NATIONALE
De Duitsche Rijksdag aanvaardt
de wet op de Rijkseenheid.
Receptie bij den Franschen president.
WOENSDAG 31 JANUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
3
BUITENLAND.
Zelfstandigheid der landen opgeheven.
Groote rede van Hitler over de binnen- en buitenlandsche politiek.
Verzoenende taal tot Frankrijk.
Adolf Hitler.
In de zitting van den Rijksdag van Dins
dag is met algemeene stemmen aangenomen
het door dr. Prick en anderen ingediende
wetsvoorstel inzake de reorganisatie van het
Rijk.
Het wetsontwerp heeft den volgenden in
houd:
De volksstemming en de Rijksdag verkiezing
van 12 November 1933 hebben bewezen, dat
het Duitsche volk, boven alle binnenlandsch
politieke grenzen en tegenstellingen uit is
versmolten tot een onscheidbare, innerlijke
eenheid.
De Rijksdag heeft derhalve met algemeene
stemmen de volgende wet goedgekeurd, welke
met de ondubbelzinnige toestemming van-
den Rijksdag hiermede van kracht wordt ver
klaard, nadat is vastgesteld, dat de vereisch-
te grondwetwijzigende formaliteiten zijn ver
vuld:
Artikel L
De volksvertegenwoordigingen der landen
worden opgeheven.
Artikel II.
1) De souvereine rechten der landen gaan
over op het Rijk.
2) De regeeringen der landen zijn onderge
schikt aan de Rijksregeering.
Artikel III.
De Rijksstadhouders staan onder toezicht
van den Rijksminister van BLnnenlandsche
Zaken.
Artikel IV.
De Rijksregeering kan nieuwe constitutio-
neele bepalingen afkondigen.
Artikel V.
De Rijksminister van Binnenlandsche Za
ken vaardigt de vereischte rechtsverordenin-
'gen en bestuursvoorschriften uit voor de ten
uitvoerlegging van de wet.
Artikel VI.
Deze wet treedt in werking op den dag dat
zij wordt afgekondigd.
Hitier spreekt.
De Rijkskanselier heeft, zooals aangekondigd
is. een groote rede gehouden over de binnen-
en buitenlandsche politiek, gehouden ter ge
legenheid van.zijn éénjarig bewind.
Sprekende over de buitenlandsche poli
tiek van het nationaal-socialisfcische regime,
zeide Hitier o.a.:
Toen ik op 30 Januari 1933 met de leiding-
der nieuwe regeering werd belast,
koesterde ik, en met mij het geheele
Duitsche volk, het vurige verlangen,
voor ons land eer en rechtsgelijkheid te
verwerven. Als oprechte aanhangers van een
verzoeningspolitiek meenden wij daardoor t
beste te kunnen bijdragen tot een waar-
aehtigen vrede onder de volken. Deze ge
dachten hebben al onze handelingen be
stuurd.
De Duitsche regeering gaat uit van de
onderstelling, dat het voor onze betrekkin
gen met andere landen er niet toe doet, hoe
de grondwet en de regeeringsvorm van een
ander volk zijn. Zoo is het te begrijpen,
dat .ondanks de groote verschillen in de
wereldbeschouwingen van Rusland en
Duitschland. er toch vriendschappelijke be
trekkingen tusschen beide landen blijven be
staan.
De verhouding tot Polen
Ook tusschen Polen en Duitschland be
staan verschillen, zoo ging Hitier voort. Be
staande verschillen beletten niet, dat in het
leven der volkeren een vorm van wederzijdsch
verkeer wordt geschapen, die den vrede
en daardoor de welvaart dient.
De Duitsche regeering is bereid, in den zin
van het gesloten verdrag, de economisch-
politieke betrekkingen met Polen zoo te ver
beteren, dat op den toestand van onvrucht
bare terughouding een tijd van nuttige
samenwerking kan volgen. (Stormachtig
applaus).
