wel zeer logisch, maar overigens niet ondernemend vinden, want waar zouden anders de frissche gebeur tenissen vandaan moeten komen? Het gebeurt toch ook meermalen, dat bij een egaal-voortgaand leven een nieuwigheid komt aankloppen, die zeker en vast de ge- noegelijke loop der dingen komt verstoren, zoodat. met zorg de nieuwe toekomst wordt aanvaard. En dan blijkt het nieuwe leven oneindig veel meer fleur te hebben dan het oude. het brengt ongekende vreugden met zich mee. misschien ook wel ongekende zor gen. maar die wegen immers ruimschoots tegen elkaar op. Het zou natuurlijk dom zijn, om iedere nieuwigheid, die zich voordoet, maar te aan vaarden. zonder eerst de consequenties onder de oogen te zien. Kan men het. echter met zichzelf en zij die erbij betrokken zijn, in overeenstemming brengen, dan is het toch zeker zeker de moeite van de ervaring al leen al waard. E. E. J.P. OM ZELF TE MAKEN. Hoedje en huisschoentjes voor Baby. We kunnen gemakkelijk zelf voor een klein meisje het afgebeelde hoedje en de huisschoentjes maken. Voor het hoedje heb ben we een oud vormpje noodig, een rol smal entre-deux, lint en een stukje valencienne- kant. Nu beginnen we het entre-deux aan beide kanten in te rimpelen. Hebben we dit een flink stuk gedaan, dan beginnen we het van boven op te naaien. Zoo gaan we door tot het heele bolletje „bewerkt" is. Twee strookjes valencienne kant vormen den rand van het hoedje; een satijnen lint dient voor garneering en afwerking. Het verdient wel aanbeveling een voering in het hoedje te zetten. Voor de huisschoentjes neemt men een stevige stof; de zooltjes, maakt men van dik vilt. Met een festonsteek bevestigt men de zolen aan de bovenstukken. De naad van het bovenstuk valt aan den hiel. Een kleurig lint sluit het schoentje. OVERSCHOTJES. Die kleine, waar- delooze driehoekjes en grillig gevormd „.afval", overgebleven na het maken van een jurk, doen we niet weg. Hiervan worden met weinig moeite en nog min der kosten, vlotte shawltjes gefabriekt; bij één effen, don kere „gewone" jurk drie van zulke das sen die. nonchalant omgestrikt nu eens iets anders zijn dan de eeuwige kraagjes die iederéén heeft. Van de overschotjes worden ruiten, vierkan ten en bloemetjes met of zonder bladeren en stengel geknipt. De 1 1 <jr ©S afbeeldingen geven verschillende manie ren, hoe die ver der te verwerken (I.) ..Grootere lapjes worden naast elkaar gelegd (zie afb. 11)1 en gehecht met een kruissteek op een lap dunne wollen stof, worden driehoeken van ruitjesstof ge- appliqueerd. Er zijn tallooze manieren te bedenken om ver schillende stukjes op en aan elkaar te zetten zoo geeft afb. III een aardige das de hechtsels zijn bedekt door een bloemetje; na tuurlijk is afstekend, kleur. De shawl no. IV is doodeenvoudig de weg wijst zich van zelf de kanten worden geajourd langs afgeknipjt omgehaakt. Allemaal prettige .werkjes voor lange regendagen kleu rig eenvoudig en vlug klaar! LAURA KUIPER. of GROOTE HOUTSTRAAT 16 ij maken er U attent op, dat het de laatste week van onze opruiming is. Profiteert dus nu nog van de extra koopjes. Speciaal brengen wij on der uw aandacht: GERUITE STOFFEN KIN DERJURKEN voor fl. 3.28 met 10 ct. stijging per m. in de maten 60 tot 100 en ZUIVER WOLLEN GEBREI DE KINDERJURKEN in de maten 40 tot 60 voor ex- ceptioneele prijzen. (Adv. lngez. Med.) KEUKENGEHEIMEN. Aardappelsoep met witte boonen (4 personen) 1 2 kilo aardappelen, 1 ons witte boonen (is 1 deciliter), 11/2 liter water, 2 preien. 1/2 ons versch vet spek ,zout. 1 bosje peterselie. Wasch de boonen en laat ze een nacht in 1/2 liter water weeken. Zet ze op met het weekwater en de schoongemaakte' en fijnge sneden preien, laat ze 1 uur zachtjes koken; voeg de geschilde aardappelen. 