w
ABR. MEIJER
Schoonheidsinstituten in Holland.
DONDERDAG 18 JANUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
8
De kindervraag:
waarom - is schijn
baar vrij eenvou
dig. „Waarom rijdt
die trein daar?
Waarom heeft die
man een jas aan?"
Maar probeer er
eens antwoord op
te geven. Dan blijkt
het nog zoo een
voudig niet.
Die man heeft
een jas aan omdat
hij het koud heeft.
Waarom neeft
die man het koud?
Omdat het win
ter is.
Waarom is het
winter?
Enzoovoorts, enzoovoorts. Je moet elk ter-
rem der wetenschap en vooral dat der filo
sofie beheerschen om op alle kindervragen
antwoord te kunnen geven. En dan bereikte
je nog geen resultaat. Want natuurlijk zou
het kind van al je deskundige uitéénzettingen
niets begrijpen.
Het moet dus anders. Maar hoe?
Op een bepaalden leeftijd, zoo omstreeks
het vierde jaar meestal, krijgt het kind de
periode van het waarom vragen. Het is dan
gewoon een manie. Bij alles vraagt het waar
om. het lijkt soms automatisch te gaan en
ik heb wel eens opgelet, dat ze in een goede
stemming er niet eens veel notitie van nemen
of er antwoord komt op hun vraag. Anders is
het als de stemming slecht is, dan moeten
en zullen ze antwoord hebben. Bijvoorbeeld:
„Ik wil muisjes op mijn brood".
„De muisjes zijn op".
„Waarom zijn de muisjes op?"
En die vraag wordt dan in het eindelooze
herhaald.
Niets anders mag er op de boterham, alleen
muisjes, die er niet ziin. Waarom zijn ze er
niet?
Dan is het duidelijk dwingen. Misschien
even met den tragischer! ondergrond: waar
om is dat wat ik graag wil hebben er nu juist
niet?
Iets schuilt er natuurlijk altijd wel achter
dit waarom-gevraag. Tot nu toe heeft het
kind onbewust geleefd. Alles maar geaccep
teerd. Nu wordt er iets van verwondering bij
hem wakker. Natuurlijk moet men niet
denken, dat hij dan op zijn vierde jaar diep
zinnig over het leven zit te peinzen. Het is
eerder zoo'n vage verwondering over de
wereld rondom hem. hij zou daar wel eens
iets over willen weten. Op die manier krijgt
hij ook heele verhalen los, verhalen over be
langrijke dingen zooals auto's en treinen,
postbodes en vuilnismannen. Waarom, waar
om? Verveelt het kind zich en wil het ab
soluut dat men zich met hem bemoeit, dan
komt er zoowat geen einde aan zijn waarom
gevraag. Is het echter mét iets bezig dan is
hij niet zoo halsstarrig, dan neemt hij 't niet
zoo nauw als je maar een vaag antwoord
geeft.
Jimmy is ook in de waarom-periode.
„Waarom loopt die man daar?"
„Dat weet ik niet, Jimmy, dat moet je aan
dien man zelf vragen".
Jimmy kijkt ernstig. Hij vindt dat blijk
baar een manier om meer antwoorden op
zijn vragen te krijgen. Vraag het aan de be
trokken personen zelf.
En even later staat hij voor het raam en
vraagt vleiend: „Bladen, waarom vallen jul
lie naar beneden?"
Of hij zelf gelooft, dat de bladen antwoord
zullen geven? Och nee, zooveel levenservaring
heeft hij al wel. Maar toch vraagt hij hij
vraagt omdat er zooveel is dat hij wel eens
zou willen weten, omdat hij eenvoudigweg
vragen moet. BEP OTTEN.
IETS NIEUWS AANDURVEN.
„Dit is geen tijd om iets nieuws te begin
nen". hoe vaak wordt dat beweerd den
laatsten tijd. wanneer ergens een nieuwe on
derneming ter sprake komt.
