EEN RIJK EN DIENEND LEVEN
VAN DUITSCHE PRINSES TOT
KONINGIN-MOEDER.
AMSTERDAM'S HULDEBETOON
AAN KONINGIN MOEDER IN 1929.
DINSDAG 20 MAART 1934 HAARLEM'S DAGBLAD
Een edele figuur die zich een bijzondere plaats
in het hart van alle Nederlanders heeft verworven
Nuchterheid, zuiver gevoel voor realiteit
en critische zin zijn de drie voornaamste
eigenschappen, die het Nederlandsche volk
kenmerken. Een volkomen uit de grillige lijn
van zijn bewogen geschiedenis verklaarbaar
wantrouwen tegenover buitenlandsche in
vloeden deed het begrijpelijk zijn, dat toen
de Prinses van Waldeck Pyrmont ook al
had zij van moeder's zijde Nassausch bloed
in de aderen als jonge gemalin van den
ouderen Koning Willem in in de residentie
kwam, ook in de gevoelens van hen, die uit
hoofde van rang of geboorte tot de hoogste
kringen behoorden, scepticisme domineerde.
Vorst George Victor van WaldeckPyrmont
de vader van Koningin Emma
Hoe snel heeft deze Duitsche prinses, door
haar groote eigenschappen van geest en ge
moed, den weg weten te vinden naar het on
danks uiterlijke onbewogenheid toch zoo
warm kloppend hart van onze natie, die als
geen andere valsehen schijn van echtheid
weet te onderscheiden. Er miste, in de dagen
van zorg en leed, welke haar in haar rijke
leven niet bespaard zijn gebleven, allerminst
den moed en het zelfvertrouwen, die zij be
hoefde om te volharden in wat zij tot haar
hoogste plicht rekende.
Juist deze gaven, zullen haar in de herin
nering van het volk doen voortleven als de
Koningin-Moeder, met welke betiteling haar
persoon en persoonlijkheid tevens op
de beste wijze wordt gekenschetst en ge-
eerd.
Adelheid. Emma Wilhelmina Theresia werd
2 Augustus 1858 te Arolsen geboren (de
hoofdstad van den vrijstaat Waldeck in
midden Duitschland) als, gerekend naar de
volgorde van den leeftijd, de derde der kin
deren van vorst George Victor van Waldeck
Pyrmont en prinses Helena van Nassau, een
strenge vrouw van groote intelligentie, die
alles in het werk stelde om haar kinderen
onder haar persoonlijke leiding en met hulp
van bekwame leeraren een veelzijdige ont
wikkeling deelachtig te doen worden. Prinses
Emma voelde zich, wat haar studies betreft,
vooral aangetrokken tot de geschiedenis.
Haar karaktereigenschappen deden haar
echter in nog grootere mate belangstelling
koesteren voor sociaal werk. In het lenigen
van den nood van zieken en behoeftigen
vond zij haar grootste voldoening en ook op
lateren leeftijd heeft zij meermalen gelegen
heid gevonden om daarvan te doen blijken.
Een extra-nummer van de Staatscourant
maakte op 1 October 1878 de verloving be
kend van Koning Willem III, wiens gade.
Koningin Sophie hem op 3 Juni 1877 ontval
len was, met Prinses Emma. Op 19 October
d.a.v. gaven de Sta ten-Gen era al de bij de
wet vereischte toestemming tot het huwelijk.
Op verzoek van den Koning belastte Dr.
Laurens Reynhart Beynen, die sinds kort
was afgetreden als rector van het Gymna
sium te Den Haag, zich met de eervolle taak,
de toen twintigjarige prinses van voorlich
ting te dienen omtrent het land, dat voortaan
haar vaderland zou zijn De hoogbejaarde
doctor vertoefde te dien einde enkele maan
den te Arolsen en ook zijn dochter, die hem
in verband met zijn leeftijd naar het Duit
sche grondgebied had vergezeld, werd spoe
dig toegelaten tot de Prinses, die zich uiterst
leergierig toonde en in korten tijd de Neder
landsche taal eenigermate leerde spreken.