1 liter water en zout toe, laat alles nog een half uur koken en giet ze door een zeef. Vang het vocht op in een kom, wrijf de boonen en aardappelen door de zeef in de pan, verdun deze puree langzamerhand met het gezeefde kooknat, voeg de in dobbelsteentjes gesneden spek toe en laat de soep nog een kwartier koken. Voeg op het laatst de zeer fijngehakte peterselie toe. Zuurkoolschotel met saucijsjes (4 personen) 2 pond zuurkool, 3/4 kilo aardappelen, 1/2 pond. saucijsjes, 1/2 ons boter, melk, paneer meel. peper, zout, nootmuskaat. Wasch de zuurkool, kook ze in weinig kokend water met wat zout gedurende 1 uur. Kook de aardappelen overgaar, giet het water af, stamp de aardappelen met een houten lepel Er zijn in de laatste jaren, en in het laat ste jaar vooral in Holland in Amsterdam, Rotterdam en den Haag, en in de kleinere steden ook verscheidene inrichtingen ge opend, die luisteren naar den in Hollandsche ooren veelal zondig klinkende naam van in- stitut de beauté of wel schoonheidsinstituut het toeval voerde mij dezen zomer op den weg van één van de eigenaressen van zoo'n pas geopend oord, en dezer dagen, ter wijl ik mij wat vertwijfeld afvroeg, of het dan werkelijk waar zou zijn dat er geen nieuws meer onder de zon is en de inspiratie miste om zelf* nieuws te maken, schoot de gedach te aan haar en aan de inrichting, die zij kers- versch, in het begin van September en in het hartje van Amsterdam geopend had, door mijn gedachten. Ik schreef en verzocht om een „interview"; de opgewekte toestemming vergezeld van de belofte van een „proefbe- handeling" arriveerde per keerende post en op den afgesproken dag reisde ik naar Am sterdam, alwaar de gediplomeerde schoon heidsspecialiste mij in vol ornaat bestaan de uit een allersmakelijkste rose overall en vol trots op haar spiksplinternieuwe inrich ting ontving. „Denk eraan, dat je niet als een opgeschil derde pop hoeft terug te komen!" „Wij laten je er niet meer in!" „Ik zou maar liever op passen. want ik geloof, dat ze meer aan je huid bederven, dan er aan goed maken!'' wa ren de goed bedoelde raadgevingen en waar schuwingen geweest, die de familieleden mij hadden meegegeven; zij vertegenwoordigen blijkbaar zoozeer de algemeene opvattingen van het Hollandsche publiek lang niet ai- leen de mannen, o nee! er zijn duizendtailen van vrouwen, die er precies zoo over denken' dat mijn schoonheidsspecialiste, nadat zij mij in een makkelijken st' 1 gezet had en wat wegwijs was geworden in de ideeën, die de interviewster zelve er over het onder werp op na hield, zich strijdlustig op de leu ning van haar stoel heesch, en van die wat imponeerende hoogte af uit zich zelf zei: „Ik zou zoo verschrikkelijk graag willen, dat de Hollanders eens bevrijd werden van de dwaze gedachten, die zij er over schoon heidsinstituten en beauty culture op na hou den. Beauty culture heeft niets onder streep dat toch alsjeblieft! niets te maken met make-up, maquillage, „beschildering van het aangelaat" of hoe je het noemen wilt; wel houden natuurlijk de Grace Beauty Cul ture, waarvan ik het diploma heb, en de Do rothy Gray methode, en de Elizabeth Arden behandeling, die alle drie Engelsch en Ame- rikaansch zijn. benevens de methode van Eli sabeth Bock. die een Duitsche is, er alle mo gelijke ingrediënten voor make-ups op na, en kan men er zich, als men wil, laten opmaken alle vier de methodes houden er bijvoor beeld een speciale, vrij goedkoope evening make-up op na maar de werkelijke gelaats verzorging is geen methode om euvels te be dekken. maar om ze te verbeteren of liever nog om ze te voorkomen. Ach kom nu? zegt men hier in Holland de natuur verbeteren? de natuur op haar vingers tikken en zeggen: hé daar, dat heb je niet heelemaal goed ge daan, dat zal ik, schoonheidsspecialiste, je wel eens verbeteren? Maar men vergeet, dat we tegenwoordig ook niet meer leven, zoo als het de bedoeling van de natuur was, dat we op elkaar gepakt zitten in stoffige steden, waar ons gezicht dagelij les bloot gesteld is aan alle mogelijke dampen en gassen denk aan de auto's! Waarom is anders bij bijna alle menschen het altijd aan alles bloot ge stelde gedeelte van de huid sléchter dan op de gewoonlijk bedekte liehaarnsdeelen? En welk gedeelte is altijd onder alle omstandig- digheden, onbedekt en heeft dus het aller meest te lijden? Het gezicht! Beauty culture en gelaatsverzorging zijn geen kwakzalve- rijtjes, maar dingen, die noodig zijn bij een levenswijze als van de tegenwoordige mensch, die een heel eind is afgeweken van de na tuurlijke. Zij willen de natuur niet verbeteren maar haar weer in werking stellen, waar ze door de omstandigheden