Het is waar. schijnbaar leent deze
tijd van onzekerheid eenerzijds en van
armoede anderzijds zich allerminst voor
nieuwe ondernemingen, zoowel op zakelijk
gebied als anderszins, en het gevaar dat zoo'n
plan mislukt is in de meeste gevallen wel
grooter dan zes of zeven jaar geleden.
Als iedereen er echter zoo over dacht, zou
het er raar beginnen uit te zien; wanneer de
stelling algemeen gehuldigd werd van: „zie
het te houden, zooals je het nu hebt. en
onderneem niets nieuws, want het gaat
toch niet goed" wat zouden we dan een
verslapte menschen worden. Wat zou
onze kijk op het leven eentonig en saai wor
den. en wat zou de energie langzaam maar
zeker wegkwijnen!
Nu zijn er natuurlijk altijd onverbeterlijke
mooi-kïjkers. die steeds vol nieuwe plannen
rondloopen. daarvan altijd alleen niaar de
beste kanten zien. en die zonder eenige voor
bereiding, alleen geleid door hun fel-op-
laaiend enthousiasme, nieuwe ondernemin
gen od touw zetten.
Een plan maken is echter een ding. het
uitvoeren is een tweede, en daarbij ont
breekt bij die enthousiastelingen meestal nog
wel wat. Een nieuw plan bedenken is een
heele kunst, het nader uitwerken vereischt
al meer energie, maar de uitwerking, daarop
komt het aan, op de energie en de trouw om
den eersten tijd. die zeker moeilijk is. te
doorworstelen, en om met taaie volharding
de moeilijkheden te overwinnen die zeker in
grooten getale in den weg zullen staan.
Pas dan blijkt, of het plan waarde heeft
gehad, en ook of de ontwerper, ervan waarde
Wij vrouwen kunnen oneindig veel toe of
af doen aan het welslagen van nieuwe plan
nen. Allereerst natuurlijk de getrouwde, die
haar man op een of andere manier terzijde
kunnen staan, bijvoorbeeld door een deel
van zijn werk te verlichten of soms ook al
leen maar door te probeeren hem met onze
specifiek vrouwelijke eigenschappen moreel
steun te geven, een steun, die niet aan den
weg timmert, maar die van de allergrootste
waarde is, omdat het opoffering beteekent.
Elke ongetrouwde vrouw die een betrekking
aanneemt in een nieuwe onderneming, kan
echter ook veel tot het welslagen bijdragen,
wanneer zij haar volle werkkracht geeft, en
als het noodig is ook meer dan dat.
Natuurlijk blijft de kans van mislukking
bestaan, maar wanneer i ets nieuws met
alle kracht beproefd is, en het loopt dan
nog verkeerd uit. dan mag degene, wien het
mislukt is, er aan den eenen kant door ach
terop geraakt zijn. anderzijds brengt het
toch indirect voordeel aan, omdat de er
varing erdoor is vermeerderd.
In het gezin gaat het met iets nieuws niet
anders: de kinderlooze vrouw die een baby
aanneemt om te verzorgen, weet dat zij
een groote verantwoording op haar eigen
schouders en die van haar man legt, maar
dat mag toch geen reden zijn. om het niet
te wagen, wanneer zij er principieel toe be
sloten is.
De al-te-voorzichtigen zeggen dan: wan
neer je je teveel hecht aan zoo'n kind. en
het gaat niet goed. dan is de teleurstelling
des te grooter. en daarom moet je er maar
nooit aan beginnen.
Gelukkig dan maar dat er nog optimisten
zijn. die zoo'n redeneering wel zeer logisch,
maar overigens niet ondernemend vinden,
want waar zouden anders de frissche gebeur
tenissen vandaan moeten komen?
