NATIONALE De Duitsche Rijksdag aanvaardt de wet op de Rijkseenheid. Receptie bij den Franschen president. WOENSDAG 31 JANUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 BUITENLAND. Zelfstandigheid der landen opgeheven. Groote rede van Hitler over de binnen- en buitenlandsche politiek. Verzoenende taal tot Frankrijk. Adolf Hitler. In de zitting van den Rijksdag van Dins dag is met algemeene stemmen aangenomen het door dr. Prick en anderen ingediende wetsvoorstel inzake de reorganisatie van het Rijk. Het wetsontwerp heeft den volgenden in houd: De volksstemming en de Rijksdag verkiezing van 12 November 1933 hebben bewezen, dat het Duitsche volk, boven alle binnenlandsch politieke grenzen en tegenstellingen uit is versmolten tot een onscheidbare, innerlijke eenheid. De Rijksdag heeft derhalve met algemeene stemmen de volgende wet goedgekeurd, welke met de ondubbelzinnige toestemming van- den Rijksdag hiermede van kracht wordt ver klaard, nadat is vastgesteld, dat de vereisch- te grondwetwijzigende formaliteiten zijn ver vuld: Artikel L De volksvertegenwoordigingen der landen worden opgeheven. Artikel II. 1) De souvereine rechten der landen gaan over op het Rijk. 2) De regeeringen der landen zijn onderge schikt aan de Rijksregeering. Artikel III. De Rijksstadhouders staan onder toezicht van den Rijksminister van BLnnenlandsche Zaken. Artikel IV. De Rijksregeering kan nieuwe constitutio- neele bepalingen afkondigen. Artikel V. De Rijksminister van Binnenlandsche Za ken vaardigt de vereischte rechtsverordenin- 'gen en bestuursvoorschriften uit voor de ten uitvoerlegging van de wet. Artikel VI. Deze wet treedt in werking op den dag dat zij wordt afgekondigd. Hitier spreekt. De Rijkskanselier heeft, zooals aangekondigd is. een groote rede gehouden over de binnen- en buitenlandsche politiek, gehouden ter ge legenheid van.zijn éénjarig bewind. Sprekende over de buitenlandsche poli tiek van het nationaal-socialisfcische regime, zeide Hitier o.a.: Toen ik op 30 Januari 1933 met de leiding- der nieuwe regeering werd belast, koesterde ik, en met mij het geheele Duitsche volk, het vurige verlangen, voor ons land eer en rechtsgelijkheid te verwerven. Als oprechte aanhangers van een verzoeningspolitiek meenden wij daardoor t beste te kunnen bijdragen tot een waar- aehtigen vrede onder de volken. Deze ge dachten hebben al onze handelingen be stuurd. De Duitsche regeering gaat uit van de onderstelling, dat het voor onze betrekkin gen met andere landen er niet toe doet, hoe de grondwet en de regeeringsvorm van een ander volk zijn. Zoo is het te begrijpen, dat .ondanks de groote verschillen in de wereldbeschouwingen van Rusland en Duitschland. er toch vriendschappelijke be trekkingen tusschen beide landen blijven be staan. De verhouding tot Polen Ook tusschen Polen en Duitschland be staan verschillen, zoo ging Hitier voort. Be staande verschillen beletten niet, dat in het leven der volkeren een vorm van wederzijdsch verkeer wordt geschapen, die den vrede en daardoor de welvaart dient. De Duitsche regeering is bereid, in den zin van het gesloten verdrag, de economisch- politieke betrekkingen met Polen zoo te ver beteren, dat op den toestand van onvrucht bare terughouding een tijd van nuttige samenwerking kan volgen. (Stormachtig applaus). Beweging staat niet bij de grenzen stil. De bewering, dat het Duitsche volk den f Oosten rij ksch en staat met geweld wil over meesteren kan door niets bewezen worden, ging Hitier verder. Het spreekt echter van- 11 zelf, dat een beweging, die de geheele Duit sche natie beweegt, niet bij de grenspalen jvan een land blijft stilstaan, vooral als dat 1 land eeuwenlang een integreerend deel van het Duitsche rijk is geweest en zijn soldaten nog in den oorlog zij aan zij met de Duit- schers hebben gevochten. Als de Oosten rij ksche regeering het noodig acht, deze