Radiorede minister de Graeff. Uitgravingen te Spijkenisse. Gasüoorziening te Halfweg. Een Meisje en een Man EEN 20 METER DIEPE PIJLER van de oude brug te Spijkenisse wordt door van der Tak's Bergingsmaatschappij opgeruimd. De pijler van beton is geheel uitgehakt, zoodat nog een damwand van 1 Meter dikte over is. DE NIEUWE HAVEN TE ROERMOND Is op gelijk peil gebracht met de Ms»*. De rand, die de haven van de bedding der Maas scheldt, zal door een bagger machine worden weggehaald, waarna de haven haar dienst kan beginnen. DE STRIJD MET HET DRIJFZAND TE ELSLOO (L.) duurt onverminderd voort Een overzicht van de grondverplaatsing. Op den voorgrond een gedeelte van den kunstmatigen bodem van het Juliana-kanaal, IN DE GEMEENTE HALFWEG Is Woens dagavond de gasvoorziening officieel ge opend. - De muzikanten, die het feest op luisterden, werden vanwege den storm bin nen het stadhuis ontvangen DE NIEUWE BELGISCHE MINISTER VAN HANDEL, de heer van Cauwelaert, oud burgemeester van Antwerpen, in zijn werk kamer op het nieuwe Departement Z.EXC. MINISTER DE GRAEFF heeft Woensdagavond in het gebouw van de P.T.T. een radiorede uitgesproken. Z.Ex. met zijn zoon Yoor de microfoon. DE OVERDRACHT van het rectoraat en de inauguratie van de nieuwbenoemde hoogleeraren aan de Theologische Hoogeschool te Kampen heeft Woensdag plaats gehad, bij welke gelegenheid voor het eerst door de hoogleeraren toga's gedragen werden. De inauguratierede werd uitgesproken door prof. dr. K. Schilder. FEUILLETON .Naar het Engelsch van CURTIS ÏORKE. (Nadruk Verboden). 29) „Natuurlijk", antwoordde ze moedig, waarop ze. in hetzelfde oogenblik tot aan haar elle bogen in een bedrieglijken sneeuwhoop weg zonk. Nadat hij haar er met eenige moeite had uitgetrokken en haar zonder veel plichtbewe gingen als een baby had opgetild, sprak War wick grimmig: „ik heb het je wel gezegd!" „Ik ben geen licht gewicht, dat zult u wel ondervinden", zei ze, hem voor 't gemak bij de kraag van zijn jas houdend. Hij gaf geen antwoord, en zette koers naar den weg, wat geen gemakkelijke taak was. De weg was te herkennen aan een eigenaardig groepje van vijf krom gebogen boomen „de vijf gezusters" genaamd. Hier kon men ge makkelijker loopen en Warwick zette nu zijn vrachtje voorzichtig neer, zeggend: „mis schien dat je beter deed, mijn hand te nemen, 't is vreeselijk zwaar loopen door de sneeuw", maar Christian lachte 'n beetje onzeker. Op dat moment zagen ze Mike heel in de verte aankmen op Sultan, Betsy aan den teu gel voerend. „Blij u terug te zien, baas!" riep hij, toen hij hen zoo dicht genaderd was, dat hij zich verstaanbaar kon maken. „We werden vreese lijk bang, toen Sultan alleen terugkwam. De dooi is hevig ingevallen". ,.'t Beste is, dat je met mij teruggaat om te zien of we de slee weer op den weg kunnen krijgen, vóór de rivier gaat wassen", zei War wick, en toen zich tot Christian wendend: „Jij doet beter, direct naar huls te rijden, en ik zou je aanraden iets warms te drinken en naar bed te gaan." „Ik wou liever wachten om te kijken naar 't overeind zetten van de slee, verweerde ze zich, „misschien kan Betsy helpen trekken". Maar als antwoord lichtte hij haar in 't za del, en de teugels nemend, duwde hij haar die in de hand. „Ik ben niet in een stemming om tegenge sproken te worden", voegde hij haar toe, ter wijl zijn hand de hare voor een oogenblik om sloot: „wees dus een lief meisje en doe wat je gezegd