De opening der Prima Vera" te Rotterdam. - Fabrieksbrand te Alphen aan den Rijn.
EEN EERESCHULD
Jh. mr. dr. H. A. van Karnebeek,
commissaris der Koningin in Zuid-
Holland, tijdens zijn rede bij gelegen- De Chalk Farm Band, een der bekendste muziekkorpsen van het Engelsche Leger des
heid van de opening der bloemen- Heils, gaf op het voorplein van Buckingham Palace een uitvoering op speciaal verzoek
tentoonstelling Prima Vera te Rotter- van den Engelschen Koning. De band verlaat het paleis na de uitvoering
dam
Deputaties van de eerste en Tweede Kamer hebben Donderdag
aan H. M. de Koningin ten paleize Noordelnde te den Haag een
adres van rouwbeklag overhandigd in verband met het overlijden
van H. M. de Koningin Moeder
Een felle brand heeft gewoed in de N. V. Meelfabriek v. b Arie Verduyn aan de Hooftstraat te Alphen aan den Rijn Het
fabrieksgebouw, bestaande uit groote opslagplaatsen, is een prooi der vlammen geworden
Van de gelegenheid, om de Nieuwe Kerk te Delft ht
rouw versiering te bezichtigen, wordt een zeer druk ge
bruik gemaakt
Sir Norman Davis arriveerde Donderdag met de .Adelaar" uit Malmö Or BW. d«.co™,™).* dj, Sr»rf De Duitsche ruiterploeg, welke deel zal nemen aan het internationaal ruiter-
Lil- IJ c L- L l Zeppelin, vertoeft op het oogenblik inden i i i wi. r,
op het vliegveld bchiphol Haag tournooi, dat binnenkort te Nizza en Rome zal plaats vinden
FEUILLETON
door
ETHEL 3L DELL.
Vertaling van
J. G. H. v. d. BOVENKAMP Jr.
3)
Eenigen tijd later hoorde zij hoefslagen op
den harden weg en zij deed een poging om
vlug naar den anderen kant van den weg te
kruipen. En toen bemerkte zij, dat zij dichter
bij een bezwijming was, dan ooit in haar ge-
heele leven het geval was geweest.
De hoefslagen hielden stil en op dat oogen
blik slaakte zij een luiden kreet van schrik;
alle angst van eenige minuten geleden keer
de weer met'volle kracht terug.
De man sprong vlug uit het zadel en na
zijn rijdier een paar korte woorden te heb
ben toegebeten, boog hij zich over haar heen.
Zonder te beseffen, wat zij deed, deinsde zij
vol angst achteruit en hief afwerend haar
handen naar hem op.
„Wie is dat? Wie is dat?" snikte zij.
Eii onmiddellijk antwoordde hij haar. een
weinig kort aangebonden:
Earing. Wat is er aan de hand? Is er iets
gebeurd?"
Zij voelde, hoe sterke handen haar gemak
kelijk van den grond optilden en met een
zucht van verlichting liet zij met zich doen
wat hij wilde, voelde zij al haar vrees van
zich vallen.
„Oh Majoor Baringstamelde"zij. „Ik
herkende u niet".
Majoor Baring gaf geen antwoord. Hij
feteel haar ondersteunen, daar hij heel goed
inzag, dat zij nog niet in staat zou zijn, zon
der steun te blijven staan. Hij wachtte rustig,
totdat zij zich weer eenigszins hersteld zou
hebben. Hij voelde, dat zij hevig beefde, maar
na eenigen tijd deed zij een heldhaftige po
ging, om haar zelfbeheersching weer terug
te krijgen. v
„Ikik herkende u niet", stamelde zij
nogmaals.
„Wat is er aan de hand?" vroeg Majoor
Baring.
Maar dat kon zij hem niet vertellen. Reeds
begon zij te gelooven. dat zij zich vreeselijk
onverstandig en kinderachtig gedragen had
En tochHyde had toch ook wel kunnen
zien, dat zij bang was. Zou het dan niet nor
maal geweest zijn, als hij een poging had ge
daan om haar weer heelemaal gerust te stel
len? Iedere andere man zou dat beslist ge
daan hebben.
