Pleidooien duren voort.
MAANDAG 30 APRIL 1934
HAARLEM' S DAGBLAD
3
NIJENRODE-ZAAK.
Eert beschouwing over
den kroongetuige K.
Zaterdag was de jongere collega van Mr.
Muller Massis aan het woord, Mr. Kappeyne
van de Coppello. Nomen est omen, want de
bekwaamheden van zijn overleden vader, den
vroegeren stads-advocaat van Amsterdam,
zijn we nog niet vergeten, evenmin als diens
zin voor humor, waarvan hij als waarnemend
kantonrechter zoo vaak blijk gaf. Onwillekeu
rig kwam ons het beeld van den vader voor
den geest, toen we den zoon aan het woord
zagen, die de scherpzinnigheid en welspre
kendheid dus van geen vreemde had. Want
ook zijn pleidooi was waard gehoord te wor
den en werd dan ook met groote aandacht
gevolgd.
Dit eerste deel van zijn betoog Dinsdag
wordt het pleidooi voortgezet was eigen
lijk een beantwoording van de vraag: wie en
wat is Koning?
Volgens de lezing die het Openbaar Minis
terie van het Nijenrode mysterie geeft, zegt
pleiter, zijn er twee verdachten, dat wil zeg
gen twee (hoofddaders: Onnes en Koning.
Onnes beweert, dat Koning de man is. die bij,
hem heeft doen inbreken, Koning zegt, dat
van Onnes het plan is uitgegaan om bij zich
zoogenaamd te laten inbreken. Van deze twee
lezingen heeft het O.M. die van Koning voor
waar aangenomen en daarop zijn requisitoir
gebouwd. Maar voor de verdediging staat het
vast, dat Onnes de waarheid spreekt en zij zal
trachten dit te bewijzen. Het O.M. heeft ge
zegd, dat de verdedigers Koning zwart hebben
gemaakt, maar hiertegen protesteert spreker
en hij zegt: wij hebben hem niet zwart ge
maakt, hij is zwart en dat hebben wij laten
zien.
Maar als Koning dan zoo'n slechtaard was,
dan pleit het tegen Onnes, dat hij met zoo
iemand betrekkingen onderhoudt, heeft de
Officier gezegd. Die opmerking, zei pleiter,
zou steekhoudend zijn, als Onnes, toen Ko
ning begin 1932 bij hem kwam, had geweten,
wat thans zal worden meegedeeld, maar dat
is niet zoo. Onnes wist wel, dat Koning in
dertijd als directeur van de Bezoeki Tabaks
Maatschappij wegens rubbersmokkelarij was
ontslagen, maar verder niets en toen wij, zegt
spieker, tijdens ons onderzoek aan Onnes
meedeelden, wat we al zoo van Koning te
weten waren gekomen, was Onnes verbaasd
en riep hij uit: Heb ik zoo'n man in mijn huis
ontvangen?
Spreker wil nog eens in bijzonderheden
vertellen, wat hij omtrent Koning heeft ver
nomen en wat ter terechtzitting grootendeels
is naar voren gebracht en wil twee branden,
waarbij Koning belang heeft gehad, noemen:
die in den renstal in Duitschland en die bij
Van der Lee te Utrecht. Bij geen van beide is
hem weliswaar brandstichting ten laste ge
legd kunnen worden, maar er zijn omstan
digheden, die het vermelden waard zijn om
een denkbeeld te geven van Koning's men
taliteit.
Naar aanleiding van den brand in den ren-
paardenstal zijn in Duitschland twee civiele
processen gevoerd met de verzekeringsmaat
schappij. Nu waren er menschen. die vorde
ringen op Koning hadden en ter voldoening
aan die vorderingen stond hij paarden af,
doch later bleek, dat hij geen recht meer op
die paarden had, want dat ze al aan een an
der waren afgedragen.
