Onderwijs en Eeredienst in Indië.
AKKER.CACHETS
Een gefingeerd interview?
WOENSDAG 28 FEBRUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
9
STA TEN- GENERslAL
TWEEDE KAMER.
Vele kwesties in een leege Kamer.
Soc.-Democraten, Communisten en de heer Sneevliet stem*
men tegen de begrooting voor Onderwijs en Eeredienst.
De „openstelling" van Bali.
27 Februari.
Nu de Kamer door de Algemeene Beschou
wingen over de Indische Begrooting heen is,
krijgen de afzonderlijke Begrootingshoofd-
stukken nog een beurt Allereerst de Justitie-
begrooting. Daarbij trok de aandacht de
sterke inkrimping van het Kantoor van Ar
beid.
De heeren van Boetzelaer (C.-H.) en Cra
mer (S.D.) hadden hiertegen ernstige bezwa
ren, gelijk ze ook in den Volksraad zijn ge
uit. De heer Feber (R.K.) sloot zich bij deze
bezwaren aan en wees erop, dat het hier gaat
om 80.000.
Minister Colijn bleek ook veel voor controle
op de sociale voorzieningen in Indië te voelen.
Hij wees er echter op. dat bezuinigen een zeer
moeilijk werk is en dat ieder op zijn beurt
zaken heeft, die hij daarvan vrij wil stellen.
Hier gaat het om iets, waarvan men de „kern"
wil behouden, om later, in betere tijden, weer
uit te kunnen bouwen In Indië moet men dit
detail beoordeelen. Dat kan men daar veel be
ter dan hier. Eenzelfde standpunt nam Minis
ter Colijn ook in ten opzichte van meerdere
detailkwesties.
Mevr. Bakker-Nort (V. D.) drong, evenals
de heer van Boetzelaer (C.H.ï aan op een
nieuwe regeling der rechtspositie van de Euro
peesche vrouw, die met 'n Mohammedaan ge
huwd is. Minister Colijn merkte op, dat men
in Indië deze kwesties op veel breeder vlak
heeft onderzocht en men wil in grooter ver
band beproeven een oplossing te vinden.
Ook ten opzichte van andere kwesties bleef
hij op de vlakte, omdat het z. i. kwesties be
trof, die allereerst Indië zelf aangaan. De wij
ziging der strafrechtbepalingen, die daar wa
ren voorgesteld, heeft de Indische Regeering
niet kunnen aanvaarden, omdat daardoor
voor haar de mogelijkheid der gezagshand-
having zou zijn verzwakt.
Bij de Begrooting van Financiën heeft Mi
nister Colijn, op bezwaren van den heer Ef-
fendi (Comm.) gezegd, dat de zoutprijs in In
dië een zeer moeilijke kwestie is. Hij kon ech
ter niet zeggen, hoe hoog die prijs moet zijn,
dat kan de Kamer ook niet. Dat moet men
aan de Indische Regeering overlaten.
Bij de begrooting van Justitie heeft de
Voorzitter een geheele passage geschrapt uit
een rede van den heer Effendi (Comm.) waar
deze opmerkte, dat de Inlandsche bestuurders
geen „slaven" mogen worden van het in-
landsch bestuur. Voor dat woord slaven, bleek
hij zoo spoedig geen ander woord te hebben
en daarom besloot de Voorzittter die geheele
passage te schrappen. Daarbij voor het eerst 1
toepassend het nieuwe recht, dat hij gekre
gen heeft door de wijziging van het Regle
ment van Orde!
De heeren van Boetzelaer (c.-h.) en Cramer
(s.-d.) toonden nogal bezwaar tegen een straf
expeditie naar Nieuw-Guinea tegen de kop
pensnellers, omdat het hier geen gezagskwes
tie was, maar een relig'ieuse. Doch Minister
Colijn zei, dat de koppensnellers kinderen ge
roofd hadden en die wilde men terughalen.
Daarbij is het tot bloedige botsingen geko
men.
