Letterem EI KUNST
BIOSCOOP.
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
Radiomuziek der week
Nieuwe Uitgaven
ZATERDAG 17 MAART 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
19
REMBRANDT-TUEATER.
Madclaine Renaud in „La Ma-
ternelle", De Bewaarschool.
Toen eenigen tijd. geleden „La Maternelle"
in Amsterdam ging, is een groot waardee-
rend artikel aan deze film gewijd. Dit juweel
tje van filmkunst is bewerkt naar het be
kende boek van Léon Frapié, waarvan het
elfde duizendtal in 1904 het licht zag. De
roem is de film al vooruit gesneld, het thea
ter was èn bij de eerste èn bij de tweede
voorstelling prachtig bezet, en zoo zal het wel
zijn, zoolang „La Maternelle" hier gaat, ieder,
die de film gezien heeft, is er op slag reclame
maker voor. Wat een prachtig fijne artisten
zijn kinderen toch! Wat een charme gaat er
van uit! Ziet daar dat troepje meerendeels
verwaarloosde kinderen, met verwarde ha
ren, slecht gewasschen snuitjes, vieze neuzen,
zelfs Lombroso-typen er bij, en tochwat
een genot er naar te kijken! Hoe lééft eik ge
zichtje, wat is elk kind een wereldje op zich
zelf! Je haalt ze er zoo uit, het kind, dat het
makkelijk zal hebben in het leven door zijn
opgewekte, ietwat opervlakkige natuur; de
stakker, die als het ware voorbestemd is, om
ten onder te gaan; de overgevoelige, die, als
geen verstandige liefdevolle hand het leidt,
niet tegen het leven op zal kunnen en dood
ongelukkig en eenzaam zal zijn.
Of ze aan het zingen zijn, of aan het tee
kenen, of aan het spelen, ja zelfs als ze dat
doen, waarover men niet schrijft of spreekt,
het is alles vol poëzie. In één ding is het heele
clubje gelijk en dat is in de behoefte, die ze
hebben aan liefde, hartelijkheid en begrij
pen.
Voor degenen, die den inhoud niet of niet
meer kennen, volge deze hier zeer in het
kort:
Rose (Madelaine Renaud) meisje van zeer
goede familie, ziet zich bij den dood van haar
vader, plotseling genoodzaakt in eigen on
derhoud te voorzien Zij heeft verscheidene
diploma's, maar die zijn niet in staat haar
een betrekking te bezorgen. Tenslotte kan ze
als werkster geplaatst worden aan een be
waarschool. Ze neemt het aan, want ze moét
geld verdienen. Al heel gauw is ze de lieveling
van al de kinderen, welke ze in de volheid
van haar liefdevol hart is tegemoet getreden.
Vooral één meisje, Marietje Coeuret (op on
begrijpelijk zuivere wijze gespeeld door Pau-
lette Elambert) hecht zich heel sterk aan
Rose. Marietje is een kind, dat hunkert naar
liefde, maar haar moeder heeft andere be
sognes, dan dat ze zich te veel met Marietje
en haar behoeften kan bezig houden. Rose- is
voor Marietje alles geworden, het kind is
jaloersch op elk ander kind, dat door Rose
wordt aangehaald of vertroeteld.
Als Rose zich gaat verloven met Dr. Libois
(Henri Debain) is Marietje wanhopig, eerst
verliest ze haar moeder door een man, en
nu komt er weer eon man Rose van haar weg
nemen! Ze springt in het water maar wordt
gelukkig gered en als ze dan van Rose hoort,
dat ze, al gaat Rose trouwen, toch bij haar
mag blijven, breekt gelukkig voor het arme
vereenzaamde kind, een gelukszonnetje door.
Madelaine Renaud speelt haar Rose een
voudig, eerlijk en waar. Ieder begrijpt, dat
kinderen van zoo'n rein liefdevol meisje moe
ten houden. Een prachtige creatie heeft Mady
Berry van Mad. Paulin, de werkster, ge
maakt. Dat is echt de goedhartige, een beetje
ruwe volksvrouw, die door haar opgewektheid
en robuste gezondheid bergen kan verzetten.
