Verdedigers vragen vrijspraak MUZIKANTENLEVEN. Bescherming van de openbare orde. ACETYLEENTOESTEL ONTPLOFT. WOENSDAG 2 MEI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 NIJENRODE-ZAAK Nogmaals een getuige in het centrum der belangstelling. Mr. Kappeyne van de Coppello beëindigde Dinsdag zijnZaterdag aangevangen pleidoo behandelde twee punten. Ie. den finaneieelen toestand van den heer Onnes, voor en na de inbraak en 2e. het karakter en de reputatie van verdachte. Het is van belang, zegt pleiter., na te gaan niet alleen hoe de financ.ieele positie van den heer Onnes was, onmiddellijk voor de in braak, maar ook hoe zijn vooruitzichten wa ren. 1-Iet O. M. had uit de omstandigheid, dat de heer Onnes in begin 1932 niet over veel geld beschikte, de conclusie getrokken, dat dit hem kan hebben bewogen de inbraak op touw te zetten. Was, vraagt pleiter, die toe stand werkelijk zoo slecht? Aan de hand van het rapport van den heer Hamelberg, den ac countant, kunnen we nagaan, dat de heer Onnes kort voor de inbraak volstrekt niet naar het middel als bovenbedoeld, als eenige toevlucht, moest grijpen om het hoofd boven water te houden. Hij had een banksaldo van f 20.000, waar tegenover een schuld van f 16000 behalve de belasting. Maar die f 16000 betrof voor ruim f 13000 een vordering van een crediteur, die het pand van den heer On nes op Plein 1913 in Den Haag voor f 59.000 had verbouwd, wat hem alles was uitbetaald en die allerminst haast maakte met zijn vor dering van f 13000 voor verbouwingen oo Nijenrode. Dat heeft die heer nadrukkelijk verklaard en de heer Onnes behoefde daar over geen zorg te hebben. Evenmin verontrus tend waren de belastingen, want die moesten eerst in Mei of Juni voldaan zijn. Het O. M. heeft nog al waarde gehecht aan een vorde ring van f 1500, waarvoor de crediteur met dagvaarding gedreigd had. doch dat bedrag kon hij gemakkelijk voldoen, want hij had f 9000 van den heer Goudstikker te vorderen en deze had bovendien beloofd aan die ver bouwing te zullen mee betalen. Een schilder te Breukelen, die f 1250 had te vorderen, maakte al evenmin haast, zoodat op Onnes volstrekt geen verontrustende drang om te betalen werd uitgeoefend en tot 1 Mei 1932 heeft de rekening van den heer Onnes credit gestaan. Het gaat er om, niet^ hoe het na 1 Mei was, maar hoe het was vóór 29 Februari en toen wettigde die toestand geen wanhoops daden. Na 1 Mei zien we een debetsaldo optreden, veroorzaakt door mislukte baisse speculaties van den heer Onnes, maar had hij kunnen voorzien, dat die nadeel zouden opleveren? Men begint de speculaties toch zeker om er aan te verdienen. En dan, zegt pleiter, was de heer Onnes toch zeker niet op, want hij had in zijn kasteel kunstschatten, die een half millioen waarde vertegenwoordigd hebben. De tijdsomstandigheden hebben die goederen aanzienlijk in waarde doen dalen, maar ten slotte hebben ze toch twee ton op de veiling opgebracht en de bank had hem er f 175.000 op geleend. Die leening verliep aanyankelijk wel niet zoo vlot in verband met het contract tusschen Onnes en Goudstikker, maar een beletsel was het toch niet. omdat de heer On nes het contract kon opzeggen. Na den ver koop van de kunstschatten heeft de heer Onnes al zijn schulden kunnen betalen en restte hem nog genoeg geld om in Duitsch- land een landgoed te koopen. Toegegeven wordt, dat het bedrag van f 72000 van de verzekering ontvangen, den heer Onnes welkom is geweest, maar dat was geen zuivere winst. Er tegenover stonden de