wordt". En voor de tweede of derde maal gedurende de laatste paar uur gedroeg Christian zich als een gehoorzaam kind. Gaddy ontmoette haar, vreeselijk opgewon den en met een sneeuwschop gewapend bij den kruisweg en Milly kwam 't besneeuwde pad van Carolay afglibberen, haar beknorrend en huilend, dat al die buitenissege kunsten nog eens haar dood zouden zijn". „Wat moest ik er van denken, Chrissie, toen 't nacht werd en je nog niet thuis kwam?" Gaddy had geen geduld om te blijven wach ten en riep over zijn schouder, dat hij van plan was meneer Warwick op te zoeken en dan met hem in de slee terug te komen. XXIII. Binnen een week na het slede-ongeval was de sneeuw van de prairie en van de lager lig gende landen in de Kootenay-vallei verdwe nen en de uitloopers van 't langzaam zich ont- krullende varenkruid dekten den grond met een teer groen kleed. Blauwe anemonen hieven hun fijne kopjes omhoog en hun bloemen mengden zich onder de vroegste Canadeesche lelies, waarvan sommige wit, rose en enkele purper zijn. Tegen 't eind van de maand kwamen War wick's bezoekers aan. Mornington was nog loomer dan ooit en alle inspanning was vol gens hem uit den booze. Zijn zuster en Van- brugh, die voor drie of vier dagen verlof had, waren blijkbaar nog in 't beginstadium van minnerij. De Kirwins waren oude en zeer gewaardeer de vrienden en de jonge eigenares van de Ca- rolay-mijn. Kir win was een van de populair ste officieren van de Bereden Politie, en wat- dienst en discipline betreft, een flinke kerel. Zijn vrouw was een mooie blondine. Het weer was prachtig en ongewoon warm voor den tijd van 't jaar: 't was in alle opzichten eigenlijk zomer. Kirwin was verlangend een niet in exploi tatie zijnde kopermijn te bezichtigen, op on geveer vijftien mijl ten Westen van Barnethan. Naar men zei was de mijn eens het „hol" van een smokkelaarsbende, bekend onder den naam van „The Lannigans" geweest. „Laten we allemaal gaan en er een picnic van maken", stelde mevrouw Kirwin voor, „en laten we Chrissie en Gaddy ook meevragen!" „Wat een prachtidee", riep Edna, als een kind in de handen klappend. „Laat eens zien met hoevelen we dan zijn. Zeven, is 't niet? Neen, acht, met Gaddy. Meneer Vanbrugh, u en ik zullen om 't hardst rijden". „Laten we afspreken voor morgen", zei Warwick. „Ik kan vandaag niet. We zullen dan met ons zevenen zijn; Gaddy kan met Mike in het wagentje gaan, met de provisie en de man tels. 't Zal op den terugweg wel wat koud zijn". De plaats, waar bovenbedoeld gesprek plaats vond, had dien morgen een feestelijk aanzien, verlevendigd door de kampeertenten van War wick's gasten. Ze hadden juist hun ontbijt, dat opgediend was op een paar ruwe planken, die op schra gen gelegd en met schoon zakkengoed bedekt waren, beëindigd, en Warwick maakte zich gereed zijn tweede ronde in de galerijen te beginnen. „Dus we spreken af voor morgen?", hernam Warwick; ,,'t weer belooft goed te worden". „Ja, uitstekend", beaamde mevrouw Kirwin, „we zullen allemaal naar Carolay wandelen en met Chrissie afspreken". Christian weifelde en zei dat ze verschillen de belangrijke aangelegenheden te regelen had, maar eigenlijk was ze gepiqueerdf dat Warwick haar niet zelf had gevraagd. Op dit oogenblik verscheen de persoon In kwestie, die den rotsachtigen korten weg van Barnethan genomen had, op den voet gevolgd door Perry. „Christian kan morgen niet", riep Edna, toen hij naderde. „Is dat nu niet