De toestand in Spanje.
De vliegende feeks
De ernstige toestand in Spanje en de staking. Voor de broodbakkerijen wachten den geheelen
dag verschillende groepen, teneinde toegelaten te worden, om brood te koopen
FEUILLETON
EEN BLIJMOEDIG SPEL IN DRIE
BEDRIJVEN
BEN VAN EYSSELSTEIJN.
Maud: Waarom doe je zoo weinig enthou
siast?
Tom: Je kunt als Engelschman toch niet
eeuwig enthousiast zijn
Maud: Waarom ben je zoo
Tom: Ik ben heelemaal niet zoo
Maud: Jawel, er is iets. Straks merkte ik
het ook aan je. Wat is er Tom?
Tom: Och nietsMaar nou je er toch
over begint, nou, eigenlijk vraag ik me den
heelen avond al in stilte af, waarom jij zoo
verstrooid doet.
Maud: Ik? Och loop rond! Wat verbeeld je
je nou?
Tom: Neen(stilte)Nu?
Maud:: Ik?Och, niets bijzonders. Al
leen: soms, hè, dan denk ik aan Brentwood
Castle, Moeder de Duchess.Dat lijkt alles
zoo ver en onwezenlijk. Hè neen, eigenlijk
zou ik hier best nog wat willen blijven.
Tom: En daarnet zei je dat je het heerlijk
zoudt vinden naar Londen terug te keeren!
Maud (koel)Och ja.
Tom: Luister eens, lieveling: zal ik je eens
wat zeggen? Jij ziet er tegenop met mij terug
te gaan naar je ouders, niet waar? Een me-
canoen een kleine gravin
Maud: Maar Tom, ik verzeker je
Tom: Wees eerlijk, Maud!
Maud: Ik bèn eerlijk.
Tom (plotseling heftig)Lieveling we zul
len ons op dit punt goed en duidelijk moeten
uitspreken. Ik begrijp dat het je heel moei
lijk zal vallen, over zulk een pijnlijk onder
werp te praten, maarde waarheid is
Maud (komt op hem af; innig): De waar
heid is dat ik van je houd. Een andere waar
heid ie er niet. Als ik aan Londen denk, denk
ik niet aan mijzelf, maar aan jou. Ik zou voor
geen geld van de wereld willen dat iemand
jou pijn deed.
Tom: Was het dat alléén?
Maud: Alleen dat, en niets anders.
Tom: Maak je maar geen zorg, lieveling.
Want ikik dacht juist dat ik nooit zou
willen, dat jij verdriet kreeg door mij.
Maud: Mijn lieveling! (Zij omarmen el
kaar. Staan even roerloos stil. Dan Maud
triomphantelijk) Tom, wees maar niet bang
hoor.niemand zal je in Londen ooit durven
uitlachen, als ik er bij ben.
Tom (lachend): Dat zullen ze wel uit hun
hart laten, ook als jij er niet bij bent. Zeg
eens. kleintje, ik geloof toch dat jij niet zoo
heelemaal gerust bent, hè? Hahaha! Ik ben
niet bang, maar jij! Je wilt het alleen niet
weten.
Maud (pruilend) maakt zich uit z'n armen
los: Goeie hemel, daar begint-ie waarachtig
weer!
Tom: Zeg eens eventjes, wie begint er nu,
jij of ik?
Maud: Jij
Tom (ontevreden)Wel, heb ik ooit van
m'n leven!
Maud (boos)Loop rond, jij wilt mij iets in
m'n schoenen schuiven waar ik part noch deel
aan heb. Maar dat zal je niet glad zitten! Jij
bent bang! Ja zeker! jij!
Tom: Bang? Ik? Dat neem ik niet.
Maud: Zeg, zie jij er soms niet tegen op
om m'n ouders te ontmoeten?
Tom: Ik stem toe dat het eenvoudiger is
naar de Kaap te vliegen dan met je ouders
om te gaan, maar banggeen denken aan
hoor! Ik sta m'n man2elfs al is het je
moeder.
Maud: Vind je het zoo gewoon om op
Brentwood Castle te gaan wonen?
Tom: Wat zeg je daar.... wónen? Op
Brentwood Castle?!
Maud (beschermend-lief): Natuurlijk, lie
veling. Dat zal in het begin wel moeilijk voor
je zijn. maar och. dat leer je van zelf. je zult
je op den duur even vlot bewegen alsof je er
altijd gewoond had. Ja, ik zie dat het je ner
veus maakt. Maar ik zal je helpen, Tom. En
vader en moeder en de kennissen zullen je
ook helpenals.ze je beter hebben lee-
ren kennen.
Tom: Helpen? Vraag ik om hulp? Maar
wat drommel, je komt toch zeker met een
man terug en niet met een zuigeling, die
door de heele familie geholpen moet worden?
Dank je wel! Neen: ik zal hén helpen, let
maar eens op!
Maud: Tom. sla niet zoo door, je lijkt wel
een hollend paard.
Tom: Je bent wel vriendelijk! Het eene
moment doe je alsof ik een zuigeling ben, het
andere oogenblik ben ik een paard. Wees nu
eens verstandig, Maud; kom, luister nu eens
wat ik van Brentwood Caste denk. Als ik jou
volg naar jouw milieu, dan zal ik in het aller
beste geval geduld worden. Ik zal tegenover
iedereen, ook tegenover mijzelf, en op den
duur ook tegenover jounooit iets anders
zijn dan de man van Lady Maud. Dacht je
dat het prettig is. wanneer iemand je vraagt:
,,wie is u eigenlijk?", alleen maar te kunnen
antwoorden: ik ben de man van m'n
vrouw
Maud: Dwaasheid, dat zal niemand vra
gen.
