De gevechten in Oostenrijk. STAATSGEHEIMEN. DUIZENDEN TONNEN GRAAN die in de Rotterdamsche havens en silo's liggen opgeslagen, worden thans als veevoeder verkocht. - Teneinde het graan onbruikbaar te maken voor menschelijke consumptie, wordt het onder toezicht van regeeringsambtenaren bewerkt met Foxine. Het bespuiten van graan in een der schepen. MET DE NADERING VAN HET PAASCHFEEST houdt de fabricage van de Paascheieren gelijken tred. De laatste hand in het berei dingsproces dezer traditioneele lekkernij. HET KABINET DOUMERGUE VOOR DE FRANSCHE KAMER. Het oogenblik, waarop de nieuwe minister-president de regeeringsverklaring voorleest. DE JNDRAPOERA", die onlangs door brand werd geteisterd, wordt thans in het dok bij Wilton te Schiedam van een nieuwe kiel voor zien. Een kijkje op de werkzaamheden. DE DOOR DE K.N A C. UITGELOOFDE BEKER voor de beste prestaties van een Nederlandschen rijder, lid der club, in de ster- rit naar Monte Carlo, is Vrijdag in het R.A.I -gebouw te Amster dam uitgereikt aan den heer J. van der Hevden. DE HEER S. HAGE, burgemeester van Bruinisse, herdenkt 6 Maart a.s. zijn zilveren ambtsjubileum. NOG EEN TWEE TAL FOTO'S van den strijd in Oosten rijk. Boven een de tail uit de verovering van Florisdorf; onder: de straatgevechten in Ottakring. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 22 „Hoe zegt u? O ja natuurlijk. Wie anders? Ik had met haar te doen, verschrikkelijk met haar te doen". Miss Lucy Patton kwam thans in het sentimenteele stadium. „En ik besefte heel goed, dat, als ik iets over haar zei, de couranten haar door de modder zouden sleuren, haar en haar familie en vrienden. Zóó is Washington!" Ze zweeg en zag hem veelbeteekenend aan met een overdreven uitdrukking van tragi sche smartelijkheid in haar oogen. Darden greep zich vast aan het eenige con crete feit uit het verhoor van Miss Patton, dat hem door Nash' mededeelingen bekend was. „Heeft mr. Revis niet gezegd, dat hij vóór de nacht voorbij was, zou weten wat Grimes Buckner wist?" Met 'n ruk zat ze overeind en streek met de hand over het voorhoofd. „Natuurlijk zei hij dat. Ik heb het aan den .polltie-inspecteur, hoe heet hij ook weer.... o ja, Nash verteld. Maar over die vrouw heb ik nie'ts gezegd". Dar'dén slaagde erin zijn innerlijke span ning' te verbergen. Misschien was er kans den naam van die vrouw bekend te worden. „Waarom had u zoo met haar te doen?" vroeg hij op een toon alsof hij haar mede lijden volkomen deelde. ..Oh, wat zal ik u zeggen ik ken dat genre vrouwen; de stad is er vol van. Ze boog' zich naar hem over; haar stemming veranderde' weer ze kreeg opeens 'n ver trouwelijke, vriendelijke mededeelzame bui. „Ik ben gewoon op. Het is een afschuwe lijke dag geweest als u er niets op tegen hebt neem ik een opwekkend slokje. Mis schien houdt u me wat gezelschap. Ik. ik heb toevallig watwat medicijn in huis. Hebt u lust?" „Graag". Ze haalde uit de kleine eetkamer, die aan de woonkamer grensde, een blad met een karaf en 'n paar glazen. „Ik weet zelf niet", ging ze toen pathetisch voort, „waarom ik zoo'n medelijden met haar voeldemisschien omdat ik de uitdruk king in Revis' oogen zag toen hij dat zei". Darden dronk zijn glas leeg en zette het op het blad. Toen vroeg hij. met een stem die niet veel meer dan beleefde belangstel ling verried: „Toen hij wat zei, miss Patton?" „Hij zei woordelijk: voor deze nacht voorbij is zal ik weten, wat Grimes Buckner weet en dat door de dwaasheid van een vrouw. Maar het was hoofdzakelijk de intens boosaardige manier, waarop hij daarbij keek die mij angstig maakte voor het lot van die vrouw en de beweging die hij er bij maakte met zijn dikken, rooden knuistzóó ongeveer". En ze herhaalde het handgebaar, dat Darden dien middag van Altillero gezien had. toen hij Revis afperserspraktijken plastisch voor stelde. „Het was een huiveringwekkende menta liteit, mr. Darden. Geen wonder dat het mij met medelijden vervulde een vrouw in de macht van zoo'n man te weten! Het was zonneklaar, dat hij haar tot iets verschikke- i k «on dwingen: diefstal uit een zak of een ^chrilftafel misschien wel inbraak. En dat, omdat die arme ziel misschien eens in haar leven lichtzinnig was geweest, een kleine domheid had begaan, waarmede hij haar nu kon idreigen om haar tot zijn willoos werk tuig te maken". Een moment bedekte Lucy Patton het ge zicht met de handen; de ellende van Revis' slachtoffer scheen haar heftig aan te grijpen. „Wie was het?" Hij vond nu dat hij den bodem voldoende bereid had voor deze vraag en hij stelde haai' zonder eenig teeken van emotie. „Hoe heette ze, miss Patton?" „O", ze liet een schamperen lach hooren, ..zóó gek was hij niet om me dat te vertellen! Hij zou trouwens heelemaal niets gezegd heb ben, gis hij niet te veel gedronken. Maar hij was toch nog reeds voldoende bij zijn posi tieven