Zij herinnerde zich nu ook den blik in zijn
oogen en huiverde. Zij was er van overtuigd,
dat die man veel gedronken had, toen hij bij
haar kwam. Zij had al meer dan eens hooren
zeggen, dat hij meer dronk dan goed voor
hem en voor anderen was.
„Ikik ben heel erg geschrokken", zeide
zij eindelijk. „Het was natuurlijk erg dwaas
van me, kinderachtig. Hoogstwaarschijnlijk
heeft 't heelemaal niets te beteekenen. Maar
ik voel my nu al weer veel beter. Dank u
wel voor uw hulp, Majoor Baring".
Hij liet haar nu los, maar zij was nog zoo
zwak, dat zij wankelde en zich genoodzaakt
zag. zich weer vlug vast te grijpen aan zijn
arm.
,Heusch, ik voel mij al weer veel beter",
stamelde zij een weinig beschaamd. „Het zal
dadelijk wel overgaan. Mag ik u nog ever
vasthouden? Het zal de reactie zijn, denk ik".
Zonder een woord te zeggen, keek hij haar
een oogenblik recht in het gelaat, waarna hij
zijn arm vlug en stevig om haar middel sloeg.
En weer liet zij hem begaan, als een kind,
dat zich laat leiden door iemand, van wie
het weet, dat hij sterker en verstandiger is
dan het kind zelf.
Het duurde eenige oogenblikken, voordat
de man iets zei en toen hij eindelijk het
woord tot haar richtte, meende zij een grim-
migen klank te ontdekken in zijn stem.
,Jk moet toch dien kant uit", zeide hij
kort. „Ik zal u wel even naar huis brengen".
Hope huilde heel stil voor zich heen en zij
hoopte maar, dat hij door de duisternis haar
tranen niet zou kunnen zien.
„Ikik zou liever Ronnie een eindje te
gemoet willen gaan", zeide zij eindelijk met
bevende lippen. „Het is zoo donker en een
zaam in huis, weet u?"
„Ik zal wel even met u mee naar binnen
gaan", antwoordde hij onmiddellijk.
„Oh neen..!" riep zij verschrikt uit.
„Neen, ik bedoelik wil zeggenik mag
u niet langer lastig vallen; u hebt al zooveel
voor mij gedaan! Heusch, maakt u zich
maar niet ongerust. Ik ben nu weer heele
maal beter".
Zonder een woord te zeggen, bleef hij naast
haar voortloopen en met een licht gevoel van
angst begon zij zich af te vragen, of zij hem
door haar haastige woorden misschien belee-
digd zou hebben. Maar na enkele oogenblik
ken stelde hij haar plotseling gerust.
„Droog uw tranen", zeide hij vriendelijk,
„en huil maar niet meer. Ronnie is op het
oogenblik in de club en zal voorloopig wel
niet naar huis komen. Ik wist natuurlijk niet.
dat u heelemaal alleen zou zijn. Had ik dat
wel geweten, dan zou ik hem wel meege
bracht hebben. Zoo, zoo gaat het al beter.
Zullen wij dan nu maar doorloopen?"
Hij sloeg de teugels van zijn paard losjes
om zijn rechterarm en liep iets vlugger dan
zooeven voort over den ongelljken, ruwen
weg. Struikelend over steenen, die zij in het
donker bijna niet kon onderschelden, liep
Hope naast hem voort. Zij maakte nu maar
geen bezwaren meer. Er was nu eenmaal
niets aan te doen.
Zij Jmd daa Majoor var. Bonnie &1UJ4 oor,
heel gewichtig, eerbiedwaardige man gevon
den, en ook wist zij, dat Ronnie een beetje
bang was voor dien man, hoewel zij in hem
nooit iets anders dan vriendelijkheid en
goedmoedigheid had kunnen ontdekken.