Op belangstellende opmerkingen van enkele
leden, deelde de Minister mee, dat het niet
in de bedoeling ligt om bevoegdheden der
centrale Regeering over te dragen aan perso
nen, die niet terzijde gestaan worden door
een vertegenwoordigend lichaam.
Tegen de Begrootingen van Justitie, Finan
ciën en Binnenlandsch Bestuur hadden alleen
bezwaar de communisten en de heer Snee
vliet (Rev. Soc.)
Bij de Begrooting voor Onderwijs en Eere
dienst kwam de heer Ter Laan (S.D.) verkla
ren, dat zijn fractie aan deze Begrooting haar
stem ook niet kon geven. Hij verklaarde zich,
gezien den nood, niet tegen verlaging der sa
larissen. maar een nieuwe regeling moet niet
in dezen abnormalen tijd gemaakt worden,
doch dient rustig overwogen te worden. Hij
had voorts ernstige bezwaren tegen de In
krimping van het aantal leerlingen en van
het aantal scholen.
Dr. Rutgers (A.-R.) heeft nog eens gepleit
ten gunste der vrijheid van het bijzonder on
derwijs in Indië, die z.i. dreigt in gevaar te
komen. Hij voelde niet voor een al te sterke
inkrimping van het hooger onderwijs, ook al
is daar versobering mogelijk. De rechtshooge-
school te Batavia wil hij niet opheffen. De
heer Effendi (comm.i zei later, dat als men-
die hoogeschool opheft, de Indische bour
geoisie haar kinderen naar Japan om oplei
ding zal zenden en dat is een gevaar.
Wat art. 177 der Indische Staatsregeline
betreft (toelating van zending en missie)
meende Dr. Rutgers (A.-R.) dat de „cultu-
reele" bezwaren, die men aanvoert tegen de
openstelling van Bali niets zijn dan „drog
redenen". gelijk men ze vroeger ook wel ge
hoord heeft tegen de openstelling van Solo.
De heer van Boetzelaer (C.-H.) verklaarde
niet te begrijpen, waarom de heer Feber bij
de Algem. Beschouwingen de kwestie van Art.
177 zoo op de spits dreef tegen de Regeering.
Hij vreesde van een eventueele intrekking
van dat artikel veel ergere gevolgen dan van
de handhaving Zoo b.v. ook ten opzichte van
Bali. Ware daar vrijheid, dan was er ook
groote verwarring gekomen, doordat allerlei
„zendingen" er wilden arbeiden.
Ook de heer Cramer (S. D.), die verklaarde
de zending absoluut een goed hart toe te
dragen, waarschuwde om met de openstelling
van Bali toch uiterst voorzichtig te zijn. Im
mers. de groote meerderheid dei' werkelijk
deskundigen is tegen deze openstelling, even
als de groote meerderheid van den Volksraad.
De heer Feber (R.-K.) kwam nu zijn stand
punt over de „openstelling" van Ball nader
toelichten en speciaal den heer van Boetze
laer bestrijden, die dan blijkbaar Bali liever
afgesloten ziet dan geopend voor zending en
missie.
Minister Colijn kwam verklaren, dat hij
art. 177 principieel feitelijk onjuist acht, daar
de Overheid zich niet heeft te bemoeien met
de al of niet toelating van zending en missie
Doch het is er nu eenmaal en dit Kabinet za!
niet voorstellen om het te schrappen. Echter
(geüjk bij Bali) cultuur-overwegingen te doer
gelden bij de beslissing over de toepassin?
van art. 177 acht hij onjuist
Wat verder over de on derwijs-kwesties op
gemerkt werd, kwam vrijwel overeen met
het in de stukken behandelde. De begrooting
van Onderwijs en Eeredienst werd goedge
keurd met de stemmen der soc.-dem., der
communisten en van den heer Sneevliet te
gen.
De Kamer heeft de wijziging der Woning
wet en het ontwerp inzake de vreemde ar
beidskrachten op de agenda geplaatst en op
verzoek der Regeering, de Begrooting van het
Zuiderzeefonds van de agenda afgevoerd.
