De vliegende feeks
De reis van den Nationaal-socialistische propaganda in het Saargebied Een
Franschen minis- borstbeeld van Hitier, geflankeerd door twee hakenkruisen
ter van Buiten- op het stadhuis te Saarbrücken
landsche Zaken,
Barthou, naar
Polen. De ont- Atj
vangst te War
De bouw van het nieuwe Sportfondsenbad
te Haarlem, op de plaats waar vroeger het
Brongebouw stond, vordert goed. Het toe
komstige bassin
Sarraut en Doumergue verlaten het Elysée
te Parijs na de conferentie, welke het
Fransche kabinet met president Lebrun had
over de economische problemen
De races op den eersten dag der voorjaars-wedstrijden te Epsom werden door duizenden
bijgewoond
Leliën op de Bermuda-eilanden. Groote
leliënvelden bevinden zich op deze eilanden,
welke een prachtig effect maken en di*
een der bezienswaardigheden van de Ber
muda's vormen
De leden van de Eerste Kamer, waaronder verschillende ministers,
hebben Woensdag een proefrit gemaakt met den nieuwen Dieseltrein
Mr. L A. M. Sassen, vice-
president van het gerechtshof
te den Haag, is in de residen
tie overleden
Een vroolijke groep bij de interacademiale hockeywedstrijden voor dames, welke Woensdag te Leiden
werden gespeeld. De ploegen van Leiden en Utrecht
FEUILLETON
EEN BLIJMOEDIG SPEL IN DRIE
BEDRIJVEN
door
BEN VAN EYSSELSTEIJN.
10)
Maud (Alleen). Ziet Tom na. Kijkt naar de
cigaret, dan weer naar Tom. Ze wordt klein
en zielig. Bijt op haar lippen. Kijkt naar de
cigaret. Dan, met een nijdig gebaar, steekt ze
hem in haar mond, neemt den aansteker uit
haar zak. Gaat rooken. Gooit de sigaret met
een ruk weg. Loopt heen en weer. Staat even
tsil bij het vliegtuig. Strijkt met haar hand
over de vijf kerven. Dan, opeens resoluut,
grijpt ze het scheerétui, haalt den spiegel te
voorschijn. Kijkt er in. Ziet haar pruilend
gezichtje. Glimlacht tegen zichzelf door
haar tranen heen. Stampvoet boos. Zij holt
naar den stapel „inventaris', haalt er de
„koekdoos" af Maakt gedecideerd lint en kleu
rig papier los. Haalt de twee toiletjes er uit.
Beziet ze. Houdt ze voor zich en glimlacht in
den spoegel, couquet. Ze legt de toiletjes over
het vliegtuig heen. Ze keert terug naar het
strand. Klapt luid in haar handen en roept
luid: „Kscht! Kscht! Hé! Hei!" Ze doet haar
vliegbuis uit. Ze wil juist haar gordel lostrek
ken, als ze schrikt van een mannestem.)
Tom (op: Hallo Duke, daar heb ik toch to
taal vergeten om(hij ziet haar) Hè?..
(Ze zien elkaar strak aan. Maud schrikt eerst
maar blijft staan. In haar komt een zekere
triomph over zijn sprakelooze verbijstering en
den indruk die zij nü op hem mr^kt.)
Duke, LadyehDukeKlei
ne heks!(Hij nadert haar. In zijn oogen
en houding komt plotseling een gevoel van
liefde. Hij komt langzaam dichterbij). Wel
verduiveld
Maud (terugwijkende, weerloos, in angst)
Tom!
Tom (het geluid van haar stem geeft hem
een schok: de gentleman komt onmiddellijk
in hem)DukeLady Maudikik
vraag excuus! Ik had er eigenlijk nooit aan
gedacht dat jedat udat
Maud: dat ik een vrouw was. En
hoe vind je die ontdekking?
Tom: Ik vond u zoo.(plotseling).
Maud: En waarom, kameraad?