Beweging staat niet
bij de grenzen stil.
De bewering, dat het Duitsche volk den
f Oosten rij ksch en staat met geweld wil over
meesteren kan door niets bewezen worden,
ging Hitier verder. Het spreekt echter van-
11 zelf, dat een beweging, die de geheele Duit
sche natie beweegt, niet bij de grenspalen
jvan een land blijft stilstaan, vooral als dat
1 land eeuwenlang een integreerend deel van
het Duitsche rijk is geweest en zijn soldaten
nog in den oorlog zij aan zij met de Duit-
schers hebben gevochten.
Als de Oosten rij ksche regeering het noodig
acht, deze beweging met alle middelen te
onderdrukken, is dat haar eigen zaak. Zij
j moet dan ook voor de gevolgen daarvan de
verantwoordelijkheid dragen. De Duitsche
regeering heeft uit de actie tegen het na-
tionaal-socialisme eerst consequenties ge
trokken, toen er Duitschers in Oostenrijk
door werden getroffen. Duitschland kan niet
dulden, dat zijn nationale symbolen worden
gesmaad, zooals dat in Oostenrijk is ge
schied.
De bewering, dat het Duitsche rijk een
aanval tegen den Oostenrijkschen staat in
der, zin heeft, moet ik met klem afwijzen.
Wat betreft de Duitsche propaganda, zeide
Hitler, dat de rijksregeering er nu eenmaal
niets aan kan veranderen, dat de Duitsche
bladen in het Duitsch verschijnen en ook
door de Oostenrijksche regeering kunnen
worden gelezen. Duitschland heeft meer
reden tot protest als in niet-Duitsche landen
Duitsche bladen worden gedrukt.
Hitier gaf Oostenrijk den raad om, even
als Duitschland dat gedaan heeft, een stem
ming te laten houden, ten einde na te gaan
of het volk van Oostenrijk het met de politiek
der regeering eens is. Zwitserland bijv. kan
niet over Duitsche inmenging klagen; blijk
baar word de regeering daar gedragen door
het vertrouwen van het volk.
Hoop op accoord met
Oostenrijk.
Moge het lot geven, dat tenslotte toch de
weg wordt gevonden voor een bevredigend
accoord tusschen Duitschland en Oostenrijk,
ging de rijkskanselier verder. De Duitsche
regeering is bereid, met volle eerbiediging
van den vrijen wil van het Oostenrijksche
Deutschtum, de hand ter verzoening te rei
ken.
Toenadering tot Frankrijk.
Zooals het nationaal-socialistische Duitsch-
land trachtte een accoord met Polen te be
reiken, heeft het ook eerlijk gepoogd de te
genstellingen tusschen Frankrijk en Duitsch
land te verzachten en zoo mogelijk den weg
te banen voor een definitieve toenadering.
De strijd om de Duitsche rechtsgelijkheid kan
geen beter einde vinden dan door een ver
zoening der beide groote naties, die in de
laatste eeuwen zoo vaak het bloed hunner j
beste zonen op het slagveld hebben vergoten,
zonder dat de feiten daardoor tenslotte be
langrijk veranderden.
Frankrijk's veiligheid
niet bedreigd.
Frankrijk is bezorgd voor zijn veiligheid.
Niemand in Duitschland wil die bedreigen ;wij
zijn bereid alles te doen om dit te bewijzen.
Duitschland verlangt zijn rechtsgelijkheid.
Niemand in de wereld heeft het recht deze
aan een groote natie te ontzeggen en nie
mand zal de kracht hebben te verhinderen,
dat Duitschland haar op den duur verwerft.
(Luide bijval).
Wij, levende getuigen van den grooten gru-
welijken oorlog, denken er echter niet aan.
deze beiderzijds begrijpelijke gevoelens en
verlangens in eenig verband te brengen met
den wensch naar een nieuw meten van de
krachten op het slagveld, hetgeen tot een
nieuwen internationalen chaos zou leiden.
