Verdedigers vragen vrijspraak
MUZIKANTENLEVEN.
Bescherming van de openbare orde.
ACETYLEENTOESTEL
ONTPLOFT.
WOENSDAG 2 MEI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
3
NIJENRODE-ZAAK
Nogmaals een getuige in het centrum der
belangstelling.
Mr. Kappeyne van de Coppello beëindigde
Dinsdag zijnZaterdag aangevangen pleidoo
behandelde twee punten. Ie. den finaneieelen
toestand van den heer Onnes, voor en na de
inbraak en 2e. het karakter en de reputatie
van verdachte.
Het is van belang, zegt pleiter., na te gaan
niet alleen hoe de financ.ieele positie van den
heer Onnes was, onmiddellijk voor de in
braak, maar ook hoe zijn vooruitzichten wa
ren. 1-Iet O. M. had uit de omstandigheid, dat
de heer Onnes in begin 1932 niet over veel
geld beschikte, de conclusie getrokken, dat
dit hem kan hebben bewogen de inbraak op
touw te zetten. Was, vraagt pleiter, die toe
stand werkelijk zoo slecht? Aan de hand van
het rapport van den heer Hamelberg, den ac
countant, kunnen we nagaan, dat de heer
Onnes kort voor de inbraak volstrekt niet
naar het middel als bovenbedoeld, als eenige
toevlucht, moest grijpen om het hoofd boven
water te houden. Hij had een banksaldo van
f 20.000, waar tegenover een schuld van
f 16000 behalve de belasting. Maar die f 16000
betrof voor ruim f 13000 een vordering van
een crediteur, die het pand van den heer On
nes op Plein 1913 in Den Haag voor f 59.000
had verbouwd, wat hem alles was uitbetaald
en die allerminst haast maakte met zijn vor
dering van f 13000 voor verbouwingen oo
Nijenrode. Dat heeft die heer nadrukkelijk
verklaard en de heer Onnes behoefde daar
over geen zorg te hebben. Evenmin verontrus
tend waren de belastingen, want die moesten
eerst in Mei of Juni voldaan zijn. Het O. M.
heeft nog al waarde gehecht aan een vorde
ring van f 1500, waarvoor de crediteur met
dagvaarding gedreigd had. doch dat bedrag
kon hij gemakkelijk voldoen, want hij had
f 9000 van den heer Goudstikker te vorderen
en deze had bovendien beloofd aan die ver
bouwing te zullen mee betalen. Een schilder
te Breukelen, die f 1250 had te vorderen,
maakte al evenmin haast, zoodat op Onnes
volstrekt geen verontrustende drang om te
betalen werd uitgeoefend en tot 1 Mei 1932
heeft de rekening van den heer Onnes credit
gestaan. Het gaat er om, niet^ hoe het na 1
Mei was, maar hoe het was vóór 29 Februari
en toen wettigde die toestand geen wanhoops
daden.
Na 1 Mei zien we een debetsaldo optreden,
veroorzaakt door mislukte baisse speculaties
van den heer Onnes, maar had hij kunnen
voorzien, dat die nadeel zouden opleveren?
Men begint de speculaties toch zeker om er
aan te verdienen. En dan, zegt pleiter, was de
heer Onnes toch zeker niet op, want hij had
in zijn kasteel kunstschatten, die een half
millioen waarde vertegenwoordigd hebben.
De tijdsomstandigheden hebben die goederen
aanzienlijk in waarde doen dalen, maar ten
slotte hebben ze toch twee ton op de veiling
opgebracht en de bank had hem er f 175.000
op geleend. Die leening verliep aanyankelijk
wel niet zoo vlot in verband met het contract
tusschen Onnes en Goudstikker, maar een
beletsel was het toch niet. omdat de heer On
nes het contract kon opzeggen. Na den ver
koop van de kunstschatten heeft de heer
Onnes al zijn schulden kunnen betalen en
restte hem nog genoeg geld om in Duitsch-
land een landgoed te koopen.