Het was een lange, taaie middag. Het werd
over half zeven.
OBSERVATOR.
N. S. B.-INSÏGNE NIET
OPZICHTIG.
VOLGENS OOPDFFL DER ARNHEMSCHE
RECHTBANK.
Voor den kantonrechter te Wageningen
heeft eenigen tijd geleden een N.S.B.-lid uit
Ede terecht gestaan, verdacht van overtre
ding van het uniformverbod. Hij had op den
openbaren weg in zijn knoopsgat een drie
hoekig afgerond insigne gedragen, voorzien
van de letters N.S.B.
De kantonrechter sprak hem evenwel vrij
waarvan de ambtenaar van het o.M. in
appèl ging.
Ook de Arnhemsehe rechtbank sprak den
verdachte vrij, overwegende dat het insigne
niet opzichtig was, zoodat het ten laste ge
legde niet bewezen was. De rechtbank voeg
de er aan toe, dat zij zich kan voorstellen
dat dit insigne, in grootere afmetingen ver-
vardigd of met meer sprekend opschrift wel
een opzichtig karakter zal kunnen hebben.
DE UIT HET LAND GEZETTE
DUITSCHERS.
VRAGEN BETRFFFENDE DE MAATREGELEN
VAN DEN BURGEMEESTER VAN LAREN.
Het Tweede Kamerlid de heer Vliegen heeft
den minister van Justitie de vraag gesteld
of het hem bekend is. dat de burgemeester
van Laren (N.H.) eenige vreemdelingen van
Duitscb.e nationaliteit, die naar zijn oordeel
niet in Nederland mochten verblijven, over de
Duitsche grens heeft doen zetten, en tevens
of de minister zulks in overeenstemming
acht met art. 12 der Vreemdelingenwet,
Behoort het vraagt Vliegen verder tot
de bevoegdheid van den burgemeester om bij
dergelijke uitzettingen eigenmachtig te be
slissen over welke grens de betrokken perso
nen zullen worden verwijderd?
Is het overeen te brengen met de Neder-
landsche opvatting van het asylrecht, dat in
gevallen, waarin dat recht buiten werking
wordt gesteld, de niet toegelaten personen
over de grens worden gebracht van het land,
waar ze zeker aan politieke vervolging zijn
overgeleverd?
Heeft men de bedoelde personen niet in de
gelegenheid gesteld zelf het land aan te wijden
over welks grenzen ze uit het land zouden
worden vei-wijderd?
Indien ook de minister van oordeel is, dat
in dit geval niet is gehandeld naar een juiste
opvatting van de Vreemdelingenwet, welke
maatregelen denkt hij dan te nemen om zulke
feiten voor het vervolg te voorkomen?
VEREENIGING TREIN 8.28.
EEN VERWEER VAN HET BESTUUR.
Het bestuur van de Vereeniging Trein 8.28
heeft een schrijven aan de Tel. gezonden als
verweer tegen een in dat blad opgenomen ar
tikel. In dit schrijven wordt eraan herinnerd
hoe vele jaren geleden op dr. Abrahams, die
toen nog geen wethouder was. een beroep Is
gedaan, om de Vereeniging „Trein 8 28" weer
in het goede spoor te helpen. Dr. Abrahams
heeft toen het voorzitterschap der vereeni
ging en de geheele medische controle op de
kinderen, zoowel vóór als tijdens het verblijf
in de huizen op zich genomen. Voor deze
laatste functie werd hem een vergoeding toe
gekend. Onder zijn leiding is de vereeniging
zeer in bloei toegenomen. Toen de heer
Abrahams wethouder werd. deelde hij zijn
medebestuursleden mede, dat h.ij geen ver
goeding meer wenschte te ontvangen.