De huwelijksvoltrekking.
Slechts kort was de tijd der verloving: in
den namiddag van 7 Januari 1879 had na
dat de daartoe vereischte formaliteiten door
den Opperkamerheer van den Koning, Mr.
C. Th. Baron van Lijnden van Sandenburg,
waren verricht de huwelijksvoltrekking
plaats, in tegenwoordigheid van een vrij
groot gezelschap vorstelijke personen en
hoogwaardigheiasbekleeders. waartoe o.m.,
behalve de vorstelijke familie van Waldeck.
Prins Willem von Wied. schoonzoon van
Prins Frederik der Nederlanden, Prins
August von Wurtemberg, als vertegenwoordi
ger van Keizer Willem I, de voorzitters der
Eerste en Tweede Kamer van Nederland, de
vice-president van den Raad van State, de
minister van Buitenlandsche Zaken en de
directeur van het Kabinet des Konings, be
hoorden. Bij de kerkelijke inzegening, in de
kapel van het slot van Arolsen. trad de hof
prediker Scipio als voorganger op.
Drie dagen na de huwelijksvoltrekking ver
trok het koninklijk echtpaar per extra-trein
naar Nederland; bij het passeeren van de
grens bij Oldenzaal geschiedde de eerste be-
1 groeting door de Nederlandsche autoriteiten.
Het eerste bezoek aan de hoofdstad had
pas 21 April plaats; de intocht in Den Haag
een week later aangezien deze vertraagd wa
ren door het overlijden, in Luxemburg, van
Prins Hendrik, den broeder des Konings.
De residentie begroette de jonge Koningin
met warme geestdrift en vooral aan de ont
vangst van het Koninklijke echtpaar in het
Gebouw van Kunsten en Wetenschappen
hebben degenen, die daarbij aanwezig moch
ten zijn, onvergeteijke herinneringen be
waard.
Groot was op 31 Augustus 1880 de vreugde
in het geheele land, toen bekend werd, dat
Koningin Emma in het Paleis te 's-Graven-
hage het leven had geschonken aan een
dochter. De blijde mare verspreidde zich in
een oogwenk over geheel Europa. De dynastie
der Oranje's, ernstig bedreigd door de sla
gen, die dit Huis getroffen hadden (het over
lijdensbericht van den Prins van Oranje
krwam een half jaar na den dood van Prins
Hendrik uit Parijs, terwijl toen reeds vast
stond, dat ook de eenig overgebleven zoon
van den Koning, Prins Alexander geen lang
leven beschoren zou zijn) kon als gered wor
den beschouwd.
Voor Koningin Emma braken moeilijke
jaren aan, toen de gezondheidstoestand van
den Koning langzaam achteruit ging en ein
delijk zorgwekkend werd. Tot aan zijn ver
scheiden op 23 November 1890, betoonde zij
zich de lieve gade en trouwe verpleegster,
die door haar gestadige en opofferende zor
gen, niet alleen de laatste dagen van den
Koning verlichtte, maar zich tevens een zoo
mogelijk nog diepere genegenheid in het hart
van het Nederlandsche volk wist te verwer
ven. De lijkdienst op het Loo, geleid door
Nicolaas Beets op 1 December van genoemd
jaar, was een ontroerende plechtigheid.
Toen zag Koningin Emma zich geplaatst
voor een ontzagwekkende taak: op 32-jari-
gen leeftijd werd zij geroepen tot het regent
schap. Acht moeilijke jaren, jaren van par
tijstrijd, heeft zij zich van deze taak gekwe
ten op een wijze, die het best kan worden
weergegeven door het woord van Staatsraad
Mr. A. P. W. Cort van der Linden, oud
premier tijdens de oorlogsjaren en oud-mi
nister van justitie tijdens het regentschap
van de Kon in gin-Moeder, neergeschreven in
het „Gedenkboek, dat ter gelegenheid van
haar zeventigsten verjaardag en vijftigjarig
Nederlanderschap is uitgegeven.
