STA TEN- GENERAAL
Conversie van de Indische dollar-leeningen.
DONDERDAG 22 FEBRUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
10
HET TOONEEL.
Vereeniging voor Huisvrouwen
Amsterdamsche Tooneelvereeniging.
PHAEA.
Men zou nu eindelijk eens moeten ophou
den met zooals weer pas Weremeus Buning
in De Gids heeft gedaan telkens te be
weren, dat er zoo veel aan de leiding van ons
tooneel ontbreekt en wij bij het buitenland
zoo zeer ten achter staan. Wanneer wij in een
voorstelling van Phaea zien, wat daar be
reikt is met een gezelschap, dat voor een
groot deel uit nog jonge krachten bestaat,
aan zou ik zeggen, dat er geen reden tot dat
voortdurend klagen is. De Amsterdamsche
Tooneelvereeniging heeft in de laatste 2 sei
zoenen zoo veel vootreffelijks gegeven ik
noem maar De Groene Papagaai. Circus Knie.
De reis van Noach over de Wateren, Eind
examen, Schuld en Boete en nu weer Phaea
dat zij de vergelijking met de voorstellin
gen van Royaards en met die van het bui
tenland in alle opzichten kan doorstaan.
Waarlijk, het is met ons tooneel niet zoo
slecht gesteld, als sommige critici maar tel
kens weer doen voorkomen en het is niet in
het belang van het tooneelleven in Neder
land om den schijn te wekken, dat wij totaal
in de put zitten.
En er is ook nog wel degelijk belangstel
ling voor goed tooneel. Wij hebben het nu
weer aan Phaea gezien. Reeds weken te voren
waren bijna alle plaatsen voor de voorstelling
genomen en de toeloop was zoo groot, dat
de vereeniging voor huisvrouwen, die de or
ganisatie in handen had, een tweede opvoe
ring op 2 Maart voor haar leden kan
laten geven, al zijn dan ook zooals een dei-
bestuursleden mij mededeelde nog niet alle
plaatsen voor die tweede voorstelling ge
nomen.
Het succes, dat dit stuk van Fritz von
Unrich ook hier bij zijn eerste opvoering
heeft gehad, was zooals ik voorspeld heb
overweldigend. In tijden heb ik niet een
zoo geestdriftige stemming in onzen Stads
schouwburg bijgewoond als gisteren aan het
slot van Phaea. Wanneer ik zeg. dat het
doek 10 maal omhoog moest, overdrijf ik niet.
Dit spel uit de filmwereld, van zoo sterke
spanning en zoo boeiende handeling, dat door
zijn voortdurende mengeling van techniek,
kunst en leven, zijn afwisseling van film en
tooneel en zijn moderne problemen midden
in dezen tijd staat, heeft ook hier het publiek
sterk gepakt. En het is een voordeel van dit
stuk, dat het dank ook Defresne's wijzigin
gen tot het slot toe geen moment verslapt,
ja zelfs in het laatste tafereel zijn climax
bereikt en aldoor gelegenheid biedt tot sterk,
krachtig spel.
Ik geloof wel te mogen zeggen, dat het
grootste succes hier gisteren was voor Geor
gette Hagedoorn. Misschien was er bij velen
ook 'n beetje provinciale trots bij. althans
vreugde, dat het juist onze „Georgetje" was.
die Tonie met zoo'n verblijdend groot talent
speelde. Want niet waar? wij zien in
Georgette Hagedoorn altijd nog het Haarlem-
sche meisje. En dan verheugen wij ons in haar
neg maar korte doch al zoo rijke carrière. Er is
na haar Tonie in Phaea wel geen twijfel
meer aan, dat zij van onze jonge actrices ver
reweg bovenaan staat, zoowel in veelzijdigheid
als in temperament. Zij heeft het meeste r a s.
