Pleidooien duren voort. MAANDAG 30 APRIL 1934 HAARLEM' S DAGBLAD 3 NIJENRODE-ZAAK. Eert beschouwing over den kroongetuige K. Zaterdag was de jongere collega van Mr. Muller Massis aan het woord, Mr. Kappeyne van de Coppello. Nomen est omen, want de bekwaamheden van zijn overleden vader, den vroegeren stads-advocaat van Amsterdam, zijn we nog niet vergeten, evenmin als diens zin voor humor, waarvan hij als waarnemend kantonrechter zoo vaak blijk gaf. Onwillekeu rig kwam ons het beeld van den vader voor den geest, toen we den zoon aan het woord zagen, die de scherpzinnigheid en welspre kendheid dus van geen vreemde had. Want ook zijn pleidooi was waard gehoord te wor den en werd dan ook met groote aandacht gevolgd. Dit eerste deel van zijn betoog Dinsdag wordt het pleidooi voortgezet was eigen lijk een beantwoording van de vraag: wie en wat is Koning? Volgens de lezing die het Openbaar Minis terie van het Nijenrode mysterie geeft, zegt pleiter, zijn er twee verdachten, dat wil zeg gen twee (hoofddaders: Onnes en Koning. Onnes beweert, dat Koning de man is. die bij, hem heeft doen inbreken, Koning zegt, dat van Onnes het plan is uitgegaan om bij zich zoogenaamd te laten inbreken. Van deze twee lezingen heeft het O.M. die van Koning voor waar aangenomen en daarop zijn requisitoir gebouwd. Maar voor de verdediging staat het vast, dat Onnes de waarheid spreekt en zij zal trachten dit te bewijzen. Het O.M. heeft ge zegd, dat de verdedigers Koning zwart hebben gemaakt, maar hiertegen protesteert spreker en hij zegt: wij hebben hem niet zwart ge maakt, hij is zwart en dat hebben wij laten zien. Maar als Koning dan zoo'n slechtaard was, dan pleit het tegen Onnes, dat hij met zoo iemand betrekkingen onderhoudt, heeft de Officier gezegd. Die opmerking, zei pleiter, zou steekhoudend zijn, als Onnes, toen Ko ning begin 1932 bij hem kwam, had geweten, wat thans zal worden meegedeeld, maar dat is niet zoo. Onnes wist wel, dat Koning in dertijd als directeur van de Bezoeki Tabaks Maatschappij wegens rubbersmokkelarij was ontslagen, maar verder niets en toen wij, zegt spieker, tijdens ons onderzoek aan Onnes meedeelden, wat we al zoo van Koning te weten waren gekomen, was Onnes verbaasd en riep hij uit: Heb ik zoo'n man in mijn huis ontvangen? Spreker wil nog eens in bijzonderheden vertellen, wat hij omtrent Koning heeft ver nomen en wat ter terechtzitting grootendeels is naar voren gebracht en wil twee branden, waarbij Koning belang heeft gehad, noemen: die in den renstal in Duitschland en die bij Van der Lee te Utrecht. Bij geen van beide is hem weliswaar brandstichting ten laste ge legd kunnen worden, maar er zijn omstan digheden, die het vermelden waard zijn om een denkbeeld te geven van Koning's men taliteit. Naar aanleiding van den brand in den ren- paardenstal zijn in Duitschland twee civiele processen gevoerd met de verzekeringsmaat schappij. Nu waren er menschen. die vorde ringen op Koning hadden en ter voldoening aan die vorderingen stond hij paarden af, doch later bleek, dat hij geen recht meer op die paarden had, want dat ze al aan een an der waren afgedragen. Ook zou Koning in een onderhoud te Arn hem aan heeren van de verzekering hebben gezegd, dat, als men hem 30.000 Mark gaf, hij onder eede voor de rechtbank zou verklaren, wat de heeren wenschten, behalve dan dat hij den brand gesticht had. Dus, zegt pleiter, zou hij voor dat bedrag eventueel meineed hebben gepleegd. En moet men zoo iemand gelooven, als hij hier onder eede gehoord wordt, waar het voor hem om belangrij ker ding'en gaat dan 30.000 Mark, namelijk zijn vrijheid. Wat is omtrent den brand bij Van der Lee te Uti-echt gebleken, waar Koning buiten schot is gebleven, terwijl Van der Lee onder verdenking kwam? Koning had daar zijn in boedel gebracht, maar niet dan nadat hij de drie pakhuizen van Van der Lee in oogen- schouw had genomen, om te