Het gebeurt toch ook meermalen, dat bij
een egaal-voortgaand leven een nieuwigheid
komt aankloppen, die zeker en vast de ge-
noegelijke loop der dingen komt verstoren,
zoodat. met zorg de nieuwe toekomst wordt
aanvaard. En dan blijkt het nieuwe leven
oneindig veel meer fleur te hebben dan het
oude. het brengt ongekende vreugden met
zich mee. misschien ook wel ongekende zor
gen. maar die wegen immers ruimschoots
tegen elkaar op.
Het zou natuurlijk dom zijn, om iedere
nieuwigheid, die zich voordoet, maar te aan
vaarden. zonder eerst de consequenties onder
de oogen te zien. Kan men het. echter met
zichzelf en zij die erbij betrokken zijn, in
overeenstemming brengen, dan is het toch
zeker zeker de moeite van de ervaring al
leen al waard. E. E. J.P.
OM ZELF
TE MAKEN.
Hoedje en huisschoentjes voor Baby.
We kunnen gemakkelijk zelf voor een
klein meisje het afgebeelde hoedje en de
huisschoentjes maken. Voor het hoedje heb
ben we een oud vormpje noodig, een rol smal
entre-deux, lint en een stukje valencienne-
kant.
Nu beginnen we het entre-deux aan beide
kanten in te rimpelen. Hebben we dit een
flink stuk gedaan, dan beginnen we het
van boven op te naaien. Zoo gaan we door
tot het heele bolletje „bewerkt" is. Twee
strookjes valencienne kant vormen den rand
van het hoedje; een satijnen lint dient voor
garneering en afwerking. Het verdient wel
aanbeveling een voering in het hoedje te
zetten.
Voor de huisschoentjes neemt men een
stevige stof; de zooltjes, maakt men van dik
vilt.
Met een festonsteek bevestigt men de
zolen aan de bovenstukken. De naad van
het bovenstuk valt aan den hiel.
Een kleurig lint sluit het schoentje.
OVERSCHOTJES.
Die kleine, waar-
delooze driehoekjes
en grillig gevormd
„.afval", overgebleven
na het maken van
een jurk, doen we
niet weg. Hiervan
worden met weinig
moeite en nog min
der kosten, vlotte
shawltjes gefabriekt;
bij één effen, don
kere „gewone" jurk
drie van zulke das
sen die. nonchalant
omgestrikt nu eens
iets anders zijn dan de eeuwige kraagjes die
iederéén heeft.
Van de overschotjes worden ruiten, vierkan
ten en bloemetjes met of zonder bladeren en
stengel geknipt. De
1 1
<jr ©S
afbeeldingen geven
verschillende manie
ren, hoe die ver
der te verwerken
(I.)
..Grootere lapjes
worden naast elkaar
gelegd (zie afb. 11)1
en gehecht met een
kruissteek op een lap
dunne wollen stof,
worden driehoeken
van ruitjesstof ge-
appliqueerd. Er zijn
tallooze manieren
te bedenken om ver
schillende stukjes op en aan elkaar te zetten
zoo geeft afb. III een aardige das de
hechtsels zijn bedekt door een bloemetje; na
tuurlijk is afstekend, kleur. De shawl no.
IV is doodeenvoudig de weg wijst zich van
zelf de kanten
worden geajourd
langs afgeknipjt
omgehaakt.
Allemaal prettige
.werkjes voor lange
regendagen kleu
rig eenvoudig en
vlug klaar!
LAURA KUIPER.
of
GROOTE HOUTSTRAAT 16
ij maken er U attent op,
dat het de laatste week
van onze opruiming is.
Profiteert dus nu nog van
de extra koopjes.
Speciaal brengen wij on
der uw aandacht:
GERUITE STOFFEN KIN
DERJURKEN voor fl. 3.28
met 10 ct. stijging per m.
in de maten 60 tot 100 en
ZUIVER WOLLEN GEBREI
DE KINDERJURKEN in de
maten 40 tot 60 voor ex-
ceptioneele prijzen.
(Adv. lngez. Med.)
KEUKENGEHEIMEN.