Deze Tonie van Georgette Hagedoorn is prach
tig levend. Geen accent is er valsch van haar,
het is alles even zuiver en doorvoeld. Zij is
volkomen de „witte bloem op het vuile binnen
plein" de vergelijking is van Tonie zelf
en ook technisch speelt zij deze zware rol vol
maakt. In de onbevangenheid van haar Tonie
is alles even raak en hoe ontroerend teer
ik denk bijvoorbeeld aan dat tooneeltje, wan
neer zij den conferencier vraagt om te trou
wen is zij op sommige momenten. Welk een
brandend temperament is er in dat kleine,
frêle persoontje, welk fel-dramatïsche kracht
ock ontwikkelt zij aan het slot! En dan te be-<
denken, dat zij zoo van haar ziekbed was op
gestaan! ..In Haarlem speel ik, wat er ook
gebeurt!" had zij reeds te voren gezegd en zij
heeft gespeeld met zoo'n warmte, gloed en in
nerlijk vuur, dat niemand heeft kunnen zien,
dat zij feitelijk nog niet geheel beter was.
Daaraan ook herkennen wij de ras-kunstena
res. die Georgette Hagedoorn is. Naai- haar
gingen de toejuichingen van het publiek, toen
zij daar met haar bloemen in haar armen
stond, wel het meest en met bijzonder warme
genegenheid uit. Maar ook voor de anderen
was het succes zonder eenige reserve. Want
dat is wel het verheugende in deze voorstel
ling. dat alle rollen zoo voortreffelijk bezet
zijn.
Van Dalsum heeft in Samuel Morris, die
hij met een geen moment verslappende span
ning en met een verbijsterende stuwkracht
speelt, een zijner beste rollen gevonden. En
Carpentier Alting zal misschien nooit meer
zijn Orloff overtreffen. Ondanks zijn diepen
val blijft deze Orloff aldoor prins. Een waar
lijk aangrijpende creatie. Hoe prachtig is ook
Cruys Voorbergh als de „conferencier. Welk
een veelzijdigheid bij dezen jongen acteur. En
altijd is hij weer verrassend goed. Ik zou hem
het voorbeeld van den modernen kunstenaar
kunnen noemen.
Uitstekend al is het dan min of meer in
het carricaturale ook het trio der officieren.
waarin thans Ben Royaards en Paul Storm
aan Van Gasteren niets meer toegeven. Zij
zijn meer dan 3 personen, zij zijn gezamenlijk
eer. ..kaste". En Ben Groenïer geeft hun als de
bolsjewistische kapper volkomen „partij." In
een enkel tooneel slechts treedt hij op, maar
hoe fel staat daarin deze man met zijn fana
tisme. Twee levensrichtingen, die daar in
dit toch al zoo rijke werk tegen elkaar bot
sen.
Zeer geestig typeert Jules Verstraete den
nract'"ccben regisseur en wat is de rol van de
film-diva ook uitstekend bezet door Nell
Knoon Adam Uhle is niet de sterkste rol in
het stuk. Eigenlijk is hij te weinig partij en
maakt hii ook op ons nu en dan min of meer
den indruk van een warhoofd. Dat de wereld
er zoo veel aan verliest, dat het woord van
dezen pacfiist niet In 29 talen over de wereld
gaat, gelooven wij niet. Maar tragisch is deze
zielige figuur, die met zijn idealisme botst
tegen de harde, materialistische werkelijkheid
wel en dat tragische wordt door Sternheim
mooi geaccentueerd.
In de gasten van het cabaret herkenden wij
vele H. T. C.'ers, die met een opmerkelijke los
heid en natuurlijkheid figureerden. De Veree
niging voor Huisvrouwen heeft na haar voor
stellingen voor haar leden van De Getemde
Feeks en Elisabeth van Engelaand, een nieuw
groot succes daaraan toegevoegd. Een bewijs
van durf en kunstzinnigheid, die niet genoeg
op prijs gesteld kan worden. Ook om deze
vereeniging verheugen wij ons in den overwel
digenden bijval, dien de opvoering van Phaea
gisteren in deze stampvolle zaal heeft gehad.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
GECOMBINEERD CONCERT.
...Haarlem's Luistervinkenkoor", dir. W.
Hespe en „Mannenkoor Proza en Poëzie", dir. J.
Booda concerteerden Woensdagavond in de
Gein. Concertzaal; Hélène TreepCals, Emmy
van Eden en mevr. J. NeumanLeef lang werk
ten mede: de eerste als sopraansolist, de beide
anderen als begeleidsters.
Al was dus al het ten gehoore gebrachte in
hoofdzaak vocale muziek, afwisseling kon ex-
genoeg zijn en die was er ook.