Tom: Maar ik zal na enkele maanden voor
den spiegel staan en het mezèlf vragen. Ik
word een soort aanhangsel. In smoking en in
rok behoor ik bij je avondtoilet, in colbert
ben ik een wandelend onderdeel van je rolls
royce.
Maud: Dat zal niet de rol zijn die ik voor je
bestemd heb, Tom.
Tom: Ik zie geen andere. Op Brentwood
Castle zal ik de rol mogen spelen van een
collier, een versiering, die iedereen leelijk
vindt. Ze zullen tot hun spijt niet kunnen
beletten, dat ik af en toe eens om je hals mag
hangen.
Maud: Onzin!
Tom: Ik zou voor mezelf geen greintje
respect meer kunnen bezitten, ik zou een ding
worden uit je garderobe en ik zou me best
kunnen voorstellen dat de butler bij ver
gissing een parasol naar je boudoir liet bren
gen en mij in den parapluiebak zette.
Maud: Ze zullen mijn man in ieder opzicht
te waardeeren hebben, vooral als hij zoo'n
flinke man is als jij. Want dat bèn je. Ik be
wonder je, ik ben gèk op je al vind ik je
een ellendigen naarling!
Tom: Een man wordt wel een hopeloozen
idioot gevonden als hij getrouwd is met een
zottin, maar er is nog nooit een man respec
tabel gevonden, alleen omdat hij de echt
genoot was van een respectabele vrouw.
Maud: Tom, wat wil je dan? Moet ik
moet ik danmet jou mee?
Tom: Maud, ik wil mijn eigen weg volgen.
Ik heb mijn vate plannen. Groote plannen.
Maud. En jij zult mij kunnen helpen.
Maud: Natuurlijk wil ik dat, Tom. Maar
ook mijn familie zal je kunnen helpen.
Tom: Ja later, latermaar niet zoolang
ik voor hen niets beteeken. Een man die iets
is, kan als hij wil en als hij talent heeft-
alles worden, Maud. Alles! Maar een man,
die als niets begint, kan het zelf niet tot iets
brengen.
Maud: Het zou voor de verwezenlijking van
je plannen van gróóten invloed kunnen zijn,
als men wist dat mijn familie je accepteerde.
Dat is heusch geen kleinigheid.
TomInderdaad dat is zelfs lord Harold amper
gelukt.
Maud: Dat is nu toch wel een beetje over
dreven, vind je zelf niet? (Ze gaat gepi-
queerd geheel links op het tooneel zitten.
Wendt zich naar Tom toe. Bven zachter.)
Tom
Tom (gaat geheel rechts): Het spijt me,
maar dat zie ik niet in. Je doet alsof het een
groote eer voor me is om in je familie te
worden opgenomen. Dat vind ik overdreven.
Maud (weer boos)Zoo, vind jij het alle-
daagsch om een familie van Hertogen en
Graven binnen te stappen?
Tom: Dat zeg ik niet! Het is evenmin alle-
daagsch om levenslang achter de deuren van
Dartmoor te verdwijnen, maar dat noem je
daarom nog niet eervol.
Maud: Zeg eens even: Dartmoor, of mijn
familie!
Tom: Nou, me dunkt!
Maud (huilt): Je bent verschrikkelijk! Je
bent gewoonweg onuitstaanbaar! Ik haat
je!
Tom: En ik ben gek op je. Maar je krijgt
toch niet je zin.
Maud: Tom! Jebent gewoonweg geen
man.
Tom: Ga je gangik ben in die vijf da
gen wel aan je humeur gewend geraakt. (Stil
te. Dan zachter.) Maud
Maud: Och! (Ze wendt zich af.)
Tom: Allerwonderlijkst, zooals jij ineens op
je moeder kunt lijken! (vastberaden) Maar
als je maar niet denkt, dat ik de rol van je
vader spelen ga!
Maud (opeens woest, houdt op met snik
ken.) Maar wat moeten we dan doen? Wil je
hier ten eeuwige dagen zonder familie op dit
apeneiland blijven? Vind je die mormels soms
prettiger gezelschap?
Tom: Ik zal je in ieder geval niet verzoe
ken bij hen in den klapperboom te gaan wo
nen.
Maud: OhIk maak het uit. Het is al,
Tom: Wat is af?
Maud: De verloving. .1
(Wordt vervolgd.)'
Een uurtje college tusschen de ruïnes van het heiligdom van Apollo en Artemis te Delphi. - Een groot aantal Engelsche toeristen bracht dezer dagen een bezoek
aan Griekenland, waarbij vele overblijfselen der oudheid met belangstelling bewonderd werden
De Engelschman Collins uit Hertfordshire, lid der Londensche zweefvlieg-
club. heeft met zijn toestel een vlucht gemaakt, waarbij hij een hoogte van
6000 voet bereikte, een nieuw Engelsch hoogterecord
Dr. Willem Mengelberg heeft Donderdagavond voor het eerst na zijn terug
keer weer het concertgebouworkest te Amsterdam gedirigeerd. De dirigent
dankt voor de ovatie hem gebracht
De heer Plesman, directeur van de K LM. If pondardagavond met de -Snip"
uit Indië op Schiphol teruggekeerd.
Rouw. Aan boord van het Fransche stoomschip .Deputé Pierre Guijot', waarven
vier opvarenden in de Rotterdamsche haven op zoo droevige wijze door verdrinking
om het leven kwamen, hangt de Fransche driekleur halfstok