Een betere uitbeelding van die rol is moeilijk
denkbaar.
We behoeven ter aanbeveling van deze
film eigenlijk niets meer te zeggen. Haarlem
weet goede films te waardeer en en onder de
goede films neemt „La Maternelle" zeker wel
een eerste plaats in.
Nog een bijzondere attractie van het pro
gramma is dat Polygoon de 9—3 overwinning
heeft verfilmd en dat deze film in Rembrandt
draait. Wat een enthousiasme, wat een
vreugde!
Verder o.a. een alleraardigste Betty Boop
en op het tooneel het danspaar Üona-Fred
Larry, dat een twetal dansen zeer elegant
en knap uitvoert in smaakvolle kleedij.
BALI, HET EILAND DER GODEN.
Prachtige documentaire in het Rembrandt
Theater.
Wanneer er ooit een film is gemaakt over
het eiland Bali en zijn bewoners en er
zijn er al eenige vervaardigd van dit prach
tige land en zijn schoone bevolking die
waard is door iedereen gezien te worden, dan
is het zeker wel die van den Amerikaan
Charles C. Tfego.
Aan de gebreken, die aan zoovele van der
gelijke films kleven, n.l. dat ze de stof te
fragmentarisch behandelen, met hier en daar
een greep, zonder een gaaf geheel te zijn,
zonder dat ze een volledigen indruk van het
onderwerp geven, lijdt deze film niet, al
thans voor zoover dat mogelijk is. Het eenige
wat te merken zou zijn. zou misschien zijn
de wel wat schamele bedeeling van verkla-
renden tekst. Jurist een zoo schitterende film
als deze, een veei-omvattende documentaire
van de hoogste kwaliteit, toont zóóveel en
van zóó groote verscheidenheid, dat een
zekere mate van explicatie (in tekstvorm
bijv.) noode gemist kan worden.
Isle of Paradise, Bali, het Eiland der
Goden.
Inderdaad, een goddelijk eiland, met een
prachtig volk. Met een glijdende elegance be
wegen de inlanders zich door het schoone
landschap in heerlijke harmonie en kalme
rust. Hun gang is veerkrachtig en hun na
tuurlijke gratie heeft hun niet ten onrechte
een wereldvermaardheid verschaft. De
vrouwen vlechten manden en vervaardigen
zelf kleedjes, van katoen en zijde. Onder de
inlanders treft men bekwame goud-, zilver
en ijzersmeden aan en ook houtsnijkunst
wordt druk beoefend, terwijl aan de kusten
de vischvangst een voorname factor is.
En dit alles heeft Trego met bewonderens
waardig juistën kijk op zeden en gewoonten
vastgelegd op den fiimband. Een uiterst
gave film maakte hij, gaaf van fotografie
(hoe voortreffelijk is de sfeer getroffen!»,
gaaf van opvatting, van compositie, van
montage.
De film loopt zonder schokken, om het
zoo eens uit te drukken, glijdt voorbij, gra-
tieus, als het loopen van de Balineezen.
Trego zwierf met de camera over de sawah's,
over den pasaar, greep krekelgevechten en
dansen, waarom de Balineezen beroemd zijn,
legde kostbare begrafenissen vast, toonde
vliegerwedstrijden, nam de Balinees in zijn
dagelijksch leven.
En bij het aanschouwen van deze kostelijke
film bekruipt dep toeschouwer de lust nóg
meer van Bali te willen weten, van dichtbij,
er heen te gaan.
En is dat niet de grootste lof. die men aan
een film als deze kan toezwaaien?
LUXOR SOUND THEATER.
Met Janmaat op stap en
Nog zes uur te leven.
Door de Fox is een film uitgebracht, die
deze week in het Luxor Theater lachstcrmen
zal ontketenen. Zij heet; Met Janmaat op
Stap (Sailor's Luck) en bezit in Sammy
Cohen, James Dunn, en Sally Eilers een
drietal sterren, dat een waarborg is voor een
lachavond. Vooral Sammy Cohen, bekend uit
den stommen tijd, is hierin van een grappig
heid, die zelfs den grootsten Nurks wel moet
amuseeren. James Dunn en Sally Eilers, na
Gaynor-Farrell het beste love-team van het
witte doek, vormen een jong, vroolijk en
genoegelijk paar en verwerven aller sym
pathie in hun uitbundige liefdevreugde en
liefdesmart.