gestolen goederen, die Onnes toch ook had kunnen verkoopen en waarvan de waarde op f 86.000 was getaxeerd, geen opgeschroefde taxatie, want de experts der tegenpartij kwa men ook tot dat bedrag. Het is natuurlijk mo gelijk en door de tijdsomstandigheden waar schijnlijk, dat de goederen niet zooveel zou den hebben opgebracht, als ze verkocht wa ren, maar men vergete niet, dat volgens de redeneering van den Officier, Onnes een be drag van 8 of 10 duizend gulden aan de ver huizers had moeten betalen. Om financieele redenen had Onnes dus heusch geen inbraak te ensceneeren. Stel daartegenover Koning, dien het eene faillissement na het andere bedreigde. Ko ning kon geld gebruiken, had het hard noo- dig. Nu het tweede punt, Om misdadiger te zijn, moet men een misdadig karakter hebben en wat is spreker gebleken omtrent verdachte's karakter? Niets dan goeds. Hij stond op de bres voor belangen, die hem niet persoonlijk troffen, zijn raadslidmaatschap kan hiervan getuigen, zoomede zijn benoeming tot lid dei- commissie, die middelen zou beramen ter ver betering van Amsterdam's handel en scheep vaart. Hij was een goed patroon, die aan zijn personeel, toen het gemobiliseerd was, het volle salaris doorbetaalde. Hij diende zijn land, want hij was het, die in den oorlog van de Duitsche admiraliteit wist te verkrijgen, dat mijnenvelden ten behoeve van Holland verlegd werden en die onze regeering waarschuwde voor den komenden verscherpten duikbooten oorlog. Die vriendschap met Duitschland be zorgde hem een plaats op de zwarte lijst van Engeland, wat hem een paar millioen kostte. Stel daartegenover Koning, die door zijn rubbersmokkel ons land in moeilijkheden bracht en over wiens verleden al genoeg is gezegd. Wie van beiden had het karakter, dat mis daden ten gevolge kan hebben. Pleiter acht zijn cliënt dan ook onschuldig aan het ten laste gelegde en vraagt vrijspraak. Hierna kwam Mr. Muller Massis weer aan het woord, die een goed deel van zijn betoog wijdde aan den detective Johanknegt. Spreker is van oordeel, dat Johanknegt geen strafbare feiten heeft gepleegd, maar hij acht hem, ook aan de hand van het psychiatrisch rapport, een onevenwichtig mensch, wien de omgang met misdadige elementen geen goed heeft ge daan. Zijn verklaringen moeten onder reserve aanvaard worden en hij heeft zich zelf her haaldelijk tegengesproken. Spreker breekt een lans voor de beide Utrechtsche rechercheurs, over wie door hun hoofdcommissaris een gun stig rapport is uitgebracht, al kan hij hun houding voor de rechtbank niet bewonderen, maar, zegt spreker, wanneer zij de waarheid hebben gesproken, moet de beschuldiging van Johanknegt, dat zij zelf het goed bij de Hol- landsche Rading hebben verstopt om het daar even later zoogenaamd weer te vinden, hen ook zeer onaangenaam hebben gestemd. Spreker haalt de onbetrouwbaarheid van Johanknegt aan in verband met diens ver klaring omtrent het vertoonen van een der ge- Stolen voorwerpen in Louis Seize, zulks vooral in verband met de verklaring van Koning, dat Onnes hem dit verteld zou hebben. Maar die vertooning staat allerminst vast, is zelfs zeer onwaarschijnlijk en het is aannemelijk, dat Koning via Witbraad en Biesing van zoo'n vertooning heeft gehoord. Biesing toch had het voorwerp, een flacon aan Johanknegt ge geven om te vertoonen. Het O.M. heeft, zegt pleiter, gezegd, dat hij een ruiterlijke bekentenis van hem zou hebben geapprecieerd, en 'beweert, dat de andere ver dachten ook ruiterlijk hebben bekend. Van die