Het probleem van het
Saargebicd.
Dat Duitschland de Saarkwestie nu reeds
wilde afhandelen berust op de volgende over
wegingen:
1. De Duitsche regeering is, na oplossing
dezer kwestie bereid, de uiterlijke formulee
ring van het Locarno-pact ook innerlijk te
aanvaarden.
2. De Duitsche regeering vreest, dat al zal
een enorme meerderheid voor Duitschland
stemmen, toch gedurende de voorbereiding
der stemming de nationale hartstochten door
propaganda worden opgezweept.
3. Onverschillig hoe de stemming afloopt
in elk geval zal zij bij een der beide landen 't
gevoel eener nederlaag achterlaten.
4. Wij zijn overtuigd, dat als Frankrijk deze
kwestie te voren in een gemeenschappelijke
overeenkomst had willen oplossen, de geheele
Saar-bevolking deze regeling gaarne zou heb
ben aanvaard.
Ik betreur ook nu nog, dat men aan Fran-
sche zijde deze gedachte niet meende te kun
nen aanvaarden. Toch geef ik de hoop niet
op, dat in beide naties het verlangen naar
waarachtige verzoening en het definitief be
graven van de historische strijdbijl steeds
sterker zullen worden en zullen overwinnen.
Als dat gelukt, zal Duitschlands rechtsgelijk
heid in Frankrijk niet meer worden gevoeld
als een aanval op de Fransche veiligheid,
maar als het natuurlijke recht van een groot
volk, waarmede men niet alleen in politieke
vriendschap leeft, maar economisch zoo on
eindig veel gemeenschappelijke belangen
heeft. (Stormachtig applaus).
De kwestie der kerken.
Wat de kwestie van de binnenlandsche poli
tiek aangaat sprak Hitier de hoop uit, dat er
overeenstemming zal worden bereikt bij de
Evangelische kerken. De nationaal-socialis
tische staat heeft zijn achting bewezen voor
het Christelijk geloof, maar verwacht nu
dezelfde achting der confessies voor de sterk
te van den nat.-soc. staat. 'Langdurige toe
juichingen).
De nat.-soc. partij kan onder geen beding
dynastieke belangen en de resultaten van de
politiek dezer belangen beschouwen als ver
plichtingen die in de toekomst altijd geres
pecteerd moeten worden.
De Duitsche stammen zijn van God gewilde
bouwsteenen van ons volk; de politieke vor
men der staten zijn mensehenwerk en dus
vergankelijk.
Geen terugkeer van het monarchisme.
Voor het nationaal-socialisme geldt slechts
één beginsel: het in stand houden van het
Duitsche volk. Op deze plaats zou ik opnieuw
willen protesteeren tegen de thans weer
opduikende stelling, dat Duitschland slechts
weer gelukkig kan zijn onder de bondsvorsten
die van oudsher hier hebben geregeerd.
(Stormachtig applaus).
Neen. Eén volk zijn wij en in één rijk wil
len wij leven.
Bij allen eerbied voor de beteekenis der mo
narchie, bij alle respect voor de werkelijk
groote keizers en koningen van onze Duitsche
geschiedenis, staat toch de kwestie van den
definitieven staatsvorm van het Duitsche rijk
thans buiten elke discussie.
Hitier gaf vervolgens een overzicht van
LEVENSVERZEKERING-BANK botterdam
Voor een tijdelijke verzekering van
f 10.000 bij overlijden.
-betaalt een 25-jarige
slechts 80 per jaar
(Adv. Ingez. Med.)
de tot dusver begonnen hervormings- en op
bouw werkzaamheden op allerlei gebied.
Dc sterilisatie.
