Uit Haarlem's Gemeenteraad. Vicks Hoestbonbons DONDERDAG 1 MAART 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 6 De eerste suppletoire begrooting 1934 vastgesteld. Alles hiervan goedgekeurd, behalve afschaffing van het gym nastiekonderwijs en afschaffing van het spraakonderwijs. PUNT 2. Schrijven van B. en W. inzake den finan- cieelen toestand der gemeente en Suppletoire begrooting dienst 1934. Mr. B ij voet (r.k.) zegt bij de begrooting reeds te hebben verwacht, dat B. en W. met nadere voorstellen zouden komen om meer ingrijpende bezuinigingsmaatregelen te ne men. Spr. behandelt de vraag of de gedane voorstellen de goedkeuring van den raad kun nen wegdragen. Zijn B. en W. nu terecht van oordeel, dat nu reeds de posten uitgaven wer- loozen en Maatschappelijk Hulpbetoon ver laagd kunnen worden met behoud der normen, omdat het aantal werkloozen verminderd is? Spr. is minder optimistisch. Hij heeft echter geen bezwaar als die normen gehandhaafd blijven. Hij vraagt of er geen andere bezuinigings objecten zijn dan spraakonderwijs en gym nastiek. Spr. wijst dan op de post van de pen sioenen van de afgetreden wethouders. Vaak ter sprake gekomen in den raad. is deze kwes tie nog niet tot oplossing gekomen. Na wat er geschied is in de Kamers ten aanzien van de pensioenen der Indische ambtenaren, is hij niet meer van oordeel, dat de pensioenen on aantastbaar zijn. Hij doet een voorstel om te onderzoeken in hoeverre het geoorloofd is wij- zisingen te brengen in die pensioenen ook r.aniens de heeren Klein Schiphorst, Klein, Visser en van Tetering. Een tweede punt is de opheffing van de Middelbare School voor Meisjes. Namens de heeren Wolzak, Weustink. Visser en hemzelf diende hij een voorstel daartoe in. Hij stelt voorts vragen omtrent de voorge stelde besparing ten aanzien van ontvanger en incassodienst. De heer van Tetering (r.k.) vraagt of het de bedoeling is het Parkherstellingsoord in 't vervolg niet meer te steunen of dat er een andere plaats voor aangewezen wordt. De heer Boes (V.D.) zegt, dat zijn fractie steeds aangedrongen heeft op versobering, waar dat mogelijk is. Dit neemt niet weg, dat zijn fractie van meening is, dat er op andere punten zou moeten worden bezuinigd, dan alleen op onderwijs. Het. wordt hem nu wel wat erg. Spr. verzet zich niet tegen klassen van hoogstens 48 leerlingen, doch hij heeft er bezwaar tegen dat aan een kweekeling de vol ledige taak wordt opgedragen en dat hij afge scheept wordt met een toelage. Dit is een groot gevaar voor onderwijzers en alle ambtenaren. Met het afvloeien van boventallige leerkrachten per l Sept. zou hij mee kunnen gaan, doch niet midden in den cursus. Als voor de 5e en 6e klas de gymnastiek leeraar afgeschaft wordt gaat dat onderwijs naar beneden. De gewone onderwijzers kunnen dat onderwijs niet zoo goed geven. Hij ver zeL zich tegen de afschaffing van het gymnastiek onderwijs. De heer Keer wolf (s.d.a.p.) acht het ook een taak van de gemeente de lichamelijke be langen der kinderen te behartigen, niet alleen de geestelijke. Het is zeer spijtig, dat B. en W. met dit voorstel zijn gekomen. Mevr. Venema (v.b.) zegt sterk voor de verpachting der bad- en zweminrichtingen te zijn. evenals haar fractie. Zij is van meening, dat de huuropzegging aan het Roode Kruis tegelijk in den raad moest komen met het voorstel tot verkoop van dien grond, waar het Parkherstellingsoord nu staat. Eigenlijk misleidend noemt spr. de cijfers van 6 a 7 patiënten in het Parkherstellings oord. Want in Januari speciaal is het aantal patiënten door allerlei omstandigheden klein doch nu reeds is het al grooter en wordt steeds grooter weer tot Juli. Augustus, waarna het weer zakt. Het Parkherstellingsoord moet be houden blijven en anders, als het terrein ver kocht moet worden, zou de