Toegegeven wordt, dat het bedrag van
f 72000 van de verzekering ontvangen, den
heer Onnes welkom is geweest, maar dat was
geen zuivere winst. Er tegenover stonden de
gestolen goederen, die Onnes toch ook had
kunnen verkoopen en waarvan de waarde op
f 86.000 was getaxeerd, geen opgeschroefde
taxatie, want de experts der tegenpartij kwa
men ook tot dat bedrag. Het is natuurlijk mo
gelijk en door de tijdsomstandigheden waar
schijnlijk, dat de goederen niet zooveel zou
den hebben opgebracht, als ze verkocht wa
ren, maar men vergete niet, dat volgens de
redeneering van den Officier, Onnes een be
drag van 8 of 10 duizend gulden aan de ver
huizers had moeten betalen.
Om financieele redenen had Onnes dus
heusch geen inbraak te ensceneeren.
Stel daartegenover Koning, dien het eene
faillissement na het andere bedreigde. Ko
ning kon geld gebruiken, had het hard noo-
dig.
Nu het tweede punt, Om misdadiger te zijn,
moet men een misdadig karakter hebben en
wat is spreker gebleken omtrent verdachte's
karakter? Niets dan goeds. Hij stond op de
bres voor belangen, die hem niet persoonlijk
troffen, zijn raadslidmaatschap kan hiervan
getuigen, zoomede zijn benoeming tot lid dei-
commissie, die middelen zou beramen ter ver
betering van Amsterdam's handel en scheep
vaart. Hij was een goed patroon, die aan zijn
personeel, toen het gemobiliseerd was, het
volle salaris doorbetaalde. Hij diende zijn land,
want hij was het, die in den oorlog van de
Duitsche admiraliteit wist te verkrijgen, dat
mijnenvelden ten behoeve van Holland verlegd
werden en die onze regeering waarschuwde
voor den komenden verscherpten duikbooten
oorlog. Die vriendschap met Duitschland be
zorgde hem een plaats op de zwarte lijst van
Engeland, wat hem een paar millioen kostte.
Stel daartegenover Koning, die door zijn
rubbersmokkel ons land in moeilijkheden
bracht en over wiens verleden al genoeg is
gezegd.
Wie van beiden had het karakter, dat mis
daden ten gevolge kan hebben.
Pleiter acht zijn cliënt dan ook onschuldig
aan het ten laste gelegde en vraagt vrijspraak.
Hierna kwam Mr. Muller Massis weer aan
het woord, die een goed deel van zijn betoog
wijdde aan den detective Johanknegt. Spreker
is van oordeel, dat Johanknegt geen strafbare
feiten heeft gepleegd, maar hij acht hem, ook
aan de hand van het psychiatrisch rapport,
een onevenwichtig mensch, wien de omgang
met misdadige elementen geen goed heeft ge
daan. Zijn verklaringen moeten onder reserve
aanvaard worden en hij heeft zich zelf her
haaldelijk tegengesproken. Spreker breekt een
lans voor de beide Utrechtsche rechercheurs,
over wie door hun hoofdcommissaris een gun
stig rapport is uitgebracht, al kan hij hun
houding voor de rechtbank niet bewonderen,
maar, zegt spreker, wanneer zij de waarheid
hebben gesproken, moet de beschuldiging van
Johanknegt, dat zij zelf het goed bij de Hol-
landsche Rading hebben verstopt om het daar
even later zoogenaamd weer te vinden, hen
ook zeer onaangenaam hebben gestemd.
Spreker haalt de onbetrouwbaarheid van
Johanknegt aan in verband met diens ver
klaring omtrent het vertoonen van een der ge-
Stolen voorwerpen in Louis Seize, zulks vooral
in verband met de verklaring van Koning, dat
Onnes hem dit verteld zou hebben. Maar die
vertooning staat allerminst vast, is zelfs zeer
onwaarschijnlijk en het is aannemelijk, dat
Koning via Witbraad en Biesing van zoo'n
vertooning heeft gehoord. Biesing toch had
het voorwerp, een flacon aan Johanknegt ge
geven om te vertoonen.