De staat zal revolutionnaire maatregelen
moeten nemen ten opzichte van degenen, die
door erfelijkheid aan den negatieven kant
van het volksleven zijn geboren. Op de be
zwaren, die tegen onze plannen van con-
fessioneele zijde worden ingebracht, ant
woordde Hitier, dat het beter zou zijn ge
weest, als men zich in het verleden had ge
kant tegen degenen, die het gezonde leven
bewust vernietigden, in plaats van te mui
ten tegen hen. die niets anders willen dan
het zieke vermijden. Als de kerken zich be
reid verklaren, de erfelijk-zieken in haar
hoede te nemen, zijn wij gaarne bereid af te
zien van de sterilisatie, zoolang de staat ech
ter jaarlijks reuzenbedragen moet opbren
gen. moet hijzelf maatregelen nemen.
Hitier bracht ten slotte hulde aan zijn
partij, aan wie het te danken is, dat de na
tionale verheffing zoo schitterend is ver-
loopen.
De Rijksdagpresident Göring dankte den
rijkskanselier voor zijn rede en sloot, nadat
de wet op de rijkseenheid was aangenomen,
de zitting met een drievoudig „Sieg-Heil".
De Rijksdagleden zongen daarop staande het
Horst Wessel-lied.
De Rijksraad heeft daarna eveneens zijn
goedkeuring aan de wet op de rijkseenheid ge
hecht. (D.N.B.)
Frankrijk.
De samenstelling van
Daladier's kabinet.
Minister-president Daladier heeft naar
Reuter meldt het volgende kabinet samenge
steld:
Daladier (Kamerlid, rad.-socialist), minis
ter-president en buitenl. zaken;
Penancier (Senator, rad.-soc.), justitie,
vice-president;
Frot (Kamerlid, partijloos), binnenland
sche zaken;'
Piétri (Links-republikein), financiën en
begrooting;
Kolonel Fabry (Kamerlid, republ. centrum)
nationale verdediging;
Cot. (Kamerlid, rad.-soc.) luchtvaart:
De Chappedelaine (Kamerlid, links-rad.)
marine;
Guy la Chambre (Kamerlid, onafh. links),
koopvaardij
Queuille (Kamerlid, rad.-soc.) landbouw:
Paganon (Kamerlid, rad.-soc.), openbare
werken;
Paul Bernier (Kamerlid, rad.-soc.) poste
rijen;
Mistier (Kamerlid, rad.-soc.) handel;
Lisbonne (Senator, rad.-soc.), openbare ge
zondheid;
Valadier (Senator, rad.-soc.) arbeid;
Henry de Jouvenel (Senator, partijloos),
overzeesche bezitting en kolonën;
i Ducos (Kamerlid, rad.-soc.), pensioenen.
Onder-ministers zijn: Martinaud Deplat
(minister-presidentschap), Patenötre (eco
nomische zaken en toerisme), Marié (buitenl.
zaken), Hérard (binn'enl. zaken), Bibié (over
zeesche gebieden), Doussaln (technisch on
derwijs), Bardon (onderwijs, schoone kun
sten), Lorgère (lichamelijke opvoeding).
Bij het verlaten van het Elysee verklaarde
Daladier aan de pers. dat hij zich niet zou
bezighouden met persoonlijke twisten of
groepeerlngszaken. ..Ik heb een regeering wil
len vormen van herstel en republikensch
Een cosmopolitisch avondfeest bij
Mr. en Mme Albert Lebrun.
(Van onzen Parijschen correspondent.)
De president van de republiek en mevrouw
Albert Lebrun hebben de eer u uit te noodi-
gen om den.... een avond door te brengen in
het Palais de l'Elysée.
Aldus luidde de uitnoodiging welke we en
kele dagen geleden ontvingen. Sedert 't pre
sidentschap van den heer Millerand is het
gewoonte om elk jaar eenige journalisten uit
te noodigen wanneer de president van de
Fransche republiek het corps diplomatique en
de leden van de Académie Francaise ont
vangt en zoo kregen we ook nu weer ons
dankbaar herinnerend de recepties van den
charmanten Gaston Doumergue en met eeni-
gen weemoed terugdenkend aan de ontvangst
welke president Doumer ons bex-eidde de
uitnoodiging om een soirée mee te maken op
de Elysée. En avant.... stop
Het klonk als een militair commando.