vervelend?" „Kan ze niet?" zei Warwick kalm. „Dan zullen we een anderen dag afspreken." „O nee, doe dat alstublieft niet", antwoordde ze fel kleurend, „ik ik kan misschien heele- maal niet weg". „A propos, zou ik even de kaart mogen zien, waar je laatst over sprak?" vroeg hij. „Zeker", klonk het koel. „Ik weet niet pre cies waar hij is. maar ik zal wel eens zien". Ze waren allemaal in, wat Christian „haar veranda" noemde, verzameld en terwijl 't meisje sprak, draaide ze zich om en liep 't zit kamertje binnen. Warwick volgde haar en ging midden voor de boekenkast staan, waar de kaart in kwes tie, voor iedereen zichtbaar, opgerold lag. „De kaart kan me niet schelen", deelde hij haar mede; „ik wil je even spreken, zonder dat de anderen erbij zijn. Waarom weiger je morgen met ons mee te gaan? Neem me niet kwalijk, maar geen tijd hebben of niet weg kunnen is allemaal onzin. Je kunt 't gemak kelijk zoo schikken, dat je mee kunt gaan, als je wilt". ,En als ik nu niet wil?" vroeg ze onzeker. Ik wist heel goed dat ze zich gek en kinderachtig aanstelde, maar die wetenschap alleen al, maakte haar weerspannig en onredelijk. „Ik denk niet, dat dat uw reden is", viel hij uit. „Ik denk. dat je 't heel kwalijk neemt, dat ik je zelf niet vroeg een van mijn gasten te zijn, maar ik ben de andere zoo vlug ik kon gevolgd, omdat ik wel vermoedde, dat ïk in ongenade zou zijn. Dus, wil je komen? Als jij niet gaat, ga ik ook niet". „Onzin", zei ze, haar voorhoofd fronsend, zoo iets ongerijmds zoudt u niet doen. „Zou ik niet? Je kent me nog niet", ant woordde hij. Ze zweeg even en vervolgde toen: „Als ik ga, zal 't alleen zijn, omdat lk uw uitstapje niet bederven wil en omdat ik toch geloof, dat u zoudt weigeren van de partij te zijn en alles in de war zoudt sturen. „Als je maar meegaat, dan kan 't me niet schelen wat je reden is", sprak hij kalm. „We moesten nu weer naar de anderen gaan", opperde ze. „Waarom zoon haast?" was zijn antwoord. „Ze zullen 't vreemd vinden als ik hen zoo lang alleen laaf', zei ze naar 't raam loo pend. „Integendeel, ik vermoed, dat ze heelemaal niet aan ons denken. Vanbrugh en juffrouw Mornington wandelen samen naar den kruis weg, Kirwin is bezig Mornington de werking van den zaagmolen uit te leggen en mevrouw Kirwin is 't middelpunt van Gaddy en alle honden. Als de veranda vrij is, zouden we daar kunnen gaan zitten", waarop ze zich op de kleine wankele bank buiten voor het venster zetten. „We hebben elkaar sinds ons slede-avontuur weinig gesproken", ging hij voort. „Ben ik weer in ongenade gevallen?" Niettegenstaande hij kalm en langzaam sprak, klopten zijn polsen onrustig. Had hij Christian vóór het sledeavontuur al lief ge had, zijn liefde voor haar, was sedert dien sterk toegenomen maar hij hield zich hals starrig bij zijn besluit om haar ondanks de heftigheid van zijn gevoelens niet van liefde te spreken, vóór zij hem 't overtuigend be wijs van haar wederliefde had gegeven. Aan den anderen kant had zij zich vast voorgenomen liever te sterven, dan hem te toonen, dat ze meer dan gewone vriendschap voor hem voelde. „Heb je den laatsten. tijd nog van je trou wen briefschrijver gehoord?" vroeg hij plot seling. „Ja", antwoordde ze. „Hij is een van mijn weinige schakels met mijn Londenschen tijd". „Vei-1 ang je er naar?" „Waar naar?" „Naar het Londensche leven!" „Soms wel". tWordt vervolgd)'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9