ruiterlijke bekentenissen heeft spreker niet veel gemerkt. We weten hoe Koning tot zijn bekentenis kwam, toen Onnes hem de chan tage voor de voeten wierp en over Koning is al genoeg gezegd. De anderen, behalve Johan knegt, staan allen terecht wegens medeplich tigheid aan oplichting, maar allen trekken iedere wetenschap van of bekendheid met verzekeringskwesties ter zitting terug en ont kennen dus feitelijk schuld. En dan de brave verklaring van Koning, dat zijn vriend Wit braad van de verzekeringsidee niets heeft ge weten. Knippen uit beëedigde getuigenverklaringen wat men noodig heeft voor bewijsconstructie, terwijl men dien getuige overigens wantrouwt, zou een systeem zijn, waaraan geen Neder- landsche rechter zich bezondigen zal. Het O.M. voelt zeer goed, vervolgt pleiter, dat dit rammelend getuigen-materiaal een ernstige bedreiging vormt voor de juistheid van een veroordeeling. Ten slotte een juridische kwestie. In de dagvaarding mis ik, zegt pleiter dat toen verdachte de bedriegelijke middelen ge bruikte tegenover den heer Van der Dussen, die geen verzekeraar was, maar agent voor de verzekeraars, wist, dat deze dienden tot het bewegen der assuradeuren om te betalen. In de dagvaarding had dus een omschrijvin moeten staan, waaruit bleek, dat Onnes, de inlichtingen gevende en aanwijzingen doende, wist dat hij deze op die wijze aan de bena deelden deed. Dat dus de bedriegelijke midde len gebezigd werden teneinde de assuradeuren aldus doende te bewegen. Men kan inderdaad op deze wijze bewegen. Zie arresten van den HoogenRaad. Maar nu iets anders, niet den vorm der dag vaarding rakende. Is het waar, dat Van der Dussen door de mededeelingen en aanwijzingen van den heer Onnes is bewogen tot het uitbrengen van zijn rapport, op grond waarvan de assuradeuren heoben betaald? Neen. want Van der Dussen heeft verklaard, dat eerst toen het gestolen goed door Johan knegt, dus buiten Onnes om, te voorschijn was gebracht, dat hij toen eerst de overtui ging kreeg, dat er diefstal was gepleegd en eerst toen een rapport ten gunste van Onnes op maakte. En op dat rapport is betaald; door dat rapport zijn de assuradeuren bewogen tot betalen. Niet dus op de mededeelingen van Onnes. Ware geen goed teruggebracht, dan zou Van der Dussen geen rapport, dat een aan sporing tot betaling was, hebben ingediend. Onnes heeft hem dus niet tot betaling be wogen. Pleiter vraagt dus op feitelijke, zoowel als op juridische en juridisch feitelijke gronden vrijspraak. Donderdag repliek en dupliek. HILLE'S-kwaliteit slaat dllesl Wie eenmaal HI HE'S., beschuit op tafel'; hooft, vraagt steeds HILLE1 Thans 10 voor 10; /3eScEioU~~ (Adv. Ingez. Med.) STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER 1 Mei. Woensdag stemt de Kamer over vele be langrijke kwesties. Allereerst over 4 moties, waarvan er drie overgebleven zijn uit het debat inzake de wijzigingen in de steun verlening aan de werkloozen en één motie over de loonen bij de werken, die vallen on der het werkverruïmingscrediet van 60 mil lioen. Over dit voorstel zelf zal dan ook gestemd worden. En ten laatste nog over een voorstel van Dr. Vos (lib.) om, nu de wetsontwerpen der Regeering inzake de Winkelsluitingswet blij ven liegen, aan de agenda nog toe te voe gen zijn initiatief-voorstel inzake de Winkel sluitingswet. De Kamer, waarin met het oog op den 1 Mei-dag de banken der sociaal-democraten bijna geheel onbezet waren, heeft zich bezig gehouden met een aantal contingenteerings- ontwerpen eni