't Begon nog al zoetig. „Mijn Hof' schijnt
me niet een der sterkste van Ph. Loots' com
posities: 't valt moeilijk eenig verband tus-
schen den tekst van Bects en de muziek te
vinden. Hespe's „Dag van Toorn" is al even
tam als Wiexts' „Waar de hei te bloeien
staat". Maar als koorzang was de uitvoering
zeer bevredigend; de beschaafde klank en de
zuivere intonatie vielen te prijzen.
Hélène Cals bracht de eerste welkome af
wisseling door de geestige muziek van Scar
latti en Bach, die op zoo goed als volmaakte
wijze door haar vertolkt werd. Ook P. en P."
zong over 't algemeen goed, op een enkel
unisono aan 't slot van Hegar's „Die beiden
Sarge". Dit werk bracht wat pittigheid in de
rij der koornummers, maar met „Gloria" van
A. B. H. Verhey verzonken we weer in de zoe
tigheid. die door de falsetpartijen der eerste
tenoren nog een bijzonder aroma verkreeg.
Hiermede was het eerste gedeelte van het
programma beëindigd. „Zondagmorgen" van
Corn. Dopper volgde na de pauze en gaf aar
dige klankeffecten in verbinding met den door
mevr. Neuman bespeelden vleugel te hooren.
Bij het ..Nieuw Liedje" van den Hertog was in
den a-capella-zang eenige neiging tot rijzen
aanwezig, die bij „Het Kwezelken" aanhield,
maar overigens werd dit nummertje zeer aar
dig gezongen: het laatste couplet werd op ver
zoek herhaald.
Na het gemengde koor bracht Hélène Cals
ernstige kunst: mooie en karakteristieke lie
deren van Jongen. St. Saëns en WolfFerrari,
en haar stem glansde in het forte en bekoorde
in het mezza voce als steeds. Emmy van Eden
begeleidde prachtig m het applaus was van
dien aard dat aan een toegift niet te ontko
men viel en een lied van G. van Brucken Fock
extra geschonken werd.
Toen kwam de muzikale champagne in den
vorm van Johann Strauss' „Geschichten aus
dem Wiener Wald". Deze wals moge oorspron
kelijk niet voor mannenkoor geschreven zijn:
de bewerking van Keldorfer klinkt goed en de
champagne smaakt in dezen beker er niet
minder cm. „P. en P." liet de bekers rondgaan
en hoofden en harten werden vervuld dooi
den geest van den wijn en zoo werd het slot
van het concert nog een heerlijke verkwikking.
Emmy van Eden nam de honneurs aan den
vleugel waar.
K. DE JONG
DE TAXI-TARIEVEN.
ZIJN TAXAMETERS GEWENSCHT?
Men schrijft ons:
We hebben nu in onze gemeente een
eigenaardigen toestand in het taxi-bedrijf
voor zoover het de tarieven betreft, wat het
publiek vooi-al bemerkt bij het nemen van
een taxi aan het station.
Voor eenzelfde rit met hetzelfde aantal
personen moest den eenen keer 30 cent be
taald worden en precies twee dagen later
60 cent.
Nu kan het niet andei-s of dit moet tot
moeilijkheden aanleiding geven, vooral met
met het oog op het vreemdelingenverkeer en
de drukte in den tijd van de bollenvel
den.
Nu is het ons bekend dat B. en W. alleen
het maximum tarief kunnen vaststellen en
dat iedere ondernemer gerechtigd is daar
beneden te rijden, maar wij stellen ons toch
de vraag of er nu niet een behoorlijke
tariefregeling gevonden kan worden waarbij
dan tevens het tarief op klokken (taxa-
meters) wondt aangegeven, zooals ook in de
andere plaatsen van ons land geschiedt.
In Amsterdam bijv. waar toch een heel wat
grooter taxibedrijf is dan hier ter stede,
betaalt de passagier één en hetzelfde tarief
'indien hij een taxi van een standplaats,
huurt, warbij men ook tevens den prijs op
den taxa-meter kan zien.
We hebben in Haarlem nu zoogenaamd
het goedkooper taxitarief, maar in vele ge
vallen (als er drié passagiers zijn) betaalt
men meer dan in Amsterdam.