zien. waar hij de goederen 't liefst had. Ze werden op de Oude Gracht geborgen, maar later liet v. d. Lee eigener beweging de schilderijen overbrengen naar het pakhuis naast zijn kantoor, omdat dit beter onder toezicht stond. Op een dag kwam iemand namens Koning, die van de overbrenging van v. d. Lee bericht had gekregen, om een schilderij te ruilen en die persoon zag toen waar de schilderijen ge borgen waren. Niet lang daarna bleek een raam boven in het gebouw kapot te zijn. blijk baar van buiten ingeslagen en wat later was er brand in het pakhuis. Toen bleek, dat een raam van een glazen dak, waar men moest paseeren om bij de schilderijen te komen stuk was en zich daarbij iemand had verwond. Johanknecht heeft op een der zittingen ver klaard, dat hij eens met Witbraad over den brand te Utrecht had gesproken en wat had Witbraad toen gezegd? Is dat dat ding, waar iemand met zijn been door een raam is ge zakt? Toen Johanknecht dat verklaarde, zegt spreker, keek ik naar Koning en Witbraad. die beiden bleek werden. Ik ben er van over tuigd. dat zij vreesden dat Johanknecht ook zou vertellen wie door de ruit was gezakt. Hoe wist Witbraad dat van die ruit? Witbraad was de vertrouwensman van Ko ning. Heeft Koning hier niet verklaard, dat de eenige correspondentie, die voor hem bij Witbraad is bezorgd, een paar brieven van een dame waren? Dat is gelogen, want Ko ning gaf op. dat zijn adres was waar Wit braad woonde, toen hij zelf in Bussum een woning had. Toen hij bij rogatoire commissie gehooi'd moest worden in verband met- den brand in den renstal, werd hij opgeroepen, als uit de stukken blijkt, op het adres van Witbraad. Witbraad was zijn man, die wist alle bijzonderheden van den brand in den renpaardenstal; Witbraad schreef voor Ko ning op zijn aanwijzing de briefjes aan Onnes en mevrouw Onnes, om op geld aan te drin gen Wat zei Witbraad, toen Johanknecht hem vroeg wie Koning was? Een uit de groote we reld, zei hij, hij gaat over lijken. Vanzelfsprekend kwam Koning bij Wit braad. toen hij het plan had gevormd, de goederen uit Nijenrode te laten halen en hij dacht, dat die het zelf zou doen, zij het met huln. Dat de opdracht via Mees en Biesing bij de drie jongens terecht zou komen, had hij niet vermoed. Nu die opdracht zelf. We heb ben gehoord, dat de jongens het goed zorg vuldig moesten behandlen, want dat het on geschonden terug moest. Wat heeft Koning verklaard? Dat Onnes hem gezegd had. dat het bij overtocht naar Engeland in de Noord zee geplompt moest worden. Nu zegt spreker, dat klopt toch zeker niet; als 't in de Noord zee terecht komt, doet het er weinig toe of 't al dan niet beschadigd is. Volgens Konings eigen verklaring wou Onnes dus het goed niet terug hebben. Voor wien moesten de jongens het dan bewaren? Voor Koning zelf natuur lijk, want dat was zijn heele opzet om het goed in handen te krijgen om aan geld te ko men, want de verzekering zou een premie uit loven en hij kon het goed ook verkoopen. 't Was anders geloopen dan Koning gedacht had, zegt spr.; hij had gemeend, dat Wit braad het zaakje zou opknappen en met Wit braad was te praten, dien behoefde hij niet direct geld te geven, althans niet zooveel en als hij dan 't goed had, kon hij zien. wat er verder viel te doen. Maar nu kon hij het goed niet krijgen, want de firma Biesing liet het niet los zonder de beloofde vergoeding en daarom is hij bij Onnes komen chanteeren om 't zoo te noemen. Dat hij direct met Wit braad over Onnes gesproken had als op drachtgever. is zeer verklaarbaar, want dat was het eenige middel om den ander over te halen het karweitje op te knappen. Op een der eerste zittingen heeft de pre sident of een der rechters aan Koning ge vraagd, zegt pleiter: Had u er geen bezwaar tegen de inbraak te doen, toen de heer Onnes u dat vroeg? Ja zeker, antwoordde Koning, want wat had ik tegen mijn huishoudster moeten zeggen, waar