Onderwijs en Eeredienst in Indië. AKKER.CACHETS Een gefingeerd interview? WOENSDAG 28 FEBRUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 9 STA TEN- GENERslAL TWEEDE KAMER. Vele kwesties in een leege Kamer. Soc.-Democraten, Communisten en de heer Sneevliet stem* men tegen de begrooting voor Onderwijs en Eeredienst. De „openstelling" van Bali. 27 Februari. Nu de Kamer door de Algemeene Beschou wingen over de Indische Begrooting heen is, krijgen de afzonderlijke Begrootingshoofd- stukken nog een beurt Allereerst de Justitie- begrooting. Daarbij trok de aandacht de sterke inkrimping van het Kantoor van Ar beid. De heeren van Boetzelaer (C.-H.) en Cra mer (S.D.) hadden hiertegen ernstige bezwa ren, gelijk ze ook in den Volksraad zijn ge uit. De heer Feber (R.K.) sloot zich bij deze bezwaren aan en wees erop, dat het hier gaat om 80.000. Minister Colijn bleek ook veel voor controle op de sociale voorzieningen in Indië te voelen. Hij wees er echter op. dat bezuinigen een zeer moeilijk werk is en dat ieder op zijn beurt zaken heeft, die hij daarvan vrij wil stellen. Hier gaat het om iets, waarvan men de „kern" wil behouden, om later, in betere tijden, weer uit te kunnen bouwen In Indië moet men dit detail beoordeelen. Dat kan men daar veel be ter dan hier. Eenzelfde standpunt nam Minis ter Colijn ook in ten opzichte van meerdere detailkwesties. Mevr. Bakker-Nort (V. D.) drong, evenals de heer van Boetzelaer (C.H.ï aan op een nieuwe regeling der rechtspositie van de Euro peesche vrouw, die met 'n Mohammedaan ge huwd is. Minister Colijn merkte op, dat men in Indië deze kwesties op veel breeder vlak heeft onderzocht en men wil in grooter ver band beproeven een oplossing te vinden. Ook ten opzichte van andere kwesties bleef hij op de vlakte, omdat het z. i. kwesties be trof, die allereerst Indië zelf aangaan. De wij ziging der strafrechtbepalingen, die daar wa ren voorgesteld, heeft de Indische Regeering niet kunnen aanvaarden, omdat daardoor voor haar de mogelijkheid der gezagshand- having zou zijn verzwakt. Bij de Begrooting van Financiën heeft Mi nister Colijn, op bezwaren van den heer Ef- fendi (Comm.) gezegd, dat de zoutprijs in In dië een zeer moeilijke kwestie is. Hij kon ech ter niet zeggen, hoe hoog die prijs moet zijn, dat kan de Kamer ook niet. Dat moet men aan de Indische Regeering overlaten. Bij de begrooting van Justitie heeft de Voorzitter een geheele passage geschrapt uit een rede van den heer Effendi (Comm.) waar deze opmerkte, dat de Inlandsche bestuurders geen „slaven" mogen worden van het in- landsch bestuur. Voor dat woord slaven, bleek hij zoo spoedig geen ander woord te hebben en daarom besloot de Voorzittter die geheele passage te schrappen. Daarbij voor het eerst 1 toepassend het nieuwe recht, dat hij gekre gen heeft door de wijziging van het Regle ment van Orde! De heeren van Boetzelaer (c.-h.) en Cramer (s.-d.) toonden nogal bezwaar tegen een straf expeditie naar Nieuw-Guinea tegen de kop pensnellers, omdat het hier geen gezagskwes tie was, maar een relig'ieuse. Doch Minister Colijn zei, dat de koppensnellers kinderen ge roofd hadden en die wilde men terughalen. Daarbij is het tot bloedige botsingen geko men. Op belangstellende opmerkingen van enkele leden, deelde de Minister mee, dat het niet in de bedoeling ligt om bevoegdheden der centrale Regeering over te dragen aan perso nen, die niet terzijde gestaan worden door een vertegenwoordigend lichaam. Tegen de Begrootingen van Justitie, Finan ciën en Binnenlandsch Bestuur hadden alleen bezwaar de communisten en de heer Snee vliet (Rev. Soc.) Bij de Begrooting voor Onderwijs en Eere dienst kwam de heer Ter Laan (S.D.) verkla ren, dat zijn fractie aan deze Begrooting haar stem ook niet kon geven. Hij verklaarde zich, gezien den nood, niet tegen verlaging der sa larissen. maar een nieuwe regeling moet niet in dezen abnormalen tijd gemaakt worden, doch dient rustig overwogen te worden. Hij had voorts ernstige bezwaren tegen de In krimping van het aantal leerlingen en van het aantal scholen. Dr. Rutgers (A.