..De Koningin-Moeder! In den loop der tij
den heeft deze naam een eigen beteekenis
gekregen.
Zij, die evenals ik het voorrecht hadden,
als minister samen te werken met de Ko
ningin-Moeder. toen zij Regentes was, zij
weten, wat zij geweest is voor haar nieuw
gekozen vaderland.
De Koningin-Moeder heeft ons volk lief
gekregen, want zij zag in ons volk, zijn zeden
en gewoonten, bijna alleen het waardevolle
en het goede: spiegelbeeld van haar eigen
moed. Zij heeft haar liefde betoond door
haar trouw medeleven met allen, die haar
dienden, door hare onvermoeide belangstel
ling in ziekenverpleging, in wetenschap en
kunst en door haar stille hulp in nood. En
ons volk heeft hare liefde met liefde ver
golden.
Moge ons volk zijn Koningin-Moeder steeds
met dankbaarheid gedenken".
Behalve haar regentschap wijdde de Ko
ningin-Moeder zich in volle overgave en met
groote bekwaamheid aan de opvoeding van
haar dochter, het geringste had haar aan
dacht. Zij was het zelf. die haar dochter tien
jaren lang onderwees in Bijbelsche geschie
denis envaardigheid met den naald!
De reizen naar de hoofdsteden der pro
vincies, opdat deze haar dochter zouden kun
nen begroeten, werden even zoovele spontane
demonstraties van Oranjeliefde van de zijde
der bevolking; zij deed ook haar kind kennis
maken met de vreemde hoven en liet haar
tegenwoordig zijn bij de ontvangst van bui
tenlandsche vorsten.
Was het te verwonderen, dat het Neder
landsche volk, toen Koningin Wilhelmina
meerderjarig was geworden van zijn groote
dankbaarheid voor hetgeen Koningin Emma
tijdens haar regentschap gedaan had. getui
genis wilde afleggen? Het deed dit in den
vorm van een geldelijk geschenk en het moge
een bewijs te meer zijn van de groote sym
pathie en genegenheid, die van de Koningin-
Moeder uitging naar de zieken en misdeel-
den, dat zij het haar geschonken bedrag ter
beschikking stelde voor het oprichten van
het Sanatorium „Oranje-Nassau Oord" bij
Renkum, waar tuberculoselijders worden op
genomen en verpleegd. De herinnering aan
het regentschap wordt mede levendig ge
houden door de plechtige onthulling op 23
September 1905 door Koningin Wilhelmina
van een monument op het Regentesseplein
te 's-Gravenhage
Eerlijk, groot en oprecht was de uiting van
waardeering en sympathie, die haar gewerd,
toen zij, in 1898 in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam de grootsche inhuldiging van haar
dochter bijwoonde.
Totdat Koningin Wilhelmina op 9 Fe
bruari 1901 met Prins Hendrik van Mecklen
burg in het huwelijk trad, bleef de Koningin-
Moeder bij haar dochter verblijf houden.
Daarna betrok zij het Paleis aan het Lange
Voorhout, waar zij thans de oogen gesloten
heeft. Zij bewoonde dit des winters. De zo
mermaanden bracht zij meestal door te
Soestdijk.
Het moge, bij de droefheid, die het volk
gevoelt, nu deze beminde figuur voor altijd
is heengegaan, tot troost strekken, dat het
der Koningin-Moeder beschoren is geweest,
in de jaren na haar regentschap ten volle te
mogen ei-varen, hoe ook Koningin Wilhel
mina, die zij op binnenlandsche reizen en
bij feestelijke gelegenheden meermalen ver
gezeld heeft, alsook haar kleinkind Prinses
Juliana, het hart der natie gevonden heb
ben. Het grootsche huldebetoon der Ko
ningin ter gelegenheid van haar vijf-en-
twintigjarig regeeringsjubileum, in 1923 ge
bracht, was daarvan wel het sprekend bewijs,
nog slechts kort geleden zoo overtuigend
herhaald bij de nog in aller herinnering le
vende betooging in het Olympisch Stadion
te Amsterdam.