Ook zou Koning in een onderhoud te Arn
hem aan heeren van de verzekering hebben
gezegd, dat, als men hem 30.000 Mark gaf, hij
onder eede voor de rechtbank zou verklaren,
wat de heeren wenschten, behalve dan dat
hij den brand gesticht had. Dus, zegt pleiter,
zou hij voor dat bedrag eventueel meineed
hebben gepleegd. En moet men zoo iemand
gelooven, als hij hier onder eede gehoord
wordt, waar het voor hem om belangrij
ker ding'en gaat dan 30.000 Mark, namelijk
zijn vrijheid.
Wat is omtrent den brand bij Van der Lee
te Uti-echt gebleken, waar Koning buiten
schot is gebleven, terwijl Van der Lee onder
verdenking kwam? Koning had daar zijn in
boedel gebracht, maar niet dan nadat hij de
drie pakhuizen van Van der Lee in oogen-
schouw had genomen, om te zien. waar hij de
goederen 't liefst had. Ze werden op de Oude
Gracht geborgen, maar later liet v. d. Lee
eigener beweging de schilderijen overbrengen
naar het pakhuis naast zijn kantoor, omdat
dit beter onder toezicht stond.
Op een dag kwam iemand namens Koning,
die van de overbrenging van v. d. Lee bericht
had gekregen, om een schilderij te ruilen en
die persoon zag toen waar de schilderijen ge
borgen waren. Niet lang daarna bleek een
raam boven in het gebouw kapot te zijn. blijk
baar van buiten ingeslagen en wat later was
er brand in het pakhuis. Toen bleek, dat een
raam van een glazen dak, waar men moest
paseeren om bij de schilderijen te komen stuk
was en zich daarbij iemand had verwond.
Johanknecht heeft op een der zittingen ver
klaard, dat hij eens met Witbraad over den
brand te Utrecht had gesproken en wat had
Witbraad toen gezegd? Is dat dat ding, waar
iemand met zijn been door een raam is ge
zakt?
Toen Johanknecht dat verklaarde, zegt
spreker, keek ik naar Koning en Witbraad.
die beiden bleek werden. Ik ben er van over
tuigd. dat zij vreesden dat Johanknecht ook
zou vertellen wie door de ruit was gezakt.
Hoe wist Witbraad dat van die ruit?
Witbraad was de vertrouwensman van Ko
ning. Heeft Koning hier niet verklaard, dat
de eenige correspondentie, die voor hem bij
Witbraad is bezorgd, een paar brieven van
een dame waren? Dat is gelogen, want Ko
ning gaf op. dat zijn adres was waar Wit
braad woonde, toen hij zelf in Bussum een
woning had. Toen hij bij rogatoire commissie
gehooi'd moest worden in verband met- den
brand in den renstal, werd hij opgeroepen,
als uit de stukken blijkt, op het adres van
Witbraad. Witbraad was zijn man, die wist
alle bijzonderheden van den brand in den
renpaardenstal; Witbraad schreef voor Ko
ning op zijn aanwijzing de briefjes aan Onnes
en mevrouw Onnes, om op geld aan te drin
gen Wat zei Witbraad, toen Johanknecht hem
vroeg wie Koning was? Een uit de groote we
reld, zei hij, hij gaat over lijken.
Vanzelfsprekend kwam Koning bij Wit
braad. toen hij het plan had gevormd, de
goederen uit Nijenrode te laten halen en hij
dacht, dat die het zelf zou doen, zij het met
huln. Dat de opdracht via Mees en Biesing
bij de drie jongens terecht zou komen, had hij
niet vermoed. Nu die opdracht zelf. We heb
ben gehoord, dat de jongens het goed zorg
vuldig moesten behandlen, want dat het on
geschonden terug moest. Wat heeft Koning
verklaard? Dat Onnes hem gezegd had. dat
het bij overtocht naar Engeland in de Noord
zee geplompt moest worden. Nu zegt spreker,
dat klopt toch zeker niet; als 't in de Noord
zee terecht komt, doet het er weinig toe of 't
al dan niet beschadigd is. Volgens Konings
eigen verklaring wou Onnes dus het goed niet
terug hebben. Voor wien moesten de jongens
het dan bewaren? Voor Koning zelf natuur
lijk, want dat was zijn heele opzet om het
goed in handen te krijgen om aan geld te ko
men, want de verzekering zou een premie uit
loven en hij kon het goed ook verkoopen.