ik dien nacht geweest was? Gewetensbezwaren had hij dus niet. Dan hebben we ook nog het geval Fransen waarbij Koning met koopcontract en kwitan tie zijn meubels aan Fransen verkocht zou hebben, die echter aan de bedoelde huishoud ster in bruikleen werden gegeven. Toen Ko ning en die juffrouw de meubels later niet wilden afstaan, zei Koning, dat dat contract en die kwitantie maar voor den vorm waren opgemaakt. Met zulke streken ging Koning om. Ver dient zoo'n man eenig vertrouwen? vraagt pleiter. Wat was de houding van Koning, toen hij aangehouden werd? Hij wilde niet spre ken. maar toen later de heer Onnes hem de chantage voor de voeten wierp, toen sprak hij wel en benutte de chantage om den heer Onnes te beschuldigen. Ik deed het alleen zei Koning, om me te zuiveren van de blaam van chantage. Dat kon hij niet op zich laten zitten. Hij had ook zoo'n goeden naam. Dinsdag a.s. zal Mr. Kappeyne zijn pleidooi voortzetten en komt Mr. Muller Massis ook weer aan het woord. Voor repliek en dupliek zal er dan nog wel een zitting bijkomen. HET MYSTERIE VAN DEN VERDWENEN STUDENT. Omtrent de verdwijning van den Engelschen student aan boord van het Britsche stoom schip „Tynehole" vernemen wij nog. dat de jongen Woensdagavond aan boord van de an dere opvarenden op normale wijze afscheid nam toen hij zich ter ruste zou begeven. Der volgenden ochtend vond men zijn bed echter onbeslapen. Aan boord werd een nauwkeurig onderzoek ingesteld, doch de jongeman w- nergens te vinden. Na aankomst te Rotter dam volgde daarop aangifte bij de politie. LEIDING ORANJE-NASSAU MIJNEN. Als opvolger van ir. D. J. Klink is benoemd tot technisch leider van de Oranje Nassau mijnen te Heerlen, de heer L. Kremer, die tot nu toe hoofd-bedrijfsingenieur van die mijnen was. „OPTIMIST" MET EEN ONGEVAARLIJKE LADING. Op desbetreffende vragen van den heer Schalker heeft minister Van Schaik geant woord, dat van de aanwezigheid van vuur wapenen of munitie niets is gebleken. De kisten, die, niet „voorgegeven", doch wer kelijk vuurwerk bevatten, waren overeenkom stig de bestaande voorschriften onder toezicht van een ambtenaar van het Corps Geleiders van ontplofbare stoffen ingeladen. Van iets verbodens of geheimzinnigs is ook hier geen sprake. BARON VAN GEEN GAAT HEEN. Als particulier secretaris der Koningin. BARON VAN HEEMSTRA VOLGT HEM OP. Bij Kon. besluit is aan den heer F. M. L. baron van Geen op zijn verzoek op de meest eervolle wijze ontslag verleend als Harer Ma- jesteits particulier secretaris onder dankbe tuiging voor de vele belangrijke en gewich tige diensten in die functie gedurende een reeks van jaren aan H.M. en Hoogstderzelver Huis bewezen. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Mei 1934 aan F. M. L. baron van Geen op de meest eervolle wijze ontslag verleend als H.M Ka merheer in gewonen dienst en is hij met in gang van genoemden datum benoemd tot H.M. Kamerher in buitengewonen dienst. Bij Kon. besluit is benoemd tot particulier secretaris van H.M. de Koningin, Hoogstder zelver Kamerheer in buitengewonen dienst C S. Sixma bai-on van Heemstra, onder bepa ling, dat zijn in functie treding zal plaats hebben op een later te bepalen datum. AMSTERDAM'S LEENING NIET VOLTEEKEND. INSCHRIJVINGEN TEN VOLLE TOEGEWEZEN. Naar wij vernemen is op bovengenoemde leening voor een belangrijk bedrag ingetee- kend, doch de leening is niet volteekend. zoo dat de inschrijvingen ten volle worden toe gewezen. want er is nu Saladine Jonge sla is een heerlijk eten, maar nog veel smakelijker wordt zij nu Saladine er is, de fijnste slaolie waarmee ooit een malsche sla werd aangemaakt, of een voortreffelijke mayonnaise werd bereid. Neem Saladine voor zachtheid en aroma van Uw sla en mayonnaise en voor alles, waar slaolie voor noodig is. GOUDZEOEL 80 CENT GROENZEGEL 65 CENT ROODZEGEL 50 CENT (Adv. Ingez. Med.) ONDERHANDELINGEN MET JAPAN. VRAGEN IN DEN VOLKSRAAD. De Indische regeering heeft geantwoord op de schriftelijke vragen van de leden van den Volksraad Mochtar c.s. inzake het aanwijzen van een Inlander in de delegatie voor de on derhandelingen met Japan, dat voor de aan wijzing van Ned.