gemeente het Roode Kruis moeten helpen aan een andere plek. Spr. wijst daarom op een strook van de Stadskweekerij. die niet groot hoeft te zijn. De heer Visser (c.h.) zegt, dat belasting- verhooging voor de gemeente nood lotting zou zijn. Daarom moet bezuiniging elders gezocht worden en spr. sluit zich aan bij wat de heer Bijvoet gezegd heeft. Klassen van 48 leerlin gen tasten het onderwijs z.i. niet aan. Bezui niging op het onderwijs betreft niet een deel van de gemeente, doch de heele gemeente. Hij vraagt welke bezuinigingen liggen in de kwes tie van het kantoor van Ontvanger en Incas sodienst en van de bad- en zweminrichtingen. Mej. van Vliet (s.d.a.p.) protesteert er tegen. dat wederom de commissie van Bijstand voor Maatschappelijk Hulpbetoon niet gehoord is bij een zoodanige bezuiniging van meer dan f 79.500. Zij zal telkenmale opnieuw tegen der gelijke handelingen protesteeren. De heer Weustink (r.k,) is bitter teleur gesteld door de bezuinigingen die men wil aanbrengen bij het lager onderwijs, dat al voldoende geplukt is. Voor een standenschool Meisjesschool 1 geeft men veel, terwijl men san scholen voor het volk zoo min mogelijk geeft. Spr. is tegen afschaffing van het gym nastiekonderwijs voor de 5e en 6e klasse. Wil men het vak blijven behouden, dan moet dat geschieden door vakonderwijzers. Het is on verantwoordelijk niet volledig bevoegden ge legenheid te geven kinderen aan werktuigen les te geven. Kweekelingen mogen handreiking verleenen, maar niet een heele klasse hebben. Spr. heeft al vaak aangedrongen op bezui nigingen aan de Middelbare School voor Meis jes, nooit op afschaffing. Doch nu dringt de tijd en nu heeft spr. er geen bezwaar tegen. De school heeft indertijd een belangrijke rol ge speeld. In den loop der tijden zijn er echter meer inrichtingen gekomen, waar de meisjes onderwijs konden krijgen. Uitvoerig motiveert spr zijn meening, dat nu de school kan ver dwijnen. Mevr. Scheitema vraagt inlichtingen over duistere punten in de suppletoire be- greoting en voorstellen. Over de bezuiniging ten aanzien van combinatie van leeszaal en archief is ook niets aangeduid. Zij zal er haar stem niet aan hechten omdat het een slag in de lucht is. Tegen het principe om kwee kelingen toe te laten zou spr. geen bezwaar hebben, maar zij wenscht nader te weten, hoe de belooning zal zijn en op welke wijze de kweekelingen gebruikt zullen worden enz. De heer Wolzak (a.-r.) meent, dat met het hoofdstuk onderwijs het meeste geld ge moeid is en dat bij bezuinigingen zulk een hoofdstuk het eerst onder handen wordt ge nomen. Van de bezuinigingen tot nu toe zijn nog geen ongelukken gekomen. De heer Scholl (s.d.a.p.) wijst op de te geringe toelichting van B. en W. bij de voor stellen en daarom alleen al zou de raad ze moeten verwerpen of terug zenden. Ook wijst hij op het weinige overleg met de commis sies. Als B. en W. op deze wijze doorgaan, past spr. er in het vervolg voor om aan het overleg deel te nemen. De laatste commissie vergadering heeft spr. dan ook niet meege maakt, daar hij dienzelfden avond de voor stellen al thuis had. Spr. kan zich met de door B. en W. ge dane voorstellen niet vereenigen. De gren zen der bezuinigingen zijn reeds overschre den het onderwijs is reeds geschaad. Kwee kelingen naast onderwijzers Is een systeem, nu er zoovelen werkloos rondloopen. doch kweekelingen met een toelage in plaats van onderwijzers is een ordinaire methode van loondruk. Spr. noemt het funest ir. den loop van den cursus het onderwijs te reorgani- seeren. Hij wil de voorstellen over het onder wijs afstemmen. De heer Peper (communist) zegt, dat alle voorgestelde voorstellen neerkomen op ver slechtering in den toestand der arbeidersbe volking. Zij toe teekenen afbraak en vernie ling. Hij wijst op onbruikbaar materiaal, voor