regelingen overeenkomstig de Crisis-invoerwet. Alle kwesties, nóg geregeld door Minister Verschuur, die Dr. Colijn nu als Minister van Economische Zaken ad in terim, moest verdedigen. Zijn taak was niet zeer moeilijk. Alleen de contingenteering van geïsoleerde electriciteitsgeleidingen lokte eenig bezwaar uit, daar men hier een be voorrechting zag van de Draka (de N.V. Hollandsche Draad- en Kabelfabriek te Am sterdam). Al deze ontwerpen werden goedgekeurd. Hetzelfde was het geval met een aantal andere kleine ontwerpen, o.m. werd aange nomen het ontwerp, dat ieder, die een be drijf uitoefent, verplicht is om in het vervolg boek te houden. Toen kwam er een belangrijk ontwerp aan de orde, dat nog wel eenagen tijd de aan dacht der Kamer zal vragen. Het betreft de, door Minister van Schaik voorgestelde voorzieningen ter bescherming van de openbare orde, dat verscherpte maat regelen wil nemen tegen opruiing, publieke beleediging van het gezag, of van groepen der bevolking, enz. De heer v. d. Heide (SX>.) die dit bedat opende, verklaarde, dat zijn fractie met deze voorstellen zal meegaan. Zij acht ze niet noodzakelijk. Er is wel eens een en ander, dat feitelijk beleedigt, maar zoo erg is het niet. Ons volk is daarvoor te nuchter. Spr. kwam ook op voor de vrijheid van den journalist. Het Kamerlid dat iets zegt, is on schendbaar, maar een journalist, die het vermeldt, kan strafbaar worden gesteld. Men moet ook eens een kat een kat kunnen noe men en dat wil men nu strafbaar gaan stel len. Spr. meende, dat we een krachtig be wind moeten hebben, maar ook een wijs bewind en van dit laatste zag hij in dit ont werp geen bewijs. Ook de heer de Visser (Comm.) meende dat dit ontwerp ten scherpste bestreden moet worden, omdat het is een stuk klas- serecht, dat ons terug voert naar de meest straffe reactie. Hij vroeg ook, of men geen objectieve Kamerverslagen meer aandurft? Spr. noemde het ontwerp contra-revolution- nair. Mevr. BakkerNort (V.D.3 waardeerde het ontwerp geheel anders. Zij achtte het helaas geboden in den tijd van geestelijke verwar ring, waar in wij leven. Treedt men hier niet op, dan dreigen hier ongewenschte din gen als in het buitenland te zien zijn en meestal een internationaal verschijnsel vor men. Was de Vrijz.-Dem. spreekster het eens met de fundamenteele beteekenis van het ontwerp, zij had wel bezwaren tegen dp vaagheid of onduidelijkheid bij bepaalde formuleeringen en tegen de uitbreiding van Verschillende bezwaren naar voren gebracht. De positie van de pers het instituut der preventieve hechtenis door dit ontwerp, tegen welks algemeene strek king zij echter geen bezwaar had. Mr. Westerman (Nat. Herst.) had lof en blaam beide. Vooral had hij bezwaar tegen het strafbaar stellen van beleediging van volksgroepen, waarmede blijkbaar de Joden bedoeld worden. Die beleedigingen keurde hij onvoorwaardelijk af, maar zij maken zi. het bepaalde hier niet noodzakelijk. De heer Lingbeek (H.G.S.) had bezwaar tegen het strafbaar stellen der beleediging van „volksgroepen". De Minister schijnt daardoor alleen godsdienstige groepen te willen beschermen en hare voorgangers. Het Protestantsche beginsel is hier in zijn be strijding van het Roomsche beginsel in gevaar en daarom voelt spr. mee^voor de vrijheid. Mr. Boon (lib.) oordeelde, dat de Minister erin geslaagd is, om zich bij de regeling dezer materie binnen de juiste perken te houden. Een geheel ander geluid deed de heer Sneevliet (Rev. Soc.) hooren. die zich aan sloot bij de critiek