Aardappelsoep met witte boonen (4 personen)
1 2 kilo aardappelen, 1 ons witte boonen (is 1
deciliter), 11/2 liter water, 2 preien. 1/2 ons
versch vet spek ,zout. 1 bosje peterselie.
Wasch de boonen en laat ze een nacht in
1/2 liter water weeken. Zet ze op met het
weekwater en de schoongemaakte' en fijnge
sneden preien, laat ze 1 uur zachtjes koken;
voeg de geschilde aardappelen. 1 liter water
en zout toe, laat alles nog een half uur koken
en giet ze door een zeef. Vang het vocht op
in een kom, wrijf de boonen en aardappelen
door de zeef in de pan, verdun deze puree
langzamerhand met het gezeefde kooknat,
voeg de in dobbelsteentjes gesneden spek toe
en laat de soep nog een kwartier koken. Voeg
op het laatst de zeer fijngehakte peterselie
toe.
Zuurkoolschotel met saucijsjes (4 personen)
2 pond zuurkool, 3/4 kilo aardappelen, 1/2
pond. saucijsjes, 1/2 ons boter, melk, paneer
meel. peper, zout, nootmuskaat.
Wasch de zuurkool, kook ze in weinig kokend
water met wat zout gedurende 1 uur. Kook
de aardappelen overgaar, giet het water af,
stamp de aardappelen met een houten lepel
Er zijn in de laatste jaren, en in het laat
ste jaar vooral in Holland in Amsterdam,
Rotterdam en den Haag, en in de kleinere
steden ook verscheidene inrichtingen ge
opend, die luisteren naar den in Hollandsche
ooren veelal zondig klinkende naam van in-
stitut de beauté of wel schoonheidsinstituut
het toeval voerde mij dezen zomer op
den weg van één van de eigenaressen van
zoo'n pas geopend oord, en dezer dagen, ter
wijl ik mij wat vertwijfeld afvroeg, of het dan
werkelijk waar zou zijn dat er geen nieuws
meer onder de zon is en de inspiratie miste
om zelf* nieuws te maken, schoot de gedach
te aan haar en aan de inrichting, die zij kers-
versch, in het begin van September en in het
hartje van Amsterdam geopend had, door
mijn gedachten. Ik schreef en verzocht om
een „interview"; de opgewekte toestemming
vergezeld van de belofte van een „proefbe-
handeling" arriveerde per keerende post en
op den afgesproken dag reisde ik naar Am
sterdam, alwaar de gediplomeerde schoon
heidsspecialiste mij in vol ornaat bestaan
de uit een allersmakelijkste rose overall en
vol trots op haar spiksplinternieuwe inrich
ting ontving.
„Denk eraan, dat je niet als een opgeschil
derde pop hoeft terug te komen!" „Wij laten
je er niet meer in!" „Ik zou maar liever op
passen. want ik geloof, dat ze meer aan je
huid bederven, dan er aan goed maken!'' wa
ren de goed bedoelde raadgevingen en waar
schuwingen geweest, die de familieleden mij
hadden meegegeven; zij vertegenwoordigen
blijkbaar zoozeer de algemeene opvattingen
van het Hollandsche publiek lang niet ai-
leen de mannen, o nee! er zijn duizendtailen
van vrouwen, die er precies zoo over denken'
dat mijn schoonheidsspecialiste, nadat zij
mij in een makkelijken st' 1 gezet had en
wat wegwijs was geworden in de ideeën, die
de interviewster zelve er over het onder
werp op na hield, zich strijdlustig op de leu
ning van haar stoel heesch, en van die wat
imponeerende hoogte af uit zich zelf zei:
„Ik zou zoo verschrikkelijk graag willen,
dat de Hollanders eens bevrijd werden van de
dwaze gedachten, die zij er over schoon
heidsinstituten en beauty culture op na hou
den. Beauty culture heeft niets onder
streep dat toch alsjeblieft! niets te maken
met make-up, maquillage, „beschildering van
het aangelaat" of hoe je het noemen wilt;
wel houden natuurlijk de Grace Beauty Cul
ture, waarvan ik het diploma heb, en de Do
rothy Gray methode, en de Elizabeth Arden
behandeling, die alle drie Engelsch en Ame-
rikaansch zijn. benevens de methode van Eli
sabeth Bock. die een Duitsche is, er alle mo
gelijke ingrediënten voor make-ups op na, en
kan men er zich, als men wil, laten opmaken
alle vier de methodes houden er bijvoor
beeld een speciale, vrij goedkoope evening
make-up op na maar de werkelijke gelaats
verzorging is geen methode om euvels te be
dekken. maar om ze te verbeteren of liever
nog om ze te voorkomen. Ach kom nu? zegt
men hier in Holland de natuur verbeteren?