We „zitten" in de file van auto's die tot 't pa
leis van den president worden toegelaten.
Langzaam, eerst langs de Champs Elysées en
dan langs de Avenue Marigny gaat het ver
der. Totdat we eindelijk de breede poort van
het paleis binnen zwenken en kamerwachters
in groot tenue, behangen met medailles, ons
het portier openen. Het paleis van den pre
sident baadt in licht. Ter weerszijden van de
trappen welke opvoeren naar de ontvangsa-
lons, op elke trede, een Garde in groot te
nue, „sabre au clair", onbewegelijk als een
standbeeld.
In den eersten ontvangsalon wachten de
officieren van het Huis om de bezoekers
binnen te leiden. Ah. men moet de Elysée
kennen om zich een denkbeeld te vormen
van de pracht en statie. Ditmaal worden alle
salons verlicht met kaarslicht. De vergulde
lambrizeeringen, de hooge gouden kandela
bers, de kristallen lichtkronen weerkaat
sen in de tot het plafond opgaande spiegels.
Een lakei vraagt bescheiden den naam van
den bezoeker alvorens hem binnen te leiden
in den ontvangsalon.
De chef van het Protocole Z. E. de Fouquiè-
res in groot ornaat, vergezeld van generaal
Fauconnier, chef van het Militaire Huis ont
vangt den bezoeker en brengt hem naar een
nevenvertrek.
Px-esident Lebrun wacht daar zijn bezoe
kers op. Hij is in rok en het bx-eede roode
lint van het Legioen van Eer is het eenige
onderscheidingsteeken. Naast hem, omringd
door de hooge dignitarissen van de Elysée
mevrouw Lebrun. Onze huidige president
heeft een charmante wijze om zijn gasten
welkom te heeten.
Het doet me buitengewoon veel genoe
gen dat u wel bent willen komen, zoo zegt
hij ons, terwijl hij de hand uitsteekt.
Mevrouw Lebrun, vriendelijk, is naderbij ge
treden en als we het voorrecht hebben ook
haar te begroeten praat men over recente ge
beurtenissen. Vanzelfsprekend vex'biedt het
strenge Protocole waarover Mr. de Fouquièx-es
waakt om lange gesprekken aan te knoopen;
trouwens andere invités wachten met onge
duld het voox-recht om hun opwachting te
maken.
Eén schittering in de groote receptiezaal,
daarnaast, welke leidt naar de balzaal. Er is
daar nagenoeg het voltallige corps diploma
tique. De ambassadeurs in hun schitterende
ambtsgewaden, met al hun decoraties, de mi
litaire attachés in hun fantastische unifor
men. de gezantschapsraden de leden van de
Académie in hun in groen bestikte rokcos-
stumes. de dames in avond-japonnen, met
magnifieke diademexx en diamanten snoeren
en bracelets, wachten daar totdat de presi
dent het bal zal openen. Het schouwspel is
magnifiek.
Wie is die heer in rok, daar net voor ons?
vraag ik aan een van de leden van het ge
zantschap.
„De heer-in-rok" draait zich onmiddellijk
om en in vloeiend Nederlandsch, zonder het
minste accent:
Mag ik me voorstellesiVon Koester, de
Duitsche gezaxxt.
Z.E. Von Koester spreekt het Nederlandsch
als een geboren Nederlander; zijn moeder,
vertelt hij ons, was trouwens een Nederlana-
sche. Maar nauwelijks zijn we in een gesprek
gewikkeld of de Belgische gezant nadert en
ook hij wendt zich in het Nederlandsch tot
ons. Het is een klein voorvalletje, waaraan we
niet teveel aandacht zouden schenken, ware
het niet dat er iets pikants in schuilt: drie
verschillende nationaliteiten, waarvan twee
tot voor koxt zoo hostiel tegenover elkaar wa-
x~en en die thans in een hun allen vreemd
land éénzelfde taal spreken.