beweging met alle middelen te onderdrukken, is dat haar eigen zaak. Zij j moet dan ook voor de gevolgen daarvan de verantwoordelijkheid dragen. De Duitsche regeering heeft uit de actie tegen het na- tionaal-socialisme eerst consequenties ge trokken, toen er Duitschers in Oostenrijk door werden getroffen. Duitschland kan niet dulden, dat zijn nationale symbolen worden gesmaad, zooals dat in Oostenrijk is ge schied. De bewering, dat het Duitsche rijk een aanval tegen den Oostenrijkschen staat in der, zin heeft, moet ik met klem afwijzen. Wat betreft de Duitsche propaganda, zeide Hitler, dat de rijksregeering er nu eenmaal niets aan kan veranderen, dat de Duitsche bladen in het Duitsch verschijnen en ook door de Oostenrijksche regeering kunnen worden gelezen. Duitschland heeft meer reden tot protest als in niet-Duitsche landen Duitsche bladen worden gedrukt. Hitier gaf Oostenrijk den raad om, even als Duitschland dat gedaan heeft, een stem ming te laten houden, ten einde na te gaan of het volk van Oostenrijk het met de politiek der regeering eens is. Zwitserland bijv. kan niet over Duitsche inmenging klagen; blijk baar word de regeering daar gedragen door het vertrouwen van het volk. Hoop op accoord met Oostenrijk. Moge het lot geven, dat tenslotte toch de weg wordt gevonden voor een bevredigend accoord tusschen Duitschland en Oostenrijk, ging de rijkskanselier verder. De Duitsche regeering is bereid, met volle eerbiediging van den vrijen wil van het Oostenrijksche Deutschtum, de hand ter verzoening te rei ken. Toenadering tot Frankrijk. Zooals het nationaal-socialistische Duitsch- land trachtte een accoord met Polen te be reiken, heeft het ook eerlijk gepoogd de te genstellingen tusschen Frankrijk en Duitsch land te verzachten en zoo mogelijk den weg te banen voor een definitieve toenadering. De strijd om de Duitsche rechtsgelijkheid kan geen beter einde vinden dan door een ver zoening der beide groote naties, die in de laatste eeuwen zoo vaak het bloed hunner j beste zonen op het slagveld hebben vergoten, zonder dat de feiten daardoor tenslotte be langrijk veranderden. Frankrijk's veiligheid niet bedreigd. Frankrijk is bezorgd voor zijn veiligheid. Niemand in Duitschland wil die bedreigen ;wij zijn bereid alles te doen om dit te bewijzen. Duitschland verlangt zijn rechtsgelijkheid. Niemand in de wereld heeft het recht deze aan een groote natie te ontzeggen en nie mand zal de kracht hebben te verhinderen, dat Duitschland haar op den duur verwerft. (Luide bijval). Wij, levende getuigen van den grooten gru- welijken oorlog, denken er echter niet aan. deze beiderzijds begrijpelijke gevoelens en verlangens in eenig verband te brengen met den wensch naar een nieuw meten van de krachten op het slagveld, hetgeen tot een nieuwen internationalen chaos zou leiden. Het probleem van het Saargebicd. Dat Duitschland de Saarkwestie nu reeds wilde afhandelen berust op de volgende over wegingen: 1. De Duitsche regeering is, na oplossing dezer kwestie bereid, de uiterlijke formulee ring van het Locarno-pact ook innerlijk te aanvaarden. 2. De Duitsche regeering vreest, dat al zal een enorme meerderheid voor Duitschland stemmen, toch gedurende de voorbereiding der stemming de nationale hartstochten door propaganda worden opgezweept. 3. Onverschillig hoe de stemming afloopt in elk geval zal zij bij een der beide landen 't gevoel eener nederlaag achterlaten. 