van den heer de Visser. Z.i. zal deze wet aanmerkelijk besnoeien het publieke leven en het aantal politieken delicten zal er stellig zeer door toenemen en men wordt gedreven in het straatje der per soonlijke bestrijding van Ministers, enz., om het nieuwe delict te vermijden. Dr. Kortenhorst (R.K.) stond aan de zijde der Regeering, doch wijdde speciale aandacht aan het dubium, ofj hier ook geldt beleedi ging van het openbaar gezag in de Over- zeesche gewesten. Hij achtte dit practisch wel een kwestie van belang, gezien ook een vonnis der Haagsche Rechtbank tegen Leid- sche studenten. Mi'. Terpstra (A.R.) stond vrijwel geheel aan de zijde van den Minister, al wees hij er met nadruk op, dat er volle plaats moet blijven voor de meest scherpe critiek. mits ze zich niet in beleedigenden vorm uit. Ook Mej. Katz (C.H.) verdedigde maat regelen als hier voorgesteld worden; er is groot misbruik gemaakt van de vrijheid van drukpers. Zy had waardeering voor de voor stellen. Deze spreekster erkende, evenals de spreker, die haar vooraf ging, dat deze rege ling ook groote bezwaren heeft. Mnister van Schaik zal Woensdag de door hem voorgestelde maatregelen nader ver dedigen. OBSERVATOR. STUDIECONFERENTIE DEN OORLOG. TEGEN VAN DEN INTERN. VROUWENVREDEBOND VOOR VREDE EN VRIJHEID. De Studieconferentie over oorzaken, aard. middelen ter voorkoming van oorlog, 11, 12, 13 Mei, Hotel Wittebrug. Den Haag van den Intern. Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid, Ned. Afd. belooft zeer belangrijk te worden. Als sprekers zullen optreden de heeren H. Ch. G. J. van der Mandere. Dr. A. Groeneveld, W. L. van Warmelo, M\ H, Giltay, Prof. Dr. J. Tin bergen, Ir. K. J. Hondius, Dr. E. van Raalte. Robert Peereboom, Prof. Dr. H. J. Jordan, en de dames A. E. J. de VriesBruins, arts, Ca- mille Drevet (Genève), Prof. Dr. Gertrud Woker (Bern) en Laura Puffer Morgan Washington D.C.). In plaats van Z. Exc. P. H. A. de Ridder, luit. generaal b.d., wiens naam op het Pz-ogramma vermeld staat, zal Mr. F. L. P. de Jong spreken over „Noodzakelijkheid en Mogelijkheid van Bescherming der Burger- bevolking". De Conferentie is ook toegankelijk voor niet- j leden der Vereeniging. De koek is op. Het spel gaat beginnen. De reddende piano in restaurant t,Pierre". Jeno. Amoureuze complicaties. De afspraak was dat Ik een jaar zou stu- deeren en vervolgens, van heimwee vervuld, terug zou komen in het vaderland om me daar een net bestaan te scheppen met les geven enz. Inderdaad heb ik een jaar lang hard ge studeerd en volop genoten van het rijke mu ziekleven. Een beschrijving van dat muziek leven, hoe interessant overigens ook. hoort echter thans in de rubriek „Muziekbrieven uit Parijs". Ons onderwerp hier is Muzikan tenleven, Ik zou er gauw genoeg mee kennis maken. Toen het bewuste jaar ten einde liep kwam er bericht van thuis dat de koek op was en dat ik terugverwacht werd voor de carrière. Als er nu één ding was waar geen haar op mijn hoofd aan dacht, dan was dat: me, 21 jaar oud, in een Hollandsche provincieplaats met notabelen en zoo, te gaan oprollen, Het hangt er tenslotte maar van af hoe men geaard is, in welke richting, tot welk soort levenswijze men door temperament, karak ter en verlangens gedreven wordt en of men dit van zichzelf in de gaten heeft. Wee dengene die, met zwerversbloed geboren, de stem van het bloed tracht te negeeren en te vroeg voor anker gaat! Op het onverwachtste oogenblik zal hij, tot een plotselinge razernij gebracht, zijn ont hutste