Uit Haarlem's Gemeenteraad.
Vicks Hoestbonbons
DONDERDAG 1 MAART 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
6
De eerste suppletoire begrooting 1934 vastgesteld. Alles
hiervan goedgekeurd, behalve afschaffing van het gym
nastiekonderwijs en afschaffing van het spraakonderwijs.
PUNT 2.
Schrijven van B. en W. inzake den finan-
cieelen toestand der gemeente en Suppletoire
begrooting dienst 1934.
Mr. B ij voet (r.k.) zegt bij de begrooting
reeds te hebben verwacht, dat B. en W. met
nadere voorstellen zouden komen om meer
ingrijpende bezuinigingsmaatregelen te ne
men. Spr. behandelt de vraag of de gedane
voorstellen de goedkeuring van den raad kun
nen wegdragen. Zijn B. en W. nu terecht van
oordeel, dat nu reeds de posten uitgaven wer-
loozen en Maatschappelijk Hulpbetoon ver
laagd kunnen worden met behoud der normen,
omdat het aantal werkloozen verminderd is?
Spr. is minder optimistisch. Hij heeft echter
geen bezwaar als die normen gehandhaafd
blijven.
Hij vraagt of er geen andere bezuinigings
objecten zijn dan spraakonderwijs en gym
nastiek. Spr. wijst dan op de post van de pen
sioenen van de afgetreden wethouders. Vaak
ter sprake gekomen in den raad. is deze kwes
tie nog niet tot oplossing gekomen. Na wat er
geschied is in de Kamers ten aanzien van
de pensioenen der Indische ambtenaren, is hij
niet meer van oordeel, dat de pensioenen on
aantastbaar zijn. Hij doet een voorstel om te
onderzoeken in hoeverre het geoorloofd is wij-
zisingen te brengen in die pensioenen ook
r.aniens de heeren Klein Schiphorst, Klein,
Visser en van Tetering.
Een tweede punt is de opheffing van de
Middelbare School voor Meisjes. Namens de
heeren Wolzak, Weustink. Visser en hemzelf
diende hij een voorstel daartoe in.
Hij stelt voorts vragen omtrent de voorge
stelde besparing ten aanzien van ontvanger
en incassodienst.
De heer van Tetering (r.k.) vraagt of
het de bedoeling is het Parkherstellingsoord
in 't vervolg niet meer te steunen of dat er een
andere plaats voor aangewezen wordt.
De heer Boes (V.D.) zegt, dat zijn fractie
steeds aangedrongen heeft op versobering,
waar dat mogelijk is. Dit neemt niet weg, dat
zijn fractie van meening is, dat er op andere
punten zou moeten worden bezuinigd, dan
alleen op onderwijs. Het. wordt hem nu wel
wat erg. Spr. verzet zich niet tegen klassen
van hoogstens 48 leerlingen, doch hij heeft er
bezwaar tegen dat aan een kweekeling de vol
ledige taak wordt opgedragen en dat hij afge
scheept wordt met een toelage. Dit is een groot
gevaar voor onderwijzers en alle ambtenaren.
Met het afvloeien van boventallige leerkrachten
per l Sept. zou hij mee kunnen gaan, doch
niet midden in den cursus.
Als voor de 5e en 6e klas de gymnastiek
leeraar afgeschaft wordt gaat dat onderwijs
naar beneden. De gewone onderwijzers kunnen
dat onderwijs niet zoo goed geven. Hij ver zeL
zich tegen de afschaffing van het gymnastiek
onderwijs.
De heer Keer wolf (s.d.a.p.) acht het ook
een taak van de gemeente de lichamelijke be
langen der kinderen te behartigen, niet alleen
de geestelijke. Het is zeer spijtig, dat B. en W.
met dit voorstel zijn gekomen.
Mevr. Venema (v.b.) zegt sterk voor de
verpachting der bad- en zweminrichtingen te
zijn. evenals haar fractie. Zij is van meening,
dat de huuropzegging aan het Roode Kruis
tegelijk in den raad moest komen met het
voorstel tot verkoop van dien grond, waar het
Parkherstellingsoord nu staat.
Eigenlijk misleidend noemt spr. de cijfers
van 6 a 7 patiënten in het Parkherstellings
oord. Want in Januari speciaal is het aantal
patiënten door allerlei omstandigheden klein
doch nu reeds is het al grooter en wordt steeds
grooter weer tot Juli. Augustus, waarna het
weer zakt. Het Parkherstellingsoord moet be
houden blijven en anders, als het terrein ver
kocht moet worden, zou de gemeente het
Roode Kruis moeten helpen aan een andere
plek. Spr. wijst daarom op een strook van de
Stadskweekerij. die niet groot hoeft te zijn.