Door haar omgang met de vrouw Yan den
kolonel had zij ook Majoor Baring leeren
kennen, en van het eerste oogenblik af had
hij een heel gunstigen indruk op haar ge
maakt. Een militair, maar in de eerste plaats
een heer.
Zij hadden nog maar een paar meter af
gelegd, toen hij plotseling bleef staan.
„U loopt mank", zeide hij kort. „Wat is er
gebeurd?"
Even aarzelde zij, maar dan vertelde zij
hem zachtjes, dat zij zich in het donker ge-
stooten had tegen de scherpe steenen.
„Hm!" gromde hij grimmig. „Ik denk, dat
u veel beter kunt rijden dan voortstrompelen
over dien onmogelijken weg. Heusch, het kar.
geen kwaad. Rupert is zoo mak als een lam.
Kijk maar eens aan. Hoe bevalt u dat?"
Hij tilde haar in het zadel, alsof zij een
kind was en bukte zich daarna, om haar te
helpen haar voeten in de stijgbeugels te zet
ten.
„Natuurlijk", hoorde zij hem mompelen,
toen hij haar kleinen voet met de dunne
pantoffel in zijn hand nam. „Geen wonder,
dat zij haar voet geblesseerd heeft. Wat een
prullen van dingen zijn dat! En zit u zoo
goed?" vroeg hij weer vriendelijker, toen hij
zich uit zijn gebogen houding oprichtte.
„Ja, heerlijk", antwoordde zij zachtjes.
Daarna zette hij den tocht voort, de teugels
van zijn paard over zijn arm.
Bij de kleine poort van het duistere erf om
het vuilwitte huis, dat zij zoo inderhaast ver
laten had, bleef hij staan en sloeg zijn oogen
naar haar op.
„Ik zal het paard hier maar laten staan",
zeide hij, terwijl hij haar zijn beide handen
toestak, om haar uit het zadel te helpen.
Zonder een oogenblik te aarzelen, "liet zij
ÜOÏ ie U]n ueke elll4«a. dn Eau
een moment later veilig en zachtjes op den
grond zetten.
Ergens in de verte, achter 't dorp der in
boorlingen, jankte een jakhals en hü zag,
dat zij huiverde van afgrijzen Haar zenuwen
waren nog altijd vreeselijk overspannen.
Majoor Baring bond de teugels van zijn
paard stevig vast aan een der dunne palen
van het wankele hekwerk, en zocht daarna
in het duister naar haar hand, die hem al
halverwege tegemoet kwam.
De greep van zijn koele, stevige vingers om
haar kleine, bevende hand was heerlijk ge
ruststellend.
„Kom", zeide hij vriendelijk, „laten wij nu
maar eens een kijkje gaan nemen in dat een
zame huis van u".
Maar op datzelfde oogenblik drong het
weer tot Hope door, dat de waarschijnlijk
heid heel groot was, dat zij zichzelve heel
erg belachelijk had gemaakt en dat zij. wilde
zij tenminste in de toekomst in staat zijn
zichzelve te blijven respecteeren, op ae een of
andere manier moest voorkomen, dat hij met
haar mee naar binnen ging.
Zij bleef dan ook vlak voor hem staan en
keek hem recht in het gelaat.
„Majoor Baring", zeide zij, en ondanks
haar poging om rustig en vast te spreken,
trilde haar stem. „Ik zou heel graag willen,
dat u niet verder mee ging. Ik weet, dat ik
me heel erg dwaas heb aangesteld, nu weet
ik dat zonder eenigen twijfel.. En. zoudt u er
iets op tegen hebben om heen te gaan en niet
meer te denken aan hetgeen vanavond ge
beurd is?"
„Ja, daar heb ik heel veel op tegen", ant
woordde Majoor Baring kort en rustig.
In zijn woorden had een klank van groote
beslistheid gelegen en 't hart zonk het meis
je in de schoenen.
(Wordt vervolgd).