Na te vertellen laat zich de historie moei
lijk en dat is trouwens ook niet noodig. Als
beproefde achtergrond is gekozen de Ameri-
kaansche Marine met haar vlotte Jantjes en
deze keus voor een vroolijke film is weer
geslaagd gebleken. De avonturen van drie
Jantjes komen hierin wel uitstekend tot hun
recht!
Raoul Walsh, onder wiens regie Het Gele
Paspoort, zijn Terugkomst en What Price
Glory o.a. tot stand kwamen, heeft ook deze
rolprent geregistreerd En wel met een vaart
en tempo, die geen gelegenheid laten tot
overdenking en die het eene lachsalvo in het
andere doen overgaan; vooral de scènes in
den aanvang n.l. die in het zwembad en in
het restaurant, en daardoor nemen we de
lichtelijk gechargeerde hikscène er graag op
den koop toe bij. Sammy„Quinn" blijkt voorts
een bizondere lenigheid te bezitten. En- een
grooten neus!
Voor de pauze draait Six Hours to Live
met Miriam Jordan, die hierin haar lief
talligheid meebréngt, John Boles, in een
kleinere rol, en Warner Baxter, die de heele
film draagt. De laatste is bij een wereldcon
ferentie afgevaardigde van een klein land,
dat het eenige is met een afwijzende meening
tegenover een bepaald voorstel. Door tegen
standers wordt hij daarom uit den weg ge
ruimd. Een professor, die een middel heeft
uitgevonden om een levenloos lichaam voor
6 uur weer tot leven terug te brengen, doet
zulks ook met hem en hij kan zijn land
daardoor toch nog naar wensch vertegen
woordigen. Tenslotte sterft hij ten tweede
male.
Het is jammer, dat de vrij lugubere on
mogelijke episode van het tot leven brengen
van den vermoorde in de film voorkomt.
Want daarna is het gegeven van iemand,
die weet nog slechts kort te leven te hebben
bizonder goed door den regisseur Wilhelm
Dieterle bewerkt en de sympathieke Baxter
(wat een expressieve kop heeft deze acteur,
de revue-regisseur uit 42ndstreed en Vadertje
Langbeen, toch!) doet de zaal in stille aan
dacht en ontroerd zitten kijken. Na een wat
gerekt begin komt plotseling fel de span-
(Adv. lngez. Med.)
ning bij de aanslagen, dan volgen de experi
menten van den professor en daarna de zes
uren van Baxter.
Het voorprogramma biedt schilderachtige
en interessante beelden uit Griekenland
met herders en kloosters, en een goed-ge-
fotografeerd Universaljournaal, dat o.m. (na
tuurlijk zou ik bijna zeggen) eenige gesnapte
misdadigers toont: een in Amerika gelief
koosd onderwerp voor foto-pagina's.
CINEMA PALACE.
The kid from Spain.
Eddie Cantor is een komiek, die aan het
genre van Buster Keaton herinnert. Ook hij
lacht niet, tenzij op commando, wanneer hij
in verlegenheid zit en hij denkt, dat een
lach hem kan redden. Hij is de argeloosheid
ja, de onnoozelheid zelf. Als men voor het
eerst zijn gezicht ziet. heeft men hem door.
Het is een vreemde situatie, waarbij het
gezicht van Eddie Cantor voor het eerst ver
schijnt. Wij zijn verplaatst in de slaapzaal
van 'n studententehuis, en wel in de meisjes-
afdeeling. Het is ochtend, en de schoone
slaapsters ontwaken. De directrice houdt in
spectie; op de rij af paradeeren de aardige
snoetjes voor ons, en bij wijze van morgen
gebedje belijden zij op de beurt, dat ze een
ondeugend meisje zijn.