De heer Visser (c.h.) zegt, dat belasting-
verhooging voor de gemeente nood lotting zou
zijn. Daarom moet bezuiniging elders gezocht
worden en spr. sluit zich aan bij wat de heer
Bijvoet gezegd heeft. Klassen van 48 leerlin
gen tasten het onderwijs z.i. niet aan. Bezui
niging op het onderwijs betreft niet een deel
van de gemeente, doch de heele gemeente. Hij
vraagt welke bezuinigingen liggen in de kwes
tie van het kantoor van Ontvanger en Incas
sodienst en van de bad- en zweminrichtingen.
Mej. van Vliet (s.d.a.p.) protesteert er
tegen. dat wederom de commissie van Bijstand
voor Maatschappelijk Hulpbetoon niet gehoord
is bij een zoodanige bezuiniging van meer dan
f 79.500. Zij zal telkenmale opnieuw tegen der
gelijke handelingen protesteeren.
De heer Weustink (r.k,) is bitter teleur
gesteld door de bezuinigingen die men wil
aanbrengen bij het lager onderwijs, dat al
voldoende geplukt is. Voor een standenschool
Meisjesschool 1 geeft men veel, terwijl men
san scholen voor het volk zoo min mogelijk
geeft. Spr. is tegen afschaffing van het gym
nastiekonderwijs voor de 5e en 6e klasse. Wil
men het vak blijven behouden, dan moet dat
geschieden door vakonderwijzers. Het is on
verantwoordelijk niet volledig bevoegden ge
legenheid te geven kinderen aan werktuigen
les te geven.
Kweekelingen mogen handreiking verleenen,
maar niet een heele klasse hebben.
Spr. heeft al vaak aangedrongen op bezui
nigingen aan de Middelbare School voor Meis
jes, nooit op afschaffing. Doch nu dringt de
tijd en nu heeft spr. er geen bezwaar tegen. De
school heeft indertijd een belangrijke rol ge
speeld. In den loop der tijden zijn er echter
meer inrichtingen gekomen, waar de meisjes
onderwijs konden krijgen. Uitvoerig motiveert
spr zijn meening, dat nu de school kan ver
dwijnen.
Mevr. Scheitema vraagt inlichtingen
over duistere punten in de suppletoire be-
greoting en voorstellen. Over de bezuiniging
ten aanzien van combinatie van leeszaal en
archief is ook niets aangeduid. Zij zal er haar
stem niet aan hechten omdat het een slag
in de lucht is. Tegen het principe om kwee
kelingen toe te laten zou spr. geen bezwaar
hebben, maar zij wenscht nader te weten,
hoe de belooning zal zijn en op welke wijze
de kweekelingen gebruikt zullen worden enz.
De heer Wolzak (a.-r.) meent, dat met
het hoofdstuk onderwijs het meeste geld ge
moeid is en dat bij bezuinigingen zulk een
hoofdstuk het eerst onder handen wordt ge
nomen. Van de bezuinigingen tot nu toe zijn
nog geen ongelukken gekomen.
De heer Scholl (s.d.a.p.) wijst op de te
geringe toelichting van B. en W. bij de voor
stellen en daarom alleen al zou de raad ze
moeten verwerpen of terug zenden. Ook wijst
hij op het weinige overleg met de commis
sies. Als B. en W. op deze wijze doorgaan,
past spr. er in het vervolg voor om aan het
overleg deel te nemen. De laatste commissie
vergadering heeft spr. dan ook niet meege
maakt, daar hij dienzelfden avond de voor
stellen al thuis had.
Spr. kan zich met de door B. en W. ge
dane voorstellen niet vereenigen. De gren
zen der bezuinigingen zijn reeds overschre
den het onderwijs is reeds geschaad. Kwee
kelingen naast onderwijzers Is een systeem,
nu er zoovelen werkloos rondloopen. doch
kweekelingen met een toelage in plaats van
onderwijzers is een ordinaire methode van
loondruk. Spr. noemt het funest ir. den loop
van den cursus het onderwijs te reorgani-
seeren. Hij wil de voorstellen over het onder
wijs afstemmen.