Tom: Schei uit met dien nonsens (strak,,
bijna een commando). Doe je buis aan, Duke,
vooruit! Doe je vliegbuis aan en zet je helm
op! Allo Gauw!
Maud (triomfeerende)Zeg eens eventjes,
beste vriend, wie heeft hier het recht van
commandeeren Ik zal precies rondloopen zoo
als ik zelf wil, ik ben van plan te gaan ba
den!
Tom: Duke!
Maud (op de manier van Tom sprekende)
O, maak je naar niet ongerust, kerel. Courage!
Je bent toch geen jongejuffrouw, wat? Ge
draag je dan ook als een man! Een beroerde
toestand zonder goed humeur is hopeloos.
Dank je wèl.
Tom: Och Duke, voel je nou niet, dat alles
opeens verandert? Hoe kan ik nou nog „ka
meraad" tegen je zeggen?
Maud: Ga jij nu maar eens netjes daar i
zitten. Zie zoo! En niet omkijken. En je laat
mij kalm m'n gang gaan. Eerewoord, dat je
niet omkijkt?
Tom: Duke!
Maud: Ik heet geen Duke. Ik heet Maud.
Eerewoord?
Tom (berustend)Eerewoord.
Maud: Allright! (Ze snelt naar het vlieg
tuig. Neemt een der toiletjes, doet het kleedje
aan: een zonnig, eenvoudig middagtoiletje,
trekt schoentjes aan.) Ik ben van plan eens
lekker te baden. Ga jij nu maar eens zonder
je om te keeren de haaien wegjagen. Roepen!
Jaharder! Nóg harder! Klap in je han
den, toe dan!
Tom (met zijn rug naar de zaal zittend:
Ksscht! Hei! Ksscht! (hij klapt). Ik heb een
gevoel of je me voor idioot laat zitten. Ksscht!
Hei!
Maud: Och ja? Ochzielig! Dat is erg
naar. Dat gevoel ken ik ookKérel!
Tom: Maud, ik verzeker je
Maud (gedachteloos): Ziezoo, ik ben klaar!
Draai je nu maar om.
Tom (springt verbluft overeind zonder om
te zien)Maud, ben je krankzinnig?
Maud (verbaasd)Kijk maar.
Tom (krampachtig): Maudik.
Tom (draait zich met een ruk om, de
oogen wijd open. Zijn gezicht wordt bijna
bete als hij de jonge vrouw in het zonnige
toiletje ziet.) Hè!ik Hè!Maud, wat
zie je er lief uit. He heb jou nog nooit in zoo'n
jurkje gezien (opeens eerlijk en gul) Eigenlijk
is het toch zoo véél aardiger dan zóó (hij
wijst naar het vliegcostuum)En wat zit je
haar aardig!
Maud: Een zeker axioma in de aviatiek
schijnt toch niet geheel en al op te gaan. hè?
Hoe vind je me? Kom, en nou gaan we weer
aan 't werk. Wat had je eigenlijk vergeten?
Tom (bedremmeld): Vergéten? Wat? O ja...
ik moest toch touw meenemen om
Maud (met een angstkreet, wijzende naar
iets; verstard van ontzetting): Tom! Aaah!
Tom (ziet haar aan, dan naar het iets waar
naar zij wijst): Hemel! Hij holt naar haar
toe, ze vliegt hem om den hals. Hij dekt haar.
Duwt haar in de richting van het vlieg
tuig. Grijpt de revolver mikt op het iets en
schiet: Pang! Pang!Pang! Hij schuift
Maud opzij. Volgt het iets met zijn hoofd.
Sluipt langs de machine, vuurt, gedekt, over
den romp heen: Pang! Het onstellende brul
len van een groot roofdier breekt af tot een
kreunen; daarna wordt het stil, Maud ligt
naast hem,).
Tom: Hij is dood, Maud. Het is een soort
panter. Wees maar niet bang meer. Kom, lie
ve kleine Maud, het is al voorbij.