omgeving een vloek toeslingeren, zijn te vroeg geworteld bestaan met één slag vernielen, zich losrukken en juichend ver dwijnen om maar eindelijk uit te kunnen vliegen. Zwerversbloed laat zich nu eenmaal nooit verloochenen en de carrière is een eoufectie- artikel dat niet voor iedereen pasklaar ge maakt kan worden. Ik schreef naar huis dat ik bleef waar ik was,, hoogstens nog veel verder wegging en dat de carrière wel een jaartje op me kon wachten. Het nemen van zoo'n besluit gaat heel ge makkelijk maar de uitvoering ervan brengt zoo van die eigenaardige moeilijkheden mee, welke men pas goed gaat beseffen op het moment dat de maandelijksche toelage uit blijft en men in de wereld niet meer bezit dan wat kleeren alsmede de somma van 28 francs. Dat is inderdaad een raar oogenblik. Doch ook dan beslist iemands temperament over de houding die hij ten opzichte van het ge val aanneemt. De een wordt zenuwachtig en bang. krijgt medelijden met zichzelf, gaat bij de pakken neerzitten, tracht het oogen blik van handelen uit te stellen door ergens geld te leenen. Als hem dat lukt- des te erger, hij went ér aan op ongedekt crediet te leven, slaat daarmede een onherstelbaar lek in zijn toch reeds wankele energie, en geraakt langzaam maar zeker in een draai kolk van moreele inflatie, waaruit geen ont komen meer mogelijk is en die hem steed? sneller naar beneden zuigt. Meestal vervalt dat type allengs van goed tot kwaad en van kwaad tot erger om tenslotte roemloos onder te gaan in het twijfelachtige schemerdonker van een oplichters- of sout-eneursbestaan. De ander reageert op het beslissende oogen blik van de 28 francs heel anders. Eerst schrikt hij even, maar dan grijpt er een zeldzame verandering in hem plaats. Hij ondergaat een beangstigend-heerlijk gevoel van bevrijding, van losbreken uit alle ge woon tetj es en conventies die hem aan zijn vroegere gladde bestaan ketenden, Hij voelt zich als iemand die altijd goedverzorgd in een kamer op een stoel gezeten en uit het raam gekeken heeft en die plotseling, zon der overgang, alleen midden op de hei neer gezet en aan zijn lot overgelaten wordt met niets dan zijn eigen lijf en de koele, onver schillige eindeloosheid om hem heen. Hij heeft maar een ding te doen: gaan loo- pen. Alle verplichtingen vallen weg behalve die eene: zich er door slaan. Alle fantasieën en droomen maken plaats voor één nuchter- dringende realiteit: de zorg voor eten en een hoekje om te slapen. In plaats van ons Blaue hinein te dazen moet hij van dag tot dag gaan denken, van uur tot uur, van minuut tot minuut, concreet, zakelijk, direct. Hij ondergaat een weldadige, verlossende en verfrisschende -bewustzijns-ver enging, hij ontdekt zichzelf. En gelijk -de Pool reiziger die voor het opbreken den inhoud van zijn laatste sledelast controleert, zoo maakt hij kort en bondig den inventaris op van zijn eigen persoonlijkheid. Terug? Nooit! Vooruit. Alleen is hij en op zichzelf aangewezen, kwets baar en onervaren maar sterk en vrijHet ergste wat hem overkomen kan is hongerlij den en ziek worden, maar ach wat! als je ten slotte het een en ander in je mars hebt ,jong bent en gezond! H-oe ging het nu met mij? Eerlijk gezegd, ik had geluk. Hoewel ook ik den honger gekend heb en vele malen op banken of grasbennen moest slapen, het was niet daaronder dat mijn humeur wel eens leed. Doch daarover later Ik had dus geluk, dadelijk al. Na dagenlang zonder resultaat rond gehangen te hebben op het Syndicat des Artistes Musiciens en in