De heer Peper (communist) zegt, dat alle
voorgestelde voorstellen neerkomen op ver
slechtering in den toestand der arbeidersbe
volking. Zij toe teekenen afbraak en vernie
ling. Hij wijst op onbruikbaar materiaal, voor
beschoeiing aan de Delft, dat meer dan een
half jaar lang daar gelegen heeft.
Wethouder Gerritsz: „Wenscht de heer
Peper, dat ik hier volledig op antwoord? Dan
zal ik volledig antwoorden, doch dan komt
het op uw hoofd neer!"
De heer Peper spreekt zich uit tegen ver
schillende voorstellen over Park herstellings
oord, onderwijs, bad- en zweminrichtingen.
De wethouders aan
het woord.
Wethouder Slingenberg heeft eenige
klanken tijdens deze discussies met spijt ge
hoord. De tekorten, die nu gedekt moeten
worden zijn in November verleden jaar reeds
voorspeld. Hadden B. en W. toen met het
zwaarste moeten komen?
De heer Reinalda: „Ja
Wethouder Slingenberg: „Dan zou de
heer Reinalda mij voor de voeten geworpen
hebben, zooals ook in 1931 is gebeurd, dat ik
het zoo donker mogelijk voorstel, om mijn
bezuinigingsvoorstellen er door te krijgen!"
De heer Reinalda: ,JDat was in 1931 heel
iets anders".
Wethouder Slingenberg aanvaardt het
verwijt niet, dat men in November precies
had moeien meedeelen hoe groot het tekort
zou zijn. Een juiste berekening was toen vol
slagen onmogelijk.
Wanneer de gemeente dit bedrag van
f 280.000 niet kan regelen zal het van boven
af gebeuren met allen aanhang van dezen.
Dan is de gemeente voor een tijdlang lam
geslagen. Het is volgens spr. buitengewoon
onverstandig om tegen deze voorstellen te
stemmen.
Spr. heeft zijn voorstel tot opheffing van
het voorbereidend lager onderwijs in het
college er niet door kunnen krijgen en de
wethouder van onderwijs verklaarde zich te
gen dat voorstel. Dit om de sage uit de we
reld te krijgen dat de wethouder van onder
wijs ja en amen zegt op alles, wat de wet
houder van financiën voorstelt.
Als er een mogelijkheid is te bezuinigen op
de secretairie. zal spr. daar onmiddellijk voor
zijn. Doch hij ziet die kans niet en concrete
voorstellen hebben de voorstanders daarvan
niet gedaan. Zij hebben zich beperkt tot en
kele mededeelingen.
Belastingverhooging zou ernstige gevolgen
hebben. De directie van de belastingen kon
geen cijfers noemen van nu aangegeven,
vroeger verzwegen belastingen. Als er 12 mil-
lioen vermogen in Amsterdam is aangegeven
dan zou dat voor Haarlem 2 millioen zijn.
Dat zou beteekenen f 1000 aan vermogensbe
lasting en f 4000 voor de gemeentefondsbe
lasting. Dit zou een druppel zijn ln een em
mer, al zijn die bedragen welkom.
Er zijn op de begrooting '33 geraamd
f 990.000 aan uitgaven voor den werkloos-
heidsdienst, terwijl er ls uitgegeven f 833.000
Twee weken geleden was het werkloozen-
aantal gedaald met 937 personen op een to
taal van 5800 van vorig jaar. Als voor 1934
de toestand zal blijven als in 1933, en dus de
verbetering, die nu is ingetreden, zou ver
dwijnen, dan nog is de voorgestelde verlaging
volkomen te motiveeren.
Het bedrag, dat de gemeente wil vinden uit
de verpachting van de bad- en zweminrich
tingen bestaat uit twee factoren, nl. uit het
verlies, dat de gemeente heeft als tekort bij
de gemeente-exploitatie, en het bedrag, dat
de gemeente als pacht krijgt. Particuliere
exploitatie (dit op een interruptie van den
heer Visser) is goedkooper dan gemeente
exploitatie en hij wijst tot staving hiervan
op den stadsschouwburg, waarvan 'le pachter
nu reeds ongeveer uit kan komen en het vol
gend jaar. als hij het buffet er bij heeft, ze
ker zal uitkomen.
B. en W. wenschen met een openbare aan
besteding een proef te nemen met die ver
pachting. Er is nog geen pachter en komt er
geen geschikte pachter, dan gaat die verpach
ting niet door. B. en W. zijn van plan den
raad later te laten beoordeelen de concrete
plannen, die na de proefaanbestedlng, zullen
worden aangeboden.