't Was anders geloopen dan Koning gedacht
had, zegt spr.; hij had gemeend, dat Wit
braad het zaakje zou opknappen en met Wit
braad was te praten, dien behoefde hij niet
direct geld te geven, althans niet zooveel en
als hij dan 't goed had, kon hij zien. wat er
verder viel te doen. Maar nu kon hij het goed
niet krijgen, want de firma Biesing liet het
niet los zonder de beloofde vergoeding en
daarom is hij bij Onnes komen chanteeren
om 't zoo te noemen. Dat hij direct met Wit
braad over Onnes gesproken had als op
drachtgever. is zeer verklaarbaar, want dat
was het eenige middel om den ander over te
halen het karweitje op te knappen.
Op een der eerste zittingen heeft de pre
sident of een der rechters aan Koning ge
vraagd, zegt pleiter: Had u er geen bezwaar
tegen de inbraak te doen, toen de heer Onnes
u dat vroeg? Ja zeker, antwoordde Koning,
want wat had ik tegen mijn huishoudster
moeten zeggen, waar ik dien nacht geweest
was?
Gewetensbezwaren had hij dus niet.
Dan hebben we ook nog het geval Fransen
waarbij Koning met koopcontract en kwitan
tie zijn meubels aan Fransen verkocht zou
hebben, die echter aan de bedoelde huishoud
ster in bruikleen werden gegeven. Toen Ko
ning en die juffrouw de meubels later niet
wilden afstaan, zei Koning, dat dat contract
en die kwitantie maar voor den vorm waren
opgemaakt.
Met zulke streken ging Koning om. Ver
dient zoo'n man eenig vertrouwen? vraagt
pleiter. Wat was de houding van Koning, toen
hij aangehouden werd? Hij wilde niet spre
ken. maar toen later de heer Onnes hem de
chantage voor de voeten wierp, toen sprak
hij wel en benutte de chantage om den heer
Onnes te beschuldigen. Ik deed het alleen
zei Koning, om me te zuiveren van de blaam
van chantage. Dat kon hij niet op zich laten
zitten. Hij had ook zoo'n goeden naam.
Dinsdag a.s. zal Mr. Kappeyne zijn pleidooi
voortzetten en komt Mr. Muller Massis ook
weer aan het woord. Voor repliek en dupliek
zal er dan nog wel een zitting bijkomen.
HET MYSTERIE VAN DEN VERDWENEN
STUDENT.
Omtrent de verdwijning van den Engelschen
student aan boord van het Britsche stoom
schip „Tynehole" vernemen wij nog. dat de
jongen Woensdagavond aan boord van de an
dere opvarenden op normale wijze afscheid
nam toen hij zich ter ruste zou begeven. Der
volgenden ochtend vond men zijn bed echter
onbeslapen. Aan boord werd een nauwkeurig
onderzoek ingesteld, doch de jongeman w-
nergens te vinden. Na aankomst te Rotter
dam volgde daarop aangifte bij de politie.
LEIDING ORANJE-NASSAU MIJNEN.
Als opvolger van ir. D. J. Klink is benoemd
tot technisch leider van de Oranje Nassau
mijnen te Heerlen, de heer L. Kremer, die tot
nu toe hoofd-bedrijfsingenieur van die mijnen
was.
„OPTIMIST" MET EEN ONGEVAARLIJKE
LADING.
Op desbetreffende vragen van den heer
Schalker heeft minister Van Schaik geant
woord, dat van de aanwezigheid van vuur
wapenen of munitie niets is gebleken.
De kisten, die, niet „voorgegeven", doch wer
kelijk vuurwerk bevatten, waren overeenkom
stig de bestaande voorschriften onder toezicht
van een ambtenaar van het Corps Geleiders
van ontplofbare stoffen ingeladen. Van iets
verbodens of geheimzinnigs is ook hier geen
sprake.