-R.) heeft nog eens gepleit ten gunste der vrijheid van het bijzonder on derwijs in Indië, die z.i. dreigt in gevaar te komen. Hij voelde niet voor een al te sterke inkrimping van het hooger onderwijs, ook al is daar versobering mogelijk. De rechtshooge- school te Batavia wil hij niet opheffen. De heer Effendi (comm.i zei later, dat als men- die hoogeschool opheft, de Indische bour geoisie haar kinderen naar Japan om oplei ding zal zenden en dat is een gevaar. Wat art. 177 der Indische Staatsregeline betreft (toelating van zending en missie) meende Dr. Rutgers (A.-R.) dat de „cultu- reele" bezwaren, die men aanvoert tegen de openstelling van Bali niets zijn dan „drog redenen". gelijk men ze vroeger ook wel ge hoord heeft tegen de openstelling van Solo. De heer van Boetzelaer (C.-H.) verklaarde niet te begrijpen, waarom de heer Feber bij de Algem. Beschouwingen de kwestie van Art. 177 zoo op de spits dreef tegen de Regeering. Hij vreesde van een eventueele intrekking van dat artikel veel ergere gevolgen dan van de handhaving Zoo b.v. ook ten opzichte van Bali. Ware daar vrijheid, dan was er ook groote verwarring gekomen, doordat allerlei „zendingen" er wilden arbeiden. Ook de heer Cramer (S. D.), die verklaarde de zending absoluut een goed hart toe te dragen, waarschuwde om met de openstelling van Bali toch uiterst voorzichtig te zijn. Im mers. de groote meerderheid dei' werkelijk deskundigen is tegen deze openstelling, even als de groote meerderheid van den Volksraad. De heer Feber (R.-K.) kwam nu zijn stand punt over de „openstelling" van Ball nader toelichten en speciaal den heer van Boetze laer bestrijden, die dan blijkbaar Bali liever afgesloten ziet dan geopend voor zending en missie. Minister Colijn kwam verklaren, dat hij art. 177 principieel feitelijk onjuist acht, daar de Overheid zich niet heeft te bemoeien met de al of niet toelating van zending en missie Doch het is er nu eenmaal en dit Kabinet za! niet voorstellen om het te schrappen. Echter (geüjk bij Bali) cultuur-overwegingen te doer gelden bij de beslissing over de toepassin? van art. 177 acht hij onjuist Wat verder over de on derwijs-kwesties op gemerkt werd, kwam vrijwel overeen met het in de stukken behandelde. De begrooting van Onderwijs en Eeredienst werd goedge keurd met de stemmen der soc.-dem., der communisten en van den heer Sneevliet te gen. De Kamer heeft de wijziging der Woning wet en het ontwerp inzake de vreemde ar beidskrachten op de agenda geplaatst en op verzoek der Regeering, de Begrooting van het Zuiderzeefonds van de agenda afgevoerd. Het was een lange, taaie middag. Het werd over half zeven. OBSERVATOR. N. S. B.-INSÏGNE NIET OPZICHTIG. VOLGENS OOPDFFL DER ARNHEMSCHE RECHTBANK. Voor den kantonrechter te Wageningen heeft eenigen tijd geleden een N.S.B.-lid uit Ede terecht gestaan, verdacht van overtre ding van het uniformverbod. Hij had op den openbaren weg in zijn knoopsgat een drie hoekig afgerond insigne gedragen, voorzien van de letters N.S.B. De kantonrechter sprak hem evenwel vrij waarvan de ambtenaar van het o.M. in appèl ging. Ook de Arnhemsehe rechtbank sprak den verdachte vrij, overwegende dat het insigne niet opzichtig was, zoodat het ten laste ge legde niet bewezen was. De rechtbank voeg de er aan toe, dat zij zich kan voorstellen dat dit insigne, in grootere afmetingen ver- vardigd of met meer sprekend opschrift wel een opzichtig karakter zal kunnen hebben. DE UIT HET LAND GEZETTE DUITSCHERS. VRAGEN BETRFFFENDE DE MAATREGELEN VAN DEN BURGEMEESTER VAN