-Indische leden van deze delegatie alleen in aanmerking kwamen zij die daarvoor het meest geschikt werden ge acht, zoodat andere overwegingen niet van invloed konden zijn. Voorts verklaart de regeering dat aangezien omtrent het uiteindelijke resultaat der bespre kingen niets te voorspellen valt, de vraag of de regeering bereid is alvorens definitieve af spraken te maken ten aanzien van het textiel- vraagstuk, vooraf den Volksraad te hooren, niet voor beantwoording vatbaar is. Het lid van den Volksraad, de heer Feuille- teau de Bruin heeft tot de regeering de schrif telijke vraag gericht of het bericht juist is, dat de Japansche gezant te Den Haag naar Tokio seinde, dat hij den minister van Buitenland- sche Zaken van Nederland verzocht het in- voerlicentiestelsel en de bedrijfscontingentee- ring op te schorten. Gaarne verneemt steller dezer vraag of den Japanschen gezant officieel mededeeling is ge daan van het voornemen der Indische regee ring om tot bedrijfscontingenteering over te gaan, in welk geval de steller van de vraag gaarne zou worden ingelicht of het juist wordt geacht dat een dergelijke belangrijke mededee ling langs buitenlandschen diplomatieken weg ter kennis van Volksraad en publiek komt. UITZETTING DER VIER DUITSCHERS. AANKLACHT VAN DEN BURGEMEESTER VAN LAREN. Naar wij vernemen heeft de burgemeester van Laren bij de Justitie een aanklacht inge diend tegen een ingenieur te Amsterdam, die hem naar aanleiding van de uitzetting van de vier Duitschers uit Nederland een schrijven heeft gezonden, waarin beleedigende termen voor den burgemeester zouden voorkomen. STOUTMOEDIGE CHRIST-HIST. POLITIEK. Door prof. De Savornin Lohman bepleit. VOOR VERBOD DER COMMUNISTISCHE PARTIJ. Prof. de Savornin Lohman, lid der Eerste Kamer, heeft voor de Kamerkringvereenigin? van de Christ. Hist. Unie te Amsterdam een stoutmoedige C.H.-politiek bepleit Hebben wij zoo vroeg spr. tegenover de Nat. Soc. Beweging nog een kans? Zeker! Wat de N.S.B. aan goeds wil. -willen de Chr.-Hist. ook. Onze strijd gaat tegen drie fronten. Tegen het Marxisme (ook tegen dat der S.D.A.P.) na het Paaschcongrestegen de valsche democratie en tegen de uitheemsche nieuwlichterij. Doch wij zijn niet alleen tegen, wij zijn ook vóór. Vóór steun aan het Kabinet-Colijn. met als desiderata het verbieden van de Com. Partij en het bannen van de politiek uit den aether. Spr. besloot zijn rede met de leuze: „Terug naar het beginsel". Alleen een stoutmoedige, gedurfde C.-H. politiek heeft toekomst. Het oogenblik is daarvoor rijp. Laten wij dan met de verwante partijen, die kans aangrijpen: Met God voor Koningin en Vaderland! In antwoord op een vraag hoe prof. Lobman dacht over het verbod van de N.S.B. voor ambtenaren zeide deze. dat hij het verschil in handelwijze ten opzichte van N SB. en SJD.A.P. nog steeds niet gerechtvaardigd achtte. Is de N.S.B. ongeschikt voor ambte naren. de S.D.A.P. is het nog veel meer. Prof. Lohman zeide tenslotte, dat hetgeen hij hier verklaard had zijn persoonlijke mee ning is. Neen, bladzij 12 lijkt mij beter. Tot ziens! (Adv. Ingez. Med.) SALARISSEN MOETEN ZICH AANPASSEN. Aan rijkspeil. RONDSCHRIJVEN VAN MINISTER DE WILDE. Minister De Wilde, minister van Binnen!. Zaken heeft aan de gemeentebesturen het volgende rondschr ij ven gericht „De voortschrijding van het onvermijdelijk aanpassingsproces der loonen in het particu liere bedrijfsleven aan de door de crisis ge wijzigde omstandigheden, maakt het nood' zakelijk, dat de salarisregelingen van ge meenten en andere publiekrechtelijke licha men, welke nog steeds uitgaan boven het Rijkspeil eenerzijds, boven den plaatselijken