BARON VAN GEEN GAAT HEEN.
Als particulier secretaris der
Koningin.
BARON VAN HEEMSTRA VOLGT HEM OP.
Bij Kon. besluit is aan den heer F. M. L.
baron van Geen op zijn verzoek op de meest
eervolle wijze ontslag verleend als Harer Ma-
jesteits particulier secretaris onder dankbe
tuiging voor de vele belangrijke en gewich
tige diensten in die functie gedurende een
reeks van jaren aan H.M. en Hoogstderzelver
Huis bewezen.
Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Mei
1934 aan F. M. L. baron van Geen op de meest
eervolle wijze ontslag verleend als H.M Ka
merheer in gewonen dienst en is hij met in
gang van genoemden datum benoemd tot
H.M. Kamerher in buitengewonen dienst.
Bij Kon. besluit is benoemd tot particulier
secretaris van H.M. de Koningin, Hoogstder
zelver Kamerheer in buitengewonen dienst C
S. Sixma bai-on van Heemstra, onder bepa
ling, dat zijn in functie treding zal plaats
hebben op een later te bepalen datum.
AMSTERDAM'S LEENING NIET
VOLTEEKEND.
INSCHRIJVINGEN TEN VOLLE
TOEGEWEZEN.
Naar wij vernemen is op bovengenoemde
leening voor een belangrijk bedrag ingetee-
kend, doch de leening is niet volteekend. zoo
dat de inschrijvingen ten volle worden toe
gewezen.
want er is nu Saladine
Jonge sla is een heerlijk eten, maar nog veel smakelijker wordt zij
nu Saladine er is, de fijnste slaolie waarmee ooit een malsche sla
werd aangemaakt, of een voortreffelijke mayonnaise werd bereid.
Neem Saladine voor zachtheid en aroma van Uw sla en
mayonnaise en voor alles, waar slaolie voor noodig is.
GOUDZEOEL 80 CENT GROENZEGEL 65 CENT ROODZEGEL 50 CENT
(Adv. Ingez. Med.)
ONDERHANDELINGEN MET
JAPAN.
VRAGEN IN DEN VOLKSRAAD.
De Indische regeering heeft geantwoord op
de schriftelijke vragen van de leden van den
Volksraad Mochtar c.s. inzake het aanwijzen
van een Inlander in de delegatie voor de on
derhandelingen met Japan, dat voor de aan
wijzing van Ned.-Indische leden van deze
delegatie alleen in aanmerking kwamen zij
die daarvoor het meest geschikt werden ge
acht, zoodat andere overwegingen niet van
invloed konden zijn.
Voorts verklaart de regeering dat aangezien
omtrent het uiteindelijke resultaat der bespre
kingen niets te voorspellen valt, de vraag of
de regeering bereid is alvorens definitieve af
spraken te maken ten aanzien van het textiel-
vraagstuk, vooraf den Volksraad te hooren,
niet voor beantwoording vatbaar is.
Het lid van den Volksraad, de heer Feuille-
teau de Bruin heeft tot de regeering de schrif
telijke vraag gericht of het bericht juist is, dat
de Japansche gezant te Den Haag naar Tokio
seinde, dat hij den minister van Buitenland-
sche Zaken van Nederland verzocht het in-
voerlicentiestelsel en de bedrijfscontingentee-
ring op te schorten.
Gaarne verneemt steller dezer vraag of den
Japanschen gezant officieel mededeeling is ge
daan van het voornemen der Indische regee
ring om tot bedrijfscontingenteering over te
gaan, in welk geval de steller van de vraag
gaarne zou worden ingelicht of het juist wordt
geacht dat een dergelijke belangrijke mededee
ling langs buitenlandschen diplomatieken weg
ter kennis van Volksraad en publiek komt.
UITZETTING DER VIER
DUITSCHERS.
AANKLACHT VAN DEN BURGEMEESTER
VAN LAREN.
Naar wij vernemen heeft de burgemeester
van Laren bij de Justitie een aanklacht inge
diend tegen een ingenieur te Amsterdam, die
hem naar aanleiding van de uitzetting van
de vier Duitschers uit Nederland een schrijven
heeft gezonden, waarin beleedigende termen
voor den burgemeester zouden voorkomen.