LAREN. Het Tweede Kamerlid de heer Vliegen heeft den minister van Justitie de vraag gesteld of het hem bekend is. dat de burgemeester van Laren (N.H.) eenige vreemdelingen van Duitscb.e nationaliteit, die naar zijn oordeel niet in Nederland mochten verblijven, over de Duitsche grens heeft doen zetten, en tevens of de minister zulks in overeenstemming acht met art. 12 der Vreemdelingenwet, Behoort het vraagt Vliegen verder tot de bevoegdheid van den burgemeester om bij dergelijke uitzettingen eigenmachtig te be slissen over welke grens de betrokken perso nen zullen worden verwijderd? Is het overeen te brengen met de Neder- landsche opvatting van het asylrecht, dat in gevallen, waarin dat recht buiten werking wordt gesteld, de niet toegelaten personen over de grens worden gebracht van het land, waar ze zeker aan politieke vervolging zijn overgeleverd? Heeft men de bedoelde personen niet in de gelegenheid gesteld zelf het land aan te wijden over welks grenzen ze uit het land zouden worden vei-wijderd? Indien ook de minister van oordeel is, dat in dit geval niet is gehandeld naar een juiste opvatting van de Vreemdelingenwet, welke maatregelen denkt hij dan te nemen om zulke feiten voor het vervolg te voorkomen? VEREENIGING TREIN 8.28. EEN VERWEER VAN HET BESTUUR. Het bestuur van de Vereeniging Trein 8.28 heeft een schrijven aan de Tel. gezonden als verweer tegen een in dat blad opgenomen ar tikel. In dit schrijven wordt eraan herinnerd hoe vele jaren geleden op dr. Abrahams, die toen nog geen wethouder was. een beroep Is gedaan, om de Vereeniging „Trein 8 28" weer in het goede spoor te helpen. Dr. Abrahams heeft toen het voorzitterschap der vereeni ging en de geheele medische controle op de kinderen, zoowel vóór als tijdens het verblijf in de huizen op zich genomen. Voor deze laatste functie werd hem een vergoeding toe gekend. Onder zijn leiding is de vereeniging zeer in bloei toegenomen. Toen de heer Abrahams wethouder werd. deelde hij zijn medebestuursleden mede, dat h.ij geen ver goeding meer wenschte te ontvangen. Het schrijven vervolgt dan: „De heer Abrahams is voorzitter van het bestuur onzer vereeniging, en als zoodanig lid van dat bestuur. Mevrouw Abrahams is secre taresse van de vereeniging. doch geen lid van het bestuur; zij is bezoldigd ambtenaresse der vereeniging en het bestuur heeft er altijd prijs opgesteld, dat zij den titel secretaresse zoude hebben om haar het zoo noodige over wicht te geven bij het waarnemen van hare. in onze oogen ontzagwekkende taak. En om die taak en hare belooning gaat het nu eigen lijk. Daarom stellen, wij er prijs op ook den omvang van die taak te schilderen. Mevrouw Abrahams was. lang vóórdat zij de echtgenoote van den heer Abrahams werd. be zoldigd hoofdambtenaresse der Vereeniging .Trein 8.28". Zij nam en neemt, waarlijk niet. slechts de werkzaamheden van „secretaresse eener vereeniging" waar. maar zij wijdt zich nu al jaren en jaren aan de dagelijksche lei ding onzer zoo groote en veel omvattende ver eeniging en aan het geheele beheer der thans zes verpleeghuizen op verschillende plaatsen in Nederland, met opoffering van hare ge heele persoon, van al haren tijd. vele Zonda gen inbegrepen, en met een toewijding, die men haast bovenmenschelijk zou kunnen noemen. Behoeft het nu eenige verwondering te ba ren, dat het bestuur van „Trein 8.28" het zich tot een plicht rekende en nog rekent om die kracht ook geldelijk te beloonen en die beloo ning geleidelijk te herzien in overeenstem ming met zich uitbreidende prestaties? Dat overigens ook de belooningen van het personeel van „Trein 8.28" met de thans „ge- J Wordt U gekweld door ver schietende pijnen, soms in hoofd of aangezicht, dan weer in Uw ledematen? La- Nederlandsch ien "AKKERTJES" U daar Product van afheipenf Want die wer- 1 