Maud: Oje stond met je rug naar hem
toe. Je zag hem niet.,., ik was zoo bang
voor je.
Tom: Voor mij? (Zien elkaar aan. Tom na
dert Maud. Opeens slaat hij zijn armen om
haar heen en kust haar. Zij slaat haar armen
om zijn hals, streelt zijn hoofd.)
Maud: Ik ben niet bang meer. Ik ben im
mers veilig.
Tom: Maud! lieveling!
Maud: Wist jij dat dan niet? Voélde jij dat
dan niet? Jij stommeling! (Zij kust hem.)
Doek.
Derde Tafereel.
(Het strand met het vliegtuig. Tom
sleept takkebossen van een stapel naar
rechts achter de coulissen. Het houtvuur
is verdwenen. Het schemert; op het ein
de van het tafereel is het donker.)
Maud: Laat dat nu maar, Tom, je hebt al
zooveel hout naar boven gesleept dat het lijkt
alsof je het heele oerwoud aan het verplaat
sen bent. Toe, schei nou toch uit, je zult
doodmoe worden. Tom, wat hèb je toch?
Tom: Ik? Niets, lieveling. Het is wel niet
waarschijnlijk dat er vannacht een schip
zou komen aan dezen kant van het eiland,
maar je kunt nooit wetenen.... als er
een komt, zien ze het vuur op den heuvel
eerder dan hier.
Maud: O, denk je dat eens in, liefste: een
schip dat ons halen komt en naar Engeland
terugbrengt! Zeg Tom, verbeeld je dat
vannacht, terwijl jij ligt te slapen en ik hier
waak; dat daar opeens om den hoek van de
baai lichtjes verschijnen, roode en groene, en
heele rij patrijspoorten:: een schip! O....
ikik zou takkenbossen in het vuur gooien
tot de vlammen tegen de sterren slo-egen, ik
zou schreeuwen en ronddansen. Oik
geloof dat ik dol zou worden van opwinding.
Tom: En je zou mij rustig laten slapen?
Maud: Neen, waarachtig niet! Ik zou je
toch een opdoffer tegen je maag geven, dat je
nóóit meer snorken zou en dan zou ik zeggen:
Kijk eens. kijk eens, ons schip dat ons komt
halen
Tom: En ik zou warempel niet weten waar
ik het meest verrukt naar kijken moest, naar
het schip of naar jou! (Ze lachen.)
Maud: Zou je óók gaan dansen?
Tom: Wat dacht je dan? Ik zou zulke dui-
velsche bokkesprongen maken, dat zelfs een
Schotsche Hooglander zich gechoqueerd zou
voelen. (Maud begint te dansen en te wul
ven alsof ze het schip al ziet.)
Maud: Ahooi! Ahooi! Ze zien ons! Ahooi!
Kijk ze wuiven! Ze zetten een sloep uit! Toe
dan, spring dan! (Ze wuiven en roepen bei
den, omarmen elkaar, kussen elkaar, sprin
gen weer.)
Tom (opeens nuchter)Zeg lieveling
zouden we niet liever wachten tot ex wérke
lijk een schip komt?
Maud (ontnuchterd): Ja.... dat is mis
schien wel verstandiger. Enfin, een beetje
routine kan nooit kwaad, we hebben nou ten
minste vast gerepeteerd.
Tom: We zullen ons eiken morgen een
beetje oefenen. (Ze lachen en omarmen
elkaar.)
Maud (zich tegen hem aandrukkend)Mijn
groote. dappere Tom! Ik ben toch zóó geluk
kig met je! Het is toch eigenlijk ondankbaar
tegenover het eiland om zóó naar ons vertrek
te verlangenhet heeft ons zooveel geluk
gebracht! Misschienmisschien zou ik
er zelfs nog wel wat willen blijven! Het is zoo
avontuurlijk, hè?
Tom (koeler): Zoo?
Maud: Ja vind jij niet?
Tom: Och neen.
.(Wordt vervolgd.).