Nu hebben de ondernemers in Amsterdam
bij B. en W. dier gemeente een verzoek in
gediend tot herziening van het tarief n.l.
aanslag 25 cent voor 1750 meter met 10 ct.
oploopend per 1250 meter tot 45 cent voor
voor een onafgebroken stadsrit.
Maar zelfs met dit nieuwe tarief betaalt
men in Amsterdam, indien er 3 personen zijn
(en zelfs ook wel met 2 personen) minder
dan in Haarlem, war een eind zal moeten
worden gemaakt aan de verschillende ta
rieven en taxameters zullen moeten worden
ingevoerd.
Tot zoover dit. ons gezonden stuk.
Ten Stadhuize deelde men ons hieromtrent
het volgende mede.
De stationneerende taxi's hebben een vast
tarief: alleen met particulieren taxi's kan
het voorkomen, dat méér gerekend wordt.
Het door inzender bedoelde geval kan zich
dus met particuliere taxi's hebben voorge
daan.
Taxameters 100 pet. zekerheid geven
die eók niet! zullen de stadsritten onge
twijfeld duurder maken.
Voor 3 passagiers betaelt men te Haarlem
30 en voor 2 passagiers 20 cent (d.w.z. wan
neer men rijdt met Stationneerende auto's);
te Amsterdam 40 cent per rit binnen een
bepaalde grens.
Overigens gaim vergelijkingen tusschen
Haai-lem en Amsterdam in 't geheel niet op,
daar het verkeer en de toestanden te Am
sterdam zoo geheel anders zijn dan te Haar
lem.
HET JUBILEUM VAN DS. P. W. FOEKEN.
Ook in het verdere gedeelte van den dag
heeft Ds. P. W. Foeken, predikant bij de
Ned. Herv. Gemeente, die gisteren zijn 25-
jarig predikambt herdacht, tal van ondubbel
zinnige en hartelijke bewijzen van belang
stelling en vriendschap ontvangen, vooral van
öe Haarlemsche gemeente. Een ontelbaar
aantal personen kwam den jubilaris geluk-
wenschen. onder wie leden van den Kerke-
raad, pi-eaikanten. ouderlingen, diakenen, ca
techisanten en oud-catechisanten. Ook leden
van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente
te Meppel kwamen hun gelukwenschen aan
bieden, alsmede belangstellenden uit Ernst,
de eex-ste gemeente van Ds. Foeken. Het aan
tal bloemstukken is ook heel groot, zoowel
van vereenigingen als van particuliere per
sonen. Het was voor Ds. Foeken en zijn ge
zin een mooie dag.
TERAARDEBESTELLING
MR. J. B. VAN HOUTEN.
Ter aanvulling van het verslag der ter
aardebestelling van Mr. J. B. van Houten,
in ons nummer van Woensdag zij nog ver
meld, dat behalve de genoemden ook op de
begraafplaats aanwezig waren de heeren C.
W. E. Wilde, penningmeester van de afd.
Haarlem van den Bond van Forensen; Mr.
H. J. Bool vorzitter der afd. Hilversum en
de heer C. van Vliet, voorzitter der afdeeling
Bussum van genoemden Bond.
WERKVERSCHAFFING IN HET
CENTRUM DES LANDS.
Het 60 millioen-plan der
regeering.
In de Eerste Kamer heeft de minister-pre
sident kortelings de beteekenis van werkver
ruiming andermaal in het licht gesteld en
aangekondigd, dat zoo spoedig mogelijk met
de uitvoering van verschillende werken een
begin zal worden gemaakt.
Zooals men weet ligt bet in de bedoeling
der regeering om voorloopig 60 millioen gul
den hiervoor te besteden. Het plan omvat de
vervroegde en versnelde uitvoering van wer
ken welke in de toekomst noodig zullen zijn
als den aanleg van kanalen en havens, de
normalisaties van rivieren, wegen- en brug
genbouw, aanleg van vliegvelden enz.