uit haar functies ontzet is en haar werk niet volkomen meer kan doenKlinkt dat niet plausibel en lo gisch? Zeg zelf? „Het klinkt", zeg ik, „heel plausibel en lo gisch. Er is. om het drastischer uit te druk ken, geen speld tusschen te krijgen". En ik kijk benieuwd en benijdend naar haar eigen volkomen onopgemaakt, lezeressen volmaakt teint, en vraag mij af. hoe.... Opspringend van den stoelleuning, van waar ze haar introductierede heeft gehouden, zegt ze uitnoodigend tegen mij: „Ga mee naar mijn heiligdom. Het is geen folterkamer, noch de werkkamer van een toovenaarster. En er gebeurt daar niets bo vennatuurlijks Ein< e Tiir geht auf het heiligdom ont sluit zich. Een breeae bank, een roltafeltje rnet wat potjes en pannetjes geen onheil spellend groot aantal een klein toillettafel- tje, een waschbak. Had men meer verwacht? Het is noch een folterkamer, noch de werk kamer van een toovenaarster veel meer middelen dan enkele zeer eenvoudige crèmes en watertjes zijn er niet noodig een paar gummi ..patters" nog, die iederen keer weer nieuw overtrokken worden, een paar zachte borsteltjes en misschien wel lest best, de handen van de specialiste zelf. Voordat ik mij lui uitstrek op de bank en zalig mijn oogen sluitend, de gansche verruk king van zachte masseerende streelingen en klopperijtjes over mij heen laat gaan, geeft ze mij een kleine les in crème en gezichts- watertjes-kunde: ik leer, dat kamfer, dat in veel watertjes voorkomt, en een tijdelijk op wekkende werking heeft, op den duur heel schadelijk is voor de huid en dat het even zoo is met alcohol; ik verneem ook dat net loodwit is dat in vele dagcrèmes voorkomt, die het gezicht mat maken en dat ook dat na verloop van tijd een funeste uitwerking heeft: ik maak kennis met vloeibare poeder en vloeibare rouge en laat mij demonstreeren, dat men poeder niet in moet wrijven, maar op het gezicht kloppen, en vervolgens het teveel verwijderen. De behandeling, die een kunstwerk is, en aan een beschrijving waarvan ik mij niet zal wagen, omdat ik anders misschien te lyrisch zou worden en bovendien toch waarschijnlijk nog te kort schieten, volgt; boven mijn zich langzaam maar zeker ontspannend ge zicht zet de stem van de bewerkster van al de kostelijke dingen, die er met mijn gezicht gebeuren, haar verklarend betoog voort: „Eén maal schoonmaken met cleansing cream om het vuil uit de poriën te halen er zit altijd vuil, dat er niet hoort, in de poriën van de huid; nog een tweede keer schoonmaken. Massage van de verslapte wangspieren, massage van de kin, massage van de onderkin, of neiging tot onderkin. Bij werken van de wenkbrauwen o nee geen plukken tot een streepje, het karakter blijft behouden, maar er zijn altijd wel een paar vooral in de richting van het oog ver dwaalde haartjes, die des guten zuviel zijn. Kloppen van de rimpels het wegkloppen van rimpels is het allernieuwste vooral ook van den mondrimpel. De voorhoofdrimpels worden niet geklopt, want dat zou veel te hin derlijk zijn; die worden, als het heele ge zicht, met een tonic bewerkt is, met zachte borsteltjes bewerkt. Mee-eters worden weg gehaald; deze ontspanningsbewegingen hoo- ren speciaal bij de Grace methode; de menschen vallen erbij onder je handen in slaap Ik kan het mij indenkenen het duurt even tot ik weer in zooverre „bij" ben, dat ik eenige practische vragen kan stellen. Mijn handen gaan langs mijn gezicht; vreemd glad en stevig voelt het aan .Hoeveel maal zou men zich op deze ma nier moeten laten behandelen om werkelijk blijvende resultaten te krijgen?' „Op zijn allerhoogst éénmaal in de week; eenmaal in de veertien dagen kan ook nog. Men moet het wel geregeld blijven doen, want de methode is juist gebaseerd op resultaten op den langen duur van paardenmiddelen, die een oogenblikkelijke, maar op den duur schadelijke uitwerking hebben, is geen spra keWe houden er natuurlijk nog andere behandelingen op na. melkmaskers en diverse andere maskers. Het blijft natuurlijk óók niet bij het gezicht; hals armen en handen kan men eveneens laten behandelen, we zijn een beauty culture, en zooals ik zei, alles wat dik wijls blootgesteld is, heeft van tijd tot tijd een opfrisscher noodig Plausibel en