loon- en levensstandaard anderzijds, met den meesten spoed daarmede in overeenstem ming worden gebracht. Aangezien de systematische toetsing dezer regelingen, overeenkomstig conclusie 28 van het rapport-Schouten, uiteraard tijdroovend is en voorkomen dient te worden, dat door nog bestaande te hooge overheidsloonen vo renbedoelde natuurlijke aanpassing van het bedrijfsleven wordt belemmerd, moge ik. af gescheiden van de resultaten dezer systema tische toetsing, de gemeentebesturen reeds in het algemeen met aandrang verzoeken, om voor zoover de salarisregeling van het gemeentepersoneel, na de reeds eventueel genomen maatregelen, nog aan den hoogen kant te achten is. deze op korten termijn te herzien en in overeenstemming te bren gen met het rijkssalarispeil en de overige daarvoor in het rapport-Schouten aangege ven normen. Het is in het belang ook van het perso neel zelve, dat de nog te hooge salarisregelin gen zoo spoedig mogelijk tot dit rijkspeil c.a. worden teruggebracht. Hoe eerder zulks plaats heeft, hoe kleiner de kans en hoe ver der verschoven het tijdstip wordt, dat onver hoopt de economische omstandigheden en de noodzakelijke aanpassing aan wat het vrije bedrijf op den duur zal kunnen betalen, in het algemeen belang nog verder gaande ver lagingen zullen noodig maken." BELANGRIJKE BESLISSING VOOR K. L. M. Vervoervergunning traject LiverpoolH uil. WELWILLENDE HOUDING DER ENGELSCHE AUTORITEITEN. Het Britsche ministerie van Luchtvaart heeft naar de Tel. meldt een voor de KI.M, belangrijke beslissing genomen, door toe te staan, dat op de 1 Juni a.s. te openen nieuwe luchtlijn AmsterdamHullLiverpool ook op het traject HullLiverpool passagiers en goederen zulllen mogen worden vervoerd. Deze beslissing is door de K.L.M. met bij zondere erkentelijkheid ontvangen. Daar het hier een binnenlandsch traject in Engeland betreft, getuigt de opvatting der Engelsche autoriteiten van groote welwillendheid jegens de K. L. M. NAT. SOC. LANDDAG TE AMSTERDAM. Ir. Mussert is optimistisch. ER IS EEN GROOTE SCHOONMAAK GEHOUDEN. Zaterdagmiddag is in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een landdag gehouden van leden der Nat. Soc. beweging, welke volgens offi- cieele opgave door 12.000 personen is bijge woond. Achtereenvolgens werd het woord gevoerd door Ds. G. van Duyl, den heer G. F. Vlekke en den heer C. van Geelkerken. Nadat er was gepauzeerd, defileerden de leden van de Nat. Soc. weerbaarheid in uniform voor Ir. Mussert onder welk défilé de inspecteur der weerbaarheid de heer J. Hoge wind in een kort speechje het doel en de beteekenis van de fas cistische troepen uiteenzette. Vervolgens sprak M. Graaf Marchand et d'Ansembourg over de eenheid van het Neder - landsche volk als grondslag van den Nat. Soc. Staat. Voordat tenslotte ir. Mussert het woord nam, werd medegedeeld, dat een telegram van hulde en trouw zou worden gezonden aan H. M. de Koningin. Ir. Mussert zeide. dat tusschen den landdag in Utrecht en dezen landdag in Amsterdam een tijdruimte ligt van een half jaar. En dit half jaar is er een geweest van strijd, moeilijkheden en teleurstellingen, maar ook van blijdschap om den gestadigen groei in de nationaal-socia- listische beweging. De N.S.B. heeft in het begin van dit jaar een „schoonmaak" moeten organiseeren. met het gevolg, dat een drie duizend N.S.B.