4. Wij zijn overtuigd, dat als Frankrijk deze kwestie te voren in een gemeenschappelijke overeenkomst had willen oplossen, de geheele Saar-bevolking deze regeling gaarne zou heb ben aanvaard. Ik betreur ook nu nog, dat men aan Fran- sche zijde deze gedachte niet meende te kun nen aanvaarden. Toch geef ik de hoop niet op, dat in beide naties het verlangen naar waarachtige verzoening en het definitief be graven van de historische strijdbijl steeds sterker zullen worden en zullen overwinnen. Als dat gelukt, zal Duitschlands rechtsgelijk heid in Frankrijk niet meer worden gevoeld als een aanval op de Fransche veiligheid, maar als het natuurlijke recht van een groot volk, waarmede men niet alleen in politieke vriendschap leeft, maar economisch zoo on eindig veel gemeenschappelijke belangen heeft. (Stormachtig applaus). De kwestie der kerken. Wat de kwestie van de binnenlandsche poli tiek aangaat sprak Hitier de hoop uit, dat er overeenstemming zal worden bereikt bij de Evangelische kerken. De nationaal-socialis tische staat heeft zijn achting bewezen voor het Christelijk geloof, maar verwacht nu dezelfde achting der confessies voor de sterk te van den nat.-soc. staat. 'Langdurige toe juichingen). De nat.-soc. partij kan onder geen beding dynastieke belangen en de resultaten van de politiek dezer belangen beschouwen als ver plichtingen die in de toekomst altijd geres pecteerd moeten worden. De Duitsche stammen zijn van God gewilde bouwsteenen van ons volk; de politieke vor men der staten zijn mensehenwerk en dus vergankelijk. Geen terugkeer van het monarchisme. Voor het nationaal-socialisme geldt slechts één beginsel: het in stand houden van het Duitsche volk. Op deze plaats zou ik opnieuw willen protesteeren tegen de thans weer opduikende stelling, dat Duitschland slechts weer gelukkig kan zijn onder de bondsvorsten die van oudsher hier hebben geregeerd. (Stormachtig applaus). Neen. Eén volk zijn wij en in één rijk wil len wij leven. Bij allen eerbied voor de beteekenis der mo narchie, bij alle respect voor de werkelijk groote keizers en koningen van onze Duitsche geschiedenis, staat toch de kwestie van den definitieven staatsvorm van het Duitsche rijk thans buiten elke discussie. Hitier gaf vervolgens een overzicht van LEVENSVERZEKERING-BANK botterdam Voor een tijdelijke verzekering van f 10.000 bij overlijden. -betaalt een 25-jarige slechts 80 per jaar (Adv. Ingez. Med.) de tot dusver begonnen hervormings- en op bouw werkzaamheden op allerlei gebied. Dc sterilisatie. De staat zal revolutionnaire maatregelen moeten nemen ten opzichte van degenen, die door erfelijkheid aan den negatieven kant van het volksleven zijn geboren. Op de be zwaren, die tegen onze plannen van con- fessioneele zijde worden ingebracht, ant woordde Hitier, dat het beter zou zijn ge weest, als men zich in het verleden had ge kant tegen degenen, die het gezonde leven bewust vernietigden, in plaats van te mui ten tegen hen. die niets anders willen dan het zieke vermijden. Als de kerken zich be reid verklaren, de erfelijk-zieken in haar hoede te nemen, zijn wij gaarne bereid af te zien van de sterilisatie, zoolang de staat ech ter jaarlijks reuzenbedragen moet opbren gen. moet hijzelf maatregelen nemen. Hitier bracht ten slotte hulde aan zijn partij, aan wie het te danken is, dat de na tionale verheffing zoo schitterend is ver- loopen. De Rijksdagpresident Göring dankte den rijkskanselier voor zijn rede en sloot, nadat de wet op de rijkseenheid was aangenomen, de zitting met een drievoudig „Sieg-Heil". De Rijksdagleden zongen daarop staande het Horst Wessel-lied. De Rijksraad heeft daarna eveneens zijn goedkeuring aan de wet op de rijkseenheid ge hecht. (D.N.B.) Frankrijk. De samenstelling van Daladier's kabinet. Minister-president Daladier heeft naar Reuter meldt het volgende kabinet samenge steld: Daladier (Kamerlid, rad.-socialist), minis ter-president en buitenl. zaken; Penancier (Senator, rad.-soc.), justitie, vice-president; Frot (Kamerlid, partijloos), binnenland sche zaken;' Piétri (Links-republikein), financiën en begrooting; Kolonel Fabry (Kamerlid, republ. centrum) nationale verdediging; Cot. (Kamerlid, rad.-soc.) luchtvaart: De Chappedelaine (Kamerlid, links-rad.) marine; Guy la Chambre (Kamerlid, onafh. links), koopvaardij Queuille (Kamerlid, rad.