logisch is het inderdaad; mo gelijk dat na het lezen van dit verslagje in sommige Hollandsche hersens een dwaling opgeruimd is en dat er vrouwen zijn gaan inzien, dat schoonheidsinstituten dingen zijn, waar ook zij belang bij kunnen hebben! Op een andere wijze bovendien ook nog: het vak van schoonheidsspecialiste is in Ne derland een nieuw beroep voor vrouwen. Het is alleen jammer, dat zelfs nu al gevaar voor een teveel begint te bestaan; de niet al te lange duur van den cursus (drie maanden) en het feit, dat de inrichting, die men zich aan moet schaffen bij vestiging, niet duur hoeft te zijn. dragen daar natuurlijk toe bij. En ver moedelijk zal het toch nog wel even duren, voor dit bedrijf in Holland een groote vlucht neemt; Hollanders blijven nu eenmaal Hol landers en zullen waarschijnlijk eeuwig hun kopschuwheid voor nieuwigheden behouden! WILLY VAN DER TAK. fijn, vermeng de puree met wat peper, zout, nootmuscaat. de helft van de boter en zoo veel meik, dat er een slappe puree ontstaat; klop de puree mooi luchtig. Wasch de saucijs jes in lauw water en droog ze af. Leg onderin een vuurvaste schotel de helft van de aard appelpuree, daarop de zuurkool, dan de rest van de aardappelpuree en tenslotte de sau cijsjes. Strooi er wat paneermeel over, leg hier en daar een klontje boter en zet het schoteltje nog 3 4 uur in de oven om te stoven en een bruin korstje te krijgen. Sinaasappelrijst (4 personen)2 ons rijst (2 kopjes), 2 sinaasappelen, 1/2 citroen, 11/2 ons suiker. Wasch de rijst en kook ze met 6 kopjes water gaar, maar zorg dat ze niet geheel droog kookt- Laat desverkiezende een stukje sinaasappelschil meekoken en verwijder dit, als de rijst gaar is. Roer het gezeefde sinaas appel- en citroensap en cie suiker erdoor en giet de sinaasappelrijst in een vlaschaaL Garneer de vla na bekoeling met partjes mandarijn en schijfjes banaan, of presenteer er zachte bïskwies bij. C. J. VOOR HET EERSTE BAL. Wie herinnert zich niet meer, met een tikje weemoed om al dat „voorbije", de opwinding reeds weken van te voren, bij het vooruitzicht van het eerste balEn nu zijn onze doch ters zoover en het is haar beurt om haar entree in de wereld te maken. En dan komen we plots tot de ontdekking, dat onze meiskes, hoe modern ze zich ook voelen en voordoen, in wezen niets verschil len van ons zelf op dien leeftijd. We merken, dat zij, net zooals we zelf deden, de dagen en nachten, voor de groote gebeurtenis, tellen. De jonge meisjes van tegenwoordig willen graag volwassen zijn. Volwassen in houding en kleeding. Misschien zijn ze nog te jong om te beseffen, hoeveel charme er van hun kin derlijke, nog niet volgroeide figuurtjes uit gaat. in de juiste kleeding voor hun leef tijd. Het is aan de moeders, om er voor te zorgen, dat zij op dit punt niet te veel over drijven. Zoo met de jurk voor het eerste bal. In een teer kleurtje van een soepel, niet te zwaar vallend materiaal, zal het toiletje vol doen aan de eisch, die er aan een „eerste-bal" kleedje gesteld wordt; n.l. de jeugd en lief talligheid van het draagstertje op zijn best doen uitkomen. Nevenstaande illustratie toont een eenvou dig stijljurkje van crêpe de chine. Het décol leté is eenvoudig; de eenige garneering be staat uit een reusachtige corsage op linker schouder en rechter heup. Het garnituur, bestaande uit shawl en mof van wit hermelijn met zwarte staartjes, dat Grootmoeder in haar jeugd gedragen heeft, zal door de kleindochter begroet wor den als hoogst modern. Onze tweede teekening laat eenige aardige' jurkjes voor de iets oudere meisjes zien. Links: toiletje van gebloemde zijde; de schouderbandjes en de ceintuur zijn van zwart fluweel. Midden: model van zwart of donkerblauw fluweel. De smalle ceintuur sluit met een simili-gesp; de vleugel-mouwtjes zijn aange knipt. Rechts: kanten japonnetjes met pofmouw tjes, die van boven afgewerkt zijn met een ruche; een tweede ruche doei dienst als draagband j es. De rok heeft- volants, die naar onderen breeder worden. Bijzonder mooi is, hieronder een satijnen onderjurk te dragen, die zeer nauw aangesloten is en waarvan de rok iets klokkend uitloopt. JEANNE DE FL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 12