STAATSGEHEIMEN. In het Gemeentebezit .Berg en Bosch* te Apeldoorn is een der mooiste vijvers van ons land in wording. Het geheele werk wordt door 500 man in werkverschaffing Duizenden belangstellenden waren getuigen van de start der deelnemers aan den 50 K M. langen ski-tocht bij de internationale wedstrijden te Solleftea. Winter in Stockholm. Een geparkeerde auto, die door sneeuwstorm en vorst was overvallen. Touwtrekken. Moei zaam werk aan boord van een der weinige nog in de vaart zijnde Finsche viermasters als de zeilen ge- heschen worden. Een Kaukasisch hert is in den Berlijnschen dierentuin aangekomen. Het werd door den directeur der diergaarde uit Königsberg ten geschenke aangeboden aan den Pruissischen minister-president Goring. De aankomst te Moskou van de drie Bulgaarsche beklaagden uit het Rijksdagbrandproces. - V.l.n.r.t Popoff, Dimitroff en Taneff in gesprek met vertegenwoordigers der Russische en bultenlandsche pers. Het voorjaar in aantocht, Te Scheveningen wordt het zand. dat gedurende den winter tegen den hoogen wal is opgewaad, geëffend en weer over het strand ver spreid. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 34 Zijn houding en gelaatsuitdrukking lieten niets van zijn innerlijke onzekerheid ver moeden, ieder van de aanwezigen moest wel den indruk krijgen, dat hij de situatie vol komen beheerschte en over alle gegegevens beschikt om op een onverwacht oogenblik op te springen en den dief en den moorde naar, of de combinatie daarvan in één per soon, met een beschuldigenden vinger aan te wijzen. „Vóór alles", ging hij op rustigen, zelfver zekerden toon voort, ..moet ik Inspecteur Nash danken voor den ontdekking van den moordenaar. Het weinige was ik gedaan heb, staat alleen in verband mei de ontmaskering van den dief van het geheime document. Ik bedoel den diefstal van het eerste gedeelte daarvan dat Senator Buckner in zijn overjas had gestoken, het nog niet complete stuk; de rest waardoor de geheele tekst in handen van onbevoegden is gekomen en zonder welke het eerste "deel maar betrekkelijk weinig waarde had voor degene, die zich van de in houd op de hoogte willen stellen, is op zijn vroegst pas op den avond van den moord gecopiëerd. Dit laatste kan gebeurd zijn in het huis van Revis, terwijl Senator Buckner zich daar bevond Mr. Buckner zou 't stuk zelf aan Revis kunnen hebben gegeven, om dat „Ik ontken dat met den meesten nadruk", viel de Senator hem, met een rauwe stem grote stee rend in de rede. „Dat is mij bekend", antwordde Darden kalm. „Juist met het oog op deze ontkenning vano uw kant is Miss Conner hier". „Ik heb erin toegestemd hierheen te ko men", onderbrak Buckner opnieuw, „omdat u mij verzekerd hebt. Mr. Darden, dat mijn verdenking tegen Malloy, evenals zijn be lachelijke beschuldiging aan mijn adres, op die manier zonder publiek schandaal konden worden ontzenuwd. Maar wanneer een of andere vrouw, die wrok tegen mij koestert of reden meent te hebben zich door mij ge griefd te voelen een of andere vrouw, die in het laaghartige, schaamtelooze complot was, om mij met afpesingspogingen te be dreigen „Maar mijn waarde senator", het was miss Conner, die zich thans in de discussie mengde, „ik bben alleen hier gekomen om te verklaren, dat het laatste wat ik van het onderhoud tussehen u en Mr. Revis weet, is dat u hem beleefd, maar in hevige opwin ding verzocht toch voor rede vatbaar te zijn - met betrekking tot de dingen, die hij van u verlangde". „Dan" bracht Darden in het midden, „was u de vluchtende vrouw, die Dr. Felton zag!" „Die kan ik niet geweest zijn", was het bescheid, .want ik heb de lichten niet achter mij uitgedraaid. Ik heb ze laten branden toen ik wegliep. Bovendien heb ik het huis door de achterdeur verlaten". „Maar waarom bentij u weggeloopen?" „Omdat Revis den Senator met een revolver bedreigd had. Toen werd ik bang". „Ik heb toch al gezegdbegon Buck ner weer. „Op het oogenblik, Mr, Buckner", onder brak hem de detective, „hebben we het over den diefstal, ik herhaal den diefstal van het éérste gedeelte, uit den zak van uw over jas. De moord komt straks aan de orde. Tosn u mij in de rede viel, wilde ik juist zeggen, dat die diefstal hier op de flat gepleegd werd en wel op het portaal, waar uw jas hing. Het document werd gestolen, terwijl u zich in deze kamer bevond. Ik zal nu zeggen, hoe het gebeurde misschien hebt u daar zelf reeds een vermoeden van gehad!" Niets op het gezicht van den Senator ver ried of deze laatste veronderstelling juist was. Hij bleef 't antwoord op Darden's opmerking schuldig. „Door de weerspiegeling in het glas van de draaideur in de hall", ging de detective verder, „kan men gemakkelijk zien of de lift boven is, en dan naar beneden glippen zonder door den liftjongen gezien te worden. De