STOUTMOEDIGE CHRIST-HIST.
POLITIEK.
Door prof. De Savornin
Lohman bepleit.
VOOR VERBOD DER COMMUNISTISCHE
PARTIJ.
Prof. de Savornin Lohman, lid der Eerste
Kamer, heeft voor de Kamerkringvereenigin?
van de Christ. Hist. Unie te Amsterdam een
stoutmoedige C.H.-politiek bepleit Hebben
wij zoo vroeg spr. tegenover de Nat. Soc.
Beweging nog een kans? Zeker! Wat de N.S.B.
aan goeds wil. -willen de Chr.-Hist. ook. Onze
strijd gaat tegen drie fronten. Tegen het
Marxisme (ook tegen dat der S.D.A.P.) na het
Paaschcongrestegen de valsche democratie
en tegen de uitheemsche nieuwlichterij.
Doch wij zijn niet alleen tegen, wij zijn
ook vóór. Vóór steun aan het Kabinet-Colijn.
met als desiderata het verbieden van de Com.
Partij en het bannen van de politiek uit den
aether.
Spr. besloot zijn rede met de leuze: „Terug
naar het beginsel". Alleen een stoutmoedige,
gedurfde C.-H. politiek heeft toekomst. Het
oogenblik is daarvoor rijp. Laten wij dan met
de verwante partijen, die kans aangrijpen:
Met God voor Koningin en Vaderland!
In antwoord op een vraag hoe prof. Lobman
dacht over het verbod van de N.S.B. voor
ambtenaren zeide deze. dat hij het verschil
in handelwijze ten opzichte van N SB. en
SJD.A.P. nog steeds niet gerechtvaardigd
achtte. Is de N.S.B. ongeschikt voor ambte
naren. de S.D.A.P. is het nog veel meer.
Prof. Lohman zeide tenslotte, dat hetgeen
hij hier verklaard had zijn persoonlijke mee
ning is.
Neen, bladzij 12 lijkt
mij beter. Tot ziens!
(Adv. Ingez. Med.)
SALARISSEN MOETEN ZICH
AANPASSEN.
Aan rijkspeil.
RONDSCHRIJVEN VAN MINISTER
DE WILDE.
Minister De Wilde, minister van Binnen!.
Zaken heeft aan de gemeentebesturen het
volgende rondschr ij ven gericht
„De voortschrijding van het onvermijdelijk
aanpassingsproces der loonen in het particu
liere bedrijfsleven aan de door de crisis ge
wijzigde omstandigheden, maakt het nood'
zakelijk, dat de salarisregelingen van ge
meenten en andere publiekrechtelijke licha
men, welke nog steeds uitgaan boven het
Rijkspeil eenerzijds, boven den plaatselijken
loon- en levensstandaard anderzijds, met
den meesten spoed daarmede in overeenstem
ming worden gebracht.
Aangezien de systematische toetsing dezer
regelingen, overeenkomstig conclusie 28 van
het rapport-Schouten, uiteraard tijdroovend
is en voorkomen dient te worden, dat door
nog bestaande te hooge overheidsloonen vo
renbedoelde natuurlijke aanpassing van het
bedrijfsleven wordt belemmerd, moge ik. af
gescheiden van de resultaten dezer systema
tische toetsing, de gemeentebesturen reeds
in het algemeen met aandrang verzoeken,
om voor zoover de salarisregeling van het
gemeentepersoneel, na de reeds eventueel
genomen maatregelen, nog aan den hoogen
kant te achten is. deze op korten termijn te
herzien en in overeenstemming te bren
gen met het rijkssalarispeil en de overige
daarvoor in het rapport-Schouten aangege
ven normen.