beschoeiing aan de Delft, dat meer dan een half jaar lang daar gelegen heeft. Wethouder Gerritsz: „Wenscht de heer Peper, dat ik hier volledig op antwoord? Dan zal ik volledig antwoorden, doch dan komt het op uw hoofd neer!" De heer Peper spreekt zich uit tegen ver schillende voorstellen over Park herstellings oord, onderwijs, bad- en zweminrichtingen. De wethouders aan het woord. Wethouder Slingenberg heeft eenige klanken tijdens deze discussies met spijt ge hoord. De tekorten, die nu gedekt moeten worden zijn in November verleden jaar reeds voorspeld. Hadden B. en W. toen met het zwaarste moeten komen? De heer Reinalda: „Ja Wethouder Slingenberg: „Dan zou de heer Reinalda mij voor de voeten geworpen hebben, zooals ook in 1931 is gebeurd, dat ik het zoo donker mogelijk voorstel, om mijn bezuinigingsvoorstellen er door te krijgen!" De heer Reinalda: ,JDat was in 1931 heel iets anders". Wethouder Slingenberg aanvaardt het verwijt niet, dat men in November precies had moeien meedeelen hoe groot het tekort zou zijn. Een juiste berekening was toen vol slagen onmogelijk. Wanneer de gemeente dit bedrag van f 280.000 niet kan regelen zal het van boven af gebeuren met allen aanhang van dezen. Dan is de gemeente voor een tijdlang lam geslagen. Het is volgens spr. buitengewoon onverstandig om tegen deze voorstellen te stemmen. Spr. heeft zijn voorstel tot opheffing van het voorbereidend lager onderwijs in het college er niet door kunnen krijgen en de wethouder van onderwijs verklaarde zich te gen dat voorstel. Dit om de sage uit de we reld te krijgen dat de wethouder van onder wijs ja en amen zegt op alles, wat de wet houder van financiën voorstelt. Als er een mogelijkheid is te bezuinigen op de secretairie. zal spr. daar onmiddellijk voor zijn. Doch hij ziet die kans niet en concrete voorstellen hebben de voorstanders daarvan niet gedaan. Zij hebben zich beperkt tot en kele mededeelingen. Belastingverhooging zou ernstige gevolgen hebben. De directie van de belastingen kon geen cijfers noemen van nu aangegeven, vroeger verzwegen belastingen. Als er 12 mil- lioen vermogen in Amsterdam is aangegeven dan zou dat voor Haarlem 2 millioen zijn. Dat zou beteekenen f 1000 aan vermogensbe lasting en f 4000 voor de gemeentefondsbe lasting. Dit zou een druppel zijn ln een em mer, al zijn die bedragen welkom. Er zijn op de begrooting '33 geraamd f 990.000 aan uitgaven voor den werkloos- heidsdienst, terwijl er ls uitgegeven f 833.000 Twee weken geleden was het werkloozen- aantal gedaald met 937 personen op een to taal van 5800 van vorig jaar. Als voor 1934 de toestand zal blijven als in 1933, en dus de verbetering, die nu is ingetreden, zou ver dwijnen, dan nog is de voorgestelde verlaging volkomen te motiveeren. Het bedrag, dat de gemeente wil vinden uit de verpachting van de bad- en zweminrich tingen bestaat uit twee factoren, nl. uit het verlies, dat de gemeente heeft als tekort bij de gemeente-exploitatie, en het bedrag, dat de gemeente als pacht krijgt. Particuliere exploitatie (dit op een interruptie van den heer Visser) is goedkooper dan gemeente exploitatie en hij wijst tot staving hiervan op den stadsschouwburg, waarvan 'le pachter nu reeds ongeveer uit kan komen en het vol gend jaar. als hij het buffet er bij heeft, ze ker zal uitkomen. B. en W. wenschen met een openbare aan besteding een proef te nemen met die ver pachting. Er is nog geen pachter en komt er geen geschikte pachter, dan gaat die verpach ting niet door. B. en W. zijn van plan den raad later te laten beoordeelen de concrete plannen, die na de proefaanbestedlng, zullen worden aangeboden. De commissie voor Lichamelijke Opvoeding wilde een gemengd zonnebad naast de bad inrichting aan de Kleverlaan maken en de scheiding tusschen de baden weg nemen. Van