de natuur op haar vingers tikken en zeggen:
hé daar, dat heb je niet heelemaal goed ge
daan, dat zal ik, schoonheidsspecialiste, je
wel eens verbeteren? Maar men vergeet, dat
we tegenwoordig ook niet meer leven, zoo
als het de bedoeling van de natuur was, dat
we op elkaar gepakt zitten in stoffige steden,
waar ons gezicht dagelij les bloot gesteld is
aan alle mogelijke dampen en gassen denk
aan de auto's! Waarom is anders bij bijna
alle menschen het altijd aan alles bloot ge
stelde gedeelte van de huid sléchter dan op
de gewoonlijk bedekte liehaarnsdeelen? En
welk gedeelte is altijd onder alle omstandig-
digheden, onbedekt en heeft dus het aller
meest te lijden? Het gezicht! Beauty culture
en gelaatsverzorging zijn geen kwakzalve-
rijtjes, maar dingen, die noodig zijn bij een
levenswijze als van de tegenwoordige mensch,
die een heel eind is afgeweken van de na
tuurlijke. Zij willen de natuur niet verbeteren
maar haar weer in werking stellen, waar ze
door de omstandigheden uit haar functies
ontzet is en haar werk niet volkomen meer
kan doenKlinkt dat niet plausibel en lo
gisch? Zeg zelf?
„Het klinkt", zeg ik, „heel plausibel en lo
gisch. Er is. om het drastischer uit te druk
ken, geen speld tusschen te krijgen". En ik
kijk benieuwd en benijdend naar haar eigen
volkomen onopgemaakt, lezeressen
volmaakt teint, en vraag mij af. hoe....
Opspringend van den stoelleuning, van
waar ze haar introductierede heeft gehouden,
zegt ze uitnoodigend tegen mij:
„Ga mee naar mijn heiligdom. Het is geen
folterkamer, noch de werkkamer van een
toovenaarster. En er gebeurt daar niets bo
vennatuurlijks
Ein< e Tiir geht auf het heiligdom ont
sluit zich. Een breeae bank, een roltafeltje
rnet wat potjes en pannetjes geen onheil
spellend groot aantal een klein toillettafel-
tje, een waschbak. Had men meer verwacht?
Het is noch een folterkamer, noch de werk
kamer van een toovenaarster veel meer
middelen dan enkele zeer eenvoudige crèmes
en watertjes zijn er niet noodig een paar
gummi ..patters" nog, die iederen keer weer
nieuw overtrokken worden, een paar zachte
borsteltjes en misschien wel lest best, de
handen van de specialiste zelf.
Voordat ik mij lui uitstrek op de bank en
zalig mijn oogen sluitend, de gansche verruk
king van zachte masseerende streelingen en
klopperijtjes over mij heen laat gaan, geeft
ze mij een kleine les in crème en gezichts-
watertjes-kunde: ik leer, dat kamfer, dat in
veel watertjes voorkomt, en een tijdelijk op
wekkende werking heeft, op den duur heel
schadelijk is voor de huid en dat het even
zoo is met alcohol; ik verneem ook dat net
loodwit is dat in vele dagcrèmes voorkomt,
die het gezicht mat maken en dat ook dat
na verloop van tijd een funeste uitwerking
heeft: ik maak kennis met vloeibare poeder
en vloeibare rouge en laat mij demonstreeren,
dat men poeder niet in moet wrijven, maar
op het gezicht kloppen, en vervolgens het
teveel verwijderen.