Monsieur le Président, zoo kondigt ineens
een lakei aan.
Onmiddellijk schaart een ieder zich langs
de wanden.
De px-esidentieele optocht vormt zich: Mr.
Lebrun die aan de vrouw van den Engelschen
gezant dexi arm heeft geboden, opent de cor-
tège en één voor één sluiten de gezanten van
de geaccrediteerde mogendheden zich aan. De
muziek zet een „Schone blaue Donau" in en
even later vormen zich de eerste dansparen,
begint het groote bal.
Feeëriek tafereel. We verplaatsen ons in het
einde vaxi de vorige eeuw, met dit onderscheid
(wel te verstaan), dat de dames jonger zijn.
Eén mengeling van kleuren. De vrouw van den
Japanschen gezant walst met een Ameri-
kaanseh zeeofficier; een officier vaxx Horse
Guards in zijn roode tuniek met een char
mante Zweedsche. Dan gaan de zware gordij
nen van een nevenzaal open en de president
leidt zijn gasten naar het buffet, waar tus
schen een overvloed van bloemen het koude
souper wordt gesex-veerd. De stemming is ge-
animeerd. !t strenge Protocole wordt voor één
oogenblik terzijde geschoven. Henri Bordeaux
en Marcel Prévost staan in druk gesprek met-
met den Chineeschen gezant en in ons hoekje
waar zich de heeren Ten Cate en van Bylandt,
beiden eveneens in ambtsgewaad hebben
aangesloten wordt een „boom" opgezet over
de actueele gebeurtenissen. President Lebrun
begeeft zich van de eene groep naar de an
dere en onderhoudt zich met een ieder.
Allons, de jeugd moet dansen, zoo noo-
digt hij uit.... wij zijn al te oud en te stram.
Het is héél laat geworden voor de laatste
kaarsen werden uitgeblazen en de laatste be
zoekers uitgeleide werden gedaan. Maar een
onvergetelijke indruk zal een ieder der ge-
noodigden bijblijven.
HENRY A. TH. LESTURG^ON.
gezag. Er moest spoedig een einde gemaakt
worden aan het eerst noodige. Volledig licht
moet worden geworpen op de dwalingen,
die het land in verwarring hebben gebracht.
In de tweede plaats kan Frankrijk niet
langer zonder begrooting. Deze moet voor
eind Maart goedgekeurd zijn, anders gaat
men avonturen tegemoet. Tevens moet echter
een diepgaande hervorming worden doorge
voerd in het fiscale systeem. De lasten, waar
onder de Fransche productie gebukt gaat,
moet verlicht worden. Wij willen vertrouwen
en orde stellen, de saneering der financiën
voortzetten. Dat zijn de voorwaarden, die
onontbeerlijk zijn voor succes in de buiten
landsche politiek".
De neo-socialisien hebben dus geen zit
ting in het kabinet. De fractie heeft niette
min besloten Daladier in zijn saneerings-
arbeid te steun.
In de wandelgangen van den senaat
heerschte gisteren een levendige drukte. Het
gesprek van den dag werd gevormd door de
kabinetsformatie, die bij de senatoren alge
meen een gunstig onthaal vond.
De algemeene opvatting is. dat de regeering
in den senaat een overweldigende meerder
heid zal vinden
Tardieu contra Daladier.
De Kamerfractie van het Repubükeinsche
Centrum groep Tardieu) heeft Dinsdag een
resolutie aangenomen, waarin o.m. wordt
verklaard: De groep is van meening. dat het
kabinet-Daladier noch beantwoordt aan
de voorwaarden 'voor een energiek optreden
in den zin der moreele reconstx-uctie, noch
aan de politieke, financieele en internationale
noodzakelijkheden, of met den wil van het
volk in overeenstemming is. De groep besluit
derhalve het vertrouwexx aan het kabinet te
onthouden.