het- Parkherstellingsoord zegt spr., dat t de bedoeling van B. en W. uitsluitend is de vrije beschikking te krijgen over het terrein. alles, wai u verwacht van een hoestbonbon - medicinaal toebereid met bestanddeoien van %/|C6Cfi slechts 55c p.doosje\ fVapoRub (Adv. Ingez. MedJ Benoemingen. Voordat de middagzitting gesloten wordt, gaat de raad over tot de benoemingen. Be noemd worden: tot directeur van de le Hoogere Burger school B met 5 jarigen cursus 'vacature ir. C G. H van Mourik Broekman) dr. W. van den Berg. conrector aan het Gymnasium te Haarlem: tot tijdelijk leeraar in het teekenen aan het Gymnasium de heer J. A. van der Boom te Haarlem; Tot leden der met 1 Maart a.s ingestelde commissies tot wering van schoolverzuim de heeren E. Geerts Wzn., W. G. F. Sant. E. de Groot, W. J. Speller en J. W. v. Hezel (com missie A) en de heeren H. W. de Rijk, R. M. v. d. Hart, H. de Vries, C. M. J. Baas en D. W. Miezerus (commissie B). Hierna wordt de vergadering geschorst tot des avonds. AVONDZITTING. Wethouder Gerritsz bestreed de mee ning, als zou op de secretarie te bezuinigen zijn. Er Ls te veel werk voor vermindering van personeel. In deze richting levert bezui niging niets op- B. en W. zullen het voorstel tot onderzoek van verlaging der wethouders pensioenen overnemen en er later dus met een prae-advies over in den raad komen. Spr. is het niet eens met enkele punten, o.a. bezuiniging op het spraakonderwijs. Op andere wijs zou men aan dat geld kunnen komen door de post onvoorzien iets te ver lagen Wat het Farknerstellingsoord betreft, dit zal op de huidige plaats niet kunnen blijven. Andere plaatsen zouden te vinden zijn, en de exploitatie van het Herstellingsoord zou door gezet kunnen worden. De heer Peper maakte aanmerking op de wijze van huishouding door Openbare Wer ken. Wethouder Gerritsz maakt aanmerking op de ergerlijke wijze, waarop de zegsman van den heer Peper, die op tegemoetkomen de wijze is behandeld, deze schuld tracht af te schuiven op openbare Werken. In de com missie zal spr. er meer van zeggen. De Tram Maatschappij gaat niet over tot het wegnemen van de 6 paar rails op het Stationsplein, zoodat het vermorsen zou zijn van de f 50.000 om nu over te gaan tot asfal teering. Andere werken heeft men op het oog, het omhoogbrengen van den weg aan de Zandvoortschelaan. Zooveel mogelijk wordt getracht werk te vinden. De zaak van het Venvulft hangt samen met andere kwes ties. maar onderzocht wordt de financieele kant (f 30.000) en ook de kwestie van as falteeren van den Zijlweg van Julianalaan tot de grens van overveen. B.'en W. hebben besloten ten aanzien van Hout on Plantsoe nen een proef te nemen met het te werkstellen van werkloozent Als het gelukt deze werken uit ite voe ren, dan hebben die een belangrijken in vloed op het verminderen der werkloosheid. Ten aanzien van de industrie zal het echter moeilijk zijn. Wethouder Roodenburg beantwoordt de critiek, die uitgeoefend is op de voorge stelde bezuinigingen van het onderwijs. Men moet zoo weinig mogelijk bezuinigen op de hoofdstukken voor steun aan werkloozen en op de uitgaven van Maatschappelijk Hulp betoon. En dat zal niemand ook willen. Bij onderwijs kan bijna geen bezuiniging voor komen, of de raad moet eraan te pas ko men. Daarom heeft onderwijs de schijn te gen zich. Spr. heeft de overtuiging, dat men de eerste jaren nog wel in moeilijkheden zal blijven zitten. Spr. bespreekt, voorts het voorstel om het maximum aantal leerlingen voor het lager onderwijs op 48 te stellen. Het college stelt dit voor. doch het beteekent niet. dat er 48 leerlingen in elke klasse gezet zullen worden, alleen, dat de mogelijkheid daartoe geopend wordt voor gevallen als het noódig is. Deze zaak is in de commissie behandeld en daarna pas vastgesteld door B. en W., zoodat