Het schrijven vervolgt dan:
„De heer Abrahams is voorzitter van het
bestuur onzer vereeniging, en als zoodanig lid
van dat bestuur. Mevrouw Abrahams is secre
taresse van de vereeniging. doch geen lid
van het bestuur; zij is bezoldigd ambtenaresse
der vereeniging en het bestuur heeft er altijd
prijs opgesteld, dat zij den titel secretaresse
zoude hebben om haar het zoo noodige over
wicht te geven bij het waarnemen van hare.
in onze oogen ontzagwekkende taak. En om
die taak en hare belooning gaat het nu eigen
lijk. Daarom stellen, wij er prijs op ook den
omvang van die taak te schilderen.
Mevrouw Abrahams was. lang vóórdat zij de
echtgenoote van den heer Abrahams werd. be
zoldigd hoofdambtenaresse der Vereeniging
.Trein 8.28". Zij nam en neemt, waarlijk niet.
slechts de werkzaamheden van „secretaresse
eener vereeniging" waar. maar zij wijdt zich
nu al jaren en jaren aan de dagelijksche lei
ding onzer zoo groote en veel omvattende ver
eeniging en aan het geheele beheer der thans
zes verpleeghuizen op verschillende plaatsen
in Nederland, met opoffering van hare ge
heele persoon, van al haren tijd. vele Zonda
gen inbegrepen, en met een toewijding, die
men haast bovenmenschelijk zou kunnen
noemen.
Behoeft het nu eenige verwondering te ba
ren, dat het bestuur van „Trein 8.28" het zich
tot een plicht rekende en nog rekent om die
kracht ook geldelijk te beloonen en die beloo
ning geleidelijk te herzien in overeenstem
ming met zich uitbreidende prestaties?
Dat overigens ook de belooningen van het
personeel van „Trein 8.28" met de thans „ge-
J Wordt U gekweld door ver
schietende pijnen, soms in
hoofd of aangezicht, dan
weer in Uw ledematen? La-
Nederlandsch ien "AKKERTJES" U daar
Product van afheipenf Want die wer-
1 ken verrassend bij zenuw
pijnen, rheumatische pijnen,
spierpijnen, vrouwenpij nen,
hoofdpijnen, kies- en tand
pijn enGe proeft niets!
Gebruikt dus voortaan uitsluitend
Volgens recept van Apotheker Dismonf
(Adv. ïngez. MedJ
bruikelijke" kortingen werden getroffen be
hoeft wel nauwelijks betoog.
Het bestuur van „Trein 8.28" stelt er prijs
op hierbij met nadruk te verklaren, dat naar
zijne meening alle belooningen bij „Trein
8.28" zoowel wat aangaat de directrices der
zes tehuizen, geleidsters der uitgezonden kin
deren, als het kantoorpersoneel, daarbij in
begrepen de secretaresse, voor wier arbeid in
dienst van „Trein 8.28 het bestuur den
grootsten eerbied heeft, den toets eener eer
lijke critiek glansrijk kunnen doorstaan.
Het bestuur drukt hierbij in het openbaar
zijn hoop uit, dat de heer en mevr. Abrahams
bereid zuilen worden bevonden hunne niet
genoeg te waardeeren werkzaamheden ten
gunste van „Trein 8.28" onveranderd voort
te zetten."
Het blad teekent hierbij o.a. aan:
De geheele verdediging van het bestuur is
zwak. Onze voornaamste grief, dat mevr.
Abrahams de f2000 kreeg toegewezen, die de
heer Abrahams moest opofferen, blijft be
staan. Wij zijn nog altijd van meening. dat er
veel bekwame en goedwillende vrouwen zijn,
die gaarne het werk van mevr. Abrahams zou
den hebben verricht tegen een fractie van
haar salaris.
TEELTREGELING VAN
AARDAPPELEN.
De besturen der gewestelijke aardappel
organisaties voor Noord-Holland en Zuid-
Holland verzoeken ons, bekend te maken, dat
aan óe aardappeltelers in Noord-Holland en
Zuid-Hollgnd gelegenheid zal worden gege
ven, door het invullen van een daartoe te
verstrekken formulier een teeltvergunning
aan te vragen voor het verbouwen van aard
appelen in 1934.