dief heeft dat oogenblik afgewacht, gleed onopgemerkt langs de juffrouw in de tele fooncentrale en bereikte langs de trappen deze étage. Daar de buitendeur van miss Haskell's woning meestal openstaat, wanneer er iemand thuis, was de rest niet moeilijk. De dief behoefde slechts het portaal binnen te sluipen.de zakken van senator Buckner's jas te doorzoeken en het stuk eruit te halen om het te copiëeren. Dat wil zeggen, na den eersten diefstal werden maar twee bladzijden over geschreven. Blijkbaar werd de dief gestoord, of had deze den benoodigden tijd te gering gerekend. Maar in elk geval is het gemak kelijk te reconstrueeren, hoe het gebeurd moet zijn". Even was er een pauze: toen vervolgde Darden: „Maar niet zoo gemakkelijk was het vast te stellen, wie het heeft gedaan. Miss Colvin legde mij gisterenmiddag uit, hoe de diefstal moest zijn gepleegd precies zooals ik het nu uiteengezet heb. maar ze voegde er een beschuldiging aan toe ze noemde den naam van den man, die volgens haar de dader moest zijn", weer een pauze ..den naam van Mr. Malloy!" De oogen van alle aanwezigen richtten zich bij deze verklaring van den detective op Addie Colvin. Ze zagen haar ontsteltenis en hoe ze verschrikt probeerde Mary's hand te grijpen, maar het jonge meisje liet thans, voor het eerst tijdens deze samenkomst, haar roerlooze houding een moment varen en deinsde ontzet, met wijdgeopende angst- oogen, achteruit. Een seconde ontmoetten de blikken der beide vrouwen elkaar; in die van de jongste van de twee lag brandend ver wijt, dat de ondergang beteekende van een jarenlange vriendschap. Mary Hasskell's bleeke lippen bewogen zich en ze fluisterde: „Onmogelijk!" En wat Addie Colvin in haar oogen las, deed haar het hoofd afkeeren. Darden zag met een gevoel van beklem ming, dat miss Haskell weer in haar vorige apathie terugzonk. Het zweet brak hem uit; zijn zenuwen waren tot barstens toe gespan nen. Wanneer hij den diefstal nauwkeurig beschreef en alles wat hij omtrent den moor denaar wist, wanneer hij den anderen alles uit den mond trok, wat zij maar los konden laten en zij in haar zwijgen volhardde wat had hij dan nog gewonnen? Maar hij gaf den strijd niet op; hij wist dat hij op den goeden weg was. Hij sprak verder: „Maar miss Colvin heeft zich vergist; het was Malloy niet. Pas van middag heb ik het onweerlegbare bewijs in handen gekregen, wie dedief moet zijn. Door handschriftvergelijking ben ik tot mijn ont dekkingen gekomen. De dief heeft bij het copiëeren van de twee pagina's zijn papier op het document gelegd hij heeft met een scherp potlood geschreven en door het sterke drukken daarop zijn op het officieele stuk zóó duidelijk sporen achtergebleven, dat zij geen twijfel laten omtrent het handschrift van de persoon, die de beide bladzijden heeft afgeschreven". Hij stond van de stoelleuning op en wendde zich tot Mary en Addie Colvin, die op de canapé zaten, „Zoo vond ik uw handschrift in het docu ment ingedrukt, miss Colvin! U hebt het stuk gestolen, u bent de flat weer binnenge slopen, nadat u zoogenaamd was uitgegaan. En later bent u op de gewone wijze thuis gekomen". i „Ik!" gilde Addie met een schrille, over slaande stem. „U beschuldigt mij van den diefstal?" „Ja, u hebt het gedaan!" Hij keek van terzijde naar Mary Haskell. Zij bewoog langzaam het hoofd naar de vrouw, die haar vertrouwen zoo schandelijk beschaamd had en in den blik, waarmee zij een kort oogenblikje naar haar staarde, was iets als afgrijzen. Toen vestigde zij haar droeve oogen op den grond. „Maar dat is belachelijk dat is onge hoord!" riep Addie. Ze was nu, zoo het kon nog bleeker dan Mary; de roode verfstreepen op haar wangen vormden een wrang contrast met het grauwig wit van haar gelaatskleur. „Mijn handschrift.'U hebt mijn handschrift nooit gezien „Pardon; vanmiddag heb ik het gezien", klonk het rustig, „op uw bureau dank zij de bereidwilligheid van uw chef!" „U hebt mij als zondebok uitgekozen", pro testeerde ze woest. „U probeert mij voor den diefstal te laten opdraaien, omdat het u niet gelukt is den werkelijken Darden legde haar met een bevelend ge baar het zwijgen op. Zijn scherpe ooren had den het geluid van voetstappen op het por taal waargenomen. „Inspecteur Nash", verzocht hij. „wilt u zoo goed zijn even te zien. wie daar is?" De politiebeambte liet miss Patton en Mal loy binnen. Allen keken naar de blonde vrouw die onmiddellijk opviel door de eigenaardige, glanzende starheid van haar onnatuurlijken glimlach en haar wankelenden gang. Het kostte Darden, die zich hun eerste ontmoe ting herinnerde, niet veel moeite uit te maken, wat de oorzaak van deze verschijn selen was. Miss Lucy Patton had getracht moed en troost te putten uit den alcohol! (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16