Eén harer blijft
zich onder het bed-
delaken verstoppen.
MMS Eerst als de direc
trice hardhandig
aan 't porren gaat,
springt ook zij over
eind, en Eddie
Cantor verklaart met
overtuiging, dat ook
hij een ondeugend
meisje is.
Hoe komt dit jong-
mensch tusschen de
slapende meisjes?
Met zijn vriend Ri-
cardo wordt hij ten
gevolge van deze
school gejaagd. Het
Eddie Cantor.
kwajongensstreek van
tweetal besluit naar Mexico te verhuizen,
waar de zon en de maan beurtelings schijnen
en waar een lief meisje woont, Anita ge
naamd.
Natuurlijk loopt deze reis niet zonder onge
lukken af. Eddie raakt als chaffeur in de
macht van een stel bankroovers, wordt
bij de douane aangehouden, door een detec
tive herkend, maar zijn onverstoorbare arge
loosheid, welke hem oftbewust maakt van
alle gevaar, redt hem door alle hachelijke
oogenblikken heen.
Op de hoeve van Anita's vader vindt hij
zijn vriend terug, die hem voorstelt als de
beroemde stierenvechter Don Sebastiaan II.
De oude heer, die Don Sebastiaan I goed ge
kend heeft en zelfs den kop van den stier be
waart, dien Don Sebastiaan I heeft gedood,
is verrukt van dit bezoek en schenkt zijn
gast het toreador-costuum van wijlen zijn
vader.
Anita's papa heeft den matador Pancho tot
echtgenoot voor zijn dochter bestemd en
deze woesteling heeft geen rust voor hij zijn
medeminnaar Ricardo zal hebben gedood. In
de verwikkelingen, die door dit conflict ont
staan, wordt Eddie weer de man, die de klap
pen krijgt. Maar ook nu weer ontsnapt hij
door zijn onweerstaanbare dwaasheid den
dood. Hij ontkomt den bandiet, die hem de
keus geeft, door het mes of door het pistool
te worden gedood: hij ontkomt aan het vuur
peloton en tenslotte zelfs aan den stier.
De film is vol kuchtige tafereelen, als
bijv. het incident met den grenscommies en
met den bandiet; de episode in het cabaret,
waar Eddie onder het tafeltje van zijn bloed
dorstige vervolger is gekropen en aldaar in
uitersten nood zich met behulp van een
champagnekurk en een lucifer in een neger-
zanger verandert. Maart het allerdolste blijft
tot het slot bewaard; tegen de opwindende
grappigheid van het stierengevecht is zelfs
de mieserigste Nurks niet bestand!
De film is doorspekt met revue-tafereelen
van het soort, dat na de Gouddelvers en
42ste Straat in de Amerikaansche film in
zwang is gekomen.
Het filmnieuws brengt o.a. de proefrit van
den Dieselmotorentrein. de voetbal-triomf
over België en de huldiging van generaal
Rambonnet door de padvinders.
De teekenfilm geeft weer allerlei avonturen
van Mickey Mouse te zien. waarbij men het
compositie-vermogen van haar schepper be
wondert. En een drietal acrobaten, Hollan
ders ditmaal, doet de toeschouwers versteld
staan door hun sterke toeren.
H. G. CANNEGIETER.
MUZIEK.
BALLET-AVOND
TilIIy Sylon en haar Ensemble met
de H.O.V. onder Marinus Adam
Collega J. B. Schuil heeft in het H. D. van
Dinsdag j.l. onder de rubriek tooneel een
verslag gegeven van de Ballet-Avond die als
jubileumvoorsteiling Maandag 12 Maart in
den Stadsschouwburg gegeven werd door
Tilly Sylon en haar leerlingen met medewer
king der H.O.V.