Alleen zij. die minder dan 5 are verbou
wen, uitsluitend voor eigen gezin bestemd,
zijn h'ervan vrijgesteld.
De districtsbesturen der genoemde organi
saties zullen zooveel mogelijk plaatselijk be
kend maken, op welke uren, dagen en plaat
sen de gelegenheid tot het invullen van ge
noemd "formulier zal worden gegeven.
De aandacht van de aardappeltelers wordt
erop gevestigd, dat zij deze gelegenheid niet
dienen te verzuimen, daar na 15 Maart geen
aanvragen meer in behandeling zullen wor
den genomen.
Alleen zij die ook in 1933 aardappelen ver
bouwden, kunnen teeltvergunnmg voor 1934
verkrijgen. Nadere inlichtingen kunnen de
vertrouwensmannen der genoemde organisa
ties verstrekken
IR. MUSSERT EERVOL
ONTSLAGEN.
PROVINCIALE STATEN VAN UTRECHT
LOSSEN DE GELDERSCHE VALLEI-
KWESTIE OP.
Gisteren zijn de Staten van Utrecht ln
buitengewone zitting bijeen geweest.
Het voorstel van Ged Staten, om aan ir.
A. A. Mussert eervol ontslag te verleenen
als hoofdingenieur van den provincialen
waterstaat, nadat hij voor de keuze gesteld
was, zijn waterstaatsfunctie of zijn leider
schap in de N.S.B. te laten varen, werd
conform het advies aangenomen. In de com
missie van rapporteurs waren over het voor
stel geen op- of aanmerkingen gemaakt
In deze zitting kwam tevens de kwestie
van de Geldersche Vallei ter sprake, een
kwestie, welke de regeering van dit gewest
reeds eeuwen bezig heeft gehouden. Thans
werd tot aanleg van een Vallei-kanaal be
sloten.
Voorts werd besloten uit de provinciale kas
een bijdrage te geven voor het aan te leg
gen kanaal Amsterdam—Boven Rijn.
BEHEER VAN STAATSNATUUR-
MONUMENTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES INGESTELD.
De minister van economische zaken heeft
ingesteld een commissie van advies inzake de
natuurmonumenten, die door het Staatsbosch
beheer als zoodanig op de onder haar beheer
staande terreinen zijn aangewezen of nog zui
len worden aangewezen, staatsnatuurmonu-
menten dus, die niet verward mogen worden
met natuurmonumenten, welke de Vereeni
ging tot het Behoud van natuurmonumenten
bezit.
Genoemde commissie heeft tot taak advies
uit te brengen omtrent het beheeT van alle
terreinen van het Staatsboschbeheer, welke
als natuurmonumenten zijn of zullen worden
aangewezen, terwijl zij verder advies moet
uitbrengen inzake de bewaring van natuur
schoon met betrekking tot de ontwaterings-
werken, het Rijksbureau voor de ontwatering
en de verkavelingen ingevolge de Ruilverka-
velingswet.
In de commissie zijn benoemd prof. dr
Weevers, hoogleeraar te Amsterdam tot voor
zitter: dr. J. P. Thijsse tot plaatsvervangend
voorzitter; dr. G. J. van Oordt, BUthoven, tot
secretaris; prof. dr. ir. H. A. Brouwer, hoog
leeraar te Amsterdam en dr. W. C. de Leeuw,
te Bilthoven, tot leden.
ADVOCAAT STAAT TERECHT.
WEGENS VERDUISTERING.
Voor de Utrechtsche rechtbank stond Dins
dag een advocaat terecht, die in een faillisse
ment waarin hij ais curator optrad, een be
drag van f 300 had verduisterd.
De officier van justitie achtte verduistering
bewezen en wilde rekening houden met het
rapport, dat over verdachte is uitgebracht. Hij
eischte een gevangenisstraf van een jaar met
aftrek van de voorloopige hechtenis.