De commissie voor Lichamelijke Opvoeding
wilde een gemengd zonnebad naast de bad
inrichting aan de Kleverlaan maken en de
scheiding tusschen de baden weg nemen.
Van het- Parkherstellingsoord zegt spr., dat
t de bedoeling van B. en W. uitsluitend is de
vrije beschikking te krijgen over het terrein.
alles, wai u verwacht van een
hoestbonbon - medicinaal toebereid
met bestanddeoien van %/|C6Cfi
slechts 55c p.doosje\ fVapoRub
(Adv. Ingez. MedJ
Benoemingen.
Voordat de middagzitting gesloten wordt,
gaat de raad over tot de benoemingen. Be
noemd worden:
tot directeur van de le Hoogere Burger
school B met 5 jarigen cursus 'vacature ir.
C G. H van Mourik Broekman) dr. W.
van den Berg. conrector aan het Gymnasium
te Haarlem:
tot tijdelijk leeraar in het teekenen aan
het Gymnasium de heer J. A. van der Boom
te Haarlem;
Tot leden der met 1 Maart a.s ingestelde
commissies tot wering van schoolverzuim de
heeren E. Geerts Wzn., W. G. F. Sant. E. de
Groot, W. J. Speller en J. W. v. Hezel (com
missie A) en de heeren H. W. de Rijk, R. M.
v. d. Hart, H. de Vries, C. M. J. Baas en D.
W. Miezerus (commissie B).
Hierna wordt de vergadering geschorst tot
des avonds.
AVONDZITTING.
Wethouder Gerritsz bestreed de mee
ning, als zou op de secretarie te bezuinigen
zijn. Er Ls te veel werk voor vermindering
van personeel. In deze richting levert bezui
niging niets op- B. en W. zullen het voorstel
tot onderzoek van verlaging der wethouders
pensioenen overnemen en er later dus met
een prae-advies over in den raad komen.
Spr. is het niet eens met enkele punten,
o.a. bezuiniging op het spraakonderwijs. Op
andere wijs zou men aan dat geld kunnen
komen door de post onvoorzien iets te ver
lagen
Wat het Farknerstellingsoord betreft, dit
zal op de huidige plaats niet kunnen blijven.
Andere plaatsen zouden te vinden zijn, en de
exploitatie van het Herstellingsoord zou door
gezet kunnen worden.
De heer Peper maakte aanmerking op de
wijze van huishouding door Openbare Wer
ken. Wethouder Gerritsz maakt aanmerking
op de ergerlijke wijze, waarop de zegsman
van den heer Peper, die op tegemoetkomen
de wijze is behandeld, deze schuld tracht af
te schuiven op openbare Werken. In de com
missie zal spr. er meer van zeggen.
De Tram Maatschappij gaat niet over tot
het wegnemen van de 6 paar rails op het
Stationsplein, zoodat het vermorsen zou zijn
van de f 50.000 om nu over te gaan tot asfal
teering. Andere werken heeft men op het
oog, het omhoogbrengen van den weg aan
de Zandvoortschelaan. Zooveel mogelijk
wordt getracht werk te vinden. De zaak van
het Venvulft hangt samen met andere kwes
ties. maar onderzocht wordt de financieele
kant (f 30.000) en ook de kwestie van as
falteeren van den Zijlweg van Julianalaan
tot de grens van overveen. B.'en W. hebben
besloten ten aanzien van Hout on Plantsoe
nen een proef te nemen met het te werkstellen
van werkloozent
Als het gelukt deze werken uit ite voe
ren, dan hebben die een belangrijken in
vloed op het verminderen der werkloosheid.
Ten aanzien van de industrie zal het echter
moeilijk zijn.
Wethouder Roodenburg beantwoordt
de critiek, die uitgeoefend is op de voorge
stelde bezuinigingen van het onderwijs. Men
moet zoo weinig mogelijk bezuinigen op de
hoofdstukken voor steun aan werkloozen en
op de uitgaven van Maatschappelijk Hulp
betoon. En dat zal niemand ook willen. Bij
onderwijs kan bijna geen bezuiniging voor
komen, of de raad moet eraan te pas ko
men. Daarom heeft onderwijs de schijn te
gen zich. Spr. heeft de overtuiging, dat men
de eerste jaren nog wel in moeilijkheden zal
blijven zitten.