Oorspronkelijk was vastgesteld, dat het
kabinet zich Vrijdag a.s. aan de Kamer zou
voorstellen.
De premier heeft echter verklaard dit te
willen uitstellen tot Dinsdag, teneinde voor
dien reeds een reeks strafmaatregelen te
kunnen uitwerken voor de voor 't schandaal-
Sfcavisky verantwoordelijke ambtenaren.
Oostenrijk.
De Heimwehr mobiliseert in
Tirol.
V.D. meldde gisteren uit Innsbrück:
De landsleiding van de Heimatwehr van
Tirol heeft de mobilisatie van alle formaties
van den Heimatwehr voor het land Tirol per
30 Januari gelast, welke maatregel klaar
blijkelijk genomen is teneinde demonstraties
op dien datum de nat.-soc. herdenking te
voorkomen.
Behalve de Heimatwehr waren in geheel
Tix-ol ook de Katholieke stormscharen opge
roepen.
In Innsbrück zijn de katholieke storm
scharen in kazernes gelegerd. Het centraal
station, de directie van de bondsspoorwegen
en andere openbare gebouwen zijn door de
Heimatwehr bezet.
Een groot aantal nationaal-socalisten ls
gearresteerd. Een douanecontroleur is in de
nabijheid van Kufstein door onbekende
daders neergeschoten. In den nacht op Dins
dag zijn in Innsbrück, Landeck en Seefeld en
ook op andere plaatsen talrijke papieren
bommen ontploft.
COERINC'S AANVAL OP DE
MONARCHISTEN.
Parasieten, die hun eigen belang op
den voorgrond stellen.
In ons vorig nummer hebben wij in het
grootste deel der oplaag melding gemaakt
van het voorstel van Goering om alle mo
narchistische organisaties te verbieden en te
ontbinden.
Wij laten hieronder den brief volgen, dien
naar den Pruisische persdienst bekend maakt,
de premier Goeirlng in zijn hoedanigheid
van chef van de geheime staatspolitie, aan
den rijksminister van Binnenlandsche Zaken
Frick heeft gezonden:
„In de afgeloopen weken nemen de ver
schijnselen toe van een ongepaste monar
chistische propaganda. In strijd met de be
palingen van het rijk en de landen worden
monarchistische bonden en organisaties ge
sticht met het uitdrukkelijke doel aanhangers
ie verwerven, vooral onder de Duitsche jeugd.
Er is verder gebleken, dat deze bonden ge-
ox'iënteerd zijn tegen de nationaal-socialis
tische beweging en dus tegen den staat.
Vooral echter beginnen zich in die bonden
weer vijanden van den staat te verzamelen.
Ik stel daarom voor alle monarchistische
bonden en organisaties direct te ontbinden
en te waarschuwen tegen dergelijke pogingen
en agitatie.
De nieuwe staat is niet in een hevigen
strijd met links gesticht, opdat thans weer
van andere zijde nieuwe parasieten hun
eigen belangen op den voorgrond stellen.
Ieder, die het rijk en den staat van Adolf
Hitier aantast, moet onverbiddelijk bestreden
worden.
Zooals ik in Pruisen het communisme heb
vernietigd, wil ik thans met gelijke onbarm
hartigheid en kracht de andere elementen
opruimen, die ontevreden zijn met het
naüonaal-socialistische bewind, ook wanneer
zij monarchistisch getint zijn.
De nieuwe staat kent geen strijd om den
staatsvorm. De een heeft getracht de stich
ting van den nieuwen staat te beletten, de
ander heeft niets ter bevordering daarvan
gedaan. De eerbied voor de vei-diensten van
groote Pruisische koningen, wordt daardoor
niet aangetast". (D.N.B.)