Het O.M. heeft, zegt pleiter, gezegd, dat hij
een ruiterlijke bekentenis van hem zou hebben
geapprecieerd, en 'beweert, dat de andere ver
dachten ook ruiterlijk hebben bekend. Van die
ruiterlijke bekentenissen heeft spreker niet
veel gemerkt. We weten hoe Koning tot zijn
bekentenis kwam, toen Onnes hem de chan
tage voor de voeten wierp en over Koning is
al genoeg gezegd. De anderen, behalve Johan
knegt, staan allen terecht wegens medeplich
tigheid aan oplichting, maar allen trekken
iedere wetenschap van of bekendheid met
verzekeringskwesties ter zitting terug en ont
kennen dus feitelijk schuld. En dan de brave
verklaring van Koning, dat zijn vriend Wit
braad van de verzekeringsidee niets heeft ge
weten.
Knippen uit beëedigde getuigenverklaringen
wat men noodig heeft voor bewijsconstructie,
terwijl men dien getuige overigens wantrouwt,
zou een systeem zijn, waaraan geen Neder-
landsche rechter zich bezondigen zal.
Het O.M. voelt zeer goed, vervolgt pleiter,
dat dit rammelend getuigen-materiaal een
ernstige bedreiging vormt voor de juistheid
van een veroordeeling.
Ten slotte een juridische kwestie.
In de dagvaarding mis ik, zegt pleiter dat
toen verdachte de bedriegelijke middelen ge
bruikte tegenover den heer Van der Dussen,
die geen verzekeraar was, maar agent voor de
verzekeraars, wist, dat deze dienden tot het
bewegen der assuradeuren om te betalen. In
de dagvaarding had dus een omschrijvin
moeten staan, waaruit bleek, dat Onnes, de
inlichtingen gevende en aanwijzingen doende,
wist dat hij deze op die wijze aan de bena
deelden deed. Dat dus de bedriegelijke midde
len gebezigd werden teneinde de assuradeuren
aldus doende te bewegen.
Men kan inderdaad op deze wijze bewegen. Zie
arresten van den HoogenRaad.
Maar nu iets anders, niet den vorm der dag
vaarding rakende.
Is het waar, dat Van der Dussen door de
mededeelingen en aanwijzingen van den heer
Onnes is bewogen tot het uitbrengen van zijn
rapport, op grond waarvan de assuradeuren
heoben betaald?
Neen. want Van der Dussen heeft verklaard,
dat eerst toen het gestolen goed door Johan
knegt, dus buiten Onnes om, te voorschijn
was gebracht, dat hij toen eerst de overtui
ging kreeg, dat er diefstal was gepleegd en eerst
toen een rapport ten gunste van Onnes op
maakte. En op dat rapport is betaald; door dat
rapport zijn de assuradeuren bewogen tot
betalen. Niet dus op de mededeelingen van
Onnes. Ware geen goed teruggebracht, dan zou
Van der Dussen geen rapport, dat een aan
sporing tot betaling was, hebben ingediend.
Onnes heeft hem dus niet tot betaling be
wogen.
Pleiter vraagt dus op feitelijke, zoowel als
op juridische en juridisch feitelijke gronden
vrijspraak.
Donderdag repliek en dupliek.
HILLE'S-kwaliteit slaat dllesl
Wie eenmaal HI HE'S., beschuit op tafel';
hooft, vraagt steeds HILLE1 Thans 10 voor 10;
/3eScEioU~~
(Adv. Ingez. Med.)
STA TEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER
1 Mei.
Woensdag stemt de Kamer over vele be
langrijke kwesties. Allereerst over 4 moties,
waarvan er drie overgebleven zijn uit het
debat inzake de wijzigingen in de steun
verlening aan de werkloozen en één motie
over de loonen bij de werken, die vallen on
der het werkverruïmingscrediet van 60 mil
lioen.
Over dit voorstel zelf zal dan ook gestemd
worden.
En ten laatste nog over een voorstel van
Dr. Vos (lib.) om, nu de wetsontwerpen der
Regeering inzake de Winkelsluitingswet blij
ven liegen, aan de agenda nog toe te voe
gen zijn initiatief-voorstel inzake de Winkel
sluitingswet.