De behandeling, die een kunstwerk is, en
aan een beschrijving waarvan ik mij niet zal
wagen, omdat ik anders misschien te lyrisch
zou worden en bovendien toch waarschijnlijk
nog te kort schieten, volgt; boven mijn
zich langzaam maar zeker ontspannend ge
zicht zet de stem van de bewerkster van al
de kostelijke dingen, die er met mijn gezicht
gebeuren, haar verklarend betoog voort:
„Eén maal schoonmaken met cleansing
cream om het vuil uit de poriën te halen
er zit altijd vuil, dat er niet hoort, in de
poriën van de huid; nog een tweede keer
schoonmaken. Massage van de verslapte
wangspieren, massage van de kin, massage
van de onderkin, of neiging tot onderkin. Bij
werken van de wenkbrauwen o nee
geen plukken tot een streepje, het karakter
blijft behouden, maar er zijn altijd wel een
paar vooral in de richting van het oog ver
dwaalde haartjes, die des guten zuviel zijn.
Kloppen van de rimpels het wegkloppen
van rimpels is het allernieuwste vooral ook
van den mondrimpel. De voorhoofdrimpels
worden niet geklopt, want dat zou veel te hin
derlijk zijn; die worden, als het heele ge
zicht, met een tonic bewerkt is, met zachte
borsteltjes bewerkt. Mee-eters worden weg
gehaald; deze ontspanningsbewegingen hoo-
ren speciaal bij de Grace methode; de
menschen vallen erbij onder je handen in
slaap
Ik kan het mij indenkenen het duurt
even tot ik weer in zooverre „bij" ben, dat ik
eenige practische vragen kan stellen. Mijn
handen gaan langs mijn gezicht; vreemd glad
en stevig voelt het aan
.Hoeveel maal zou men zich op deze ma
nier moeten laten behandelen om werkelijk
blijvende resultaten te krijgen?'
„Op zijn allerhoogst éénmaal in de week;
eenmaal in de veertien dagen kan ook nog.
Men moet het wel geregeld blijven doen, want
de methode is juist gebaseerd op resultaten op
den langen duur van paardenmiddelen,
die een oogenblikkelijke, maar op den duur
schadelijke uitwerking hebben, is geen spra
keWe houden er natuurlijk nog andere
behandelingen op na. melkmaskers en diverse
andere maskers. Het blijft natuurlijk óók niet
bij het gezicht; hals armen en handen kan
men eveneens laten behandelen, we zijn een
beauty culture, en zooals ik zei, alles wat dik
wijls blootgesteld is, heeft van tijd tot tijd
een opfrisscher noodig
Plausibel en logisch is het inderdaad; mo
gelijk dat na het lezen van dit verslagje in
sommige Hollandsche hersens een dwaling
opgeruimd is en dat er vrouwen zijn gaan
inzien, dat schoonheidsinstituten dingen zijn,
waar ook zij belang bij kunnen hebben!
Op een andere wijze bovendien ook nog:
het vak van schoonheidsspecialiste is in Ne
derland een nieuw beroep voor vrouwen. Het
is alleen jammer, dat zelfs nu al gevaar voor
een teveel begint te bestaan; de niet al te
lange duur van den cursus (drie maanden) en
het feit, dat de inrichting, die men zich aan
moet schaffen bij vestiging, niet duur hoeft
te zijn. dragen daar natuurlijk toe bij. En ver
moedelijk zal het toch nog wel even duren,
voor dit bedrijf in Holland een groote vlucht
neemt; Hollanders blijven nu eenmaal Hol
landers en zullen waarschijnlijk eeuwig hun
kopschuwheid voor nieuwigheden behouden!