Spr. bespreekt, voorts het voorstel om het
maximum aantal leerlingen voor het lager
onderwijs op 48 te stellen. Het college stelt
dit voor. doch het beteekent niet. dat er 48
leerlingen in elke klasse gezet zullen worden,
alleen, dat de mogelijkheid daartoe geopend
wordt voor gevallen als het noódig is. Deze
zaak is in de commissie behandeld en daarna
pas vastgesteld door B. en W., zoodat de heer
Scholl ongelijk heeft met zijn bewering.
Men is hiertoe gekomen om de bovental
lige onderwijzers af te voeren. Als in Haar
lem één boventallige onderwijzer is, dan heeft
het bijzonder onderwijs in Haarlem óók recht
op een boventallige onderwijskracht. In de
hoogere klassen zitten minder leerlingen,
zoodat de mogelijkheid open moet zijn om
de lagere klassen voller te maken.
Het stelsel kweekeling-met-acte is niet los
te maken van het plan tot afschaffing van
boventallige leerkrachten. Nu leeft men in
een' overgangsperiode, waarin men boven
tallige leerkrachten houdt. Die periode moet
zoo kort mogelijk zijn.
Kweekelingen-met-acte worden tijdelijk
aangehouden en loonbedervers zijn het niet.
Het aantal moet zoo spoedig mogelijk tot nul
teruggebracht worden, omdat dit een over
gangsmaatregel is.
Mevr. Ma ar sc ha 11: „Een kweekeling
met acte is geen kweekeling meer!"
Wethouder Roodenburg verklaart dan
dat het spraakonderwijs niet afgeschaft
wordt, doch het aantal cursussen vermin
derd. Bij het toelaten tot de cursussen wordt
strenger toezicht gehouden. Wat de afschaf
fing van het vakonderwijs betreft, spr. geeft
direct toe. dat er gewone onderwijzers zijn,
die geen gymnastiek kunnen geven. Maar dan
zal men kunnen ruilen met hen, die het wel
kunnen. Doch B. en W, stellen voor cursus
sen voor de onderwijzers te geven. Als de be
lastingen niet verhoogd moeten worden, moet
er versobering komen. Het is niet aange
naam het vakonderwijs af te schaffen, maar
men moet zich die versoberingen getroos
ten.
Spr. acht het onjuist een voorstel aan te
nemen tot afschaffing van de Middelbare
School voor Meisjes. Het instituut vakonder
wijs zal met één raadsbesluit weer terug
kunnen komen, en dit zal niet gaan met de
middelbare Meisjesschool. Dan zou men ook
de meisjes niet meer naar een speciale
m e i s j es school kunnen zenden. Deze op
heffing zou afbraak zijn. B en W. zullen dit
voorstel gaarne in prae-advies nemen.
Spr. is geen voorstander van de verpach
ting van bad- en zweminrichtingen. Het
voordeel voor de gemeente ziet spr. niet in,
Wethouder Roodenburg zegt dan dat de meer
derheid der commissie tegen uitbreiding van
de inrichting aan de Delft met een zonne
bad is.
Wethouder Van Liemt onderschrijft de
uiteenzetting van den wethouder van finan
ciën ten volle. Hij bespreekt vervolgens enkele
gevallen, die de heer Castricum aangehaald
heeft als critiek op het werken van Maat
schappelijk Hulpbetoon.
Spr, erkent gaarne, dat de commissie voor
Maatschappelijk Hulpbetoon weinig bij elkaar
komt. Men moest toch onderwerpen hebben
om te bespreken. En het onderhavige acht
hij geen geschikt onderwerp.
De heeren Bijvoet. Castricum e.a. dienen
een voorstel in tot aanhouding van het punt:
besparing bij het kantoor van den Ontvanger
en Incassodienst.
De tweede ronde.
De heer Westerveld zegt, dat een
kweekeling met acte geen kweekeling meer
is. Het systeem beteekent dus het drukken
van loon. Zoo'n loondruk zou bij andere
diensten dan onderwijs onmogelijk zijn. Voor
stellen tot bezuinigingen bij de secretarie
kunnen alleen komen van hen, die achter de
schermen kijken. Het is het erge. dat men
alleen op onderwijs bezuinigen wil.
Spr. hoopt, dat B. en W. het voorstel inzake
het Park'nerstellingsoord zullen wijzigen in
dien zin. dat het zal luiden: tot verplaatsing
van het oord.
De heer Reinalda (S.D.A.P.) m^.akt be
zwaar tegen de methoden, ten aanzien van
de begrooting op spraakonderwijs, omdat
het practisch neerkomt op het krijgen van
zulk onderwijs door hen, die het kunnen be
talen, doch op het gespeend zijn van dat
onderwijs van arbeiderskinderen.
