De vliegende feeks De tentoonstelling .Het Duitsche Volk- Duitsche Arbeid" is in de hallen aan den Kaiserdamm te Berlijn geopend Een hoekje der uitgebreide expositie Door de Koninklijke Begeer wordt ter ge legenheid van den 25sten verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana een Prinses-Juliana gedenkpenning uitgegeven. Het portret- model werd rvaardigd door den medail- leur Jac. J. van Goor te Utrecht De hockeywedstrijd Duïtschland Nederland, Zondag te Dus- seldorf gespeeld, leverde een nederlaag voor de Nederland- sche ploeg op. Een moment tijdens de match Te Bloemendaal heeft Maandag de onthulling en overdracht van de J. C. Laan-bank i aan het gemeentebestuur, door het comité huldeblijk J. C. Laan plaats gehad De oude watermolen te Babiloniënbroek, welke buiten be drijf is gesteld, zal vermoedelijk aan de zorgen van Monu mentenzorg en de Vereeniging .De Hollandsche Molen" worden toevertrouwd Zijn tweede overwinning bij de international» ruiterwedstrijden te Nice behaalde de Duit sche luitenant Kurt Hasse, door bij het iachtspringen den .Prijs der Portugeesch» Cavalerie" te veroveren De molen in de bloeiende Betuwe. Een rustiek plekje in dit hartje van Nederland, dat om zijn jaarlijks weerkeerende kleurenschoonheid wereldberoemd is Dr. Willem Mengelberg woonde Maandag avond te Amsterdam een voorstelling bij van de Bouwmeester-revue, waar de be roemde dirigent zich zeer vermaakte om de grappen van Buziau en Nieuwenhuizer* FEUILLETON EEN BLIJMOEDIG SPEL IN DRIE BEDRIJVEN door BEN VAN EYSSELSTEIJN. 8) Tom: Je zult eens zien wat een idylische picnic het wordt. Een droom van een sou peetje. (Hij spreidt het servet uit. Legt de sandwiches in een kring. In het midden twee kartonnen bordjes met koude kip. Daartus- schen, met plechtig gebaar: de velaflesch.) Sandwiches met sardientjes in smeerolie, to maten in benzine(Hij slaat een tweede servet luchtig over den arm, inspecteert het servet met sandiches als was het een rijk gedekte tafel, verschikt het een en ander.) Robinson Crusoë had één van zijn zeldzame buien van neerslachtigheid; somber keek de anders zoo actieve man voor zich uit en zweeg(wijst op de machinewant zijn papegaai was ziek. Het lieve dier, dat anders het hoogste lied zong Maud: Verkoop toch geen nonsens! Pape gaaien zingen niet Tom: Die van Robinson Crusoë wèl! Maud: Jasses, Tom schei uit! Ik vind Je verschrikkelijk. Je bent net een klein kind. Tom: Het was maar goed dat de zwarte Vrijdag met zijn onverstoorbaar optimisme, een gevolg van zijn kinderlijke ziel, den moed er in hield. Hij dekte de tafel (neemt de veldflesch, slaat er een servet om als of het 'n wijn flesch was) en sprak in de taal der in boorlingen: S'il vous plait? Monsieur, est eervi. Asseye2-vous, monsieur, Yin* a la carte; Bordeaux, Bourgogne, Champagne?Mon sieur désire? Maud (gaat bij het servet zitten): Zeg waar heb je eigenlijk Pransch geleerd, Tom? Tom: In den oorlog. Duke. Drie jaren West front. (korte stilte). Zie je wel hoe gauw het donker wordt? Maud: In de tropen duurt de schemering altijd kort, Tom. Het is over tien minuten nacht. En misschien wordt het wel een heel koude nacht ook. We zullen onze jassen wel noodig hebben. Tom (lacht even, kort en spontaan)Ha- haha! Maud (geïrriteerd): Waar lach je om? Tom: Och, zoo maar! Maud (beseft opeens dat ze met dezen man geheel weerloos en alléén den nacht tege moet gaat)Waarom lach je? Ik wil weten, waarom je lacht! Tom: O, heelemaal niets belangrijks Ik vond het alleen even grappig dat je mij ging vertellen, hoe het in de tropen toe gaat. Ik ben er ruim 6 jaar geweest. Ik ken hier den weg als in Londen. Als we op de kust zaten, had ik dadelijk Maud: Tom! Tom: Sorry, Duke! Ik zal m'n mond hou den. Kom eet nou ook wat. Maud: Lachte je daar alléén om? Tom: Natuurlijk, Waarom zou ik anders gelachen hebben? Maud (uit het veld geslagen): Oheh.... zoomaar. Ik begreep het al niet. Tom: Hier, neem een sandwich! Maud: Ik voel we niets gerust (Ze schuift onwillekeurig iets van hem af). Dank je. (Ze neemt een sandwich.) Tom: Neem er nog een, het zal je opknap pen. Hierdeze met zalm. En neem wat kip. (Zij eten. Tom ziet Maud aan en vraagt haar, of ze het niet lekker vindt.) Hm? Maudt: Hm(ach nee, eigenlijk niet.) Tom: Hm! (Hij wijst op de kip: hier, neem dit.) Hm!! (Dat smaakt voortreffelijk.) Hm? (Nou? Ho« smaakt hst?) Maud: Hm! (Ja, het valt mee.) Tom: Hmmm (Zie je nou wel, kleine stijf kop! Zij eten. Dan ziet Tom Maud aan. Zij lachen beiden even. Tom schuift vertrouwe lijk iets bij en zegt onverwacht luid:) Zeg Dukewat zullen we vannacht doen? Maud: Hm! (Als verstard van schrik. Met een