-ers is medegedeeld, dat op hun aanwezigheid in de Nationaal-Socialistische-beweging voorloopig althans geen prijs meer wordt gesteld. On danks dat is het ledental van de N.S.B. ge stegen tot 30.000. Erger dan de „terreur om de boterham" achtte spr. de „gewetenterreur" die in sommige confessioneele kringen wordt uitgeoefend. Daartegenover staat de N.S.B. machteloos. Tegen de leden der N.S.B. die on der deze gewetensterreur te lijden hebben, zei spr. „houdt uw godsdienst hoog. komt uw godsdienstige verplichtingen getrouw na, maar blijft uw plicht vervullen jegens de N.S.B.". Tenslotte spoorde ir. Mussert zijn gehoor aan om eensgezind voort te bouwen aan de toe komst van ons volk. opdat eens in Nederland de Nationaal-Socialistische staat zal kunnen worden gegrondvest. Aan Ir. Mussert is een auto en een vulpen aangeboden. Relletjes. De politie, die vreesde, dat deze landdag tot relletjes zou leiden, had uitgebreide voor zorgsmaatregelen genomen. Er waren op de belangrijkste punten overvalauto, ruiters en motorpolitie gestationneerd, terwijl voorts een groote politiemacht was opgesteld langs de wegen, die de N.S.B.-ers van het Centraal- en Weesperpoortstation zouden afleggen. Ten slotte waren er nog tal van rechercheurs gere- quireerd. Deze politiemacht heeft enkele buitengewoon drukke uren gehad. Nauwelijks had de stoet zich van het Centraal Station in beweging ge zet of er werd gejoeld en geschreeuwd door politieke tegenstanders en somtijds met stee- nen gegooid. De politie heeft dan ook op tal van plaatsen charges uitgevoerd en harde klappen uitgedeeld, terwijl enkele raddraaiers en heethoofden werden gearresteerd. Op het Cornelis Troostplein moest de politie heel hard uitpakken, waarbij een der agenten zelfs een schot in de lucht loste. Een onweer, dat om ongeveer kwart over vijf losbarstte en door een hevige regenbui verge zeld ging, hielp de politie een handje, zoodat weldra geen mensch meer op straat te beken nen was. Ook op den terugweg des avonds te ongeveer tien uur kwam het weer tot onordelijkheden. Vooral in de Rustenburgerstraat en Jan Steen straat ging het er heftig toe. Op het Spui is een Communist zoodanig ge raakt, dat hij naar het Binnengastnuis moest worden overgebracht. Bij een charge in de Rustenburgerstraat kwam een vrouw te vallen en brak haar pols. Een man, die als toeschou wer bij den N.S.B.-afmarsch stond te kijken is met een mes in den rug gestoken. IN DEN VREEMDE OVERLEDEN. De eerste stuurman van de „Streefkerk" de heer J. Caljouw uit Vlissingen die in Algiers verpleegd werd, is in het ziekenhuis aldaar overleden. De toestand van den 4den stuurman is vooruitgaande. De verpleegden te Port Said maken het uitstekend. De patiënten gaan goed vooruit. TEWERKGESTELDEN GESCHORST. ONTEVREDENHEID ONTSTAAN DOOR EEN OPMERKING. In de werkverschaffing te Rhederveld heeft een groepje tewerkgestelden uit Muntendam een voorwerker aangevallen, naar aanleiding van een ruzie, welke ontstond door een op merking op het werk. 1-Iet gevolg was, dat deze groep, bestaande uit ongeveer tien man, voorloopig werd geschorst. Alle tewerkgestel den uit Muntendam en Oude Pekela. ten ge tale van ongeveer driehonderd man, verklaar den zich daarop met de geschorsten solidair. De andere dertienhonderd tewerkgestelden hielden zich afzijdig. Aanvankelijk probeer den de driehonderd stakers den werkbaas te dwingen de schorsing in te trekken doch ten slotte wist men hen te bewegen rustig naar huis te gaan. Hun eisch hebben zij evenwel niet ingetrokken, weshalve alle bij het con flict betrokkenen zijn geschorst. WERKLOOSHEID BLIJFT DALEN VERBETERING TEGENOVER 1933. De directeur van den rijksdienst der werk loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling deelt mede, dat de werkloosheid onder de 590,000 leden van ingevolge het Werkloos heidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereenigingen in de week van 9 t.m. 14 April heeft bedra gen 24.3 pet. In de vorige verslagperiode (26 t.m. 31 Maart) bedroeg het percentage 24.8; de werkloosheid is dus in den loop van twee weken gedaald met 0.5 pet, In de overeenr- komstige week van 1933 bedroeg de werkloos heid 26.8 pet. Bij 1064 organen van de openbare arbeids bemiddeling stonden op 14 April 1934 in totaal 344.919 werkzoekenden ingeschreven. Op 31 Maart bedroeg het totaal aantal ingeschrevenen bij een gehjk aantal orga nen 355.822,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5