de heer Scholl ongelijk heeft met zijn bewering. Men is hiertoe gekomen om de bovental lige onderwijzers af te voeren. Als in Haar lem één boventallige onderwijzer is, dan heeft het bijzonder onderwijs in Haarlem óók recht op een boventallige onderwijskracht. In de hoogere klassen zitten minder leerlingen, zoodat de mogelijkheid open moet zijn om de lagere klassen voller te maken. Het stelsel kweekeling-met-acte is niet los te maken van het plan tot afschaffing van boventallige leerkrachten. Nu leeft men in een' overgangsperiode, waarin men boven tallige leerkrachten houdt. Die periode moet zoo kort mogelijk zijn. Kweekelingen-met-acte worden tijdelijk aangehouden en loonbedervers zijn het niet. Het aantal moet zoo spoedig mogelijk tot nul teruggebracht worden, omdat dit een over gangsmaatregel is. Mevr. Ma ar sc ha 11: „Een kweekeling met acte is geen kweekeling meer!" Wethouder Roodenburg verklaart dan dat het spraakonderwijs niet afgeschaft wordt, doch het aantal cursussen vermin derd. Bij het toelaten tot de cursussen wordt strenger toezicht gehouden. Wat de afschaf fing van het vakonderwijs betreft, spr. geeft direct toe. dat er gewone onderwijzers zijn, die geen gymnastiek kunnen geven. Maar dan zal men kunnen ruilen met hen, die het wel kunnen. Doch B. en W, stellen voor cursus sen voor de onderwijzers te geven. Als de be lastingen niet verhoogd moeten worden, moet er versobering komen. Het is niet aange naam het vakonderwijs af te schaffen, maar men moet zich die versoberingen getroos ten. Spr. acht het onjuist een voorstel aan te nemen tot afschaffing van de Middelbare School voor Meisjes. Het instituut vakonder wijs zal met één raadsbesluit weer terug kunnen komen, en dit zal niet gaan met de middelbare Meisjesschool. Dan zou men ook de meisjes niet meer naar een speciale m e i s j es school kunnen zenden. Deze op heffing zou afbraak zijn. B en W. zullen dit voorstel gaarne in prae-advies nemen. Spr. is geen voorstander van de verpach ting van bad- en zweminrichtingen. Het voordeel voor de gemeente ziet spr. niet in, Wethouder Roodenburg zegt dan dat de meer derheid der commissie tegen uitbreiding van de inrichting aan de Delft met een zonne bad is. Wethouder Van Liemt onderschrijft de uiteenzetting van den wethouder van finan ciën ten volle. Hij bespreekt vervolgens enkele gevallen, die de heer Castricum aangehaald heeft als critiek op het werken van Maat schappelijk Hulpbetoon. Spr, erkent gaarne, dat de commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon weinig bij elkaar komt. Men moest toch onderwerpen hebben om te bespreken. En het onderhavige acht hij geen geschikt onderwerp. De heeren Bijvoet. Castricum e.a. dienen een voorstel in tot aanhouding van het punt: besparing bij het kantoor van den Ontvanger en Incassodienst. De tweede ronde. De heer Westerveld zegt, dat een kweekeling met acte geen kweekeling meer is. Het systeem beteekent dus het drukken van loon. Zoo'n loondruk zou bij andere diensten dan onderwijs onmogelijk zijn. Voor stellen tot bezuinigingen bij de secretarie kunnen alleen komen van hen, die achter de schermen kijken. Het is het erge. dat men alleen op onderwijs bezuinigen wil. Spr. hoopt, dat B. en W. het voorstel inzake het Park'nerstellingsoord zullen wijzigen in dien zin. dat het zal luiden: tot verplaatsing van het oord. De heer Reinalda (S.D.A.P.) m^.akt be zwaar tegen de methoden, ten aanzien van de begrooting op spraakonderwijs, omdat het practisch neerkomt op het krijgen van zulk onderwijs door hen, die het kunnen be talen, doch op het gespeend zijn van dat onderwijs van arbeiderskinderen. De heer Weustink betoogt nogmaals, dat de Middelbare school voor Meisjes een groote last is voor de gemeente. De ophef fing zou niet plotseling moeten gebeuren, doch