Verdachte's raadsman zeide. dat de groot
ste oorzaak der ellende was. dat zijn cliënt elk
oordeel des onderscheids miste in geldzaken
Hij heeft steeds voor anderen geleefd en is de
dupe geworden van zijn optimistischen aan
leg.
Pleiter drong aan op veroordeeling gedeel
telijk tot een voorwaardelijke, gedeeltelijk tot
een onvoorwaardelijke straf.
DE BLOEMENTENTOON
STELLING „FLORA".
UITEENZETTING VOOR DE MAATSCHAPPIJ
VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
Dinsdagochtend is in een der zalen van
den Haagschen Dierentuin een vergadering
gehouden van de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde.
Deze bijeenkomst droeg een bijzonder karak
ter in verband met het 60-j'arig bestaan van
de 's-Gravenhaagsche Tuinbouwvereeniging,
afdeeling der Maatschappij.
In de ochtend-bijeenkomst werd een voor
dracht gehouden door den heer T. M. H. van
Waveren. voorzitter van de commissie voor
de bloemententoonstelling „Flora" te Heem
stede 1935. De heer Van Waveren gaf een
overzicht van de plannen, welke bestaan
voor het organiseeren van deze tentoonstel
ling.
Wellicht zal men opmerken, dat het ge
waagd is om in dezen tijd een dergelijke
tentoonstelling te organiseeren, maar de
medewerking is zoo groot, dat het bestuur
vol goeden moed is. Gepoogd wordt in
Amerika een flowership te charteren. Ook
wordt de medewerking van de Spoorwegen
verkregen.
Iets bijzonders zal zijn de verlichting van
de tentoonstellingsterreinen bij avond. Het
was altijd bijzonder moeilijk voor dit pro
bleem een oplossing te vinden, maar de ver
lichtingstechniek is thans zoo ver gevorderd,
dat het bestuur meent zonder bezwaar dezen
stap te. kunnen wagen. Er zal voorts een
groot resaurant komen benevens een bier
hal. Er zullen een aantal tijdelijke tentoon
stellingen gehouden worden. De eerste zal
beginnen op 15 Maart 1935. Deze expositie
zai hoofdzakelijk gewijd' zijn aan de bolge
wassen, de daarop volgende tentoonstelling
zal gevuld worden door Aalsmeer, de derde
door de Boskoopsche kweekers benevens
eenige internationale inzendingen, op de
vierde tentoonstelling zal de groote jaarlijk-
sche keuring van de Maatschappij voor Tuin
bouw en Plantkunde plaats hebben, terwijl
er dan nog een vijfde tentoonstelling volgt,
waarvoor de plannen nog niet geheel vast
staan.
De voorzitter Jhr. Van Tets, dankte den
heer Van Waveren voor zijn mededeelingen
en uitte zijn beste* wenschen voor het wel
slagen der tentoonstelling. Hij hoopte, dat
deze er toe zou bijdragen, dat wederom de
aandacht van de geheeele wereld op onze
bloemencultuur gevestigd wordt.
In de rotonde had vervolgens een bijzon
dere maandelijksche Orchideeënkeuring
olaats, waarvoor eveneens groote belangstel
ling bestond. De meest belangrijke inzending
was van de fa De Jong uit Rijswijk: ook
waren er inzendingen van de fa. Van Kruy-
ningen uit Haarlem; van den heer Hacke van
Mevnden uit Loosdrecht. van den Haaeschen
Dierentuin en van de Hortus te Leiden.
PLANNEN TOT ONDERWIJS-
REORGANISATIE VORDEREN.
Een compromis inzake de
schrijfwijze.
VERVROEGDE PENSIONNEER ING VAN
ONDERWIJZERS NOG IN STUDIE.