De heer Weustink betoogt nogmaals,
dat de Middelbare school voor Meisjes een
groote last is voor de gemeente. De ophef
fing zou niet plotseling moeten gebeuren,
doch geleidelijk.
De voorzitter merkt op, dat het voor
stel in prae-advies is genomen en dat de be
sprekingen dus beter later voortgezet zullen
kunnen worden.
De heer Baas dringt aan op aanhouding
van het punt inzake den Incassodienst.
De heer Oversteegen critiseert de
maatregelen van de regeering ten opzichte
van steun, welke regeering door B. en W. en
de meerderheid van den raad gesteund
wordt.
Als spr. dan spreekt over de uithongering
van de arbeiders, hamert de voorzitter eenige
malen. De heer Oversteegen houdt vol
dat het waar is. Hij zegt dan dat de heer
Visser in de vorige vergadering een voorstel
heeft ingediend om te laten werken voor den
steun. Dat is met hoongelach ontvangen en
nu spreekt de wethouder er zelf over.
De heer V a n D a m (V. D.) is zich volkomen
bewust (evenals allen) van den nood in de
gezinnen der werkloozen. Maar spr. is zich
ook bewust, dat er bij sommigen gemis be
staat aan waardeering voor de offers, die de
anderen zich moeten getroosten om den
werkloozen een zij het dan ook minimum be
staansmogelijkheid te geven.
De heer Kuiper (R.K.) betoogt, dat men
af moet blijven van de steunnormen voor
de werkloozen. Dit wordt nu ook gedaan en
deze worden niet aangetast. In Nederland,
verklaart spr.. wordt op voorbeeldige wijze
voor de werkloozen gezorgd. Per jaar worden
aan allerlei werkloozenzorg bedragen van
150 a 160 millioen gulden besteed. Het is niet
waar, dat de regeering de werkloozen aan den
honger prijsgeeft, zooals de heer Overstee
gen zei. De werklooze arbeiders hier hebben
het beter dan de arbeiders in de Sovjet.
De heer Oversteegen: „Praatjes voor
de vaak!"
De heer Kuiper sluit zich dan aan bij
wat de heer van Dam zei.
De heer Boes is niet overtuigd door de
verdediging door den wethouder Roodenburg
van het voorstel tot afschaffing der gymnas
tiek leeraars.
Wethouder Slingenberg zegt, dat B
en W. zich op het standpunt stellen dat er
centralisatie van de centrale kas. ontvanger
en incasso moet komen. De heer de Klerk had
zich eerst bereid verklaard ontslag te nemen,
doch is hier later op teruggekomen. Maar het
doel tot centralisatie houden B. en W. voor
oogen. Spr. verdedigt het eenvoudige voorstel
ten aanzien van het kantoor van den Ont
vanger en Incassodienst en hij begrijpt niet.
dat er oppositie tegen komt. B. en W. stellen
er prijs op, als dit voorstel nu in behande
ling komt.
De bedoeling van B. en W. is het terrein
van het Parkherstellingsoord vrij te krijgen
en daarvoor is opzegging van de huur noodig.
Dan kan het Roode Kruis zoeken naar een
ander terrein en dan zullen B. en W. mede
werking verleenen. Mocht de termijn tot 1
Juni niet voldoende zijn ,dan zou die nog ver
lengd kunnen worden met een maand bijv.
Wethouder Gerritsz betoogt dan dat
het kaarten, wat de heer Westerveld heeft
aangehaald, bestond uit knobelen aan het
eind van den dag wat echter streng gestraft
is.
De methode door de heeren Peper en Over
steegen toegepast, is volgens spr., het ver
spreiden van gezegden van tegenstanders,
die dezen niet gezegd hebben, doch die ge
noemde heeren hun in den mond gelegd
hebben. Spr. zegt dan, dat wat betreft de
kwestie van werken voor steun, dit een proef
betreft met 8 of 9 menschen welke proef vol
gens spr. wel ongunstig zal uitvallen. Dit ge
beurt alleen om menschen het leegloopen te
besparen. Spr. waarschuwt tegen de meening
der communisten, als zouden de arbeiders den
niet-parlementairen weg moeten bewandelen.
Wethouder van Liemt betuigt zijn spijt
over de voorstelling van zaken die de heer
Castricum geeft over de behandeling der
werkloozen als zouden die het hier slechter
hebben dan elders. Spr. raadt den heer Cas
tricum aan eens elders te informeeren.
Stemmingen.