geleidelijk. De voorzitter merkt op, dat het voor stel in prae-advies is genomen en dat de be sprekingen dus beter later voortgezet zullen kunnen worden. De heer Baas dringt aan op aanhouding van het punt inzake den Incassodienst. De heer Oversteegen critiseert de maatregelen van de regeering ten opzichte van steun, welke regeering door B. en W. en de meerderheid van den raad gesteund wordt. Als spr. dan spreekt over de uithongering van de arbeiders, hamert de voorzitter eenige malen. De heer Oversteegen houdt vol dat het waar is. Hij zegt dan dat de heer Visser in de vorige vergadering een voorstel heeft ingediend om te laten werken voor den steun. Dat is met hoongelach ontvangen en nu spreekt de wethouder er zelf over. De heer V a n D a m (V. D.) is zich volkomen bewust (evenals allen) van den nood in de gezinnen der werkloozen. Maar spr. is zich ook bewust, dat er bij sommigen gemis be staat aan waardeering voor de offers, die de anderen zich moeten getroosten om den werkloozen een zij het dan ook minimum be staansmogelijkheid te geven. De heer Kuiper (R.K.) betoogt, dat men af moet blijven van de steunnormen voor de werkloozen. Dit wordt nu ook gedaan en deze worden niet aangetast. In Nederland, verklaart spr.. wordt op voorbeeldige wijze voor de werkloozen gezorgd. Per jaar worden aan allerlei werkloozenzorg bedragen van 150 a 160 millioen gulden besteed. Het is niet waar, dat de regeering de werkloozen aan den honger prijsgeeft, zooals de heer Overstee gen zei. De werklooze arbeiders hier hebben het beter dan de arbeiders in de Sovjet. De heer Oversteegen: „Praatjes voor de vaak!" De heer Kuiper sluit zich dan aan bij wat de heer van Dam zei. De heer Boes is niet overtuigd door de verdediging door den wethouder Roodenburg van het voorstel tot afschaffing der gymnas tiek leeraars. Wethouder Slingenberg zegt, dat B en W. zich op het standpunt stellen dat er centralisatie van de centrale kas. ontvanger en incasso moet komen. De heer de Klerk had zich eerst bereid verklaard ontslag te nemen, doch is hier later op teruggekomen. Maar het doel tot centralisatie houden B. en W. voor oogen. Spr. verdedigt het eenvoudige voorstel ten aanzien van het kantoor van den Ont vanger en Incassodienst en hij begrijpt niet. dat er oppositie tegen komt. B. en W. stellen er prijs op, als dit voorstel nu in behande ling komt. De bedoeling van B. en W. is het terrein van het Parkherstellingsoord vrij te krijgen en daarvoor is opzegging van de huur noodig. Dan kan het Roode Kruis zoeken naar een ander terrein en dan zullen B. en W. mede werking verleenen. Mocht de termijn tot 1 Juni niet voldoende zijn ,dan zou die nog ver lengd kunnen worden met een maand bijv. Wethouder Gerritsz betoogt dan dat het kaarten, wat de heer Westerveld heeft aangehaald, bestond uit knobelen aan het eind van den dag wat echter streng gestraft is. De methode door de heeren Peper en Over steegen toegepast, is volgens spr., het ver spreiden van gezegden van tegenstanders, die dezen niet gezegd hebben, doch die ge noemde heeren hun in den mond gelegd hebben. Spr. zegt dan, dat wat betreft de kwestie van werken voor steun, dit een proef betreft met 8 of 9 menschen welke proef vol gens spr. wel ongunstig zal uitvallen. Dit ge beurt alleen om menschen het leegloopen te besparen. Spr. waarschuwt tegen de meening der communisten, als zouden de arbeiders den niet-parlementairen weg moeten bewandelen. Wethouder van Liemt betuigt zijn spijt over de voorstelling van zaken die de heer Castricum geeft over de behandeling der werkloozen als zouden die het hier slechter hebben dan elders. Spr. raadt den heer Cas tricum aan eens elders te informeeren. Stemmingen. Thans komt in behandeling het voorstel van den heer Bijvoet tot aanhouding van de kwestie der besparing