Minister Marchant deelt in de memorie
van antwoord op het Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer betreffende de onderwijsbe-
grootine mede, dat de voorbereiding van zijn
reorganisatie-ontwerpen in een ver gevor
derd stadium verkeert. Door de reeds ge
troffen maatregelen, die slechts een inci
denteel en voorloopig karakter konden dra
gen. zal zoodra zij zullen hebben doorgewerkt
een besparing van rond 11 millioen zijn ver
kregen. Bovendien is hierdoor een belang
rijke besparing op de gemeentelijke budget
ten verkregen. Verdere versobering blijft
echter onafwijsbare eisch en deze versobering
hoopt de minister langs den weg van recon
structie en coördinatie te verkrijgen, al kan
hij geenszins voorspellen, dat verdere in-
cïdenteele maatregelen achterwege kunnen
blijven.
De schrijfwijze.
Gelijk op velerlei ander gebied is op dat
van de schrijfwijze van onze taal ordening
gebiedend noodzakelijk.
Het is den minister na voorlichting van
deskundigen gebleken, dat hij aan het be
reiken van een compromis niet behoeft te
wanhopen.
De minister acht voor hen. die het leer
aarsambt begeeren, een bijzondere voorbe
reiding daarvoor naast of na hun weten
schappelijke studiën volstrekt noodzakelijk.
Hij hoopt in staat te zijn in deze richting
het een en ander tot stand te brengen, ook
zonder dat daaruit een verhooging van las
ten voortvloeit.
Het Grieksch is als middel tot het kennen
van de Grieksche cultuur voor de klassieks
op'eiding onmisbaar.
Afschaffing van het staatsexamen valt te
zijner tijd te overwegen; voorshands schijnt
het onmisbaar.
Een herziening van den algemeenen maat
regel van bestuur, regelende de bevoegdhe
den tot het geven van nijverheids-onderwijs
de akte-examens enz. wordt voorbereid.
Penslonneering van
onderwijzers.
De minister heeft opnieuw ln overweging
genomen, of penslonneerlng van onderwij
zers op 60-jarigen leeftijd mogelijk is. Het
vraagstuk is ingewikkeld en moeilijk. De
toestand van jonge onderwijzers zonder
emplooi is echter :n allerlei opzichten be
denkelijk. Alles wat kan worden gedaan om
aan de jongeren meer ruimte geven, moet
worden beproefd.
Tot het bevorderen van het opschorten
van de verplichting om op 1 Januari 1936
het vak lichamelijke oefening bij het lager
onderwijs algemeen in te voeren, zou de
minister alleen kunnen medewerken, indien
inderdaad vaststond, dat uit die verplichting
voor de gemeenten belangrijke financieele
offers zouden voortvloeien. Dit Is echter
vooralsnog niet het geval.
De financieele noodtoestand van verschil
lende orkesten baart den minister veel zorg.
Hij zint op middelen om voor de Instand
houding nieuwe bronnen te vinden. Onge
lukkig moeten die worden aangeboord op
terreinen, waar hij geen rechtstreeksche zeg
genschap heeft.
Mede met. de ln het Voorl. Verslag aan het
woord zijnde leden is hij van oordeel, dat
geen vreemde krachten aan orkesten dienen
te worden verbonden zoolang geschikte land-
genooten aanwezig zijn.
Nadere mededeelingen
over de verklaring van officier
De Vos van Steenwijk.
Aan tafel vertelde
hij alles.
BATAVIA. 27 Februari (Aneta) Naar aan
leiding van verschillende perscommentaren
over het befaamde interview van den heer
De Vos van Steenwijk, handhaaft de directie
van Aneta de verkorte weergave van de eigen
woorden van luitenant De Vos van Steenwijk,
zooals die door Aneta zijn gepubliceerd, vol
ledig.
Teneinde thans elk misverstand op te hef
fen. memoreert Aneta, hoewel ongaarne, den
loop van zaken.