Voor het „Centraal Comité voor Werk-
loozen" trad dezelfde combinatie Vrijdag
avond belangeloos op in de Gem. Concert
zaal. Met het oog op het. groote aantal be
zoekers zou natuurlijk de keuze van een
andere zaal voor dit geval reeds a priori
onmogelijk zijn. Maar dat neemt niet weg
dat onze concertzaal voor een balletvoorstel
ling niet de meest geschikte gelegenheid
biedt. De bewegingskunst wordt, zoodra zij
tot „grondwerk", als liggingen en knielingen
aanleiding geeft, voor de meeste bezoekers
die niet op een der voorste rijen of op 't balcon
een plaats hebben kunnen vinden, nagenoeg
onzichtbaar; het orkest zit te ver uiteen,
waardoor met name in het voorgedeelte der
zaal de samenstellende klanken los van
elkaar blijven en ook het samenspel be
moeilijkt wordt. Het eerste schaadde vooral
bij de solo-voorstelling van ..De Geketende".
De gedachte, de ostinate ideeën van Rach
maninoff's bekend Prélude uit te werken tot
de voorstelling van de wanhoop van een in
boeien geslagene, mag zeer gelukkig genoemd
worden; in de muzikale verklanking had ik
de accelerandi bij de dalende accoordreeksen
gaarne gemist. Het tweede, de plaatsing van
het orkest vóór het podium, werkte nadeelig
vooral bij de vertolking van Adam's muziek
voor „Halewijn". De nare historie van den
sadist met al de bijkomstigheden van lugube-
ren en bloederigen aard, een psychopathisch
geval dat op de geschiedenis van Blauwbaard
gelijkt en in het geval-Salome een tegen
hanger vindt, is in den laatsten tijd meer
dan eens uit het stof der middeleeuwen op
gerakeld. Willem Pijper heeft haar de eer
der compositie waardig gekeurd, Adam is
hem daarin gevolgd. Pijper's werk heb ik
(Adv. Ingez. Med.)
EEN VOORBESPREKINC
DOOR KAREL DE JONG
Wanneer men leest dat Beethoven's strijk
kwartetten aanstaande week voor Daventry
zullen fungeeren als „Grondslagers der Mu
ziek", dan komt men er toe om zich af te
gaan vragen of titel en onderwerp ditmaal
eikaar wel dekken. Immers „grondslagen"
zijn de aan 't oog verborgen fundamenten,
waarop, meestal door anderen dan door hen
die 't grondwerk deden, het gebouw is opge
trokken, dat in de reeds van verre zichtbare
torens of koepels zijn bekroning vindt. In
dien zin zou men dus kunnen spreken b.v.
van Johann Stamitz' symphonieën, die den
kunstvorm bepaalden, die door Haydn, Mo
zart, Beethoven en tateren tot verdere ont
wikkeling gebracht is, zonder dat de funda-
menteele beginselen verloren gingen. Maar
met Beethoven's strijkkwartetten staat de
zaak anders. Men kan niet zeggen dat later
gekomenen het door Beethoven gestichte
monument hooger hebben opgetrokken of er
de kroon op hebben gezet; integendeel: Beet
hoven's oeuvre op dit gebied vormt zelf het
omvattendste en verhevenste van wat tot op
heden door welken componist dan ook in de
zen kunstvorm bereikt is. Niet in aantal en
ook niet in den zin, dat elk onderdeel van
Beethoven's kwartetten superieur zou zijn
aan eenig werk van anderen: Mozart en
Schubert kunnen op dat punt ook nog een
duit, en zelfs een heel kapitaal in 't zakje
leggen, en wat aantal betreft maakt P-
hoven met zijn 16 kwaliteiten -f Grosse Fuge
tegenover Haydn met 83 stuks en zelfs tegen
over veelschrijvers van minderen rang als
Boccherini en Dittersdorf geen schitterend
figuur. En wanneer we zeggen mogen dat
Beethoven's oeuvre het omvattendste en ver
hevenste is. dan beteekent dat ook niet, dat
in elk kwartetdeel van Beethoven een ver
heven stemming heerscht, evenmin als elk
onderdeel van een monumentaal gebouw zich
hoog boven den grond bevindt: maar het be
teekent dat geen ander zich zóó hoog boven
het aardsche heeft weten te verheffen als de