-soc.) landbouw: Paganon (Kamerlid, rad.-soc.), openbare werken; Paul Bernier (Kamerlid, rad.-soc.) poste rijen; Mistier (Kamerlid, rad.-soc.) handel; Lisbonne (Senator, rad.-soc.), openbare ge zondheid; Valadier (Senator, rad.-soc.) arbeid; Henry de Jouvenel (Senator, partijloos), overzeesche bezitting en kolonën; i Ducos (Kamerlid, rad.-soc.), pensioenen. Onder-ministers zijn: Martinaud Deplat (minister-presidentschap), Patenötre (eco nomische zaken en toerisme), Marié (buitenl. zaken), Hérard (binn'enl. zaken), Bibié (over zeesche gebieden), Doussaln (technisch on derwijs), Bardon (onderwijs, schoone kun sten), Lorgère (lichamelijke opvoeding). Bij het verlaten van het Elysee verklaarde Daladier aan de pers. dat hij zich niet zou bezighouden met persoonlijke twisten of groepeerlngszaken. ..Ik heb een regeering wil len vormen van herstel en republikensch Een cosmopolitisch avondfeest bij Mr. en Mme Albert Lebrun. (Van onzen Parijschen correspondent.) De president van de republiek en mevrouw Albert Lebrun hebben de eer u uit te noodi- gen om den.... een avond door te brengen in het Palais de l'Elysée. Aldus luidde de uitnoodiging welke we en kele dagen geleden ontvingen. Sedert 't pre sidentschap van den heer Millerand is het gewoonte om elk jaar eenige journalisten uit te noodigen wanneer de president van de Fransche republiek het corps diplomatique en de leden van de Académie Francaise ont vangt en zoo kregen we ook nu weer ons dankbaar herinnerend de recepties van den charmanten Gaston Doumergue en met eeni- gen weemoed terugdenkend aan de ontvangst welke president Doumer ons bex-eidde de uitnoodiging om een soirée mee te maken op de Elysée. En avant.... stop Het klonk als een militair commando. We „zitten" in de file van auto's die tot 't pa leis van den president worden toegelaten. Langzaam, eerst langs de Champs Elysées en dan langs de Avenue Marigny gaat het ver der. Totdat we eindelijk de breede poort van het paleis binnen zwenken en kamerwachters in groot tenue, behangen met medailles, ons het portier openen. Het paleis van den pre sident baadt in licht. Ter weerszijden van de trappen welke opvoeren naar de ontvangsa- lons, op elke trede, een Garde in groot te nue, „sabre au clair", onbewegelijk als een standbeeld. In den eersten ontvangsalon wachten de officieren van het Huis om de bezoekers binnen te leiden. Ah. men moet de Elysée kennen om zich een denkbeeld te vormen van de pracht en statie. Ditmaal worden alle salons verlicht met kaarslicht. De vergulde lambrizeeringen, de hooge gouden kandela bers, de kristallen lichtkronen weerkaat sen in de tot het plafond opgaande spiegels. Een lakei vraagt bescheiden den naam van den bezoeker alvorens hem binnen te leiden in den ontvangsalon. De chef van het Protocole Z. E. de Fouquiè- res in groot ornaat, vergezeld van generaal Fauconnier, chef van het Militaire Huis ont vangt den bezoeker en brengt hem naar een nevenvertrek. Px-esident Lebrun wacht daar zijn bezoe kers op. Hij is in rok en het bx-eede roode lint van het Legioen van Eer is het eenige onderscheidingsteeken. Naast hem, omringd door de hooge dignitarissen van de Elysée mevrouw Lebrun. Onze huidige president heeft een charmante wijze om zijn gasten welkom te heeten. Het doet me buitengewoon veel genoe gen dat u wel bent willen komen, zoo zegt hij ons, terwijl hij de hand uitsteekt. Mevrouw Lebrun, vriendelijk, is naderbij ge treden en als we het voorrecht hebben ook haar te begroeten praat men over recente ge beurtenissen. Vanzelfsprekend vex'biedt het strenge Protocole waarover Mr. de Fouquièx-es waakt om lange gesprekken aan te knoopen; trouwens andere invités wachten met onge duld het voox-recht om hun opwachting te maken. Eén schittering in de groote receptiezaal, daarnaast, welke leidt naar de balzaal. Er is daar nagenoeg het voltallige corps