Met toestemming der autoriteiten zond
Aneta met een der oorlogsschepen die uitge
zonden werden om de muiterij aan boord
van de „De Zeven Provinciën" te bedwingen,
een journalist uit, die de verplichting had het
verloop van de muiterij zoo objectief moge
lijk te verslaan. Daartoe hield deze journalist
zich tijdens de actfie tegen de „De Zeven
Provinciën", nauwkeurig aan elk voorschrift
van den eskadercommandant,
Na het vallen van den bom keerde de
journalist aan boord van den torpedojager
„Piet Hein" naar Tandjong Priok terug. Aan
boord van de „Piet Hein" trof hij drie per
sonen aan, die voor een interview in aan
merking kwamen, o.w. de officier. Via den
commandant van de Piet Hein werd aan dien
officier om een interview gevraagd, hetwelk
de commandant weigerde.
Tegen etenstijd verscheen die officier, lui
tenant ter zee derde klasse Baron De Vos
van Steenwijk in de eetzaal, en zette zich
met anderen aan tafel, waarop een gesprek
begon. Metterdaad had de heer De Vos van
Steenwijk geen speciaal interview verleend
doch hij besefte ongetwijfeld dat hij zijn ont
boezemingen luchtte in bijzijn van den hem
aangewezen Aneta-journ'alist. die bovendien
notities maakte en daarenboven bepaalde
vragen stelde, waarop de heer De Vos van
Steenwijk in den breede inging.
Bij de wedergave van dit gesprek door
Aneta aan de pers is alle soberheid betracht,
welke in het belang van den jongen officier
noodzakelijk werd geacht.
Ter adstructie hiervan memoreert Aneta
thans dat de heer De Vos van Steenwijk. toen
hem gevraagd werd. wat nu eigenlijk naar
zijn meening de oorzaak van de muiterij was,
ten antwoord gaf: „de kruidenierspolitiek van
de Indische Regeering"; dat hij toen hem ge
vraagd werd wat de officieren die bij het
uitbreken van de muiterij aan boord waren,
hadden gedaan, verklaarde: „de oudste offi
cier aan boord sloeg op de vlucht en liet alle
jongeren zonder leiding achter", terwijl hij
tenslotte ook scherp critiseerde dat de oudste
officier zelf tegenover de muiters op zijn
eerewoord had verbonden dat de officieren
zich op het achterschip van iedere actie
zouden onthouden.
Al deze uitlatingen, die vlak na de be
dwinging der muiterij sensatie zouden heb
ben gewekt, werden in overeenstemming met
den eisch van objectieve en rustige bericht
geving, die Aneta zich gesteld had, in die
dagen van spanning achterwege gelaten.
In het hospitaal zeide de heer De Vos van
Steenwijk dankbaar te zijn voor de sober
heid. Hij zei echter, dat hij een memorie had
ingediend, waarin hij zijn uitlatingen nader
had verklaard.
De Aneta-journalist vroeg of hij die memo
rie kon inzien, wat de heer De Vos van Steen
wijk. op grond van zijn instructie afwees. Hij
verwees den journalist hiervoor naar het
Departement der Marine, dat onder erken
ning dat deze memorie bestond weigerde de
memorie af te staan wegens het stadium,
waarin het onderzoek zich bevond.
Intusschen wendde de chef van den Marine
staf zich tot enkele bladen, met een brief,
waarin hij insinueerde dat het Interview „ge
fingeerd" was. Eenige uren later verzocht
de kapitein ter zee echter dezen brief „als
niet-geschreven te beschouwen", zulks inge
volge een van den commandant der Zee
macht bekomen opdracht. Aangezien de
„Java-Bode" weigerde aan dit verzoek ge
hoor te geven, werd de kwestie ruchtbaar.
Het „Bat. Nieuwsblad" wijdt aan deze aan
gelegenheid een beschouwing. Het blad ver
klaart volkomen buiten Aneta om op de
hoogte te zijn der feiten, en deelt mede. dat
de heer De Vos van Steenwijk in de eetzaal
vrij uitsprak, in het overigens door niets be
vestigd vermoeden, dat daarvan nooit iets
naar bulten zou komen. Misschien was het
woord „interview" niet op zijn plaats, doch
het gaat hier om de juistheid der verklarin
gen.