splitsen van Beethoven's werk reiken; en het
omvattendste mag het heeten omdat alle
denkbare gemoedsstemmingen er hun mu
zikale verklanking in hebben gevonden en
wel op de meest intensieve wijze. Ook Beet
hoven's symphonieën hebben, trots alles wat
na hem gekomen is, hun kardinale plaats
behouden, maar de orkestrale ontwikkeling,
die hier onbeperkt terrein vond, schiep na
Beethoven toch nieuwe mogelijkheden, nieu
we kleuren, nieuwe horizonten. De instrumen
tale samenstelling van het strijkkwartet is
echter steeds dezelfde gebleven en juist hier,
waar het een wedkamp met gelijke techni
sche middelen geldt, staat Beethoven nog als
geweldige en onevenaarbare heros bovenaan,
al moge misschien de formeele perfectie van
Mozart'skwartetten grooter zijn. Van latere
toondichters kan eigenlijk alleen het gewel
dige d min. kwartet (met de Variaties over
„Der Tod und das Madchen") van Schubert
eigenlijk nog een tijdgenoot van B. op
één lijn met Beethoven's grootste scheppin
gen gesteld worden. Tijdsstroomingen en m-
divïdueele eigenschappen hebben zich in la
tere werken zeker doen gelden: hebben tot
andere wijzen van expressie geleid, maar dat
zijn betrekkelijk uiterlijke dingen. Wat de
leider van een onzer voornaamste kw-v--t-
ensembles naar aanleiding van een uitge
voerd programma eens tegen me zei: „we
speelden Franck en Debussy en tot slot
Beethoven no. 8 en dit sloeg al het vooraf
gegane dood" illustreert het bovengezegde
duidelijk, te meer daar bedoelde leider noch
verstokt conservatief noen t.o. der modernen
onwetend is. want hij heeft zelfs kwartetten
van de grootste of ergste vaderlandsche
nieuwlichters gespeeld.
Beethovens heeft zich niet vroeg aan het
schrijven van strijkkwartetten gewaagd. Ver
moedelijk intimideerde hem Havdn's en Mo
zart's oeuvre. Zijn eerste schreden op het ter
rein van het strijkersensemble leidden tot de
trios op. 3 en 9 en het kwintet op. 4 Eerst in
1800, dus toen hij 30 jaar oud was schreef
Beethoven zijn eerste 6 kwartetten, die als
op. 18 in twee afleveringen in dat jaar en het
volgende verschenen. De volgorde correspon
deert niet precies met den tijd van ontstaan.
No. 3 werd het eerst gecomponeerd. We zul
len echter de gebruikelijke volgorde in acht
nemen. Op. 18 no. 1 vangt aan met een mo
tief. dat cp zich zelf geen h»npoMp steinm'*"'
uitdrukt, maar zeer geschikt is voor „the
matische bewerking". Eigenli-'k is alleen c:
eerste maat. een lange noot met een geryth-
miseerde dubbelslag, essentieel, want de
kwartensprong die er op volgt wordt ook
door andere intervallen vervangen. Zulk een
„motief" kan nu gemakkelijk in allerlei com
binaties en functies aangebracht worden en
Beethoven heeft er ruim gebruik van ge
maakt in de 427 maten van het eerste Allegro
komt het 131 maal voor! Dit echte „quartet-
massige" spel, dit elkaar den bal toewerpen,
deze „muzikale causerie", was oorzaak dat
Louis Spohr in dit stuk het ideaal der kunst
vorm. het toppunt van Beethoven's kwartet-
oeuvre zag. Tot diepere gevoelens komen we
niet: het is meer kwartet dan Beethoven.
Deze laatste toont zich in zijn volle kracht
in het Adagio affettuoso. een stuk van zeld
zame diepte en geweldige hoogtepunten
Toonsoort (d min.) en karakter toonen de
verwantschap met het Largo uit de klavier
sonate op. 10 no. 3, die drie jaar te voren ge
schreven werd. Echt Beethoven zijn ook het
Scherzo (men lette op de periodeverlensing
van het eerste deeltjpe tot 10 <iaten!) ziet het
kloppende en rollende Trio. en de Fina'e, ti-e
in tegenstelling met het eerste Allegro een
bonte veelheid van motieiven toont, welke
tot allerlei geestige combinaties ook poly-
rythmische gebruikt worden.