De Kamer, waarin met het oog op den 1
Mei-dag de banken der sociaal-democraten
bijna geheel onbezet waren, heeft zich bezig
gehouden met een aantal contingenteerings-
ontwerpen eni regelingen overeenkomstig de
Crisis-invoerwet. Alle kwesties, nóg geregeld
door Minister Verschuur, die Dr. Colijn nu
als Minister van Economische Zaken ad in
terim, moest verdedigen. Zijn taak was niet
zeer moeilijk. Alleen de contingenteering van
geïsoleerde electriciteitsgeleidingen lokte
eenig bezwaar uit, daar men hier een be
voorrechting zag van de Draka (de N.V.
Hollandsche Draad- en Kabelfabriek te Am
sterdam).
Al deze ontwerpen werden goedgekeurd.
Hetzelfde was het geval met een aantal
andere kleine ontwerpen, o.m. werd aange
nomen het ontwerp, dat ieder, die een be
drijf uitoefent, verplicht is om in het vervolg
boek te houden.
Toen kwam er een belangrijk ontwerp aan
de orde, dat nog wel eenagen tijd de aan
dacht der Kamer zal vragen.
Het betreft de, door Minister van Schaik
voorgestelde voorzieningen ter bescherming
van de openbare orde, dat verscherpte maat
regelen wil nemen tegen opruiing, publieke
beleediging van het gezag, of van groepen
der bevolking, enz.
De heer v. d. Heide (SX>.) die dit bedat
opende, verklaarde, dat zijn fractie met deze
voorstellen zal meegaan. Zij acht ze niet
noodzakelijk. Er is wel eens een en ander,
dat feitelijk beleedigt, maar zoo erg is het
niet. Ons volk is daarvoor te nuchter. Spr.
kwam ook op voor de vrijheid van den
journalist. Het Kamerlid dat iets zegt, is on
schendbaar, maar een journalist, die het
vermeldt, kan strafbaar worden gesteld. Men
moet ook eens een kat een kat kunnen noe
men en dat wil men nu strafbaar gaan stel
len. Spr. meende, dat we een krachtig be
wind moeten hebben, maar ook een wijs
bewind en van dit laatste zag hij in dit ont
werp geen bewijs.
Ook de heer de Visser (Comm.) meende
dat dit ontwerp ten scherpste bestreden
moet worden, omdat het is een stuk klas-
serecht, dat ons terug voert naar de meest
straffe reactie. Hij vroeg ook, of men geen
objectieve Kamerverslagen meer aandurft?
Spr. noemde het ontwerp contra-revolution-
nair.
Mevr. BakkerNort (V.D.3 waardeerde het
ontwerp geheel anders. Zij achtte het helaas
geboden in den tijd van geestelijke verwar
ring, waar in wij leven. Treedt men hier
niet op, dan dreigen hier ongewenschte din
gen als in het buitenland te zien zijn en
meestal een internationaal verschijnsel vor
men. Was de Vrijz.-Dem. spreekster het eens
met de fundamenteele beteekenis van het
ontwerp, zij had wel bezwaren tegen dp
vaagheid of onduidelijkheid bij bepaalde
formuleeringen en tegen de uitbreiding van
Verschillende bezwaren naar voren
gebracht. De positie van de pers
het instituut der preventieve hechtenis door
dit ontwerp, tegen welks algemeene strek
king zij echter geen bezwaar had.
Mr. Westerman (Nat. Herst.) had lof en
blaam beide. Vooral had hij bezwaar tegen
het strafbaar stellen van beleediging van
volksgroepen, waarmede blijkbaar de Joden
bedoeld worden. Die beleedigingen keurde
hij onvoorwaardelijk af, maar zij maken zi.
het bepaalde hier niet noodzakelijk.
De heer Lingbeek (H.G.S.) had bezwaar
tegen het strafbaar stellen der beleediging
van „volksgroepen". De Minister schijnt
daardoor alleen godsdienstige groepen te
willen beschermen en hare voorgangers. Het
Protestantsche beginsel is hier in zijn be
strijding van het Roomsche beginsel in
gevaar en daarom voelt spr. mee^voor de
vrijheid.
Mr. Boon (lib.) oordeelde, dat de Minister
erin geslaagd is, om zich bij de regeling
dezer materie binnen de juiste perken te
houden.
Een geheel ander geluid deed de heer
Sneevliet (Rev. Soc.) hooren. die zich aan
sloot bij de critiek van den heer de Visser.