Tot de werkzaamheden waarmede nu
naar wij gisteren nog in een deel onzea
oplage konden melden. spoedig een
begin zal worden gemaakt, böhoort een
afwateringskanaal in de Geldersohe
vallei en het Amsterdam-Rijnkanaal. Hier
mee wordt niet alleen bereikt dat ter bestrij
ding van de nog altijd voortdurende
omvangrijke werkloosheid werkgelegen
heden worden geschapen, maar tevens,
dat het graven van het eei'stgenoem-
de afwateringskanaal de oplossing
brengt van een eeuwenoud probleem Aan
de gelukkige samenwerking van het rijk en
de provincies Gelderland en Utrecht op de
basis van het rapport der bekende commis
sie Rutgers van Rozenburg is het te danken,
dat thans een afwateringskanaal zal worden
aangelegd, hetwelk vele en voorname belan
gen dient. Het andere groote werk. dat spoe
dig staat aangevat te worden is het allerwege
bekende Amsterdam-Rijnkanaal.
Van den aanvang af heeft vastgestaan
dat dit werk niet geheel door het Rijk zou
bekostigd kunnen worden; belanghebbenden
dat zijn: Amsterdamsen de provincie Noord-
Holland, Utrecht en Gelderland) moeten voor
een derde der kosten in het werk bijdragen.
Amsterdam, Noord-Holland en Gelderland
deden bereids toezegging om hun deel mede
te dragen in de lasten. Het wachten is nog
alleen op de centrum-provincie. Maar ook
hier zijn de uitzichten gunstig: Gedeputeer
den zijn bereid gebleken ook voor het Am
sterdam-Rijnkanaal een subsidie-voorstel in
te dienen, dat in de vergadering der Provin
ciale Staten van 27 Februari a.s. aan de orde
wordt gesteld.
Werkverruiming en werkverschaffing is het
doel der bespoediging.
Vermoedelijk zullen groote gedeelten van
den aanleg van het AmsterdamRijnkanaal
in de omgeving van Utrecht technisch ge
schikt blijken voor werkverschaffing, wanneer
machinale arbeid door handenarbeid wordt
vervangen. Een voordeel zal dit, wegens den
geringen afstand voor de Utreehtsche werk
lieden opleveren. Uiteraard geldt hetzelfde
voor Amsterdamsche en voor Geldersche
werklieden voor de overige deelen van het
kanaal.
Ten aanzien van de provincie Utrecht koes
tert men de verwachting dat van de in werk
verschaffing te werk te stellen arbeiders al
leen reeds voor de stad Utrecht te rekenen
valt op 40 pet. De aanwijzing der werkloozen
zal dan over de districtarbeidsbeurs van
Utrecht loopen.
Heeft alles voortgang zooals de Departe
menten van Sociale Zaken en Waterstaat het
zich voorstellen, dan zal nog in den loop
van den zomer een aanvang met de werken
worden gemaakt. En zullen vele honderden
werkloozen aan loonend werk kunnen worden
geholpen
TWEEDE KAMER.
De Indische Begrooting. Verschillende sprekers.
z.i. een gevaar, waartegen krachtiger moet
worden opgetreden, wijl de volksgeest zoo
wordt vergiftigd. Ook hij voelde niet veel
voor de kolonisatie naar Nieuw-Guinea. Hij
had speciaal lof voor de voorzieningen in de
voedselschaarschte door de regeeringsmaat-
regelen. Deze spreker oefende eenige critiek
op enkele onderdeelen der bezuinigingsplan
nen en betuigde zijn instemming met het
plan om de Marinekosten voor Indië gunsti
ger te verdeelen en ook meende hij, dat de
kosten voor den Gouv.-Generaal op de Ne-
dei-landsche begroobing kunnen worden ge
bracht. De schuld van Indië dient vermin
derd te worden. De heer Rutgers, die zijn
blijdschap uitsprak over den a.s. vliegtocht
van den Min. naar Indië meende, dat Indië
er feitelijk beter bij staat dan Nederland,
omdat men zich daar veel beter aanpast.
Over de defensiebezuinigingen bleek hij niet
geheel gerust en tevens zag hij gevaar, dat
door de materieele zorgen de zedelijke en
geestelijke belangen in het gedrang kunnen
komen. Dat moet niet. Ook had hij vrees, dat
de vrijheid van het bijzonder onderwijs in
den druk komt en daartegen waarschuwde
hij. Ook bepleitte hij vrijheid voor de predi
king van het Evangelie. Waarheen hij voor
Indië ook zag, overal vond hij. vooral finan
cieel, het perspeotief zeer somber.