Op. 18 no. 2 is over het geheel vriende»Hker
en heeft aan een wending van he hoofdthe
ma den naam „complimenteerkwartet" te
danken. Het Adagio, door een Allegro onder
broken, geeft eenigszins het beeld van een
braven moralist, die door een troep joelende
kinderen gestcord wordt. Het Scherzo is meer
een Menuet: het Trio is uit een zuiver diato
nische opvolging ontwikkeld. In het vroolijke
spel der Finale trekken enkele accoordver
bindingen, die op een latere perode wijzen de
aandacht.
In het gevoelige Allegro van op. 18 no. 3
treedt de eerste viool als echte primus inter
pares op. Een rustig mijmerend Andante
volgt. De Menuet (met het Trio in mineur
toonsoort!) toont een nieuwigheid: de reprise
brengt tevens een variatie. De in 6 8 als een
Tarantelle voortstormende Finale is wel het
belangrijkste hoo:fddeel van het werk.
Op. 18 no. 4 begint met een trotsch, zelf
bewust hoofdthema, dat zich in prachtigen
climax over 8 maten uitstrekt. Het in hoofd
vorm geschreven Andante heeft het karakter
van een Scherzo <èven verwant met dat der
1ste Cymphonie!»daarentegen is de Me
nuet ernstig. De Finale (rondo) is een stuk I
vol overmoed en humor.
Tot zoover zal Daventry aanstaande week
gaan. i
niet gehoord en ik kan dus geen vergelij
king tusschen beider muzikale behandeling
maken. Maar ik heb wel den indruk gekregen
dat Adam's compositie op het punt van naar
geestige, sombere, onheilspellende en grieze
lige klankcombinaties niet te kort schiet. De
wijze waarop hij den aanvang van het oude
Halewijn-lied als leidmotief door alle tafe
reelen gevoerd heeft, getuigt zoowel van zijn
muzikaal talent als van zijn zin voor dra
matische behandeling; echter komt het zel
den tot fel-reaüstische uitdrukking. Een der
gelukkigste momenten, dat ook als contrast
goed werkt, is de menuet die bij het 4de
tafereel klinkt en waar het Halewyn-thema
de bas vormt; een ander Is de rythmische
verwringing van hetzelfde thema In de dron-
kemans-scène van het 5de tafereel. Daaren
tegen zou ik zeggen dat de lokkende versie
(2de tafereel) minder geslaagd Is. De menuet
keert in het slottafereel terug.
Muzikaal afwisselender en aardiger zijn de
varianten die hij op het thema van „Al is
ons prinsje" gemaakt heeft als illustratie
van het dansspel ..De School". De extra -
groote onwaarschijnlijkheid van het tooneel-
gebeuren blijve hier buiten bespreking; voor
jeugdige dansklasjes kan het een amusant
spel opleveren.
Behalve de twee bovengenoemde balletten
waren ook ..De Speelgoedkast" en ..De
Buren" herhalingen van Maandagavond.
Voor „De geketende Prometheus" kwamen in
de plaats verschillende afzonderlijke kleinere
nummers. De „Groteske" van Mendelssohn
gaf me weinig van den Inhoud der Sommer-
nachtstraum-muziek terug: in de „Elegie"
van Grieg, die niet door het meest geoefende
ensemble werd gedanst liet de samenwerking
te wenschen over. De „Tarandole" van Bizet
was aardig om te zien maar had wat vlugger
tempo en wat meer uitgelatenheid kunnen
verdragen. Het aardigste nummer scheen me
de door twee zeer jeugdige meisjes gedanste
Menuet van Beethoven: hier waren gratie
en doelbewustheid in de bewegingen. Ook
goed geslaagd was het ballet bij „Frühlings-
stimmen' van Joh. Strauss, dat door het
oudste en meest geoefde ensemble gedanst
werd. Expressiviteit van elke beweging werd
hierin niet geëischt, maar het geheel maakte
een frisschen en prettlgen indruk die zich
goed bij dien der muziek aansloot. Als solo
danseres toonde Tilly Sylon in „De Geketen
de" haar talent; het. was alleen jammer dat
de aard der muziek tot weinig afwisseling
van bewegingen aanleiding gaf.