Z.i. zal deze wet aanmerkelijk besnoeien
het publieke leven en het aantal politieken
delicten zal er stellig zeer door toenemen en
men wordt gedreven in het straatje der per
soonlijke bestrijding van Ministers, enz., om
het nieuwe delict te vermijden.
Dr. Kortenhorst (R.K.) stond aan de zijde
der Regeering, doch wijdde speciale aandacht
aan het dubium, ofj hier ook geldt beleedi
ging van het openbaar gezag in de Over-
zeesche gewesten. Hij achtte dit practisch
wel een kwestie van belang, gezien ook een
vonnis der Haagsche Rechtbank tegen Leid-
sche studenten.
Mi'. Terpstra (A.R.) stond vrijwel geheel
aan de zijde van den Minister, al wees hij
er met nadruk op, dat er volle plaats moet
blijven voor de meest scherpe critiek. mits
ze zich niet in beleedigenden vorm uit.
Ook Mej. Katz (C.H.) verdedigde maat
regelen als hier voorgesteld worden; er is
groot misbruik gemaakt van de vrijheid van
drukpers. Zy had waardeering voor de voor
stellen. Deze spreekster erkende, evenals de
spreker, die haar vooraf ging, dat deze rege
ling ook groote bezwaren heeft.
Mnister van Schaik zal Woensdag de door
hem voorgestelde maatregelen nader ver
dedigen.
OBSERVATOR.
STUDIECONFERENTIE
DEN OORLOG.
TEGEN
VAN DEN INTERN. VROUWENVREDEBOND
VOOR VREDE EN VRIJHEID.
De Studieconferentie over oorzaken, aard.
middelen ter voorkoming van oorlog, 11, 12, 13
Mei, Hotel Wittebrug. Den Haag van den
Intern. Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid,
Ned. Afd. belooft zeer belangrijk te worden.
Als sprekers zullen optreden de heeren H. Ch.
G. J. van der Mandere. Dr. A. Groeneveld, W.
L. van Warmelo, M\ H, Giltay, Prof. Dr. J. Tin
bergen, Ir. K. J. Hondius, Dr. E. van Raalte.
Robert Peereboom, Prof. Dr. H. J. Jordan, en
de dames A. E. J. de VriesBruins, arts, Ca-
mille Drevet (Genève), Prof. Dr. Gertrud
Woker (Bern) en Laura Puffer Morgan
Washington D.C.). In plaats van Z. Exc. P. H.
A. de Ridder, luit. generaal b.d., wiens naam
op het Pz-ogramma vermeld staat, zal Mr. F. L.
P. de Jong spreken over „Noodzakelijkheid en
Mogelijkheid van Bescherming der Burger-
bevolking".
De Conferentie is ook toegankelijk voor niet- j
leden der Vereeniging.
De koek is op. Het spel gaat beginnen.
De reddende piano in restaurant t,Pierre".
Jeno. Amoureuze complicaties.
De afspraak was dat Ik een jaar zou stu-
deeren en vervolgens, van heimwee vervuld,
terug zou komen in het vaderland om me
daar een net bestaan te scheppen met les
geven enz.
Inderdaad heb ik een jaar lang hard ge
studeerd en volop genoten van het rijke mu
ziekleven. Een beschrijving van dat muziek
leven, hoe interessant overigens ook. hoort
echter thans in de rubriek „Muziekbrieven
uit Parijs". Ons onderwerp hier is Muzikan
tenleven, Ik zou er gauw genoeg mee kennis
maken.
Toen het bewuste jaar ten einde liep kwam
er bericht van thuis dat de koek op was en
dat ik terugverwacht werd voor de carrière.
Als er nu één ding was waar geen haar op
mijn hoofd aan dacht, dan was dat: me, 21
jaar oud, in een Hollandsche provincieplaats
met notabelen en zoo, te gaan oprollen,
Het hangt er tenslotte maar van af hoe men
geaard is, in welke richting, tot welk soort
levenswijze men door temperament, karak
ter en verlangens gedreven wordt en of
men dit van zichzelf in de gaten heeft. Wee
dengene die, met zwerversbloed geboren, de
stem van het bloed tracht te negeeren en
te vroeg voor anker gaat!