de muzikantencafé's kwam ik plotseling op het idee mijn kans eens te wagen in het restau rant waar ik tot dusverre maar sinds eenige dagen om zeer dringende redenen niet meer! gedejeuneerd had. In dat restaurant, be dacht ik, stond een piano. De patron, een blonde hartelijke Noord- Franschman, begroette zijn reeds verloren gewaanden vasten klant hartelijk. Zoo bent u daar weer! U treft het, u bent vroeg en de boeuf miroton is vandaag beter gelukt dan ooit te voren. En aan uw boeuf miroton, monsieur Pierre, heb ik vandaag meer behoefte dan ooit te voren want het is, als ik me niet ver gis, 4 dagen geleden da t ik voor 't laatst warm eten proefde. Evenwel, ik zal hem eerst moe ten verdienen, dien voortreffelijken boeuf en daarover kom ik juist eens met u praten. Kijk u hebt daar een piano staan waar nooit een sterveling op speelt. Zooals u waarschijnlijk bekend zal zijn. sterft een orgaan dat niet geregeld functionneert langzamerhand af. Welnu ik vrees in dit verband ernstig voor die goeie rammelkast. En teneinde uw klavier voor atrophie te behoeden stel ik voor dat. u mij het ding dagelijks laat bespelen, zoo van 12 tot 2 ongeveer. Daarmee bewijs ik het pia- nijn een dienst, u als eigenaar van hetzelve dus eveneens, en waarschijnlijk zullen uw klanten er niets op tegen hebben de geurige dampen van hun uiensoep te zien wegzweven op de wiegende klanken van een langoureu- zen wals. Daarvoor als tegenprestatie uwer zijds een boeuf miroton, zou dat teveel ge vraagd zijn? De patron vond het een pracht-idee en ser- compleet déjeuner. Kunt u zich voorstellen hoe dat smaakt als je dagenlang op een paar croissants geleefd hebt? Ook de klanten waren aangenaam verrast en betoonden zichzelf gul met muntstukken van 1 en 2 francs. Ik scheen nl. een bijzon der gevoelvolle manier uitgevonden te heb ben om ..Viens Poupoule" en „Monte la-dessus et tu verras Montmartre" te vertolken. Die nummers waren zwaar favoriet en ik heb ze moeten afdraaien tot ik er ziek van werk. Maar intusschen ik leefde, ik at, ik ver diende zelfs en dat was hoofdzaak. Fortuin trekt fortuin aan. Nauwelijks een week speelde ik mijn trouwe moppen In dat restaurant of de fee van het geluk vereerde me met een nieuw blijk van haar belang stelling. Ze stuurde me nl. mijn goeden vriend Jeno. Jeno was geen Hongaar, zooals zijn naam zou doen vermoeden, doch, vreemd ge noeg, een Hollander. Als er ooit iemand voor een Hongaarschen zigeuner heeft kunnen doorgaan dan was hij het: klein, levendig, bewegelijk, glanzend, pikzwart haar. mager, en lichtelijk gebogen rug. een geel teint, uitstekende jukbeenderen, donkere droomerige oogen, dunne lippen. Sensitief, oer-muzikaal, geniaal begaafd zelfs maar door zijn nerveuze overgevoeligheid, zijn rustelooze zwerversnatuür, zijn a-sociale, hyper-individualistische levensopvatting ten eenenmale ongeschikt voor een geregelden werkkring. Hij speelde prachtig viool en zeer goed piano. Jeno, van wien ik ruim een jaar niets ge hoord had, stond zooals altijd volkomen on verwacht voor mijn neus. In smoking. Een gewoon pak had hij niet meer. Geen cent op zak natuurlijk. Dien middag werd het orkest in mijn res taurant uitgebreid met een voortreffelijk violist en tevens werd daarmee de grondslag gelegd voor een vriendschappelijke en muzi kale combinatie die veel later, al rondtrek kend en musiceerend. een onvergetelijken tocht zou maken door Spanje om tenslotte, steeds broederlijk vereend, in Marokko te be landen. Er grepen dien gedenkwaardigen