ken verrassend bij zenuw pijnen, rheumatische pijnen, spierpijnen, vrouwenpij nen, hoofdpijnen, kies- en tand pijn enGe proeft niets! Gebruikt dus voortaan uitsluitend Volgens recept van Apotheker Dismonf (Adv. ïngez. MedJ bruikelijke" kortingen werden getroffen be hoeft wel nauwelijks betoog. Het bestuur van „Trein 8.28" stelt er prijs op hierbij met nadruk te verklaren, dat naar zijne meening alle belooningen bij „Trein 8.28" zoowel wat aangaat de directrices der zes tehuizen, geleidsters der uitgezonden kin deren, als het kantoorpersoneel, daarbij in begrepen de secretaresse, voor wier arbeid in dienst van „Trein 8.28 het bestuur den grootsten eerbied heeft, den toets eener eer lijke critiek glansrijk kunnen doorstaan. Het bestuur drukt hierbij in het openbaar zijn hoop uit, dat de heer en mevr. Abrahams bereid zuilen worden bevonden hunne niet genoeg te waardeeren werkzaamheden ten gunste van „Trein 8.28" onveranderd voort te zetten." Het blad teekent hierbij o.a. aan: De geheele verdediging van het bestuur is zwak. Onze voornaamste grief, dat mevr. Abrahams de f2000 kreeg toegewezen, die de heer Abrahams moest opofferen, blijft be staan. Wij zijn nog altijd van meening. dat er veel bekwame en goedwillende vrouwen zijn, die gaarne het werk van mevr. Abrahams zou den hebben verricht tegen een fractie van haar salaris. TEELTREGELING VAN AARDAPPELEN. De besturen der gewestelijke aardappel organisaties voor Noord-Holland en Zuid- Holland verzoeken ons, bekend te maken, dat aan óe aardappeltelers in Noord-Holland en Zuid-Hollgnd gelegenheid zal worden gege ven, door het invullen van een daartoe te verstrekken formulier een teeltvergunning aan te vragen voor het verbouwen van aard appelen in 1934. Alleen zij. die minder dan 5 are verbou wen, uitsluitend voor eigen gezin bestemd, zijn h'ervan vrijgesteld. De districtsbesturen der genoemde organi saties zullen zooveel mogelijk plaatselijk be kend maken, op welke uren, dagen en plaat sen de gelegenheid tot het invullen van ge noemd "formulier zal worden gegeven. De aandacht van de aardappeltelers wordt erop gevestigd, dat zij deze gelegenheid niet dienen te verzuimen, daar na 15 Maart geen aanvragen meer in behandeling zullen wor den genomen. Alleen zij die ook in 1933 aardappelen ver bouwden, kunnen teeltvergunnmg voor 1934 verkrijgen. Nadere inlichtingen kunnen de vertrouwensmannen der genoemde organisa ties verstrekken IR. MUSSERT EERVOL ONTSLAGEN. PROVINCIALE STATEN VAN UTRECHT LOSSEN DE GELDERSCHE VALLEI- KWESTIE OP. Gisteren zijn de Staten van Utrecht ln buitengewone zitting bijeen geweest. Het voorstel van Ged Staten, om aan ir. A. A. Mussert eervol ontslag te verleenen als hoofdingenieur van den provincialen waterstaat, nadat hij voor de keuze gesteld was, zijn waterstaatsfunctie of zijn leider schap in de N.S.B. te laten varen, werd conform het advies aangenomen. In de com missie van rapporteurs waren over het voor stel geen op- of aanmerkingen gemaakt In deze zitting kwam tevens de kwestie van de Geldersche Vallei ter sprake, een kwestie, welke de regeering van dit gewest reeds eeuwen bezig heeft gehouden. Thans werd tot aanleg van een Vallei-kanaal be sloten. Voorts werd besloten uit de provinciale kas een bijdrage te geven voor het aan te leg gen kanaal Amsterdam—Boven Rijn. BEHEER VAN STAATSNATUUR- MONUMENTEN. COMMISSIE VAN ADVIES INGESTELD. De minister van economische zaken heeft ingesteld een commissie van advies inzake de natuurmonumenten, die door het Staatsbosch beheer als zoodanig op de onder haar beheer staande terreinen zijn aangewezen of nog zui len worden aangewezen, staatsnatuurmonu- menten dus, die niet verward mogen worden met natuurmonumenten, welke de Vereeni ging tot het Behoud van natuurmonumenten bezit. Genoemde commissie heeft tot taak