van het kantoor van den Ontvanger en Incassodienst. Het wordt verworpen met 25—11 stemmen. De beide andere voorstellen van den heer Bijvoet zijn in handen van B. en W. om prae- advies. Ook het Dinsdag ingediende voorstel van den heer Bijvoet en anderen om het Ge meentelijk Concertgebouw te verpachten. Het voorstel B. en W. tot opzegging der huur van het terrein aan den Rijksstraatweg, het Parkherstellingsoord, wordt aangenomen. Het voorstel B. en W. tot intrekking van het raadsbesluit tot toekenning van geldelijken steun voor privaat spraakonderwijs aan kin deren wordt verworpen met 20—16 stemmen Het voorstel B. en W. tot openbare verpach ting van de gemeentelijke bad- en zwem-in- richtingen wordt met 2214 stemmen aange nomen. Het voorstel van B. en W. tot wijzi ging van het reglement voor de scholen van het Openbaar Onderwijs wordt aangenomen met 2313 stemmen. De heer Reinalda doet dan een voorstel om het vakonderwijs ook in de 5de en 6de klasse niet af te schaffen (een post van f 1000) welk voorstel met 2610 stemmen wordt aangeno men. De suppletoire begrooting wordt voorts goedgekeurd. Alles ls dus aangenomen, behalve de afschaffing van het vakonder wijs in de 5e klasse en het afschaffen van steun voor privaat spraakonderwijs. Wethouder Slingenberg deelt mee, dat de bedragen hiervoor (f 1600) nu van Onvoorzien worden gehaald. Over 14 dagen zal de agenda vervolgd wor den. In behandeling zullen dan komen: INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaaist of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. MODERNE MUZIEK. Heemstede, 21 Febr. 1934 Zeer geachte heer Peereboom, Zooals meestal las ik met instemming Uw datumstuk van d.d. 20 Februari en hoop, dat met mij nog zeer velen zullen begrijpen het ontzettende, dat daaruit tot ons, tot nu toe nog grootendeels nuchtere Hollanders, spreekt. Echter hebt U ook daarin iets gezegd, dat mij zeker waard leek er eens een andere mee ning over te laten hooren. Het betreft voor U wellicht een kleinigheid en in de strekking van Uw stuk is het zeker slechts een détail. Voor mij heeft het uit den aard der zaak, jong musicus zijnde, een grootere beteekenis. U stelt naast de vele weerzinwekkende dingen van dezen tijd ook de z.g. serieuze moderne muziek, noemt het in dit verband een soortgelijk verschijnsel. Dit nu lijkt mij een misverstand. Ten opzichte van de Jazz ben ik geheel Uw meening toegedaan en zie de Jazz-enthousias- ten als die menschen. die in hun kamer slechts de gedrochtelij kste exotische planten plaatsen en de stille schoonheid van hun meer in- heemsche planten niet zien, die zich slechts bij wijze van spreken zouden willen voeden met specerijen. Neen. werkelijke Kunst groeit op uit de maatschappij, de bnze en niet die der negers is de reactie van den mensch op de tijdsom standigheden, vertolkt gemeenschappelijke, ieder mensch eigen gevoelstoestanden, gekris talliseerd in den enkeling, die de beste dispo sitie heeft dit uit te spreken. En dacht U nu, dat een diep en fijnvoelend kunstenaar in deze verschrikkelijke tijden aangenaam aandoende muziek zou kunnen schenken? Muziek heeft toch ook wel een an dere waarde dan amusement alleen? Zou een dergelijk componist niet of wel in een totaal andere wereld zijn geestesleven hebben of zou hij bewust een leugenaar, een veinzer moeten zijn? Het is de fatale tweespalt, die heerscht tus schen een amusement, een tijdelijk vergeten van alle dagelijksche akeligheden verlangend publiek eenerzijds, een schreeuwende gepij nigde kunstuiting anderzijds, welke pas naar waarde beoordeeld kan worden als een andere tijd. een tijd waar men zonder dit als werke lijkheid te moeten voelen, zal zijn aangebro ken. Nu zou ik verder nog kunnen uitweiden over het intellect dat de hedendaagsche mu ziek ook ziet als volkomen