middag trouwens nog andere belangrijke gebeurtenis sen plaats. Ie. Bevond zich onder de gasten toevalli gerwijze een impressario, wien onze presta ties blijkbaar dermate bevielen dat hij ons voor den volgenden dag rendez-vous gaf in café Pigalle. de toenmalige „muzikanten- beurs". Hij had voor ons allebei wel wat be ters te doen beweerde hij. 2e. Werd de vrouw van mijn patron spoor slags verliefd op Jeno. Al dadelijk was dat merkbaar, niet alleen voor mij maar, helaas, ook voor monsieur Pierre, die begrijpelijke teekenen van ongenoegen vertoonde, zoodat ik het ergste voor ons engagement begon te vreezen. De eerste dagen kon het er nog mee door, maar toen Jeno het ongeluk had Drdla's „Souvenir" te spelen was er geen houden meer aan. Het arme mensch vergat alles, be stellingen, buffet, klanten, rekeningen, echt genoot, bloeien van kinderen, alles, en stond maar met kwijnende oogen naar Jeno te staren. Om onvermijdelijke conflicten met onzen braven gullen monsieur Pierre te voorkomen besloten we in vredesnaam maar onze séan ces stop te zetten en het voortaan zonder Viens Poupoule en boeuf miroton te stellen. Welke mysterieuze aantrekkingskracht Jeno overigens speciaal altijd op vrouwen van patrons uitoefende heb ik nooit kunnen doorgronden. Maar lastig was het en menig goed engagement hebben we er door verloren. Dat onzalige hoteliere-f' -'dum van Jeno was een van de weinige dingen die ik perti nent op hem tegen had. MUSICUS. Door de veerde me na afloop van de eerste séance een ontploffing ontstond geen brand, Spoorwegloods te Utrecht verwoest. Eén doode en 15 gewonden. UTRECHT, 2 Mei Hedenochtend om streeks half acht beeft in een der werkplaat sen van de Nederlandsche Spoorwegen aan den Daalschen Dijk een hevige ontploffing plaats gehad, waardoor een arbeider werd ge dood en een vijftiental min of meer ernstig werd gewond. In een der loodsen stond een acetyleentoe- stel opgesteld. Door tot nu toe onopgehelderde ooi-zaak is dit toestel plotseling mét een hevi- gen klap in de lucht gevlogen. De slag was zoo hevig, dat hij in een groot gedeelte van de stad en in de omgeving werd gehoord. Van alle kanten kwamen nieuwsgierigen toeloo- pen om te zien wat er gebeurd was. De uit werking van de ontploffing bleek ontzettend te zijn. De loods, waarin het toestel had gestaan, was in een slag in een puinhoop veranderd en ook de omliggende gebouwen werden ernstig beschadigd, Onder de puinhoopen was een vrij groot aantal arbeiders begraven. Enkele kon den zich onmiddellijk bevrijden. De anderen moesten onder het puin vandaan worden ge haald. Onmiddellijk werd onder leiding van de naar de plaats des onheils gesnelde autoritei ten der Spooi*wegen en later onder directe leiding van den commissaris van politie Ha moen. het opruimlngswerk aangevangen. De 53-jarige arbeider L. van Vliet bleek, toen men hem had bevrijd, overleden te zijn. Hij is waarschijnlijk op slag gedood. Van de on'ge- veer_ vijftien gewonden werden de volgende arbeiders naar de Rijksklinieken overgebracht- Gijssen, Markesteln, Van Giffen, Horderingen. Van der Steen. Knijf. Van der Berv. Drie huis, Rijkamp, Van der Voort en Knopper. Vijf van hen werden aldaar ter verpleging op genomen. Van geen van hen is de toestand zoo ernstig, dat direct levensgevaar bestaat. De andere gewonden konden naar huis wor den vervoerd. Toen alle gekwetsten waren ge borgen. is onmiddellijk een aanvang gemaakt met het opruimen der puinhoopen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5