advies uit te brengen omtrent het beheeT van alle terreinen van het Staatsboschbeheer, welke als natuurmonumenten zijn of zullen worden aangewezen, terwijl zij verder advies moet uitbrengen inzake de bewaring van natuur schoon met betrekking tot de ontwaterings- werken, het Rijksbureau voor de ontwatering en de verkavelingen ingevolge de Ruilverka- velingswet. In de commissie zijn benoemd prof. dr Weevers, hoogleeraar te Amsterdam tot voor zitter: dr. J. P. Thijsse tot plaatsvervangend voorzitter; dr. G. J. van Oordt, BUthoven, tot secretaris; prof. dr. ir. H. A. Brouwer, hoog leeraar te Amsterdam en dr. W. C. de Leeuw, te Bilthoven, tot leden. ADVOCAAT STAAT TERECHT. WEGENS VERDUISTERING. Voor de Utrechtsche rechtbank stond Dins dag een advocaat terecht, die in een faillisse ment waarin hij ais curator optrad, een be drag van f 300 had verduisterd. De officier van justitie achtte verduistering bewezen en wilde rekening houden met het rapport, dat over verdachte is uitgebracht. Hij eischte een gevangenisstraf van een jaar met aftrek van de voorloopige hechtenis. Verdachte's raadsman zeide. dat de groot ste oorzaak der ellende was. dat zijn cliënt elk oordeel des onderscheids miste in geldzaken Hij heeft steeds voor anderen geleefd en is de dupe geworden van zijn optimistischen aan leg. Pleiter drong aan op veroordeeling gedeel telijk tot een voorwaardelijke, gedeeltelijk tot een onvoorwaardelijke straf. DE BLOEMENTENTOON STELLING „FLORA". UITEENZETTING VOOR DE MAATSCHAPPIJ VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. Dinsdagochtend is in een der zalen van den Haagschen Dierentuin een vergadering gehouden van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Deze bijeenkomst droeg een bijzonder karak ter in verband met het 60-j'arig bestaan van de 's-Gravenhaagsche Tuinbouwvereeniging, afdeeling der Maatschappij. In de ochtend-bijeenkomst werd een voor dracht gehouden door den heer T. M. H. van Waveren. voorzitter van de commissie voor de bloemententoonstelling „Flora" te Heem stede 1935. De heer Van Waveren gaf een overzicht van de plannen, welke bestaan voor het organiseeren van deze tentoonstel ling. Wellicht zal men opmerken, dat het ge waagd is om in dezen tijd een dergelijke tentoonstelling te organiseeren, maar de medewerking is zoo groot, dat het bestuur vol goeden moed is. Gepoogd wordt in Amerika een flowership te charteren. Ook wordt de medewerking van de Spoorwegen verkregen. Iets bijzonders zal zijn de verlichting van de tentoonstellingsterreinen bij avond. Het was altijd bijzonder moeilijk voor dit pro bleem een oplossing te vinden, maar de ver lichtingstechniek is thans zoo ver gevorderd, dat het bestuur meent zonder bezwaar dezen stap te. kunnen wagen. Er zal voorts een groot resaurant komen benevens een bier hal. Er zullen een aantal tijdelijke tentoon stellingen gehouden worden. De eerste zal beginnen op 15 Maart 1935. Deze expositie zai hoofdzakelijk gewijd' zijn aan de bolge wassen, de daarop volgende tentoonstelling zal gevuld worden door Aalsmeer, de derde door de Boskoopsche kweekers benevens eenige internationale inzendingen, op de vierde tentoonstelling zal de groote jaarlijk- sche keuring van de Maatschappij voor Tuin bouw en Plantkunde plaats hebben, terwijl er dan nog een vijfde tentoonstelling volgt, waarvoor de plannen nog niet geheel vast staan. De voorzitter Jhr. Van Tets, dankte den heer Van Waveren voor zijn mededeelingen en uitte zijn beste* wenschen voor het wel slagen der tentoonstelling. Hij hoopte, dat deze er toe zou bijdragen, dat wederom de aandacht van de geheeele wereld op onze bloemencultuur gevestigd wordt. In de rotonde had vervolgens een bijzon dere maandelijksche Orchideeënkeuring olaats, waarvoor eveneens groote belangstel ling bestond. De meest belangrijke