Op het onverwachtste oogenblik zal hij,
tot een plotselinge razernij gebracht, zijn ont
hutste omgeving een vloek toeslingeren, zijn
te vroeg geworteld bestaan met één slag
vernielen, zich losrukken en juichend ver
dwijnen om maar eindelijk uit te kunnen
vliegen.
Zwerversbloed laat zich nu eenmaal nooit
verloochenen en de carrière is een eoufectie-
artikel dat niet voor iedereen pasklaar ge
maakt kan worden.
Ik schreef naar huis dat ik bleef waar ik
was,, hoogstens nog veel verder wegging en
dat de carrière wel een jaartje op me kon
wachten.
Het nemen van zoo'n besluit gaat heel ge
makkelijk maar de uitvoering ervan brengt
zoo van die eigenaardige moeilijkheden mee,
welke men pas goed gaat beseffen op het
moment dat de maandelijksche toelage uit
blijft en men in de wereld niet meer bezit
dan wat kleeren alsmede de somma van 28
francs.
Dat is inderdaad een raar oogenblik. Doch
ook dan beslist iemands temperament over
de houding die hij ten opzichte van het ge
val aanneemt. De een wordt zenuwachtig
en bang. krijgt medelijden met zichzelf, gaat
bij de pakken neerzitten, tracht het oogen
blik van handelen uit te stellen door ergens
geld te leenen. Als hem dat lukt- des te
erger, hij went ér aan op ongedekt crediet
te leven, slaat daarmede een onherstelbaar
lek in zijn toch reeds wankele energie, en
geraakt langzaam maar zeker in een draai
kolk van moreele inflatie, waaruit geen ont
komen meer mogelijk is en die hem steed?
sneller naar beneden zuigt. Meestal vervalt
dat type allengs van goed tot kwaad en van
kwaad tot erger om tenslotte roemloos onder
te gaan in het twijfelachtige schemerdonker
van een oplichters- of sout-eneursbestaan.
De ander reageert op het beslissende oogen
blik van de 28 francs heel anders. Eerst
schrikt hij even, maar dan grijpt er een
zeldzame verandering in hem plaats. Hij
ondergaat een beangstigend-heerlijk gevoel
van bevrijding, van losbreken uit alle ge
woon tetj es en conventies die hem aan zijn
vroegere gladde bestaan ketenden, Hij voelt
zich als iemand die altijd goedverzorgd in
een kamer op een stoel gezeten en uit het
raam gekeken heeft en die plotseling, zon
der overgang, alleen midden op de hei neer
gezet en aan zijn lot overgelaten wordt met
niets dan zijn eigen lijf en de koele, onver
schillige eindeloosheid om hem heen.
Hij heeft maar een ding te doen: gaan loo-
pen. Alle verplichtingen vallen weg behalve
die eene: zich er door slaan. Alle fantasieën
en droomen maken plaats voor één nuchter-
dringende realiteit: de zorg voor eten en een
hoekje om te slapen.
In plaats van ons Blaue hinein te dazen
moet hij van dag tot dag gaan denken, van
uur tot uur, van minuut tot minuut, concreet,
zakelijk, direct. Hij ondergaat een weldadige,
verlossende en verfrisschende -bewustzijns-ver
enging, hij ontdekt zichzelf. En gelijk -de Pool
reiziger die voor het opbreken den inhoud van
zijn laatste sledelast controleert, zoo maakt
hij kort en bondig den inventaris op van zijn
eigen persoonlijkheid. Terug? Nooit! Vooruit.
Alleen is hij en op zichzelf aangewezen, kwets
baar en onervaren maar sterk en vrijHet
ergste wat hem overkomen kan is hongerlij
den en ziek worden, maar ach wat! als je ten
slotte het een en ander in je mars hebt ,jong
bent en gezond!
H-oe ging het nu met mij? Eerlijk gezegd, ik
had geluk. Hoewel ook ik den honger gekend
heb en vele malen op banken of grasbennen
moest slapen, het was niet daaronder dat mijn
humeur wel eens leed. Doch daarover later
Ik had dus geluk, dadelijk al. Na dagenlang
zonder resultaat rond gehangen te hebben op
het Syndicat des Artistes Musiciens en in de
muzikantencafé's kwam ik plotseling op het
idee mijn kans eens te wagen in het restau
rant waar ik tot dusverre maar sinds eenige
dagen om zeer dringende redenen niet meer!
gedejeuneerd had. In dat restaurant, be
dacht ik, stond een piano.
