IDE ZATERDAGAVOND
rïïE Bnzid
jj evenswonderen
onder ieders bereik
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 10 MAART 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
13
Der natuur wonderen in duizenderlei
vormen, die zich elk oogenblik
om ons heen afspelen, hebben
onze aandacht veedal niet meer,
kunnen onze aandacht ook niet voortdurend
hebben, want wij zijn er te vertrouwd mee
geraakt, en we beschouwen ze dan ook niet
meer als zoodanig.
Doch wie denkt er nu aan het wonderbaar
lijke dat zich in één enkele druppel kan af
spelen, een druppel water met een zoutoplos
sing bijvoorbeeld? Wie realiseert zich dat ook
daar leven is, een zeer bedrijvig leven wel
licht, gelijk aan het leven eener hoofdstad op
een spitsuur....?
Dat leven is ons geheel onbekend, want het
is onmogelijk ermee in aanraking te komen,
zonder zich kostbare instrumenten aan te
schaffen en geduld te oefenen, en ook dan
nog is het de vraag, of men weet waar men
heeft te vorschen. Beeft men eenmaal het
wonder van het kleine gevoeld, beleefd, door
dat men door bijzondere omstandigheden in
de gelegenheid was óm het te voelen en te
beleven, dan opent zich een geheel nieuwe
wereld met weer duizenderlei wonder-aspec-
ten en het doet de wonderen, die dagelijks te
zien zijn, de reuze wonderen, eerst recht voor
ons leven en
als wij het
nog niet za-
gen, leert t
ons zien. jfiBi llfflk.
Door het BH I I BUR jj
wij aldus 't
uiterlijk-groo ^ÊÊÊÊÊr
te. Beide zijn
echter in we
zen gelijk
groot, want
het is het
wonder van
het zijn, dat
ons wordt
voorgelegd.
De film
nu, is in 06 FT
staat dit 1
wonder van
het kleine ^BB
uit te dra-
gen onder
de talrijken
die er vroe
ger van verstoken bleven. Het behoeft wel
geen uitleg dat het niet de gewone film zal
wezen, „de film van de weekmaar een
zeer bijzonder soort: de micro-film, een com
binatie van een microscoop en een filmop
nametoestel en nog heel veel meer. Om tot
goede resultaten te komen moet de operateur
niet alleen op de hoogte zijn met alle techni
sche problemen, zooals die van de verschil
lende lenzenstelsels er een is, hij moet bij
voorbeeld ook met botanie, op goeden voet
staan en zijn studio, atelier of werkkamer zal
eensdeels op een plantentuin lijken, ander
deels op een folterkamer, wat de instrumen
ten voor zijn opnamen betreft.
Dit is ook inderdaad het geval in de stu
dio's van Multifilm, in het Kenaupark waai
de heer J. C. Mol ettelijke plantenpa-
radijzen bezit en griezel kamers, met behulp
waarvan hij de onzichtbare levenswonderen te
voorschijn toovert, op den filmband vastlegt
en uitdraagt 'tot allen die ermee in aanraking
Willen komen.
De liggende filmstrook toont u een derge
lijk wonder. In een bakje met warm water
wordt salmiakzout gedaan, dat spoedig oplost,
waarbij de oplossing verzadigd raakt. Een
druppel ervan wordt tusschen twee glaasjes
gelegd en onder den miscroscoop gebracht.
Het water koelt af en daar warm water meer
zout kan bevatten dan koud, zal het zout uit-
kristalliseeren. Dit wordt getrouw weergege
ven door de film die de heele scène vasthoudt
en bij projectie ziet men de gebeurtenis, die
zich afspeelde in enkele kuibieke millimeters
ter grootte van eenige vierkante meters op 't
doek verschijnenHet lijkt eenvoudig,
maar de moeilijkheden zijn schier onover
winnelijk door haar veelzijdigheid.
Zou men een enkele foto willen maken, dan
kan men rustig den belichtingstijd uitzoeken
die men noodig heeft, doch een film die de
beweging moet toonen, loopt met een con
stante snelheid verder; vier en twintig beel
den trekken per seconde voor de lensopening
langs, die zich telkens even moet sluiten om
aan het volgende beeldje gelegenheid te ge
ven voor te schuiven. Het resultaat is dat elk
beeldje maar een achtenveertigste deel van
een seconde voor de lensopening blijft staan
en het ligt voor de hand dat men het nu in
de lichtbron moet zoeken, die sterker moet
zijn naarmate de belichtingstijd korter is.
Doch een al te sterke lichtbron zou het drup
peltje laten verdampen, omdat alle licht-
energie op enkele vierkante millimeters wordt
geconcenteerd, wat een groote hitte veroor
zaakt. Daarom moet het licht eerst gefilterd
worden zoodat wel de lichtstralen het drup
peltje bereiken maar de warmtestralen niet.
Maar dit is 't grootste probleem nog niet want
veel meer zorg baart de kwestie van de len
zen. Het oog is namelijk voor andere kleurtril-
lingen gevoelig dan de film, zoodat een lens
die goed genoeg is om in een gewonen micros
coop geplaatst te worden, nog lang niet ge
schikt is voor den microscoop, dien de filmman
gebruikt! De film is veel kieskeuriger, zoodat
24 uren dus ook 24 filmplaatjes gemaakt, die
bij projectie precies een seconde noodig heb
ben om op het doek te verschijnen. De ontwik
keling van een dag is dus tot een zestigste
minuut teruggebracht 1
De opnamen moeten echter steeds onder de
zelfde omstandigheden worden gemaakt, m.
a. w. de lichtsterkte moet voortdurend gelijk
zijn en ook 's nachts moeten de opnamen ge
woon kunnen doorgaan. Het is dus noodig dat
de serreramen met gordijnen gesloten worden
opdat alleen het licht van de lampen bij de
opname te pas komt. Maar wanneer de gordij
nen steeds dicht zouden blijven, zou er van de
ontwikkeling van de anjelier niet veel terecht
komen. Na de opname moeten de gordijnen
dus weer worden geopend om het zonlicht toe
te laten dat doet groeien en bloeien.