Haar leven, dat ook na haar regentschap
dienend is geweest, wijl zij zich op onnavolg
bare wijze en wars van erkenning voor wat
zij verrichtte, met nieuwe kracht wijden ging
aan de leniging der nooden en behoeften van
talloos velen, zal altijd herdacht kunnen wor
den en beschouwd worden als dat Van een
vrouw, die Moeder en Vorstin ös geweest in
de zuiverste beteekenis van deze woorden.
Vorstin Helena, geboren Prinses van Nassau,
de moeder van Koningin Emma.
Spontanéiteit en enthousiasme ter
gelegenheid van den dag dat
Koningin Emma 50 jaar in
Nederland was.
.Onvergefelijke dagen.
Zaterdag 8 Juni 1929 was de dag dat de
Koninklijke Familie haar jaarlijksche bezoek
aan Amsterdam zou brengen. Doch dit keer
had dit bezoek een eer speciaal karakter,
daar dien dag tevens de Koningin-Moeder
de hulde van de bevolking der hoofdstad in
ontvangst zou nemen.
De Dam en de intochtswegen waren rijke
lijk versierd waarbij oranje overheerschte.
Reeds vroeg in den morgen, terwijl de zon
aan den helder blauwen hemel straalde,
heerschte er een vroolijke drukte en een
feestelijke stemming.
Tegen den middag nam de drukte op den
Dam toe en even na twaalf uur kwam de
auto der Koninklijke Familie met de Ko
ningin en de Prinses uit Soestdijk. Prins
Hendrik was reeds in het Paleis aanwezig;
hij was van te voren met den trein gearri
veerd. Toch ging de aankomst van het Ko
ninklijk gezin met niet veel ceremonieel ge
paard "wat op uitdrukkelijken wensch van
de Koningin geschiedde opdat de beteekenis
van dit bezoek zou worden bepaald door het
huldebetoon aan de Koningin Moeder. Kort
na de aankomst van de Koningin en de
Prinses begon de lucht te betrekken en niet
lang daarna viel de regen in plassen neer.
Onder deze omstandigheden had de in
tocht plaats van de Koningin-Moeder, die
om half drie met den trein in het Centraal
station -arriveerde.
Aamkomst en zanghulde.
Zij werd het eerst verwelkomd door de
Koningin en daarna door de Prinses en Prins
Hendrik. Toen werd zij door de autoriteiten
begroet. Weesmeisjes die langs de trap van
het station stonden geschaard, strooiden
bloemen en toen de Koningin-Moeder op het
Staionsplein verscheen ging er een geweldig
jejulch op, onder de duizenden die ondanks
den regen het moment van aankomst had
den afgewacht.
In een gala-calèche met zes paarden reed
de Koninklijke Familie naar het paleis, o.a.
geëscorteerd door een eere-escorte van 125
ruiters.
De inzittenden trotseerden eveneens den
regen, waarbij alleen Koningin Emma, Ko
ningin Wilhelmina en de Prinses eenige be
schutting voiiden door parasols
Ongeveer twee honderd vereenigingen
stonden langs het versierde Damrak ge
schaard, die zich aansloten achter de stap
voets voortrijdende gala-calèche.
Voor het paleis op den Dam hadden zich
400 zangers vereenigd, leden van de Konink
lijke Mannenzangvereeniging ..Apollo" te
Amsterdam en van de Koninklijke Liederta
fel ..Zang en Vriendschap" uit Haarlem waar
van Lieven Duvosel toen directeur was.
Kanongebulder had de aankomst aan het
station reeds aangekondigd, en een half uur
nadien, juist te drie uur. verscheen het gala
rijtuig op den Dam. Met onbedaarlijk, har
telijk gejuich werd de Koningin-Moeder op
den Dam ontvangen door een verregende
massa. Zichtbaar ontroerd door deze spon
tane hulde, doch met een stralend gelaat
groette zij terug. Voordat zij uitstapte aan
het paleis bleef zij nog een oogenblik in de
koets staan en wuifde de massa toe.