Het is in het belang ook van het perso
neel zelve, dat de nog te hooge salarisregelin
gen zoo spoedig mogelijk tot dit rijkspeil c.a.
worden teruggebracht. Hoe eerder zulks
plaats heeft, hoe kleiner de kans en hoe ver
der verschoven het tijdstip wordt, dat onver
hoopt de economische omstandigheden en de
noodzakelijke aanpassing aan wat het vrije
bedrijf op den duur zal kunnen betalen, in
het algemeen belang nog verder gaande ver
lagingen zullen noodig maken."
BELANGRIJKE BESLISSING
VOOR K. L. M.
Vervoervergunning traject
LiverpoolH uil.
WELWILLENDE HOUDING DER
ENGELSCHE AUTORITEITEN.
Het Britsche ministerie van Luchtvaart
heeft naar de Tel. meldt een voor de KI.M,
belangrijke beslissing genomen, door toe te
staan, dat op de 1 Juni a.s. te openen nieuwe
luchtlijn AmsterdamHullLiverpool ook op
het traject HullLiverpool passagiers en
goederen zulllen mogen worden vervoerd.
Deze beslissing is door de K.L.M. met bij
zondere erkentelijkheid ontvangen. Daar het
hier een binnenlandsch traject in Engeland
betreft, getuigt de opvatting der Engelsche
autoriteiten van groote welwillendheid jegens
de K. L. M.
NAT. SOC. LANDDAG TE
AMSTERDAM.
Ir. Mussert is optimistisch.
ER IS EEN GROOTE SCHOONMAAK
GEHOUDEN.
Zaterdagmiddag is in het R.A.I.-gebouw te
Amsterdam een landdag gehouden van leden
der Nat. Soc. beweging, welke volgens offi-
cieele opgave door 12.000 personen is bijge
woond. Achtereenvolgens werd het woord
gevoerd door Ds. G. van Duyl, den heer G. F.
Vlekke en den heer C. van Geelkerken. Nadat
er was gepauzeerd, defileerden de leden van
de Nat. Soc. weerbaarheid in uniform voor Ir.
Mussert onder welk défilé de inspecteur der
weerbaarheid de heer J. Hoge wind in een kort
speechje het doel en de beteekenis van de fas
cistische troepen uiteenzette.
Vervolgens sprak M. Graaf Marchand et
d'Ansembourg over de eenheid van het Neder -
landsche volk als grondslag van den Nat. Soc.
Staat.
Voordat tenslotte ir. Mussert het woord nam,
werd medegedeeld, dat een telegram van hulde
en trouw zou worden gezonden aan H. M. de
Koningin.
Ir. Mussert zeide. dat tusschen den landdag
in Utrecht en dezen landdag in Amsterdam een
tijdruimte ligt van een half jaar. En dit half
jaar is er een geweest van strijd, moeilijkheden
en teleurstellingen, maar ook van blijdschap
om den gestadigen groei in de nationaal-socia-
listische beweging.
De N.S.B. heeft in het begin van dit jaar
een „schoonmaak" moeten organiseeren. met
het gevolg, dat een drie duizend N.S.B.-ers is
medegedeeld, dat op hun aanwezigheid in de
Nationaal-Socialistische-beweging voorloopig
althans geen prijs meer wordt gesteld. On
danks dat is het ledental van de N.S.B. ge
stegen tot 30.000. Erger dan de „terreur om de
boterham" achtte spr. de „gewetenterreur"
die in sommige confessioneele kringen wordt
uitgeoefend. Daartegenover staat de N.S.B.
machteloos. Tegen de leden der N.S.B. die on
der deze gewetensterreur te lijden hebben, zei
spr. „houdt uw godsdienst hoog. komt uw
godsdienstige verplichtingen getrouw na, maar
blijft uw plicht vervullen jegens de N.S.B.".
Tenslotte spoorde ir. Mussert zijn gehoor aan
om eensgezind voort te bouwen aan de toe
komst van ons volk. opdat eens in Nederland
de Nationaal-Socialistische staat zal kunnen
worden gegrondvest.
Aan Ir. Mussert is een auto en een vulpen
aangeboden.
Relletjes.