theoretisch ge rechtvaardigd. Maar misschien komen vandaag of morgen de kunstproducten van onze Oostelijke huur lieden de zoo verlangde „zuivere drieklank" brengen, dezelfde die tusschen 1400 en 1500 een storm van protest tegen zulk een wan klank deed opgaan. En wie garandeert hun innerlijke zuiverheid naast hun schoone uiterlijke kleedij? Laten wij tevreden zijn, dat onze heden daagsche componisten den schijn van waar-, heid, oprechtheid mee hebben, hoewel er ze ker zooals te allen tijde veel meeloopers on der hen schuilen. Dezulke te onthullen is helaas niet ons hui dige geslacht beschoren en we kunnen met recht zeggen „de tijd zal het leeren". Als de tijd dan ook beter, de maatschappij verhoudingen zuiverder worden, dan zal ook de muze schooner klanken brengen. Vriendelijk dankzeggend voor de verleende plaatsruimte, FRED LUYKEN Koediefslaan 12 B ij s c h r i f t, In het bewuste artikel heb ik het, wat de moderne muziek betreft, alleen gehad over ,de combinatie van een toonladder in c en een toonladder in cis". Daarmee wordt toch niet alle serieuze moderne muziek aangeduid! Gelukkig niet. Er zijn vele nieuwe werken van gansch verschillende structuur, waarvan anderen en ik plegen te genieten. Maar dat bedoelde genre blijft mij te erg. Er zijn er, naar ik hoor, onder zijn exponenten al ver schillenden die vriendelijker wegen zijn gaan bewandelen, en dat zou kunnen aantoonen dat dit tijdsbeeld zich reeds wijzigt. Met den inzender ben ik het volmaakt eens dat muziek een andere waarde heeft dan amusement alleen. Maar die andere waarde moet, voor mijn begrip, verheffend zijn. schoonheid openbaren, en geen kwelling wordenvaak alléén maar een kwelling, op basis van de gecombineerde toonladders in en cis. R. P. PUNT 18. Voorstel tot afwijzing van het verzoek van mej. R. B. de Jong inzake toepassing wacht geldregeling. PUNT 19. Nadere vaststelling der reglementen voor ambtenaren, werklieden- en politiepersoneel en vaststelling der bepalingen voor onder wijzend personeel. En voorts de vragen van den heer Visser en anderen. DE HOUDING VAN HET PUBLTEK BIJ EEN ARRESTATIE. Geachte redactie, Naar aanleiding van een voorval dat een dezer dagen plaats vond zag Ik gaarne deze regelen in uw blad geplaatst, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Het geval droeg zich als volgt voor. De stratenmaker C. Ruijgrok wonende Fabri- ciusstraat 9, alhier, was werkzaam in de Amsterdamstraat toen plotseling geroep klonk: „Houdt den dief!" Hij zag hoe een man zich vlug uit de voeten maakte met een nieuw damesrijwiel dat even van te voren tegen een gevel geplaatst was. R. aar zelde geen oogenblik zoo snel mogelijk den dief te volgen en mocht ook weldra het ge noegen smaken den man bij de kraag te nemen. Maar nu had hij buiten den waard in dit geval het publiek gerekend, hetwelk het opnam voor den dief, zoodat R. zich genoodzaakt zag hem weer te laten ontsnappen. Ik vraag me af, was er niemand onder dit publiek van wien nog nooit een fiets gestolen was? Als dit het geval is. ware het te wenschen dat zij spoedig zelf ook eens het slachtoffer werden van den zou men tenminste denken zoo algemeen ge- vreesden „zwijntjesjager". Gelukkig was genoemde stratenmaker onder nemend genoeg om te trachten den ontsnap ten dief nogmaals te pakken te krijgen, wat hem ook gelukte. Thans had hij het voor deel dat juist een agent passeerde aan wien hij zijn arrestant kon overgeven. Aan het flink optreden van R. hebben we tenslotte te danken dat Haarlem voorloopig van een rijwieldief is verlost; maar tevens leert ons dit voorval dat bij het verleenen van hulp ter bestrijding van de misdaad wij niet behoeven te rekenen op medewerking van het publiek, dat er het slachtoffer van wordt. ABONNé.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 10