Toen de deuren van het balcon open
gingen brak een nieuw gejuich los. De Ko
ninklijke Familie trad naar voren, in het
De Koninklijke Familiedie thans in rouw gedomPe^ is door het overlijden van Koningin Emma.
De Koningin-Moeder kort voor haar huwelijk
met Koning Willem III.
midden de Koningin-Moeder, de Koningin
en de Prinses rechts van haar de Prins ter
linkerzijde. De regen bleef stroomen era
stroomde door toen onder leiding van Fred.
J. Roeske de grootsche zanghulde werd ge
bracht
Daarna trokken de vereenigingen in op
tocht langs het paleis en werd het publiek op
den Dam toegelaten, waarop zich weer een
daverende hulde voltrok!
De groote rijtoer.
Zondagmiddag 9 Juni zou de Koninklijke
Familie een rijtoer maken waarvan de route
van te voren bekend was gemaakt. Het zon
nige weer van dezen dag was een groote ver
goeding voor den vorigen. Alle stoepen op
de grachten waren met toeschouwers bezet,
in de stille straatjes bij de hofjes waren de
vrouwen uitgeloopen en van afstand tot af
stand klonk het gejuich op. De route liep
ook door het Vondelpark, dat wemelde van
wandelaars en ook daar begroette men dé
Koninklijke Familie geestdriftig, waarbij de
Koningin slechts bescheiden groette, omdat
de hulde immers haar moeder moest gelden.
De tocht werd onderbroken voor een korb
bezoek aan het Rijksmuseum. Na voortzet
ting der rijtoer werd om ruim half vier op
het Jonas Daniël Meijerplein wederom een
zanghulde gebracht waarbij duizenden te
genwoordig waren. Voor de synagoge stonden
de kinderen van alle Israëlitische weeshui
zen en godsdienstscholen en het zangkoor
van .De Joodsche Stem" en van „Jong Bet-
salel". De 1200 kinderen zongen het Wilhel
mus toen de Koninklijke Familie zich eeru
weg had gebaand door de dichte menigte en
daarna een lied, dat door rabbijn De Hond
speciaal voor deze gelegenheid was gedicht
en dat aan de komst van de Koningin-
Moeder in Nederland herinnerde en aan de
geboorte en de jeugd van de Koningin.
Met een grooten omweg reed de Konink
lijke Famlie toen weer naar het paleis terug
waar zij om half vijf arriveerde.
GrootscJie gedachtenisviering
in de Nieuwe Kerk.
De Nieuwe Kerk, waarin zooveel nationale
belangrijke gebeurtenissen zijn geschied, was
ter gelegenheid van de gedachtenisviering
op Maandag 10 Juni 1929 op bijzondere wijze
ingericht en versierd. Daarbij waren vooral
de aard der plechtigheid als de door geloof
en historie gewijde plaats in het oog ge
houden. Een breed podium dat voor het ko
per koorhek was getimmerd, was voor de
Koninklijke Familie bestemd. Een breed©
looper voerde van den hoofdingang aan ae
zijde van den Dam naar dit podium. Recht)
tegenover de verhooging was onder het orget
een breede tribune gebouwd voor orkest en
koor bestaande <uit zestig leden van het Con
certgebouworkest en honderd vijftig leden)
der Amsterdamsche afdeeling der Maat
schappij tot bevordering der Toonkunst. Dr.
Willem Mengelberg had de leiding.
Tot de genoodigden behoorden o.a. de le
den der regeering de ministers van staat,
leden der hooge regeeringscolleges, het ge
meentebestuur van Amsterdam en de burge
meesters van Rotterdam, Den Haag ~en
Haarlem. Te half twaalf nam de plechtigheid
een aanvang, nadat de genoodigden reeds
hun plaatsen hadden ingenomen. Te voet
ging de Koninklijke Familie ter kerke, waar
van wederom een groote menigte getuig©
was. De Koningin-Moeder wandelde met de
Koningin aan haar linkerzijde kerkwaarts,
vooraf gegaan door haar Kamerheeren.
Bij het binnenschrijden van de kerk bracht