om haar naam vóór zich te houden. Anders was hij in mijn macht geraakt niet waar? En zoo zijn de mannen niet het is ze er om te doen de vrouwen om hun vinger te winden, ze tot hun slavin en hun voetveeg te maken maar in hun macht raken ho maarl" Darden zette onverstoorbaar zijn kalme on dervraging voort. „Dus toen hij over die dwaasheid sprak, dacht u direct dat hij iets uit haar vroeger leven wist, waardoor hij haar dreigen kon en tot zijn wil dwingen. „Je dat dacht ik". „U bedoelt de dwaasheid lag in het ver ledenze bestond niet daarin, dat op het oogenblik een vrouw zóó krankzinnig verliefd op hem was, dat hij alles van haar gedaan kon krijgen?" Een schril spotlachje ontsnapte haar. ,Neen, mr. Darden, dat laatste was het niet. Stel je voor'n vrouw die krankzinnig ver liefd was op Revis!' „U moöht hem anders toch wel „Hij was 'n vlotte, gezellige causeur, als hij in een goed huimeur was ik mocht graag met hem praten. Ik beschouwde zijn gezel schap als afleiding als tijdpasseerlng - maar hij zelf zijn persoonlijkheid, zijn karakter brr! Wat zal een vrouw van dertig, zooais er duizenden in dezen vermaledijde stad zijn. doen? Het eenige wat die van het leven nog verwachten Kan is 'n beetje verstrooiing, een beetje amusement, om de gapende leegte die pijnigende eenzaamheid, den angst voor de hopelooze toekomst niet te voelen". Uitgeput zweeg ze en Darden vroeg zich af, of dit tragische vertoon alleen comediespel was door alcohol geïnspireerd of de echte wrange ldacht van een diep gedesillusioneerde vrouw ,die naar de wrakstukken van haar leven staarde. „Het is een gruwelijk, een monsterachtig bestaan", ging ze na een lange pauze voort. „Een meisje komt naar de groote stad, een van die volle duizende, vol stralende ver wachting en hoe gauw heeft al dat moois, waarvan ze zich zooveel heeft voorgesteld, plaats gemaakt voor de wanhopige eenzaam heid! Ze ontmoet een man, ze gaat sympa thie voor hem voelen, en gelooft, dat die blijvend zal zijn, ook van zijn kant. want hij doet ook, alsof ze iets voor hem beteekent. En eer ze het weet, heeft ze haar schoonheid en jeugd opgeofferd aan een waan". Ze wilde opstaan om haar leege glas op het blad te zetten, maar wankelde achteruit. Ze viel terug in de kussens, slap, zwaar ade mend en doodsbleek. De opwinding van den afgeloopen dag en het drankgebruik deden zich gelden. „U bent niet goed. Kan ik iets voor u doen?" Ze greep hem krampachtig bij den arm. „Lucht", hijgde ze. „Zet een venster open ik ik stik Hij voldeed aan haar verzoek, terwijl zij met gesloten oogen in de kussens terugzonk. „Zoudt u niet iets innemen?" vroeg hij, toen hij weer bij de sofa terugkwam „Hebt u niets in huis?" „In de badkamer in het muurkastje staat een fleschje met ammoniadruppels", kwam het moeilijk. Door haar slaapkamer kwam hij in de aangrenzende badkamer. Zijn oog viel aller eerst op een klein comode. en zich afvragend of miss Patton dit misschien bedoeld had. trok hij de bovenste lade open. Daar zat al lerlei linnengoed in. De tweede bevatte allerlei rommel: leege medicijn en parfumfleschjes, oude kousen, linten en lappen van waar- 1 schijnlijk reeds lang afgedragen japonnen. Hij haalde den inhoud van de lade overhoop om te zien of de ammoniak zich er bij be vond en stuitte achter een rij flesschen op iets, dat als bordpapiers aanvoelde. Hij trok het te voorschijn het was een foto, die hij boven op de latafel wierp. In hetzelfde oogenblik zag hij naast de waschtafel, 'n wit geschilderd kastje tegen den muur staan. Dat was waarschijnlijk wat hij hebben moest. Hij opende het en vond al spoedig het fleschje druppels, waarom Miss Patton gevraagd hal. Toen wijdde hij zijn aandacht aan de fotografie, die hij zooevan op de latafel had gelegd; een goed detective nam nu eenmaal notitie van alles! Hij her kende de beeltenis en die herkenning deed hem zoo schrikken, dat het fleschje bijna uit zijn handen viel. Hij durfde zijn oogen haast niet gelooven, keek nog eens, bracht de foto vlak bij zijn gezicht. Neen. een vergissing was uitgesloten. Dat portret stelde niemand anders voor dan senator Grimes Buckner XV. Waardevolle inlichtingen „Het heeft niets te beteekenen ik zal di rect wel weer in orde zijn", momplde miss Patton zwakjes en ze stak een trillende hand uit om het glas met medicijn van Darden aan te nemen. Nadat ze het leeggedronken had en hij het weer op de tafel had gezet, ging hij in afwachting naast de sofa zitten. Nu weg gaan, na zijn ontdekking van zooeven, zou een onvergeeflijke fout zijn. Dat hij hier een portret van Buckner gevon den had, was wel de meest verbazingwekken de van alle verrassende wendingen in deze gecompliceerde geschiedenis. Een relatie tus- schen den senator en Lucy Patton was wel het laatste, waaraan hij gedacht had! (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 18