inzending was van de fa De Jong uit Rijswijk: ook waren er inzendingen van de fa. Van Kruy- ningen uit Haarlem; van den heer Hacke van Mevnden uit Loosdrecht. van den Haaeschen Dierentuin en van de Hortus te Leiden. PLANNEN TOT ONDERWIJS- REORGANISATIE VORDEREN. Een compromis inzake de schrijfwijze. VERVROEGDE PENSIONNEER ING VAN ONDERWIJZERS NOG IN STUDIE. Minister Marchant deelt in de memorie van antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer betreffende de onderwijsbe- grootine mede, dat de voorbereiding van zijn reorganisatie-ontwerpen in een ver gevor derd stadium verkeert. Door de reeds ge troffen maatregelen, die slechts een inci denteel en voorloopig karakter konden dra gen. zal zoodra zij zullen hebben doorgewerkt een besparing van rond 11 millioen zijn ver kregen. Bovendien is hierdoor een belang rijke besparing op de gemeentelijke budget ten verkregen. Verdere versobering blijft echter onafwijsbare eisch en deze versobering hoopt de minister langs den weg van recon structie en coördinatie te verkrijgen, al kan hij geenszins voorspellen, dat verdere in- cïdenteele maatregelen achterwege kunnen blijven. De schrijfwijze. Gelijk op velerlei ander gebied is op dat van de schrijfwijze van onze taal ordening gebiedend noodzakelijk. Het is den minister na voorlichting van deskundigen gebleken, dat hij aan het be reiken van een compromis niet behoeft te wanhopen. De minister acht voor hen. die het leer aarsambt begeeren, een bijzondere voorbe reiding daarvoor naast of na hun weten schappelijke studiën volstrekt noodzakelijk. Hij hoopt in staat te zijn in deze richting het een en ander tot stand te brengen, ook zonder dat daaruit een verhooging van las ten voortvloeit. Het Grieksch is als middel tot het kennen van de Grieksche cultuur voor de klassieks op'eiding onmisbaar. Afschaffing van het staatsexamen valt te zijner tijd te overwegen; voorshands schijnt het onmisbaar. Een herziening van den algemeenen maat regel van bestuur, regelende de bevoegdhe den tot het geven van nijverheids-onderwijs de akte-examens enz. wordt voorbereid. Penslonneering van onderwijzers. De minister heeft opnieuw ln overweging genomen, of penslonneerlng van onderwij zers op 60-jarigen leeftijd mogelijk is. Het vraagstuk is ingewikkeld en moeilijk. De toestand van jonge onderwijzers zonder emplooi is echter :n allerlei opzichten be denkelijk. Alles wat kan worden gedaan om aan de jongeren meer ruimte geven, moet worden beproefd. Tot het bevorderen van het opschorten van de verplichting om op 1 Januari 1936 het vak lichamelijke oefening bij het lager onderwijs algemeen in te voeren, zou de minister alleen kunnen medewerken, indien inderdaad vaststond, dat uit die verplichting voor de gemeenten belangrijke financieele offers zouden voortvloeien. Dit Is echter vooralsnog niet het geval. De financieele noodtoestand van verschil lende orkesten baart den minister veel zorg. Hij zint op middelen om voor de Instand houding nieuwe bronnen te vinden. Onge lukkig moeten die worden aangeboord op terreinen, waar hij geen rechtstreeksche zeg genschap heeft. Mede met. de ln het Voorl. Verslag aan het woord zijnde leden is hij van oordeel, dat geen vreemde krachten aan orkesten dienen te worden verbonden zoolang geschikte land- genooten aanwezig zijn. Nadere mededeelingen over de verklaring van officier De Vos van Steenwijk. Aan tafel vertelde hij alles. BATAVIA. 