diploma tique. De ambassadeurs in hun schitterende ambtsgewaden, met al hun decoraties, de mi litaire attachés in hun fantastische unifor men. de gezantschapsraden de leden van de Académie in hun in groen bestikte rokcos- stumes. de dames in avond-japonnen, met magnifieke diademexx en diamanten snoeren en bracelets, wachten daar totdat de presi dent het bal zal openen. Het schouwspel is magnifiek. Wie is die heer in rok, daar net voor ons? vraag ik aan een van de leden van het ge zantschap. „De heer-in-rok" draait zich onmiddellijk om en in vloeiend Nederlandsch, zonder het minste accent: Mag ik me voorstellesiVon Koester, de Duitsche gezaxxt. Z.E. Von Koester spreekt het Nederlandsch als een geboren Nederlander; zijn moeder, vertelt hij ons, was trouwens een Nederlana- sche. Maar nauwelijks zijn we in een gesprek gewikkeld of de Belgische gezant nadert en ook hij wendt zich in het Nederlandsch tot ons. Het is een klein voorvalletje, waaraan we niet teveel aandacht zouden schenken, ware het niet dat er iets pikants in schuilt: drie verschillende nationaliteiten, waarvan twee tot voor koxt zoo hostiel tegenover elkaar wa- x~en en die thans in een hun allen vreemd land éénzelfde taal spreken. Monsieur le Président, zoo kondigt ineens een lakei aan. Onmiddellijk schaart een ieder zich langs de wanden. De px-esidentieele optocht vormt zich: Mr. Lebrun die aan de vrouw van den Engelschen gezant dexi arm heeft geboden, opent de cor- tège en één voor één sluiten de gezanten van de geaccrediteerde mogendheden zich aan. De muziek zet een „Schone blaue Donau" in en even later vormen zich de eerste dansparen, begint het groote bal. Feeëriek tafereel. We verplaatsen ons in het einde vaxi de vorige eeuw, met dit onderscheid (wel te verstaan), dat de dames jonger zijn. Eén mengeling van kleuren. De vrouw van den Japanschen gezant walst met een Ameri- kaanseh zeeofficier; een officier vaxx Horse Guards in zijn roode tuniek met een char mante Zweedsche. Dan gaan de zware gordij nen van een nevenzaal open en de president leidt zijn gasten naar het buffet, waar tus schen een overvloed van bloemen het koude souper wordt gesex-veerd. De stemming is ge- animeerd. !t strenge Protocole wordt voor één oogenblik terzijde geschoven. Henri Bordeaux en Marcel Prévost staan in druk gesprek met- met den Chineeschen gezant en in ons hoekje waar zich de heeren Ten Cate en van Bylandt, beiden eveneens in ambtsgewaad hebben aangesloten wordt een „boom" opgezet over de actueele gebeurtenissen. President Lebrun begeeft zich van de eene groep naar de an dere en onderhoudt zich met een ieder. Allons, de jeugd moet dansen, zoo noo- digt hij uit.... wij zijn al te oud en te stram. Het is héél laat geworden voor de laatste kaarsen werden uitgeblazen en de laatste be zoekers uitgeleide werden gedaan. Maar een onvergetelijke indruk zal een ieder der ge- noodigden bijblijven. HENRY A. TH. LESTURG^ON. gezag. Er moest spoedig een einde gemaakt worden aan het eerst noodige. Volledig licht moet worden geworpen op de dwalingen, die het land in verwarring hebben gebracht. In de tweede plaats kan Frankrijk niet langer zonder begrooting. Deze moet voor eind Maart goedgekeurd zijn, anders gaat men avonturen tegemoet. Tevens moet echter een diepgaande hervorming worden doorge voerd in het fiscale systeem. De lasten, waar onder de Fransche productie gebukt gaat, moet verlicht worden. Wij willen vertrouwen en orde stellen, de saneering der financiën voortzetten. Dat zijn de voorwaarden, die onontbeerlijk zijn voor succes in de buiten landsche politiek". De neo-socialisien hebben dus geen zit ting in het kabinet. De fractie heeft niette min besloten Daladier in zijn saneerings- arbeid te steun. In de wandelgangen van den senaat heerschte gisteren een levendige drukte. Het gesprek van den dag werd gevormd door de kabinetsformatie, die