De patron, een blonde hartelijke Noord-
Franschman, begroette zijn reeds verloren
gewaanden vasten klant hartelijk.
Zoo bent u daar weer! U treft het, u
bent vroeg en de boeuf miroton is vandaag
beter gelukt dan ooit te voren.
En aan uw boeuf miroton, monsieur
Pierre, heb ik vandaag meer behoefte dan
ooit te voren want het is, als ik me niet ver
gis, 4 dagen geleden da t ik voor 't laatst warm
eten proefde. Evenwel, ik zal hem eerst moe
ten verdienen, dien voortreffelijken boeuf en
daarover kom ik juist eens met u praten. Kijk
u hebt daar een piano staan waar nooit een
sterveling op speelt. Zooals u waarschijnlijk
bekend zal zijn. sterft een orgaan dat niet
geregeld functionneert langzamerhand af.
Welnu ik vrees in dit verband ernstig voor die
goeie rammelkast. En teneinde uw klavier
voor atrophie te behoeden stel ik voor dat. u
mij het ding dagelijks laat bespelen, zoo van
12 tot 2 ongeveer. Daarmee bewijs ik het pia-
nijn een dienst, u als eigenaar van hetzelve
dus eveneens, en waarschijnlijk zullen uw
klanten er niets op tegen hebben de geurige
dampen van hun uiensoep te zien wegzweven
op de wiegende klanken van een langoureu-
zen wals. Daarvoor als tegenprestatie uwer
zijds een boeuf miroton, zou dat teveel ge
vraagd zijn?
De patron vond het een pracht-idee en ser-
compleet déjeuner. Kunt u zich voorstellen
hoe dat smaakt als je dagenlang op een paar
croissants geleefd hebt?
Ook de klanten waren aangenaam verrast
en betoonden zichzelf gul met muntstukken
van 1 en 2 francs. Ik scheen nl. een bijzon
der gevoelvolle manier uitgevonden te heb
ben om ..Viens Poupoule" en „Monte la-dessus
et tu verras Montmartre" te vertolken. Die
nummers waren zwaar favoriet en ik heb ze
moeten afdraaien tot ik er ziek van werk.
Maar intusschen ik leefde, ik at, ik ver
diende zelfs en dat was hoofdzaak.
Fortuin trekt fortuin aan. Nauwelijks een
week speelde ik mijn trouwe moppen In dat
restaurant of de fee van het geluk vereerde
me met een nieuw blijk van haar belang
stelling. Ze stuurde me nl. mijn goeden vriend
Jeno. Jeno was geen Hongaar, zooals zijn
naam zou doen vermoeden, doch, vreemd ge
noeg, een Hollander.
Als er ooit iemand voor een Hongaarschen
zigeuner heeft kunnen doorgaan dan was hij
het: klein, levendig, bewegelijk, glanzend,
pikzwart haar. mager, en lichtelijk gebogen
rug. een geel teint, uitstekende jukbeenderen,
donkere droomerige oogen, dunne lippen.
Sensitief, oer-muzikaal, geniaal begaafd zelfs
maar door zijn nerveuze overgevoeligheid,
zijn rustelooze zwerversnatuür, zijn a-sociale,
hyper-individualistische levensopvatting ten
eenenmale ongeschikt voor een geregelden
werkkring. Hij speelde prachtig viool en zeer
goed piano.
Jeno, van wien ik ruim een jaar niets ge
hoord had, stond zooals altijd volkomen on
verwacht voor mijn neus. In smoking. Een
gewoon pak had hij niet meer. Geen cent op
zak natuurlijk.
Dien middag werd het orkest in mijn res
taurant uitgebreid met een voortreffelijk
violist en tevens werd daarmee de grondslag
gelegd voor een vriendschappelijke en muzi
kale combinatie die veel later, al rondtrek
kend en musiceerend. een onvergetelijken
tocht zou maken door Spanje om tenslotte,
steeds broederlijk vereend, in Marokko te be
landen.