sandwich In haar mond.) Tom (volkomen zakelijk): Jawat denk je vannacht te doen? Maud: Wat denk jij? Tom: Nou ik zou zeggen: het lijkt me het beste om hier op 't strand te blijven, 't Wordt dadelijk stikdonker en dan kunnen we beter op het vlakke strand zitten met wat maan licht, dan ergens in dat oerwoud. We moes ten maar hier bivakkeeren tot morgen, Duke. Vermoedelijk zullen we hier ook geen last van muskieten hebben, dan waren ze er al geweest. Met wordt al donker. (Zij eten. Hij kijkt naar z'n sandwich). Jammer dat er alleen maar van dit zoute rommel tusschen zit, Ik zal dorst krijgen als een Nijlpaard. Maud: Als je maar niet denkt dat je nog een droppel water van me krijgt. Tom: Zeg Duke, zou het niet het beste zijn om den boel weer in de machine te leggen? (Hij bergt alles bij elkaar). De blikjes, de whisky, kofferszóózóóen de koekdoos er boven op. Prachtig! Net een stil leven. En wie zal er nu gaan slapen en wie waakt er het eerst? Vier uur. Dan de ander. Maud: Jij slaapt het eerst. Je bent al een paar uur achter. Ik zal je over vier uur wekken. Het is nu (ziet op haar polshorloge... bijna half acht. Dus: om half twaalf. Tom: Maar als jij soms moe bent, ga jij dan eerst slapen, Duke! Maud (kwaad)Zeg, wat denk je van me? Je behandelt me telkens alsof ik een kind ben! Ik ben toch zeker net zooveel waard als jij, niet? Wat bezielt je toch? Ga liggen! Vooruit! En ga slapen! Tom: Allright. Prettige wacht. Duke! Ik vlei me neder onder je veilige bescherming. Ais he_t kous wordt, dee dan je jas aan en gooi de mijne over me heen. Wil je? Ik heb ci- garetten in m'n jas. Duke, ga je gang, hoor! (Hij gaat liggen.) Mag ik de koekdoos onder m'n hoofd leggen? Maud: Nee, natuurlijk niet. Tom: Nou dan de whïskyflesch maar. Maud: Dat zal je laten, Tom. Hier heb je je koffer. Tom. Dank je. Geef me dan maar m'n jas. Maud: Alsjeblieft! Tom (haalt er de cigaretten uit en werpt die Maud toe)Alsjeblieft. (Hij gaat liggen) Hè, hè!.... Maud: Dank je. (Ze neemt een cïgaret). Ik weet soms waarachtig niet wat ik aan je heb, Tom. Ik bewonder je af en toe om je prachtig humeur. Maar soms ook irriteer je me grenzeloos en dan zou ik je gewoonweg kunnen haten. Gecompliceerd is dat. Het eene moment: splendid. Het andere moment hèik zou je eens lekker op je gezicht willen slaan en door elkaar schudden. Voel je dat zelf niet? Tom (slaperig)Och Duke, mijn eenvou dige mecanoziel is tegen zoo'n cocktail van ge voelens niet opgewassen. Hè.hè.(Hij rekt zich een geeuwt). Hè, ik zal slapen als een os. O, zeg Duke, het is vreeselijk voor je, maar ik kan soms snorken als een houtfa- briek. Tot dusver heb je het niet gehoord door den motor, maar je haalt het niet in je her sens om me wakker te maken, hoor! Maud: Jassesje bent een échte man. Egoïst! Tom: Gelukkig. Het is het meest gezonde en het meest natuurlijke om precies te zijn wat je bént (stilte) Vind je snurken héél erg, Duke? Maud: Och dan heb je tenminste lets met mijn vader gemeen. Tom (slaperig): Hèhè Sympa thieke ouwe heer; ik heb i ntuïtief gevoeld dat-ie ook snurken moest. Maud: Waar heb je toch die zalige ge moedsrust gekregen? Tom; In ftèh <?<?rlof, Dyfee, AIs je drie jaar in de modder geleefd hebt met elk oogen- blik de kans van een voltreffer, als je drie ja ren dien waanzin van moorden en vermoord worden hebt meegemaaktochzie je: er zijn er die niets geleerd hebben. De groote massa leert niets. Maar zij die bewust den oorlog meemaakten, zijn óf gek geworden, óf ze hebben een onverstoorbare rust gekre gen(gaapt). Tot straks, Duke, half twaalf geen minuut later, hoor! (stilte)Gerust stellingdat Lords ooksnurken. (Het is geheel donker. Aan den hemel boven de zee is nog een roode vuurstreep. Het licht puntje van Moud's cigaret gloeit in het duis ter. Maud (staat op en komt recht naar Tom toe. Er is iets zachts in haar stem. dat er tot dusver niet in was.) Tom?Ben je nog wakker?Zeg Tom Tom: (verschrikt)Hè? Wat is er Duke? Maud: Tom het spijt me zoo, maar ik ben heel erg onaardig tegen je geweest. Ik was heelemaal niet vriendelijk. Maar ik.... zie jehet was ook zoo Tom: Zeg, ben je mal?Allright, Duke! Hou maar moed, alles komt in orde! Maud: Ik geloof dat jij veel flinker bent dan ik, Tom! Tom: Hè? Wat?Schei nou toch uit! Ben je gek, kereld? Je bent een kraan, hoor! Maud (na een korte stilte; met een traan, haar eerlijkheid zegeviert over haar eer zucht over haar eerzucht)Tom. slaap je al? Waarom zeg je toch altijd „kerel" tegen me? Ik ben toch.... een vróuw! Tom: (snurkt). Maud (teleurgesteld, beleedigd): Ach.... mormel! Doek. ("Wordt vervolgd*.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9