Thans komt in behandeling het voorstel
van den heer Bijvoet tot aanhouding van de
kwestie der besparing van het kantoor van
den Ontvanger en Incassodienst. Het wordt
verworpen met 25—11 stemmen.
De beide andere voorstellen van den heer
Bijvoet zijn in handen van B. en W. om prae-
advies. Ook het Dinsdag ingediende voorstel
van den heer Bijvoet en anderen om het Ge
meentelijk Concertgebouw te verpachten.
Het voorstel B. en W. tot opzegging der
huur van het terrein aan den Rijksstraatweg,
het Parkherstellingsoord, wordt aangenomen.
Het voorstel B. en W. tot intrekking van het
raadsbesluit tot toekenning van geldelijken
steun voor privaat spraakonderwijs aan kin
deren wordt verworpen met 20—16 stemmen
Het voorstel B. en W. tot openbare verpach
ting van de gemeentelijke bad- en zwem-in-
richtingen wordt met 2214 stemmen aange
nomen. Het voorstel van B. en W. tot wijzi
ging van het reglement voor de scholen van
het Openbaar Onderwijs wordt aangenomen
met 2313 stemmen.
De heer Reinalda doet dan een voorstel om
het vakonderwijs ook in de 5de en 6de klasse
niet af te schaffen (een post van f 1000) welk
voorstel met 2610 stemmen wordt aangeno
men.
De suppletoire begrooting wordt voorts
goedgekeurd. Alles ls dus aangenomen,
behalve de afschaffing van het vakonder
wijs in de 5e klasse en het afschaffen
van steun voor privaat spraakonderwijs.
Wethouder Slingenberg deelt mee,
dat de bedragen hiervoor (f 1600) nu van
Onvoorzien worden gehaald.
Over 14 dagen zal de agenda vervolgd wor
den.
In behandeling zullen dan komen:
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaaist of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
MODERNE MUZIEK.
Heemstede, 21 Febr. 1934
Zeer geachte heer Peereboom,
Zooals meestal las ik met instemming Uw
datumstuk van d.d. 20 Februari en hoop, dat
met mij nog zeer velen zullen begrijpen het
ontzettende, dat daaruit tot ons, tot nu toe nog
grootendeels nuchtere Hollanders, spreekt.
Echter hebt U ook daarin iets gezegd, dat
mij zeker waard leek er eens een andere mee
ning over te laten hooren.
Het betreft voor U wellicht een kleinigheid
en in de strekking van Uw stuk is het zeker
slechts een détail.
Voor mij heeft het uit den aard der zaak,
jong musicus zijnde, een grootere beteekenis.
U stelt naast de vele weerzinwekkende
dingen van dezen tijd ook de z.g. serieuze
moderne muziek, noemt het in dit verband
een soortgelijk verschijnsel. Dit nu lijkt mij
een misverstand.
Ten opzichte van de Jazz ben ik geheel Uw
meening toegedaan en zie de Jazz-enthousias-
ten als die menschen. die in hun kamer slechts
de gedrochtelij kste exotische planten plaatsen
en de stille schoonheid van hun meer in-
heemsche planten niet zien, die zich slechts
bij wijze van spreken zouden willen voeden
met specerijen.
Neen. werkelijke Kunst groeit op uit de
maatschappij, de bnze en niet die der negers
is de reactie van den mensch op de tijdsom
standigheden, vertolkt gemeenschappelijke,
ieder mensch eigen gevoelstoestanden, gekris
talliseerd in den enkeling, die de beste dispo
sitie heeft dit uit te spreken.
En dacht U nu, dat een diep en fijnvoelend
kunstenaar in deze verschrikkelijke tijden
aangenaam aandoende muziek zou kunnen
schenken? Muziek heeft toch ook wel een an
dere waarde dan amusement alleen? Zou een
dergelijk componist niet of wel in een totaal
andere wereld zijn geestesleven hebben of zou
hij bewust een leugenaar, een veinzer moeten
zijn?
Het is de fatale tweespalt, die heerscht tus
schen een amusement, een tijdelijk vergeten
van alle dagelijksche akeligheden verlangend
publiek eenerzijds, een schreeuwende gepij
nigde kunstuiting anderzijds, welke pas naar
waarde beoordeeld kan worden als een andere
tijd. een tijd waar men zonder dit als werke
lijkheid te moeten voelen, zal zijn aangebro
ken.
Nu zou ik verder nog kunnen uitweiden
over het intellect dat de hedendaagsche mu
ziek ook ziet als volkomen theoretisch ge
rechtvaardigd.