Een geheel ander geluid deed de heer
Roestam Effenda (comm.) hooren. Hij zag de
ellende van de bevolking in Indië als een
gevolg van het kapitalisme. In de dessa komt
men om van armoede en leeft op crediet. En
de regeering denkt aan niets anders dan aan
de belangen van het koloniale kapitaal. Zij
doet niets om den nood te lenigen. Deze spie
ker wilde de rente der Indische Staatsschuld
annuleeren. Dat zal tenminste iets helpen.
Hij riep ten slotte op tot den strijd éegen het
kapitalisme, in verband met de arbeiders en
boeren in Nederland.
Mr. Wesberman (Nat. Herstel) kwam me:
een uitvoerige critiek op het Indische beleid,
speciaal op dat van den tegenwoordigen
Gouverneur-Generaal, die Indië niet kende.
21 Februari.
Eerst behandelde de Kamer het ontwerp
inzake de conversie van de Indische dollar-
leeningen, waarvan op 2 Januari 1934 nog
totaal uitstond ruim 122 millioen dollars en
ruim 80 pet. in Nederlandsohe handen is. De
rente is 6 of 5 12 pot. Onder garantie van
het Moederland komen hiervoor in de plaats
nu leeningen tegen lager rente, waardoor
Indië per jaar reeds rond 15 millioen aan
rente minder heeft te betalen
Het wetsontwerp, dat dit mogelijk maakt,
is door de Kamer zonder debat en zonder
stemming aangenomen.
Vrijdag zal de Eerste Kamer wel hetzelfde
doen.
De Kamer is nu weer rustig verder gegaan
met de behandeling van de Algean. Beschou
wingen der Indische begrooting.
De heer Cramer (s.-d.) heeft zich hierbij
uitgesproken ten gunste van een sluitende
begrooting voor Indië, maar de bezuinigin
gen der Regeering vond hij te kras. Hij wilde
wel met den Minister meegaan, maar alleen
tot de eerste „pleisterplaats". Bezuiniging
kan niet uitblijven, maar men moet daarbij
zooveel mogelijk sparen de diensten, die de
volkskracht sterken. Het bestuurs-appax-aat
kan z.i. zeker op eenvoudiger leest worden
geschoeid. En bij de belastingverhoogingen
is veel te weinig gerekend met de draagkracht
der bevolking. Deze spieker voelt voor een
eigen industrie in Indië, terwijl ook meer
voor de bestrijding der werkloosheid gedaan
moeit worden, dan de Regeering wil doen.
Voor kolonisaties naar Nieuw-Guinea wil
hij geen financieeien steun geboden zien.
Wat de vrije meeningsuiting in Indië betreft,
gaat men in de beperking daarvan veel te
ver, critiek is bijna niet meer geoorloofd. De
spi'eker meende, dat de regeering den in
vloed van het fascisme in Indië ondei'schat.
Dr. Rutgers (a.-r.) wilde opgetreden zien
tegen uitingen in de Neder Ia ndsctoe pers, die
in Indië wantrouwen en haat zaaien. Dat is
De oosterling vraagt gerechtigheid en faitsoen
van de regeering en deze spreker betoogde,
dat de Gouv.-Generaal twee jaar lang een
veel te slappe politiek heeft gevoerd tegen
over de extremisten. Men heeft gewetenloozs
opruiers de gelegenheid rustig gelaten om
de massa op te stoken en is niet tijdig tegen
hen opgetreden. Spr. noemde den heer Soe-
karno een door en door gevaarlijk demagoog.
De heer Schaper, die tijdelijk den voorzit
terszetel innam, vond dat woord toch wel
een beetje te kras.
Mr. Westerman meende, dat de „Leidsche
richting" ambtenaren in Indië gebracht
heeft, die vriendschap sloten met de op
ruiers. Hij meende, dat er een conflict in bet
verre Oosten op komst is en hoe wij daar
door heen zullen komen, hangt veel af van
de orde in eigen huis. De spr. had als giaef
tegen den tegenwoordigen Gouverneur-Gene
raal. dat hij Indië niet kende en hij be
schouwde diens adviseurs als staatsgevaar
lijk.