bij de senatoren alge meen een gunstig onthaal vond. De algemeene opvatting is. dat de regeering in den senaat een overweldigende meerder heid zal vinden Tardieu contra Daladier. De Kamerfractie van het Repubükeinsche Centrum groep Tardieu) heeft Dinsdag een resolutie aangenomen, waarin o.m. wordt verklaard: De groep is van meening. dat het kabinet-Daladier noch beantwoordt aan de voorwaarden 'voor een energiek optreden in den zin der moreele reconstx-uctie, noch aan de politieke, financieele en internationale noodzakelijkheden, of met den wil van het volk in overeenstemming is. De groep besluit derhalve het vertrouwexx aan het kabinet te onthouden. Oorspronkelijk was vastgesteld, dat het kabinet zich Vrijdag a.s. aan de Kamer zou voorstellen. De premier heeft echter verklaard dit te willen uitstellen tot Dinsdag, teneinde voor dien reeds een reeks strafmaatregelen te kunnen uitwerken voor de voor 't schandaal- Sfcavisky verantwoordelijke ambtenaren. Oostenrijk. De Heimwehr mobiliseert in Tirol. V.D. meldde gisteren uit Innsbrück: De landsleiding van de Heimatwehr van Tirol heeft de mobilisatie van alle formaties van den Heimatwehr voor het land Tirol per 30 Januari gelast, welke maatregel klaar blijkelijk genomen is teneinde demonstraties op dien datum de nat.-soc. herdenking te voorkomen. Behalve de Heimatwehr waren in geheel Tix-ol ook de Katholieke stormscharen opge roepen. In Innsbrück zijn de katholieke storm scharen in kazernes gelegerd. Het centraal station, de directie van de bondsspoorwegen en andere openbare gebouwen zijn door de Heimatwehr bezet. Een groot aantal nationaal-socalisten ls gearresteerd. Een douanecontroleur is in de nabijheid van Kufstein door onbekende daders neergeschoten. In den nacht op Dins dag zijn in Innsbrück, Landeck en Seefeld en ook op andere plaatsen talrijke papieren bommen ontploft. COERINC'S AANVAL OP DE MONARCHISTEN. Parasieten, die hun eigen belang op den voorgrond stellen. In ons vorig nummer hebben wij in het grootste deel der oplaag melding gemaakt van het voorstel van Goering om alle mo narchistische organisaties te verbieden en te ontbinden. Wij laten hieronder den brief volgen, dien naar den Pruisische persdienst bekend maakt, de premier Goeirlng in zijn hoedanigheid van chef van de geheime staatspolitie, aan den rijksminister van Binnenlandsche Zaken Frick heeft gezonden: „In de afgeloopen weken nemen de ver schijnselen toe van een ongepaste monar chistische propaganda. In strijd met de be palingen van het rijk en de landen worden monarchistische bonden en organisaties ge sticht met het uitdrukkelijke doel aanhangers ie verwerven, vooral onder de Duitsche jeugd. Er is verder gebleken, dat deze bonden ge- ox'iënteerd zijn tegen de nationaal-socialis tische beweging en dus tegen den staat. Vooral echter beginnen zich in die bonden weer vijanden van den staat te verzamelen. Ik stel daarom voor alle monarchistische bonden en organisaties direct te ontbinden en te waarschuwen tegen dergelijke pogingen en agitatie. De nieuwe staat is niet in een hevigen strijd met links gesticht, opdat thans weer van andere zijde nieuwe parasieten hun eigen belangen op den voorgrond stellen. Ieder, die het rijk en den staat van Adolf Hitier aantast, moet onverbiddelijk bestreden worden. Zooals ik in Pruisen het communisme heb vernietigd, wil ik thans met gelijke onbarm hartigheid en kracht de andere elementen opruimen, die ontevreden zijn met het naüonaal-socialistische bewind, ook wanneer zij monarchistisch getint zijn. De nieuwe staat kent geen strijd om den staatsvorm. De een heeft getracht de stich ting van den nieuwen staat te beletten, de ander heeft niets ter bevordering daarvan gedaan. De eerbied voor de vei-diensten van groote Pruisische koningen, wordt daardoor niet aangetast". (D.N.B.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5