Het ligt voor de hand dat het onmogelijk is
om er voortdurend bij te blijven en de gordij
nen te openen en te sluiten. Daarvoor heeft de
heer Mol dan ook een apparaat uitgedacht,
dat de gordijnen elk uur sluit, het filmtoestel
inschakelt, het kunstlicht ontsteekt, de op
name laat geschieden, het licht weer uitdraait
en de gordijnen weer opent! Dit apparaat doet
echter nog meer, want niet alle planten moe
ten om het uur gefotografeerd worden. Er zijn
er immers ook bij, die vlugger zijn dan de anje
lier en die
elke 10 mi
nuten ver
eeuwigd
moeten wor
den.Dezelf-
de machi
nerie opent
voor deze
plant elke
10 min. de
gordijnen
en schakelt
het filmtoe
stel in dat
juist voor
die plant is
geplaatst.
Een derde
moet elk
kwartier op
den film
band wor
den vast
gelegd, en
ook deze
wordt naar
behooren
bediend. De
andere planten hebben er geen last van; al
leen moeten ze een kort gedeelte van een mi
nuut het zonlicht missen.
Het gevaar is echter dat de machine juist
de gordijnen opent van de 10-minuten plant,
als de kwartier-plant om een foto vraagt,
waardoor de belichting in de war zou kunnen
loopen doordat behalve het kunstlicht ook het
licht van de zon op de plant zou vallen. Ook
daarvoor is gezorgd: de gordijnen wachten
even, bedenken zich, keeren terug, hullen de
serre weer in duister, juist als alles goed
donker is, gaat de lamp voor de kwartier-
plant aan, waarna de gordijnen weer open
gaan en het zonlicht voor de verdere ont
plooiing van de uur-plant, de 10-minuten-
plant en de kwartier-plant kan zorgen. Alle
worden dus op hun wenken bediend en ver
gissingen zijn uitgesloten. De gordijnen den
ken en doen en het lijkt alsof de doode,
zwarte gordijnstof met leven is bezield!
De filmplaatjes ter rechterzijde toonen
weer een ander onderdeel van het werk van
den heer Mol, ofschoon het niet behoort tot
de onzichtbare levenswonderen. Het zijn op
namen die in het aquarium te Amsterdam
zijn gemaakt en van boven naar beneden
beelden zij af: siddermeerval, poon, goerami,
zwijnvisch, steur, rog, axoloth, doornkreeft,
zeeschildpad en kameleonvisch.
Het typisch bijzondere echter blijft het
werk in het atelier, waar vernuftige appara
ten en groote lichtbronnen in werking wor- j
den gesteld voor de microscopisch kleine
gebeurtenis of voor de onzichtbaar-langzame
ontplooiing van de planten.
Dag in, dag uit speurt en vorscht de micro- I
film, doen de denkende gordijnen hun eento-
nig werk, om de onzichtbare levenswonderen s
onder ieders bereik te brengen. Met succes!
W. SOH.
De „denkende gordijnen'
van het Kenaupark
per slot van rekening een heel regiment len
zen eraan te pas moet komen, voordat het
licht uit de lichtbron goed geordend en wel
verzorgd bij het object is aangeland.
Als men na veel geduld en proefnemingen
meent een redelijke kans te maken dat de
opname slagen zal, is nog lang niet alles in
kannen en kruiken, want de operateur moet
de bewegingen van zijn slachtoffer kunnen
volgen. Indien hij bijvoorbeeld de verrichtin
gen van een watervloo wil vereeuwigen, moet
hij het beestje met zijn camera achterna zit
ten, want ofschoon hij van een vloo geen
olifant maakt, zou het toch makkelijk kunnen
gebeuren dat de vloo uit het gezichtsveld
van de camera verdween en in een veilig
hoekje van den waterdruppel bleef zitten. De
film zou alleen water te zien geven, (mis
schien wel met een beetje golfslag!) maar de
vloo zou achter de schermen blijven. Wat in
dit geval niet de bedoeling is.
Een speciale zoeker zorgt ervoor dat het
wild hem niet ontglipt en als eindelijk het
toestel draait, moet een statief van beton,
kurk, rubber en nog veel meer materiaal, dat
elk voor zich een ander trillingsgetal heeft
en waarop het geheele apparaat is gemon
teerd, ervoor zorgen dat er geen ongewensch-
te bewegingen worden gemaakt, want reeds
het dichtslaan van een deur in huis, kan
voldoende zijn dat de zaak mis gaat! Wij fil
men immers enkele vierkante millimeters....
Doch er is nog meer wonderbaarlijks te be
leven en het resultaat daarvan is de film
strook links, die een anjelier toont, welke bezig
is open te gaan. De serre van het gebouw is
namelijk gelijk een bloemenwinkel. Voor elke
plant staat een filmtoestel en van tijd tot tijd
wordt er één beeldje belicht. Als bij voorbeeld
elk uur één opname wordt gemaakt, zijn er na