Tegen Minister Colijn richtte hij het ver
wijt. dat hij nog socialistische en communis
tische adviseurs heeft.
Laatste spreker van den dag was de heer
Van Kempen (lib.) Ook deze vond, dat men
langen tijd in Indië te tolerant is geweest.
In Indië moet men andere maatregelen ne
men dan hier; het gezag moet met rustige
kraoht woiden gehandhaafd en eventueel
met straffe hand worden ingegrepen. Wilde
Dr. Rutgers niets van een rubber-restriotie
weten, deze spreker juist wel. Hij vi-oeg meer
wexvkloosheidszorg en ook een billijker ver
deel ïng der lasten tusschen Indië en het
Moederland wat de defensie betreft. Voorts
klaagde hij over het kwaad der overplaatsin
gen van ambtenaren en militairen in Indië
en over de verspilling van geld.
Het beleid van Minister Colijn heeft zijn
volle vertrouwen en hij vroeg dezen, of hij
nu nog naar Indië vliegt of niet? Gaat het
door, dan wenscht hij hem goede reis.
Overigens gaf spr. wenken over verschil
lende onderdeelen der plannen.
De belangstelling der Kamer voor de ver
schillende redevoeringen op dezen dag was
niet groot.
Donderdag hooren wij nog enkele sprekers
als de heeren Sneevliet (rev. soc.) en Mr.
Joekes (v.-d.)
En dan komt ook Minister Colijn aan het
woord.
OBSERVATOR.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet
geplaatstwordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
GEDRANG BIJ VESTIAIRES.
Geachte redactie.
Telkens na een bezoek aan schouwburg of
concertzaal, is het gescharrel bij de vestiaires
mij opnieuw een ergernis geweest en meer
malen heeft het mij verwonderd, dat aan zoo'n
vóór-historischen toestand nog steeds geen
einde is gemaakt.
Ik kan het daarom niet langer voor mij
houden en hoop, dat door dit stukje de
respectieve theaterdirecties haar gedachten
eens over deze quaestie zullen laten gaan.
Het lijkt mij toch zoo eenvoudig, een ver
betering aan te brengen. Thans dringt bij het
uitgaan der zaal iedereen naar de vestiaire en
zoodra heeft iemand zich van een armvol klee-
ren meester gemaakt of hij zet „volle kracht
achteruit" en dringt zich zoo door de achter
hem saamgepakte menigte. Zou het nu niet
mogelijk zijn, dat vóór de vestiaire met twee
palen en een dik koord een afgesloten pad
wordt gevormd?
Desnoods wordt bij den éénen kant van dit
pad, waar de menschen „in" moeten gaan, een
portier geplant, die er op heeft te letten, dat
men Zonder dringen-of verdringen, dit pad in
gaat. Men geeft .nu in het voorbijgaan de
juffrouw zijn of haar kaartje, ontvangt zijn
kleeren en verlaat het pad rustig aan den
tegenovergestelden kant.
Mij dunkt, dat op deze manier, op eenvou
dige wijze, aan het onaangename en onbe
schaafde dringen een einde zal komen.
EEN ABONNé.
Haarlem, 18 Februari 1934.
DE ASSOCIATIE VOOR
LIJKBEZORGING.
Geachte Redactie,
In Uw blad van Dinsdag 13 dezer kwam een
artikeltje voor met den volgenden titel en
onderschrift: „Voor den Politierechter". „Een
geanimeerde vergadering".
Bij lezing van dit stuk bleek mij alras, dat
verschillende van de daarin vermelde feiten
niet tot hun recht komen en daax-door een
onjuist licht op de in het bewuste artikeltje
bedoelde zaak werpen, hetgeen ik minder ge-
wenscht acht.
Het zij mij dan ook vergund enkele feiten
„recht" te zetten.
In bedoeld artikeltje dan wordt vermeld, dat
ik mij verbeeldde door den Penningmees
ter van de Coöp. Vereeniging U. A. „Associatie
voor Lijkbezorging" te worden gezocht, omdat
ik geen fooien meer gaf. Hier is geen sprake
van verbeelding, maar van waar
heid.