WILLY VAN DER TAK.
fijn, vermeng de puree met wat peper, zout,
nootmuscaat. de helft van de boter en zoo
veel meik, dat er een slappe puree ontstaat;
klop de puree mooi luchtig. Wasch de saucijs
jes in lauw water en droog ze af. Leg onderin
een vuurvaste schotel de helft van de aard
appelpuree, daarop de zuurkool, dan de rest
van de aardappelpuree en tenslotte de sau
cijsjes. Strooi er wat paneermeel over, leg
hier en daar een klontje boter en zet het
schoteltje nog 3 4 uur in de oven om te
stoven en een bruin korstje te krijgen.
Sinaasappelrijst (4 personen)2 ons rijst
(2 kopjes), 2 sinaasappelen, 1/2 citroen, 11/2
ons suiker.
Wasch de rijst en kook ze met 6 kopjes
water gaar, maar zorg dat ze niet geheel
droog kookt- Laat desverkiezende een stukje
sinaasappelschil meekoken en verwijder dit,
als de rijst gaar is. Roer het gezeefde sinaas
appel- en citroensap en cie suiker erdoor en
giet de sinaasappelrijst in een vlaschaaL
Garneer de vla na bekoeling met partjes
mandarijn en schijfjes banaan, of presenteer
er zachte bïskwies bij.
C. J.
VOOR HET EERSTE BAL.
Wie herinnert zich niet meer, met een tikje
weemoed om al dat „voorbije", de opwinding
reeds weken van te voren, bij het vooruitzicht
van het eerste balEn nu zijn onze doch
ters zoover en het is haar beurt om haar
entree in de wereld te maken.
En dan komen we plots tot de ontdekking,
dat onze meiskes, hoe modern ze zich ook
voelen en voordoen, in wezen niets verschil
len van ons zelf op dien leeftijd. We merken,
dat zij, net zooals we zelf deden, de dagen
en nachten, voor de groote gebeurtenis,
tellen.
De jonge meisjes van tegenwoordig willen
graag volwassen zijn. Volwassen in houding
en kleeding. Misschien zijn ze nog te jong om
te beseffen, hoeveel charme er van hun kin
derlijke, nog niet volgroeide figuurtjes uit
gaat. in de juiste kleeding voor hun leef
tijd. Het is aan de moeders, om er voor te
zorgen, dat zij op dit punt niet te veel over
drijven. Zoo met de jurk voor het eerste
bal.
In een teer kleurtje van een soepel, niet te
zwaar vallend materiaal, zal het toiletje vol
doen aan de eisch, die er aan een „eerste-bal"
kleedje gesteld wordt; n.l. de jeugd en lief
talligheid van het draagstertje op zijn best
doen uitkomen.
Nevenstaande illustratie toont een eenvou
dig stijljurkje van crêpe de chine. Het décol
leté is eenvoudig; de eenige garneering be
staat uit een reusachtige corsage op linker
schouder en rechter heup.
Het garnituur, bestaande uit shawl en
mof van wit hermelijn met zwarte staartjes,
dat Grootmoeder in haar jeugd gedragen
heeft, zal door de kleindochter begroet wor
den als hoogst modern.
Onze tweede teekening laat eenige aardige'
jurkjes voor de iets oudere meisjes zien.
Links: toiletje van gebloemde zijde; de
schouderbandjes en de ceintuur zijn van
zwart fluweel.
Midden: model van zwart of donkerblauw
fluweel. De smalle ceintuur sluit met een
simili-gesp; de vleugel-mouwtjes zijn aange
knipt.
Rechts: kanten japonnetjes met pofmouw
tjes, die van boven afgewerkt zijn met een
ruche; een tweede ruche doei dienst als
draagband j es.
De rok heeft- volants, die naar onderen
breeder worden. Bijzonder mooi is, hieronder
een satijnen onderjurk te dragen, die zeer
nauw aangesloten is en waarvan de rok iets
klokkend uitloopt.
JEANNE DE FL,