27 Februari (Aneta) Naar aan leiding van verschillende perscommentaren over het befaamde interview van den heer De Vos van Steenwijk, handhaaft de directie van Aneta de verkorte weergave van de eigen woorden van luitenant De Vos van Steenwijk, zooals die door Aneta zijn gepubliceerd, vol ledig. Teneinde thans elk misverstand op te hef fen. memoreert Aneta, hoewel ongaarne, den loop van zaken. Met toestemming der autoriteiten zond Aneta met een der oorlogsschepen die uitge zonden werden om de muiterij aan boord van de „De Zeven Provinciën" te bedwingen, een journalist uit, die de verplichting had het verloop van de muiterij zoo objectief moge lijk te verslaan. Daartoe hield deze journalist zich tijdens de actfie tegen de „De Zeven Provinciën", nauwkeurig aan elk voorschrift van den eskadercommandant, Na het vallen van den bom keerde de journalist aan boord van den torpedojager „Piet Hein" naar Tandjong Priok terug. Aan boord van de „Piet Hein" trof hij drie per sonen aan, die voor een interview in aan merking kwamen, o.w. de officier. Via den commandant van de Piet Hein werd aan dien officier om een interview gevraagd, hetwelk de commandant weigerde. Tegen etenstijd verscheen die officier, lui tenant ter zee derde klasse Baron De Vos van Steenwijk in de eetzaal, en zette zich met anderen aan tafel, waarop een gesprek begon. Metterdaad had de heer De Vos van Steenwijk geen speciaal interview verleend doch hij besefte ongetwijfeld dat hij zijn ont boezemingen luchtte in bijzijn van den hem aangewezen Aneta-journ'alist. die bovendien notities maakte en daarenboven bepaalde vragen stelde, waarop de heer De Vos van Steenwijk in den breede inging. Bij de wedergave van dit gesprek door Aneta aan de pers is alle soberheid betracht, welke in het belang van den jongen officier noodzakelijk werd geacht. Ter adstructie hiervan memoreert Aneta thans dat de heer De Vos van Steenwijk. toen hem gevraagd werd. wat nu eigenlijk naar zijn meening de oorzaak van de muiterij was, ten antwoord gaf: „de kruidenierspolitiek van de Indische Regeering"; dat hij toen hem ge vraagd werd wat de officieren die bij het uitbreken van de muiterij aan boord waren, hadden gedaan, verklaarde: „de oudste offi cier aan boord sloeg op de vlucht en liet alle jongeren zonder leiding achter", terwijl hij tenslotte ook scherp critiseerde dat de oudste officier zelf tegenover de muiters op zijn eerewoord had verbonden dat de officieren zich op het achterschip van iedere actie zouden onthouden. Al deze uitlatingen, die vlak na de be dwinging der muiterij sensatie zouden heb ben gewekt, werden in overeenstemming met den eisch van objectieve en rustige bericht geving, die Aneta zich gesteld had, in die dagen van spanning achterwege gelaten. In het hospitaal zeide de heer De Vos van Steenwijk dankbaar te zijn voor de sober heid. Hij zei echter, dat hij een memorie had ingediend, waarin hij zijn uitlatingen nader had verklaard. De Aneta-journalist vroeg of hij die memo rie kon inzien, wat de heer De Vos van Steen wijk. op grond van zijn instructie afwees. Hij verwees den journalist hiervoor naar het Departement der Marine, dat onder erken ning dat deze memorie bestond weigerde de memorie af te staan wegens het stadium, waarin het onderzoek zich bevond. Intusschen wendde de chef van den Marine staf zich tot enkele bladen, met een brief, waarin hij insinueerde dat het Interview „ge fingeerd" was. Eenige uren later verzocht de kapitein ter zee echter dezen brief „als niet-geschreven te beschouwen", zulks inge volge een van den commandant der Zee macht bekomen opdracht. Aangezien de „Java-Bode" weigerde aan dit verzoek ge hoor te geven, werd de kwestie ruchtbaar. Het „Bat. Nieuwsblad" wijdt aan deze aan gelegenheid een beschouwing. Het blad ver klaart volkomen buiten Aneta om op de hoogte te zijn der feiten, en deelt mede. dat de heer De Vos van Steenwijk in de eetzaal vrij uitsprak, in het overigens door niets be vestigd vermoeden, dat daarvan nooit iets naar bulten zou komen. Misschien was het woord „interview" niet op zijn plaats, doch het gaat hier om de juistheid der verklarin gen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 7