De leden van de Associatie, die zich van dé
waax-heid op dit punt wenschen te overtuigen,
kunnen bij mij twee „Open brieven" in ont
vangst nemen, zoomede een afdruk van het
Rapport der Commissie van Onderzoek (voor
zitter Jhr. Dr. J. C. Mollerus), in welk rap
port het „bestuursbeleid" danig wordt becri-
tiseerd.
Voorts vermeldt het bewuste artikeltje, dat
ik vermoedelijk geen candidaat voor den Le
denraad der Associatie was en daai'om te
rade ging ook candidaten te stellen.
Hieromtrent merk ik op, dat de Statuten
der Associatie den leveranciers verbieden
deel van dien Raad uit te. maken. Wat het
stellen van andere, niet door het Bestuur
voorgestelde, candidaten betreft, wijs ik er op,
dat die tegen-candidaten door het Bestuur
tijdens de vergadering aan de leden werden
opgegeven. Het was op die vergadering on
doenlijk de namen der tegen-candidaten bij
te houden, terwijl ook vele leden wegens ge
mis aan schrijfmateriaal de namen der te
gen-candidaten niet konden noteeren. Daaren
tegen had het Bestuur de namen zijner can
didaten gedrukt op een vel papier aan de
vergadering uitgedeeld, terwijl zooals hierbo
ven reeds gezegd de namen der. tegen-candi
daten niet behoorlijk konden worden geno
teerd.
De ledenraad van de Associatie draagt als
gevolg van een en ander dan ook een een
zijdig karakter en bestaat vrijwel u i t-
sluitend uit het Bestuur goed gezinde
personen, die straks over het wel en wee der
Vereeniging zullen hebben te beslissen.
Ten slotte wil ik nog onder de aandacht van
de leden bx-engen, dat bij mij diverse schrif
telijke stukken beschikbaar zijn. waarin „be
stuursbeleid" en „bestuurspolitiek" van het
huidige Bestuur der Associatie uitvoerig be
sproken worden. Het is inderdaad de moeite
waard!!!
U, mijnheer de Redacteur, beleefd dankzeg
gend voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
B. J. VAN FRANKEN
DE LIGHAL-UITVOERING.
Jongelui!
Door B. en W. van Haarlem, Bloemen'daal
en Heemstede is toestemming verleend om
met inteekenlijsten te werken om het voor-
deelig saldo der uitvoering, hetwelk, dadelijk
en in zijn geheel wordt overgedragen aan het
Ligiha'lfonds, zoo groot mogelijk te maken.
Hiervoor is echter jelui hulp noodig, eexr
hulp die ik vele jaren achtereen van de jeugd
te Haarlem, Bloemendaal en Heemstede
mocht ontvangen. Laten jelui mij, nu ik dooi'
het verlaten der scholen geen contact meer
met jelui heb, niet in den steek. De tuber
culose heeft ons ook nog niet in den steek
gelaten en als wij niiet heel erg oppassen, zal
de tuberculose zeker weer hetzelfde aantal
slachtoffers gaan eisohen gelijk dit voorheen
het geval was. Dit kan mag en zal ook nieit
gebeuren, als allen spontaan medewerken.
Geef jelui daarom nog heden op aan het
adres van ondergeteekende, Cruquiusstraat 10
en mocht dat moeilijk zijn, komen jelui dan
Zaterdagmiddag a.s. om half twee even aan
het Consultatiebureau Ged. Oude Gracht 41,
dan kunnen jelui tegelijkertijd een wijk in
ontvangst nemen.
Ook op de ouderen, die over eenigen vrijen
tijd beschikken, doe ik het dringend verzoek
te helpen aan het nobele werk, de tubercu-
iose-bestrijding. Neemt ook een wijk ter
hand; lederen dag een uurtje .en voor die uit
voering plaats vindt, is uw wijk afgewerkt.
Het zal u zeker een groote voldoening schen
ken eenige vrije uren besteed te hebben in
het belang der lijdende mensehheid.
Vertrouwende dat velen aan bovenstaande
oproeping gehoor zullen geven en u, geachte
redactie, hartelijk dank betuigeirde voor de
plaatsing, teeken ik
A. J. MEIJERINK.