Er grepen dien gedenkwaardigen middag
trouwens nog andere belangrijke gebeurtenis
sen plaats.
Ie. Bevond zich onder de gasten toevalli
gerwijze een impressario, wien onze presta
ties blijkbaar dermate bevielen dat hij ons
voor den volgenden dag rendez-vous gaf in
café Pigalle. de toenmalige „muzikanten-
beurs". Hij had voor ons allebei wel wat be
ters te doen beweerde hij.
2e. Werd de vrouw van mijn patron spoor
slags verliefd op Jeno. Al dadelijk was dat
merkbaar, niet alleen voor mij maar, helaas,
ook voor monsieur Pierre, die begrijpelijke
teekenen van ongenoegen vertoonde, zoodat
ik het ergste voor ons engagement begon te
vreezen.
De eerste dagen kon het er nog mee door,
maar toen Jeno het ongeluk had Drdla's
„Souvenir" te spelen was er geen houden
meer aan. Het arme mensch vergat alles, be
stellingen, buffet, klanten, rekeningen, echt
genoot, bloeien van kinderen, alles, en stond
maar met kwijnende oogen naar Jeno te
staren.
Om onvermijdelijke conflicten met onzen
braven gullen monsieur Pierre te voorkomen
besloten we in vredesnaam maar onze séan
ces stop te zetten en het voortaan zonder
Viens Poupoule en boeuf miroton te stellen.
Welke mysterieuze aantrekkingskracht
Jeno overigens speciaal altijd op vrouwen
van patrons uitoefende heb ik nooit kunnen
doorgronden. Maar lastig was het en menig
goed engagement hebben we er door verloren.
Dat onzalige hoteliere-f' -'dum van Jeno
was een van de weinige dingen die ik perti
nent op hem tegen had.
MUSICUS.
Door de
veerde me na afloop van de eerste séance een ontploffing ontstond geen brand,
Spoorwegloods te Utrecht verwoest.
Eén doode en 15 gewonden.
UTRECHT, 2 Mei Hedenochtend om
streeks half acht beeft in een der werkplaat
sen van de Nederlandsche Spoorwegen aan
den Daalschen Dijk een hevige ontploffing
plaats gehad, waardoor een arbeider werd ge
dood en een vijftiental min of meer ernstig
werd gewond.
In een der loodsen stond een acetyleentoe-
stel opgesteld. Door tot nu toe onopgehelderde
ooi-zaak is dit toestel plotseling mét een hevi-
gen klap in de lucht gevlogen. De slag was zoo
hevig, dat hij in een groot gedeelte van de
stad en in de omgeving werd gehoord. Van
alle kanten kwamen nieuwsgierigen toeloo-
pen om te zien wat er gebeurd was. De uit
werking van de ontploffing bleek ontzettend
te zijn.
De loods, waarin het toestel had gestaan,
was in een slag in een puinhoop veranderd en
ook de omliggende gebouwen werden ernstig
beschadigd, Onder de puinhoopen was een vrij
groot aantal arbeiders begraven. Enkele kon
den zich onmiddellijk bevrijden. De anderen
moesten onder het puin vandaan worden ge
haald.
Onmiddellijk werd onder leiding van de
naar de plaats des onheils gesnelde autoritei
ten der Spooi*wegen en later onder directe
leiding van den commissaris van politie Ha
moen. het opruimlngswerk aangevangen. De
53-jarige arbeider L. van Vliet bleek, toen
men hem had bevrijd, overleden te zijn. Hij is
waarschijnlijk op slag gedood. Van de on'ge-
veer_ vijftien gewonden werden de volgende
arbeiders naar de Rijksklinieken overgebracht-
Gijssen, Markesteln, Van Giffen, Horderingen.
Van der Steen. Knijf. Van der Berv. Drie
huis, Rijkamp, Van der Voort en Knopper.
Vijf van hen werden aldaar ter verpleging op
genomen. Van geen van hen is de toestand
zoo ernstig, dat direct levensgevaar bestaat.
De andere gewonden konden naar huis wor
den vervoerd. Toen alle gekwetsten waren ge
borgen. is onmiddellijk een aanvang gemaakt
met het opruimen der puinhoopen.