De politie, die vreesde, dat deze landdag tot
relletjes zou leiden, had uitgebreide voor
zorgsmaatregelen genomen. Er waren op de
belangrijkste punten overvalauto, ruiters en
motorpolitie gestationneerd, terwijl voorts een
groote politiemacht was opgesteld langs de
wegen, die de N.S.B.-ers van het Centraal- en
Weesperpoortstation zouden afleggen. Ten
slotte waren er nog tal van rechercheurs gere-
quireerd.
Deze politiemacht heeft enkele buitengewoon
drukke uren gehad. Nauwelijks had de stoet
zich van het Centraal Station in beweging ge
zet of er werd gejoeld en geschreeuwd door
politieke tegenstanders en somtijds met stee-
nen gegooid. De politie heeft dan ook op tal
van plaatsen charges uitgevoerd en harde
klappen uitgedeeld, terwijl enkele raddraaiers
en heethoofden werden gearresteerd. Op het
Cornelis Troostplein moest de politie heel hard
uitpakken, waarbij een der agenten zelfs een
schot in de lucht loste.
Een onweer, dat om ongeveer kwart over vijf
losbarstte en door een hevige regenbui verge
zeld ging, hielp de politie een handje, zoodat
weldra geen mensch meer op straat te beken
nen was.
Ook op den terugweg des avonds te ongeveer
tien uur kwam het weer tot onordelijkheden.
Vooral in de Rustenburgerstraat en Jan Steen
straat ging het er heftig toe.
Op het Spui is een Communist zoodanig ge
raakt, dat hij naar het Binnengastnuis moest
worden overgebracht. Bij een charge in de
Rustenburgerstraat kwam een vrouw te vallen
en brak haar pols. Een man, die als toeschou
wer bij den N.S.B.-afmarsch stond te kijken is
met een mes in den rug gestoken.
IN DEN VREEMDE OVERLEDEN.
De eerste stuurman van de „Streefkerk"
de heer J. Caljouw uit Vlissingen die in
Algiers verpleegd werd, is in het ziekenhuis
aldaar overleden. De toestand van den 4den
stuurman is vooruitgaande. De verpleegden
te Port Said maken het uitstekend. De
patiënten gaan goed vooruit.
TEWERKGESTELDEN
GESCHORST.
ONTEVREDENHEID ONTSTAAN DOOR EEN
OPMERKING.
In de werkverschaffing te Rhederveld heeft
een groepje tewerkgestelden uit Muntendam
een voorwerker aangevallen, naar aanleiding
van een ruzie, welke ontstond door een op
merking op het werk. 1-Iet gevolg was, dat
deze groep, bestaande uit ongeveer tien man,
voorloopig werd geschorst. Alle tewerkgestel
den uit Muntendam en Oude Pekela. ten ge
tale van ongeveer driehonderd man, verklaar
den zich daarop met de geschorsten solidair.
De andere dertienhonderd tewerkgestelden
hielden zich afzijdig. Aanvankelijk probeer
den de driehonderd stakers den werkbaas te
dwingen de schorsing in te trekken doch ten
slotte wist men hen te bewegen rustig naar
huis te gaan. Hun eisch hebben zij evenwel
niet ingetrokken, weshalve alle bij het con
flict betrokkenen zijn geschorst.
WERKLOOSHEID BLIJFT DALEN
VERBETERING TEGENOVER 1933.
De directeur van den rijksdienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat de werkloosheid onder de
590,000 leden van ingevolge het Werkloos
heidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereenigingen
in de week van 9 t.m. 14 April heeft bedra
gen 24.3 pet.
In de vorige verslagperiode (26 t.m. 31
Maart) bedroeg het percentage 24.8; de
werkloosheid is dus in den loop van twee
weken gedaald met 0.5 pet, In de overeenr-
komstige week van 1933 bedroeg de werkloos
heid 26.8 pet.
Bij 1064 organen van de openbare arbeids
bemiddeling stonden op 14 April 1934 in
totaal 344.919 werkzoekenden ingeschreven.
Op 31 Maart bedroeg het totaal aantal
ingeschrevenen bij een gehjk aantal orga
nen 355.822,