Maar misschien komen vandaag of morgen
de kunstproducten van onze Oostelijke huur
lieden de zoo verlangde „zuivere drieklank"
brengen, dezelfde die tusschen 1400 en 1500
een storm van protest tegen zulk een wan
klank deed opgaan.
En wie garandeert hun innerlijke zuiverheid
naast hun schoone uiterlijke kleedij?
Laten wij tevreden zijn, dat onze heden
daagsche componisten den schijn van waar-,
heid, oprechtheid mee hebben, hoewel er ze
ker zooals te allen tijde veel meeloopers on
der hen schuilen.
Dezulke te onthullen is helaas niet ons hui
dige geslacht beschoren en we kunnen met
recht zeggen „de tijd zal het leeren".
Als de tijd dan ook beter, de maatschappij
verhoudingen zuiverder worden, dan zal ook
de muze schooner klanken brengen.
Vriendelijk dankzeggend voor de verleende
plaatsruimte,
FRED LUYKEN
Koediefslaan 12
B ij s c h r i f t,
In het bewuste artikel heb ik het, wat de
moderne muziek betreft, alleen gehad over
,de combinatie van een toonladder in c en
een toonladder in cis". Daarmee wordt toch
niet alle serieuze moderne muziek aangeduid!
Gelukkig niet. Er zijn vele nieuwe werken
van gansch verschillende structuur, waarvan
anderen en ik plegen te genieten. Maar dat
bedoelde genre blijft mij te erg. Er zijn er,
naar ik hoor, onder zijn exponenten al ver
schillenden die vriendelijker wegen zijn gaan
bewandelen, en dat zou kunnen aantoonen
dat dit tijdsbeeld zich reeds wijzigt.
Met den inzender ben ik het volmaakt eens
dat muziek een andere waarde heeft dan
amusement alleen. Maar die andere waarde
moet, voor mijn begrip, verheffend zijn.
schoonheid openbaren, en geen kwelling
wordenvaak alléén maar een kwelling,
op basis van de gecombineerde toonladders in
en cis.
R. P.
PUNT 18.
Voorstel tot afwijzing van het verzoek van
mej. R. B. de Jong inzake toepassing wacht
geldregeling.
PUNT 19.
Nadere vaststelling der reglementen voor
ambtenaren, werklieden- en politiepersoneel
en vaststelling der bepalingen voor onder
wijzend personeel.
En voorts de vragen van den heer Visser en
anderen.
DE HOUDING VAN HET PUBLTEK
BIJ EEN ARRESTATIE.
Geachte redactie,
Naar aanleiding van een voorval dat een
dezer dagen plaats vond zag Ik gaarne deze
regelen in uw blad geplaatst, waarvoor bij
voorbaat mijn dank.
Het geval droeg zich als volgt voor. De
stratenmaker C. Ruijgrok wonende Fabri-
ciusstraat 9, alhier, was werkzaam in de
Amsterdamstraat toen plotseling geroep
klonk: „Houdt den dief!" Hij zag hoe een
man zich vlug uit de voeten maakte met
een nieuw damesrijwiel dat even van te
voren tegen een gevel geplaatst was. R. aar
zelde geen oogenblik zoo snel mogelijk den
dief te volgen en mocht ook weldra het ge
noegen smaken den man bij de kraag te
nemen. Maar nu had hij buiten den waard
in dit geval het publiek gerekend,
hetwelk het opnam voor den dief, zoodat
R. zich genoodzaakt zag hem weer te laten
ontsnappen. Ik vraag me af, was er niemand
onder dit publiek van wien nog nooit een
fiets gestolen was? Als dit het geval is. ware
het te wenschen dat zij spoedig zelf ook
eens het slachtoffer werden van den zou
men tenminste denken zoo algemeen ge-
vreesden „zwijntjesjager".
Gelukkig was genoemde stratenmaker onder
nemend genoeg om te trachten den ontsnap
ten dief nogmaals te pakken te krijgen, wat
hem ook gelukte. Thans had hij het voor
deel dat juist een agent passeerde aan wien
hij zijn arrestant kon overgeven.
Aan het flink optreden van R. hebben we
tenslotte te danken dat Haarlem voorloopig
van een rijwieldief is verlost; maar
tevens leert ons dit voorval dat
bij het verleenen van hulp ter bestrijding
van de misdaad wij niet behoeven te rekenen
op medewerking van het publiek, dat er het
slachtoffer van wordt.
ABONNé.