Met bloemenmanden heeft de voorzitter
van het comité Tilly Sylon en Marinus Adam
gehuldigd; ook de vertolster van de rol van
het Koningskind in Halewijn en de concert
meesteres der H.O V. ontvingen uit zijn han
den bloemgeschenken.
De interessante avond werd bijgewoond
door een zeer talrijk publiek, dat zich voor
het gebodene zeer erkentelijk toonde.
K. DE JONG
CONCERT DER H. O V.
TWEE SOLISTEN.
Het laatste Zondagavond-concert der H.O.V.
op 18 Maart a.s. wordt gekenmerkt door het
optreden van twee solisten: de bekende
violoncellist Thomas Canivez, die een Suite
n Bach en het cello-concert van Schumann
zal voorgedragen en de 1ste hoornist der
H.O.V. Jo...,n van der Beek die ^et hoorn-
concert in Es gr. terts van Mozart speelt.
Het orkest voert werken uit van Mozart en
Liszt.
Dit laatste Zondagavond-concert is toegan
kelijk voor alle leden der H.O.V.
SYMPATHIE VOOR NEDERLAND IN
ZWITSERLAND.
De Schweizer Illustrierte Zeitung van 7
Maart is voor een zeer groot deel gewijd
aan Nederland.
Holland und die Schweiz heet het nummer,
dat belangwekkende vergelijkingen trekt tus
schen beide landen. Fraaie foto's van de
Rotterdamsche haven, van de drooggelegde
stukken der Zuiderzee en van de visschers,
die nu wat anders moeten zoeken, van Alk
maar met haar kaasmarkt, van Zürich in
Nederland en Hilversum met haar raadhuis
enz. zijn opgenomen. De afbeeldingen gaan
vergezeld van waardeerende artikelen en bij
schriften.
Een werkelijk fraai nummer dat spreekt
van Zwitsersche sympathie voor ons land.
BENOEMINGEN R.K. KERK.
Volgens het tijdschrift ..Sint Bavo" heeft
Z.H Exc. de Bisschop van Haarlem benoemd:
tot kapelaan te Heemstede (H. Bavo) den
weleerw. heer R. G Oud. kapelaan te Groote
broek; tot Diocesaan Directeur van het St.
Petrus-Liefdewerk in het Bisdom Haarlem:
den weleerw.heer W. Boin, te Poeldijk.
SCHOUWBURG JANSWEG
Tholen en Van Lier in „Tijd is Geld".
In den Schouwburg Jansweg zal een op
voering plaats hebben van de succes-revue
..Tijd is geld" waarin Tholen en van Lier de
hoofdrollen vervullen, en wel op Dinsdag
20 Maart.
In het Leidscheplein Theater te Amsterdam
werd deze revue 6 weken met groot succes
voor volle zalen opgevoerd.
Wat te lijmen is.
.De eenige dingen, die u met Velpon Ceta
Bever niet lijmen kunt", kondigt Jo Spier in
het reclame boekje van de Vereenigde
Chemische fabrieken Ceta Bever te Beverwijk
aan. En hij geeft dan een serie geestige
teekeningetjes van: gebroken harten, car
rières, records, mannen, nekken, lijnen,
engelsch woorden, eieren, thee en breuken.
Al het andere kan er wel mee gelijmd wor
den! En goed ook!
Een zeer vlot en bizonder geestig boekje,
dat ongetwijfeld aan de verwachtingen zal
beantwoorden
Wetenswaardigheden en
adviezen voor den effec
tenbezitter.
Door de Financieele Uitgevers Mij. te
Oisterwijk is uitgegeven een werkje, dat van
belang kan zijn voor effectenbezitters. Het
is geschreven deer E. L. Perrin en geeft vele
wetenswaardigheden en adviezen, over de
goudclausule, speculatie a la baisse, premie-
affaires, balansanalyse enz.